Hardheidsclausule energiebeleid Inleiding QuaWonen heeft, ook op aangeven van haar stakeholders, meer aandacht heeft voor duurzaamheid en energiebesparing. Dit heeft zich concreet vertaalt in onder andere het na-isoleren van de bestaande woningvoorraad. QuaWonen gaat vooral dubbel glas zetten en vloeren, muren en daken isoleren. En nieuwe hoogrendementketels worden geplaatst zodra de oude ketels zijn afgeschreven. Huurders krijgen de isolatiemaatregelen, met uitzondering van de CV-installatie, als totaalpakket aangeboden. Maatregelen met huurverhoging Voor deze woningverbetering betalen huurders wel een huurverhoging. Deze is gekoppeld aan een minimale besparing die op het gasverbruik moet worden bereikt. De minimale besparing is het eenzesde deel van de theoretisch verwachte besparing op het gasverbruik. Het feit dat maar eenzesde van wat een 1 huurder kan besparen wordt doorberekend (d.i. de minimale besparing) doet verwachten dat slechts sporadisch beroep zal worden gedaan op de hardheidsclausule. Huurders ontvangen van QuaWonen een voorstel met isolerende maatregelen. Daarbij wordt door QuaWonen aangegeven welke minimale besparing op het gasverbruik een huurder van de maatregelen mag verwachten. Deze minimale besparing zal een huurder enerzijds omgerekend naar een huurverhoging gaan betalen en anderzijds ten goede komen vanwege de besparing op stookkosten. 3 Uitgaande van een gelijkblijvend stookgedrag en een gelijkblijvend tarief voor een m gas, zullen de totale 2 woonlasten als saldo van huur en energielasten ondanks de huurverhoging dan ook niet stijgen. Mocht het onverhoopt gebeuren dat de minimale besparing niet wordt bereikt, en de woonlasten stijgen, dan kan een huurder voor zijn situatie een beroep doen op de hardheidsclausule. In het eerste deel van deze notitie wordt de achtergrond van de hardheidsclausule beschreven en in het tweede deel komt de toepassing van de hardheidsclausule aan de orde.
1) Hardheidsclausule Met als doel een zo hoog mogelijke deelname te realiseren heeft QuaWonen een hardheidsclausule ontwikkeld. Deze moet huurders de zekerheid bieden dat zij niets te verliezen hebben. Naar verwachting zal dit huurders met twijfels alsnog kunnen overtuigen. Hardheidsclausule Als de werkelijke besparing op het energieverbruik voor een individuele huurder lager is dan de minimale besparing waarop QuaWonen de huurverhoging heeft gebaseerd, kan deze persoon een beroep doen op de hardheidsclausule. Dit betekent dat een huurder QuaWonen verzoekt in zijn of haar geval de huurverhoging aan te passen. Als het beroep wordt gehonoreerd, past QuaWonen de huurverhoging aan. De hardheidsclausule van het energiebeleid is alleen van kracht bij gelijkblijvende omstandigheden. Het gaat dan om gelijkblijvende: - persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld gezinssamenstelling); dit wordt getoetst met behulp van een vragenlijst - stookgedrag (bijvoorbeeld thermostaat op zelfde temperatuur ingesteld); dit is minder objectief te beoordelen, maar hier wordt een moreel appel op de huurder gedaan - buitentemperatuurniveau; QuaWonen gebruikt de graaddagenmethode (zie bijlage 1) om het gasverbruik van twee jaren vergelijkbaar te maken. - prijspeil voor gas; isolatie van woningen heeft invloed op het energieverbruik en niet op de energiekosten. De hardheidsclausule richt zich op besparing op energieverbruik, waardoor fluctuerende prijzen hier verder buiten beschouwing kunnen worden gelaten.
1
Bij de omrekening van de minimale besparing naar een huurverhoging, hanteert QuaWonen een gemiddeld tarief 3 per m gas (incl. levering, vastrecht en belastingen). Bij het aanbod dat huurders ontvangen, wordt het dan geldende tarief vermeld. 2 De energielasten en het daarbij horende energieverbruik hebben in deze notitie betrekking op de verwarming van de woning inclusief het warme water (keuken/douche/bad). Het zegt in deze context niets over de rekening voor elektriciteit.
2) Theoretische besparing QuaWonen heeft de huurverhoging voor isolerende maatregelen gekoppeld aan de theoretische energiebesparing die door de maatregelen wordt verwacht. In opdracht van QuaWonen berekent een gecertificeerd adviesbureau voor elke woning het theoretisch energieverbruik dat bij die woning hoort zowel voor als na isolatie. Deze verbruiken worden berekend volgens richtlijnen van de overheid en het verschil tussen beide betreft dus een theoretische besparing. Bij de berekening van het theoretisch energieverbruik van een woning wordt rekening gehouden met een veelvoud van factoren. Zo wordt er onder andere gekeken naar de thermische schil van de woning, de ligging van de woning (is de raampartij georiënteerd op het zonnige zuiden of juist het “gure” oosten), de mate waarin de woning in contact staat met de bodem en buitenlucht (hoek- of tussen woning, boven- of 3 benedenwoning, de grote van een woning (hoeveel m inhoud moet verwarmd worden), CV-installatie etc. De berekening gaat uit van voorgeschreven gemiddelden en kan in individuele gevallen afwijken van het werkelijke energieverbruik. Echter de huurverhoging wordt gebaseerd op het theoretische verbruik. 3) Behandeling van een beroep Een huurder die zich wil beroepen op de hardheidsclausule dient in eerste instantie de hiervoor te volgen procedure bij de verhuurder te doorlopen. Verhuurder zal de hardheidsclausule op dezelfde wijze toepassen als is beschreven in deel twee van deze notitie. Verder geldt hier de reguliere klachtenprocedure van de verhuurder. 4) Onverklaarbaar lage besparingen of hogere verbruiken In geval van onverklaarbaar lage besparingen of zelfs bij hogere verbruiken kan QuaWonen onderzoek doen naar mogelijke verklaringen. Daarbij kan gedacht worden aan een persoonlijk gesprek met de huurder, het controleren van de meterstanden, het controleren van de berekening van de theoretische besparing etc..
5) Er ontstaat een geschil Wanneer een huurder ontevreden is over de afhandeling van zijn beroep, is er sprake van een geschil. In dat geval kan de huurder van QuaWonen terecht bij een onafhankelijke instantie, de Regionale Geschillencommissie Krimpenerwaard. Hiervoor kan hij gebruik maken van het Klachtenformulier hardheidsclausule.
6) Reglement Geschillencommissie Het bestaande reglement van de Regionale Geschillencommissie Krimpenerwaard is van toepassing op de beroepen op de hardheidsclausule met uitzondering van: De volgende definities - Verhuurder betreft in dit geval alleen Woningstichting QuaWonen - Huurder betreft in dit geval niet de ex-huurder en niet lid d degene die de woning met toestemming van de verhuurder huurt van een huurder die haar huurt van verhuurder Artikel 3.1, in dit geval geldt: Een klager kan over de afhandeling van een beroep op de hardheidsclausule door verhuurder een klacht indienen bij de commissie. Artikel 4.1, die verwijst naar artikel 3. daarbij moet bovenstaande aanpassing in ogenschouw worden genomen. Waar in het bestaande reglement wordt gesproken over: huurders, woningzoekenden en bewonersorganisaties is de hardheidsclausule niet van toepassing op woningzoekenden en bewonersorganisaties. 7) Evaluatie De verhuurder houdt een dossier bij van beroepen op de hardheidsclausule en de bijbehorende besluiten. Dit dossier wordt betrokken bij de evaluatie van het energiebeleid.
Toepassing van de hardheidsclausule Paragraaf 1. Ontvankelijkheid beroep op hardheidsclausule Een klacht met betrekking tot de hardheidsclausule wordt alleen in behandeling genomen wanneer a) de klacht betrekking heeft op de huurverhoging in verband met de uitvoering van isolerende maatregelen aan de buitenkant van de woning. Andere energiebesparende maatregelen zoals een hoogrendementsketel vallen niet onder de hardheidsclausule b) de klager zich op de hardheidsclausule beroept omdat zijn besparing op het gasverbruik lager zou zijn dan de door verhuurder aangegeven minimaal te verwachten besparing. Zijnde eenzesde van de theoretisch te verwachten besparing op grond van het berekende effect van de uitgevoerde maatregelen. c) alle voorgestelde energiebesparende maatregelen (voor zover technisch mogelijk) bij de woning zijn aangebracht d) de klager al vanaf het moment van aanbieden van het energiepakket huurder is van de betreffende woning e) de klager tevens de formele huurder is van de woning die door verhuurder wordt beheerd. In geval van onderhuur komen de onderhuurder en formele huurder niet in aanmerking voor de hardheidsclausule. f) de persoonlijke omstandigheden van de klager ongewijzigd zijn. Verhuurder toetst dit met een door de klager in te vullen vragenlijst. g) de klager de benodigde jaaroverzichten van de energieleverancier overlegt, te weten: 1) het volledige jaar voorafgaand aan het jaar dat de maatregelen worden uitgevoerd en 2) het volledige jaar volgend op het jaar dat de maatregelen worden uitgevoerd. Ter illustratie: als de maatregelen worden uitgevoerd in 2010 zijn de volledige jaaroverzichten van 2009 en 2011 vereist. Zie ook onderstaande schematische weergave:
Begin datum werkzaamheden
Begindatum jaaroverzicht 1 Einddatum jaaroverzicht 1
Begindatum jaaroverzicht 2 Opleverdatum werkzaamheden
h) De klager zich binnen twee maanden na ontvangst van het tweede jaaroverzicht van de energieleverancier beroept op de hardheidsclausule. Andere klachten als bedoeld onder punt b worden ter behandeling terugverwezen naar de werkorganisatie.
Einddatum jaaroverzicht 2
Paragraaf 2. Vergelijking twee gasverbruiken Als aan bovenstaande zaken wordt voldaan, wordt het beroep op de hardheidsclausule in behandeling genomen. De commissie herbeoordeelt als volgt: a) Om de twee vereiste jaaroverzichten met elkaar te vergelijken, corrigeert verhuurder het verbruik in beide jaren naar een jaar met een gemiddelde buitentemperatuur. Hiervoor maakt QuaWonen gebruik van de graaddagenmethode. Deze wordt uitgelegd in bijlage 1. b) Vanuit de gecorrigeerde warmteverbruiken, wordt gekeken welke besparing is gerealiseerd. Er zijn dan de volgende mogelijkheden: 1. de werkelijke besparing is groter dan of gelijk aan de door QuaWonen gestelde minimale besparing 2. de werkelijke besparing is kleiner dan de door QuaWonen gestelde minimale besparing c) In geval van een werkelijke besparing als bedoeld in lid b1 van dit artikel, wordt het beroep op de hardheidsclausule ongegrond verklaard. d) In geval van een werkelijke besparing als bedoeld in lid b2 van dit artikel en gelijkblijvende persoonlijke omstandigheden en gelijkblijvend stookgedrag, wordt het beroep op de hardheidsclausule gegrond verklaard. e) De commissie deelt haar advies schriftelijk mee aan verhuurder. Klager ontvangt hiervan een afschrift. Het betreft een gekwalificeerd advies. Dat betekent dat verhuurder alleen van het advies mag afwijken als daar goede argumenten voor zijn. Het advies van de Geschillencommissie is dus niet bindend, maar wel zwaarwegend.
Bijlage 1: de graaddagenmethode en de hardheidsclausule van QuaWonen Bij 8 graden onder nul moet een kachel harder branden dan bij 8 graden boven nul. De buitentemperatuur en het warmteverbruik houden dus nauw verband met elkaar en op dat gegeven is de graaddagenmethode gebaseerd. Er kunnen grote verschillen zijn tussen het warmteverbruik in het ene en in het andere jaar. Om energieverbruiken van twee jaren met elkaar te kunnen vergelijken, is een correctie nodig in relatie tot de gemiddelde buitentemperatuur. Deze correctie wordt uitgedrukt in graaddagen. Vanuit de hardheidsclausule maakt QuaWonen daarom gebruik van de graaddagenmethode. Dit is een methode waar onder andere energiebedrijven gebruik van maken bij het berekenen van voorschotbedragen. De graaddagenmethode is een methode waarbij er een relatie wordt gelegd tussen de buitentemperatuur (uitgedrukt in een aantal graaddagen) en het huishoudelijk gasverbruik. Deze methode wordt toegepast om verschillende (jaar)verbruiken te corrigeren naar een normaal temperatuurniveau. Vervolgens kunnen twee of meerdere verbruiken met elkaar worden vergeleken. Graaddag Elke ° C die de gemiddelde etmaaltemperatuur benede n de 18° C blijft, wordt een graaddag genoemd. Een gemiddelde etmaaltemperatuur van 17° C levert d us één graaddag op, een gemiddelde etmaaltemperatuur van 16° C twee graaddagen, enzovo ort. Het KNMI meet nauwkeurig op elk weerstation in Nederland het aantal graaddagen per etmaal. Met de methode wordt het warmteverbruik per graaddag berekend. Hiervoor wordt het aantal graaddagen bepaald over dezelfde periode als het gemeten warmteverbruik. Op deze manier krijgt elke graaddag een gelijk deel van het totale warmteverbruik toebedeeld.
Gewogen graaddagen Een graaddag in de zomerperiode is niet vergelijkbaar met een graaddag in de winter. Per graaddag wordt meer warmte verbruikt in de koude dan in warme maanden. Daarom is het begrip ‘gewogen graaddagen’ geïntroduceerd. Om de graaddagen van verschillende maanden vergelijkbaar te maken, tellen de graaddagen in de wintermaanden zwaarder mee dan die in de zomer. Dit wordt bereikt door de graaddagen te vermenigvuldigen met een wegingsfactor. De wegingsfactoren voor de verschillende maanden zijn als volgt: • november tot en met februari 1,1 • maart en oktober 1,0 • april tot en met september 0,8 Een voorbeeld met gewogen graaddagen; in januari heeft het KNMI in Rotterdam totaal 480 graaddagen gemeten. De wegingsfactor voor januari is 1,1. Voor alle noodzakelijke berekeningen voor warmteklanten in Rotterdam en de Krimpenerwaard geldt dan in die januari maand 1,1 x 480 = 528 gewogen graaddagen. De gemiddelde (gewogen) jaartemperatuur De gemiddelde jaartemperatuur is gemeten over een periode van 30 jaar. Het gemiddeld aantal gewogen graaddagen in Nederland over de afgelopen 30 jaar bedraagt 3213 gewogen graaddagen per jaar.