Hans Op de Beeck Secret Garden 2003 (finalized in 2010) Courtesy Galleria Continua, San Gimignano – Beijing – Le Moulin; Galerie Krinzinger, Vienna; Xavier Hufkens, Brussels; Marianne Boesky Gallery, New York; Galerie Ron Mandos, Rotterdam – Amsterdam
Secret garden is een stil en poëtisch, maar ook een licht absurde representatie van een stadstuintje. Op de Beeck verwijst in dit werk naar de drang tot vermenselijking en het temmen van de natuur; de drang tot creatie van een persoonlijk paradijs(je). Merk op dat je tuinen ook kunt beschouwen als een van de vroegste grootschalige manipulaties van natuur om esthetische redenen.
Secret Garden is a silent and poetic, but also rather absurd representation of a city garden. In this work, Op de Beeck refers to the humanization and domestication of nature; the urge to create a safe, little paradise for ourselves. Note that gardens can also be thought of as one of the earliest large-scale manipulations of nature for aesthetic reasons.
Mark Dion Mobile Wilderness Unit – Wolf 2006 Courtesy Georg Kargl Fine Arts, Vienna
In deze installatie toont Mark Dion een wolf in zijn natuurlijke habitat. Dion verwijst niet alleen naar het begrip van natuur als wildernis (of van natuur als ongerepte fysieke materie) . Hij duidt ook de quasi onmogelijkheid van het ervaren van deze notie van natuur aan. Hoewel zijn installaties lijken op de diorama’s(kijkkasten) uit natuurhistorische musea zijn ze veeleer bedoeld om vragen te stellen bij hoe wij als mens ons beeld op de natuur ontwikkelen.
In this installation, Mark Dion shows a wolf in its natural habitat. Dion not only refers to the concept of nature as wilderness - nature as unspoilt physical matter - but he also demonstrates the near impossibility of experiencing this notion of nature. Although his installations are like dioramas of natural history museums their main aim is to question how we as human beings develop our notion of nature.
Antti Laitinen It’s My Island 2007 Courtesy the artist
In It’s my Island bouwt Laitinen zijn eigen eiland in de Baltische zee. Drie maanden lang vulde hij zakken met zand en sleepte ze de zee in tot zijn eiland een feit was. Zijn hard labeur wordt weergegeven in de video’s terwijl de foto’s het eindresultaat tonen: zijn eigen paradijs. Zijn werk verwijst naar de absurditeit van menselijk verlangen, de onmogelijkheid van het doel, en een sleutelcomponent van Finse identiteit: het ontvluchten van cultuur in de ongerepte natuur.
In It’s my Island, Laitinen builds his own island in the Baltic sea. For three months he filled bags of sand and carried them out into the sea until his island appeared. His hard work is shown in the videos, while his photos are testimonies to the end result, his personal paradise. His work points towards the absurdity of human longing, the impossibility to achieve this goal, and a key component of Finnish identity: the escape from culture into the arms of wilderness.
Antti Laitinen It’s My Island 2007 Courtesy the artist
In It’s my Island bouwt Laitinen zijn eigen eiland in de Baltische zee. Drie maanden lang vulde hij zakken met zand en sleepte ze de zee in tot zijn eiland een feit was. Zijn hard labeur wordt weergegeven in de video’s terwijl de foto’s het eindresultaat tonen: zijn eigen paradijs. Zijn werk verwijst naar de absurditeit van menselijk verlangen, de onmogelijkheid van het doel, en een sleutelcomponent van Finse identiteit: het ontvluchten van cultuur in de ongerepte natuur.
In It’s my Island, Laitinen builds his own island in the Baltic sea. For three months he filled bags of sand and carried them out into the sea until his island appeared. His hard work is shown in the videos, while his photos are testimonies to the end result, his personal paradise. His work points towards the absurdity of human longing, the impossibility to achieve this goal, and a key component of Finnish identity: the escape from culture into the arms of wilderness.
Michael Sailstorfer Raketenbaum 2008 Courtesy Johann König, Berlin
Raketenbaum geeft twee beelden van een performance weer, waarin een fruitboom de lucht in wordt gekatapulteerd. Eén foto toont de boom in zijn ‘normale’ positie, de andere foto geeft de ‘vliegende’ boom weer. Het is een hilarisch beeld – een absurd en fantastisch beeld ook. Natuur wordt letterlijk verplaatst, uit zijn context gehaald en als een object de lucht in geschoten; ontworteld en losgerukt uit een perfect aangelegd en vormgegeven ‘natuur’landschap.
Raketenbaum presents two photographs of a performance, in which a fruit tree was catapulted into the air; one image depicts the tree standing, the other one shows the tree during flight. The result is a hilarious image – an absurd and fantastic picture too. Nature is displaced literally, it is taken out of its context and shot into the air as an object; uprooted and wrenched away from a perfectly laid out and designed ‘nature’ landscape.
Tue Greenfort Wardian Case (Alustar-Sonatural) 2007-2011 Courtesy Johann König, Berlin
Deze installatie bestaat uit een uitvergrote “Wardian Case”; een serre waarin orchideeën gepresenteerd worden. Wardian Cases waren kleine serretjes ontwikkeld begin 19de eeuw door Dr. Nathaniel Bagshaw Ward om plantjes te beschermen tegen de vervuilde Londense buitenlucht. Het kweken van varens en orchideeën werd een hype in de Victoriaanse steden. Maar belangrijker: Wardian Cases veroorzaakten daarnaast de vercommercialisering van geïmporteerde planten. De kwetsbare kleine exemplaren overleefden de overtocht per boot, beschermd door de Wardian Cases, nu wel Ze waren dus een middel om – letterlijk – natuur te verplaatsen.
This installation consists of a blown up “Wardian Case”, in which orchids are presented. Wardian Cases were small 19th century greenhouses developed by Dr. Nathaniel Bagshaw Ward to protect plants from the polluted London air. Growing ferns and orchids was a hype in Victorian cities. But more importantly, Wardian Cases also prompted the commercialization of imported plants: vulnerable small plants could now survive the boat journey because they were protected by Wardian Cases. As such, they were a means to – literally – displace nature.
Julien Berthier Le Paradoxe de Robinson 2007 Courtesy Galerie Georges-Philippe & Nathalie Vallois, Paris
Le Paradoxe de Robinson bestaat uit een trailer met een palmboom die van op de eerste verdieping van Vleugel ’58 te zien is. De exotische connotatie van een palmboom, geeft je meteen een warm vakantie gevoel, zelfs in hartje winter. Het brengt ons terug bij waar we begonnen; het verplaatsen van natuur en de idee van natuur als paradijs.
Le Paradoxe de Robinson is a trailer and palm tree, which can be experienced from the first floor of the Wing ’58 exhibition space. The exotic connotation of a palm tree immediately transfers a warm holiday feeling, even in the middle of winter. The work brings us back to the beginning of the exhibition; the displacing of nature and the idea of nature as paradise.
Makoto Azuma Shiki 1 2010 Courtesy Makoto Azuma
Shiki 1 toont een bonsai dennenboom in een metalen frame. Het kweken van bonsai is een oervorm van doelbewuste manipulatie van natuur om esthetische redenen. Via low-tech technieken zoals taksnoei, wortelsnoei, en begeleide groei van stengels en stammen wordt een boom tot sierlijke plant herleid. Het metalen frame waarin Azuma de bonsai dennenboom plaatst, refereert aan de (wettelijke) kaders waarbinnen manipulaties van natuur gebeuren en/of waarbinnen natuur geplaatst wordt.
Shiki 1 shows a bonsai pine tree in a metal frame. Bonsai cultivation is one of the oldest forms of conscious manipulation of nature for aesthetic reasons. Via low-tech techniques such as branch pruning, root pruning, and guided growth of stems and trunks, a tree is reduced to an elegant plant. The metal frame in which the bonsai is placed, refers to the (legal) context within which manipulations of nature occur, and/or nature is placed.
Makoto Azuma Frozen Pine 2010 Courtesy Makoto Azuma
In Frozen Pine, een productieopdracht van Z33, werd een bonsai boom met vriesmakend middel bespoten en gepresenteerd in een speciaal ontworpen koelkast. De ijspegels onttrekken langzaam de kleur van de bonsai boom – de bonsai sterft, maar zijn schoonheid wordt in optimale condities bewaard.
In Frozen Pine, a Z33 commission, a bonsai pine tree is ‘freeze-sprayed’ and presented in an especially designed refrigerator. The icicles slowly extract the colour from the bonsai tree – the bonsai dies, but its beauty is preserved in optimum conditions.
Natalie Jeremijenko Tree Balance 2005 (reproductie 2010) Courtesy Natalie Jeremijenko
Tree Balance presenteert twee genetisch identieke bomen in een grote balans. De fluctuaties en kleine aanpassingen van deze schijnbaar onbeweeglijke organismen worden uitvergroot; zo worden de bomen getoond als dynamische en steeds veranderende systemen i.p.v als statische iconen in een straatbeeld. Tree Balance illustreert en toont de interactie tussen genetische informatie en omgevingsfactoren; wat ook wel de derde helix genoemd wordt. Deze interactie staat in voor de trage, vaak onzichtbare, maar spectaculaire veranderingen van het milieu waarin we ons bevinden.
Balancing two genetically identical trees Tree Balance amplifies the fluctuations and micro adjustments of these seemingly still organisms and reveals the trees as dynamic adaptive systems rather than static icons that decorate urban streets. Tree Balance illustrates/demonstrates the constant interaction between genetic and environmental information, sometimes called the third helix, which produces the slow, often imperceptible, yet spectacular environmental changes in which we are immersed.
Natalie Jeremijenko Tree Logic 1999 (video 2010) Courtesy Natalie Jeremijenko
Tree Logic toont videoen audio-materiaal van een installatie die reeds 11 jaar in MassMoca (North Adams, Massachusetts, USA) staat opgesteld. In deze installatie draaide Jeremijenko het beeld van een traditionele rij straatbomen om en hing ze zes esdorens omgekeerd op. Binnen enkele minuten keerden de bladeren hun groeirichting mee om. De onvermijdelijke groeiaanpassing van de bomen, o.i.v zon en zwaartekracht, dwong de takken van de bomen in nieuwe vormen, die op die manier de interne logica van de bomen weergeven. Zowel Tree Balance als Tree Logic, beide duidelijke manipulaties, nuanceren de invloed die de mens kan hebben op de natuur en de capaciteit tot aanpassen van natuurlijke systemen. Ze wijzen voornamelijk op de factoren waarover men geen controle heeft. Ze roepen vragen op over de natuur van het natuurlijke; ‘the nature of the natural’
Tree Logic presents video and audio footage of an installation at MassMoca (North Adams, MA, USA) for 11 years. In this installation, six maple trees hang upside down, inverting the traditional urban avenue of trees. Although the leaves turned within minutes of being suspended, the inexorable growth adaptation of the trees as they trade between gravity and solar resources drew the familiar branches into novel forms showing the internal logic of trees. Both Tree Balance and Tree Logic, aside from being obvious manipulations, put in perspective the influence humans can have on nature, and the adaptive capacity of natural systems. They point towards that which we cannot control. They ask questions about the nature of the natural.
Erwin Driessens & Maria Verstappen Morphotheque #9 1997 Collection Anne Marie and Sören Mygind, Galerie für Landschaftskunst, Hamburg, Germany
In het werk Morphoteque #9 tonen Driessens & Verstappen een verzameling van 32 artificiële wortels, waarvan de vormen gebaseerd zijn op wortels die afgekeurd zijn in distributiecentra. Hun werk verwijst naar de selectieve kweekmethodes die noodzakelijk waren om de wortels oranje te maken en te houden. Wortels waren vroeger immers niet oranje, maar rood, paars, geel of wit. Daarnaast is er de gewoonte om zoveel mogelijk de kweekomstandigheden eenvormig te houden zodat er vooral rechte wortels geproduceerd worden. En voor dat wat afwijkt, zijn er tot slot de wettelijke kaders die de vormvarianten in distributiecentra richting vuilbak sturen. Ondanks al dit streven naar uniformiteit, toont de natuur zich toch in verschillende vormen en formaten.
In Morphoteque #9, Driessens & Verstappen show a collection of 32 artificial carrots, the shapes of which are based on carrots that were rejected in distribution centres. Their work refers to the selective cultivation methods required to give and preserve carrot’s present-day typical orange colour. Carrots were not always orange, but red, purple, yellow or white. They also refer to the habit of keeping cultivation circumstances uniform as to produce mainly straight carrots. Irregular shapes face legal frameworks that redirect these deviant forms to the garbage bins. In spite of all these measurements for uniformity, nature still manifests itself in many different shapes and sizes.
BCL (Georg Tremmel & Shiho Fukuhara) Common Flowers - Flower Commons 2009 Courtesy BCL, with the support of the Austrian Cultural Forum, Brussels
Het Common Flowers project is gebaseerd op en maakt gebruik van de eerste commercieel beschikbare genetisch gemanipuleerde bloem, de anjer. De bos bloemen staat omringd door een reeks kweekbedjes. Daarin worden stukjes van het boeket in voedingsstoffen opgekweekt. Common Flowers, Flower Commons snijdt het vraagstuk rond eigendom aan: kan men eigenaar worden van natuur? Mag van deze bloem een versie gemaakt worden die je in de natuur kan verspreiden? En wat met het patentrecht als iemand dat toch doet?
The Common Flowers project is based on and uses the first commercially available genetically altered flower, the carnation. The bouquet of flowers is surrounded by a series of cultivation beds, in which pieces of the flower are bred in nutritious tissue culture fluids. Common Flowers, Flower commons addresses the question of property: can one become an owner of nature? Can one create a version of this flower that can be distributed in nature? And what with the patent if someone does this?
Merijn Bolink Nature Sucks 2006 Collectie kunstenaar
Nature Sucks bestaat uit een wilgentak die zodanig bewerkt is dat er in de zijtakken een aantal geometrische patronen zichtbaar zijn, evenals de woorden “Nature Sucks”. Bolink wou met Nature Sucks en Zonder titel (Mondriaan in Como) de mogelijkheden aftasten van rebellie of revolte ten aanzien van de natuur. Hij gaat in één beweging voorbij aan de verbijsterende en obligate schoonheid van de natuur, om een controversieel statement te maken: Weg met de natuur! Natuur maakt ons kapot! Nature Sucks!
‘Nature Sucks’ is a willow branch, the side branches of which have been processed to show a number of geometric patterns, as well as the words “Nature Sucks”. Through this work as well as through No Title (Mondriaan in Como), Bolink wants to test the possibilities of rebellion or revolt vis-à-vis nature. At one fell swoop he passes over (ignores) the amazing and obligatory beauty of nature to make a controversial statement: Down with nature! Nature is killing us! Nature Sucks!
Merijn Bolink Zonder titel (Mondriaan in Como) 2007 Courtesy part. coll. Amsterdam
‘Zonder titel (Mondriaan in Como)’ toont een wilgentak met opgelegde geometrische patronen.
Untitled (Mondriaan in como) presents a willow branch with designed geometrical patterns.
Reinier Lagendijk Zonder titel 2009 Courtesy Reinier Lagendijk
Reinier Lagendijk toont met Zonder titel, 2009 een 140cm grote yuca. Op de hoogte van reeds lang bestaande technieken van plantmanipulaties en met inzicht in de groeiprocessen en groeicapaciteiten van zijn organische materialen creëert Lagendijk poëtische beelden, die bovendien vaak ook humoristisch overkomen in de quasi menselijke dimensies die hen worden aangemeten.
Reinier Lagendijk presents with this work a 140cm high yucca plant. Conscious of the techniques of plant manipulation and processes and capacities of plant growth, Lagendijk creates poetic images which often come across as humoristic in the almost human dimensions they have been given.
Allison Kudla Growth Pattern 2009 Courtesy Allison Kudla Production support of UHasselt
Growth Pattern bestaat uit een grid van 2,5 x 2,5 meter, waarin 64 petrischaaltjes tabaksplantjes bevatten die in een bepaalde vorm gesneden zijn. Het geheel geeft een patroon weer en vertoont een directe link met design en de geschiedenis van natuur als motief en decoratie-element.
Growth Pattern consists of a 2,5 x 2,5m grid in which 64 Petri dishes contain tobacco plant leaves cut in specific shapes. The work takes on the form of a pattern and shows a direct link with design and the history of nature as a motif and interior design element.
Eduardo Kac Cypher, DIY transgenic kit 2009 Courtesy Eduardo Kac
Voor Cypher schreef Kac een gedicht dat hij vervolgens via een bepaalde code omzette in de vier letters waarmee de elementen van DNA aangegeven worden: ATGC (Adenine, Thymine, Guanine, Cytosine). Hij synthetiseerde zijn gedicht - hij produceerde m.b.v een DNA synthesizer synthetisch DNA - en prepareerde de kit zodat de gebruiker het synthetisch gedicht kan inbrengen bij een bacterie. De bacterie gloeit rood als het gesynthetiseerde gedicht succesvol werd ingebracht. De kit verwijst naar de DIY methode die ervoor zorgt dat de ontwikkeling van synthetische biologie zeer snel vordert. Tegelijkertijd verwijst deze vormgeving naar een statement van ‘empowerment’; de mens moet deze nieuwe technologie niet hulpeloos ondergaan, maar kan ze ook leren ‘kennen’ door gebruik. Cypher – en de technologieën aan de basis van Cypher, worden zo een instrument ter sociale transformatie, niet sociale controle.
For Cypher, Kac wrote a poem, which – by means of a specific code - he subsequently converted into the four letters to indicate DNA elements: ATGC (Adenine, Thymine, Guanine, Cytosine). He synthesized his poem – with a DNA synthesizer he produced a synthetic DNA string – and prepared the kit so that the user can insert the poem into the bacteria. When inserted successfully, the bacteria glows red. The kit refers to the DIY method that is in part responsible for the rapid development of synthetic biology. At the same time, its design implies a statement of ‘empowerment’; man should not comply with this technology without understanding, they can become literate and participate in the debate. Cypher, and the technologies behind Cypher, become an instrument of social transformation, not of social control.
Eduardo Kac Cypher, poem and code 2009 Courtesy Eduardo Kac
Het gedicht dat werd omgezet in ATGC code en vervolgens gesynthetiseerd werd, leest als volgt: ‘A tagged cat will attack Gattaca.’ Gattaca verwijst in dit gedicht niet alleen naar de Amerikaanse science fiction film uit 1997, maar ook naar wat Kac ‘a genocratic’ society’ noemt; een maatschappij dat gelooft dat genen allesbepalend zijn. Merk op dat in het gedicht de letters waarmee DNA wordt omschreven; ATGC, al zeer vaak voorkomen. De andere letters zijn EKC WILL. Je kan het gedicht dus ook lezen als ‘Eduardo Kac will attack Gattaca’. Eduardo Kac maakt een statement tegen een deterministisch geloof in biologie en het leven.
The poem that was transferred in ATGC code and synthesized reads: ‘A tagged cat will attack Gattaca’ The word ‘Gattaca’ refers not only to the American science fiction movie from 1997, it also refers to what Kac calls ‘a genocratic society’; a society which believes that genes determine everything. Note that the poem in itself consists of a lot of ATGC letters. Those that are different read: EKC WILL. One can thus ‘translate’ the poem as ‘Eduardo Kac will attack Gattaca’. Eduardo Kac makes a statement against a deterministic belief in biology and life.
Adam Zaretsky Transgenic Orange Pheasant 2008 Courtesy Adam Zaretsky, VivoArts Transgenic Pheasant Embryological Arts Lab, Leiden University Honours Programme, 2007
In het Transgenic Orange Pheasant project stelt Adam Zaretsky in een brief aan Zijne Hoogheid Prins Willem-Alexander voor om een “Royal Dutch Transgenic Breeding Facility” te creëren in het Gorleaus Laboratorium in de Universiteit in Leiden. Deze oranje fazanten zouden dan dienen als doelwitten tijdens de koninklijke jacht. In de opstelling worden 4 foto’s van transgene fazanten getoond, naast een genegun, een jachtgeweer, de brief aan Zijne Hoogheid Prins Willem-Alexander en twee video’s. De manipulaties vereist bij dit project gaan een stap verder dan bij het creëren van oranje wortels. Hoewel bepaalde praktijken eerder ‘common practice’ kunnen zijn binnen de vier muren van het laboratorium, zijn ze dat zeker nog niet daarbuiten. Hoe ver kan men gaan ter creatie van een ‘royal aesthetic’?
In the Transgenic Orange Pheasant project, Adam Zaretsky proposes in a letter to His Royal Highness Prince WillemAlexander to create a “Royal Dutch Transgenic Breeding Facility at the Gorleaus Laboratory in the University of Leiden. These orange pheasants could be intended for the royal hunt. In this installation, four images of transgenic pheasants are shown, alongside a genegun, shotgun, the letter to His Royal Highness Prince Willem-Alexander and two videos. The manipulations required in this project go beyond the creation of orange carrots. Though certain practices are rather ‘common practice’ inside the walls of the laboratory, they certainly are not outside of this context. How far can one go in the creation of a ‘royal aesthetic’?
Adam Zaretsky Ancestor Rape Courtesy Adam Zaretsky, VivoArts Transgenic Pheasant Embryological Arts Lab Leiden University Honours Programme, 2007
Deze foto toont het artistieke effect van plasmide pDSRed-Dcl op een fazantenembryo met de naam ‘Ancestor Rape’. De vector (transgene infectueuze agens) in het plasmide is CMV (CytoMegalo Virus.) Red in het plasmide staat voor RFP+ (red fluorescent protein positive.) De chimerische proteïnen (pDS and Dcl) zijn gefusioneerd in de genomen van de embryonale somatische cel genomen. Samen vertegenwoordigen ze een microtubulair proteïne dat een nogal verstorend effect geeft. Deze morfologische sculptuur is hiervan het resultaat. Met dank aan Carlos Fitzsimons, Doctor LACDR/Departement Medische Farmacologie, Universiteit Leiden voor het plasmide.
The photograph represents the artistic effect of plasmid pDSRed-Dcl on a pheasant embryo named ‘Ancestor Rape.’ The vector (transgenic infectious agent) included in the plasmid is CMV (CytoMegalo Virus.) The Red stands for RFP+ (red fluorescent protein positive.) The chimeric proteins (pDS and Dcl) have fused in the genomes of the embryonic somatic cell genomes. Together, pDS and Dcl express for a microtubule protein that is quite disruptive. This morphological sculpture is the result. Thanks to Carlos Fitzsimons, PhD. LACDR/ Medical Pharmacology Dpt., Leiden University for the plasmid.
Adam Zaretsky Use Me Courtesy Adam Zaretsky, VivoArts Transgenic Pheasant Embryological Arts Lab Leiden University Honours Programme, 2007
Deze foto toont het artistieke effect van plasmide pDSRed-Dcl op een kwartelembryo met de naam ‘Use Me’. De vector (transgene infectueuze agens) in het plasmide is CMV (CytoMegalo Virus.) Red in het plasmide staat voor RFP+ (red fluorescent protein positive.) De chimerische proteïnen (pDS and Dcl) zijn gefusioneerd in de genomen van de embryonale somatische cel genomen. Samen vertegenwoordigen ze een microtubulair proteïne dat een nogal verstorend effect geeft. Deze morfologische sculptuur is hiervan het resultaat. Met dank aan Carlos Fitzsimons, Doctor LACDR/ Departement Medische Farmacologie, Universiteit Leiden voor het plasmide.
The photograph represents the artistic effect of plasmid pDSRed-Dcl on a quail embryo named, ‘Use Me.’ The vector (transgenic infectious agent) included in the plasmid is CMV (CytoMegalo Virus.) The Red stands for RFP+ (red fluorescent protein positive.) The chimeric proteins (pDS and Dcl) have fused in the genomes of the embryonic somatic cell genomes. Together, pDS and Dcl express for a microtubule protein that is quite disruptive. This morphological sculpture is the result. Thanks to Carlos Fitzsimons, PhD. LACDR/Medical Pharmacology Dpt., Leiden University for the plasmid.
Adam Zaretsky Fratricide Courtesy Adam Zaretsky, VivoArts Transgenic Pheasant Embryological Arts Lab Leiden University Honours Programme, 2007
Deze foto toont het artistieke effect van plasmide pDSRed-Dcl op een kwartelembryo met de naam ‘Fratricide’. De vector (transgene infectueuze agens) in het plasmide is CMV (CytoMegalo Virus.) Red in het plasmide staat voor RFP+ (red fluorescent protein positive.) De chimerische proteïnen (pDS and Dcl) zijn gefusioneerd in de genomen van de embryonale somatische cel genomen. Samen vertegenwoordigen ze een microtubulair proteïne dat een nogal verstorend effect geeft. Deze morfologische sculptuur is hiervan het resultaat. Met dank aan Carlos Fitzsimons, Doctor LACDR/ Departement Medische Farmacologie, Universiteit Leiden voor het plasmide.
The photograph represents the artistic effect of plasmid pDSRed-Dcl on a quail embryo named, ‘Fratricide.’ The vector (transgenic infectious agent) included in the plasmid is CMV (CytoMegalo Virus.) The Red stands for RFP+ (red fluorescent protein positive.) The chimeric proteins (pDS and Dcl) have fused in the genomes of the embryonic somatic cell genomes. Together, pDS and Dcl express for a microtubule protein that is quite disruptive. This morphological sculpture is the result. Thanks to Carlos Fitzsimons, PhD. LACDR/Medical Pharmacology Dpt., Leiden University for the plasmid.
Adam Zaretsky Somatic Machine Courtesy Adam Zaretsky, VivoArts Transgenic Pheasant Embryological Arts Lab Leiden University Honours Programme, 2007
Deze foto toont het artistieke effect van plasmide pDSRed-Dcl op een kwartelembryo met de naam ‘Somatic Machine.’ De vector (transgene infectueuze agens) in het plasmide is CMV (CytoMegalo Virus.) Red in het plasmide staat voor RFP+ (red fluorescent protein positive.) De chimerische proteïnen (pDS and Dcl) zijn gefusioneerd in de genomen van de embryonale somatische cel genomen. Samen vertegenwoordigen ze een microtubulair proteïne dat een nogal verstorend effect geeft. Deze morfologische sculptuur is hiervan het resultaat. Met dank aan Carlos Fitzsimons, Doctor LACDR/Departement Medische Farmacologie, Universiteit Leiden voor het plasmide.
The photograph represents the artistic effect of plasmid pDSRed-Dcl on a quail embryo named, ‘Somatic Machine.’ The vector (transgenic infectious agent) included in the plasmid is CMV (CytoMegalo Virus.) The Red stands for RFP+ (red fluorescent protein positive.) The chimeric proteins (pDS and Dcl) have fused in the genomes of the embryonic somatic cell genomes. Together, pDS and Dcl express for a microtubule protein that is quite disruptive. This morphological sculpture is the result. Thanks to Carlos Fitzsimons, PhD. LACDR/Medical Pharmacology Dpt., Leiden University for the plasmid.
Adam Zaretsky Ancestor Rape, Use Me, Fratricide, Somatic Machine Courtesy Adam Zaretsky, VivoArts Transgenic Pheasant Embryological Arts Lab Leiden University Honours Programme, 2007
Deze foto’s tonen het artistieke effect van plasmide pDSRed-Dcl op enkele kwartel- en fazantenembryo’s met de namen ‘Ancestor Rape’, ‘Use Me’, ‘Fractricide’ en ‘Somatic Machine.’ De vector (transgene infectueuze agens) in het plasmide is CMV (CytoMegalo Virus). “Red” in het plasmide staat voor RFP+ (red fluorescent protein positive.) De chimerische proteïnen (pDS and Dcl) zijn gefusioneerd in de genomen van de embryonale somatische cel genomen. Samen vertegenwoordigen ze een microtubulair proteïne dat een nogal verstorend effect geeft. Deze morfologische sculptuur is hiervan het resultaat. Met dank aan Carlos Fitzsimons, Doctor LACDR/Departement Medische Farmacologie, Universiteit Leiden voor het plasmide.
These photographs represents the artistic effect of plasmid pDSRed-Dcl on a number of quail and pheasant embryos named, ‘Ancestor Rape’, ‘Use Me’, ‘Fractricide’ and ‘Somatic Machine.’ The vector (transgenic infectious agent) included in the plasmid is CMV (CytoMegalo Virus). The Red stands for RFP+ (red fluorescent protein positive.) The chimeric proteins (pDS and Dcl) have fused in the genomes of the embryonic somatic cell genomes. Together, pDS and Dcl express for a microtubule protein that is quite disruptive. This morphological sculpture is the result. Thanks to Carlos Fitzsimons, PhD. LACDR/Medical Pharmacology Dpt., Leiden University for the plasmid.
Adam Zaretsky Transgenic Futures Hunt 2008 Courtesy Adam Zaretsky
Brief aan Zijne Hoogheid Prins Willem-Alexander
Letter to His Royal Highness Prince Willem-Alexander
Bio-rad Helios Gene gun
hand held, twelve shooter, genealogy trait gun Courtesy Bio-Rad Laboratories, Inc and Verbeke Foundation
Een genegun is een ‘biolistic’ toestel of een biologisch ballistisch toestel. Het wordt gebruik om nieuwe genen in de nuclei van levende cellen te plaatsen. Dit staat bekend als transfectie, transgene infectie, transformatie, genetische modificatie of transgene productie.
A genegun is a Biolistic Device or a Biological Ballistic device. It is used to get novel genes into the nuclei of living cells. This is known either as transfection, trans-gene infection, transformation, genetic modification or transgenic production.
Fusil de chasse “Bayard”
made by Anciens Etablissements Pieper in Herstal, end of 19th century Courtesy Département des Armes du Grand Curtius, Liège
Adam Zaretsky Dangerous Liasons 2007
Video edit from ‘Evolution Haute Couture’, Dmitry Bulatov, 12:28 Courtesy Zoot Derks, Jeanette Groenendaal, Adam Zaretsky and the Participating Students of Vivoarts 2007, The Arts and Genomics Centre, Leiden University
Deze documentaire toont beelden van het ‘Transgenic Pheasant Embryology Art and Science Laboratory’, een wet-lab (workshop in een laboratorium) dat door Adam Zaretsky gegeven werd aan de universiteit van Leiden, als onderdeel van de masterclass Vivoarts, Art and Biology studio. Dit hands-on performance kunst wet-lab, georganiseerd door het Arts and Genomics Centre, werd gedocumenteerd om een debat te stimuleren rond het gebruik van nieuwe biologische methoden ter permanente verandering van genetisch erfelijk materiaal.
This is a documentary of a Transgenic Pheasant Embryology Art and Science Laboratory taught by Adam Zaretsky at the University of Leiden as part of an Honors Course called, Vivoarts, Art and Biology Studio. Held by the Arts and Genomics Centre, this hands-on perfomance art wetlab was documented in order to stimulate debate about the use of new biological methods for permanent alteration of genetic inheritance.
Adam Zaretsky Transgenic Orange Pheasant 2008 Video, 8:43
Courtesy Adam Zaretsky
De video geeft Zaretsky’s tocht naar het Nederlands Koninklijk Paleis weer, waar hij zijn print en de brief aan Zijne Hoogheid Prins Willem-Alexander, overhandigt.
The video documents Zaretsky’s journey to the Dutch Royal Palace, where he hands over his print and the letter to His Royal Highness Prince Willem-Alexander.
Natalie Jeremijenko Edible cocktails 2010 Courtesy Natalie Jeremijenko
In Edible Cocktails worden twee à drie cocktails aangeboden. Drink je een cocktail dan plaats je je als mens binnen een ecosysteem, naast, eerder dan boven andere levensvormen. Daarnaast doet Edible Cocktails ons nadenken over een breder vraagstuk: waarvoor moet wetenschap en technologie ingezet worden? Wat zijn de grote problemen van onze tijd: een zeldzame genetische ziekte of het behoud van biodiversiteit? Edible Cocktails is één van de projecten van de Cross(X)Species Adventure Club. Avontuurlijke eters krijgen voedsel en voedselsystemen voorgeschoteld die de gezondheid van het milieu kunnen verbeteren, biodiversiteit kunnen promoten en een smaakvolle en biodiverse toekomst vertegenwoordigen.
In Edible Cocktails, two or three cocktails are offered to the public. If you eat the drink you will position yourself as human as part of the ecosystem, alongside, rather than above other life forms. Edible Cocktails also points us towards the broader issue: whereto must science and technology be deployed? What are the major issues of our time: a rare genetic disease or maintaining biodiversity? Edible cocktails is one of the projects of the Cross(X) Species Adventure Club. Adventurous eaters are invited to food and food systems that can improve environmental health, augment biodiversity and deliver a tasty and biodiverse future.
David Benqué Acoustic Botany 2010 Scientific Advisors Christina Agapakis, PhD Candidate, Biological and Biomedical Sciences, Harvard University. Oscillator, Kirsten Jensen, Research Associate and James Chapell, PhD Candidate, Macromolecular Structure and Function Research Group, Division of Molecular Biosciences, Imperial College London Thanks to Tommaso Lanza, Tim Olden, Emily Hayes, Andy Clymer, James Brown and PJ Steiner at the Haseloff Lab, Cambridge
Acoustic Botany stelt een tuin voor waar je naar luistert. Benqué suggereert combinaties van plantmanipulaties: van enten en selectieve kweekmethodes tot genetische manipulatie en synthetische biologie, om bloemen en planten geluid te laten maken. Wat als je inderdaad naar een tuin zou gaan luisteren in plaats van er enkel naar te kijken? Wat zouden mogelijke soundscapes zijn? Wat zou je beleving zijn? Maar ook, hoe zouden serres moeten aangepast worden? Met welke regelgevingen zou men rekening moeten houden? Met zijn fantastische akoestische tuin, een gecontroleerd ecosysteem van entertainment, wil Benqué onze culturele en esthetische verhouding tot de natuur onderzoeken, en haar toekomst bevragen in het tijdperk van synthetische biologie.
Acoustic Botany presents a garden for listening. Benqué suggests a combination of plant manipulations: from grafting and selective breeding methods to genetic manipulation and synthetic biology, to make flowers and plants produce sounds. What if you could listen to a garden, instead of looking at it? What would be possible soundscapes? What would the experience be like? But also, how would greenhouses be adapted? What set of rules would one need to take into account? By presenting a fantastical acoustic garden, a controlled ecosystem of entertainment, Benqué aims to explore our cultural and aesthetic relationship to nature, and to question its future in the age of Synthetic Biology.
Center for Postnatural History Specimen collection Courtesy The Center for PostNatural History
Het Center for PostNatural History (CPNH), opgericht door Richard Pell, is een museum voor alles wat ‘postnatuurlijk’ is. CPNH omschrijft ‘postnatuurijk’ als elk levend organisme dat gemodificeerd werd door processen zoals selectieve kweekmethodes of genetische manipulatie. In Alter Nature: We Can. toont CPNH een selectie uit haar collectie: een transgeen kastanjeblad en fazant, transgene zebravisjes en muggen.
The Center for PostNatural History, (CPNH) founded by Richard Pell, is a museum for all that is ‘postnatural’. For CPNH the postnatural refers to living organisms that have been altered through processes such as selective breeding or genetic engineering. In Alter Nature: We Can. CPNH presents a selection from its collection: a transgenic chestnut tree leaf and pheasant and transgenic zebrafishes and mosquitos.
James King Cellularity 2010 Courtesy James King
Met dit project stelt James King de vraag naar leven en dood, en benadert hij het – eerder dan een zwart-wit categorie – als een glijdende schaal; waarin naargelang vervulling van functies een artificiële chemische cel bijvoorbeeld 20% of 70 % levend kan zijn. In zijn eigen woorden:
With this project, James King asks the question of life and death, which he approaches, rather than black and white categories, as a scale; an artificial chemical cell could be for instance 20% or 70% alive according to the functions it can fulfil. In his own words:
“Is biology technology? Are we ready for industries and products based on organisms and cells? To deal with questions like these we need a new understanding of how living and non-living things differ from one another. The Cellularity Scale is intended to be a first draft of a definition of life that is applicable in a future where we no longer ask whether something is dead or alive, but instead, how alive it is”1
1
Bron: http://www.james-king.net/projects/ cellularity
Daisy Ginsberg The Synthetic Kingdom: A Proposal for a New Branch of the Tree of Life 2009 Courtesy Alexandra Daisy Ginsberg
The Synthetic Kingdom is een project dat inspeelt op de gangbare classificaties voor levende wezens. Ginsberg stelt in Tree of Life een aanpassing van het biologisch classificatiesysteem voor en voegt de ‘syntetica’ toe; als deel van onze nieuwe natuur.
The Synthetic Kingdom is a project that works with the current classifications of living organisms. In Tree of Life, Ginsberg proposes an adaptation of the biological classification system, and adds ‘syntetica’ as part of our new nature.
Maarten Vanden Eynde Zoology of Genetology, one page or quire of a large publication about Genetology (www.genetology.net) 2009 Courtesy Maarten Vanden Eynde
Zoology of Genetology is één pagina of katern van een publicatie over Genetology (www.genetology. net). Het boek focust in elke katern op een verschillende bestaande wetenschapstak, en bekijkt diens relatie tot Genetology, een door de kunstenaar uitgevonden wetenschap van Eerste Dingen. Met Genetology creëert Vanden Eynde een wetenschap die tegenover de huidige dominante wetenschap van de laatste dingen, Eschatology, staat. Het hoofdonderzoeksgebied van Genetology is onze fascinatie met tijd en de gevolgen hiervan: Hoe zullen we in de toekomst op het verleden terugkijken? Wat zal er nog overschieten van het nu? Voor elke nieuwe pagina wordt er door een verschillende auteur een tekst geschreven over het onderwerp. In Zoology of Genetology, hier tentoongesteld, werd een tekst van Alan Weisman opnieuw geprint. Earth Without People verscheen voor het eerst in Discover Magazine, in Februari 2005.
Zoology of Genetology is one page or quire of a large publication about Genetology (www.genetology.net). The book is focussing on a different existing branch of science in every quire and putting it in relation to Genetology, a self invented science of First Things, creating an opposition for the existing dominant science of last things, Eschatology. Genetology’s main area of research is our fascination with time and its consequences: How will we look back to the past in the future? What will be left over from the present? For every new page that is published, a text is written by a different author, relating to the topic. In Zoology of Genetology, exhibited in Alter Nature, a text by Alan Weisman is reprinted. Earth Without People originally appeared in Discover Magazine, February, 2005.
Adrian Woods The ornamism project/book 2010 Courtesy Adrian Woods
Het gepresenteerde boek combineert fotografie met citaten van bekende filosofen, kunstenaars en wetenschappers. Het toont op abstracte wijze de ethische vraagstukken rond biotechnologie, en hoe biokunst wel eens wordt bekeken als een onethisch gebruik van deze technologieën. Manipulatie van leven lijkt enkel verdedigbaar als het eindresultaat nobel is, maar wie bepaalt wat nobel is? Het ornamism boek is een onderdeel van het ornamism project, dat daarnaast ook bestaat uit een promotiecampagne, website, en installatie.
The book shown in Alter Nature, combines photography with quotes from famous philosophers, artists and scientists. It shows in an abstract way the ethical imbalance of biotechnology, how people perceive bioart as the unethical use of these technologies. Manipulation of life is only justifiable when the end result is noble, but who decides what is noble? The ornamism book is a vital part of the larger ornamism project consisting of a promotional campaign, website, book and installation.
or-nam-ism n., plural: ornamisms derived from ‘ornamental organism’ An individual form of life, such as a plant, animal, bacterium, protist, or fungus enhanced by biotechnology for aesthetic or conceptual purposes.