Directeur Jeroen Steenbrink spreekt zijn collega’s bij de CVOM toe tijdens een nieuwjaarsontbijt. De medewerkers vormen al een hechte club en vanaf nu zal de CVOM flink groeien!
Hoofdofficier Rieke Samson had alle Utrechtse parketcollega’s en de ketenmedewerkers van de Veiligheidshuizen uitgenodigd voor de nieuwjaarskoffie. Op 9 januari blikte ze kort terug op de goede resultaten van 2005 en keek vooruit naar wat er in 2006 allemaal staat te gebeuren.
Op 22 december 2005 nam het parket Roermond afscheid van hoofdofficier Ben Swagerman. De collega’s zongen een afscheidslied en overhandigden veel cadeaus waaronder een schitterende ‘voetbalkoe’. De afscheidsreceptie vond plaats in de Oranjerie in Roermond.
Ruim een eeuw justitie-ervaring verlaat parket Assen: gezamenlijk afscheid FPU’ers in Van der Valk in Assen van links naar rechts: Bé Ruben, Klaas Kramer, Marijke Groenewoud en Annalies van Dijk-Pathuis.
Op 12 januari 2006 tijdens de tweede heidag ten behoeve van de aanpak Marokkaanse jeugdige veelplegers in ‘s-Hertogenbosch spreekt criminoloog Hans Werdmölder, tevens auteur van het boek “Marokkaanse lieverdjes” de projectgroep en medewerkers van de diverse (justitie)-organisaties toe.
De Bredase parketmedewerkers Wim Schmets en Henk van Nispen lezen de Opportuun het liefst bij het brandende haardvuur in de nieuwe kantinette. Maar wanneer zien ze daar nu eindelijk zichzelf in terug?
openbaar ministerie jaargang 12 nummer 1 januari 2006
Hanneke Festen tegenover ‘16 miljoen rechters’ De níeuwe Middelburgse hoofdofficier Greive proost op een mooi níeuw jaar voor de Zeeuwse parketmedewerkers.
Monte van Capelle ontvangt bij zijn afscheid als hoofd-AG van het Haagse ressortsparket een Bommeldrieluik; dit omdat hij een fervent fan is van Marten Toonder.
Oud-hoofdofficier van het parket Assen, Roelie van Rossem beëdigt op 5 januari jl. de nieuwe hoofdofficier Monte van Capelle in de rechtbank Assen.
Het jaarlijkse kerstfeest van Paleis van Justitie te Den Haag was weer een groot succes. Officieren, secretarissen en administratief medewerkers dansten vrolijk op jaren ‘60 en ‘70 muziek. Een zeer geslaagde avond!
02
MD-beleid op de schop Cassatiedesk beoordeelt opportuniteit beroepen
OPPORTUUN
Inhoud Alles afwegende 3 De ‘moedige stoffenverkoper’ Van Anraat kreeg de maximumstraf voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Toch tekende officier Fred Teeven hoger beroep aan. Herstelopvoeding 5 Het project Herstelopvoeding leert recidiverende jongeren schuldbesef en invoelingsvermogen aan. Softe aanpak? “Nee, ontkennen is veel makkelijker.”
WaarOM? 13 Helpdesk van het Landelijk Parket beantwoordt vragen uit het politie- en justitieveld. Spijbelen 14 Almelo pakt spijbelaars stevig aan. Hoezo met een kanon schieten op een mug, zeggen de ‘spijbelofficieren’ van het parket. “Ouders bedanken ons zelfs!” Samen sterk 16 Op weg naar de vorming van Geografisch Georiënteerde Eenheden, sloegen Zwolle/ Lelystad en Almelo al snel de handen ineen. Het draagvlak voor verandering is daarom groot, zeggen hoofdofficieren Arend Vast en Ben Hendriks. Kooistra & Piersma 18 “De boodschapper mag nooit de schuld krijgen.” Interview met Jack Kooistra en Auke Piersma, onafscheidelijk verslaggeversduo in Leeuwarden. OM-talenten 20 “Direct in het diepe? Soms moeten we ze eerst leren goed te zwemmen.” Roelie van Rossem-Broos schetst het nieuwe MD-beleid voor talentontwikkeling.
Zestien miljoen rechters 6 “Prima! Hoewel: één seconde over tijd,” krijgt Hanneke Festen tijdens de generale repetitie te horen. Opportuun volgde de Amsterdamse persofficier tijdens de opname van het VARA-programma Zestien miljoen rechters. Cassatiedesk 8 “Natuurlijk zetten we niet alle voorstellen voor cassaties zomaar door. Onze taak is immers het beoordelen van de opportuniteit van het cassatieberoep.” Dat zegt Gert Haverkate over de Cassatiedesk die formeel in maart start. Slechthorend Voor juridisch medewerker Klaeske Tienstra vormt haar slechthorendheid nauwelijks een obstakel. “Ik ben alleen op papier gehandicapt.”
10
Rechtstreeks Reacties op: Verboden vuurwerk legaliseren? Agenda Uitgelicht Gewelddadig fotograferen?
22
23 23
Personalia
24
Beleid en regels
25
Internationaal
26
Verkeer Achterom
27 28
OPPORTUUN
Verkeer
Nummer 2 – 2006
tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 12 nummer 2 februari 2006 Verschijningsdatum nr. 3: 2 maart 2006. Opportuun is het tijdschrift van en voor het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
verkeer Bureau Verkeershandhaving OM. Voor complete teksten, bel 0346-333310
de HR, dat dit oordeel geen blijk geeft van een
Betrokkene werd door het Hof wegens een snel-
onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk is.
heidsovertreding veroordeeld tot een geldboete
Volgt verwerping van het beroep. (Noot JS: con-
(van € 200), met ontzegging van de bevoegdheid
creet gevaar werd dus niet meegewogen).
tot het besturen van motorrijtuigen voor 6 maanden en verbeurdverklaring van de auto. Naar zijn
Teruggave beslag aan een derde (i.c. een
zeggen bedraagt de waarde van die auto
Onder zodanige invloed van een stof (coca-
leasemaatschappij) i.p.v. beslagene
€ 10.000. Het cassatiemiddel klaagt erover dat
ine, MBDB en diazepam); art. 8 WVW94
Hoge Raad Strafkamer 29 november 2005, nr.
het Hof ten onrechte niet heeft gemotiveerd
Hoge Raad strafkamer 29 november 2005, nr.
00885/05B
waarom de auto verbeurd diende te worden
03589/04
verklaard, ondanks het gevoerde verweer op dit Betrokkene stelt zich op het standpunt, dat hij
punt (o.a. “ik heb straf verdiend, maar verbeurd-
Bij de bestuurder van een auto die betrokken
enkele vrachtauto’s voor een aanvaardbare prijs
verklaring is een te grote straf”). De AG bij de HR
was bij een verkeersongeval werd een voorlopig
en te goeder trouw heeft gekocht van bedrijf O.,
overweegt dat de HR groot gewicht toekent aan
onderzoek van uitgeademde lucht uitgevoerd.
inclusief de originele papieren en overschrij-
de op het feit gestelde maximumstraf, en meer in
De verbalisant neemt geen alcoholindicatie
vingsbewijzen. De officier van justitie wenst
het bijzonder op de maximaal op te leggen geld-
waar, wel neemt hij waar dat betrokkene bloed-
de vrachtauto’s echter terug te geven aan de
boete. Verbeurdverklaring van voorwerpen waar-
doorlopen ogen heeft, met dubbele tong spreekt,
betreffende leasemaatschappijen omdat deze
van de waarde de maximale boete ver overtreft,
onvast ter been is en een suffe indruk maakt. Na
redelijkerwijs als rechthebbenden kunnen wor-
is al gauw disproportioneel. Zie in het bijzonder
bloedafname stelt het toenmalig Gerechtelijk
den aangemerkt en teruggave derhalve redelijk
HR 15 november 1988, NJ 1989, 352 en HR 13
Laboratorium vast dat betrokkene cocaïne
en maatschappelijk niet onverantwoord is. De
juni 1989, NJ 1990, 138, die beide betrekking
(0,06 mg), MBDB en diazepam (0,78 mg) heeft
rechtbank overweegt dat niet betwist is dat
hebben op verkeersovertredingen. Gelet hierop
gebruikt. Deze stoffen kunnen de rijvaardigheid
bedrijf O. niet bevoegd was om de vrachtwagens
alsmede op de in deze zaak opgelegde straffen
beïnvloeden. De concentratie van diazepam is
te verkopen daar deze geleast waren. Tevens
en het namens de verdachte aangevoerde is de
Abonnementenadministratie:
hoog; die van cocaïne is een werkzame con-
overweegt de rechtbank dat noch het hebben
-niet nader gemotiveerde- verbeurdverklaring
Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen naar
[email protected].
centratie. Betrokkene verklaart geen alcohol,
van de volledige kentekenpapieren van een
ondanks de hardnekkige recidive niet naar de
maar wel andere middelen te hebben gebruikt
voertuig, noch de registratie in het RDW-register
eis der wet met redenen omkleed. Ook de ‘richt-
48 uur voorafgaand aan het verkeersongeval, nl.
een bewijs levert van de eigendom van een voer-
lijnen’ waarnaar de AG bij het gerechthof in zijn
XTC. Bewezen werd verklaard dat betrokkene
tuig. In de conclusie van de PG bij de Hoge Raad
requisitoir verwijst maken de verbeurdverklaring
Redactieraad: Ryan Lievaart, Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters.
verkeerde onder zodanige invloed van een stof,
(betrokkene ging in cassatie) is onder meer ver-
niet direct begrijpelijk, volgens de AG bij de HR.
t.w. cocaïne en MBDB en diazepam, dat hij niet
meld dat de bij teruggave van inbeslaggenomen
Hij neemt aan dat werd gedoeld op de Richtlijn
tot behoorlijk besturen in staat moest worden
voorwerpen te hanteren maatstaf ingrijpend is
voor strafvordering Wet Mulder (Stcrt 2003, 223)
geacht. Betrokkene verweert zich in cassatie
gewijzigd (Wet van 12 april 1995, Stb. 254, inwer-
in combinatie met de Aanwijzing inbeslagneming
door te stellen dat de invloed van de gebruikte
kingtreding per 1.1.1996). De strafrechtelijke
bij verkeersdelicten (Stcrt 2003, 235). Deze richt-
hoeveelheden te gering was om te kunnen
autoriteiten moeten daarbij niet gedwongen op
lijnen houden volgens de AG bij de HR niet meer
bewezen verklaren dat hij niet tot behoorlijk
de stoel van de burgerlijke rechter gaan zitten,
in dan dat inbeslagneming van de auto bij snel-
besturen in staat moest worden geacht. Ook
d.w.z. geen definitieve beslissing over eigen-
heidsovertredingen mogelijk is als de maximum-
uit de gegevens over de aard en de wijze van
doms- en bezitskwesties geven. De rechtbank
snelheid met meer dan 100 % is overschreden
Suggesties, opmerkingen, artikelen: Bel of mail de eindredacteur. Eindredactie: Pieter Vermaas, 070-3399840 of
[email protected]. Redactieadres: Voorlichtingsdienst OM, Parket-Generaal, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840.
Vaste medewerkers: Lianne Bertens, Linda Bregman, Thea van der Geest, Mirelle Herlfterkamp, Anne Hoeksema, Angela Kaptein, Sjaak Klunder, Karin Mensink, Michael Nieuwenhuis, Manon Nooteboom, Koos Spee. Aan dit nummer werkten verder mee: Jorinde van Boetzelaer, Linda van Bruggen, Jan-Willem Grimbergen, Mary Hallebeek, Olga Hoekstra, Rieneke Kamminga. Foto omslag: Onno Kummer Ontwerp: Fabrique, Delft Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 6.900
ontstaan van het verkeersongeval zou die bewe-
zal, volgens bestendige rechtspraak van de HR,
en er bovendien sprake is van een “geconcreti-
zenverklaring niet kunnen volgen. De AG bij de
moeten beoordelen of een derde redelijkerwijs
seerde gevaarzetting”. Van dat laatste blijkt in het
HR is van mening dat in gevallen als het onder-
als rechthebbende op de zaak kan worden
onderhavige geval niet. Uit de richtlijnen volgt
havige beslissend is of uit de bewijsmiddelen
aangemerkt (HR 6 mei 2003, NJ2003, 459; HR 3
dus niet dat van elke inbeslaggenomen auto de
kan worden afgeleid dat de verdachte onder
juni 2003, LJN AF6983; zie ook R. Kuiper, beklag
verbeurdverklaring moet worden gevorderd. De
een zodanige invloed van de desbetreffende
tegen beslag, NJB 2005, p. 207). De overweging
HR oordeelt tot vernietiging van de bestreden
stoffen verkeerde dat hij toen niet tot behoorlijk
van de rechtbank over het enkele bezit van de
uitspraak, uitsluitend v.w.b. de strafoplegging en
besturen in staat moet worden geacht. Voor een
papieren en de registratie kan het oordeel van
wijst de zaak terug naar het betreffende hof.
veroordeling van art. 8, eerste lid WVW94 is niet
de rechtbank, volgens de AG bij de HR, zelfstan-
noodzakelijk dat sprake is geweest van feitelijk
dig dragen. Terzijde wordt gewezen op HR 4 april
gevaarlijk of niet aan de verkeerssituatie aange-
1986, NJ 1986, 810, VR 1987/91 waarin de HR
past rijgedrag van de bestuurder (zie HR 1 juni
voor het aannemen van goede trouw ten minste
2004, NJ 2004, 438 en HR 21 december 2004, NJ
eist dat de koper de beschikkingsbevoegdheid
2005,83). Kennelijk heeft het hof geoordeeld dat
van de verkoper op grond van de autopapieren
van één van de drie stoffen de concentratie hoog
onderzoekt. De HR tot verwerping van het cas-
was en van een andere stof de concentratie
satieberoep.
werkzaam, deze stoffen tezamen en in de vastgestelde concentraties een dusdanige invloed
Verbeurdverklaring disproportioneel;
op het rijgedrag van verdachte hebben gehad
Hoge Raad Strafkamer 15 november 2005, nr.
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest
03399/04; NJB 2006, 15
worden geacht. De HR oordeelt met de AG bij
Tekst: Koos Spee
Zie verder op OMtranet: • Omvang lichamelijk letsel cf. art. 6 WVW94 Hoge Raad strafkamer 29 november 2005, nr. 03270/04 • Door “rood” rijden? Gerechtshof Leeuwarden 7 december 2005, WAHV 05/01301
2
OPPORTUUN
Alles afwegende
Nummer 2 – 2006
Fred Teeven: "Bij de arrestatie stonden zijn koffers al klaar." Foto: Pieter Claessen
‘De moedige stoffenverkoper’ De zaak-Van Anraat Eind vorig jaar veroordeelde de Rechtbank Den Haag de ondernemer Frans van Anraat tot vijftien jaar celstraf wegens medeplichtigheid aan Saddam Hoesseins oorlogsmisdaden. Samen met Tea Polescuk leidde Fred Teeven het internationale opsporingsonderzoek. Hij viste in de VS facturen uit verhuisdozen en zag ziekenhuisbedden in Iran. Bepaald geen kinderachtige zaken draaide hij in het verleden, maar geen enkele was voor officier van justitie Fred Teeven zo uitzonderlijk als de zaak-Van Anraat. Niet zozeer vanwege de verdachte. Van de man die van het regime van Saddam Hoessein het Iraakse nationaliteit én de erenaam ‘de moedige en verstandige stoffenverkoper’ had verworven, kreeg de officier van het Landelijk Parket geen hoogte. Maar nooit bekommerde Fred Teeven zich méér om slachtoffers dan bij de Koerdische en Iraanse slachtoffers van het regime van Saddam Hoessein halverwege de jaren tachtig. “Mensen die volstrekt onschuldig
waren, zagen een vliegtuig, hoorden een plof in plaats van een knal - en hun leven was verwoest. Op dit moment liggen er mensen in ziekenhuizen die al meer dan twintig jaar voortdurend pijn lijden door aanvallen met mosterdgas. Nu nog moeten er burgers naar het ziekenhuis voor letsel dat zijn oorsprong vindt in de jaren tachtig. En waarom? Omdat een Nederlandse ondernemer doorging met het leveren van grondstoffen voor chemische wapens. Terwijl anderere bedrijven wel stopten na waarschuwingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat Irak chemische wapens tegen Iran had ingezet.”
Op 9 december vorig jaar begonnen Teeven en ovj Tea Polescuk ’s morgens om half tien aan hun requisitoir. ’s Avonds om half acht rondden zij af. Nog nooit had Teeven in een zaak waarin één verdachte terechtstond, zo’n lang requisitoir gehouden. De Nederlandse zaak kreeg veel aandacht. Nog op het moment dat tientallen Koerden op de stoep voor de Rechtbank Den Haag minutenlang de uitspraak met vreugdesprongen en triomfgezang begroetten, kopte CNN dat Van Anraat tot vijftien jaar celstraf was veroordeeld voor medeplichtigheid aan genocide – om dat tien minuten later te corrigeren tot medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Niet vaak zocht zocht justitie zo de grenzen van het in internationaal rechtshulpbeleid op als in deze zaak. Topoverleg tussen Collegevoorzitter De Wijkerslooth en minister Donner leidde ertoe dat in deze zaak dwars door alle gebruikelijke procedures van rechtshulp werd heengegaan. Teeven, bedachtzaam: “Het paste niet zo goed in het staand beleid.”
3
4
Het was Van Anraat zelf die een strafrechtelijk onderzoek over zich had afgeroepen. Herkenbaar in beeld en onder zijn eigen naam – waardoor ook media en OM afzagen van ‘Van A.’ – bekende hij op 6 november voor de camera’s van Netwerk. Ja, hij had grondstoffen aan het regime van Saddam geleverd. Maar dat ‘Bagdad’ daar mosterden zenuwgas van produceerde en dat ook inzette, zei hij niet te hebben geweten. Ook hij was geschokt, zei hij, toen hij de TVbeelden van de gevolgen van de chemische aanval van 16 maart 1988 op het Koerdische dorp Halabja zag. Maar trof hem blaam? Hij was toch niet verantwoordelijk voor de aanval? Hij had toch zeker niet het bevel daartoe gegeven? En na ‘Halabja’ had hij zijn leveringen aan het regime gestopt, verzekerde hij in het actualiteitenprogramma. Samen met de leider van het KLPD-team Internationale Misdrijven, Martijn van Beek, bekeek Teeven de uitzending op 7 november opnieuw. Ze besloten tot een onderzoek.
terdgas en vier soorten gifgas, las Teeven in het ‘proliferatiegevoelige’ FFCD, dat zich liet lezen als kookboek voor chemische wapens. De Nederlander Cees Wolterbeek, die in het Unscom-team had gezeten, was graag bereid om het OM in deze zaak te adviseren. Wolterbeek werd een belangrijke getuigedeskundige in de rechtszaal. Hij toonde aan dat minimaal 800 ton van de door Van Anraat geleverde TDG op het slagveld in Iran en Irak terecht was gekomen. Samen met officier Tea Polescuk toonde Teeven aan dat de grondstoffen van Van Anraat werden vervoerd naar een fabriek 140 kilometer ten noordwesten van Bagdad waarin de chemische wapens werden geproduceerd. In Nederland woonachtige Irakese vluchtelingen die de grondstoffen in hun vrachtwagens hadden vervoerd van Akaba naar Bagdad, bleken belangrijke getuigen. Evenals voormalig zakenpartner Tanaka. Via het netwerk van Wolterbeek sprak
‘Waar anderen stopten, begon Van Anraat op grote schaal’ Negentien jaar na het gepleegde misdrijf werd de telefoon van de in Amsterdam wonende Van Anraat getapt en werd hij geobserveerd. Maar verder had het bijna tweehonderd ordners tellende onderzoek vooral internationale kanten. Wat bleek? Al in 1989 had een officier van justitie van de US Customs Service in Baltimore, Van Anraat en zijn Japanse zakenpartner Tanaka vervolgd. Waar Tanaka werd veroordeeld, ontsprong Van Anraat – na lang gesteggel tussen de VS en Italië (waar Van Anraat verbleef ) over uitlevering – de dans. In Baltimore stortten Teeven en Van Beek zich een week lang op verhuisdozen vol ladingpapieren; telexverkeer tussen bedrijven van Van Anraat versus leveranciers en afnemers; handgeschreven aantekeningen; facturen; en prognoses van chemische bedrijven. Uit het dossier van de US Customs bleek dat Van Anraat de grondstof thiodiglycol (TDG) tot 1987 in Japan kocht en daarna in de VS, en dat hij ervoor zorgde dat op papier de bestemming en het eindgebruik van zijn grondstoffen veranderde. Ander bewijsmateriaal vormde het Full Final Complete Disclosure (FFCD) dat Irak in 1995 aan de wapeninspecteurs van Unscom had overlegd. Irak maakte mos-
Teeven op de ambassade van Amman met de tweede man van het chemische wapenprogramma van Saddam Hoessein. Teeven: “Het was raar om deze man als getuige te horen, terwijl Van Anraat verdachte was. Maar omdat deze man geen Nederlander was en niet in Nederland verbleef, konden we hem niet vervolgen.” Hierdoor kon de Irakees zonder risico’s tegen de Nederlandse zakenman getuigen. In deze zaak had Teeven geen deals nodig. In de zoektocht naar slachtoffers hoorde Teeven in maart 2005 plots dat het bureau Juridische zaken van de president van Iran wilde meewerken: het Nederlandse OM was welkom in Iran om getuigen te horen, beeldmateriaal in te zien en ziekenhuizen te bezoeken. Teeven twijfelde: kon hij samenwerken met een land dat geen goede naam heeft op het gebied van mensenrechten? Uiteindelijk mocht Teeven van de OM-top en het ministerie van Justitie naar Teheran vliegen, mits hij informatie ging hálen, en niet brengen. Het werd een bijzondere reis door Iran. De jeeps van het onderzoeksteam, geëscorteerd door militairen, hadden op elk afgezet kruispunt voorrang, en ze werden als hel-
den onthaald door burgmeesters en cameraploegen: eindelijk had de wereld, behalve ‘Halabja’ ook aandacht voor het oorlogsleed dat Iran was aangedaan. ’s Nachts sliep Teeven op tapijten in huizen van gouverneurs, van wie hij de waterpijp leerde te roken. Maar in ziekenhuizen zag Teeven hoe mensen nog steeds leden door de ‘blaartrekkers’ die Irakese vliegtuigen hadden afgeworpen. Mensen die ten tijde van de gifgasaanval niets leken te mankeren, komen nu nog in het ziekenhuis door een uitvallend immuunsysteem of verlies van de longfunctie. Het is eind 2004 als het Van Anraat duidelijk wordt dat justitie hem op de hielen zit. Hij besluit te vluchten als oorlogsverslaggever Arnold Karskens van het weekblad Nieuwe Revu – die Van Anraat al eerder op de korrel had – op 6 december 2004 met een camerateam voor zijn huis opdoemt. In een getapt telefoongesprek laat hij zich ontvallen dat zijn vlucht hem naar Montenegro zal leiden. Teeven: “Toen konden we niet langer wachten. Bij de arrestatie en de doorzoeking in zijn huis, bleek dat zijn reiskoffers al klaarstonden.” Op 23 december 2005 veroordeelt de Rechtbank Den Haag Van Anraat tot het maximum van 15 jaar gevangenisstraf vanwege medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven. Toch tekende Teeven hoger beroep aan, omdat de rechtbank de tenlastgelegde medeplichtigheid aan genocide niet bewezen achtte. Voor dat laatste ontbrak volgens de rechtbank het bewijs dat de verdachte wist dat de grondstoffen die hij leverde, werden gebruikt voor het uitroeien van Koerden. Daarmee ging de rechtbank volgens Teeven voorbij aan de nationale uitleg van het Genocide Verdrag, waarin medeplichtigheid aan genocide al bewezen is als de verdachte had kúnnen weten (want bewust de aanmerkelijke kans aanvaardde) dat door zijn handelen genocide werd gepleegd. Toch toont Teeven zich gelukkig met het vonnis. Het was de eerste keer dat een rechtbank in de wereld bewezen achtte dat het regime van Saddam Hoessein zich schuldig had gemaakt aan genocide. En over de strafmaat voor Van Anraat zei de rechter dat de opgelegde maximumstraf nog “onvoldoende recht deed” aan de gepleegde misdrijven en de gevolgen. “En dat,” zegt Teeven, “hoor je als officier ook niet elke dag.” Tekst: Pieter Vermaas
OPPORTUUN
Jeugdrecidive
Nummer 2 – 2006
Herstelopvoeding bij criminele jeugd Parket Utrecht optimistisch over ‘harde’ softe aanpak Hoe verminder je recidive bij criminele jongeren? Hard aanpakken, is veelal het antwoord. Het project Herstelopvoeding binnen Justitiële Jeugdinrichting Eikenstein in Zeist lijkt hier haaks op te staan: schuldbesef en inlevingsvermogen worden bij jongeren ontwikkeld. Het kleinschalige project boekt hoopvolle resultaten. De methodiek Herstelopvoeding confronteert jongeren met de gevolgen van hun delict en stimuleert hen de verantwoordelijkheid hiervoor te nemen. Veel jongeren missen de benodigde vaardigheden. Zij ontkennen hun gedrag, kunnen zich niet in anderen verplaatsen en willen geen verantwoordelijkheid voor hun eigen handelen
nemen. De methodiek bestaat dan ook uit twee delen. Stap 1 is een training waarin het inlevingsvermogen wordt vergroot, en in stap 2 staat de eigen strafzaak centraal. Softe aanpak? Professor Micha de Winter van de Universiteit Utrecht, die de methodiek ontwikkelde, is van het tegendeel overtuigd: “Voor die jongeren is het veel zwaarder om met hun slachtoffer bezig te zijn dan alleen maar in de gevangenis te zitten. Dat is moeilijk, lastig en pijnlijk. Ontkennen is veel makkelijker. Bovendien weten we dat straffen alleen niet helpt.” De Winter zei dit bij de presentatie van het eindrapport op 15 november.
Schaamte Het afgelopen jaar namen drie groepen van in totaal zeventien jongeren deel aan dit project, waarin wordt samengewerkt door justitiële jeugdinrichting Eikenstein, Universiteit Utrecht en het arrondissementsparket Utrecht. Door deze kleinschaligheid zijn de resultaten niet generaliseerbaar. Maar misschien toch veelbelovend. Neem nu F., een van de deelnemers aan het project. Hij heeft een overval met geweld gepleegd. Vlak na het delict droomt hij over de slachtoffers. Het zijn angstige dromen. In de training leert hij nadenken over de gevolgen van zijn handelen. Hij bekijkt video’s, traint met acteurs en vult vragenlijsten in. Hij oefent in ander gedrag. In een rollenspel ontdekt hij hoe moeilijk en Illustratie: Linda van Bruggen
eng hij het vindt om zijn slachtoffers onder ogen te komen. In het tweede traject wordt als voorbereiding op deze confrontatie een video gemaakt waarin hij zijn gevoelens van schaamte uit. Hij raakt steeds meer doordrongen van de ernst van de zaak en ervaart dat het maken van de video moeilijker is dan gedacht. De video is inmiddels vertoond aan de slachtoffers. Micha de Winter: “Contact tussen de dader en het slachtoffer is niet het uitgangspunt. De kans daarop is klein omdat medewerking van het slachtoffer nodig is. Maar met de dader moet je wel de voorbereidingen op zo’n gesprek doorlopen. Zodat hij begrijpt wat hij de ander heeft aangedaan. Daar heb je geen medewerking van het slachtoffer voor nodig. Maar het zou een gemiste kans zijn als de dader daar wel toe bereid zou zijn.” De hamvraag, hoe het nu met de jongens gaat en of ze weer zijn teruggevallen in het criminele gedrag, is niet onderzocht. Daarvoor krijgt de projectgroep de kans in het nieuwe, bredere project waarin de methodiek verder wordt uitgeprobeerd in meer jeugdinrichtingen in verschillende arrondissementen. Tekst: Mary Hallebeek
5
6
‘Een kans om ons werk uit te leggen’ Hanneke Festen voor ‘Zestien miljoen rechters’
“Wij zijn officier geworden om zaken te doen, niet om publiek figuur te worden.” Toch vond persofficier Hanneke Festen het een kans om mee te doen aan het VARA-programma ‘16 miljoen rechters’. Opportuun keek achter de schermen van het programma. Hilversum, 9 januari, 18.12 uur “Ja, dit is nieuw voor me,” fluistert Hanneke Festen met op elkaar geklemde lippen, in de schminkkamer van het Studio Centrum. De vraag was of haar lippen vaker door anderen worden gestift. Gezeten op een ‘kapperstoel’, de kleding bedekt, blikt de Amsterdamse persofficier vooruit op de binnen twee uur startende opnames van het VARA-programma ‘Zestien Miljoen Rechters’. Ze is “wat nerveus”, verklapt ze, al oogt ze ontspannen.
18.35 uur In het restaurant van het Studiocentrum. Terwijl Hanneke Festen in een aardappel prikt, luistert ze naar het echtpaar Van Beem dat ook in het programma voorkomt. Haar man werd ook slachtoffer van geweld, maar echt nooit, zegt mevrouw Van Beem, zou ze overwegen een wapen te gebruiken. Festen is onder de indruk van deze “lieve mensen” die zoiets vreselijks is overkomen. “Wat knap dat u daar zo open en afgewogen over kunt praten. In de rechtszaal zien wij altijd een vertaling van wat er gebeurd is. Nu zie ik weer eens dat ons werk echt ergens over gáát.”
19.01 uur Terug in kleedkamer 16, de toga inmiddels over de schouders, een glas water in de ene
hand, een Pritt-stift in de andere. Hanneke plakt een papier met enige steekwoorden op de ‘16 miljoen rechters’-logokaart, die ze tijdens de uitzending zal gebruiken. Vijf minuten later rondt Hanneke haar generale repetitie af. In gedachte ziet Festen het publiek voor zich: “Je mag in je woede en je paniek heel ver gaan bij zelfverdediging, maar hier is deze vrouw te ver gaan. En daarom vraag ik u: keur dit af.” “Prima! Nou ja, met 2 minuut en 1 seconde ben je eigenlijk één seconde over tijd,” zegt Taina Bagmeijer als ze de stopwatch van haar mobieltje checkt. De VARA-redacteur begeleidt Festen voortdurend met tips, loodst de officier door de gangen en trappen van het studiocentrum en waakt over de sleutel van de kleedkamer. Meegereisde Amsterdamse parketvoorlichters tonen zich onder de indruk: “Heel goed, Hanneke. Nee, niets meer veranderen.”
19.38 uur Aftellen in het restaurant. Plotseling enige gecontroleerde paniek. Als Festen ‘bezenderd’ wordt, blijkt dat het magneetje dat de zwarte microfoon op haar nieuwe toga moet vasthouden, niet sterk genoeg is. Met veiligheidsspelden dan maar? Nee, geen geprik in haar toga, vindt Hanneke. “Want daar moet
ik nog mijn hele leven mee doen.” Uiteindelijk krijgt Hanneke een witte microfoon op de bef bevestigd, die de hele opname zal standhouden.
19.50 uur Tien minuten voor opname. Achter de coulissen neemt Festen met Cees Korvinus, haar tegenstander in de arena van Studio 4, nog even de rolverdeling door (Voor de casus: zie het kader ‘De grens van zelfverdediging’). De precieze tekst van Korvinus kent Festen niet, maar de argumenten waarmee de advocaat komt, weet ze wel. Ze stemmen nog even af. Korvinus zal in zijn eerste pleidooi de nadruk leggen op de gevolgen voor de maatschappij als je jezelf niet mag verdedigen, en in zijn tweede, meer juridisch getinte, pleidooi het noodweerexces centraal stellen. Festen: “Daarom benadruk ik pas in mijn tweede requisitoir de maatschappelijke kant: dat we niet via eigenrichting in wildwest-taferelen verzeild moeten raken, maar dat het de rechter is die rechtspreekt. Zo houden we wat afwisseling.”
20.16 uur De opname is in volle gang. Hanneke Festen spreekt de ‘16 miljoen rechters’ toe. “Je bent niet automatisch strafbaar als je je verdedigt. De wet erkent het recht op zelfverdediging, maar stelt hieraan wel eisen. Door te schieten op haar berover is de vrouw te ver is gegaan. Ergens moet het recht op zelfverdediging ophouden, en hier ging het slechts om een tas.” Korvinus is het er even later niet mee eens. Moeten we ons alles maar laten welgeval-
OPPORTUUN
16 miljoen rechters
Nummer 2 – 2006
Hanneke Festen, Astrid Joosten en Cees Korvinus. Foto: Onno Kummer
len, vraagt hij retorisch. “Of leven we in een samenleving waarin je het recht hebt je zelf te verdedigen? De overvallers hadden het op deze vrouw gemunt en grepen de vrouw bij haar keel. Als je dan een wapen bij je hebt, dan mag je je zelf verdedigen.”
16 miljoen rechters: Moet de vrouw gestraft worden voor de dood van de overvaller? De uitslag: 57 procent beantwoordt de vraag met ‘ja’; 43 procent vindt dat er geen veroordeling moet volgen. Kennelijk heeft het verhaal van officier Festen, die aanstuurde op gevangenisstraf indruk gemaakt.
was écht pleiten.” Spannend was het, maar onder druk gezet door de ongebruikelijke setting voelde Festen zich niet. “Ik voelde me niet meegesleept. Ik heb gewoon verteld wat ik wilde vertellen en heb in die zin de regie gehouden,” zegt ze nadat ze in een net getapt biertje hapt.
Dan volgt het vonnis dat de rechtbank in deze zaak daadwerkelijk heeft uitgesproken: vrijspraak. Weliswaar had de vrouw met het schieten voor een te zwaar middel ter zelfverdediging gekozen, maar de rechter had er begrip voor dat de vrouw zo in paniek was, dat ze zichzelf niet in de hand had. Wel werd de vrouw gestraft voor verboden wapenbezit.
Ze heeft er begrip voor dat sommige collega’s huiveren bij de gedachte dat het OM zich leent voor infotainment. “Wij zijn officier van justitie geworden om zaken te doen, niet om een publiek figuur te worden. Maar het is een kans om het Nederlands publiek in eenvoudige woorden uit te leggen hoe we met ons geld omgaan; wat we doen en welke dilemma’s daarbij spelen. Met uitleg kun je veel wantrouwen en vooroordelen wegnemen.” Tekst: Pieter Vermaas
20.32 uur Presentator Astrid Joosten peilt de reacties bij het publiek. Dat reageert al net zo verdeeld. “In je eerste opwelling mag je ver gaan, maar daarna – zoals toen de vrouw de overvaller gericht in de buik schoot – niet meer.” Dat laatste moet ook kunnen, vindt een ander. “Die berovers weten dat het hen alleen om de tas gaat, maar dat weet die bange vrouw niet. Nee, voor overvaller geldt: neergeschoten worden is het risico van het vak.”
20.49 uur In haar tweede betoog besluit Festen tot improvisatie. Gretig gaat zij in op het ‘risico van het overvallersvak’. “Zó’n land zijn we niet; hier heeft de rechter het laatste woord. Het risico voor een overvaller is een gevangenisstraf, niet de dood.” En Korvinus legt in slotwoord de nadruk op het noodweerexces: Jazeker, er zijn grenzen, zelfverdediging moet proportioneel zijn. “Maar toen de vrouw de overvaller in de buik schoot, was ze panisch van angst. De wetgever heeft er oog voor dat je je grenzen kunt overschrijden in je angst – en dat heeft deze vrouw gedaan.”
21.07 uur De stemkastjes gaan op de knieën bij het publiek. Astrid Joosten stelt de vraag voor
22.00 uur Aan de bar in het Studiocentrum. “Een leerzame ervaring,” zegt Festen, net terug van een laatste fotosessie in de studio. “Het
De grens van zelfverdediging
De geanonimiseerde, maar waargebeurde casus. Nadat ze de tram is uitgestapt, loopt de vrouw door het donker naar huis. Twee jongemannen besluiten haar te volgen, glippen achter haar het portiek van de flat binnen en proberen de vrouw van haar tas te beroven. Als de vrouw zich fel verzet pakken de mannen haar bij de keel. Tijdens de worsteling klinkt een schot, waarop een overvaller naar zijn schouder grijpt. (De vrouw had het wapen aangeschaft en er de laatste maanden mee getraind omdat ze drie maanden eerder ook was beroofd, waarbij ze een mes op haar keel had gevoeld.) Nadat de twee daders geschrokken weglopen, komt de niet-geraakte dader terug, kennelijk om alsnog de tas af te pakken. De vrouw, nog hevig geëmotioneerd, pakt opnieuw haar pistool, richt een aantal seconden en haalt de trekker over. De jongemannen gaan er nu definitief vandoor, maar de man die als tweede is geraakt komt niet ver. Hij overlijdt op de straat als gevolg van het schot in de buik.
7
8
Cassatiedesk ressorts Tijdwinst en meer kwaliteit bij opstellen schrifturen cassatiedesk de belangrijkste reden om het ingestelde cassatieberoep door te zetten,” geeft Haverkate aan. Een andere interessante zaak voor Haverkate is de vrijspraak in hoger beroep van Samir A. “Uiteraard ben ik zeer geïnteresseerd in de uitkomst van deze zaak omdat ik er zelf als zaaks-AG bij betrokken was.” Twee andere voorbeelden van zaken waarbij onlangs na overleg met de cassatiedesk OMcassaties zijn ingesteld zijn de vrijspraak in de fraudezaak-Feyenoord en de vrijspraak inzake het sneeuwbalincident bij een metrostation in Rotterdam waarbij een 13-jarige jongen om het leven kwam.
Specialisme
Gert Haverkate: “Is het de moeite waard om door te zetten?” Foto’s: RP Den Haag
Vanaf 1 maart gaan alle door het OM ingestelde cassatieberoepen via de cassatiedesk bij het ressortsparket Den Haag. Daar vindt een beoordeling plaats van de opportuniteit en juridische kwaliteit van het cassatieberoep en beslist het hoofd cassatiedesk of het beroep in cassatie wordt doorgezet. De cassatiedesk maakt vervolgens de schriftuur voor de Hoge Raad. Achter de schermen draait de cassatiedesk al volop. Hoewel de formele start pas vanaf 1 maart plaatsvindt, weten de parketten de cassatiedesk al goed te vinden. Officieren van justitie en advocaten-generaal uit een groot deel van het land namen al contact op met het hoofd cassatiedesk Gert Haverkate om een beroep in cassatie aan te melden. Haverkate: “Natuurlijk zetten we niet alle voorstellen voor OM-cassaties zomaar door. Onze taak is immers het beoordelen van de opportuniteit van het cassatieberoep: is het de moeite waard om door te zetten?”
Eerste zaken De eerste zaak waarbij de cassatiedesk zijn diensten heeft geleverd, kwam van het ressortsparket Amsterdam. Deze zaak betrof de vrijlating van een verdachte, die ruim twee kilo cocaïne via Schiphol had binnengebracht (OM-appèl tegen Rb Haarlem, NbSr 2005, 310). Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van een geschokte rechtsorde en betrok bij dat oordeel op een bijzondere wijze de toen voor Schiphol van kracht zijnde noodmaatregel. “De potentiële dóórwerking van zo’n beslissing was voor de
Een onderdeel van Het OM Verandert Tweede Lijn is de verbetering van de juridische kwaliteit van OM-cassaties. Het cassatiespecialisme is bij het Haagse ressortsparket neergelegd. Reden hiervoor is dat ook de Hoge Raad in Den Haag gevestigd is. Het doel van de cassatiedesk is verbetering van de kwaliteit van de beroepen in cassatie, die naar de Hoge Raad gaan. Dat betekent een verbetering van de kwaliteit: • van de beslissing om cassatieberoep in te stellen (van de beslissing om wel of geen cassatieberoep in te stellen of de beslissing om een reeds ingesteld beroep al dan niet in te trekken); • van de schrifturen; • van het proces voor beroepen in cassatie (een OM-cassatie zonder schriftuur mag nooit meer voorkomen). Behalve aan kwaliteitsverbetering zal de cassatiedesk ook actief meedoen aan de rechtsvorming. Haverkate: “Sinds 1 januari 2003 staat er tegen elke vrijspraak cassatieberoep open. Hierdoor is er een terrein bloot komen te liggen dat nog lang niet volledig onderzocht is.”
OPPORTUUN
Cassatieberoepen
Nummer 2 – 2006
parket Den Haag Voordelen De cassatiedesk levert voor officieren en advocaten-generaal die een beroep in cassatie willen instellen grote voordelen op. Zo hoeven ze geen tijd meer vrij te maken voor het opstellen van cassatieschrifturen, maar kunnen ze zich volledig aan (straf)zaken wijden. Ook hoeven ze hun hoofd niet te breken over de vraag of een beroep opportuun is. Daar geeft de cassatiedesk advies en uitsluitsel over. Voorheen stelden officieren en advocatengeneraal zelf hun cassatieschrifturen op. Het (verplichte) overleg over opportuniteit met de cassatie-AG bij het eigen ressortsparket kwam er vaak niet van. Uit de schrifturen die werden ingezonden aan de Hoge Raad bleek dat de kwaliteit vaak te wensen over liet. “Je kunt een cassatieschriftuur niet zomaar op een achternamiddag doen. Een cassatieschriftuur vereist een bepaalde techniek, die principieel afwijkt van ons dagelijks werk, namelijk het trachten te overtuigen van de feitenrechter.” Volgens Haverkate is het voor officieren en advocaten-generaal een grote klus om deze cassatietechniek onder de knie te krijgen. “Je moet een bepaalde ‘knowhow’ opbouwen en dat lukt je eenvoudigweg niet met gemiddeld één cassatieberoep per twee jaar.” Doordat de cassatiedesk duidelijke voordelen oplevert voor indieners van cassatieberoepen, bereiken de cassatiedesk overwegend positieve reacties. Door de komst van de cassatiedesk lijkt de rol voor cassatie-AG’s echter kleiner te worden. Haverkate: “Dat is inderdaad zo, maar uit onze bijeenkomst op 13 januari blijkt dat ook de meeste cassatieAG’s zich goed kunnen vinden in de nieuwe werkwijze voor OM-cassaties. Het levert hun namelijk belangrijke voordelen op. De cassatiedesk bouwt ervaring op die wij graag met cassatie-AG’s willen delen.” Tekst: Jorinde van Boetzelaer
Drie stappen
De afhandeling van een beroep in cassatie door de cassatiedesk, bestaat uit drie belangrijke stappen: 1. Aanmelding en overleg De officier of advocaat-generaal die een beroep in cassatie wil instellen, overlegt dit intern met een teamleider (of hoofd-OvJ) of de cassatie-AG. Daarna volgt overleg met de cassatiedesk. In dit overleg wordt de opportuniteit van het cassatieberoep besproken en het besluit genomen om het beroep in cassatie in te stellen of niet. 2. Conceptschriftuur Nadat het beroep in cassatie is ingesteld, maakt de cassatiedesk (of in uitzonderingsgevallen de officier of advocaat-generaal die het cassatieberoep heeft ingesteld) de conceptschriftuur. 3. Definitieve schriftuur Tussen de cassatiedesk en de degene die cassatieberoep heeft ingesteld, vindt overleg plaats over de conceptschriftuur. De cassatiedesk stelt daarna de definitieve schriftuur vast. De cassatiedesk verzendt de definitieve schriftuur naar de Hoge Raad.
Bijeenkomst cassatie-AG’s
Voor de cassatie-AG’s heeft op 13 januari jl. al een bijeenkomst over de cassatiedesk plaatsgevonden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de werkwijze van de cassatiedesk. Tevens was er gelegenheid voor de cassatie-AG’s om hun visie te geven op de toekomstige rol van de cassatie-AG’s. Cassatie-AG’s krijgen een belangrijke rol als spil tussen cassatiedesk en de ressortsparketten. Onderdeel daarvan is de signalering van mogelijke beroepen in cassatie binnen het eigen ressortsparket. Daarnaast geven zij voorlichting aan collega-AG’s over hogerberoepszaken waarin het instellen van een beroep in cassatie goed mogelijk is. Voor de cassatie-AG is het dan ook essentieel om goed op de hoogte te zijn van de specifieke cassatieberoepen en ontwikkelingen bij de Hoge Raad. Daarvoor komt een maandelijkse nieuwsbrief voor cassatie-AG’s en enkele keren per jaar een seminar.
9
‘Ik ben alleen op papier Voor juridisch medewerker Klaeske Tienstra is slechthorendheid geen obstakel
Foto’s: Het Hoge Noorden
OPPORTUUN
Interview
Nummer 2 – 2006
gehandicapt’ Haar slechthorendheid ziet ze niet als obstakel. Haar bureauwerk is overwegend schriftelijk. Haar werkkamer in ressortsparket Leeuwarden kent enige aanpassingen. En bij andere problemen heeft juridisch medewerker Klaeske Tienstra geleerd voor zichzelf op te komen. “Want als je dat niet doet, gebeurt er niks.” “Ik heb een gehoorverlies van 95 decibel aan mijn linkeroor en van 80 decibel aan mijn rechteroor. Links hoor ik zonder gehoorapparaat dus maar vijf procent en rechts maar twintig procent.” Op haar werkkamer in Leeuwarden vertelt Klaeske Tienstra nuchter over haar handicap. De Friezin weet niet beter: “Ik weet immers niet
slechthorenden en kinderen met spraakproblemen, De Skelp in Drachten. Vanaf groep zes ging ze weer terug naar het reguliere basisonderwijs. Eerst één dag per week en vervolgens helemaal. “Volgens de directeur van De Skelp kon dat helemaal niet gelet op mijn gehoorverlies. Mijn ouders hebben hun beslissing na een jaar proef-
‘Ik ben juist druk bezig een handicap te krijgen - in de golfsport’ wat jullie horen.” Ze benadrukt wel dat er een verschil is tussen ‘horen’ en ‘verstaan’: “Het is makkelijker om dingen te horen dan te verstaan. Veel dingen hoor ik wel, maar ik kan niet alles verstaan.” Hoeveel ze hoort en verstaat is afhankelijk van bijvoorbeeld de hoeveelheid omgevingslawaai. Nooit leidde haar handicap tot serieuze problemen. Noch in haar privé-leven, noch in haar werk bij het OM in de Friese hoofdstad laat ze zich leiden door haar slechthorendheid. Omdat ze haar slechthorendheid niet als obstakel ziet, schreef Tienstra in haar sollicitatiebrieven niets over haar handicap. “Pas in de gesprekken is het aan de orde gekomen. Ik ben voor mijn gevoel alleen maar op papier gehandicapt.” Een hersenvliesontsteking die ze kreeg toen ze een baby was, maakte Tienstra slechthorend. Pas op de kleuterschool kwam een onderwijzeres erachter: Klaeske lette niet goed op bij het voorlezen. De Friezin werd overgeplaatst naar een speciale school voor
draaien toch doorgezet. Met de onderwijzeressen van De Skelp vonden ze dat ik pienter genoeg was om het aan te kunnen.” Tienstra is blij dat haar ouders hun beslissing hebben doorgezet. Ze denkt dat het reguliere onderwijs meer mogelijkheden biedt, omdat er na het voortgezet onderwijs geen specifieke beroepsopleidingen voor slechthorenden zijn. Wel vindt Tienstra dat dit van geval tot geval verschilt. Voor sommige slechthorenden is het speciale onderwijs juist een uitkomst. Na de middelbare school stroomde Tienstra door naar de Rijksuniversiteit in Groningen om strafrecht en bestuursrecht te studeren. De propedeuse heeft ze gehaald op de dependance aan de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden. “Of dat een bewuste keus is geweest, weet ik eigenlijk niet. De groepen waren daar wel kleiner en je hebt sneller contact met je klasgenoten. Maar als ik dichter bij Groningen had gewoond, was ik daar gewoon begonnen denk ik.”
Hulpmiddelen Tijdens de afrondende fase van haar studie solliciteerde Tienstra drieëneenhalf jaar geleden op een stageplaats bij het ressortsparket in Leeuwarden. Daarvoor werkte ze bij de politie Friesland als medewerker brede politieopvang. “Ik werkte aan de balie en nam eenvoudige aangiften op. De mensen die aangifte kwamen doen, wisten niet dat ik slechthorend ben. Ik heb één keer gehad dat ik iemand aan het bureau had staan, die ik gewoon echt niet kon verstaan. Ik heb er toen een collega bijgevraagd. Gelukkig had hij ook moeite met het begrijpen van die persoon.” Het leuke en direct ook het lastige aan het werk bij de politie was dat er op een werkdag veel verschillende onderwerpen en vragen voorbij kwamen. Voor Tienstra is het dan moeilijk om op te pikken waar een bepaald gesprek precies over gaat. “Als ik het onderwerp weet, kan ik makkelijker de woorden ‘invullen’ die ik niet goed heb verstaan.” In haar werk als juridisch medewerker vormt haar slechthorendheid nauwelijks een belemmering. Voor het grootste deel bestaat haar baan uit het schriftelijk voorbereiden van strafzaken voor de advocaatgeneraal. Hiervoor heeft Tienstra geen speciale hulpmiddelen nodig. Daarnaast staat de 26-jarige ook zelf in de rechtzaal, als ze in Mulderzaken optreedt voor het OM. Om haar werk daar zo goed mogelijk te doen, maakt ze gebruik van een speciaal systeem, de ‘ringleiding’. “Het is een soort grote lus die in de ruimte ligt,” legt Tienstra uit. “Alles wat daarbinnen gezegd wordt gaat via de microfoons en de ringleiding door naar mijn gehoorapparaat.” Het systeem heeft één groot nadeel: de ringleiding is in meerdere zittingszalen aangelegd. Als er meerdere zittingen tegelijk zijn, hoort Tienstra niet alleen wat tijdens haar zitting besproken wordt, maar op de achtergrond ook geluiden van een andere zitting.
11
12
Het systeem van de ringleiding lag al in het gebouw, maar daarnaast zijn speciaal op verzoek van Tienstra ook maatregelen genomen om de akoestiek verbeteren. Zo zijn er gordijnen opgehangen en is er een vloerkleed neergelegd. “Dit komt de verstaanbaarheid ten goede,” meent ze. “Voor deze verbeteringen is er trouwens een deskundige van het bureau Plan Plan ingeschakeld. Dit bureau is dagelijks bezig met aanpassingen van werkplekken voor slechthorenden.” Ook op haar eigen werkplek zijn er aanpassingen gekomen. Om te beginnen heeft Tienstra een kamer voor zichzelf. Een hele luxe binnen de ‘kleinbehuisde’ afdeling. “Als ik met meer mensen op één kamer zit, word ik sneller afgeleid,” legt ze uit. Op haar kamer maakt ze gebruik van een telefoon die is voorzien van een hulpmiddel, een soort koptelefoontje. Hiermee hoort ze het telefoongesprek via de microlink (een speciaal microfoontje) en bijbehorende stukjes in beide oren. Ook heeft zij een trilapparaat dat waarschuwt als haar telefoon rinkelt, de deurbel gaat, of als bijvoorbeeld het brandalarm afgaat. Sommige hulpmiddelen gaan zelfs mee als Tienstra naar een vergadering of cursus gaat. Onderdeel van haar werk is dat ze optreedt als contactpersoon voor het arrondissementsparket in Assen. Tijdens vergaderingen bespreekt ze samen met de advocaat-generaal zaken die door het hof zijn afgedaan en afkomstig zijn uit de Drentse plaats. Bij deze bijeenkomsten moet ze meer moeite doen om alles te kunnen verstaan dan op haar eigen werkplek. In Leeuwarden is namelijk een speciaal
vergadersysteem aangelegd waardoor ze de vergaderingen goed kan volgen. Een dergelijk systeem ontbreekt in Assen. Ze neemt daarom in zulke gevallen haar microlink mee. Maar ook dit werkt niet altijd even goed. “Vooral in discussies is het lastig om alles te volgen. De een roept dan wat en vervolgens roept de ander weer wat. Ik heb me er allang bij neergelegd dat ik in discussies gewoon niet alles versta. Als ik iets niet goed heb verstaan, kijk ik later even in de notulen of vraag ik het een collega of mede-cursist.” Haar belangrijkste hulpmiddelen zijn natuurlijk de twee gehoorapparaten die ze in beide oren draagt. Zonder deze apparaatjes kan ze veel minder horen en zo goed als niets verstaan. Haar werk zou onmogelijk worden.
Voordeel Tienstra ziet haar handicap niet als iets wat alleen maar nadelen met zich meebrengt. Slechthorend zijn heeft volgens haar ook een aantal voordelen. “Tijdens mijn studie was mijn handicap in bepaald opzicht een voordeel. Ik maakte vlot contact met docenten omdat ik ze aan het begin van het college mijn microfoon moest geven. Al snel was ik niet langer een nummer, maar het meisje dat slechthorend was. Daarnaast kreeg ik van sommige docenten voor het college aantekeningen zodat ik minder hoefde te schrijven en te luisteren tegelijk.” Toch legt Tienstra niet de nadruk op haar handicap. Vaak hebben mensen niet eens onmiddellijk door dat ze slechthorend is. “Tijdens colleges gebeurde het eens dat een student zei dat het microfoontje niet aanstond. Dat was natuurlijk voor diegene ook
zo, omdat het geluid alleen bij mij binnen komt.” Ook op het werk merken collega’s vaak weinig. “Een oud-collega kwam laatst naar me toe en zei dat ze niet geweten had dat ik slechthorend was, als ik het haar zelf niet had verteld.” Daarnaast dwingt haar handicap haar om in bepaalde situaties voor zichzelf op te komen. “Je kunt soms niet anders dan voor jezelf opkomen en contacten leggen. Als je tegen problemen aanloopt, moet je die zelf oplossen. Als je niet voor jezelf opkomt, gebeurt er vaak helemaal niets. Veel slechthorenden vinden het lastig om voor zichzelf op te komen.” Hoe haar toekomst eruit ziet, daar is Tienstra nog niet uit. “Of ik uiteindelijk als officier of rechter aan de slag wil, dat weet ik nog niet. Voor mij is het doen van zittingen en het volgen van veel vergaderingen erg vermoeiend, omdat ik me extra moet inspannen om alles goed te verstaan. Bureauwerk is met mijn handicap nu eenmaal een stuk geschikter.” Ze denkt even na. “De vraag is of ik wel officier of rechter zou willen worden als ik een goed gehoor zou hebben.” Weer is het even stil. “Ik denk overigens dat ik het met mijn handicap en alle hulpmiddelen wel zou kunnen, maar of ik het ook echt wil, dat weet ik nog niet.” Haar toekomst laat ze niet afhangen van haar handicap. “Dat idee héb ik niet eens, dat ik een handicap heb. Ik ben juist druk bezig om een handicap te krijgen - in de golfsport.” Tekst: Olga Hoekstra
OPPORTUUN
Helpdesk
Nummer 2 – 2006
WaarOM?
De helpdesk van het Landelijk Parket beantwoordt vragen over (bijzondere) opsporingsbevoegdheden, internet, telecom, DNA, internationale zaken en de aandachtsgebieden van de Nationale Recherche. Vraag 1: Opvragen van een PUC-code Bij de fouillering van een verdachte is een GSM aangetroffen. De GSM staat uit en de pincode is onbekend. De opsporingsambtenaren hebben mij aangegeven dat ze met behulp van een zogenaamde PUC-code de inhoud van deze GSM kunnen uitlezen. Op grond van welke bevoegdheid kan ik een telecommunicatieaanbieder bevelen om de PUC-code behorend bij het GSM-toestel te verstrekken?
doen op basis van deze artikelen, indien de te vorderen gegevens niet gevorderd kunnen worden op grond van de hierboven genoemde artt. 126na/ua en n/u Sv. Gezien het vorenstaande kan de PUC-code van een telecommunicatieaanbieder worden verkregen op grond van de artt. 126ng/ug lid 1 Sv.
Vraag 2: Het gebruik van tapgesprekken in een ander onderzoek Uit een strafdossier blijkt dat er in het strafrechtelijk onderzoek gebruik is gemaakt van tapgesprekken die afkomstig zijn uit een ander strafrechtelijk onderzoek. Uit het dossier blijkt dat de officier van justitie die het bevel heeft gegeven op basis waarvan de betreffende tapgesprekken zijn verzameld pas achteraf toestemming heeft gegeven om deze tapgesprekken te gebruiken in een ander onderzoek. Is er in dit geval rechtmatig gebruik gemaakt van de verstrekte tapgesprekken?
Antwoord: Antwoord: Onder PUC wordt verstaan Personal User Code. De PUC-code kan worden gezien als een bronpincode waarmee toegang kan worden verkregen tot een GSM-toestel dat uitstaat en waarvan de pincode onbekend is. Deze code is opgeslagen in het systeem van de betreffende telecommunicatieaanbieder. Deze PUC-code kan niet worden aangemerkt als een identificerend gegeven in de zin van art. 126na Sv, zoals een naam, adres of telefoonnummer. Daarnaast kan deze code ook niet worden aangemerkt als een verkeersgegeven in de zin van art. 126n Sv. In artikel 2 van het Besluit vorderen gegevens telecommunicatie (Stb. 2004, 394) wordt namelijk een limitatieve opsomming gegeven van de gegevens die op grond van art. 126n Sv kunnen worden opgevraagd. De PUC-code wordt in dit artikel niet genoemd. Op 1 januari 2006 zijn de artt. 126ng/ug Sv in werking getreden. Het eerste lid van deze artikelen geeft de officier van justitie de bevoegdheid om van een telecommunicatie-aanbieder te vorderen om gegevens te verstrekken die zijn opgeslagen in het geautomatiseerde werk (systeem) van de telecommunicatieaanbieder en bestemd of afkomstig zijn van de aanbieder. De officier van justitie kan pas een vordering
Op grond van art. 126dd lid 1 Sv kan de officier van justitie bepalen dat gegevens die zijn verkregen door observatie met behulp van een technisch hulpmiddel dat signalen registreert, het opnemen van vertrouwelijke communicatie of het onderzoek van telecommunicatie kunnen worden gebruikt voor een ander strafrechtelijk onderzoek dan waartoe de bevoegdheid is uitgeoefend. Het is een officier van justitie echter niet toegestaan om te bepalen dat deze gegevens kunnen worden gebruikt voor een – nog niet te concretiseren – toekomstig strafrechtelijk onderzoek. De Hoge Raad heeft gesteld dat ook indien achteraf door de officier van justitie toestemming is gegeven voor het in het eerste lid van art. 126dd Sv bedoelde gebruik van de daar vermelde gegevens, is voldaan aan het vereiste van art. 126dd Sv. De Hoge Raad was in de betreffende zaak tot het oordeel gekomen dat de aan het middel ten grondslag liggende opvatting dat het gebruik van bedoelde gegevens in een ander onderzoek slechts mogelijk is indien zulks door de OvJ vooraf is bepaald, onjuist was (Hoge Raad 13-05-2003, NS 2003, 256). Tekst: Michael Nieuwenhuis De helpdesk is te bereiken op
[email protected]
13
14
Grote aanpak tegen klein vergrijp Spijbelofficier gebruikt strafrecht om jongeren weer op het goede pad te krijgen
PvdA-kamerlid Aleid Wolfssen pleitte onlangs met de VetVerkeerd Krant in de hand voor landelijke invoering van de spijbel-aanpak naar Almelo’s model. In deze jongerenkrant van het OM stond een interview met de spijbelrechter. Hoog tijd dus om het ‘spijbelparket’ te bevragen.
“Leerplichtzittingen hadden we vroeger niet. De zaak kwam tussen een stapel kantonzaken terecht. Als die dan eindelijk voorkwam werd er hooguit vijf minuten per kind ingeruimd. Leerplichtambtenaren raakten gefrustreerd, scholen gaven geen signalen meer af en spijbelaars wisten dat de pakkans nihil was.” Patricia van de Valk, nu teamleider, maar lang jeugdofficier van het Almelose parket, weet dat nog heel goed. “Daar moest gewoon verandering in komen.” Dat de tijden zijn veranderd bewijst de term ‘spijbelrechter’. Inmiddels is dit een begrip en heeft parket Almelo een voorbeeldfunctie als het gaat over de handhaving van de leerplichtwet. Jeannette Veurink, parketsecretaris in Almelo, kon de verhalen van haar man die in het onderwijs werkt, niet langer aanhoren. “Hij werd met zoveel verzuim geconfronteerd dat hij soms voor een halve klas stond. Kinderen kwamen dagen, soms weken achtereen niet opdagen. En eigenlijk
werd er niets tegen gedaan. Dat moest toch anders kunnen. Op een dag ben ik gewoon naar de kantonrechter gestapt en hebben we leerplichtzittingen ingepland.” Die kantonrechter was Jans Olthof, tevens kinderrechter en tegenwoordig de befaamde ‘spijbelrechter’. De tijd was rijp. De Telegraaf had eind 2003 groot gekopt “Gevangenisstraf bij spijbelen” naar aanleiding van een interview over jeugdbeleid in Almelo. Dat had flink stof doen opwaaien, zelfs tot vragen aan de minister geleid, maar zette spijbelen wel op de kaart. Een paar maanden later liet Jeannette Veurink daadwerkelijk dertig spijbelzaken plannen en kwam de eerste zaak in mei 2004 voor. Met het symposium ‘Justitie en school’ kwam Almelo definitief als spijbelparket op de kaart te staan. De aanvankelijk dertig spijbelzaken groeiden uit tot 139 - waarvan ook een aantal tegen ouders omdat ze hun kinderen niet naar school lieten gaan - die op een gewone kantonzitting worden gedagvaard als het
om luxeverzuim gaat. In 2005 zijn er bijna tweehonderd zaken geregistreerd. Wie spijbelen wil terugdringen moet aan een aantal logische voorwaarden voldoen, stelt jeugdofficier Carlo Dronkers. “De parketleiding moet scouten en bewust kiezen voor de opvulling van de jeugdportefeuille. Dat is één voorwaarde. Alleen jeugdofficieren die zich met volle overtuiging aan die taak wijden, komen op de boefjes geloofwaardig over. Hun bijdrage is effectiever dan die van officieren die liever scoren met drugsvangsten.” Dronkers heeft zelf een onderwijsachtergrond en maakt graag gebruik van de mogelijkheden van het strafrecht om een kind weer toekomst te geven. Ten tweede zijn enthousiaste leerplichtambtenaren een must. Carlo Dronkers heeft ze allemaal gesproken en beloofd dat alle meldingen binnen een maand op zitting staan. Hun processen-verbaal worden tegenwoordig door hen direct naar de Raad gestuurd en gelijktijdig door parketsecretaris Veurink op de eerstvolgende zitting gezet. Er is een leerplichtzitting per kanton per maand. Leerplichtambtenaren zien zelf dat kinderen direct worden aangepakt. “Leerplichtambtenaren melden actief aan het parket en wij doen wat we beloven,” aldus Dronkers. “Je ziet nu leerplichtambtenaren in de regio met enthousiasme BOA-cursussen volgen. Er is een actief beleid ontstaan waarbij scholen worden
OPPORTUUN
Spijbelen
Nummer 2 – 2006
Foto: Lianne Bertens
bezocht, er direct en meer wordt gemeld.” Een zeker niet onbelangrijke voorwaarde voor het welslagen van de aanpak van problematisch schoolverzuim is, dat spijbelzaken bij het kantongerecht door een kinderrechter worden voorgezeten. De expertise van een kinderrechter is nodig om slagvaardiger op te treden tegen notoire spijbelaars. De kinderrechter kan bijvoorbeeld met kennis van de mogelijkheden van het civiel recht, strafrechtzaken in één zitting behandelen. Het inschakelen van de kinderrechter als kantonrechter en de jeugdofficier voor de behandeling van spijbelzaken is in Almelo gemeengoed. De Raad voor de Rechtspraak en het ParketGeneraal staan zeer positief tegen deze ontwikkeling. Op basis van deze resultaten bekijken zij nu op welke wijze een dergelijke aanpak landelijk kan worden ingevoerd. “Breng de Leerplicht onder bij jeugd,” adviseert ook Dronkers. “En bovenal: vorm een stabiele factor die zicht houdt op de groep schoolverzuimers in de regio. Deze spijbel-
aanpak past in het jeugdbeleid zoals dat in Almelo wordt gevoerd. Dat beleid is sterk gericht op het voorkomen van verder afglijden. Te vaak hebben we gezien dat jeugdige criminelen ook spijbelen, of dat spijbelen het eerste signaal was.” De aansluiting op de aanpak van achttientot drieëntwintigjarigen missen we nog, aldus de jeugdofficier. “Als ze het daarna nog niet snappen, dan houdt het op. Dan zeg ik: zoek het maar uit, het is jouw leven.” Er is een getrapte aanpak, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming, de leerplichtambtenaar, voogd, ouders en Halt nauw samenwerken om schoolverzuim terug te dringen. Voor de ergste gevallen komt het neer op twee keer een zitting van tenminste vijftien minuten. Dat betekent, met de enorme stijging van het aantal zaken, een extra inspanning die naast de motivatie die uit het succes geput wordt, nog financieel vertaald moet worden. Jeugdofficier Carlo Dronkers: “Je schept met het strafrecht een kader waarbinnen de
jongere precies weet waar hij aan toe is. Met behulp van het netwerk maak je het voor diegene mogelijk om zijn leven een positieve wending te geven. Sommigen vinden dat met een kanon schieten op een mug, de aanpak te groot voor zo’n klein vergrijp, maar ik zie steeds weer hoe succesvol de aanpak is. Ouders bedanken ons zelfs.” Tekst: Thea van der Geest
15
16
Samen sterk Zwolle-Lelystad en Almelo leggen eens-gezind de basis voor GGE-structuur kwaliteit en capaciteit.” In de GGE-structuur wordt niet gemorreld aan de gezagslijnen, benadrukt Vast. In een pril concept van de samenwerking tussen Zwolle-Lelystad en Almelo lag dat iets anders, zegt de hoofdofficier van Zwolle-Lelystad. Toen werd er gedacht over de vraag of de planning & control-functie op regioniveau moest worden neergelegd. “In zo’n concept zou er – weliswaar niet formeel maar wel in de praktijk – een hiërarchie komen. Maar dat is uiteindelijk niet gebeurd, het gaat slechts om concentratie op het regioparket van een aantal taken. De kracht moet komen uit het gericht en intensief samenwerken op basis van duidelijke afspraken, concrete en aansprekende doelen.”
‘Samen sterk’
Arend Vast (rechts, hoofdofficier Zwolle-Lelystad), Ben Hendriks (midden, hoofdofficier Almelo) en Albert Hazelhoff (plv hovj Almelo). Foto: De beeldredactie
Minder kwetsbaarheid in ‘kleine specialismen’ en processen. En betere criminaliteitsbeeldanalyses en sturing van de opsporing. Dat moet het resultaat zijn van eensgezind werken in Geografisch georiënteerde eenheden. Zwolle, Lelystad en Almelo denken dat het kan: “We investeren nu, om straks de zaak goed aangeleverd, maar ook en vooral goed afgedaan te krijgen.” Krijgt Ben Hendriks straks Arend Vast als baas? Omdat in de nieuwe OM-structuur van Geografisch Georiënteerde Eenheden (GGE) Hendriks’ parket Almelo onder-geschikt wordt aan Vasts parket Zwolle-Lelystad? Hoofdofficier Hendriks glimlacht naar links waar hoofdofficier Vast zit. “Hem straks als chef? Nee, zo voel ik het niet, en anders moet ik hem toch maar eens aanspreken.”
Volgens Albert Hazelhoff, plaatsvervangend hoofdofficier in Almelo die ook is aangeschoven in de werkkamer van de Zwolse hoofdofficier, blijven in de nieuwe structuur juist alle activiteiten lokaal, die ook beter daar dan op regioniveau kunnen worden gedaan. Arend Vast: “Het gaat vooral om bundeling van krachten op het regioparket. Daardoor winnen de drie vestigingen aan
De drie (volwaardige) vestigingen hebben de laatste jaren intensief bekeken hoe samenwerking tussen de parketten voor alle drie tot voordelen kan leiden. De samenwerking tussen Zwolle, Lelystad en Almelo voelt heel natuurlijk aan, zeggen de hoofdofficieren; ook zonder GGE-reorganisatie zouden de drie elkaar wel gevonden hebben. Dat was drie jaar geleden anders, blikt Ben Hendriks terug. “Toen kende bijna niemand in Zwolle de hoofdofficier van Almelo en ‘Almelo’ kwam ook alleen maar naar Zwolle als er echt iets bijzonders aan de hand was. Inmiddels hoef ik me hier op het parket Zwolle nergens meer voor te stellen. En dat we als parketleiding elkaar zo vaak zien straalt volgens ons wel uit naar de rest van de organisaties.” “Door de vroege start, indertijd ten dele nog met Zutphen, konden we zonder veel gevoeligheden en competentiekwesties samenwerken aan de plannen,” voegt Vast toe. “Je moet absoluut de tijd nemen om elkaar te leren kennen en te vertrouwen en de materie eigen te maken.” Hoofdofficieren Vast en Hendriks zijn opdrachtgever van het project ‘Samen
OPPORTUUN
GGE-structuur
Nummer 2 – 2006
Sterk’, waarin de transformatie naar Geografisch georiënteerde eenheden gestalte krijgt. Hun plan “Het OM ZAL veranderen” (waarin ZAL voor Zwolle, Almelo, Lelystad staat) is uitgewerkt in de drie deelprojecten verwerving, verwerking en ondersteuning, de drie werkprocessen die leidend zijn bij de reorganisatie. Tussen opdrachtgevers en deelprojecten staat een Stuurgroep waarin Albert Hazelhoff, Diederik Greive (tot 1 januari jl. fungerend hoofdofficier Lelystad), regioteamleider/officier van justitie Dirk ten Boer, en secretaris Jacco Brouwer samenwerken. De voorzitter van de Stuurgroep is Albert Hazelhoff. “Dat is Albert natuurlijk voor-al vanwege zijn kwaliteiten,” zegt Arend Vast, “maar het geeft ook weer aan dat dit alles niet alleen vanuit Zwolle wordt gestuurd.” Ook in de projectgroepen zijn de drie vestigingen én de drie functieniveaus vertegenwoordigd. Op die manier is er in een vroege fase draagvlak én ontwikkelkracht voor het proces gecreëerd, en dat heeft volgens de drie (plaatsvervangend) hoofdofficieren tot veel winst geleid. Duidelijke projectopdrachten, een strakke planning en veel inzet van de collega’s vormen de basis voor de nu voorliggende plannen, zegt Arend Vast. Op 14 december kwamen tientallen mensen uit de drie vestigingen op de Borrelsboot in Zwolle samen om terug te blikken op de bereikte resultaten. De parketten werken in een goede sfeer samen en lopen inderdaad voorop, constateerde Hans Vos, tot 1 januari directeur Prisma, het organisatieadviesbureau van de rechterlijke macht. “Waar sommige parketten een afwachtende houding aannemen,” sprak Vos tot de aanwezigen, “hebben jullie niet gekozen voor een houding van ‘we zien wel waar het College mee komt’. En dat is goed: wie zelf op de bok gaat zitten kan be-ter bijsturen. Treed je gezamenlijk het College tegemoet met een doortimmerd plan, dan krijg je eerder je zin.”
Kwetsbaarheid In de geografisch georiënteerde werkwijze zal de parketstructuur wijzigen. Ieder parket krijgt een afdeling Verwerving (de goede zaken binnenhalen via driehoeksoverleg en criminaliteitsbeeldanalyses), een of meer afdelingen Verwerking (zaken goed afdoen) en een afdeling Ondersteuning. Binnen een afdeling Verwerking bevinden zich de secties Standaardzaken, Maatwerkzaken, en een Administratie. Wat er allemaal op regioniveau terecht komt, staat nog niet vast. In principe gaan stafafdelingen als Voorlichting, privacy, BOA’s, crisisbeheersing en bewaken & beveiligen naar de regio, evenals beleidsen zaaksondersteuning bij specialistische zaken als civiele taken, voetbal, medische zaken, zeden, vreemdelingen, DNA, FEM, discriminatie, mensenhandel en –smokkel. Daarnaast zal het regioparket de verwerking ter hand nemen bij ‘kleine specialismen’ als medische zaken en discriminatiezaken. Een samenballing van beleidsondersteuning en expertise kan in die opzet aan kwaliteit winnen, denken de hoofdofficieren. Wat jaloers kijken ze naar de regionale politiekorpsen die op dit terrein veel meer capaciteit hebben. De GGE-samenwerking moet er toe leiden dat het OM over betere veiligheidsbeelden en criminaliteitsbeeldanalyses gaat beschikken. En het beleggen van de weinig voorkomende ‘kleine specialismen’ op regioniveau vermindert de kwetsbaarheid van het OM dat niet op elk parket alle expertise in huis behoeft te hebben. Verder wordt een gezamenlijk piket voor het hele gebied, en ook voor de AU-zaken een gezamenlijke werkwijze en één aanspreekpunt buiten de kantooruren beoogd.
Need to know Dat leidt tot een paradox: minder kwetsbaarheid, meer geconcentreerde capaciteit, betekent meer afhankelijkheid. Zoals al het geval is op het terrein van fraude waarbij de fraudeofficieren en -secretarissen
van Noord-Oost Nederland in één team vanuit Zwolle hecht samenwerken. “Dan is het belangrijk dat de communicatie goed is,” zegt Ben Hendriks. “In het kader van verwerving is het van belang dat de lokale hoofdofficier geïnformeerd is. Hij kan alleen goed functioneren richting lokaal bestuur en lokale partners, als hij goed is geïnformeerd over bovenregionale en andere onderzoeken door bijvoorbeeld het FP in zijn arrondissement. Het staat of valt met goede communicatie tussen de operationele eenheid en het elders gevestigde gezag.” Dat is een reëel risico én een grote kans, zegt Arend Vast. “Het gaat erom dat we ons steeds afvragen wat need to know is voor degene met wie je samenwerkt, maar ook omgekeerd! Ook onze externe partners, zoals politie, lokaal bestuur, reclassering en de gerechten moeten uiteindelijk merken dat we in meerdere opzichten beter, meer samenhangend en effectiever presteren.” Als binnenkort de Organisatie- & Formatierapporten zijn vastgesteld, is er veel tijd gestoken in allerlei stuurgroep- en deelprojectoverleg - en dan moet de werkelijke reorganisatie aanvangen. Verdwijnt in al dat overleg de kerntaak van boeven opsporen en vervolgen niet erg naar de achtergrond? Nee, vinden de hoofdofficieren. Als je wilt investeren in kwaliteit, zul je daar capaciteit voor moeten vrijmaken, maar daar worden nu al de vruchten van geplukt. Bovendien, zegt Arend Vast, is niet ‘boeven vangen’ het doel. “Nee, de góéde boeven vangen, op de goede manier. Waarna snel een passende strafrechtelijke interventie volgt die recht doet aan ketenpartners en slachtoffers. We werken aan een beter onderbouwde en gerichte sturing van de opsporing. Aan effectievere verwerving, en aan kwalitatief betere verwerking van maatwerkzaken en meer en snellere verwerking van standaardzaken. Zo bereiken we verminderde kwetsbaarheid en meer continuïteit.” Tekst:Pieter Vermaas
17
18
‘De boodschapper mag Leeuwarder verslaggevers Jack Kooistra en Auke Piersma vormen onafscheidelijk duo
Piersma (links) & Kooistra… hele dagen op de rechtbank te vinden. Foto: Het Hoge Noorden
In de meer dan twintig jaar dat ze in het arrondissement hun stukjes tikken, hebben Jack Kooistra (Friesch Dagblad) en Auke Piersma (Leeuwarder Courant) veel officieren, rechters en verdachten gezien. Het siert officieren als ze zeggen dat het bewijs niet kan worden geleverd, vinden de verlaggevers. Aan mensen die artikelen proberen tegen te houden, hebben ze een broertje dood. “Dan komt het er juist in.” Jansen & Janssen, het gouden koppel. Zomaar wat benamingen voor Jack Kooistra (75) en Auke Piersma (57). Beiden komen al sinds 1978 ‘op de rechtbank’ in Leeuwarden en dat is langer dan menig officier van justitie en rechter. Ze zijn bijna workaholic: verslingerd aan hun werk. In een eigen archief houden ze de criminele loopbaan van verdachten bij. De zittingslijsten van de rechtbank bepalen wanneer ze vakantie opnemen, en alleen als ze ziek zijn willen ze nog wel eens een dagje verstek laten gaan.
Maar dan mogen er geen moordzaken op de rol staan, want die willen ze absoluut niet missen.
Nachten Kooistra en Piersma zijn bijna de hele dag op de rechtbank te vinden. Kooistra heeft een vaste rubriek in het Friesch Dagblad, ‘de rechtsgang’ geheten, en is daarbij gebonden aan een maximum van zeshonderd woorden. Hij vertrekt daarom zodra hij voldoende aantekeningen heeft. Vaak is dat
halverwege de middag. Op de redactie werkt hij z’n verslagen uit. Piersma daarentegen blijft zo’n beetje tot het licht in het gerechts– gebouw uitgaat en schrijft zijn artikelen thuis, na het avondeten. Vroeger wilde hij nog wel eens hele nachten doorwerken, maar toen hij vijf jaar geleden overspannen werd, is hij daarmee gestopt. De rechtbankverslaggevers waren vooral in de beginjaren onafscheidelijk. Toen woonden ze met z’n tweeën altijd alle zittingen bij. Tegenwoordig is dat onmogelijk, omdat er vaak meerdere zittingen op één dag plaatsvinden. Daarom maken ze nu een werkverdeling; de een gaat naar de politierechterzitting en de ander doet de uitspraken. Tussendoor wisselen ze informatie aan elkaar uit, maar gaan daarbij nooit zo ver dat ze elkaars artikelen schrijven.
Drankzittingen Hoewel werkzaam voor twee aparte kranten, selecteren de journalisten de strafzaken
OPPORTUUN
Rechtbankverslaggeving
Nummer 2 – 2006
nooit de schuld krijgen’ waarover ze schrijven op basis van dezelfde criteria. Beiden zijn uitgekeken op drugszaken, en drankzittingen worden pas interessant als het promillage hoger is dan 2,5‰ of als de verdachte een vrouw is. Hoewel: “Vroeger was een vrouw met teveel drank op achter het stuur nog een uitzondering, maar de emancipatie is ook hier doorgedrongen,” aldus Piersma. Ze zijn fel tegen de nieuwe wetgeving die beginnend bestuurders een promillage van 0,2‰ toestaat, na vijf jaar gevolgd door een promillage van 0,5‰. “Dat noem ik nou hypocriet,” zegt Piersma, “de overheid zou één norm moeten hanteren en wat mij betreft wordt dat 0,2‰. En als ik het voor
arrondissement Leeuwarden. Kooistra: “Als er een uitspraak is, wordt ons bijvoorbeeld gevraagd of we genoegen nemen met de verkorte uitspraak of dat we liever de uitgebreide versie willen horen. En als de uitspraak behoorlijk juridisch is, maakt de griffier even een kopietje voor ons.” De rechtbankverslaggevers hebben ook zo hun eigen benamingen voor de officieren van het Leeuwarder parket. De een noemen ze ‘zeldzaam evenwichtig’, de ander ‘een rûchhouwer’ (een Fries woord voor sloddervos, RK). En wat te denken van ‘de intellectueel’ en ‘de rijzende ster’. Op basis van de dienstdoende officier en politierechter, of de samenstelling van de meervoudige kamer,
‘We zijn niet tegen werkstraffen, maar een gevangenisstraf schrikt meer af ’ het zeggen had, zouden drankrijders bij een veroordeling standaard drie maanden hun rijbewijs moeten inleveren. Pas dan worden ze gestraft. Tijdens zittingen hoor je immers maar al te vaak dat verdachten best een hogere geldboete willen betalen als ze hun rijbewijs maar mogen houden. Geld is geen probleem, maar het niet mogen rijden wel.” Hoewel ze vermoeden dat misdaad wel eens in de genen zou kunnen zitten, meent Kooistra dat rechters in drankzaken vaak geneigd zijn om teveel rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van een verdachte. “Ze moeten meer oog hebben voor de persoonlijke omstandigheden van de sláchtoffers die, na een ongeval waarbij drank in het spel was, een geliefde moeten missen. Deze slachtoffers hebben levenslang gekregen!”
Uniforme rechtspraak Piersma en Kooistra hebben in de loop der jaren een goed contact opgebouwd met de officieren van justitie en rechters in het
maken ze vóór elke zitting een inschatting van de eis en het vonnis. Een enkele keer slaan ze de plank mis, maar meestal komen ze een eind in de goede richting. Volgens Piersma is het kenmerk van een goede officier dat de advocaat in zijn pleidooi bijna niets meer heeft te zeggen. Ook vindt hij dat het een officier siert wanneer hij durft te zeggen dat het bewijs niet kan worden geleverd. Minder respect heeft Piersma voor de ‘crimefighter’ die koste wat kost probeert een zaak rond te krijgen. Beiden zijn het erover eens dat er in Nederland geen uniforme rechtspraak bestaat. Advocaten stellen hen regelmatig de vraag: “Wie is er vandaag rechter?” Die vraag is veelbetekenend en zou kunnen duiden op marchanderende rechters. Beide rechtbankverslaggevers zien wel dat er in de loop der jaren zwaarder wordt gestraft. “De tijd dat je er na het plegen van honderd inbraken met een werkstraf van afkomt, is definitief voorbij.” Toch vinden ze dat er veel vaker een gevangenisstraf zou mogen wor-
den opgelegd. “We zijn niet tegen werkstraffen, maar een gevangenisstraf schrikt toch meer af. En je koopt natuurlijk niets voor een ‘vluchtvonnis’ van 240 uren taakstraf.”
Macht Piersma en Kooistra realiseren zich dat ze als rechtbankverslaggevers veel macht hebben. Ze kunnen verdachten maken en breken. Die verantwoordelijkheid weegt zwaar en beiden proberen daar behoedzaam mee om te gaan. In principe noemen ze in hun rechtbankverslagen alleen het geslacht, de leeftijd en de woonplaats van een verdachte. Het beroep van een verdachte wordt alleen genoemd als het strafbare feit ‘in functie’ is gepleegd. Piersma kent een paar gevallen waarin een verdachte, na alle publiciteit, zelfmoord heeft gepleegd. Hij heeft daar veel last van. Als hij twijfelt aan de geestelijke toestand van een verdachte, wil hij er daarom nog wel eens voor kiezen om alleen aandacht aan de uitspraak te besteden. Kooistra herinnert zich nog de tijd dat het Friesch Dagblad niet over zedenzaken, zoals incest, wilde schrijven. Dat is gelukkig verleden tijd. Het valt hem op dat zedenzaken juist vaak in gesloten christelijke milieus plaatsvinden. De rechtbankverslagen in het Friesch Dagblad zouden in deze kringen wel eens tot een stijging van het aantal aangiftes kunnen hebben geleid. Hij heeft absoluut geen respect voor predikanten, die hem bellen met het verzoek om maar niet te schrijven over een gemeentelid dat van incest wordt verdacht. “Dan komt het er juist wel in, want ik kan er niet tegen als een kerkelijke gemeenschap zulke misstanden wil verbloemen. Ook advocaten vragen wel om niet over een bepaalde zaak te schrijven. Ze weten dat we daar niet op ingaan, maar dan hebben ze in elk geval aan het verzoek van hun cliënt voldaan.” Een enkele keer hangt een verdachte zelf aan de lijn om bijvoorbeeld een publicatie af te kopen, maar beide rechtbankverslaggevers hebben integriteit hoog in het vaandel staan. Ze waarschuwen: “De boodschapper mag nooit de schuld krijgen.” Tekst: Rieneke Kamminga
19
20
Talentontwikkeling transparant MD-beleid voor managers én vakspecialisten verandert Of talenten toppers worden, hangt binnen het OM soms nog te veel af van toeval en van leidinggevenden die hun lievelingetjes lanceren. Maar goede talentontwikkeling vraagt om een transparante, OM-brede aanpak en gerichte sturing, meent hoofd– officier Roelie van Rossem-Broos. “Talenten direct in het diepe? Soms moeten we ze eerst leren nog beter te zwemmen.” Met talentontwikkeling gaat het binnen het OM hetzelfde als in de sport. Wat goed is komt snel en talent komt vanzelf bovendrijven, daar hoef je dus nauwelijks in te investeren. Niet dus, zegt hoofdofficier van justitie Roelie van Rossem-Broos, die met ingang van 1 januari het parket Assen verliet en op diezelfde datum op het Parket-generaal werd aangesteld als landelijk projectleider Implementatie MD-beleid. “Nee, talent moet ontdekt worden en vervolgens moeten we zorgen dat talenten zich kunnen ontwikkelen en dat we ze behouden. Anders gaan mensen zich vervelen of gaan ze hun heil elders zoeken.” Wat goed is, wordt ook wel eens te snel gelanceerd, meent Van Rossem. Dan krijg je snel-snel vacatures vullen, omdat dat de organisatie van een probleem verlost. Maar talenten te snel laten promoveren, heeft schaduwkanten. “Het is niet slecht om mensen in het diepe te gooien, maar soms moeten we ze eerst leren goed te zwemmen. Als je iemand eerst laat rijpen, dan heb je er later meer aan.” In de praktijk wordt talentontwikkeling in het OM vaak overgelaten aan het vrije spel der krachten. Het is veel beter daarop te sturen, is de overtuiging van Van Rossem-Broos. “Talent kan alle kanten opschieten, maar zowel voor de organisatie als voor de medewerker is het natuurlijk beter als daaraan systematisch richting wordt gegeven.”
Vijf stappen Dat wordt nu geprobeerd in een nieuw traject voor talentontwikkeling. De kandidaat
- een huidige sleutelfunctionaris (uitleg: zie verderop) of een “nieuw” talent - doorloopt daarin vijf fasen: 1. De medewerker bouwt samen met zijn leidinggevende een portfolio op dat inzicht geeft in zijn talenten; 2. Het talent verschijnt voor de (in te stellen) Commissie Talentontwikkeling (CTO) die het potentieel van de medewerker vaststelt; 3. De medewerker stelt een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) op; 4. Uitvoering van het POP; 5. Het resultaat van de talentontwikkeling wordt vastgesteld. Als dit leidt tot een functiewijziging, volgt een extra stap: selectie en benoeming/aanstelling. “Het zal op enig moment zo zijn dat medewerkers die niet in het bezit zijn van een door de CTO opgesteld ontwikkeladvies, niet voor een promotiefunctie in aanmerking komen”, zegt projectleider Van RossemBroos. De komende maanden zet zij onder meer workshops in om medewerkers en leidinggevenden vertrouwd te maken met de nieuwe talentontwikkeling. Vanaf 1 mei zullen de eerste kandidaten voor de CTO verschijnen en op 1 mei 2007 moet de CTO 72 kandidaten hebben gezien. Op dat moment ook moet dit proces van talentontwikkeling als een vanzelfsprekendheid in het OM worden beschouwd. De CTO bestaat uit een lid van het College (voorzitter), twee (fungerend) parkethoofden (eerste en tweede lijn) of hoofd ander OM-onderdeel, en het hoofd P&O van het
PaG. De CTO-leden rouleren niet alleen om de werkdruk te verdelen en te voorkomen dat leden MD-kandidaten uit het eigen parket moeten evalueren, maar omdat talentontwikkeling ‘van ons allemaal’ is. Deze talentontwikkeling wordt ingezet bij sleutelfunctionarissen en bij ‘nieuw’ talent. Bij sleutelfuncties gaat het om functies met veel verantwoordelijkheid voor de aansturing van de organisatie. Of functies met een groot afbreukrisico, of met een grote complexiteit waarvoor veel kennis en een contactennetwerk noodzakelijk is. Of een functie met een essentiële rol bij de realisatie van de ambitie van Het OM Verandert. Het gaat bijvoorbeeld om afdelingshoofden op de gebieden Verwerving, Standaardzaken of Ondersteuning. Of, bij meer vakinhoudelijke functies: rechercheofficier, CIE-officier, een specialist Fraude of milieu van het Functioneel Parket met 6 jaar ervaring of een senior parketsecretaris met min 6 jaar ervaring. De groep nieuw talent wordt gevormd door de medewerkers die het potentieel hebben om in de toekomst sleutelfuncties te gaan vervullen. Zij worden als zodanig door hun leidinggevende aan het parkethoofd en, via deze, aan de CTO voorgedragen. “Management Development is hier een verwarrend begrip,” zegt Van Rossem “omdat het uitdrukkelijk niet alleen om managementfuncties gaat; het gaat bij talentontwikkeling om rechterlijke én rijksambtenaren, om leidinggevenden én specialisten, om zittend én nieuw talent. De ontwikkeladviezen zullen niet alleen over verticale, maar ook over horizontale mobiliteit gaan.”
PaG-bureaucratie Het opstellen van portfolio’s; POP’s die worden gemaakt, gemonitord en getoetst; een CTO die wordt opgetuigd - het nieuwe beleid lijkt verdacht veel op Haagse PaG-bureaucratie die over de OM-onderdelen wordt gekieperd. Niet dus, zegt procureur-generaal Herman Bolhaar. Niks ongewenste bureaucratie.
OPPORTUUN
MD-beleid
Nummer 2 – 2006
Roelie van Rossem-Broos: “Talent moet niet alle kanten op schieten.” Foto: Lianne Bertens
Er is veel behoefte aan en parketten willen talentontwikkeling beter vormgeven, meent hij. “Het is geen papieren proces. De CTO is bewust gemengd samengesteld. Voor het College geldt dat we persoonlijk in contact willen treden met alle talenten. Dat worden diepgaande gesprekken en reflecties op presentaties. De echte vernieuwing zit erin dat in de CTO intervisie plaatsvindt over het ontdekken van competenties: waar ben je goed in, wat is voor ontwikkeling vatbaar, wat heb je nodig en hoe kunnen wij jou stimuleren en faciliteren.”
Geloofwaardigheid Bij de reorganisatie van 1999 kreeg het MDbeleid al een impuls, bijvoorbeeld met de introductie van competenties, profielen en loopbaanprognoses. En er zijn al langer functioneringsgesprekken. Is dat niet voldoende voor de medewerker en zijn people manager? In MD-beleid en talentontwikkeling is het OM toch nog wat blijven hangen, meent Van Rossem. Het gebeurt niet systematisch en het gebeurt niet genoeg. Weliswaar geldt voor functioneringsgesprekken dat landsbreed inmiddels 70 procent van alle OM’ers die krijgt ( en dat moet overigens wel degelijk 100% worden). Maar soms zijn P-instrumenten zoals loopbaanprognoses slechts een formaliteit: het moet nog even. Of erger: “Incidenteel zie je dat als iemand op een promotiefunctie solliciteert, er snel nog een loopbaanprognose wordt uitgevoerd, omdat
het College niet benoemt zonder loopbaanprognose. Dan verliest zo’n instrument zijn geloofwaardigheid”, meent Van RossemBroos.Bovendien wordt er in de praktijk nog te weinig systematisch follow-up aan dit instrument gegeven. “Talentontwikkeling slaagt alleen als er een aantoonbare relatie is tussen loopbaanbeleid en benoemingen.” Het gaat om een transparante, op feiten gebaseerde beoordeling van medewerkers. Een objectieve toets. Want, zo ontglipt Van Rossem: “Elke leidinggevende heeft vaak wel zijn eigen lievelingetje.” “Functioneringsgesprekken, training on the job, opleiding, coaching – het gebeurt overal wel. Maar vooral ad hoc en gericht op het eigen parket. Er is niets mis mee dat parkethoofden hun eigen belang hebben, maar het is zeker in de nieuwe organisatie steeds belangrijker om OM-breed te kijken.”
Ambitie OM-breed kijken en het concernbelang – het klinkt Herman Bolhaar als muziek in de oren. Talent moet gelijkmatig verdeeld zijn over het OM, stelt de PG. “Het gaat er niet om of bijvoorbeeld Maastricht de eigen broek kan ophouden. Binnen het OM moeten er geen grote verschillen zijn in ontwikkelingsmogelijkheden. Je kansen mogen niet afhankelijk zijn van in welk parket je werkt en van of je het voor je zelf hebt weten te regelen.” Tot nu is het zicht op talent en capaciteiten beperkt tot de directe werkomgeving. Maar voor goede benoemingen, bijvoorbeeld in
het kader van Het OM Verandert, is breder zicht nodig, meent Bolhaar. “Binnen het OM worden we steeds afhankelijker van elkaar. Ieder parket heeft de ambitie om kwaliteit te leveren, maar dat lukt niet altijd op eigen kracht. Vanuit het concern gedacht, moeten hoofdofficieren over het parketbelang heen kijken. Het is geven en nemen, al doet dat op korte termijn misschien wat pijn.” Met het nieuwe beleid verdwijnt wellicht de vrijblijvendheid van inzet van P-instrumenten. “We gaan geen enkele sleutelfunctionaris of nieuw talent dwingen,” zegt Bolhaar. “Anderzijds vormt het doorlopen van een vastgesteld ontwikkeltraject wel een voorwaarde voor die verdere ontwikkeling.” En als parkethoofden nu eens onwillig zijn, uit angst om talentent kwijt te raken? Bolhaar kan zich niet voorstellen dat een hoofdofficier van deze tijd niet volwaardig bijdraagt aan de ontwikkeling van het OM-concern. “Een parkethoofd zou er ook zelf de wrange vruchten van plukken. Niet alleen omdat er dan in de P&C-cyclus kritische vragen van het College komen. Maar ook omdat parketmedewerkers zich hardop zullen afvragen: ‘Waarom horen wij in ons parket niets over MD-beleid en ontplooiingsmogelijkheden?’.” Tekst: Pieter Vermaas
21
Rechtstreeks
22
Rotte doodskopstrijkers Eind vorig jaar is weer heel wat illegaal (nietconsumenten) vuurwerk in beslag genomen. De vuurwerkbarometer op de OM website stond op 1 januari op bijna 30.000 kilo. In de ‘Interventiestrategie verboden consumentenvuurwerk’ van het Bestuurlijk Landelijk Overleg Milieuhandhaving staat het voorstel verboden vuurwerk gedeeltelijk te legaliseren, om illegale vuurwerkhandelaren de pas af te snijden. Bent u voor legalisatie, luidde de vraag op het forum. Slechts vier bezoekers waren het hier mee oneens. Het feit dat naar deze discussie werd verwezen op een populaire vuurwerksite zal hier ongetwijfeld aan hebben bijgedragen. Termen als tamboers, nitraatjes, flashkruid, cakes, gram sas, shells, mortierbatterijen, blackpowder, eindbommen, zilverkruit, pirats, rotte doodskopstrijkers en panzers vliegen je dan ook om de oren. De tegenstanders van een gedeeltelijke legalisatie zijn duidelijk geen vuurwerkfans: “Vuurwerk is de meest walgelijke rotzooi die je tegen kan komen.” Of ze denken dat het toch geen zin heeft: “Ik denk niet dat je handelaren tegen kunt houden door dit te legaliseren. Echte handelaren richten zich niet op pirats en 1000 klappers. Die gaan toch voor het grote geld en het grote spul: zware pijlen, shells, mortierblokken e.d.”
Illustratie: Sjaak Klunder
21 bezoekers waren voor legalisatie. De voorstanders maken zich onder andere zorgen over de cash flow naar België: “Weet je hoeveel BTW Nederland kwijt raakt aan die Belgen?” “Mocht sommig illegaal vuurwerk legaal worden, dan zal de economie de laatste drie dagen van het jaar een mooie stijging vertonen.” De ons omringende landen worden in de discussie betrokken: “In België zijn toch maar weinig problemen en het is het hele jaar verkrijgbaar.” En ook in Engeland schijnen de vuurwerkregels ruimer te zijn. “Zijn zij onverantwoord bezig of zijn wij simpelweg te streng?”
Prijs Is de vuurwerkregelgeving in ons land inderdaad te streng? “Wij hebben een veel te strenge wetgeving omtrent vuurwerk dat gebaseerd is op onderzoeken van TNO en gebeurtenissen waarbij vuurwerk zorgde voor slachtoffers. Wij hebben hier te maken met een overheid die zich veel te verantwoordelijk voelt voor haar burgers.” Kenners doen enkele suggesties over hoe de vuurwerkregelgeving versoepeld kan worden: “Een sierpot mag maximaal 200 gram sas bevatten, elk compartiment 15 gram sas. Terwijl in de Europese regelgeving elk compartiment tot maximaal 25 gram sas gevuld mag zijn om binnen de 1.4 classificatie te blijven. (klasse 1.4 is consumentenvuurwerk, red.).” “Zou de Nederlandse regering het mogelijk kunnen maken 100 sh cakes met 20 gram effect lading per schot te produceren en tegen een redelijke prijs op de markt te kunnen brengen? Dan gaan Jantje en Pietje die in Nederland wonen echt geen moeite doen om bij een handelaar een flowerbed te kopen. Zo schakel je dus de handelaren uit!” Tot slot zijn de meeste bezoekers het erover eens dat legalisering geen zin heeft, als de prijzen niet omlaag gaan in Nederland: “Zolang ze niks aan de prijzen doen zal ik in België blijven kopen.” Tekst: Manon Nooteboom
OPPORTUUN
Uitgelicht
Nummer 2 – 2006
Agenda
Gewelddadig fotograferen?
Update 2006 – Straf(proces)recht,
Voetbalgeweld levert vaak bewijsproblemen op. De ervaren hooligan kent het klappen van de zweep, en weet dat bekennen niet vaak tot vrijspraak zal leiden. Daar komt bij dat in de wereld van de gewelddadige voetbalsupporters het misleiden van de politie tot sport is verheven. Vermomming en het wisselen van kleding komen daarbij geregeld voor.
9 februari Tijdens deze dag komen de volgende onderwerpen aan de orde: spreekrecht, verplicht DNAonderzoek, Wetsvoorstel OM-afdoening. Locatie: Jaarbeurs Congrescentrum (Beatrixgebouw), Utrecht Kosten: € 375 (excl. btw) en € 345 bij gelijktijdige aanmelding van twee of meer personen uit dezelfde organisatie Informatie: Studiecentrum Kerckebosch telefoon 030-698 42 22 of via www.kerckebosch.nl of email
[email protected] corruptie in Nederland 9 februari Tijdens deze middagconferentie komen de volgende onderwerpen aan de orde: omvang, aard en afdoening van corruptie, corruptie en collusie in Nederland: lessen uit het bouwfraudeonderzoek, Corruptienota. Locatie: Jaarbeurs, Utrecht Kosten: € 395,- excl. btw, per persoon Informatie: SDU telefoon 070 378 99 71 of via www.sdu.nl Georganiseerde misdaad en de Derde Wereld, 15 maart In dit seminar wordt gekeken naar georganiseerde
Eén van de instrumenten om voetbalgeweld aan te pakken is artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht, de openlijke geweldpleging. Tot medio 2000 was nodig dat per verdachte bewezen werd dat hij zelf ten minste enig geweld had gepleegd. In het jaar waarin het Europees kampioenschap voetbal in Nederland en België werd gespeeld, is artikel 141 zodanig gewijzigd, dat ook degene die zelf niet bewijsbaar gewelddadige handelingen heeft gepleegd desondanks voor openlijke geweldpleging veroordeeld kan worden. Daarvoor is dan wel nodig, aldus de Hoge Raad, dat “de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld (...). De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.” (Hoge Raad 11 november 2003, LJN AL6209)
misdaad die doorgaans buiten het Westerse blikveld valt. Daarom veel aandacht voor georganiseerde criminaliteit in de zogeheten Derde wereldlanden. Locatie: Agora-zaal, VU, Amsterdam Kosten: € 150.Informatie: VU secretariaat sectie Strafrecht en Criminologie via telefoon 020 598 6231 of via www.ciroc.nl Tekst: Mirelle Herlfterkamp Uitgebreide congresinformatie vindt u op OMtranet 2G via Actueel > Agenda > Congresagenda
Onlangs kreeg het Arnhemse hof een zaak voorgelegd die te maken had met rellen na afloop van de in de UEFA-cup wedstrijd NEC - Widlaw Krakow, in de herfst van 2003. Een wedstrijd die voor de Nijmegenaren desastreus verliep, met drie rode kaarten, verlies en uitschakeling. Een groep relschoppers, die de gang van zaken niet kon verkroppen, trok op naar het vak van de Poolse supporters, stuitte daarbij op een politielinie en keerde zich vervolgens tegen de politie. Van één van de aanwezigen kon alleen bewezen worden dat hij foto’s had gemaakt van de rellen en deze
vervolgens op internet had geplaatst. Op de foto’s waren de relschoppers onherkenbaar gemaakt. De man beheerde een eigen site, waarop veel foto’s van rellen te vinden waren en waarop bovendien voetbalgeweld werd verheerlijkt. Het zou te simpel zijn om te zeggen dat hier dus de vraag voorligt of je gewelddadig kunt fotograferen. Waar het om gaat is veeleer, of verdachte door zijn handelwijze bijgedragen heeft aan het geweld. Het hof vindt van wel: “Verdachte heeft een significante bijdrage geleverd aan het geweld door hiervan, meelopend met de relschoppers, foto’s te maken, waardoor de rellende supporters werden gesteund in hun gewelddadige gedrag. (...) Gelet op de genoemde gedragingen van verdachte, is duidelijk dat hij onderdeel uitmaakte van de groep supporters en niet van de pers, waardoor het maken van foto’s een bijdrage heeft geleverd aan de sfeer van ontremming.” Voor het hof speelde bij de bewezenverklaring van openlijke geweldpleging tevens een rol, dat verdachte zich nimmer had gedistantieerd van de groep relschoppers en dat hij de website beheerde. (Hof Arnhem 22 november 2005, parketnummer 21-4946-04, niet gepubliceerd) Tegen het arrest in geen cassatie ingesteld. Jan-Willem Grimbergen, AG bij het ressortsparket te Arnhem
Gevaar op het spoor In de rubriek “Uitgelicht”, onder de titel “Etiketjes plakken” (december 2005), schreef ik dat mij geen overtredingsvariant bekend was van het veroorzaken van gevaar op de spoorweg. Dankzij Karin van Tuijn van de Inspectie Verkeer en Waterstaat weet ik inmiddels beter. Zij wees op artikel 3 van de Spoorwegwet. Dank!
23
24
Personalia Ressortsparket Den Haag:
Ressortsparket ‘s-Hertogenbosch:
Hoofd Advocaat-Generaal Monte van Capelle is per 1 januari 2006 hoofdofficier van het parket Assen geworden; Elmar van Erve, secretaris is per medio januari naar de rechtbank Rotterdam vertrokken.
Officier van justitie Gert Souër is gedetacheerd vanaf parket Groningen.
De minister van Justitie heeft bij besluit van 20 december 2005 besloten mr. Piet Hein Cremers met ingang van 1 januari 2006 te belasten met de taak invulling te geven aan het project ‘Support to the establishment of courts of appeal in Turkey’; per gelijke datum is mr. Cremers ontheven uit zijn ambt van hoofd van het ressortsparket te ’s-Hertogenbosch ; Per 1 februari 2006 zal Charles van der Voort in dienst treden als hoofdadvocaat-generaal van het Ressortsparket ‘s-Hertogenbosch.
BVOM:
Haarlem:
In dienst: Elise Oosterwegel is per 1 januari aangetreden als plaatsvervangend hoofd van het BVOM. Zij komt van parket Utrecht. Uit dienst: Carina Smids, Klaas Jonkers, André Boone, Tamara Bontan en Dieneke Dethmers zijn per 16 januari vertrokken naar de CVOM. Carina gaat aan de slag als zittingsvertegenwoordiger, Klaas, André en Tamara als administratief juridisch medewerker en Dieneke als administratief medewerker.
Iddo Hoek, secretaris begint per 20 februari bij team Schiphol. Iddo is afkomstig van parket Amsterdam Uit dienst treedt mevrouw Van der Mije, personeelsmanagementadviseur.
Assen:
Dordrecht: In dienst treden: Lunneth Albertus (receptiemedewerker); Karin Merks (administratief medewerker); Ariëtte van Pelt (receptiemedewerker). Uit dienst treden: Ingrid Schoonenberg; Alie Lankhorst; Karin van Gijzen. Met FPU zijn gegaan: Marja Cohen (administratief medewerker), Gert Dubbeldam (administratief medewerker), Dini Heijden (beleidsmedewerker); Ria Oudenes (applicatiebeheerder)
Parket-Generaal: Bij de afdeling Bedrijfsvoering is Cobi de Boer begonnen als beleidsadviseur bewaken en beveiligen. Alwin Mensink (accountmanager) stapt per 1 februari over naar het Functioneel Parket in de functie van controller.
Functioneel Parket: In dienst treden: vestiging Rotterdam: Alette Jopse als sen. Parketsecretaris; Jolande de Kort als managementassistente; vestiging Amsterdam: Anna van den Hogen als sen. Administratief medewerker; Michiel Zwinkels als officier van justitie; May May Lok als administratief medewerker; vestiging Den Bosch: Maria de Vaan als managementassistente; vestiging Zwolle: Steffy Thomas als senior administratief medewerker; Gulcen Erbas als managementassistente en Arjen van Tilborg als coördinator P&O; vestiging Den Haag: Ruud Bloembergen als hoofd bedrijfsvoering.
Breda: In Breda is de nieuwe facilitaire dienst opgezet en zodoende traden per 1 januari Will Vervaart, Ad Oprins, Ronald Snijder, Tamara Jansen, John van Eldik in dienst als medewerker service en beveiliging. De nieuwe medewerkers Logistiek zijn Joop van der Avoird, Loek Patty, Cees Copal. Rini Raessen zal als senior medewerker facilitaire dienst de zaken in goede banen leiden. Bij de personeelsen salarisadministratie trad Astrid Logtens als medewerker in dienst. Rene van Berkel begon 2006 als nieuwe allround financieel medewerker. Irma Nanuru, Dennis Janssen, Linda van Daalen, Susanne Lapreals en Aukje Nuiten traden in dienst als administratief medewerkers. Chantal de Graaff is de nieuwe ambtelijk secretaris OR. Elke Kool versterkt de parketvoorlichting. Uit dienst trad Tony Rering.
Leeuwarden: Anneke Rietveld is als officier van justitie aan de slag gegaan; Paul Kanis is in dienst gekomen bij de afdeling personeel en organisatie; Ginette Nijland is aangesteld als management assistente; op het call-center is Leonie Blonk begonnen.
Middelburg: Middelburg is blij met de komst van de nieuwe Hoofdofficier Diederik Greive. Esther Bethlehem begint 2006 als OVJ enkelvoudig. Monique van Die verliet de organisatie. Tekst: Karin Mensink
OPPORTUUN
Beleid en regels
Nummer 2 – 2006
beleid en regels Voor complete teksten, bel de documentatie van het Parket-Generaal, 070-3399813 of 070-3399812.
tebeeld.
(AG Machielse: criterium is: zijn de gedragingen
Primair stelt de AG zich op het standpunt dat
naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op
het oordeel van het hof in casu is met dit arrest
voltooiing van het voorgenomen misdrijf? De
nog wel is te rijmen. De situatie (beschreven in
Hullu: nadruk ligt op de indruk die het handelen
de brief van de moeder) waarop het hof doelt,
maakt op de rechtsgenoten. I.c. zagen omwo-
kan naar ervaringsregelen in verband worden
nenden aanleiding de politie te waarschuwen).
gebracht met een in de psychiatrie erkend ziekBenadeelde partij: immateriële schade
tebeeld).
(shockschade) Hoge Raad 20 december 2005, 00069.05
Grondslagverlating? Hoge Raad 20 december 2005, 03631.04 / LJN
Aanhoudingsverzoek afgewezen
AU6373
Hoge Raad 20 december 2005, 03304.04 E / LJN Veroordeeld is terzake een vijftal geweldsdelic-
AU3949
ten tot achttien jaar gevangenisstraf.
Veroordeeld is terzake onder meer poging diefstal door braak.
Geklaagd wordt over toewijzing van de vordering
De raadsman heeft verzocht om aanhouding
Telastegelegd was het door/kapot knippen van
van de benadeelde partij (moeder van het dood-
omdat zijn cliënt zich niet in staat voelt om te
de telefoonkabel. Het Hof heeft bewezen geacht
geschoten slachtoffer) betreffende de immate-
verschijnen en de behandelend raadsman door
het doorzagen van die kabel (conform een
riële schade.
persoonlijke omstandigheden is verhinderd.
bewijsmiddel).
Het Hof heeft dit deel van de vordering toegewe-
Het Hof heeft het verzoek tot aanhouding afge-
Klacht is dat de grondslag van de telastlegging
zen op grond van hetgeen de benadeelde partij
wezen nu het Hof niet aannemelijk acht dat de
is verlaten.
heeft aangevoerd (brief van de moeder over
verdachte en zijn raadsman zijn verhinderd. Het
De Hoge Raad overweegt dat het klaarblijkelijk
het dagelijks diepe verdriet na de onverwachte
Hof houdt het ervoor dat de verdachte ervoor
volgens het Hof gaat om een kennelijke vergis-
gewelddadige dood van het slachtoffer) en de
heeft gekozen niet aanwezig te zijn. De persoon-
sing. Het Hof heeft verbeterd gelezen. Daarin ligt
uit het feit voortgevloeide en nog voortvloeiende
lijke omstandigheden van de raadsman zijn niet
besloten dat bij de verdachte geen onduidelijk-
psychische gevolgen.
gespecificeerd en gezien het recente gesprek
heid heeft bestaan over wat hem wordt verweten
De Hoge Raad overweegt dat dit oordeel onvol-
van de advocaat-generaal met de afwezige
zodat hij niet in zijn verdediging is geschaad.
doende is gemotiveerd, gelet op de eisen uit HR
raadsman over de kosten van getuigen, houdt
Deze feitelijke oordelen van het Hof zijn niet
NJ 2002.240. Vereist is in een geval als dit, dat in
het Hof het ervoor dat de raadsman om hem
onbegrijpelijk: het betreft een aanpassing van
rechte komt vast te staan dat sprake is van een
moverende redenen afwezig is. Een herhaald
ondergeschikte betekenis die geen wezenlijke
in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
verzoek na requisitoir wordt eveneens afge-
wijziging in de feitelijke omschrijving van het feit
Daarvoor zou een ander feitelijk onderzoek
wezen omdat geen feiten of omstandigheden
heeft teweeggebracht.
nodig zijn.
aannemelijk zijn geworden die tot een andere
Beroep verworpen. (Am)
Omdat reeds vaststaat dat de vordering niet
beslissing nopen.
ontvankelijk moet worden verklaard (te inge-
De Hoge Raad overweegt dat ’s Hofs oordeel
wikkeld), zal de Hoge Raad de beslissing zelf
over de raadsman moverende redenen en de
nemen.
kosten niet begrijpelijk is nu het proces-verbaal
Deels vernietiging, immateriële deel van de vor-
van de terechtzitting over het gesprek van de
dering niet-ontvankelijk. (DH)
advocaat-generaal met de raadsman niets inhoudt.
(AG Wortel: Het civiele arrest NJ 2002.240 kreeg
Het oordeel dat de verdachte koos voor afwezig-
destijds veel aandacht en gaat over shock-
heid en dat verhindering van de raadsman niet
schade. Uit dit arrest: nabestaanden kunnen
aannemelijk is nu diens persoonlijke omstandig-
geen vordering indienen gelet op art. art. 6:108
heden niet nader zijn gespecificeerd, draagt de
BW. Het is niet uitgesloten dat het wettelijk stel-
beslissing tot afwijzing evenwel zelfstandig.
sel onvoldoende tegemoet komt aan de maat-
Beroep verworpen.
schappelijk gevoelde behoefte tot enige vorm van genoegdoening. Hier ligt een taak voor de
Begin van uitvoering
wetgever. Het gaat de rechtsvormende taak van
Hoge Raad 20 december 2005, 00011.05
de rechter te buiten. Wel komt voor vergoeding in aanmerking (art. 6:106.1.b BW): immateriële
Veroordeeld is terzake poging diefstal in vereni-
schade door een shock - waaruit geestelijk letsel
ging.
voortvloeit - van iemand, doordat hij een ernstig
Verdachte en zijn mededader hadden ‘s nachts
ongeval of de directe ernstige gevolgen daarvan
het plan opgevat autoradio’s te gaan stelen. Zij
waarneemt, met name indien de getroffene een
schenen met een zaklantaarn en een aansteker
persoon is waarmee hij een nauwe affectieve
in auto’s en trokken hard aan de portieren.
relatie heeft. Dan is wel vereist dat het geestelijk
De verdediging voert aan dat er nog geen begin
letsel in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen
van uitvoering was.
in het algemeen slechts het geval zal zijn indien
Beroep zonder nadere motivering verworpen.
sprake is van een in de psychiatrie erkend ziek-
(DH)
Tekst: Angela Kaptein
Zie verder op OMtranet: • Mensenhandel; art. 250a (oud) SR Hoge Raad 20 december 2005, 00133.05 / LJN AU3425 • Ontneming; Hoge Raad 20 december 2005, 00445.05 P • Pitbull; Hoge Raad 20 december 2005, 001298.05 B / LJN AU 6354 • Klaagschrift ná strafzaak, vóór ontnemingsvordering: ontvankelijk? art. 552a Sv; Hoge Raad 3 januari 2006, 00698.05 B / LJN AU6781 • Sprong in de hofvijver; Hoge Raad 3 januari 2006, 01040.05 / LJN AU6792 • Zwaardere straf dan eis, motivering onvoldoende; Hoge Raad 3 januari 2006, 00067.05
25
26
internationaal Bureau Internationale Rechtshulp in Strafzaken, telefoon 070-37 07 468.
was: (1) dat er restricties golden voor export
Ne bis in idem-uitlevering aan de VS
van deze stof naar Irak, (2) dat hij op de trans-
Hoge Raad, 20 december 2005, nr. 02439/05 U
portdocumenten een onjuiste eindbestemming en onjuist eindgebruik had vermeld, (3) dat hij
De VS verzoeken uitlevering van iemand die
wist dat het een grondstof voor mosterdgas
stelt voor dezelfde feiten reeds in België te zijn
betrof en dat gezien al het voorgaande deze
veroordeeld. Op grond van artikel 5, onder b,
Levering van grondstof voor gifgas aan Irak
stof ook daarvoor zou worden gebruikt en (4)
Uitleveringsverdrag VS/NL, kan iemand niet in
Rechtbank Den Haag, 23 december 2005, nr.
dat Irak in diens oorlog tegen Iran gebruik
Nederland worden vervolgd terzake van een feit
09/751003-04
maakte van gifgas. Door ondanks deze weten-
waarvoor uitlevering wordt verzocht, indien men
schap bij te dragen aan de levering van grote
daarvoor reeds in het buitenland is veroordeeld
De verdachte wordt verdacht van medeplichtig-
hoeveelheden van de stof aan Irak, heeft de
(lid a gaat over veroordeling in Nederland).
heid aan genocide en medeplichtigheid aan
verdachte willens en wetens de aanmerkelijke
Voorts bepaalt artikel 68, lid 2, WvSr dat voor ‘ne
oorlogsmisdrijven.
kans aanvaard dat deze stof, als bestanddeel
bis in idem’ van belang is dat de straf niet alleen
van gifgas, aangewend zou worden bij de reeds
is opgelegd maar ook is uitgevoerd tenzij sprake
Om vast te stellen of sprake is geweest van
bewezenverklaarde chemische aanvallen. Ten
is van gratie of verjaring. Ook artikel 54 van de
medeplichtigheid aan genocide, dient eerst
overvloede overweegt de rechtbank dat reeds
Uitvoeringsovereenkomst Schengen bepaalt dat
bepaald te worden of sprake is van het grondfeit
voorwaardelijke opzet volgt uit de onder 1 tot en
een straf reeds ten uitvoer gelegd moet zijn. In
genocide. Daarvoor is nodig dat de feitelijke
met 3 genoemde wetenschap. Als iemand che-
het geval van de opgeëiste persoon is niet aan-
handelingen (genoemd in artikel 1, sub 1-4,
micaliën levert, waarvan hij weet dat ze zullen
gevoerd of gebleken dat de in België opgelegde
en artikel 5 Uitvoeringswet Genocideverdrag)
worden gebruikt voor gifgasproductie door een
straf reeds ten uitvoer is gelegd. Aldus kan hij
zijn gepleegd met het oogmerk van gehele of
land dat in een langdurige oorlog is verwikkeld
worden uitgeleverd aan de VS.
gedeeltelijke vernietiging van een specifiek
die het zelf is begonnen, aanvaardt die persoon
beschermde groep. De rechtbank overweegt
bewust de aanmerkelijke kans dat het te pro-
dat de Koerdische bevolkingsgroep kan worden
duceren gifgas ook op het slagveld zal worden
aangemerkt als een etnische groep en voorts
ingezet. Daarbij is van belang dat de verdachte
dat de geweldscampagne tegen de Koerden een
zich tijdens het vooronderzoek uitdrukkelijk
genocidaal oogmerk had.
niet op het standpunt heeft gesteld dat hij in de
verdragen www.minbuza.nl/ buitenlandsbeleid/verdragen
veronderstelling verkeerde dat de chemicaliën Nu het gronddelict is aangetoond kan worden
in Irak slechts zouden worden aangewend voor
- Verdrag van de Verenigde Naties tegen grens-
bepaald of de verdachte hieraan medeplichtig
ontwikkeling, aanmaak en opslag van chemi-
overschrijdende georganiseerde misdaad
is. De rechtbank acht niet bewezen dat de ver-
sche bestrijdingsmiddelen, terwijl hij zich ter
(New York, 15-11-2000)
dachte ten tijde van de levering van de stof wist
zitting heeft beroepen op zijn zwijgrecht. Voorts
Inwerkingtreding voor Bolivia op 09-11-2005
dat hij hiermee bijdroeg aan aanvallen die als
is van belang dat volgens de getuige-deskun-
Inwerkingtreding voor Kiribati op 15-10-2005
doel hadden de gehele of gedeeltelijke vernieti-
dige de kans dat de stof (als bestanddeel van
Inwerkingtreding voor Libanon op 04-11-2005
ging van de Koerdische bevolkingsgroep in Irak.
gifgas) zou worden aangewend bij chemische
Inwerkingtreding voor Moldavië op 16-10-2005
Pas na de aanval op Halabja (16 maart 1988)
aanvallen, niet alleen aanmerkelijk was maar
- Verdrag van de Verenigde Naties tegen de
kwam het lot van de Koerden op uitgebreide
welhaast honderd procent. Ten derde moet, om
sluikhandel in verdovende middelen en psycho-
schaal in de internationale media aan de orde.
medeplichtigheid aan te nemen, aangetoond
trope stoffen
Er is niet gebleken dat de verdachte reeds voor
worden dat de leveringen de aanvallen hebben
(Wenen, 20-12-1988)
deze datum kennis had van de behandeling
bevorderd of gemakkelijker hebben gemaakt. De
Inwerkingtreding voor Liberia op 15-12-2005
van de Koerden door de Iraakse autoriteiten
rechtbank overweegt dat dit het geval is geweest
Inwerkingtreding voor Zwitserland op 13-12-
terwijl alle leveringen voor deze datum hebben
op grond van berekeningen van een getuige-
2005
plaatsgevonden. De verdachte wordt op dit punt
deskundige (betreffende het moment waarop de
Inwerkingtreding voor Angola op 24-01-2005
vrijgesproken.
voorraden die de verdachte had geleverd zouden
Inwerkingtreding voor de Democratische
zijn gebruikt als onderdeel van gifgas dat voor
Republiek Congo op 26-01-2005
aanvallen is gebruikt).
- Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de
Betreffende medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven moet ten eerste de aard van het gewa-
Strafrechtelijke Bestrijding van Corruptie
pende conflict worden bepaald. De rechtbank
De rechtbank overweegt dat vast is komen te
(Straatsburg, 15-05-2003)
overweegt dat er tussen Irak en Iran sprake was
staan dat de verdachte bewust en louter uit
Inwerkingtreding voor het Koninkrijk der
van een internationaal gewapend conflict en
winstbejag een essentiële bijdrage heeft gele-
Nederlanden op 01-03-2006
tussen de Iraakse regeringstroepen en de gewa-
verd aan het chemische wapenprogramma van
pende (Koerdische) verzetsgroepen van een
Irak in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zijn
niet-internationaal gewapend conflict (meer dan
bijdragen hebben een groot aantal met mosterd-
“interne ongeregeldheden”). Ten tweede moet
gas uitgevoerde aanvallen op weerloze burgers
de (voorwaardelijke) opzet van de verdachte
mogelijk gemaakt, althans vergemakkelijkt. Deze
worden aangetoond. De rechtbank overweegt
aanvallen vormen ernstige oorlogsmisdrijven. De
dat de verdachte voor de eerste zending (eind
verdachte wordt veroordeeld tot een gevange-
mei 1985) van een aantal zaken op de hoogte
nisstraf van 15 jaar.
Tekst: Linda Bregman
OPPORTUUN
Inhoud Alles afwegende 3 De ‘moedige stoffenverkoper’ Van Anraat kreeg de maximumstraf voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Toch tekende officier Fred Teeven hoger beroep aan. Herstelopvoeding 5 Het project Herstelopvoeding leert recidiverende jongeren schuldbesef en invoelingsvermogen aan. Softe aanpak? “Nee, ontkennen is veel makkelijker.”
WaarOM? 13 Helpdesk van het Landelijk Parket beantwoordt vragen uit het politie- en justitieveld. Spijbelen 14 Almelo pakt spijbelaars stevig aan. Hoezo met een kanon schieten op een mug, zeggen de ‘spijbelofficieren’ van het parket. “Ouders bedanken ons zelfs!” Samen sterk 16 Op weg naar de vorming van Geografisch Georiënteerde Eenheden, sloegen Zwolle/ Lelystad en Almelo al snel de handen ineen. Het draagvlak voor verandering is daarom groot, zeggen hoofdofficieren Arend Vast en Ben Hendriks. Kooistra & Piersma 18 “De boodschapper mag nooit de schuld krijgen.” Interview met Jack Kooistra en Auke Piersma, onafscheidelijk verslaggeversduo in Leeuwarden. OM-talenten 20 “Direct in het diepe? Soms moeten we ze eerst leren goed te zwemmen.” Roelie van Rossem-Broos schetst het nieuwe MD-beleid voor talentontwikkeling.
Zestien miljoen rechters 6 “Prima! Hoewel: één seconde over tijd,” krijgt Hanneke Festen tijdens de generale repetitie te horen. Opportuun volgde de Amsterdamse persofficier tijdens de opname van het VARA-programma Zestien miljoen rechters. Cassatiedesk 8 “Natuurlijk zetten we niet alle voorstellen voor cassaties zomaar door. Onze taak is immers het beoordelen van de opportuniteit van het cassatieberoep.” Dat zegt Gert Haverkate over de Cassatiedesk die formeel in maart start. Slechthorend Voor juridisch medewerker Klaeske Tienstra vormt haar slechthorendheid nauwelijks een obstakel. “Ik ben alleen op papier gehandicapt.”
10
Rechtstreeks Reacties op: Verboden vuurwerk legaliseren? Agenda Uitgelicht Gewelddadig fotograferen?
22
23 23
Personalia
24
Beleid en regels
25
Internationaal
26
Verkeer Achterom
27 28
OPPORTUUN
Verkeer
Nummer 2 – 2006
tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 12 nummer 2 februari 2006 Verschijningsdatum nr. 3: 2 maart 2006. Opportuun is het tijdschrift van en voor het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
verkeer Bureau Verkeershandhaving OM. Voor complete teksten, bel 0346-333310
de HR, dat dit oordeel geen blijk geeft van een
Betrokkene werd door het Hof wegens een snel-
onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk is.
heidsovertreding veroordeeld tot een geldboete
Volgt verwerping van het beroep. (Noot JS: con-
(van € 200), met ontzegging van de bevoegdheid
creet gevaar werd dus niet meegewogen).
tot het besturen van motorrijtuigen voor 6 maanden en verbeurdverklaring van de auto. Naar zijn
Teruggave beslag aan een derde (i.c. een
zeggen bedraagt de waarde van die auto
Onder zodanige invloed van een stof (coca-
leasemaatschappij) i.p.v. beslagene
€ 10.000. Het cassatiemiddel klaagt erover dat
ine, MBDB en diazepam); art. 8 WVW94
Hoge Raad Strafkamer 29 november 2005, nr.
het Hof ten onrechte niet heeft gemotiveerd
Hoge Raad strafkamer 29 november 2005, nr.
00885/05B
waarom de auto verbeurd diende te worden
03589/04
verklaard, ondanks het gevoerde verweer op dit Betrokkene stelt zich op het standpunt, dat hij
punt (o.a. “ik heb straf verdiend, maar verbeurd-
Bij de bestuurder van een auto die betrokken
enkele vrachtauto’s voor een aanvaardbare prijs
verklaring is een te grote straf”). De AG bij de HR
was bij een verkeersongeval werd een voorlopig
en te goeder trouw heeft gekocht van bedrijf O.,
overweegt dat de HR groot gewicht toekent aan
onderzoek van uitgeademde lucht uitgevoerd.
inclusief de originele papieren en overschrij-
de op het feit gestelde maximumstraf, en meer in
De verbalisant neemt geen alcoholindicatie
vingsbewijzen. De officier van justitie wenst
het bijzonder op de maximaal op te leggen geld-
waar, wel neemt hij waar dat betrokkene bloed-
de vrachtauto’s echter terug te geven aan de
boete. Verbeurdverklaring van voorwerpen waar-
doorlopen ogen heeft, met dubbele tong spreekt,
betreffende leasemaatschappijen omdat deze
van de waarde de maximale boete ver overtreft,
onvast ter been is en een suffe indruk maakt. Na
redelijkerwijs als rechthebbenden kunnen wor-
is al gauw disproportioneel. Zie in het bijzonder
bloedafname stelt het toenmalig Gerechtelijk
den aangemerkt en teruggave derhalve redelijk
HR 15 november 1988, NJ 1989, 352 en HR 13
Laboratorium vast dat betrokkene cocaïne
en maatschappelijk niet onverantwoord is. De
juni 1989, NJ 1990, 138, die beide betrekking
(0,06 mg), MBDB en diazepam (0,78 mg) heeft
rechtbank overweegt dat niet betwist is dat
hebben op verkeersovertredingen. Gelet hierop
gebruikt. Deze stoffen kunnen de rijvaardigheid
bedrijf O. niet bevoegd was om de vrachtwagens
alsmede op de in deze zaak opgelegde straffen
beïnvloeden. De concentratie van diazepam is
te verkopen daar deze geleast waren. Tevens
en het namens de verdachte aangevoerde is de
Abonnementenadministratie:
hoog; die van cocaïne is een werkzame con-
overweegt de rechtbank dat noch het hebben
-niet nader gemotiveerde- verbeurdverklaring
Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen naar
[email protected].
centratie. Betrokkene verklaart geen alcohol,
van de volledige kentekenpapieren van een
ondanks de hardnekkige recidive niet naar de
maar wel andere middelen te hebben gebruikt
voertuig, noch de registratie in het RDW-register
eis der wet met redenen omkleed. Ook de ‘richt-
48 uur voorafgaand aan het verkeersongeval, nl.
een bewijs levert van de eigendom van een voer-
lijnen’ waarnaar de AG bij het gerechthof in zijn
XTC. Bewezen werd verklaard dat betrokkene
tuig. In de conclusie van de PG bij de Hoge Raad
requisitoir verwijst maken de verbeurdverklaring
Redactieraad: Ryan Lievaart, Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters.
verkeerde onder zodanige invloed van een stof,
(betrokkene ging in cassatie) is onder meer ver-
niet direct begrijpelijk, volgens de AG bij de HR.
t.w. cocaïne en MBDB en diazepam, dat hij niet
meld dat de bij teruggave van inbeslaggenomen
Hij neemt aan dat werd gedoeld op de Richtlijn
tot behoorlijk besturen in staat moest worden
voorwerpen te hanteren maatstaf ingrijpend is
voor strafvordering Wet Mulder (Stcrt 2003, 223)
geacht. Betrokkene verweert zich in cassatie
gewijzigd (Wet van 12 april 1995, Stb. 254, inwer-
in combinatie met de Aanwijzing inbeslagneming
door te stellen dat de invloed van de gebruikte
kingtreding per 1.1.1996). De strafrechtelijke
bij verkeersdelicten (Stcrt 2003, 235). Deze richt-
hoeveelheden te gering was om te kunnen
autoriteiten moeten daarbij niet gedwongen op
lijnen houden volgens de AG bij de HR niet meer
bewezen verklaren dat hij niet tot behoorlijk
de stoel van de burgerlijke rechter gaan zitten,
in dan dat inbeslagneming van de auto bij snel-
besturen in staat moest worden geacht. Ook
d.w.z. geen definitieve beslissing over eigen-
heidsovertredingen mogelijk is als de maximum-
uit de gegevens over de aard en de wijze van
doms- en bezitskwesties geven. De rechtbank
snelheid met meer dan 100 % is overschreden
Suggesties, opmerkingen, artikelen: Bel of mail de eindredacteur. Eindredactie: Pieter Vermaas, 070-3399840 of
[email protected]. Redactieadres: Voorlichtingsdienst OM, Parket-Generaal, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840.
Vaste medewerkers: Lianne Bertens, Linda Bregman, Thea van der Geest, Mirelle Herlfterkamp, Anne Hoeksema, Angela Kaptein, Sjaak Klunder, Karin Mensink, Michael Nieuwenhuis, Manon Nooteboom, Koos Spee. Aan dit nummer werkten verder mee: Jorinde van Boetzelaer, Linda van Bruggen, Jan-Willem Grimbergen, Mary Hallebeek, Olga Hoekstra, Rieneke Kamminga. Foto omslag: Onno Kummer Ontwerp: Fabrique, Delft Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 6.900
ontstaan van het verkeersongeval zou die bewe-
zal, volgens bestendige rechtspraak van de HR,
en er bovendien sprake is van een “geconcreti-
zenverklaring niet kunnen volgen. De AG bij de
moeten beoordelen of een derde redelijkerwijs
seerde gevaarzetting”. Van dat laatste blijkt in het
HR is van mening dat in gevallen als het onder-
als rechthebbende op de zaak kan worden
onderhavige geval niet. Uit de richtlijnen volgt
havige beslissend is of uit de bewijsmiddelen
aangemerkt (HR 6 mei 2003, NJ2003, 459; HR 3
dus niet dat van elke inbeslaggenomen auto de
kan worden afgeleid dat de verdachte onder
juni 2003, LJN AF6983; zie ook R. Kuiper, beklag
verbeurdverklaring moet worden gevorderd. De
een zodanige invloed van de desbetreffende
tegen beslag, NJB 2005, p. 207). De overweging
HR oordeelt tot vernietiging van de bestreden
stoffen verkeerde dat hij toen niet tot behoorlijk
van de rechtbank over het enkele bezit van de
uitspraak, uitsluitend v.w.b. de strafoplegging en
besturen in staat moet worden geacht. Voor een
papieren en de registratie kan het oordeel van
wijst de zaak terug naar het betreffende hof.
veroordeling van art. 8, eerste lid WVW94 is niet
de rechtbank, volgens de AG bij de HR, zelfstan-
noodzakelijk dat sprake is geweest van feitelijk
dig dragen. Terzijde wordt gewezen op HR 4 april
gevaarlijk of niet aan de verkeerssituatie aange-
1986, NJ 1986, 810, VR 1987/91 waarin de HR
past rijgedrag van de bestuurder (zie HR 1 juni
voor het aannemen van goede trouw ten minste
2004, NJ 2004, 438 en HR 21 december 2004, NJ
eist dat de koper de beschikkingsbevoegdheid
2005,83). Kennelijk heeft het hof geoordeeld dat
van de verkoper op grond van de autopapieren
van één van de drie stoffen de concentratie hoog
onderzoekt. De HR tot verwerping van het cas-
was en van een andere stof de concentratie
satieberoep.
werkzaam, deze stoffen tezamen en in de vastgestelde concentraties een dusdanige invloed
Verbeurdverklaring disproportioneel;
op het rijgedrag van verdachte hebben gehad
Hoge Raad Strafkamer 15 november 2005, nr.
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest
03399/04; NJB 2006, 15
worden geacht. De HR oordeelt met de AG bij
Tekst: Koos Spee
Zie verder op OMtranet: • Omvang lichamelijk letsel cf. art. 6 WVW94 Hoge Raad strafkamer 29 november 2005, nr. 03270/04 • Door “rood” rijden? Gerechtshof Leeuwarden 7 december 2005, WAHV 05/01301
2
Directeur Jeroen Steenbrink spreekt zijn collega’s bij de CVOM toe tijdens een nieuwjaarsontbijt. De medewerkers vormen al een hechte club en vanaf nu zal de CVOM flink groeien!
Hoofdofficier Rieke Samson had alle Utrechtse parketcollega’s en de ketenmedewerkers van de Veiligheidshuizen uitgenodigd voor de nieuwjaarskoffie. Op 9 januari blikte ze kort terug op de goede resultaten van 2005 en keek vooruit naar wat er in 2006 allemaal staat te gebeuren.
Op 22 december 2005 nam het parket Roermond afscheid van hoofdofficier Ben Swagerman. De collega’s zongen een afscheidslied en overhandigden veel cadeaus waaronder een schitterende ‘voetbalkoe’. De afscheidsreceptie vond plaats in de Oranjerie in Roermond.
Ruim een eeuw justitie-ervaring verlaat parket Assen: gezamenlijk afscheid FPU’ers in Van der Valk in Assen van links naar rechts: Bé Ruben, Klaas Kramer, Marijke Groenewoud en Annalies van Dijk-Pathuis.
Op 12 januari 2006 tijdens de tweede heidag ten behoeve van de aanpak Marokkaanse jeugdige veelplegers in ‘s-Hertogenbosch spreekt criminoloog Hans Werdmölder, tevens auteur van het boek “Marokkaanse lieverdjes” de projectgroep en medewerkers van de diverse (justitie)-organisaties toe.
De Bredase parketmedewerkers Wim Schmets en Henk van Nispen lezen de Opportuun het liefst bij het brandende haardvuur in de nieuwe kantinette. Maar wanneer zien ze daar nu eindelijk zichzelf in terug?
openbaar ministerie jaargang 12 nummer 1 januari 2006
Hanneke Festen tegenover ‘16 miljoen rechters’ De níeuwe Middelburgse hoofdofficier Greive proost op een mooi níeuw jaar voor de Zeeuwse parketmedewerkers.
Monte van Capelle ontvangt bij zijn afscheid als hoofd-AG van het Haagse ressortsparket een Bommeldrieluik; dit omdat hij een fervent fan is van Marten Toonder.
Oud-hoofdofficier van het parket Assen, Roelie van Rossem beëdigt op 5 januari jl. de nieuwe hoofdofficier Monte van Capelle in de rechtbank Assen.
Het jaarlijkse kerstfeest van Paleis van Justitie te Den Haag was weer een groot succes. Officieren, secretarissen en administratief medewerkers dansten vrolijk op jaren ‘60 en ‘70 muziek. Een zeer geslaagde avond!
02
MD-beleid op de schop Cassatiedesk beoordeelt opportuniteit beroepen