Handvatten voor de toepassing van de opzichtbepaling in de AVP-polis
Versie december 2010
2010/bl/13803/RMART
Inhoud
1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.2
Inleiding Wanneer is er sprake van opzicht? Voorbeeld (wel opzicht) Voorbeeld (geen opzicht) Is aansprakelijkheid die voortvloeit uit opzicht situaties verzekerd op de AVP?
4 4 4 5 5
2 2.1 2.2
Grondslag van de opzichtuitsluiting Quasi-eigenaarsrisico Doe-het-zelfrisico
5 5 6
3
De opbouw van de opzichtbepaling
6
4 4.1 4.2 4.2.1 4.3 4.4 4.5 4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4 4.5.5 4.5.6 4.5.7 4.6
Voor welke schade aan zaken onder opzicht is er geen dekking? Wat is huren? Huurkoop, lease, pacht, erfpacht en dergelijke Koop op proef Uit hoofde van beroep Onrechtmatig onder zich hebben Motorrijtuig Voorbeeld (lenen) Voorbeeld (handmatig verplaatsen) Voorbeeld (schade tijdens hulp bieden) Voorbeeld (bewerken van een auto) Voorbeeld (tanken van verkeerde brandstof) Voorbeeld (verlies autosleutels) Voorbeeld (wassen van auto) Voorbeeld (vaartuigen)
6 6 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 9 9 9
5
Voor welke schade aan zaken onder opzicht is er wel dekking?
9
6 6.1 6.1.1 6.2 6.2.1 6.3 6.3.1 6.3.2 6.4 6.4.1 6.5 6.5.1 6.6 6.6.1 6.6.2 6.7 6.7.1
Voor welke schade aan zaken onder opzicht geldt een beperkte dekking? Wat is gebruiken? Voorbeeld (wel opzicht – beperkte dekking) Wat is behandelen? Voorbeeld (geen opzicht – wel dekking) Wat is bewerken? Voorbeeld (wel opzicht – beperkte dekking) Voorbeeld (geen opzicht – wel dekking) Wat is vervoeren? Voorbeeld (wel opzicht – beperkte dekking) Wat is bewaren? Voorbeeld (wel opzicht – beperkte dekking) Wat is lenen? Voorbeeld (wel opzicht – beperkte dekking) Voorbeeld (wel opzicht – geen dekking) Wat is bewonen? Voorbeeld (wel opzicht – beperkte dekking)
9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 11
7 7.1
Moment ontstaan schade niet van belang Voorbeeld (wel opzicht – geen dekking)
11 11
2011/bl/13803/RMART
2.
8 8.1 8.2
Wie heeft de zaak onder opzicht? Voorbeeld (wel opzicht – geen dekking) Voorbeeld (wel opzicht – geen dekking)
11 11 11
9
Vriendendienst en opzicht
12
10 Passagiersrisico en opzicht 10.1 Voorbeeld (tanken verkeerde brandstof)
12 12
11
12
Tot slot
2011/bl/13803/RMART
3.
1
Inleiding
Bij de beoordeling van de dekking op de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) loopt men vaak tegen de vraag aan hoe de opzichtbepaling uitgelegd dan wel toegepast moet worden. Menig geschil is al beslecht door de Raad van Toezicht Verzekeringen of de burgerlijke rechter. Het Verbond van Verzekeraars heeft ook regelmatig aandacht besteed aan de uitleg en praktische toepassing van deze bepaling, bijvoorbeeld in de ‘AAV-richtlijnen inzake de opzichtclausule in de AVP-polis’. De meeste AVP-verzekeraars hebben een opzichtbepaling in de polisvoorwaarden opgenomen die vrijwel gelijk is aan de opzichtclausule uit de modelpolis AVP 2000, die het Verbond van Verzekeraars niet bindend heeft verspreid onder haar leden. De modelpolis AVP 2000 dienst slechts als model waarvan door middel van wijzigingen, aanvullende bepalingen en/of clausules kan worden afgeweken. Verzekeraars zijn vrij om andere polisvoorwaarden aan te bieden. De bedoeling van deze handvatten is om ondersteuning te bieden aan de uitleg van de opzichtbepaling, waarbij de tekst uit de modelpolis AVP 2000 als uitgangspunt wordt genomen. In de praktijk komt het voor dat verzekeraars eigen polisteksten hanteren, die op onderdelen afwijken van de modelpolis. Het gaat erom, dat de schadebehandelaars met de handvatten praktijksituaties gemakkelijker kunnen toetsen. De overige dekkingsaspecten en de aansprakelijkheidsvraag mogen natuurlijk bij de schadebehandeling niet uit het oog worden verloren. 1.1 Wanneer is er sprake van opzicht? In geval van opzicht heeft een verzekerde een zaak van een derde onder zich; hij oefent de feitelijke macht uit over deze zaak. Van opzicht is sprake, zodra de zaak van een derde aan de zorg van een verzekerde is toevertrouwd of die een verzekerde op de een of andere manier onder zijn hoede heeft genomen. Een verzekerde kan een zaak van een ander huren, gebruiken, bewerken, behandelen, bewaren, bewonen, lenen, vervoeren of om welke reden dan ook onder zich hebben. Zodra zaken van derden zich in de macht van verzekerde bevinden, bestaat het risico dat deze zaken beschadigd raken en dat verzekerde hiervoor door de derde aansprakelijk wordt gesteld. Dit feitelijke risico, het “opzichtrisico”, valt uiteen in twee gedeelten, te weten het doe-hetzelfrisico en het quasi-eigenaarsrisico. Echter, niet in elke situatie waarin verzekerde de feitelijke macht heeft over een zaak van een ander is er sprake van opzicht. Of er kan worden gesproken van opzicht hangt af van de aard van de relatie die verzekerde heeft ten opzichte van deze zaak. Het gaat hierbij om een duurzame relatie die verzekerde met die zaak heeft. Maar hoe stel je nu vast of de relatie duurzaam of incidenteel is? De vragen die daarbij behulpzaam kunnen zijn: • Gedurende welke tijd had verzekerde de beschikking over de zaak? • Welke intentie/bedoeling had verzekerde met de zaak? • Heeft verzekerde de regie van de eigenaar overgenomen? Als verzekerde de intentie had om de zaak te gebruiken en dus langer dan incidenteel onder zich te hebben, dan is er sprake van een duurzame relatie. Ter illustratie de volgende voorbeelden. 1.1.1 Wel opzicht Verzekerde leent de fiets van de buurman om een boodschap te doen. Omdat verzekerde niet goed uitkijkt, botst hij tegen een andere fietser op. Verzekerde heeft als ‘lener’ de zorg voor de fiets van zijn buurman op zich genomen. Verzekerde wil iets lenen/gebruiken en laat dit bij het 2011/bl/13803/RMART
4.
oppakken direct vallen: opzicht. De intentie van verzekerde was om de zaak langer te gebruiken. 1.1.2 Geen opzicht De verzekerde die de fiets van de buurman verplaatst, omdat deze in de brandgang in de weg staat, heeft de fiets van de buurman niet onder zich. Verzekerde veegt het windscherm van een motor schoon: geen opzicht. In beide gevallen was de tijdsduur van de handeling te incidenteel (RvT 2003/57). 1.2 Is aansprakelijkheid die voortvloeit uit opzichtsituaties verzekerd op de AVP? In het algemeen is opzicht op de AVP niet verzekerd, waarbij veelal de volgende bepaling in de polisvoorwaarden is opgenomen. Deze polisbepaling is gebaseerd op de modelpolis AVP 2000. A. Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade: 1. Aan zaken die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft uit hoofde van: • een huur-, huurkoop-, lease-, pacht-, pandovereenkomst of vruchtgebruik (waaronder het recht van gebruik en bewoning); • de uitoefening van een (neven)bedrijf of (neven) beroep; • het verrichten van handenarbeid. 2. Aan zaken, die een verzekerde onrechtmatig onder zich heeft. 3. Aan motorrijtuigen, (sta-)caravans, vouwwagens, motor- en zeilvaartuigen (waaronder zeilplanken) en luchtvaartuigen, die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft. 4. Schade bestaande uit en/of als gevolg van verlies, diefstal of vermissing van geld, geldswaardige papieren, bank-, giro-, betaalpassen of creditcards, die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft. Deze uitsluiting geldt niet voor: De aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door brand aan de door hem/haar voor vakantiedoeleinden gehuurde, in het buitenland gelegen woning en de daartoe behorende inboedel. Voor deze schade geldt een eigen risico van € ……. per gebeurtenis; de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door een antenne, die is gemonteerd op of aan het door hem/haar voor eigen bewoning gehuurde pand, voor zover sprake is van schade aan dat pand en/of daarbij behorende bebouwingen en de verzekerde voor die schade als huurder aansprakelijk is. B. Overige gevallen van aansprakelijkheid voor schade aan zaken die een verzekerde onder zich heeft anders dan in de gevallen bedoeld onder A. zijn verzekerd tot een bedrag van € ……. per gebeurtenis en met een eigen risico van € ……. per gebeurtenis. Dekking van de aansprakelijkheid voor een schade die een verzekerde als passagier heeft veroorzaakt als omschreven in het artikel over motor-, vaar- en luchtvaartuigen blijft van kracht.
2
Grondslag van de opzichtuitsluiting
De opzichtuitsluiting beoogt het zogenaamde ‘quasi-eigenaarsrisico’ en het ‘doe-het-zelfrisico’ uit te sluiten dan wel te beperken. 2011/bl/13803/RMART
5.
2.1 Quasi-eigenaarsrisico Bij het quasi-eigenaarsrisico gaat het om zaken van derden die aan de zorg van verzekerde worden toevertrouwd of die een verzekerde op de een of andere manier onder zijn hoede heeft genomen. In feite worden deze zaken tijdelijk aan de bezittingen van verzekerde toegevoegd. Verzekerde gebruikt die zaken voor zichzelf en heeft ze tot zijn beschikking alsof het zijn eigen zaken zijn. In dat geval oefent verzekerde een zo grote feitelijke macht over die zaken uit, dat de kans op schade vergelijkbaar is met de kans, dat de eigenaar schade toebrengt aan zijn eigen zaken. 2.2 Doe-het-zelfrisico Ook hier gaat het om zaken, die aan de zorg van verzekerde zijn toevertrouwd om deze te gebruiken of te bewerken. Ook hier is de kans groot, dat er schade ontstaat. In beide gevallen is de kans op schade aan deze zaken van anderen even groot en te vergelijken met de kans, dat men schade toebrengt aan eigen zaken. Vanuit verzekeringstechnisch oogpunt is de omvang van dit risico zo groot, dat verzekeraars hiervoor geen onbeperkte dekking willen of kunnen bieden.
3
De opbouw van de opzichtbepaling
De opzichtbepaling valt feitelijk uiteen in drie delen: I. Schade aan zaken onder opzicht waarvoor geen dekking is. Dit wordt nader uitgewerkt in de paragrafen 4 t/m 4.6. II. Schade aan zaken onder opzicht waarvoor wel dekking is. Dit wordt nader uitgewerkt in paragraaf 5. III. Schade aan zaken onder opzicht waarvoor een beperkte dekking geldt, d.w.z. een dekking voor een lager verzekerd bedrag. Dit wordt nader uitgewerkt in de paragrafen 6 t/m 6.7.1.
4
Voor welke schade aan zaken onder opzicht is er geen dekking?
1.
Aan zaken die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft uit hoofde van: - een huur-, huurkoop-, lease-, erfpacht-, pacht-, pandovereenkomst of vruchtgebruik (waaronder het recht van gebruik en bewoning); - het uitoefenen van een (neven)bedrijf of (neven)beroep; - het verrichten van handenarbeid. Aan zaken, die een verzekerde onrechtmatig onder zich heeft. Aan motorrijtuigen, (sta-)caravans, vouwwagens, motor- en zeilvaartuigen (waaronder zeilplanken) en luchtvaartuigen, die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft. Schade bestaande uit en/of als gevolg van verlies, diefstal of vermissing van geld, geldswaardige papieren, bank-, giro-, betaalpassen of creditcards, die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft.
2. 3.
4.
Ook al blijkt dat niet met zoveel woorden uit de tekst, met handenarbeid is onder 1 bedoeld het verrichten van betaalde handenarbeid c.q. betaalde werkzaamheden. Overigens is het ook zo dat, wanneer verzekerde betaalde handenarbeid verricht, de AVP in het geheel niet in beeld is, omdat de verzekerde hoedanigheid op de AVP de particuliere hoedanigheid is. Daar passen betaalde werkzaamheden niet bij. 4.1 Wat is huren? Het in gebruik geven van een zaak (of een gedeelte daarvan) door de verhuurder, waarbij de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (huursom), zie artikel 7: 201 BW. 2011/bl/13803/RMART
6.
Wel opzicht – geen dekking Verzekerde huurt elektrisch gereedschap bij een bouwmarkt. Geen opzicht – wel dekking Indien een appartement wordt gehuurd, vallen de gemeenschappelijke ruimten als het trappenhuis, lift en dergelijke niet onder ‘huren’. Dit zijn immers zaken die niet onder het uitsluitend beheer of toezicht van de verzekerde vallen. Opzicht is in die gevallen beperkt tot de gehuurde woonruimte en aanhorigheden, zoals de berging (NJ 1987/499). 4.2 Huurkoop, lease, pacht, erfpacht en dergelijke Wel opzicht – geen dekking Ook bij de huur van een hotelkamer is er sprake van een huurovereenkomst in de zin van 7: 201 BW. Formeel is aansprakelijkheid voor schade aan genoemde zaken van dekking uitgesloten. Naast huren is er een nog aantal overeenkomsten, waarvoor de uitsluiting geldt: huurkoop, lease, pacht, erfpacht, pandovereenkomst of vruchtgebruik (waaronder het recht van gebruik en bewoning). Bij vruchtgebruik gaat het om de toegevoegde waarde die het gevolg is van het gebruik van de zaak (de ‘vrucht’ in de zin van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3:9 jo artikel 3:201). 4.2.1 Koop op proef Wel opzicht – beperkte dekking Bij koop op proef krijgt de (aspirant)koper de zaak eerst enige tijd op proef mee, voordat de koop definitief wordt (artikel 7:45–46 BW). Tijdens de proefperiode gebruikt de (aspirant)koper de zaak als ware hij de eigenaar. Deze overeenkomst wordt niet onder de uitsluiting genoemd en hiervoor geldt, omdat er wel sprake is van opzicht, dus de beperkte dekking (onder B van de opzichtbepaling). Naast de met name genoemde overeenkomsten zijn de volgende situaties niet gedekt: • Schade aan zaken die verzekerde uit hoofde van zijn beroep onder zich heeft. 4.3 Uit hoofde van beroep Wel opzicht – geen dekking Verzekerde is timmerman van beroep. Hij leent een cirkelzaag van zijn werkgever voor een privéklus. Door een foutieve bediening raakt de zaag beschadigd. • Schade aan zaken die verzekerde onrechtmatig onder zich heeft. 4.4 Onrechtmatig onder zich hebben Wel opzicht – geen dekking Verzekerde pakt zonder toestemming van de buurman zijn fiets mee en laat deze per ongeluk omvallen. Bij ongevraagd lenen moet wel worden nagegaan of er een stilzwijgende instemming van de eigenaar mocht worden verondersteld. Bij stilzwijgende instemming geldt de beperkte dekking (onder B van de opzichtbepaling). • Verlies, diefstal of vermissing van geld en geldswaardige papieren onder opzicht. • Schade aan motorrijtuigen, vaartuigen enzovoorts. Hiervoor maakt het niet uit of verzekerde deze zaken rechtmatig of onrechtmatig onder zich heeft of dat hij ze gebruikt of leent. De ratio hiervan is, dat voor motorrijtuigen etc. een cascoverzekering te sluiten is. 2011/bl/13803/RMART
7.
4.5
Motorrijtuig
4.5.1 Lenen Wel opzicht – geen dekking Verzekerde leent van zijn zwager diens auto met een daaraan bevestigde skibox. Tijdens het inladen beschadigt verzekerde de achterklep van de auto. Aangezien de achterklep onderdeel uitmaakt van de auto, is hier sprake van schade aan een motorrijtuig onder opzicht. Hoe ruim moet het begrip ‘motorrijtuig’ worden opgevat? De vraag of de beschadigde zaak een wezenlijk onderdeel van het motorrijtuig is, kan hierbij hulp bieden. Wel opzicht – beperkte dekking Verzekerde leent van zijn zwager diens auto met daaraan een, door zijn zwager voor vakantiedoeleinden, bevestigde skibox. Tijdens het openen van de skibox breekt het scharnier af door een onoordeelkundige handeling van verzekerde. De skibox is geen wezenlijk onderdeel van het motorrijtuig. Omdat er wel sprake is van opzicht, geldt dus de beperkte dekking (onder B van de opzichtbepaling). 4.5.2 Handmatig verplaatsen Geen opzicht – wel dekking Even handmatig verplaatsen, bijvoorbeeld het duwen van een auto om ruimte te maken: gedekt, want het is niet de intentie van verzekerde om de auto te gebruiken, bovendien is de tijdsduur vrij kort. Verzekerde heeft de zorg over de auto ook niet op zich genomen. Het meehelpen om een auto aan te duwen, omdat deze niet wil starten: geen opzicht. Duur is kort en verzekerde heeft niet de intentie de auto te gebruiken. 4.5.3 Schade tijdens hulp bieden Geen opzicht – wel dekking Er is geen sprake van opzicht als verzekerde startkabels aansluit of een band verwisselt en de eigenaar zelf ook aanwezig is. De duur is kort en verzekerde heeft niet de intentie de auto te gebruiken. Verzekerde heeft de zorg over de auto ook niet op zich genomen. 4.5.4 Bewerken van een auto Wel opzicht – geen dekking Verzekerde mocht van een kennis een auto lenen om daarmee op reis te gaan. In aanwezigheid van de eigenaar controleerde verzekerde het koelvloeistofpeil, maar verzuimde de radiatordop goed vast te draaien. Onderweg ontstaat schade aan de motor door oververhitting. Omdat bleek dat hij de controle deed ter voorbereiding van een reis, waarbij hij de auto zelf bestuurde (bruikleen), is ondanks aanwezigheid van de eigenaar sprake van opzicht. Het onder zich hebben speelde al op het moment dat hij het koelvloeistofpeil controleerde, waarbij de eigenaar overigens niet aanwezig was (RvT 2002/74). 4.5.5 Tanken verkeerde brandstof Geen opzicht – wel dekking Zie ook rechtbank Arnhem (26-06-2006 LJN: AY0298). Verzekerde rijdt op verzoek van zijn vriendin en in haar bijzijn eenmalig in de auto die haar werkgeefster heeft geleased. De vriendin had een peesontsteking en kon daardoor zelf niet rijden. Verzekerde tankt benzine in plaats van diesel. Verzekerde heeft de auto niet onder zijn opzicht. Verzekerde heeft geen duurzame, maar incidentele relatie met de auto. De feitelijke macht (regie) over de auto is niet door verzekerde overgenomen.
2011/bl/13803/RMART
8.
4.5.6 Verlies autosleutels Wel opzicht – geen dekking Verzekerde leent een auto en verliest de sleutels, waardoor de sleutels en sloten vervangen moeten worden. Sleutels zijn een wezenlijk onderdeel van de auto. 4.5.7 Wassen van de auto Wel opzicht – geen dekking Wassen van de auto die daardoor beschadigd raakt (zie ook RvT 91/18, schuurspons). 4.6 Vaartuigen Geen opzicht – wel dekking Verzekerde vaart tijdens een zeilwedstrijd mee als bemanningslid. Heeft hij hierdoor het schip of een deel daarvan onder zijn opzicht? Tijdens het hijsen van een zeil stapte verzekerde op een console met instrumenten. De eigenaar (schipper) was zelf aanwezig en gaf o.a. aanwijzingen. Daardoor was het schip niet aan zijn feitelijke macht onttrokken. Dus geen opzicht bij verzekerde (RvT 2001/72).
5
Voor welke schade aan zaken onder opzicht is er wel dekking?
Dit zijn de volgende situaties: • Brandschade aan de door verzekerde voor vakantiedoeleinden gehuurde in het buitenland gelegen woning en de daartoe behorende inboedel. • Schade veroorzaakt door een antenne die is gemonteerd op of aan het door verzekerde voor eigen bewoning gehuurde pand, voor zover sprake is van schade aan dat pand en/of de daarbij behorende bebouwingen en verzekerde voor deze schade als huurder aansprakelijk is.
6
Voor welke schade aan zaken onder opzicht geldt een beperkte dekking (dekking met een gemaximeerd bedrag)?
Het moet gaan om zaken die verzekerde onder zich heeft anders dan in de gevallen dan genoemd in paragraaf 4. Het betreft dus de restcategorie van zaken onder opzicht. Verschillende vormen van ‘onder zich hebben’ zijn denkbaar zoals: gebruiken, behandelen, bewerken, vervoeren, bewaren, lenen en bewonen. Niet van belang is welke benaming de verzekerde of de schadelijder zelf aan hun onderlinge verhouding geven. Voor de juridische kwalificatie van hun rechtsverhouding moet worden gekeken naar de feitelijke aard en strekking daarvan. Wat hebben partijen bedoeld? Is een tegenprestatie verschuldigd of niet? 6.1 Wat is gebruiken? Dit kan zowel betekenen ’gebruikmaken van’, als ‘het in gebruik hebben’. Dit is volgens afspraak of stilzwijgend de beschikking over iets hebben gedurende een bepaalde periode. 6.1.1 Wel opzicht – beperkte dekking Verzekerde maait met de ongemotoriseerde maaimachine van de buren hun gras tijdens hun vakantie en beschadigt daarbij de maaimachine. 6.2 Wat is behandelen? Volgens Van Dale heeft het woord ’behandelen’ meerdere betekenissen. In het kader van de opzichtuitsluiting gaat het onder andere om hanteren, omgaan met of het bewerken. 2011/bl/13803/RMART
9.
6.2.1 Geen opzicht – wel dekking Verzekerde is op visite bij de buren, pakt ongevraagd de MP3-speler (zonder de bedoeling deze te gebruiken) en beschadigt per ongeluk het display. Men kan niet zeggen dat de verzekerde de MP3-speler in behandeling heeft of anderszins onder zich heeft. Geen opzicht. 6.3 Wat is bewerken? Aan iets werken om het voor een bepaald doel geschikt te maken. Dit is een voorbeeld van het ‘doe-het-zelfrisico’. Voor zover de verzekerde de zaak daadwerkelijk in bewerking heeft en de zorg voor die zaak heeft overgenomen, geldt de beperkte dekking, tenzij sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. De opzichtbepaling is dus beperkt tot datgene wat feitelijk onderwerp is van de bewerking. 6.3.1 Wel opzicht – beperkte dekking Verzekerde helpt een kennis met het op maat zagen van een kozijn. Hij schiet tijdens het zagen uit en beschadigt het kozijn. 6.3.2 Geen opzicht – wel dekking Zou verzekerde in het vorige voorbeeld vervolgens bij het afschuren van het kozijn de ruit beschadigen, dan heeft hij uitsluitend het kozijn in bewerking. De schade aan de ruit wordt dan niet beschouwd als een schade aan een zaak onder opzicht. 6.4 Wat is vervoeren? Het naar elders brengen, transporteren. De schade die ontstaat tijdens het laden, lossen en transport kan worden beschouwd als een uitvloeisel van het vervoeren. 6.4.1 Wel opzicht – beperkte dekking Verzekerde ziet zijn buurman zijn inboedel in een boedelbak laden. Ongevraagd en zonder dat zijn buurman het weet pakt verzekerde een antiek dressoir, dat al in de gang klaar staat, in zijn eentje op met de bedoeling dit naar de boedelbak te brengen. Door onhandig gemanoeuvreer met het dressoir valt dit uit de handen van verzekerde en raakt beschadigd. 6.5 Wat is bewaren? Volgens Van Dale heeft het woord ‘bewaren’ meerdere betekenissen. In het kader van de opzichtuitsluiting gaat het om onder zijn hoede nemen, toezicht houden op zaken van anderen. 6.5.1 Wel opzicht – beperkte dekking Verzekerde neemt van een kennis die een wereldreis gaat maken, de inboedel in bewaring. 6.6 Wat is lenen? Te leen hebben, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. Als er wel een tegenprestatie (van enige omvang) tegenover staat, is er sprake van huur (niet gedekt). 6.6.1 Wel opzicht – beperkte dekking Lenen van boeken bij de bibliotheek is veelal gratis. Hier is sprake van lenen. 6.6.2 Wel opzicht – geen dekking Kunstleen bij een artotheek tegen een vergoeding wordt beschouwd als huur (RvT 94/14). 6.7 Wat is bewonen? Als woning in gebruik hebben, zonder dat de uitsluiting (in de modelpolis verwoord onder A sub 1. van toepassing is. De vragen die daarbij behulpzaam kunnen zijn:
2011/bl/13803/RMART
10.
• • •
Woont verzekerde gedurende een lange periode in de woning, bijv. omdat de bewoners een jaar op wereldreis zijn? Is het woonadres van verzekerde in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) gelijk aan het adres waar hij feitelijk woont? Gedraagt verzekerde zich als quasi-eigenaar? Houdt hij bijvoorbeeld de tuin bij en verricht hij kleine reparaties?
6.7.1 Wel opzicht – beperkte dekking Verzekerde mag tijdens een korte stageperiode van een vriend zijn studentenflat gebruiken. Hij knoeit wijn op de vloerbedekking. Omdat bij dit kortdurend verblijf wel sprake van opzicht is, valt deze schade onder de beperkte dekking. Er is dus geen sprake van vruchtgebruik/recht van gebruik en bewoning zoals aangegeven onder A sub 1. in de modelpolis.
7
Moment ontstaan schade niet van belang
Is het nog van belang wanneer de schade ontstaat? Anders gezegd, moet de schade zijn veroorzaakt en ook zijn ingetreden tijdens de opzichtperiode of is het voldoende dat de schade veroorzaakt is tijdens de opzichtperiode, maar pas intreedt (manifest wordt) na dat moment? Voor de toepasselijkheid van de opzichtclausule is bepalend of de schade is veroorzaakt tijdens de periode van opzicht, ook al ontstaat de schade op een later moment. 7.1 Wel opzicht – geen dekking Schade die ontstaat aan een tractor doordat een verzekerde deze tractor verkeerd parkeert, valt onder de opzichtbepaling en is dus uitgesloten. De schade werd immers veroorzaakt tijdens de opzichtperiode en de causale keten tussen de oorzaak (verkeerd parkeren) en de schade is door niets doorbroken (RvT I-88/13).
8
Wie heeft de zaak onder opzicht?
In de clausule wordt gesproken over ‘een verzekerde of iemand namens hem/haar’. Als verzekerde een boormachine leent van zijn buurman en deze vervolgens weer uitleent aan zijn broer, dan blijft er sprake van opzicht van verzekerde. De opzichtbepaling raakt ook de hele kring van verzekerden op de polis. De schadeveroorzaker kan een ander zijn dan de persoon die de zaak oorspronkelijk onder opzicht heeft gekregen. Door de zaak onder opzicht te hebben, komt deze tevens binnen het bereik van de medeverzekerden. De kans op schade wordt immers vergroot. Gezien de ratio van de opzichtbepaling, uitsluiting op basis van quasi-eigenaarschap, geldt deze bepaling ook als een medeverzekerde de schade veroorzaakt, terwijl deze niet degene was aan wie de zaak oorspronkelijk was toevertrouwd. In veel polissen is bepaald, dat de opzichtbepaling niet geldt als een kind jonger dan 14 jaar de zaak onder opzicht heeft, tenzij een medeverzekerde ouder dan 14 jaar de zaak ook onder opzicht heeft. 8.1 Wel opzicht – geen dekking Als een vader voor zijn 10-jarige zoon tijdens een vakantie een skelter huurt en de zoon beschadigt deze, dan geldt de opzichtuitsluiting ‘huur’. 8.2 Wel opzicht – geen dekking Vader huurt bij de bouwmarkt een tegelsnijder. Thuis wil de zoon de snijder wel even proberen, waarbij hij onvoorzichtig te werk gaat en het snijvlak beschadigd raakt. Ongeacht 2011/bl/13803/RMART
11.
welke verzekerde de zaak gebruikt of beschadigt, is hier bepalend dat de vader de tegelsnijder op grond van een huurovereenkomst onder zich heeft. Vader heeft de laptop van zijn werk thuis staan. Zijn dochter wil hierop een spel spelen, maar beschadigt hierbij de laptop. Er bestaat een duidelijk verband tussen de opzichtsituatie en de kans op schade. Het is dus niet relevant wie de schade veroorzaakt, maar wie de verantwoordelijkheid draagt (vader, uit hoofde van zijn beroep).
9
Vriendendienst en opzicht
Vriendendienst (anders dan betaalde (handen)arbeid) en opzicht kunnen zich gelijktijdig voordoen, zoals in het voorbeeld dat verzekerde (als vriendendienst) het gras van de buren maait en daarbij de maaimachine van de buren beschadigt. De meeste AVP-verzekeraars hebben een bepaling opgenomen waarin is aangegeven dat bij de beoordeling van de aansprakelijkheid de omstandigheid dat de schade is veroorzaakt in het kader van een vriendendienst niet wordt meegewogen. Dit leidt ertoe dat er sneller aansprakelijkheid van de schadeveroorzaker kan worden aangenomen. Ondanks dat er sprake kan zijn van een onder de polis gedekte vriendendienstsituatie moet worden gekeken of de schade op grond van een ander artikel in de polisvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld opzicht, wellicht van dekking is uitgesloten. In genoemd voorbeeld over grasmaaien is er sprake van schade aan een zaak onder opzicht. Voor de schade aan de beschadigde maaimachine geldt de beperkte dekking van sub B. Gesteld dat een verzekerde in het kader van een vriendendienst een motorrijtuig van een derde gebruikt, dan is er geen dekking voor schade aan dat motorrijtuig. Schade aan motorrijtuigen onder opzicht is immers van dekking uitgesloten.
10
Passagiersrisico en opzicht
Een passagier heeft doorgaans geen feitelijke macht over het object, waarin hij als passagier meerijdt. Om discussie te voorkomen, wordt dat in deze opzichtbepaling bevestigd. Als verzekerde schade veroorzaakt aan de auto waarin hij als passagier meerijdt, dan is dit volledig gedekt. 10.1 Tanken verkeerde brandstof) Geen opzicht – wel dekking Als verzekerde als passagier van een motorrijtuig verkeerde brandstof tankt waardoor de motor beschadigd raakt: geen opzicht. De feitelijke macht (regie) over de auto is niet door verzekerde, die slechts passagier is, overgenomen.
11
Tot slot
Het ‘onder zich hebben’ kan zich in verschillende situaties voordoen. Veel situaties zijn in deze handvatten aan de orde gekomen. Daarnaast doen zich gevallen voor welke niet onder deze specifieke begrippen kunnen worden gebracht, maar wel een vorm van opzicht opleveren. Met deze gevallen moet echter zorgvuldig worden omgegaan. De feiten moeten worden getoetst aan de in deze handvatten vermelde criteria, te weten ‘toevertrouwd zijn’, ’onder zijn hoede hebben’, waarbij ook de duur van de relatie van belang is. Een enigszins beperkte interpretatie van deze criteria is dan wel vereist.
2011/bl/13803/RMART
12.