Handreiking ZAT-registratie middelbaar beroepsonderwijs

IKZ-producten nr. 2c

Handreiking ZAT-registratie middelbaar beroepsonderwijs Digitale vensters bij de ZAT-Registratie MBO De ZAT-registratie wordt uiteindelijk uiteindelijk gedigitaliseerd. In deze papieren versie van de ZAT-registratie wordt met bijvoorbeeld (V.1.1.) verwezen naar een zogenoemd ‘digitaal venster’. De digitale vensters worden hieronder allemaal weergegeven.

(V1.1.) Het AF is als volgt onderverdeeld: Deel 1. administratieve basisgegevens aanmelding, waarin enkele kerngegevens worden gevraagd. Deel 2. gegevens over het probleem / de (probleem)situatie en relevante risico- en beschermende factoren in verband met (mogelijke) oplossingen. Deel 3. algemene gegevens van aanmelder, deelnemer, opvoeders/gezin, school/onderwijs. (V1.2.) venster met standaard de datum van de computer op dat moment + datumwisselaar (V1.3.) meest voorkomende functies (V1.4.) meest voorkomende instellingen (V1.5.) M/V (V1.5.1.) dd-mm-jjjj (V1.5.2.) automatisch genereren X Leeftijd op datum aanmelding (gaat automatisch via computer) (V1.6.) aantal hokjes met getallenwisselaar (V1.7.) Indien de deelnemer zelf jonger is dan 18 jaar Het gezag over de deelnemer berust bij: x beide ouders x vader x moeder x gedeeld gezag met gezinsvoogd -OTSx voogdij x anders, n.l. Indien de deelnemer zelf vader/moeder is en indien het gezag over zijn/haar kind(eren) niet bij de deelnemer berust, bij wie berust het gezag dan wel? x beide ouders van hem/haar

Handreiking ZAT-registratie Middelbaar Beroepsonderwijs


x vader van hem/haar x moeder van hem/haar x gedeeld gezag met gezinsvoogd -OTSx voogdij x anders, n.l. (V1.8.) x met schriftelijke toestemming (verantwoordelijke) ouders/verzorgers x met toestemming deelnemer/student x met instemming (verantwoordelijke) ouders/verzorgers x met instemming deelnemer x anoniem (geen naamsvermelding) x bespreking op naam (niet anoniem), zónder toestemming/instemming Toelichting: Bespreking met schriftelijke toestemming Er wordt met ouders/deelnemer overleg gevoerd over bespreking in het ZAT. De school vraagt daarbij schriftelijk toestemming voor bespreking en het verwerken van persoonsgegevens door de school en (met name genoemde) externe partners. De school stuurt op verzoek informatie toe over de werkwijze van het ZAT. Bespreking met instemming De school informeert in dit geval ouders en deelnemer schriftelijk over het feit dat men voornemens is de deelnemer te bespreken in het ZAT. Ouders en deelnemer worden in de gelegenheid gesteld bezwaar te maken. De school stuurt op verzoek informatie toe over de werkwijze van het ZAT. Er wordt geen expliciete schriftelijke toestemming gevraagd. Anonieme bespreking Er worden geen persoonsgegevens verwerkt of verstrekt. Bespreking op naam zónder toestemming/instemming Bij zwaarwegende belangen van de deelnemer kan voor deze optie worden gekozen. Zie verder op www.zat.nl : Handreiking verwerking persoonsgegevens in Zorg- en adviesteams (V1.9.) x VMBO x sector Zorg en Welzijn x sector Techniek x sector Landbouw x sector Economie x basisberoepsgerichte leerweg x kaderberoepsgerichte leerweg x gemengde leerweg x theoretische leerwegx VMBO-locatie zorg x Met LWOO-indicatie x Praktijkonderwijs x REC cluster …… x Zij-instromer (bijv. asielzoeker) x HAVO x VWO x anders, n.l. (omschrijf)

2 © 2008 NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ



(V1.9.1) x BBL x BOL x niveau 1,2,3,4 (V2.0.) Ga eventueel eerst naar 2B, C, D . Het is dan mogelijk om de probleemsituatie en oplossingen daarvoor integraal, ofwel rekening houdend met drie leefgebieden (school, gezin, buurt) samenhangend te beschrijven. (V2.1.) 1. advies t.a.v. het eigen handelen 2. ondersteuning/begeleiding t.a.v. het eigen handelen 3. interventie/hulptraject in samenwerking met externe hulpverlener/instelling 4. vraag om toeleiding van de deelnemer naar: andere school, (speciale) zorg, (speciale) zorgvoorziening 5. anders, n.l. (omschrijf) (V2.2.) Ja Wat was de aanleiding / reden? Wat was het resultaat? Nee (V2.3.1) X (studie)Loopbaanbegeleider X Trajectbegeleider (decaan) X Schoolmaatschappelijk werker X RMC-consulent (V2.3.) X hulp, begeleiding, extra zorg Ja Geef kort aan: Relevant in verband met de problematiek. Denk bijvoorbeeld aan faalangst-reductie-training, training sociale vaardigheden, stop-denk-doe training, et cetera. wat?

wanneer?

door wie?

met resultaat?

welk

X onderzoek Ja Geef kort aan: Relevant in verband met de problematiek. Denk bijvoorbeeld aan gedragsvragenlijsten (bijv. SDQ, CBCL), gedragsobservatie, pedagogisch – didactisch onderzoek, et cetera. wat?

wanneer?

door wie?

met resultaat?

welk

X Is er is sprake van een of andere regeling, beschikking, rugzakje, verklaring? Ja / Nee Ja (antwoordopties) REC(nr.)indicatie, zorgbudget, dyslexieverklaring samen met bijv. een bijbehorend beschikkingsnummer.




(V2.4.) Door wie werd/wordt extra hulp verleend of actie ondernomen?

Extra hulp of actie lopend of afgesloten? lopend afgesloten contactpersoon

__ maatschappelijk werk __ bureau jeugdzorg WAARVAN: __ vrijwillig __ jeugdbescherming __ jeugdreclassering __ instelling voor geïndiceerde jeugdzorg WAARVAN: __ jeugdhulpverlening __ jeugd-ggz __ jeugd-lvg __ RMC __ leerplicht __ jeugdarts/GGD __ ggz (volwassenen) __ CAD/verslavingszorg __ politie __ HALT __ politie (jeugd en zeden) __ anders, namelijk

__

__

…………..

__

__

…………

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

_

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

__

(V2.5.) ADHD, PDD-NOS, autisme, anders n.l. ( nog aanvullen) (V2.6.) Hieronder staan factoren die mogelijk van invloed zijn op het probleem / de situatie en het oplossen daarvan. De factoren zijn onderverdeeld in: 1) Deelnemerfactoren (factoren binnen de deelnemer) 2) Gezinsfactoren 3) Schoolfactoren 4) Buurt- en vrijetijdsfactoren 5) Overige factoren (zelf te benoemen) Een risicofactor is onderdeel van de problematiek, houdt de problematiek in stand of draagt bij aan de problematiek; een beschermende factor biedt tegenwicht aan risicofactoren en kan als zodanig worden benut om de problematiek op te lossen. Instructie: Klik op een rubriek, bijvoorbeeld op Risicofactoren externaliserend probleemgedrag. Er verschijnen dan voorbeelden van dergelijke risicofactoren, zoals schreeuwt, overactief, prikkelbaar, agressief. Indien een van deze of een soortgelijke factor van toepassing is, vul deze dan op de juiste plaats van het aanmeldingsformulier in.




Geef bij de genoemde factoren enige uitleg en aanvullende informatie, zoals bijvoorbeeld - Hoe vaak, waarom, wanneer, waar deze risicofactor een rol speelt: * Als hij kritiek krijgt op zijn gedrag, slaat hij bijna altijd door. Hij wordt boos en loopt weg. * Hij kan hooguit 10 minuten opletten; hij begint dan met anderen te praten, of begint te vervelen door bijvoorbeeld proppen te gooien. - Als naar uw idee een bepaalde factor in grote mate bijdraagt aan en/of een grote impact heeft op het veroorzaken of oplossen van het probleem: * Hij wordt thuis aan zijn lot overgelaten; er is totaal geen toezicht. Hij kan doen wat hij wil en doet dat ook. Dat draagt naar mijn idee in hoge mate bij aan de probleemsituatie. * Het gezin kan in hoge mate een beroep doen op familie en buurt wat betreft materiële en sociale steun. Dit lijkt essentieel om de situatie te (kunnen) veranderen. - dat bepaald gedrag expliciet wel op school maar niet thuis voorkomt (of vice versa) - andere opmerkelijke zaken. Oriëntatievensters bij Onderdeel 2C van het aanmeldingsformulier 1. DEELNEMERFACTOREN

1a Persoonlijk functioneren (gedrag en relaties)

Risicofactoren externaliserend probleemgedrag Dit is naar buiten toe gericht probleemgedrag, gedrag waar anderen last van hebben, zoals niet gehoorzaam, doet niet wat volwassenen vragen, houdt zich niet aan regels driftbuien, woede-uitbarstingen, koppig, stuurs, onhandelbaar vecht met, pest anderen, gebruikt lichamelijk of verbaal geweld vernielt dingen, steelt / pikt dingen, liegt of bedriegt overactief, druk, impulsief, onrustig , snel opgewonden luidruchtig, brutaal, schreeuwt, vloekt, uitdagend, agressief, doet stoer, schept op, discrimineert prikkelbaar, achterdochtig, wreed, gemeen, overheersend de deelnemer ervaart geen probleem (terwijl er wel een probleem is) Risicofactoren internaliserend probleemgedrag Dit is naar binnen toe gericht probleemgedrag, gedrag waar de deelnemer zelf last van heeft, zoals maakt zich snel zorgen, snel overstuur, snel in de put of in tranen klampt zich vast in nieuwe situaties, heeft veel tijd nodig om te wennen geen zelfvertrouwen, verliest makkelijk zelfvertrouwen, onzeker, faalangstig, twijfelt veel voelt zich nutteloos / waardeloos, is voor heel veel bang, angstig, zenuwachtig, gespannen klaagt over hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid schaamt of geneert zich, heeft schuldgevoelens neerslachtig, depressief, piekert, sombert, heeft weinig plezier, voelt zich ongelukkig teruggetrokken, eenzaam, gesloten, stil, verlegen, passief, lusteloos vermijdt oogcontact en lichamelijk contact suïcidegedachten Risicofactoren relationeel probleemgedrag Dit zijn problemen in de omgang met leeftijdsgenoten, leerkrachten en/of gezinsleden. nogal op zichzelf, eenkennig , vaak alleen, nauwelijks contact met anderen heeft geen goede vriend of vriendin, kan niet makkelijk vrienden maken, wordt over het algemeen niet aardig gevonden door anderen, wordt getreiterd of gepest door anderen kan beter opschieten met volwassenen dan met leeftijdsgenoten is gesloten, vertoont in relaties afhankelijk gedrag 5 © 2008 NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ



pest, tiranniseert, gebruikt relaties, antisociaal gedrag, heeft delinquente vrienden(groep) ongewenste intimiteiten wordt gediscrimineerd op basis van (keuzes: etniciteit, ras, geloof, sexualiteit, handicap, anders)

Beschermende factoren persoonlijk functioneren (gedrag en relaties)

voelt zichzelf verantwoordelijk voor eigen handelen, kan ongelijk toegeven, voldoende zelfcontrole past zich makkelijk aan, kan zich makkelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden heeft voldoende morele overtuigingen, waarden, houdt zich aan afspraken optimistisch, flexibel, doelgericht, energiek, levendig positief ingesteld, makkelijk temperament, positieve cognities over zichzelf, opgewekt karakter, vrolijk, tolerant zelfvertrouwen, zelfwaardering behulpzaam, aardig, biedt vrijwillig hulp aan anderen (ouders, leraren, leeftijdsgenoten), houdt rekening met (gevoelens van) anderen. legt makkelijk contact, heeft vrienden, ervaart binding met anderen, deelt makkelijk met anderen sociaal competent, redelijk goed contact met leeftijdsgenoten, leraren en/of opvoeders gevoel erbij te horen, kan goed samenwerken toont respect, (onder)steunt anderen, sociaal weerbaar positief leefklimaat (thuis/school) schoolprestaties zijn voldoende

1b Cognitief functioneren, leren en schoolprestaties Risicofactoren schoolprestaties zijn minder goed met bepaalde vakken (noem) schoolprestaties onvoldoende ten gevolge van onvoldoende cognitief functioneren vermoede leerstoornis/leerprobleem, ontwikkelingsvertraging/achterstand of lage intelligentie gediagnosticeerde leerstoornis/leerprobleem, ontwikkelingsvertraging/achterstand of lage intelligentie (noem: dyslexie, IQ, anders) taal/spraakachterstand, onvoldoende beheersing Nederlandse taal onvoldoende of wisselende werkhouding, motivatie onvoldoende aandacht, concentratieproblemen onvoldoende taakgerichtheid, kan niet zelfstandig werken Beschermende factoren schoolprestaties zijn voldoende/goed goede werkhouding, motivatie, aandacht, taakgerichtheid, concentratie, kan zelfstandig werken instructiegevoelig redelijk goed probleemoplossend vermogen, beschikt over probleemoplossende vaardigheden (boven)gemiddelde intelligentie, n.l. IQ= onderzoekend, ontdekkend, experimenterend, organiserend heeft plezier in leren en presteren, positieve prestatie-ervaringen, ambities, aspiraties

1c. Lichamelijk functioneren, gezondheid, verzorging en seksualiteit Risicofactoren ziekte (noem), COPD (longaandoening), allergie, stotteren, afwijkende lichaamshouding, lichamelijke handicap psychosomatische klachten (een gevoel van ziek zijn ten gevolge van psychische klachten): voelt zich ziek, heeft last van hoofdpijn, misselijkheid, buikpijn, et cetera (vermoeden van) overmatig gebruik: medicijnen (noem), slaapmiddelen, doping, hormonen, drugs, alcohol, verslaafd aan gokken zwangerschaps/geboortecomplicaties bij eigen geboorte stoornissen in de grove motoriek (bijv. bij sport) en/of fijne motoriek (bijv. bij tekenen) problemen met/stoornissen in eten (anorexia, boulimia e.d.), slapen, horen, zien, zindelijkheid bedplassen, obstipatie, diarree, broekpoepen 6 © 2008 NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ



opvallende lichamelijke verschijnselen zoals hoofdpijn of buikpijn, duizeligheid blauwe plekken, verminking, (vermoedens van/aanwijzingen voor) letsel ten gevolge van mishandeling schaadt eigen lichaam ( automutilatie) problemen met/twijfel over seksuele ontwikkeling, seksuele identiteit, homoseksualiteit, slachtoffer seksueel misbruik/incest, escortgirl, loverboy huiduitslag, hyperventilatie, verzorgt zichzelf niet/nauwelijks, suïcidepoging

Beschermende factoren goede gezondheid, sport regelmatig tevreden met uiterlijk, goede lichamelijke verzorging

1d. Ingrijpende / traumatische gebeurtenissen in de voorgeschiedenis Risicofactoren overlijden van dierbaar persoon in gezin/familie, vriendenkring, scheiding ouders uitbreiding/ verandering gezinssamenstelling (bijv. stiefouder en/of stiefbroer/zus er bij) ziekenhuisopname, langdurige ziekte verandering van school, verhuizing, migratie ramp, ongeluk, geweldservaring, oorlogssituatie meegemaakt Beschermende factoren de ingrijpende gebeurtenis is goed verwerkt en heeft bijgedragen aan ’het leren omgaan met’ (aanpassingsvermogen) beschikbaarheid van alternatieven op kritieke keerpunten of veranderingen in het leven economische zekerheid, goede fysieke gezondheid positieve instelling, positief zelfbeeld sociale steun van de omgeving, betrokkenheid van een belangrijk ander persoon (vriend, partner, mentor)

2. GEZINSFACTOREN 2A Opvoedingssituatie Risicofactoren verstoorde relatie deelnemer/ouder(s), gezin met (veel) te weinig affectieve en emotionele ondersteuning geïsoleerd gezin (geen sociaal netwerk), leven in/tussen twee culturen (Nederlandse en andere) opvoeders kunnen geen grenzen stellen, pedagogische onmacht, geen dagelijks toezicht/opvang na schooltijd problemen met of tussen anderen in het gezin (vermoeden van) geestelijke verwaarlozing, lichamelijke verwaarlozing, mishandeling / misbruik problemen ouder(s): relatieproblemen, psychiatrische/persoonlijke problemen, verslavingsproblematiek (alcohol/drugs), invalide of langdurig ziek, verstandelijke beperking ouder(s) ervaren geen probleem (terwijl er wel een probleem is) eerwraak, politie- of justitiecontacten gezin/gezinsleden Beschermende factoren veilig en stabiel gezin en opvoedingsklimaat, betrokkenheid ouders (affectie, steun en communicatie), deelnemer voelt zich ‘thuis’ in het gezin, harmonie en sfeer in het gezin omgeving laat goed voorbeeldgedrag zien, sterke gezinsnormen en moraliteit, binding, zorg en verantwoordelijkheid voor elkaar opvoeders prijzen en moedigen de deelnemer aan, geschikte en effectieve discipline (voldoende vrijheid met regels en grenzen), er is toezicht (weten waar de deelnemer uithangt), geringe gezinsomvang, meer dan twee jaar leeftijdsverschil tussen broers of zussen 7 © 2008 NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ



opvoeders zijn gemotiveerd het probleem op te lossen

2B Materiële woon- en/of leefomstandigheden Risicofactoren lagere sociaal-economische status; gas, water, elektra of sanitaire voorzieningen zijn ondermaats huisvestingsproblemen, financiële problemen problemen met verblijfplaats, problemen met verblijfsvergunning werkzoekende ouder(s), arbeidsongeschikte ouder(s) Beschermende factoren een veilige en gezonde omgeving, een relatief goede financieel-economische positie werkende ouder(s), goede voeding, geletterdheid binnen gezin/ familie

3. SCHOOLFACTOREN Risicofactoren negatief schoolklimaat, negatief klassenklimaat, leven in twee culturen (Nederlandse en andere) geen zin in school of om naar school te gaan, regelmatig/te vaak absent, ongeoorloofd schoolverzuim (geef precies aan) geen goed contact klasgenoten / leraren, heeft geen vertrouwensband met leraar/mentor schoolprestaties zijn onvoldoende of sterk wisselend door gebrek aan werkhouding of motivatie, absentie of schoolverzuim school/mentor ervaart geen probleem (terwijl er wel een probleem is) Beschermende factoren gaat graag naar school, schoolprestaties zijn voldoende/goed (redelijk) goed contact klasgenoten, leraren,heeft vertrouwensband met leraar/mentor positief schoolklimaat, positief klassenklimaat, positieve schoolervaringen school/mentor zijn gemotiveerd het probleem op te lossen

4. BUURT- EN VRIJETIJDSFACTOREN Risicofactoren ontbreken van structuur, verpauperde buurt geen sport of hobby’s, zich niet kunnen vermaken,rondhangen overlast veroorzaken, agressief gedrag op straat negatieve vriendengroep (noem: overlastgevend, criminaliteit etc.) sterk beïnvloedbaar door vriendengroep leven in twee culturen (Nederlandse en andere) politie- en/of justitiecontacten (noem) Beschermende factoren stabiele en veilige woonomgeving/buurt de gemeenschap hecht aan waarden en normen, is niet op straffen gericht, de sociale normen zijn gericht tegen geweld deelname aan kerkgenootschap of andere gemeenschapsvoorziening sterke binding met sport en/of andere hobby en bijbehorend netwerk talent of hobby die (sterk) gewaardeerd wordt door anderen sterke culturele identiteit, indien allochtoon: de eigen etnische groep als hulpbron, etnische trots gemeenschap heeft sterke onderlinge band, biedt mogelijkheden om succesvol te participeren en aan de gemeenschap bij te dragen, verwachtingen zijn niet te hoog of te laag gesteld makkelijke toegang tot hulpdiensten, gemeenschapsvoorzieningen etc. aanwezigheid en communicatie of relatie met wijkagent aanwezigheid van en contact met buurtvader/vertrouwenspersoon 8 © 2008 NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ



(V2.7.) Dit onderdeel van het aanmeldingsformulier dient in samenspraak met deelnemer, ouders/opvoeders te worden ingevuld. Het samen met hen verduidelijken van de situatie is een eerste belangrijke stap (interventie) in het kader van het samen verbeteren van de situatie. Dit zijn voorbeeldvragen, die ook ‘op eigen wijze’ geformuleerd kunnen worden. Ook een mogelijkheid is om deelnemer, ouders/opvoeders te vragen: Schrijf eens op ….. (wat het probleem is, waarvoor je hulp vraagt, … )! (V.2.7.1.) Op basis van de ingewonnen informatie kan nu samen met de ouders/deelnemer de hulpvraag worden geformuleerd: Welke onderwijs- en zorgbehoeften heeft deze deelnemer binnen dit gezin, uit deze buurt, op deze school, in deze klas, bij deze leerkracht en klasgenoten? Welke kansen/oplossingen zijn er? (V2.8.) Het toestemmingsformulier wordt desgewenst geprint als u de printknop aanklikt Toestemmingsformulier ouders/verzorgers betreffende bespreking in het Zorg- en adviesteam Naam van de school: Ondergetekende, ouder/ gezaghebbende verzorger van: (naam deelnemer), - geeft hierbij toestemming aan de school tot aanmelding bij het Zorg- en adviesteam en is op de hoogte van de inhoud van het aanmeldingsformulier, - Is op de hoogte welke partijen aanwezig zijn bij de bespreking, - geeft toestemming aan de school om informatie over (de achtergrond van) de problemen van de betreffende deelnemer uit te wisselen met externe hulpverleningsinstanties, - geeft toestemming aan de school om met hulpverleningsinstanties te overleggen over de probleemsituatie en de mogelijke aanpak daarvan. Naam: Plaats / Datum: Handtekening:

(V2.10.) Alle onderdelen betreffende de analyse en beschrijving van de probleemsituatie zijn nu doorgenomen. Desgewenst kunt u nu nogmaals uw antwoorden onder 2A bekijken en bijstellen. (V3.1.) Venster voor datuminvoer (V.3.2.) Noem geboorteland: Per wanneer in Nederland Indien bijzondere verblijfsstatus: geef info (V 3.3.)




Correspondentiegegevens: Huisadres, Postcode en woonplaats, Telefoonnummer (‘geheim’ als optie meenemen) E/mail adres

Gezag: Ouders, ouder 1 en/of ouder 2 gezinsvoogdij (gedeeld gezag, OTS) Datum ingang OTS: voogdij (ouders zijn uit gezag ontheven/ontzet) Datum ingang voogdij: (V 3.4 .) • zelfstandig • tweeoudergezin, v + m biologisch • éénoudergezin • samengesteld gezin (één ouder biologisch) • adoptiefouder(s) • pleeggezin • jeugdzorginstelling (residentieel) • samenwonend partner/echtgenoot al dan niet met kind • zelfstandig al dan niet met kinderen • zwervend • andere leefsituatie, n.l. • onbekend (V 3.4.1) Noem eventueel vader, moeder, (half)broer, halfzus, anders/anderen met daarachter leeftijden, bijv. zus 10jr., broer 11jr. Noem in dit rijtje ook de deelnemer zelf die wordt aangemeld bij het ZAT (V 3.5.) Taal:

Bij gesprek tolk gewenst: Ja/nee

(V 3.6 .) (venster moet op repeat te zetten zijn) (V 3.7.) (meer antwoorden mogelijk)

Niet bekend VMBO met diploma Normaal / niet afwijkend Normaal, maar met veel (extra) hulp Aantal doublure(s) in BaO Aantal doublure(s) in VO Van school verwijderd Afgestroomd van een hoger onderwijsniveau, n.l. Van school gewisseld vanwege problemen op vorige school Zij-instromer Afkomstig uit REC cluster __ (nr. invullen) Ander kenmerk, namelijk

(V 3.8.) Algemene informatie: De landelijk afspraken zijn: verzuim verplicht melden bij een verzuim van meer dan 1/8 deel over 4 weken óf 3 achtereenvolgende dagen. Deze afspraken staan in de leerplichtwet uit 1969, artikel 21. Er is in de schoolpraktijk een grijs gebied. Als voorbeeld hiervan is het ziekteverzuim/ doktersbezoek te noemen. Minderjarigen worden nogal eens thuis gehouden omdat ze zogenaamd ziek zijn. Hierop moet met alle respect worden doorgevraagd. Bij twijfel/vaak voorkomen moet ook dit verzuim worden 10 © 2008 NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ



doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. Ouders zullen aan de leerplichtambtenaar informatie moeten geven over de behandelend arts. Geef aan: Op dit moment / vroeger Geef de frequentie aan (af en toe, regelmatig, frequent, zeer frequent), als mogelijk zo concreet mogelijk (altijd 5 uur tot 8 uur per week). Geef indien bekend het patroon/ karakter van het verzuim aan (veel ziekmeldingen, elke dinsdag, bepaalde lessen/tijden/docenten) Leerplichtambtenaar ingeschakeld? Nee/Ja : vroeger/nu (datum) (V.4.0.) Automatisch genereren naam/nr. (V.4.1.) dd-mm-jjjj (V.4.2.) Omschrijf kernachtig de conclusies/resultaten van de aanmeldingsbespreking: Wat is de kern, soort, ernst, omvang van de problematiek, wat zijn risico’s/kansen wat betreft (mogelijke) oplossingen. Zijn de aangrijpingspunten (vooral) te vinden in deelnemer, gezin, buurt en/of school? Wat moet er concreet veranderen om kansen te creëren voor positieve ontwikkelingen? (4.3.) Noem ZAT-functionaris/instelling (keuzemenu: zorgcoördinator, BJZ, SMW, etc.) (V.4.4.) Namen van functionarissen (V.4.5.) Naam + registratienummer wordt automatisch overgenomen Er wordt een printknop ingebouwd om de actie- en afsprakenlijst in het geheel uit te printen. (V.4.6.) Wanneer op Actie/Afspraak wordt geklikt komen de vensters V.4.7. t/m V4.10. te voorschijn. Een nieuwe actie/afspraak krijgt automatisch een opvolgend nummer, bijv. actie nr.1, nr.2., met daarachter vermeldt: Omschrijf de actie/afspraak. (V.4.7.) Datum waarop besluit tot deze actie/afspraak is genomen (dd-mm-jjjj) (V.4.7.1) Omschrijf welke opbrengst de actie/afspraak beoogt, wat u wilt bereiken. Let wel: Dit geldt niet voor alle acties/afspraken, zoals bijvoorbeeld: ‘wijkagent informeren’ (zodat hij die datum aanwezig kan zijn bij de bespreking van de jeugdige). (V.4.8.) Naam en functie van de ZAT-functionaris die (uiteindelijk) verantwoordelijk is voor de actie. (V.4.9.) Geef aan: actie afgerond voor (datum), de actie loopt van .. tot .. (data). Ook moet daarna nog worden aangegeven wanneer deze actie weer naar het ZAT moet worden teruggekoppeld (indien niets ingevuld, komt het automatisch de volgende bijeenkomst terug). (V.4.10.) Geef de daadwerkelijk gerealiseerde opbrengst aan in een percentage. Licht eventueel kort toe waarom de actie zo goed verliep of waarom de actie niet voor 100 % is geslaagd: Was de opbrengst onvoldoende? Is de actie of opbrengst niet binnen de afgesproken termijn gerealiseerd? Indien dat het geval is, kan dezelfde actie opnieuw worden geformuleerd op het actieplan. Of er kan een andersoortige actie worden ondernomen om dezelfde beoogde opbrengst alsnog te bereiken.




(V.4.11. ) Door de antwoorden op de evaluatievragen, kan het ZAT tal van inzichten krijgen in het eigen functioneren en op het functioneren in relatie tot de interne en externe zorgstructuur. Voorbeelden: 1. Het blijkt dat diverse ouders weerstand toonden en daardoor de hulpverlening niet van de grond komt. Het ZAT moet zich dan afvragen hoe dat komt of wat daaraan te doen is; 2. Idem waar het gaat om aanmelders, ouders, deelnemers die zich te weinig betrokken voelen. 3. Het blijkt in de praktijk dat deelnemers met bepaalde problemen (qua soort of ernst) beter direct doorverwezen kunnen worden naar een bepaalde zorginstelling i.p.v. deze deelnemers ZAT-zorg te bieden. (V.4.12) datum (V.4.12) wordt automatisch gegenereerd. (V.4.13) het aantal maanden/weken wordt automatisch berekend door computer (V.4.14) Er kan via deze lijst goed worden bijgehouden welke deelnemers wanneer zijn/worden besproken.





Handreiking ZAT-registratie middelbaar beroepsonderwijs

Recommend Documents