HANDREIKING VOORKOMEN BIJPLAATSINGEN Wilt u minder bijplaatsingen bij afvalcontainers in uw gemeente? Dat kan. Deze handreiking helpt u aan een effectieve aanpak voor bijplaatsingen in vier fasen, met een probleemanalyse en concrete aanknopingspunten voor oplossingen. Zo heeft u straks een helder maatregelenpakket in handen dat aansluit bij de doelstellingen en situatie in uw gemeente. Oorzaken en oplossingen Oplossingen voor bijplaatsing hangen samen met drie oorzaken voor bijplaatsing: •
Inrichting van uw openbare ruimte (hoe zijn afvalcontainerplekken ingericht?);
•
Beheer van uw containerlocaties (hoe is inzameling en beheer georganiseerd?);
•
Gedrag van de gebruikers (hoe worden de containers gebruikt?).
Hieronder staan de fasen voor een effectieve aanpak schematisch weergegeven: 1: Monitoren Goede oplossingen vragen om een goed inzicht in het probleem. Monitoring is daarbij een noodzakelijke eerste stap. Want een goede aanpak is alleen mogelijk als u helder heeft wat het aantal bijplaatsingen is, om wat voor soort bijplaatsingen het gaat en op welke locaties de problemen spelen. Bovendien kunt u door uw huidige situatie als 0-meting te monitoren later steeds het effect van de genomen maatregelen meten. 2 en 3: Basis op orde Pas als u de aard en omvang van de bijplaatsingen duidelijk heeft, kunt u echt werken aan preventieve maatregelen. Stelregel hierbij is dat uw gemeente eerst zelf alles gedaan moet hebben om alle mogelijke redenen voor bijplaatsing te ondervangen. Hierbij kijkt u naar de inrichting en het beheer van uw containerlocaties. 4: Gedragsbeïnvloeding Als u deze stap ook op orde heeft kunt u het ongewenste gedrag zelf aanpakken. U stelt het probleemgedrag vast, brengt in kaart hoe u wilt dat mensen zich wél gedragen en onderzoekt de mogelijkheden om dat te bereiken. Vervolgens kunt u acties ondernemen die het gedrag van inwoners de juiste richting op sturen en leiden tot verbeteringen. Veel succes met uw bijplaatsaanpak!
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
1
Monitoren: Inzicht in aard en omvang van het probleem Locaties en containers Breng alle containerlocaties in beeld en ga per locatie na voor welke afvalfracties een container staat. Geef aan (waar nodig per fractie): •
Wie beheert de container?;
•
Wie leegt de container?;
•
Hoe vaak en wanneer wordt de container geleegd?
Hotspots Door alle locaties te monitoren en meldingen te bekijken kunt u bepalen bij welke locaties veel wordt bijgeplaatst: de hotspots. Door die locaties verder te onderzoeken achterhaalt u wat de oorzaken van de bijplaatsingen zijn. Dit geeft u aanknopingspunten voor gerichte maatregelen. •
Monitor twee weken lang dagelijks en doe dit vier keer per jaar. Gebruik een monitoringsformulier om de gegevens overzichtelijk vast te leggen en te verwerken (zie bijlage 2). Zo maakt u het verloop van bijplaatsingen zo inzichtelijk mogelijk. Het toevoegen van foto’s op de momenten van monitoring werkt beeldend en verhelderend. Onderscheid locaties voor restafval en voor overig afval. Maak een inventarisatie van: o
Om wat voor soort afval het gaat: onderscheid bestemd afval en onbestemd afval;
o
Om hoeveel afval het gaat: noteer het afgevoerde tonnage, tel het aantal stuks dat is bijgeplaatst of gebruik CROW Kwaliteitscatalogus openbare ruimte (bijlage 1);
o
De bijplaatsmomenten: Wat zijn piekmomenten? Na een marktdag, voor- of na het weekend, rond grofvuilophaaldagen et cetera.
•
Kijk of de klachten en meldingen een patroon hebben (personen, tijdstippen en locaties). Bekijk hoe meldingen overeenkomen of verschillen met de hotspots die u hebt geïdentificeerd. Hoe registreert uw gemeente meldingen van storingen en bijplaatsingen? Bepaal of het nodig is deze registratie aan te passen.
•
Monitor standaard het hele containerbestand, maar monitor de hotspots intensiever. Doe bij hotspotlocaties een schouw. U kijkt dan naar de plaats, inrichting en ontwerp en de staat van de containers (zie bijlage 3 en de vragen bij de volgende fase);
•
In het geval van toegangscontrole, bekijk hoe de container wordt gebruikt: Hebben bepaalde containers door intensief gebruik mogelijk capaciteitsproblemen? Welke containers worden niet vaak gebruikt? Waar ligt dat aan?
•
•
Breng de veroorzakers in kaart: omwonenden, nieuwe bewoners, passanten of bedrijven: o
Wat is af te leiden uit het type afval?;
o
Hoe is de inzameling bij bedrijven uit de buurt geregeld?
Ga hier na wat de demografische kenmerken zijn: inkomen en opleiding, sociale cohesie, bevolkingssamenstelling, et cetera.
•
Ga na in welke wijken veel hoogbouw of veel nieuwbouw aanwezig is. Deze locaties hebben andere problemen dan wanneer er relatief meer laagbouw is en de huizen geen nieuwbouw meer zijn. Wanneer bij hoogbouw vooral fijn huishoudelijk afval bijgeplaatst wordt, dient achterhaald te worden of de capaciteit van de ondergrondse containers voldoende is. Wordt veel grof vuil bijgeplaatst, dient onderzocht te worden wat de service hiervoor is. Bij nieuwbouw is vaak sprake van mensen die ‘inhuizen’, waarbij veel verhuis- en verbouwingsafval vrij komt.
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
2
Kosten •
Voor en nadat u maatregelen neemt is het goed om de kosten in beeld te hebben, daarmee kunt u de keuze voor bepaalde maatregelen onderbouwen. Denk aan de ureninzet voor het opruimen en afvoeren afval, extra verwerkingskosten, kosten voor de inzet van handhaving en voor een meldingensysteem.
Uit de praktijk Do: Maak concrete gegevens zo inzichtelijk mogelijk. In een gemeente werd het bestaan van bijplaatsingen op bestuurlijk niveau pas een probleem toen inzichtelijk was gemaakt wat de kosten van het opruimen en afvoeren van dit afval waren. Met dit inzicht ontstond intern draagvlak voor het nemen van maatregelen. Don’t: Doe aannames zonder de situatie eerst goed te onderzoeken. Zonder monitoring kan de situatie buiten anders zijn dan gedacht. Zo blijkt uit een schouw van een gemeente dat meer containers zijn geplaatst dan bekend was (de externe inzameldienst heeft deze op eigen initiatief geplaatst).
Inrichting: Gebruiksgemak en aantrekkelijke locatie Locatie Ga na of de containers op logische locaties staan: •
Logische locaties voor containers bevinden zich bij ‘natuurlijke aanlooproutes’ van mensen: de ingang van een flatgebouw, een parkeerplaats, een winkelcentrum of supermarkt.
Inrichting Ga na of de locatie overzichtelijk is ingericht: •
Maak de locatie voldoende zichtbaar vanuit woningen of winkels (kijk naar belemmeringen als struiken of bosjes);
•
Verlicht de locatie goed genoeg, wellicht met een bewegingssensor;
•
Als een prullenbak voor transportverpakkingen (dozen, plastic zak) aanwezig is, zorg dat de inwerpopening niet zo groot is dat er hele vuilniszakken ingepropt kunnen worden;
•
Voorkom loze ruimtes achter of tussen containers, want die nodigen uit om bij te plaatsen;
•
Zorg dat je geen afval op de container kunt plaatsen.
Ga na of de containers goed bereikbaar zijn: •
Voor mensen met rolstoel of rollator;
•
Vanaf de weg of een parkeerplek.
Zorg dat de omgeving van de container zelf schoon en netjes is. •
Gebroken stoeptegels, verzakte stoepranden en verwaaid zwerfafval rond de container werken drempelverlagend, want vuil trekt vuil aan. Mensen kijken gedrag onbewust van elkaar af. Door bijplaatsingen zo snel mogelijk te verwijderen blijft een verzamellocatie schoon en is er geen afval dat uitnodigt tot bijplaatsen. Daarnaast helpt het dus ook om de containers zelf en de hele locatie netjes te houden, want schoon houdt schoon. Gemeenten hebben hiervoor diverse maatregelen genomen:
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
3
•
Containers regelmatig reinigen en eventueel extra reinigen op basis van meldingen door BOA’s of burgers.
•
Containers frequenter ledigen, zodat er geen afvalzakken naast de container komen te staan.
•
De containers na legen schoon achterlaten.
•
Containers opnieuw verven en van nieuwe stickers voorzien om de beeldkwaliteit van de containerlocatie te vergroten.
•
De inzamelaar extra inzetten om bijgeplaatst afval tussentijds op te ruimen op hotspots.
Plaats waar het kan twee containers bij elkaar. •
Containers die alleen staan hebben meestal eerder last van bijgeplaatst afval, omdat er geen uitwijkmogelijkheid in de buurt is.
Schakel over op ondergrondse containers. •
Bij gemeenten die omgeschakeld zijn naar ondergrondse containers voor de inzameling van afval is het aantal bijplaatsingen afgenomen. Gemeenten noemen verschillende voordelen van ondergrondse containers als doorslaggevend voor het plaatsen van deze containers: •
De container wordt geheel ondergronds geplaatst, waardoor de opslagcapaciteit toeneemt. Door de capaciteit te vergoten raken containers minder snel vol. De kans op bijplaatsen wordt hierdoor kleiner.
•
Een ondergrondse container oogt fraaier in de omgeving, waardoor de beeldkwaliteit van een verzamellocatie hoger is.
•
Door bovengrondse containers door ondergrondse containers te vervangen zijn er minder obstakels in de openbare ruimte. Een obstakel nodigt eerder uit tot bijplaatsingen of kan zorgen dat bijplaatsingen ongezien gedaan kunnen worden.
Containers Ga na of de inwerpopening toereikend is: •
Een te grote opening lokt ander (grof)afval aan, met een te kleine opening kunnen bewoners hun afval moeilijk kwijt;
•
Ontwerp de opening zo dat het afval zo min mogelijk klem komt te zitten. Zorg dat een container naar binnen toe niet smaller wordt of dat de opening onder een hoek staat. Bij papiercontainers dient de ruimte achter de opening bijvoorbeeld extra groot te zijn. Zo kunnen lange dozen of stukken karton kantelen en in de container vallen, zonder dat ze de inwerpopening verklemmen.
Zorg dat het technische onderhoud van de containers op orde is: •
Klep of deksel mogen niet te zwaar zijn om te openen;
•
Een toegangscontrole moet goed werken;
•
Los storingen snel op;
•
Stel een structureel keurings- en onderhoudsplan op.
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
4
Containers moeten schoon zijn: •
Reinig (vooral handvaten van inwerpkleppen) regelmatig. Schoonspuiten kan in de zomer vaker nodig zijn;
•
De container moet vrij zijn van aanplakbiljetten en graffiti: mensen zijn eerder geneigd een locatie schoon te houden die al schoon is.
Containers mogen niet vol zijn: •
Een container tijdig legen is noodzakelijk, dus: is de ledigingfrequentie hoog genoeg? Is een meldsysteem voor volle (restafval)containers nodig?;
•
Na inventarisatie van de vullingsgraad van containers kunnen deze gericht worden geledigd. Hierdoor kan de ophaalronde van de inzamelaar geoptimaliseerd worden, waardoor er minder overvolle containers zijn. Dit verkleint de kans op bijplaatsingen. Daarnaast bespaart de gemeente kosten door een efficiënter ophaalbeleid.
•
Kan een buurtbewoner de containers in de gaten houden en de locatie adopteren? De adoptant meldt storingen of volle containers dan aan de gemeente.
Geef inwoners genoeg informatie op de locatie (zie voorbeelden van stickers in bijlage 4): •
Vermeld de regels op de container of op een bord (pictogrammen zijn ook herkenbaar voor niet-Nederlandstaligen);
•
Toon de dichtstbijzijnde ‘uitwijklocatie’ (als de container toch vol is);
•
Geef aan wat de boete is voor fout geplaatst afval;
•
Vermeld hoe inwoners een storing kunnen melden (containernummer helpt het registreren van meldingen).
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
5
Uit de praktijk: Do: Maak containers zichtbaar en houd de directe omgeving schoon. Het terugsnoeien van de struiken naar een halve meter hoogte, zorgt voor meer zichtbaarheid vanuit de flat op de container. Gevolg: duidelijk minder bijplaatsingen. De ervaring leert: schoon houdt schoon en vuil trekt vuil aan. Direct na het weekeinde zit vaak een piekmoment. Reinigen in het weekend blijkt een succesvolle oplossing. Minder afval en lege containers zorgen voor duidelijk minder bijplaatsingen. Don’t: Laat informatie bij containers verouderen. Regelmatig wordt geconstateerd dat de informatie die op containers staat niet up-to-date is: telefoonnummers zijn niet meer bereikbaar of genoemde boetebedragen kloppen niet meer. Dit werkt ontmoedigend.
Beheer: Duidelijke beleids- en uitvoeringsprocessen Doelen Bepaal wanneer de aanpak tegen bijplaatsingen effectief is: •
Kwantificeer wat effectief is: het aantal uitgeschreven boetes, een lager aantal bijplaatsingen, tonnages bijgeplaatst afval, aantal meldingen, totale kosten of in aantal opruimuren.
Beleid Ga na wat het huidige beleid is voor bijplaatsingen: •
Welk doel heeft het beleid? Kwantificeer dit zo goed mogelijk;
•
Welke beeldkwaliteit wordt nagestreefd?;
•
Wat is de huidige werkwijze rond het opruimen van bijgeplaatst afval?;
•
Welke diensten (intern en extern) houden zich bezig met opruimen van afval?;
•
Welke dagen en momenten voeren deze diensten hun werkzaamheden uit?;
•
Zijn er onderlinge werkafspraken over het opruimen van afval?
Meldingen Zorg dat de huidige werkwijze rond meldingen helder is en dat iedereen hiervan op de hoogte is. Maak inzichtelijk: •
Wie de meldingen ontvangt en registreert;
•
Wie op deze meldingen reageert;
•
Binnen welke tijd de meldingen moeten zijn opgevolgd;
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
6
• •
Wanneer een handhaver moet worden ingeschakeld; Wat eventuele knelpunten zijn. Organiseer regelmatig een overleg met inzameldienst, buitendienst en handhavers samen.
Contracten Maak een overzicht van de afspraken met dienstverleners over schoonmaken en opruimen in de huidige overeenkomsten: •
Worden afspraken uit de dienstverleningsovereenkomsten goed uitgevoerd? Ga dit bijvoorbeeld na bij contactpersonen van de contractanten binnen de gemeente.
Grof vuil Zorg dat de inzamelservice voor grof vuil inzichtelijk is ingericht en maak de gebruiksdrempel voor inwoners zo laag mogelijk: •
Houd de milieustraat ook buiten kantoortijden open (bijvoorbeeld een avond doordeweeks of in het weekend);
•
Houd de tarieven voor het wegbrengen van afval schappelijk. Regel bijvoorbeeld dat inwoners jaarlijks een aantal kubieke meters of kilo’s grof afval gratis weg mogen brengen;
•
Stel vervoer naar de milieustraat ter beschikking, zoals een aanhangwagen of bakfiets;
•
Kijk naar mogelijkheden om grof afval wekelijks aan huis op te halen (eventueel met een aanmeldingsplicht);
•
Plaats in nieuwbouwwijken waar nog veel wordt verhuisd een (tijdelijke of mobiele) voorziening voor grof vuil;
•
Door goed overleg met de woningbouwvereniging kunt u al in een vroege fase rekening houden met het ontwerp van hoogbouw. Wellicht is inpandige opslag voor (grof) afval mogelijk.
Uit de praktijk: Do: Stem operationele taken goed onderling af. In een gemeente met een interne inzameldienst is men onderling goed op de hoogte van elkaars taken en zijn praktische werkafspraken gemaakt. Zo neemt de chauffeur van de inzamelwagen bijgeplaatst afval mee als in zijn wagen past. Bij afval met mogelijke daderindicatie roept hij de milieuwachter op. Als hij glas aantreft bij een milieuparkje, weet hij dat de glasinzamelaar daar een uur later langs rijdt. Afval dat hij niet mee kan nemen plaatst hij bij de kleine restafvalbakjes, die later die dag geleegd worden door de sociale werkvoorziening. Zo is de inzamelaar niet onnodig lang bezig met opruimen, wordt het afval zo goed als het kan gescheiden en binnen een paar uur opgeruimd. Don’t: Laat iedere partij zonder overleg zijn eigen gang gaan. In een gemeente was geen zicht op wie zicht met het inzamelen van bijgeplaatst afval bezig hield. Uit een inventarisatie bleek dat drie verschillende partijen, waaronder de gemeente, bijgeplaatst afval opruimden. Van elkaar wisten zij niet dat en op welk moment zij opruimden. Voor de gemeente leek het probleem daarom niet zo groot.
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
7
Gebruik: Gedragsbeïnvloeding Communicatie Gericht op bewust gedrag: •
Informeer inwoners goed over hoe met afval om te gaan. Zorg dat communicatie aansluit op eigen doelstellingen en op de doelgroep die je wilt bereiken. Zet hiervoor brede middelen in zoals: gemeentekranten, huis-aan-huisbladen, wijk- en buurtkranten, gemeentelijke websites, apps en social media, zoals twitter (ruim 1300 wijkagenten zijn actieve twitteraars);
Gericht op onbewust gedrag op de containerlocatie: •
Een bord met de tekst ‘Afval naast de container? Dat kan u x euro kosten. Al x bewoners zijn beboet’, schrikt bijplaatsers af. Je laat zo zien wat ongewenst gedrag is en wat de mogelijke consequenties zijn;
•
U kunt mensen wijzen op het goede gedrag van anderen: de norm. Ze zijn dan geneigd het gedrag van de meerderheid te kopiëren. Een bord met de tekst ‘Vrijwel alle mensen uit deze buurt zetten geen afval naast de container. Help mee!’ kan hier voor zorgen. Een ander voorbeeld is een bordje of sticker met de tekst ‘80% van de mensen doet het afval in de container’;
•
‘Foot in door’-methode: Wanneer iemand ‘ja’ zegt tegen een klein verzoek, is de drempel ook lager om ‘ja’ te zeggen tegen een groter verzoek. Ga bij bewoners bijvoorbeeld langs de deuren en vraag hen een sticker op hun raam te plakken met de tekst ‘Ik werk aan een schone buurt’. Dit is het kleine verzoek. Accepteren bewoners dit? Noteer dan hun naam ter plekke in hun bijzijn op een lijst, zodat hun ‘commitment’ zichtbaar wordt. Plaats vervolgens bij de afvallocatie een bord met de tekst ‘Voor een schone buurt. Zet geen afval naast de container’. Dit is het grote verzoek dat buurtbewoners eraan herinnert geen afval bij te plaatsen.
Participatie Verhoog met buurt- en schoolactiviteiten de sociale controle en het verantwoordelijkheidsgevoel bij de buurtbewoners, zoals een: •
Opruimactie met buurtbewoners of scholieren;
•
Adoptie van bakken door buurtbewoners of een klas: bewoners die dat willen, krijgen materialen om de containerlocatie te onderhouden.
Zet burgerparticipatie in: •
Hoe zien buurtbewoners als oorzaken voor bijplaatsing?;
•
Met welke oplossingen komen buurtbewoners zelf?;
•
Laat de buurbewoners deelnemen in een projectteam om het probleem aan te pakken of laat ze een rol spelen bij de samenstelling.
Betrek de buurtraad of buurtvaders:
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
8
•
Kinderen en ouders kijken tegen hen op. Daarom kunnen zij inwoners goed aanspreken op fout gedrag, omdat ze midden in de wijk staan en een goede relatie met de inwoners hebben.
Werk samen met woningbouwverenigingen en betrek huismeesters van flats: •
Zij zijn op de hoogte wanneer iemand gaat verhuizen, en kunnen controleren of faciliteren dat afval goed wordt afgedankt.
Handhaven De inzet van toezicht en handhaving vergroot het gevoel van controle bij bewoners. Mensen zijn eerder geneigd zich aan de regels te houden wanneer er een ‘straf’ wordt uitgedeeld bij ongewenst gedrag. Zeker als ze het idee hebben dat de pakkans groot is. Zichtbaar handhaven: •
Je kunt niet overal tegelijk zijn. Intensiveer de handhaving slechts in één of enkele buurten tegelijk. Houd dit ongeveer twee maanden vol. Door heel intensief en duidelijk zichtbaar te zijn vermindert het aantal bijplaatsingen sterk. De bewoners voelen zich meer gecontroleerd door de gemeente, vooral als er al boetes zijn uitgedeeld. Dergelijk nieuws gaat snel van mond tot mond. Het effect van de intensievere tijdelijke handhaving is tijdelijk en verwaterd na korte tijd weer. Daarom is het aan te raden om tussen de buurten te rouleren;
•
Zichtbaar handhaven kan ook door bijgeplaatste zakken te openen en op adreswikkels te doorzoeken. Inwoners zien dan dat het bijgeplaatste afval wordt onderzocht en bijplaatsen risico inhoudt op een boete;
•
Maak verkeerd gedrag zichtbaar en laat zien dat de gemeente verkeerd aangeboden afval aanpakt. Zo kan de inzameldienst of handhaver kan waarschuwingsstickers plakken op het bijgeplaatste afval: ‘Dit afval is verkeerd aangeboden en in onderzoek bij de milieupolitie’.
•
In combinatie met communicatie via lokale media en sociale media zoals Twitter kan het effect van handhaving worden versterkt.
•
Cameratoezicht leidt tot minder bijplaatsingen en afvaldump. In een flat zijn camera’s eenvoudiger te realiseren dan in de openbare ruimte. Camera’s hoeven niet altijd op de container gericht te zijn. Ook van een camera die gericht is op de looproute gaat een preventieve en handhavende werking uit.
Handhaven door beboeten: •
Het is niet altijd wenselijk om (direct) te beboeten. Aanspreken en waarschuwen kan een effectief middel zijn. Handhavingacties van gemeente bestaan vaak eerst uit informeren en waarschuwen. Daarna volgt pas beboeten.
•
Zorg dat bij de containerlocatie staat wat de boete van bijplaatsing is. Publiceer periodiek in buurtkrant en op de gemeentelijke website dat boetes zijn uitgedeeld;
•
Uit ervaringen in verschillende gemeenten blijkt dat beboeten op basis van spoedeisende bestuursdwang effectiever is dan op basis van strafrecht. Bij de eerste variant is het niet
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
9
nodig om op heterdaad te betrappen. Daarnaast kost het horen van de daders bij beboeten op basis van strafrecht erg veel tijd.
Uit de praktijk: Do: Werk samen met andere partijen. In een gemeente waar de gemeente goede samenwerking heeft met de woningbouwvereniging, ziet de vereniging ook de verantwoordelijkheid voor en belang van een schone omgeving in. Zij hebben op eigen gelegenheid camera’s opgehangen in het berghok waar het afval wordt verzameld. Pas als (grof) afval naast de container is gezet, worden de beelden nagekeken. De huismeester heeft goede kennis van wie in de flat woont en weet dan ook wie de dader is. Hij gaat dan bij de dader langs met het verzoek om het afval op te ruimen. Doet hij dat niet, dan volgt een sanctie.
Ervaringen en tips van gemeenten In het najaar van 2013 is een evaluatie uitgevoerd onder de gemeenten die gebruik hebben gemaakt van het Thematraject Bijplaatsingen van Gemeente Schoon. Hieruit blijkt dat gemeenten merken dat een combinatie van maatregelen zorgt voor grotere effectiviteit. Hieronder een paar maatregelen waarvan gemeenten merken dat ze werken.
•
Ondergrondse containers: bij gemeenten die omgeschakeld zijn naar ondergrondse containers voor de inzameling van afval is het aantal bijplaatsingen afgenomen. Daarnaast is de beeldkwaliteit van verzamellocaties verhoogd.
•
Gericht ledigen: na inventarisatie van de vullingsgraad van containers kunnen deze gericht worden geleegd. Hierdoor kan de ophaalronde van de inzamelaar geoptimaliseerd worden, waardoor er minder overvolle containers zijn. Dit verkleint de kans op bijplaatsingen. Daarnaast bespaart de gemeente kosten door een efficiënter ophaalbeleid.
•
Schoon houdt schoon: door bijplaatsingen zo snel mogelijk te verwijderen blijft een verzamellocatie schoon en is er geen afval dat uitnodigt tot bijplaatsen. Het combineren van deze maatregelen met het regelmatig reinigen van containers en verzamellocaties verhoogt de beeldkwaliteit van de omgeving.
•
Handhaving: de inzet van toezicht en handhaving vergroot het gevoel van controle bij bewoners, waardoor ze minder geneigd zijn hun afval naast een container te plaatsen. Ook werkt handhaving preventief. Vooral het onderzoeken van bijgeplaatst afval op straat schrikt mensen af. Op deze manier is het duidelijk dat verkeerd afval gedrag niet wordt geaccepteerd en dat een bijplaatsing kan leiden tot een forse boete. In combinatie met communicatie kan het effect van handhaving worden versterkt.
De effectiviteit van de maatregelen is afhankelijk van verschillende factoren. Een belangrijke factor is, naast een gecombineerde inzet van maatregelen, de samenwerking tussen alle betrokken partijen (gemeente, inzamelaar en handhaving). Door alle partijen dezelfde richting op te krijgen kan een aanpak gerichter en uiteindelijk effectiever worden uitgevoerd. Uit overleg tussen verschillende partijen en betrokkenen kunnen nieuwe initiatieven voortvloeien en een nieuwe set van maatregelen voortkomen.
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
10
De effectiviteit van de ingevoerde maatregelen leiden gemeenten af uit het volgende: •
Door de inzamelaar of de gemeente worden minder meldingen ontvangen over bijplaatsingen.
•
De beeldkwaliteit van verzamellocaties is verbeterd.
•
Er worden minder hotspots geïdentificeerd.
•
Het aantal ophaalrondes voor bijplaatsingen is afgenomen.
•
In de probleemgebieden waar de BOA actief is, worden minder gevallen van bijplaatsingen geconstateerd. In de beginfase is er een stijging van het aantal boetes, maar dit aantal daalt snel.
Tips van gemeenten •
Herhalen: het aantal bijplaatsingen neemt na handhavingsacties en schoonmaakacties af, maar de actie moet wel regelmatig herhaald worden om handhaving voor de bewoner zichtbaar te houden. Als deze acties stoppen, dan komen de bijplaatsingen op den duur weer terug. De handhavingsacties zijn het meest effectief als ook over handhaving wordt gecommuniceerd.
•
Samenwerken: samenwerking tussen alle betrokken partijen, zoals inzamelaars, woningbouwcorporaties, verenigingen en de gemeente, en actieve inzet is van belang voor een geslaagde uitvoer van maatregelen.
•
Rouleren: het probleem van bijplaatsingen kan zich verplaatsen. Door niet slechts op één locatie te richten en bijvoorbeeld handhaving over alle containerlocaties (hotspots en niethotspots) te laten rouleren, wordt in de gehele gemeente bijplaatsingen aangepakt.
•
Effectiviteit meten: het rendement van maatregelen kan verhoogd worden als er een onderbouwing is van het effect van ingevoerde maatregelen. Dit kan in de toekomst zorgen voor een gerichter aanpak van bijplaatsingen. Om de effectiviteit van maatregelen te onderzoeken moeten maatregelen niet tegelijkertijd worden uitgevoerd. Wat werkt beter, handhaving of gedragsbeïnvloeding of een combinatie hiervan? In samenwerking met Gemeente Schoon en een universiteit kan onderzoek worden gedaan om meer inzicht te krijgen in het effect van maatregelen.
•
Kleinschalig: om een geslaagde uitkomst van ingevoerde maatregelen te bereiken moeten de bewoners achter de ingevoerde maatregelen staan. Kleine gemeenten hebben een groot ‘ons kent ons’ gevoel, waardoor initiatieven op kleinschalige basis een positief effect hebben. Wellicht heeft dezelfde aanpak in grotere gemeente minder effect.
Praktijkvoorbeelden Op www.gemeenteschoon.nl vindt u uitgebreide praktijkvoorbeelden van gemeenten over hun aanpak van bijplaatsingen. De voorbeelden beschrijven de situatie, de werkwijze en wat de aanpak heeft opgeleverd. •
Persoonlijk aanspreken tegen bijplaatsingen in Leeuwarden
•
Bewezen maatregelen tegen bijplaatsingen in Rotterdam
•
Handhavingsacties tegen bijplaatsingen in Hoorn
•
Communicatie en handhaving tegen bijplaatsingen in Uden
•
Monitoren met foto’s in Amsterdam Nieuw-West
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
11
Samen met gedragswetenschappers en gemeenten hebben we verschillende maatregelen voor het beïnvloeden van bijplaatsingsgedrag getest. Ook deze rapporten vindt u op onze website: •
Rapport Inventarisatie bijplaatsingen, 2009
•
Rapport Voorbij bijplaatsingen, 2010
Handreiking gebaseerd op ervaringen Voor de aanpak van bijplaatsingen hebben tientallen gemeenten gebruik gemaakt van de ondersteuning van een adviesbureau via een Thematraject Bijplaatsingen van Gemeente Schoon. De ervaringen staan gebundeld in deze handreiking, zodat iedereen er profijt van heeft. Hij is opgesteld door De Jonge Milieu Advies en Gemeente Schoon. In de laatste versie zijn ervaringen van gemeenten toegevoegd op basis van een enquête in het najaar van 2013. Deel uw vragen en ervaringen! Ondanks de vele ervaringen, zijn er nog steeds vraagstukken die om een slimme oplossing vragen. Hebt u bijvoorbeeld een manier gevonden om bijplaatsing van grofvuil tegen te gaan? Weet u inwoners die geen Nederlands spreken goed te informeren? Hebt u een slimme oplossing voor bijplaatsingen die het gevolg zijn van de vele verhuizingen in een wijk? Om gemeenten van elkaars ervaringen te laten profiteren zijn we altijd op zoek naar nieuwe inzichten en praktijkvoorbeelden. Ook voor vragen en opmerkingen staan we altijd open. Neem contact met op met Jacobine Meijer via
[email protected] of via het algemene e-mailadres
[email protected].
BIJLAGE 1: Beeldkwaliteit rondom containers Meubilair-containers-bijgeplaatst afval rondom containers (RAW-hoofdcodes 70.50.38/70.50.88) A+
A
B
C
D
Er ligt geen afval in de omgeving van de containers.
Er ligt weinig afval in de omgeving van de containers.
Er ligt redelijk veel afval in de omgeving van de containers.
Er ligt veel afval in de omgeving van de containers.
Er ligt zeer veel afval in de omgeving van de containers.
grof zwerfafval/grof vuil binnen een straal van 5m rondom de container
grof zwerfafval/grof vuil binnen een straal van 5m rondom de container
grof zwerfafval/grof vuil binnen een straal van 5m rondom de container
grof zwerfafval/grof vuil binnen een straal van 5m rondom de container
grof zwerfafval/grof vuil binnen een straal van 5m rondom de container
0 stuks
≤ 1 stuks
≤ 3 stuks
≤ 5 stuks
> 5 stuks
Bron: Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2010, CROW
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
12
BIJLAGE 2: Voorbeeld monitoringsformulier Inventarisatie van bijplaatsingen Datum: Containernummer Restafval Papier Glas Kunststof Textiel
Kruis aan wat voor soort afval er
Restafval
bijgeplaatst is Papier Glas Kunststof Textiel Grof afval Wit- en bruingoed Ander afval dat niet in de container op deze locatie hoort Kruis aan hoeveel er bijgeplaatst is
1-3 stuks 4-6 stuks Meer dan 7 stuks
Heeft u het mee kunnen nemen in uw
Ja
wagen
Nee
Is er een andere inzamelwagen voor
Ja
ingezet?
Nee
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
13
BIJLAGE 3: Voorbeeld schouwformulier Inventarisatie van bijplaatsingen Datum: Containerlocatie Soort container (park) Is de container goed bereikbaar?
Ja
Nee
Is de containerplaats overzichtelijk?
Ja
Nee
Is er voldoende verlichting?
Ja
Nee
Kan er afval op de zuil?
Ja
Nee
Worden de aanbiedregels op de afvallocatie vermeld?
Ja
Nee
Hoe lang geleden sinds laatste lediging? Netheid container Aantal stuks bijgeplaatst Algemene beschrijving van bijgeplaatst afval Om welk afval gaat het?
Aval dat in de container hoort. Afval dat niet in de container hoort Afval dat niet in de container past (grof hha)
Zit de container vol? Werkt de container naar behoren Toelichting
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
14
BIJLAGE 4: Voorbeelden stickers
Containersticker gemeente Enschede
Containersticker gemeente Bergen op Zoom
Containersticker gemeente Houten
Handreiking voorkomen bijplaatsingen, februari 2014
15