HANDREIKING VOOR LEERKACHTEN PRIMAIR ONDERWIJS
BIJ HET SAMENSTELLEN VAN HET
ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT
TEN BEHOEVE VAN AANMELDING VOOR
LWOO & PRAKTIJKONDERWIJS 2009 – 2010
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 Het Onderwijskundig rapport 1.1 1.2
Lijst van te gebruiken instrumenten Berekening van de Didactische Leeftijd (DL) en de Leerachterstanden
Hoofdstuk 2 Indicatiecriteria Regionale VerwijzingsCommissie (RVC)
Hoofdstuk 3 Aanmeldingsdata LWOO en PRO binnen Samenwerkingsverband VO de Meierij
Handreiking Onderwijskundig Rapport, blz. 2
Hoofdstuk 1 Het Onderwijskundig rapport Bij aanmelding voor Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) draagt het Primair Onderwijs zorg voor een Onderwijskundig rapport. Binnen de regio de Meierij wordt gebruik gemaakt van één onderwijskundig rapport, namelijk het onderwijskundig rapport voor de regio de Meierij. U kunt dit onderwijskundig rapport vinden op de internetsite van uw eigen WSNSverband of op de internetsite van Passend Samenwerken.
1.1
Lijst van de te gebruiken instrumenten, die gebruikt moeten worden bij indicatiestelling LWOO & Praktijkonderwijs.
Voor het onderwijskundig rapport wordt gebruik gemaakt van testen en andere instrumenten. Jaarlijks worden de toegestane testen en instrumenten bekend gemaakt en gepubliceerd via www.rvc-vo.nl onder kopje Regeling, onder kopje Instrumenten. N.B. Alleen testen en instrumenten die voorkomen op deze lijst mogen worden gebruikt. Bij gebruik van andere instrumenten wordt geen LWOO / PRO -beschikking afgegeven!
Tip van de RVC: Bij het invullen van de toetsen is het erg belangrijk dat zo volledig mogelijk wordt aangegeven welke toets, toetsversie en normen gebruikt zijn door de basisschool (bijv. Brus A / 1993, TBL toets 2 module 1 + 3 norm 2003, CITO SVS 1 M4A norm 2003, CITO M8 rekenen algemeen 2002).
1.2
Berekening van de Didactische Leeftijd (DL) en de Leerachterstanden
Voor de Regionale VerwijzingsCommissie moeten in het onderwijskundig rapport DL’s (Didactische leeftijd) en DLE’s (Didactische leeftijdsequivalent) zijn ingevuld voor de bepaling van de Leerachterstanden. Exacte berekening van Didactische Leeftijd (DL) De Didactische Leeftijd (DL) is het aantal maanden dat een leerling onderwijs heeft gehad. Elk schooljaar heeft tien onderwijsmaanden, te beginnen vanaf september groep 3. De DL wordt berekend op basis van de huidige groep van de leerling, het moment van toetsafname (groep en maand) en het aantal doublures vanaf begin groep 3. De DL kan, voor de berekening van de relatieve leerachterstand, nooit hoger zijn dan 60 (eind groep 8). Per maand -van september tot en met juni- behaalt de leerling 1 punt. Als een leerling bijvoorbeeld wordt getoetst in oktober van groep 8 dan heeft hij een dl van 52 (50+2), mits deze leerling geen zittenblijver is. Voor een zittenblijver in de groepen 3 tot en met 8 geldt de regel dat de leerling de gehele periode dat hij in groep 8 zit een dl heeft van 60, ongeacht de maand waarin hij of zij wordt getoetst. Als een leerling gedoubleerd is en bij wijze van uitzondering in februari van groep 7 wordt getoetst, geldt een andere berekening. Deze leerling heeft een dl van 40 + 6 = 46. Daarbij worden 10 onderwijsmaanden geteld, wat zijn dl op 56 brengt.
Handreiking Onderwijskundig Rapport, blz. 3
Kalender voor vaststelling van de didactische leeftijd. Moment van toetsafname bij: Geen zittenblijver aangemeld vanuit groep 8 Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt 51 52 53 54 55 56 57
April 58
Mei 59
Juni/Juli/Aug 60
Geen zittenblijver aangemeld vanuit groep 7 Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt 41 42 43 44 45 46 47
April 48
Mei 49
Juni/Juli/Aug 50
Zittenblijver (1 keer in groep 3, 4, 5, 6, 7 of 8) aangemeld vanuit groep 8 Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt April Mei Juni/Juli/Aug 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 Zittenblijver (1 keer in groep 3, 4, 5, 6 of 7) aangemeld vanuit groep 7 Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt April Mei Juni/Juli/Aug 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
Leerachterstanden berekenen Op basis van de DL en de DLE kan je de relatieve leerachterstand van de leerling berekenen. DLE is de Didactische Leeftijds Equivalent. Ruwe testscores van didactische toetsen worden m.b.v. scoringstabellen (DLE-boek) omgezet in DLE's. De DLE staat voor het aantal onderwijs maanden dat een gemiddelde leerling met deze score gevolgd heeft. Bij beoordeling van de leerachterstanden door de RVC gebeurt dit met onderstaande formule. Let op! het criterium leerachterstand is niet het enige criterium; ook intelligentie en eventuele sociaal-emotionele problematiek tellen mee! De leerachterstand wordt berekend door de DLE te delen door DL en de uitkomst van 1 af te trekken. In een formule: 1 – (dle/dl) Bijv. indien een leerling uit begin groep 8 (DL = 51) een testscore behaalt met een DLE van 35, wil dat zeggen dat zijn prestatie overeenkomt met een gemiddelde leerling uit halverwege groep 6. Deze leerling heeft dan een leerachterstand van 16 maanden (51 – 35 = 16). Om de leerachterstand in procenten te bepalen, wordt de volgende berekening gemaakt: (1 – (35/51)) x 100 = 31,3. Het bovenstaande voorbeeld geeft dan een leerachterstand van 31%.
Criterium voor leerachterstand LWOO 0,25< l-(DLE/DL) < 0,50
Criterium voor leerachterstand PrO 1- (DLE/DL) > 0,50
N.B. Juist toetsgebruik: de ervaring leert dat bij veel leerlingen didactische toetsen worden afgenomen die sterk afwijken van het feitelijk didactische niveau (bijvoorbeeld een toets voor een leerling met een didactisch niveau van groep 8 afnemen bij een leerling die didactisch eind groep 4 presteert). Hierdoor wordt niet het juiste didactische niveau vastgesteld. De toets mag niet meer dan 10 DLE-punten afwijken van de door de leerling behaalde score: dus een lagere toets afnemen!! Een leerling die voor PrO wordt aangemeld zal dus een didactische toets van groep 4 of 5 moeten maken en een leerling
Handreiking Onderwijskundig Rapport, blz. 4
die voor het LWOO wordt aangemeld maakt een toets op het didactische niveau van groep 6 of 7. Hoe te handelen: zie de algemene toelichting die te vinden is op www.rvc-vo.nl onder kopje Regeling, onder kopje Instrumenten.
Handreiking Onderwijskundig Rapport, blz. 5
Hoofdstuk 2 Indicatie criteria RVC Een overzicht van de Indicatie criteria van de Regionale Verwijzings Commissie. De regeling is te vinden op www.rvc-vo.nl
RVC: Criteria praktijkonderwijs De RVC geeft een positieve beschikking voor praktijkonderwijs indien de leerling: • •
een IQ heeft binnen de bandbreedte 55 tot en met 80; en een relatieve leerachterstand (LA) heeft van 0,5 of meer; - berekend conform de formule LA = 1 – DLE/DL; - op twee van de vier domeinen (inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen waarbij minimaal één van de twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft).
Let op: De combinatie van leerachterstanden van meer dan 3 jaar op de gebieden technisch lezen en spelling is niet voldoende!
RVC: Criteria leerwegondersteunend onderwijs De RVC geeft een positieve beschikking voor LWOO indien de leerling: • •
een IQ heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90; en een relatieve leerachterstand (LA) heeft van 0,25 tot 0,5; - berekend conform de formule LA = 1 – DLE/DL - op twee van de vier domeinen (inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen waarbij minimaal één van de twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft); dan wel indien de leerling:
• •
een IQ heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120: en een relatieve leerachterstand (LA) heeft van 0,25 tot 0,5; berekend conform de formule LA = 1 – DLE/DL op twee van de vier domeinen (inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen waarbij minimaal één van de twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft); en - een sociaal-emotionele problematiek heeft (faalangst, prestatie – motivatie of “emotionele instabiliteit”).
Let op: De combinatie van leerachterstand op de twee gebieden technisch lezen en spellen is niet voldoende!
Handreiking Onderwijskundig Rapport, blz. 6
Hoofdstuk 3 Aanmeldingsdata LWOO en PRO binnen Samenwerkingsverband de Meierij Aanmelding LWOO Aanmelding 1e termijn
Aanvullend onderzoek Capaciteiten/ Sociaalemotioneel/ Didactisch
VMBO-College Boxtel Elde College VMBO Schijndel Elde College PrO Schijndel Scholengroep Cambium Zaltbommel Duhamel College afdeling VO ’s-Hertogenbosch Maurick College Locatie Brabantlaan Vught Hervion College Locatie Hervensebaan ’s-Hertogenbosch Hervion College Locatie Van Maerlant ’s-Hertogenbosch Helicon VMBO Groen ’s-Hertogenbosch
Aanmelding 2e termijn
Aanvullend onderzoek Capaciteiten/ Sociaalemotioneel/ Didactisch
10 en 11 maart
14 mei
11 en 12 februari
3 en 4 maart
10,11,12 maart
7 en 8 april
10 en 11 februari
3 en 4 maart
10 en 11 maart
7 en 8 april
16 en 17 maart
8 april
18 februari
9, 10,11 maart
18 maart
9, 10, 11 februari
-
9, 10, 11 maart
-
9, 10, 11 februari
4 en 11 maart
-
-
9, 10,11 februari
12 en 13 maart
9, 10, 11 maart
31 maart en 1 april
9, 10, 11 februari 9,10,11 februari
Aanmelding overige Praktijkscholen: Kan gedurende het hele schooljaar. Bij voorkeur: vóór 1 april
Handreiking Onderwijskundig Rapport, blz. 7