Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad
Colofon: De tekst in deze handreiking is gebaseerd op de Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad van de Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen (StAZ) www.staz.nl ActiZ bedankt StAZ voor de toestemming om deze Handreiking te vertalen voor de branche VVT.
Inhoudsopgave
Waarom een strategisch opleidingsplan?
4
Ondernemingsraden Handreiking
4 4
Wat is afgesproken over de Extra middelen WLZ?
5
Stappenplan
6
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
6 6 6 7 7 7 7 7
Verantwoording extra middelen Strategisch opleidingsplan Strategisch verband Overzicht van alle leerinterventies Koppeling met opleidingsjaarplan Gekwalificeerd personeel Monitoren voortgang Evaluatie van effect
3
Waarom een strategisch opleidingsplan? Er zijn vanaf 2016 structureel extra middelen beschikbaar voor kwaliteitsverbetering in verpleeghuizen. Van 2016 tot en met 2020 worden deze middelen ingezet voor een zinvolle daginvulling voor bewoners en het versterken van de deskundigheid van personeel. Het bestuur van de zorgaanbieder gaat met de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad (OR) en indien aanwezig de Verpleegkundigen- of Verzorgenden Adviesraad (VAR) de dialoog aan over de vraag wat een zinvolle daginvulling is en hoe zorgverleners goed toegerust kunnen worden om de desbetreffende cliënten te zorgen. Deze dialoog leidt ertoe dat de zorgaanbieder gezamenlijk met Cliëntenraad, VAR en OR een plan maakt, evalueert en zo nodig bijstelt over deze onderwerpen en de inzet van de extra middelen. Voor meerjarige afspraken over de extra middelen is de voorwaarde dat een strategisch opleidingsplan wordt opgesteld, dat is goedgekeurd door de OR en wanneer aanwezig de VAR. Kijk voor meer informatie over de Extra middelen WLZ op: http://www.actiz.nl/web/ouderenzorg/financiering/onderwerp/pag/wlz-financiering/open/extramiddelen-waardigheid-en-trots-zinvolle-daginvulling-en-deskundig-personeel ActiZ heeft aangegeven haar leden te willen faciliteren bij het opstellen van deze strategische opleidingsplannen. Het belang van strategisch opleidingsplan reikt echter verder dan een eenmalige ondersteuning voor de extra middelen WLZ. De ontwikkelingen in onze branche gaan snel en de complexiteit van zorg neemt alleen maar toe, zoals hierboven geschetst. Strategisch personeels- en opleidingsbeleid is nodig voor de continuïteit van de organisatie. Dat wil zeggen voor het onderscheidend zijn van uw organisatie in zorgproducten en zorgconcepten, een uitstekende kwaliteit, en de flexibiliteit om in te blijven spelen op veranderingen en de grotere gedifferentieerdheid in de zorg. De kwaliteit van de zorgprofessional bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van uw organisatie. Het strategisch nadenken over personeelsplanning én deskundigheid van uw professionals is daarom van groot belang
Ondernemingsraden Conform artikel 27, lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden wordt (een wijziging van) het strategisch opleidingsplan ter instemming voorgelegd aan de OR door instellingen met een OR.
Handreiking Met deze handreiking bieden we de OR handvatten voor het voeren van de dialoog over het strategische opleidingsplan. Het is raadzaam om de dialoog tussen de OR en het bestuur over het strategisch opleidingsplan op tijd in te zetten om de (jaarlijkse) deadlines te behalen.
4
Wat is afgesproken over de Extra middelen WLZ?
Om aanspraak te maken op de extra middelen WLZ wordt jaarlijks een plan ingediend waaraan de middelen besteed worden. Dit kan zijn dagbesteding en/of deskundigheidsbevordering.
Er kunnen meerjarige afspraken worden gemaakt voor de extra middelen tot 2020 door het indienen van een (meerjarig) strategisch opleidingsplan dan in ieder geval loopt tot 2020.
In het strategisch opleidingsplan is in ieder geval ook de volgende cyclus opgenomen: a) het maken van een analyse van de doelgroep cliënten en de te verwachten ontwikkelingen daarbinnen, b) het beschrijven van de benodigde deskundigheden en competenties om aan de verwachte zorgvraag tegemoet te kunnen komen1, c) een analyse van het bestaande personeelsbestand en d) het maken of bijstellen van een strategisch wervings- en opleidingsplan dat zich richt op de gewenste situatie.
Het strategisch opleidingsplan is afgestemd met, en heeft de goedkeuring van de OR en wanneer aanwezig de Verpleegkundige Adviesraad (VAR)
De extra middelen moeten worden ingezet voor: het vergroten van kennis over ziektebeelden, kennis over en vaardigheden voor een betere communicatie met cliënten en familieleden, het versterken van de eigen regie van de cliënt en zijn familie en het creëren van ruimte voor (team)reflectie en coaching op de werkplek.
Het strategisch opleidingsplan hoeft zich niet alleen te richten op training en opleiding. De bestuurlijke afspraken voor de extra middelen WLZ geeft ruimte voor een bredere kijk op leerinterventies zoals werkplekleren.
Het plan is vormvrij en verantwoording vindt plaats doordat het zorgkantoor jaarlijks nagaat of de OR/VAR betrokken is bij en tevreden met de uitvoering van het plan.
Zie voor de factsheet met meer informatie: http://www.actiz.nl/web/ouderenzorg/wet-en-regelgeving/onderwerp/pag/vernieuwing-wlz/open/factsheet-over-de-extra-middelen-waardigheid-en-trots-beschikbaar
5
Stappenplan De volgende onderdelen kunt u gebruiken bij het voeren van de dialoog over het strategisch opleidingsplan tussen bestuur en OR:
1. Verantwoording extra middelen De extra middelen WLZ zijn bedoeld als een extra investering in de medewerkers op de thema’s zoals benoemd, zodat zij goed toegerust hun werk kunnen doen. Er wordt nadrukkelijk gesproken over het creëren van ruimte voor (team)reflectie en coaching op de werkplek. Leren reikt namelijk verder dan traditionele opleidingen en omvat ook leren in de praktijk, teamleren en organisatieleren. De extra middelen kunnen ook daarvoor ingezet worden, naast natuurlijk ook trainingen en verletkosten. Het is niet de bedoeling dat de extra middelen worden ingezet voor aanleren of bijblijven op verpleegtechnische handelingen.
2. Strategisch opleidingsplan Het tijdspad om de plannen voor de extra middelen te ontwikkelen is kort. Er hoeft echter niet direct een compleet strategisch opleidingsplan te worden ingediend. Dit betekent dat het in te dienen opleidingsplan het eerste jaar op een aantal onderdelen nog onvoldoende uitgewerkt zal zijn en er zelfs onderdelen kunnen ontbreken. Het is wel de bedoeling dat de inhoud in de loop van de tijd steeds vollediger en nauwkeuriger wordt tot het een volwaardig het strategisch opleidingsplan is. Tot die tijd kan er ieder jaar een jaarplan worden ingediend. Volgens artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden is voor een wijziging van het strategisch opleidingsplan opnieuw instemming van de OR vereist. Maak met elkaar afspraken over het te verwachten tijdspad. Meer informatie over het strategisch opleidingsplan vindt u op: http://www.actiz.nl/web/ouderenzorg/werkgeverschap/onderwerp/pag/opleidingen/open/strategisc he-opleidingsplannen
3. Strategisch verband Het uitgangspunt van een strategisch opleidingsplan is de strategische visie van de instelling voor de komende jaren. Heeft de instelling een visie op leren vastgesteld, dan zou die visie het uitgangspunt moeten zijn van het strategisch opleidingsplan. Heeft de instelling dat niet, denk dan bijvoorbeeld aan de volgende punten:
Waar gaat de organisatie zich op focussen?
Waar wil zij zich in onderscheiden?
Waar gaat zij extra in investeren?
Wat gaat de organisatie niet meer doen of juist uitbouwen?
Wat brengt dit voor veranderingen in personeelssamenstelling met zich mee?
Wat wordt hiervoor gevraagd van de professionals?
Vaak is dit beschreven in een strategisch beleidsplan. Zorgorganisaties zijn vrij om zelf invulling te geven aan de uitwerking van het strategisch opleidingsplan. Wel moet duidelijk zijn wat de strategische visie van de organisatie is en wat dit betekent voor het personeel. Daarnaast staat er in een strategisch opleidingsplan welke (leer) interventies er worden ingezet om de strategische visie te realiseren. De vraag aan de OR is of het verband hiertussen herkenbaar is. Overigens mogen leerinterventies globaal omschreven zijn, omdat deze veelal jaarlijks, in het opleidingsjaarplan verder zijn uitgewerkt.
6
4. Overzicht van alle leerinterventies Het strategisch opleidingsplan overstijgt afdelingen en financieringsstromen. Dit betekent dat ook leerinterventies die buiten de extra middelen WLZ worden gefinancierd, onderdeel zijn van het strategisch opleidingsplan. De OR kan nagaan of het strategisch opleidingsplan een globaal overzicht biedt van de leerinterventies die op organisatieniveau en op organisatie/locatieonderdeel plaatsvinden en de wijze van financiering.
5. Koppeling met opleidingsjaarplan Het strategisch opleidingsplan beschrijft de strategische visie, de consequenties hiervan voor het personeel en de (leer-)interventies die daarvoor nodig zijn over een meerjarige periode. In dit geval voor de Extra middelen WLZ voor de periode tot 2020. De uitwerking van leerinterventies, aantallen deelnemers, een gedetailleerde planning en specificatie van kosten horen thuis in een opleidingsjaarplan. Het opleidingsjaarplan is een operationeel plan dat is afgeleid van het strategisch opleidingsplan. Conform artikel 27, lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden wordt een (wijziging van het) strategisch opleidingsplan ter instemming voorgelegd aan de OR.
6. Gekwalificeerd personeel De veranderingen in de zorg hebben consequenties voor het vereiste kwalificatieniveau en de gevraagde competenties van medewerkers op alle niveaus. Het strategisch opleidingsplan bevat de maatregelen die nodig zijn om te zorgen dat er voldoende aantallen en goed (gekwalificeerd) personeel is om goede zorg te kunnen blijven bieden, nu en in de toekomst. De OR dient voldoende kennis en inzicht te hebben om deze ontwikkelingen te kunnen duiden en de gevolgen hiervan voor de inhoud van het strategisch opleidingsplan te kunnen inschatten. In dit kader kunt u nagaan hoe de personeelssamenstelling op de verschillende locaties en teams is en of het nodig is hiervoor maatregelen te treffen. Het is ook aan de OR om er rekening mee te houden dat het strategisch opleidingsplan op een aantal onderdelen (bijvoorbeeld personeelssamenstelling) nog niet uitgewerkt of onvolledig kan zijn, zoals genoemd bij punt 2.
7. Monitoren voortgang In de meeste strategische opleidingsplannen staat aangegeven hoe de voortgang ervan wordt gemonitord. De OR kijkt hiernaar en maakt anders aanpalende afspraken hierover. Het kan voorkomen dat in de vier jaar die het strategisch opleidingsplan bestrijkt, veranderingen plaatsvinden die leiden tot andere keuzes van de Raad van Bestuur. Hebben die keuzes consequenties voor de strategische visie, dan zal ook het strategisch opleidingsbeleid mogelijk moeten worden bijgesteld. Ook die bijstelling zal met instemming van de OR moeten plaatsvinden.
8. Evaluatie van effect Uiteindelijk is het van belang om te weten of het strategisch opleidingsplan ook tot het gewenste resultaat heeft geleid. De OR gaat u na of het plan geëvalueerd wordt en maakt afspraken hoe de evaluatie(s) met de OR worden besproken.
7