Handreiking bij de prekenserie over De Heilige Geest Zondag 20 HC Gereformeerde Kerk Vrouwenpolder voorjaar 2008 Dr Dirk Griffioen
2
3 PERSOON EN WERK VAN DE HEILIGE GEEST 1. De namen van de Heilige Geest Al in het begin, bij de schepping wordt de Geest, de Geest van God genoemd, Genesis 1,2. We vinden die naam ook in het evangelie van Lucas: de Geest des Heren, Lucas 4,18, Jesaja 61,1-2, 58,6. Dat wordt door Jesaja geprofeteerd en Jezus zegt dat van zichzelf: Hij is gezalfd met de Heilige Geest en van Jezus wordt gezegd dat Hij vervuld was van de Heilige Geest. Vgl. wat de apostel zegt van de Geest van onze God, 1 Korintiërs 6,11: “... maar u bent gereinigd, u bent geheiligd, u bent rechtvaardig verklaard in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.” a. In Jesaja 61,1 staat het zelfs de nog uitgebreidere titel: de Geest van God de HEER. Letterlijk: de Geest van de Heer Jahwe (Adonai Jahwe). De Heer, de God die er ís, Hij is er óók met zijn Geest! In Matteüs 10,20 spreekt Jezus tegen zijn leerlingen dat ze geen zorgen hoeven te maken over wat ze zeggen moeten ter verdediging tegen rechters die hen gevangen namen, want “het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt”. In Psalm 139,7 (NGB) roept David uit: “waar zou ik heengaan voor uw Geest?” Wij kúnnen de Persoon en het Werk van de Geest niet vermijden, laat staat ontlopen) De Heilige Geest is de Geest van God. In Romeinen 8,11 gebruikt Paulus ook die uitdrukking: het is ‘de Geest van Hem (God) die Jezus uit de doden heeft opgewekt die in u woont’. Het is God die door de kracht van de Heilige Geest Jezus uit de doden heeft opgewekt. (Vgl DL hst 5 over de wedergeboorte als nieuwe schepping!) Deze Schriftwoorden onderstrepen dat eeuwige en persoonlijke relatie van de Heilige Geest met de Vader. b. Als tweede opvallende omschrijving van de titels van de Heilige Geest noem ik het verband tussen de Heilige Geest en God de Zoon. Denk maar aan die tekst uit Romeinen 8,9: wie zich niet laat leiden door de Geest van Christus, die behoort Christus ook niet toe! En aan de Galaten, Gal 4,6 schrijft hij: “God heeft ons de Geest van zijn Zoon gegeven”, vgl. Handelingen 5,9: “de Geest van de Heer”. c. Als derde groep van namen noem ik de directe en persoonlijke titels van de Heilige Geest. In Romeinen 1,4 wordt van Jezus gezegd dat hij als mens voorgekomen is ‘uit het nageslacht van David’, maar “aangewezen als de Zoon
4 van God en door de Heilige Geest bekleed met macht toen Hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood.” d. Soms wordt de Heilige Geest kortweg ‘de Heilige’ genoemd. “U bent gezalfd door de Heilige”, schrijft de apostel Johannes, 1 Johannes 2,20. Hij schrijft het aan álle gemeenteleden, zijn broeders en zusters die ‘in Christus zijn’. e. In Hebreeën 9,14 wordt de Geest “de eeuwige Geest” genoemd. f. Wie één is met Jezus Christus, schrijft Paulus in Romeinen 8,2, wordt niet meer veroordeeld, want “de wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde en van de dood.” De Geest is de Geest die leven brengt. Dat is de ‘Geest der waarheid’, Johannes 14,17. 2. De Geest als Schepper * De Geest van God - zweefde over de (chaotische) wateren van de aarde, nadat God bij de Schepping, in het begin, de aarde geschapen had. (Genesis 2,1 - een storm van God joeg over de wateren → maar de ‘energie van God’, Gods Geest schept overvloedig en maakt orde in de ‘chaos’) * Gods Geest (= de Adem van God) schiep de mens (blies de adem in z'n neus -> ze werd de mens een 'geestig' wezen) De adem van de Almachtige doet mij leven, zei Job (Job 33,4) Gods Geest heeft de wereld geschapen 'door de adem van zijn mond (hebr. ruach = adem òf geest) (Psalm 33,6). (In NT is Geest de vertaling van "pneuma", lett. lucht, adem). * De Geest is de Verwekker van het leven. En Hij houdt zijn Schepping in stand. De Geest is de ‘levend-maker’ → wedergeboorte → nieuwe schepping → bekering → dagelijkse vernieuwing * De Geest van God is Gods onvernietigbare kracht ↔ de zwakheid van het geschapene en de nietigheid van de mens (Psalm 51,13; Jesaja 63,10; Handelingen 2,4-5)
5 * Bij het sterven keert de 'geest' (ruach) van de mens terug tot God, Prediker12,7. 3. De Persoon van de Heilige Geest 1. Persoonlijke eigenschappen van de Geest van God: 1. Hij spreekt tot David, 2 Samuël 23,2 2. Hij onderwijst de profeet, geeft inzicht, Nehemia 9,20 3. Hij (‘de goede Geest’) leidt langs een veilige weg (let. 'in een effen land'), Psalm 143,10 4. Het volk krenkt de Heilige Geest, Jesaja 63,10. 5. De Geest blijft op de mens of gaat van hem weg, Psalm 51,13, vgl. 1 Samuël 16,13 2. De Geest als Persoon woont in mensen (→ de adem van God) De Geest is dus zó dicht bij ons, dat Hij in ons wil wonen. We kunnen slechts verbonden zijn met God (→ wandelen met God) door de kracht van de Geest. 3. De Heilige Geest is een Persoon met een eigen Goddelijke Identiteit. Jezus zegt dat de Heilige Geest zal leren alles van Hem in herinnering te brengen, Johannes 14,26; In Johannes 15,15 zegt Jezus “Ik noem jullie geen slaven meer ... maar vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat Ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.” Het werk van de Geest van de waarheid zal onder andere bestaan uit pleit bezorgen, namelijk getuigen over Jezus Christus, Johannes 15,26-27. Hij zal dus getuigen van Jezus, Johannes 15,26; en overtuigen, Johannes 16,8. Hij zal de weg in de waarheid wijzen en verkondigen, Johannes 16,13-14. Als deze activiteiten wijzen er onweerlegbaar op dat de Heilige Geest een Persoon is, een goddelijk Persoon. Sommige sektes leren dat de Heilige Geest een of andere onpersoonlijke goddelijke kracht is, maar de Bijbel leert, dat Hij een Persoon is, net als de Vader en de Zoon. Jezus zei: "De Geest der waarheid zal jullie, waneer Hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid; Hij zal niet namens Zichzelf spreken, maar Hij zal zeggen wat Hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat,” Johannes 16,13. 4. De Geest is uitgezonden. De Vader zendt de Geest (in deze hoofdstukken van het evangelie van Johannes steeds Parakleet genoemd, Pleitbezorger, want Hij is Degene die bijstaat, Trooster) op het gebed van de Zoon, Johannes
6 14,16. De Vader stuurt de Heilige Geest in de naam van de Zoon, Johannes 14,26. Ook zegt Jezus dat Hij de Geest zal zenden, Johannes 16,7. Vandaar de belijdenis van Nicea: "...die van de Vader en de Zoon uitgaat..." Door de Persoon van de Geest komt het werk van de Vader en de Zoon ons ten goed. Door de Geest leren wij Christus kennen en de Geest leidt ons naar de Vader. 4. De leer van de Drie-eenheid God de Vader, God de zoon en God de Heilige Geest, elk gelijkwaardig en eeuwig, de ene ware God – is moeilijk te begrijpen, en zeker niet te verklaren. Toch is het de werkelijke basis voor het christelijke geloof. Ondanks een wiskundige onmogelijkheid, is het een fundamentele leerstelling van de Bijbel en ten diepste realistisch, zowel proefondervindelijk als in theologisch-wetenschappelijk opzicht. Zowel het Oude Testament als het Nieuwe beschrijft de Eenheid en de Drie-eenheid van de Godheid. De gedachte, dat er maar één God is, die alles maakte, wordt regelmatig benadrukt in Schriftgedeeltes als Jesaja 45,18 "Dit zegt de HEER, die de hemel geschapen heeft – hij is God! –, die de aarde gemaakt en gevormd heeft en die haar heeft gegrondvest – niet als chaos schiep hij de aarde, maar om te bewonen heeft hij haar gevormd: Ik ben de HEER, er is geen ander." Een voorbeeld uit het Nieuwe Testament is Jakobus 2,19 "U gelooft dat God énige is? Daar doet gij wel aan. Maar de demonen geloven dat ook, en zij sidderen." De drie personen van de Godheid worden tezelfdertijd beschreven in Bijbelgedeeltes als Jesaja 48,16: "Kom naderbij en luister hiernaar. Van meet af aan heb ik openlijk gesproken, vanaf het begin van de geschiedenis was ik erbij. – God, de HEER, heeft mij gezonden, met zijn geest." De spreker in dit vers is duidelijk God en toch zegt Hij dat Hij gezonden werd, zowel door de Heer God (dat is de Vader) als door zijn Geest (dat is de Heilige Geest).
7 In het Nieuwe Testament is de leer van de Drie-eenheid duidelijk in een vers als Johannes 15,26 waar de Heer Jezus zegt: "Wanneer de Pleitbezorger komt, die Ik van de Vader naar u zenden zal, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen." Verder is er de doopformule: "... doop hen in de naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest", zegt Jezus, Matteüs 28,19 Eén naam (God) – toch drie namen van drie goddelijke Personen: Vader, Zoon en Heilige Geest! 5. Het Werk van de Heilige Geest In Numeri 11,17 worden 70 mannen (oudsten en opzieners) toegerust met de Geest van God. De rechter Simson werd vervuld met de Geest, Rechters 14,6. De Geest greep hem aan, Rechters 14,19; 15,14. In het leven van koning Saul zien we dat de Geest van God hem aangrijpt en hem zelfs in geestvervoering brengt, 1 Samuël 10,10; én dat de Geest van God van hem wijkt → een boze geest neemt bezit van Saul, 1 Samuël 17,14. De reden is: ongehoorzaamheid aan God. De Geest is zeer gevoelig voor zonde: als mensen ongehoorzaam worden tegenover God, wijkt Hij. De profeten wijzen op de nieuwe tijd, waarin de Geest bijzonder werkzaam zal zijn, Ezechiël 36,26-27; Joël 2,28-32 (NBV: Joël 3,1-5). De Geest zal op een bijzondere innige manier verbonden zijn met de Knecht des Heren (= Jezus Christus) die zondige mensen zal vernieuwen tot kinderen van God. In het OT zijn er met de Geest gezalfde profeten, priesters en koningen. Na Christus' kruis en opstanding zal de Geest continu (onafgebroken) en absoluut (in grote volheid) aanwezig zijn in mannen en vrouwen. 6. Christus en de Geest - De Geest en Christus De Geest kan nooit losgemaakt worden van God de Vader en God de Zoon.
8 * De Geest verwekt Jezus in de schoot van Maria (= ontvangenis van de Heilige Geest), Matteüs 1,18.20; Lucas 1,35. * Bij de doop van Jezus in de Jordaan daalt de Geest op Jezus neer in de gedaante van een duif → toegerust voor zijn grote taak, Lucas 3,22. (Duif is aankondiger van de heilstijd - vgl Noach en de ark) De Geest blijft op Jezus, blijft in Hem wonen, Johannes 1,33) * Jezus ontvangt de Geest overvloedig, en dus kan Hij de Woorden van God spreken, Johannes 3,34. * Door de kracht van de Geest werpt Jezus demonen uit, Matteüs 12,28. * Christus is door de Heilige Geest verheerlijkt door zijn opstanding uit de doden, Hebreeën 9,14. * De Geest verklaart Jezus als de Zoon van God in kracht toen Hij opstond uit de dood, Romeinen 1,4 (lett. dunamis, vgl. dynamisch, dynamiek). Waar God werkzaam ik in Jezus, daar is de kracht van de Geest (= pneuma, ‘lucht, wind’) * Christus is de Uitdeler van de Geest, zoals Johannes zegt: "Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is het degene die doopt met de Heilige Geest", Johannes 1,33 * Wij kunnen de Geest alleen ontvangen als de Geest van Christus. "Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven?", zegt Paulus in Galaten 3,2. * Voor ons geloof kan Christus niet losgemaakt worden van de Geest en de Geest is het die ons aan Christus bindt. 7. De Heilige Geest en wij Jezus heeft beloofd: De Heilige Geest zal bij ons blijven en in ons zijn, Johannes 14,17. De Geest wordt uitgegoten ‘over al wat leeft', Joël 3,1-5 (NBV): 'ieder mens'. Wie de Zoon afwijst, kan ook de Geest niet ontvangen, Johannes 3,36.
9 Christus was vervuld van de Geest én tegelijk zond Hij de Geest uit. Wij kunnen slechts vervuld zijn van de Geest. De Geest wil in ons wonen, als wij maar in Christus blijven. 8. Heilige Geest – gaven en vruchten In 1 Korintiërs 12-14 worden allerlei gaven genoemd die gelovigen kunnen ontvangen en bezitten. Deze worden met verschillende namen genoemd: ‘gaven van de Geest’ (1 Kor 12,1); de werkzaamheden van de werkzaamheden van de Geest (1 Kor 12,7); er moet gestreefd worden naar ‘de gaven van de Geest’ (1 Kor 14,1) en men moet graag ‘geestelijke gaven’ willen bezitten (1 Kor 14,12). Het zijn gaven door de Geest verleend (Handelingen 2,4; 4,31) en het bezit ervan is altijd te beschouwen als een genade van God (1 Petrus 4,10). Want dát is kenmerkend voor een ‘gave’ dat het een geschenk is dat je krijgt. De mens die deze gaven ontvangen heeft is een mens ‘die de Geest bezit’ (1 Kor 2,15; vgl. Rom 12,6-8; Ef 4,11); dwz. hij is niet meer volledig ‘in de ban van de goden die taal nog teken geven’, 1 Kor 12,2) Er is verscheidenheid aan buitengewone gaven van de Geest: 1. het spreken in tongen, Handelingen 2,4; 10,46; 1 Korintiërs 12,10.28.30; 1 Korintiërs 14,2, etc. 2. de gave van genezing, Handelingen 3,2-10; 1 Korintiërs 12,9.13, etc. 3. de gave van het spreken, Handelingen 2,14vv; 4,29.31; 1 Korintiërs 12,8 4. het ontvangen van openbaringen, 1 Korintiërs 14,30 Deze gaven die de Heilige Geest gaf, zijn bedoeld tot welzijn van allen. De grootste gave die God gaf, was zijn Zoon Jezus Christus, Joh 3,16; Rom 8,32. In het volgende overzicht vinden we de gaven van de Geest die in de brieven genoemd worden:
10
Gaven van de Geest Rom 12:6-8 Profeteren in overeenstemming met het geloof Gave om bijstand te verlenen Gave om te onderwijzen Gave om te troosten Gave om weg te geven zonder bijbedoeling Leiding geven met volle inzet Blijmoedig barmhartig zijn
Ef 4,11-12 Apostelen Profeten Evangelieverkondigers Herders Leraars om heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst
1 Kor 12,4-11 – de gave van: Verkondigen van wijsheid Overdragen van kennis Groot geloof Genezen Kracht om wonderen te verrichten Kracht om te profeteren Te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is Klanktaal (= vreemde taal) te spreken Gave om uit te leggen wat gezegd is in vreemde taal 1 Ptr 4,10-11 Woord van God laten klinken Anderen helpen vanuit de kracht van God
De vruchten van Geest zijn gedragingen die gelovigen voortbrengen. Dat kunnen dus letterlijk vruchten zijn die groeien in (‘aan’) de gelovigen, door de ‘groeikracht’ van de Geest: Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid , zelfbeheersing. Gal 5,22.
11
De tegenstelling van de vrucht van de Geest is wat de verdorven, zondige mens voort brengt. 8. De Heilige Geest als Parakleet Jezus is niet alleen de Drager van de Heilige Geest, Hij is ook degene die de Geest uitstuurt. Wij kunnen door het werk van de Geest als Parakleet óók drager worden van de Geest (= geestelijke mensen). (Gevaar: een is-gelijk-teken stellen tussen Jezus hoe Hij vervuld was van de Geest en als Zender van de Geest (samen met de Vader) èn een geestelijk mens). * Als Jezus vlak voor zijn lijden spreekt over de Heilige Geest als Parakleet, geeft Hij inzicht in de persoon en het werk van de Geest. Johannes 14:16-17; 14,25-26; 15,26-27; 16,12-15. Jezus noemt de Geest hier vier maal Parakleet. De benaming Geest der waarheid gebruikt Jezus driemaal: Joh 14,17; 15,26; 16,13. Slechts één maal wordt de Parakleet aangeduid als de Heilige Geest, Joh 14,26. * De betekenis en herkomst van het Griekse woord Parakleet is moeilijk te achterhalen. In het Jodendom kent men de parakleet als 'advocaat', 'strafpleiter'. Er is ook te denken aan: voorspraak, of
12 raadsman. In de NGB-vertaling: Trooster; GNB-vert.: 'een ander om bij te staan', in NBV steeds: Pleitbezorger, Johannes 14,16; In Johannes 14,26 is de naam "Parakleet", (Trooster) omschreven: 'die zal jullie bijstaan'. Daarmee is het werk van de Heilige Geest helder omschreven: 'Hij die bijstand biedt', dus: Pleitbezorger. * De taak van de "Bijstand-bieder" (de Geest der waarheid) is dat Hij bij de discipelen zal zijn en in hen zal blijven. Hij treedt op als de grote Leraar die de gelovige alles zal leren, Johannes 14,26. Hij zal bij hen in herinnering brengen wat Jezus gezegd heeft en Hij zal hen in de hele waarheid leiden, Johannes 16,13. De waarheid is álles wat God belooft heeft (Jezus dus) en waaraan Hij in werkelijkheid in eeuwigheid trouw blijft. De Geest zal ons dus leren en helpen van onze kant trouw te zijn aan God. * De Geest is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de Schriften. De Geest zal niet uit zichzelf spreken, Johannes 16,13, ‘al wat Hij hoort, zal Hij spreken’. De Geest schreef de Woorden van Christus op toen de evangelisten en apostelen de boeken van het NT maakten. 9. De Geest en onze ervaring De Geest is volledig op Christus gericht. De Geest zal ons naar Christus brengen. De Geest doet ons 'van boven' geboren worden (= wedergeboren worden, totaal vernieuwd worden, vgl. Joh 3,3); geboren worden 'uit water en Geest', Johannes 3,5. De tegenstelling is: mens, menselijk ↔ Geest, geestelijk, Johannes 3,6. Alle geestelijke ervaringen hebben in Christus hun bron. Christuservaring is geloofservaring: ervaring als vrucht van het geloof in Christus. Het ware geloof brengt ervaring mee (hoewel het er niet in opgaat). Verschil tussen de charismatische beweging en gereformeerden is dat de laatsten geloven dat ervaring vrucht is van het geloof in Christus en niet dat ervaring aan het geloof vooraf gaat. (Dus: eerste geloven, dan ervaren, niet andersom) Wat zoal ervaring kan zijn? - oprecht geloof in Christus
13 - een kinderlijke vrees voor God (= diep vertrouwen in én eerbiedig ontzag voor God) - verdriet tegenover God in verband met de zonde - een geestelijke vreugde in de Geest - sterk verlangen om te doen wat God wil - het gevoel de Zaligmaker lief te hebben (vgl. DL I,12) 9. De Heilige Geest en onze belijdenis We lezen HC zondag 20. Vindt u ook niet dat zondag 20 HC over de persoon en het werk van de Heilige Geest zo kort is? Opmerkelijk en verbazingwekkend is het dat de leer van de Heilige Geest, over zijn Persoon en zijn werk, zo vaak veronachtzaamd is in de kerk. Al in de eerste eeuwen valt dat op. Wel begrijpelijk, omdat men tóen zo in beslag genomen werd met het verdedigen van de leer over God de Zoon. In verhouding kreeg de leer van de Heilige Geest té weinig aandacht. In de ontwikkeling van het katholieke denksysteem in de Middeleeuwen werd de Heilige Geest eigenlijk genegeerd. In de plaats ervan kwam het priesterschap, de kerk, de Heiligen en Maria. In de tijd van de Reformatie is dit machtige leerstuk opnieuw ontdekt. In onze dagen valt het op dat de leer van de Heilige Geest óf of veronachtzaamd, óf op een verkeerde manier wordt benadrukt, óf overdreven dreigt te worden. Namaak, onechtheid en overdrijving, veroorzaakt angst om te spreken over de persoon en het werk van de Geest, of men gaat liefst het werk van de Geest helemaal vermijden. Wij zouden schuld op ons laden als we de leer van de Heilige Geest niet dezelfde eer en aandacht zouden geven als die van de Vader en de Zoon. Een prachtig voorbeeld is het spreken van de kerk (in dit geval de Presbyteriaanse Kerken in de VS en Korea) over de Heilige Geest, dat als een toevoeging gegeven is bij de Westminster Confessie (zie het blaadje wat u gekregen heeft). In de Westminster Confessie van de Presbyteriaanse Kerken in Engeland en Amerika wordt even weinig gezegd over de Heilige Geest als in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis. Dat werd anders toen in de negentiende eeuw opvallend veel Presbyteriaanse zendelingen werden uitgezonden vanuit Schotland en Amerika naar India en Zuidoost Azië. Toen ontstond er een dringende behoefte aan uitbreiding van de belijdenis over de Heilige Geest.
14 De Presbyteriaanse Kerk in de VS (PCA) heeft in 1903 aan de Westminster Confessie een artikel over de Heilige Geest toegevoegd. De Presbyteriaanse Kerk van Korea (Kosin-kerken), waarmee wij een zusterkerkrelatie hebben, heeft dit in 1983 ook gedaan.1 De onderstaande vertaling is van ds. G. van Rongen, De Westminster Confessie, met de Grote en de Kleine Catechismus, Barneveld 1986, p.80-81. Westminster Confessie § 34 De Heilige Geest 1.
2.
1
De Heilige Geest is de derde Persoon in de Drie-eenheid. Hij gaat uit van de Vader en de Zoon, is van hetzelfde wezen met Hem, aan Hem gelijk in macht en heerlijkheid. Wij moeten in Hem, samen met de Vader en de Zoon, geloven, Hem liefhebben, gehoorzamen, en Hem alle eeuwen door aanbidden. Hij is de Heer en Gever van het leven, alomtegenwoordig in de natuur en de bron van alle goede gedachten, zuivere
De officiële tekst van dit toegevoegde belijdenisartikel luidt: 34. Of the Holy Spirit 1. The Holy Spirit, the third Person in the Trinity, proceeding from the Father and the Son, of the same substance and equal in power and glory, is, together with the Father and the Son, to be believed in, loved, obeyed, and worshiped throughout all ages. 2. He is the Lord and Giver of life, everywhere present, and is the source of all good thoughts, pure desires, and holy counsels in men. By him the prophets were moved to speak the Word of God, and all the writers of the Holy Scriptures inspired to record infallibly the mind and will of God. The dispensation of the gospel is especially committed to him. He prepares the way for it, accompanies it with his persuasive power, and urges its message upon the reason and conscience of men, so that they who reject its merciful offer are not only without excuse, but are also guilty of resisting the Holy Spirit. 3. The Holy Spirit, whom the Father is ever willing to give to all who ask him, is the only efficient agent in the application of redemption. He regenerates men by his grace, convicts them of sin, moves them to repentance, and persuades and enables them to embrace Jesus Christ by faith. He unites all believers to Christ, dwells in them as their Comforter and Sanctifier, gives to them the Spirit of adoption and prayer, and performs all these gracious offices by which they are sanctified and sealed unto the day of redemption. 4. By the indwelling of the Holy Spirit all believers being vitally united to Christ, who is the head, are thus united one to another in the Church, which is his body. He calls and anoints ministers for their holy office, qualifies all other officers in the Church for their special work, and imparts various gifts and graces to its members. He gives efficacy to the Word and to the ordinances of the gospel. By him the Church will be preserved, increased, purified, and at last made perfectly holy in the presence of God.
15
3.
4.
begeerten en heilige overleggingen onder de mensen. Door Hem werden de profeten bewogen om het Woord van God te spreken en alle schrijvers van de Heilige Schriften geïnspireerd om Gods gedachten en wil onfeilbaar vast te leggen. De bedeling van het evangelie is in het bijzonder Hem toegewezen. Hij bereidt de weg ervoor, begeleidt het met zijn overtuigingskracht en legt de boodschap ervan met klem op het verstand en geweten van mensen, zodat degenen die het genadige aanbod ervan verwerpen niet alleen geen enkele verontschuldiging kunnen aanvoeren, maar ook schuldig zijn aan de zonde van het weerstaan van de Heilige Geest. De Heilige Geest, die de Vader altijd bereid is te geven aan allen die Hem erom vragen, is de enige krachtdadige Bewerker van de toediening der verlossing. Hij overtuigt mensen van zonde, beweegt hen tot berouw, wederbaart hen door zijn genade en overtuigt hen en stelt hen in staat om Jezus Christus door geloof te omhelzen. Hij verenigt alle gelovigen met Christus, woont in hen als hun Trooster en Heiligmaker, geeft hun de geest van de aanneming tot kinderen en van het gebed en voert al de genadige taken uit waardoor zij worden geheiligd en verzegeld tot de dag der verlossing. Door de inwoning van de Heilige Geest worden alle gelovigen, levend verenigd met Christus die het Hoofd is, zo met elkaar verenigd in de kerk die zijn lichaam is. Hij roept en zalft zijn dienaren tot hun heilig ambt, bekwaamt alle andere ambtsdragers in de kerk voor hun speciale werk en verleent allerlei talenten en genadegaven aan haar leden. Hij geeft kracht aan het Woord en aan de verordeningen van het evangelie. Door Hem zal de kerk bewaard blijven, worden vermeerderd tot zij de aarde zal bedekken, worden gezuiverd en tenslotte volmaakt heilig gemaakt voor Gods aangezicht.
16