Over de doop met de heilige Geest Aanwijzingen voor de liturgie: Tekst 1 Korintiërs 12 : 13; Aanvangslied: Ps. 84 : 1, 2 ; Na de wet: Ps. 51 : 5; Schriftlezing: 1 Korintiërs 12; Na de Schriftlezing: Gez. 32 : 1, 2; Na de preek: Gez. 26b : 4; Na de geloofsbelijdenis: NG 85; Slotzang: Ps. 66 : 6, 7. Gemeente van Jezus Christus, Zijn er eersterangs christenen en tweederangs christenen? Nou, zeg je, wat is dat nu voor overbodige vraag. Natúúrlijk zijn er geen twee soorten gelovigen: eersterangs en tweederangs. Toch, dat zeg je nu wel zo spontaan, maar er zijn mensen die daar een vraagteken bij zetten. Zal ik eens een voorbeeld noemen? Er zijn soms gemeenteleden, die een bepaald standpunt innemen, dat ingaat tegen de mening van de meerderheid, en die dan wel eens kunnen zeggen: ik krijg het gevoel dat jullie me als tweederangs beschouwen. Dat is dan wel een belangrijk signaal, als iemand zoiets zegt. Hij voelt zich kennelijk niet serieus genomen. Nog een voorbeeld. Het gevoel dat er eersterangs en tweederangs christenen zijn kun je soms ook krijgen als het gaat om geloofsbeleving. Je hoort die andere christen, en hij zegt: ik leef zo dichtbij God de laatste tijd, ik voel zijn hand op mijn schouder. Gods Geest voel ik diep in mij. Ik heb een heel diepe persoonlijke relatie met de Here, daar kan ik heel emotioneel bij worden. En jij? Je kijkt naar je zelf en je voelt je op geloofsgebied opeens maar een armoedige nuchterling. Ja, ik geloof gewoon, ik stel mijn vertrouwen op de Here mijn God. Maar er veel bij voelen? Er veel bij ervaren? Nou nee, al ben je inmiddels misschien al zeventig jaar christen. Het is heel belangrijk, dat de belevingskant van het geloof niet als stiefkind in de kerk wordt behandeld. Maar komen daardoor mensen die een meer verstandelijke aanleg hebben, of mensen die gewoon graag antwoord zoeken op hun vragen niet in de problemen? Hebben zij een tweederangs geloof? Een derde voorbeeld. In de Pinksterbeweging wordt veel nadruk gelegd op het belang van de doop met de heilige Geest. Deze beweging vindt het belangrijk om te streven naar opvallende gaven van de Geest, zoals profetie, tongentaal, genezing. Maar om die gaven van de Geest te krijgen, moet je eerst gedoopt zijn met de Geest. Al weer rijst dan de vraag: zijn er eersterangs en tweederangs christenen? In deze preek zullen we nagaan wat dat is: de doop met de heilige Geest. Wat is dat, volgens de Pinksterbeweging en wat is dat volgens de Bijbel? Paulus zegt in 1 Korintiërs 12 : 13: door één Geest zijn we allen tot één lichaam gedoopt. In dit bijbelhoofdstuk geeft de apostel volop aandacht geeft aan de heilige Geest. Maar tegelijk legt hij heel veel nadruk op de eenheid van de gemeente! Er kwam nogal wat individualisme voor in Korinte, en geestelijke hoogmoed. De vraag: zijn er eersterangs christenen en tweederangs leefde daar echt wel, en menigeen in Korinte aarzelde niet om zichzelf een betere gelovige te vinden dan de ander. Daarom maakt Paulus er in deze brief veel werk van om te laten zien: de gemeente hoort een eenheid te zijn. De verschillende gaven die de heilige Geest heeft uitgedeeld vallen alleen maar op hun plek, wanneer we om Christus’ wil van elkaar houden en elkaar met onze verschillende gaven willen dienen. Bijbelse aandacht voor Gods Geest in de kerk zou dus samenbindend moeten werken! Zodra in de gemeente het nadenken over de heilige Geest onderlinge tegenstellingen veroorzaakt, is dat direct al tegen de bedoeling van de Geest zelf! Door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt.
Maar wat is dat? De doop met de Geest? Ik denk dat hier wel kamerbewoners in de kerk zitten. Als je op kamers gaat wonen, staat niet het hele huis of het hele appartement tot je beschikking. Nee, de woning of het appartement is van een ander en niet alle kamers zijn niet voor jou bestemd. Eén of twee kamers zijn voor jou. Totdat je op een bepaald moment op je zelf gaat wonen of gaat trouwen. Dan heb je de ruimte, want dan word je van kamerbewoner hoofdbewoner! Iemand die ieder jaar op de Pinksterconferentie van Opwekking spreekt, legde heel duidelijk uit (CV Koers van januari 2004) wat volgens de charismatische beweging de doop met de Heilige Geest is. Eerst is de heilige Geest in je hart alleen maar kamerbewoner. Totdat de heilige Geest opeens veel meer de ruimte krijgt en hoofdbewoner wordt! Door de doop met de Geest wordt Hij van kamerbewoner hoofdbewoner in je hart. Door Gods genade wordt je eerst opnieuw geboren. Bij de wedergeboorte gaat het er om dat je behouden wordt. Door te geloven word je gered. De heilige Geest heeft nu een plek in je hart. Maar daardoor ben je niet automatisch gedoopt met de heilige Geest! Want bij de wedergeboorte, als je tot geloof komt, komt de Geest wel in je wonen, maar Hij doet dat als ‘kamerbewoner’. De Geest woont wel in je, maar de volheid van de Geest heb je nog niet. Je moet eerst verlangen naar en bidden om meer. Bidt om de volheid van de Geest! Wanneer je vervolgens in een nieuwe ervaring gedoopt wordt met de heilige Geest, wordt Hij de hoofdbewoner. Dan gaat het Pinksterfeest zich in jouw leven herhalen. Overstelpende blijheid, onuitsprekelijke vreugde is het gevolg. Tongentaal kun je niet meer bedwingen. Dan zeg je: de heilige Geest mag alle kamers van mijn bestaan in bezit nemen, Hij mag mijn denken beheersen, mijn gevoelens, mij totale bestaan. Tot geloof komen (de heilige Geest wordt kamerbewoner) en de doop met de heilige Geest ontvangen (Hij wordt hoofdbewoner) zijn twee ervaringen, die bij elkaar horen, maar het blijven afzonderlijke ervaringen. En pas bij die tweede ervaring wordt je echt overstelpt door Gods Geest. Deze gedachten komt je heel veel tegen bij charismatisch christenen. Bijvoorbeeld ook bij een theoloog die je best hoog mag aanslaan, D.M. Lloyd-Jones. Hij was een geweldig begenadigd prediker in Londen, ook tijdens de tweede wereldoorlog. En hij heeft prachtige boeken op zijn naam staan. Maar op dit punt zegt hij precies hetzelfde: God heeft aan een mens eerst het gewone geloof dat genoeg is om gered te worden. Maar: het blijft malaise in de kerk, kil en gevoelsarm, als er niet een tweede zegen, een second blessing bij komt! Namelijk de doop met de Geest. Het moet weer Pinksteren worden in je leven, pas dan krijg je ook een echt missionaire gemeente, die vurig en vrijmoedig en blij getuigt van haar Heer en Heiland. Zonder die doop blijft het behelpen. Ik kan best begrijpen, dat je in een verzakte, slappe bewegingloze kerk verlangt naar herleven, dat verlangen is puur Bijbels. Maar één vraag schiet je wel te binnen: Maak je zo niet geen verschil tussen eerste- en tweederangs christenen? Tussen gewone gelovigen, bij wie Gods Geest alleen maar kamerbewoner is, in een hoekje van het hart, om je te redden, en gelovigen die gedoopt zijn met Gods Geest? Paulus zegt in 1 Kor. 13 : 12 tegen de gemeenteleden van Korinte: u allemaal, Joden en Grieken, slaven en vrijen, bent in één Geest gedoopt! Er was best heel wat mis in de gemeente, en toch delen alle gelovigen in deze doop. De woorden van Paulus doen denken aan wat Johannes de Doper jaren geleden al gezegd had, toen hij het had over het grote werk dat Christus zou gaan doen. Hij zei toen: Ik doop u met water, maar na mij komt Iemand die ver boven mij staat. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur (Lucas 3 : 16). Dopen wil zeggen: onderdompelen. Het heeft te maken met overvloed. De heilige Geest zal niet over de kerk gedruppeld worden, maar zal worden uitgestort. Het zal niet gaan om een kraan die een beetje lekt, maar om een stortbui uit de hemel! Johannes de Doper kon de heilige Geest niet aan de kerk geven. Jezus wel, en Hij doet dat op een overvloedige manier. Dat heeft Jezus
zelf herhaald, voor zijn hemelvaart: Johannes doopte met water, maar u zult binnenkort met de heilige Geest gedoopt worden (Handelingen 1 : 5). Het eenmalige heilsfeit van Pinksteren hield in dat heel de kerk in het bad van de Geest werd gedoopt.. En gelukkig staan al de christenen die er op de Pinksterdag niet bij waren niet buiten dit gebeuren. Door te geloven kom je zelf ook in de regenbui van Gods Geest te staan. De Geest van Pinksteren stroomt door naar iedere gelovige. Paulus zegt tegen de gemeente in Efeze: toen u gelovig werd bent u verzegeld met de Geest van de belofte (Ef. 1 : 13). Het zou heel goed kunnen dat Paulus in de tekst ook denkt aan doop en avondmaal. Het is namelijk opvallend dat hij erbij zegt: allen zijn wij met één Geest gedrenkt. Letterlijk staat daar: men heeft ons allen één Geest doen drinken. Het is in ieder geval heel duidelijk, dat Paulus de gemeente niet splitst in een gedeelte dat wél en een gedeelte dat nog niet de doop met de Geest heeft gekregen. Tot geloof komen raakt het hart, het levenscentrum. Christus neemt nooit genoegen met een plekje als kamerbewoner. Wanneer Hij jou in het hart raakt, wanneer je tot geloof komt, dan is Hij de Hoofdbewoner! Werkt de heilige Geest alleen in je via de lijn van het gevoel en van de ervaring? Prijs God, dank de Geest, wanneer je kunt zeggen: ik voel sterk een begin van hemelse blijdschap in mijn hart. Dank Christus, wanneer je kunt zeggen: ik heb de laatste tijd, als een puber die omhoogschiet, een groeispurt in mij geloof gekregen, vooral gevoelsmatig. Maar voeg er aan toe, wat Paulus zegt: door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt. Het gaat me om dat woordje allen. Al die verschillende mensen. Ik zie een spoorlijn voor me. En een trein op weg van A naar B, van het ene station naar het andere. Christus is het hoofdstation. Hij is in de hemel. De heilige Geest is de boordevolle goederentrein die alles naar je toe rijdt. Al de schatten en gaven van Christus brengt de Geest naar je toe. En wat is nu het andere station? Dat ben jij. Maar waar ligt nu precies het andere station in jouw bestaan? Is dat je gevoel, je ervaring? Veel mensen gaan daar tegenwoordig vanuit. Of: is het je verstand? Zijn het je handen? Nee, het station aan onze kant, dat is wat de bijbel noemt je hart! Daar wil Christus zichzelf en al zijn schatten bij je afleveren. Dat hart is door de zonde een station geworden, dat gesloten is. Maar Gods Geest maakt het open en nieuw! En vanuit het hart wil Christus’ Geest dan het liefst alles veranderen. Je wil, je verstand, je handen, je gevoel. Maar dat werkt dat wel bij ieder verschillend, want we zijn verschillend. De een is een gevoelsmens, de ander is superhandig, de derde wilskrachtig, de vierde een denker. De gevoelsmens zal veel meer vanuit de warmte van zijn gevoel getuigen van wat God aan hem heeft gedaan. Wie meer rationeel is qua aanleg zal op een meer rationele manier geloven. En de derde houdt zich vaak stil, maar laat zijn handen spreken. Allen door één Geest gedoopt. En waag het dan niet om zoals de Geest van Christus bij jou werkt voor te schrijven aan anderen, elkaar de maat te nemen en die ander het gevoel te geven dat zijn geloof tweederangs is. De heilige Geest heeft veel meer pijlen op zijn boog en schiet niet alleen op ons gevoel en onze ervaring. Geloven is niet vertrouwen op een weldoortimmerd leersysteem met je verstand. Geloven is ook niet vertrouwen op een diepe geloofservaring met je gevoel. Geloven is geloven met het hart. Het is: je anker buiten jezelf hebben. Ja, zegt iemand, maar Pinkstermensen lezen de Bijbel toch ook zo goed mogelijk? Hoe komt het dan dat zij toch wel geloven in die aparte, latere doop met de Geest? Dat komt vooral door de manier waarop zij het bijbelboek Handelingen lezen. Ze zeggen: lees het maar na, dan zie je dat het Pinksterfeest niet een eenmalig was. Er volgt na de Pinksterdag een geschiedenis van opwekking na opwekking. Steeds weer opnieuw wordt de gemeente vervuld met de heilige Geest.
Lees het verhaal over Filippus die in Samaria het evangelie brengt. Veel mensen kwamen er tot geloof. Maar de apostelen in Jeruzalem namen geen genoegen met dat eerste geloof. Pas na handoplegging door de apostelen gebeurt het: de heilige Geest komt over de leerlingen (Hand. 8 : 17)! En lees het verhaal over de Romeinse legerofficier Cornelius. Met zijn familieleden luistert Cornelius naar het goede nieuws. En wat gebeurt? Terwijl Petrus aan het woord is, valt de heilige Geest Petrus in de rede en valt op de luisteraars (Hand. 10 : 44 – 48)! Zie je wel, Pinksteren herhaalt zich, want er staat: ze hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. Je kunt er niet omheen: wie tot geloof is gekomen moet bidden, of hij de volheid van de Geest mag ontvangen als tweede zegen van God. Maar klopt dat wel? Je leest in Handelingen 10 over Cornelius, dat hij gedoopt werd met de heilige Geest. Maar dat gebeurde niet nadat hij tot geloof gekomen was, maar op het moment dat Hij tot geloof kwam! En ook de twaalf mannen in Efeze kregen de vraag: hebben jullie de Geest gekregen, toen jullie tot geloof kwamen? Gods Geest wil vanaf het begin, vanaf het moment dat we tot geloof komen, de hoofdbewoner zijn in ons hart! En waarom is na Pinksteren nog meermalen de heilige Geest over de gemeente gekomen? Wij vinden het achteraf vaak doodgewoon, dat ook wij, ex-heidenen, bij de gemeente mogen horen. Maar dat was in die tijd een gigantische verandering voor de kerk, die heel veel voeten in aarde heeft gehad. De drempel naar de heidenen was eeuwenlang hoog. Sterker, het was geen drempel, het was een hoge muur. Maar nu Christus op de troon van de hele wereld zit, wordt eindelijk de tussenmuur tussen Joden en Grieken afgebroken. Door één Geest zijn wij allen, hetzij Joden, hetzij Grieken, tot één lichaam gedoopt, zegt de tekst. Maar heel veel joodse christenen hadden het daar heel moeilijk mee. Daarom heeft God meermalen moeten ingrijpen vanuit de hemel. Om de joodse christenen te laten zien: echt, ook onreine Samaritanen en onreine heidenen mogen bij de kerk horen. Zij delen in de gevolgen van de Pinksterdag. Het onreine Samaria deelt net zo goed als de vroegere heilige stad Jeruzalem in de zegen van Pinksteren. Zie maar, de sluizen uit de hemel gaan ook daar open. Ook in Samaria ontvangen mensen de heilige Geest. En toen ook de heidenen in Ceasarea gedoopt werden met de Geest, in tongen spraken en profeteerden, was dat opnieuw een hemels bewijs, dat God de muur naar de heidenen afgebroken had en dat de Pinksterzegen doorstroomde naar de heidenen. Wat betekent dit nu in de praktijk? In de eerste plaats betekent tot geloof komen dus: Christus wordt de hoofdbewoner van jouw huis. Denk daar nu eens goed over na! Geloven heeft kennelijk direct geweldige consequenties. Laat je Hem dan in zijn waarde als hoofdbewoner? Paulus schrijft: met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik. Dat is: niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij (Gal. 2 : 20). Kijk naar de kasten en kijk naar de kelder van jouw bestaan. Naar de keuken en naar de slaapkamer. Naar de woonkamer en naar de schuur. Christus wil niet alleen in de mooie goed uitziende woonkamer zijn, waar alles blinkt en waar de mooie schilderijen aan de muur hangen. Laat je zijn Geest ook de hoofdbewoner zijn in de keuken? Daar waar jij je eten en drinken vandaan haalt, uit de koelkast, en daar waar jij je energie vandaan haalt? Waar haal jij je kracht vandaan? Je energie? Hij, de kracht van Gods Geest, wil jouw grote energiebron zijn. Laat je Hem ook als hoofdbewoner de donkere kelder op orde maken? Daar in de kelder van je hart, daar kan het heel duister zijn en kil. Die deur naar de kelder houd je meestal op slot. En andere mensen laat je liever niet toe. Bid je: heilige Geest, kom ook in de donkerste hoeken? Daar staat ook de drankvoorraad. Wie heeft het daarover te zeggen, de hoofdbewoner? Of zijn er uren op de dag, dat je de hoofdbewoner eigenlijk rustig de deur wijst?
En daar in die kast liggen de ordners. Met je bankafschriften, met je inkomen, met je giften en met je aangiften. Is dat wat in die kast ligt allemaal van jou? Of is het niet eens van jou en zegt de hoofdbewoner: het is allemaal van Mij? Mag de heilige Geest over je schouders meekijken als het om je geld gaat? En de slaapkamer. Wat ziet de hoofdbewoner bij je achter de gordijnen? Wat ziet Hij, als je alleen bent? Bid je om zuiverheid en heiligheid? En laat de hoofdbewoner ook rust brengen in de rommelzolder. Waar het zo’n verwarde puinhoop kan zijn. Vergelijk het maar met jouw gedachten en gevoelens die zo verward en angstig kunnen zijn. Alles staat op z’n kop door de waanzin van het leven. Die rommelzolder in je kop, laat Christus er orde, vrede, rust in brengen. En de vrede van Christus, die alle verstand te boven gaat, zal je gedachten behoeden. Lastig, zo’n absolute, zo’n opdringerige hoofdbewoner? Maar als die hoofdbewoner Christus zelf is, dan is het vooral iets om heel blij van te worden. Hij wil je levenshuis van top tot teen schoonmaken, dopen met de heilige Geest. Van het dak tot de garage. Bidt vanuit alle kamers van je leven, dat Hij alles nieuw en mooi zal maken. Hij is niet ver weg, door het geloof ben je met zijn kracht gedoopt. Dat geeft nu juist zoveel hoop, dat God grote plannen met je heeft en dat je niet een gevangene bent van je verleden en van alles wat je verkeerd hebt gedaan. En ja, tenslotte wil ik nog iets kwijt over geestelijke groei. We mogen vol overtuiging zeggen, dat we niet hoeven uit te zien naar de tweede zegen van een doop met de Heilige Geest. Want alles heb je in Christus door het geloof al gekregen. We hoeven niet te geloven in een tweestappen-plan van de heilige Geest. Maar de heilige Geest wil wel stap voor stap en soms met een stevige sprong met ons verder. God kan je leven opeens in een geestelijke stroomversnelling brengen. Wat er op de Pinksterdag is gebeurd komt dan opeens sterker dan daarvoor naar je toe stromen! Je geloof maakt opeens een groeispurt door. Als je zelf de ervaring hebt van al op jonge leeftijd als christen te mogen leven, dan besef je vaak nog maar zo weinig. Je kent je eigen rijkdom maar voor een deel. Telkens opnieuw ontdek je nieuwe schatten en nieuwe vergezichten. Er komt als het goed is steeds meer geestelijke bewustwording door de heilige Geest. En meer strijd tegen de zonde. Je leert met vallen op opstaan ook jezelf steeds meer kennen, ook je zonden. En steeds meer mag je dan leren jezelf toe te vertrouwen aan Gods beloften. En steeds meer mag je vluchten naar het bloed van Christus, en mag je je Heiland beter leren kennen. Vaak gaat het geleidelijk, maar soms kun je ook meer plotseling de krachtige hand van de heilige Geest in je leven ontdekken. De goederentrein die Christus naar je toestuurt vol met zijn schatten en gaven staat soms te wachten, zonder dat je er veel mee doet. Soms ben je die langzaam aan het uitladen, soms kan ook in één keer een hele wagon over je heen gekieperd worden. Bij het woord ‘groei’ in het geloof moet je niet alleen aan een gladjes lopend geleidelijk proces denken. Die groei is vaak een groei met horten en stoten; vaak ook groei door snoei; groei tegen de verdrukking in; groei met vallen en opstaan; groei door schade en schande. En dan zie je ook eerlijk onder ogen dat er flinke groeiverschillen zijn in de kerk. Van een eersterangs en tweederangs geloof willen we niet weten. Integendeel, wij hebben allemaal een even kostbaar geloof gekregen als de apostel Petrus, zo schrijft hij (2 Petr. 1 : 1). Maar hoe liefdevol en pastoraal spreken de Dordtse Leerregels, als ze zeggen, dat we allemaal op onze eigen tijd, en niet iedereen even sterk en niet ik gelijke mate zeker worden van onze uitverkiezing; en dat je dan ook mag verlangen naar groei en ook naar een groeispurt, naar een tijd van overvloediger genade! Kort samengevat komt de preek hierop neer: het is niet goed, als een ervaring van een doop met de Geest als voorwaarde wordt gesteld om al dan niet volop christen te zijn. Het is wel
goed, wanneer het verlangen wordt gewekt om in alle kamers van je huis vervuld te raken van de heilige Geest. Amen.