De Heilige Geest (tweede concept)
1
INDEX
A. De Heilige Geest In het oude testament __________________________________________ 3 1. De belofte van de Heilige Geest in het oude testament. _____________________________ 3 2. Zalving voor een bediening (O.T.) ______________________________________________ 5 2.1 Koning _________________________________________________________________ 5 2.2 Profeet _________________________________________________________________ 5 2.3 Priester _________________________________________________________________ 5 2.4 Allerlei taken ____________________________________________________________ 6
B. De Heilige Geest in het nieuwe testament ________________________________________ 7 3. De bediening van de discipelen vóór Pinksteren (N.T.) _____________________________ 7 4. De belofte vervuld (N.T.) _____________________________________________________ 9 5. De positie van Petrus _______________________________________________________ 11 5.1 De gezaghebbende positie van Petrus ________________________________________ 11 5.2 De sleutelpositie van Petrus _______________________________________________ 12 6. De gevolgen van gebrekkig onderwijs hersteld ___________________________________ 15 6.1 De prediking van Apollos te Efeze __________________________________________ 15 6.2 Gevolg van gebrekkige onderwijs ___________________________________________ 15 6.3 Hebt u de Heilige Geest ontvangen toen u tot het geloof kwam? ___________________ 15 6.4 "Second blessing"? ______________________________________________________ 16 7. Doop in de Geest, vervulling met de Geest, gehoorzaamheid ________________________ 17 7.1 Gehoorzaamheid ________________________________________________________ 17 7.2 Doop in (met) de Geest ___________________________________________________ 18 7.3 Vervulling met de Geest. __________________________________________________ 18 8. De vrucht van de Geest, ernaar verlangen en het najagen __________________________ 20 8.1 De vrucht van de Geest ___________________________________________________ 20 8.2 Ernaar verlangen ________________________________________________________ 21 9. De gaven van de Geest, ernaar streven en verlangen; de zalving voor bedieningen en taken. __________________________________________ 23 9.1 De gaven van de Geest ___________________________________________________ 23 9.2 God geeft aan een ieder ___________________________________________________ 23 9.3 Verlangen en zalving voor bedieningen en taken _______________________________ 24 10. Wat is dus Gods doel met ons?_______________________________________________ 26
2
A. De Heilige Geest in het oude testament 1. De belofte van de Heilige Geest in het oude testament. Gods woord kwam tot ons door het Joodse volk. (Rom.3:1, 2) Aan hen heeft Hij zich in het bijzonder geopenbaard. Aan hen danken wij dus zowel het oude testament (OT) als het nieuwe testament (NT)(m.u.v. Lucas.) Door Mozes maakte God zijn wetten bekend. Overduidelijk bleek dat Gods wetten, die heilig en goed zijn, steeds weer met de voeten werden getreden. Door de mond van de profeten (Hebr. 1:1a) maakte Hij zichzelf bekend in het O.T. waarbij de verzoening door het bloed in het bijzonder heen wees naar de verzoening die eens door Gods Zoon tot stand zou worden gebracht. De wet bewaarde Gods volk voor verloedering maar kon geen echte hartsverandering tot stand brengen. Elke bladzijde in het O.T. wijst naar Jezus Christus die dat wel mogelijk zou maken.. Door de profeet Jeremia sprak God: Jer.31:31-33 Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israel en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal. 32 Niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit het land Egypte te leiden: mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik Heer over hen ben, luidt het woord des Heren. 33 Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israel sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken. Door de mond van de profeet Ezechiël sprak God: Ezechiël 11:19 Ik zal hun een hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, Ezechiël 36:26 een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Hierin ligt de belofte verankerd die op de Pinksterdag in vervulling ging bij de uitstorting van de Heilige Geest; de belofte waaraan ook wij (de heidenen) deel gekregen hebben. (Ef.3:6) Dit nieuwe verbond is bekrachtigd door het bloed van de Here Jezus en brengt wél hartsverandering tot stand, zodra het in geloof aanvaard wordt. (zie bijv. Hand.16:30-34) Kort samengevat door Paulus in Galaten 3:24: De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden.
3
Als wij geloven dat de volkomen onschuldige en volmaakte mens Jezus onze schuld vrijwillig op zich nam (ervoor betaalde) verklaart God ons rechtvaardig (dat is "rechtvaardigen"). En in Gal.5:4: U bent los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij. 5 Wij immers verwachten door de Geest uit het geloof de gerechtigheid, waarop wij hopen. Dit thema wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 4.
Conclusie: Hartsverandering en het kennen van God vormen dus de kern van de belofte! Dankzij de Goddelijke Liefde die Gods Geest met zich meebrengt ontvangen we een levend hart waarin Liefde tot God en onze naaste woont. Daarin wordt de gehele wet vervuld. Laten we dat boven alles najagen en als kerndoel vasthouden; dat werkt positief uit naar "binnen" en "naar buiten". Joh.17: 3 Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. Joh.13:35 Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkaar.
4
2. Zalving voor een bediening (O.T.) Hierbij gaat het steeds om de Geest die op iemand rust en de persoon bekwaam maakt voor een bijzondere taak in Gods dienst. Vaak ging dit gepaard met een uiterlijke zalving met een heilige zalfolie. Deze olie was een uiterlijk teken van de Heilige Geest waardoor iemand bekwaam werd gemaakt en voor een goddelijke taak in Gods dienst werd geplaatst. Zelfs de voorwerpen werden voor goddelijk gebruik geheiligd (voor Goddelijk gebruik geschikt gemaakt) door ze te zalven met deze olie. Wanneer in het O.T. in relatie tot Gods Geest het woord op of over staat, is dat meestal een vertaling van hetzelfde Hebreeuwse woord "al". Het is aan de vertalers om het Hebreeuwse woord Roeach te interpreteren als de Geest van God of als de geest van een mens, als wind, adem etc. Een enkele keer is er vertaald dat de Heilige Geest "in hun binnenste was", hier had beter vertaald kunnen worden: in hun midden! Denk aan de uittocht uit Egypte etc. (Jes.63:11) De belofte dat Gods Geest in iemand zou wonen, kon pas na Pinksteren worden vervuld! In de volgende paragrafen worden enkele voorbeelden uit het O.T behandeld.
2.1 Koning 1 Samuël 16:13 Samuël nam de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broeders. Van die dag af greep de Geest des Heren David aan. Vanaf die tijd inspireerde Gods Geest David tot het schrijven van prachtige psalmen, die niet alleen geschreven werden om God te loven en Gods uitreddingen te bezingen maar ook geladen zijn met vele profetische woorden. David ontving strategisch inzicht, geloof en moed om de vijanden van Israel te verslaan en wijsheid om de twaalf stammen onder zijn koningschap te verenigen en het land met wijsheid te besturen.
2.2 Profeet 2 Koningen 2:9 En zodra zij overgestoken waren, sprak Elia tot Elisa: Doe een wens. Wat zal ik voor u doen, eer ik van u word weggenomen? En Elisa sprak: Zo moge dan een dubbel deel van uw geest op mij zijn. God sprak niet alleen door de profeten, maar gaf hun ook het geloof om wonderen en tekenen te verrichten door de kracht van Gods Geest.
2.3 Priester Exodus 40:15 Gij zult hen zalven, zoals gij hun vader gezalfd hebt, om voor Mij het priesterambt te bekleden; en dit geschiedt, opdat hun zalving voor hen tot een altoosdurend priesterschap zij in hun geslachten.
5
De priester ontving wijsheid om zijn taak waarvoor hij was ingewijd naar behoren en met eerbied en ontzag te kunnen vervullen.
2.4 Allerlei taken (zowel praktisch als geestelijk) Exodus 31:1 De Here sprak tot Mozes: 2 Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, 3 en hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor allerlei werk, om ontwerpen te bedenken, 4 om die uit te voeren in goud, zilver en koper. Besaleël (en ook anderen) werden door Gods Geest vervuld met wijsheid en bekwaam gemaakt de tabernakel en alles wat erbij hoorde te maken. Numeri 11:25 Toen daalde de Here in de wolk neder en sprak tot hem, en Hij nam een deel van de Geest die op hem was, en legde dat op de zeventig mannen, op de oudsten; toen de Geest op hen rustte, profeteerden zij, doch daarna niet meer. Deze mannen, oudsten, waren opzieners over het volk. God bevestigde zichtbaar (doordat ze profeteerden) dat Hij hen daartoe aangesteld had en bekwaam gemaakt. Daniel 1:17 En aan deze vier knapen gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid, terwijl Daniel inzicht had in allerlei gezichten en dromen.
Conclusie: In feite kunnen we in deze voorbeelden de gaven van de Geest uit het N.T. herkennen.
6
B. De Heilige Geest in het nieuwe testament 3. De bediening van de discipelen vóór Pinksteren (N.T.) De Here Jezus gaf zijn twaalf discipelen (Judas Iskariot, die Hem verraden heeft, was er ook bij) macht om onreine geesten uit te drijven; ze genazen ook vele zieken door ze te zalven met olie. Matth.10: 7 Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. 8 Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet. Marcus 6:7 En Hij riep de twaalven tot Zich en begon hen uit te zenden, twee aan twee, en gaf hun macht over de onreine geesten. Marcus 6:13 En zij dreven vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen. Sommigen zeggen dat alle gelovigen die macht voor deze bediening hebben gekregen. Ik vraag mij af of dat bijbels is: "1 Corinthe 12:30 Hebben soms allen gaven van genezing?" De discipelen kregen de opdracht om de boodschap van het Koninkrijk van God te prediken (de Koning was incognito in hun midden) en Jezus gaf hun de autoriteit om de tekenen van dat Koninkrijk te verrichten. De Here Jezus deed niets uit zichzelf, maar liet zich leiden door de Geest van Zijn hemelse Vader. Van dat voorbeeld kunnen we veel leren! Johannes 5:19 ... Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo. Wij mogen leren het Paulus na te zeggen "Wat wilt gij dat ik doen zal?". 1 Johannes 2:27 En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft. God zet de boodschap kracht bij door tekenen en wonderen. Belangrijk is het daarom ons uit te strekken naar het oefenen van onze geestelijke zintuigen en afgestemd te zijn op de Heilige Geest. Jak.1:5 Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden. We mogen Marcus 16 vers 17: als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen:... niet losmaken van vers 15 ..Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. 7
Ook in onze tijd, in het bijzonder op die plaatsen waar het evangelie voor het eerst wordt gebracht en in geloof ontvangen, werkt God die tekenen. Er waren echter ook plaatsen waar zelfs de Here Jezus in deze bediening werd belemmerd door vijandschap en ongeloof. Matth. 58 En Hij deed daar niet vele krachten wegens hun ongeloof. Huiveringwekkend als we de betekenis van de woorden uit Matth.7: 22, 23 tot ons laten doordringen: "Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Zij hebben van de geestesgaven die in hun leven functioneerden een grond gemaakt voor hun heil! Here Here, hebben wij niet ....gedaan en .... gedaan? Judas had dat ook gedaan! In vers 20 kunnen we lezen wat God in ons leven wil zien. Het gaat Hem om de vrucht van de Geest die een gevolg is van waarachtige wedergeboorte, een vrucht van het werk van de Heilige Geest in ons, leren leven uit Gods genade. Matt. 7:20 Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen. Hebreeën 12:14 Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. Galaten 5:22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Deze teksten spreken voor zich.
8
4. De belofte vervuld (N.T.) Over de belofte is al het nodige opgeschreven. Hieronder een aantal van de vele teksten uit het nieuwe testament die daarop teruggrijpen. Lukas 22:20 Evenzo de beker, na de maaltijd, zeggende: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt. Om een tempel van de Heilige Geest te kunnen zijn, moet die tempel eerst gereinigd worden. Hebreen 9:22 En nagenoeg alles wordt volgens de wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving. Lukas 3:16 .. Johannes .. sprak tot allen: Ik doop u (met) in water, doch Hij komt, die sterker is dan ik, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken; die zal u dopen( met)in de Heilige Geest en (met)in vuur. (het vuur van beproeving en loutering, 1 Petr.1:7, daarnaast ook zichtbare tongen ALS van vuur, misschien wel de uitstraling van Gods aanwezigheid in en op hen) Hand. 1:4 En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij sprak Hij van Mij gehoord hebt. Joh.14:26 maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb. De Trooster door de Here Jezus beloofd. Joh.15:26 Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen. Lukas 24:49 En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge. Als de discipelen worden gedoopt in de Heilige Geest (dat is dus de eerste vervulling met de H G ) worden ze ook bekleed met "kracht uit de hoge" om hun bediening te kunnen uitoefenen. Met grote vrijmoedigheid legt Petrus getuigenis af van wat hen overkomen is. Deze eenvoudige ongeletterde mannen spreken vloeiend in vreemde talen waardoor de Joden, die uit allerlei landen naar Jeruzalem gekomen zijn, hen in hun eigen buitenlandse taal horen spreken. Op zeer krachtige, zichtbare en hoorbare wijze blijkt Gods Geest op en in hen aanwezig te zijn. Hand.2: 2 En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren;3 en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die 9
zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen;4 en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.. 5 Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel; 7 En buiten zichzelf van verwondering spraken zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs? 8 En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Hand. 2:33 Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. Hand. 2:39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. (Op dat moment dacht Petrus alleen nog aan het volk Israël.) Hand. 13:23 Uit zijn geslacht heeft God naar de belofte voor Israël de Heiland Jezus doen komen. Hand. 26:6 En nu sta ik voor het gerecht om mijn hoop op de belofte, die door God aan onze vaderen gedaan is. Verdrukking en lijden blijft de gelovigen niet bespaard. Galaten 3:14 Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte van de Geest ontvangen zouden door het geloof. Dat ook de heidenen in die grote genade mochten delen, werd pas later aan Petrus bekend gemaakt.
10
5. De positie van Petrus 5.1 De gezaghebbende positie van Petrus Dit onderwerp is van betekenis om een aantal gebeurtenissen in het boek Handelingen in het juiste Bijbelse perspectief te plaatsen. Math.16: 15 Hij sprak tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? 16 Simon Petrus antwoordde en sprak: U bent de Christus, de Zoon van de levende God! 17 Jezus antwoordde en sprak: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is. 18 En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19 Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen. (De naam Petrus had Simon van Jezus gekregen.) Vers 19 is van cruciale betekenis om een aantal gebeurtenissen in het boek Handelingen in het juiste Bijbelse perspectief te plaatsen. Duidelijk zal blijken op welke wijze Petrus deze sleutelpositie van Godswege inneemt. Allereerst enkele illustraties van zijn gezaghebbende positie: Joh.21:15-17 15 Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, sprak Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij sprak tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij sprak tot hem: Weid mijn lammeren. 16 Hij sprak ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij sprak tot Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij sprak tot hem: Hoed mijn schapen. 17 Hij sprak ten derden male tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem sprak: Hebt gij Mij lief? En hij sprak tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus sprak tot hem: Weid mijn schapen. • Petrus wordt hier nadrukkelijk en ten aanhoren van meerdere discipelen in een herderlijke positie geplaatst. • In 1 Petr. 5:1 t/m 3 noemt hij zich bescheiden "medeoudste", maar spreekt wel degelijk met apostolisch gezag tot de "oudsten". 1 De oudsten onder u vermaan ik dan als medeoudste en getuige van het lijden van Christus, die ook een deelgenoot ben van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard worden: 2 hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, 3 niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde. • Hij bevestigt het gezag van de vele brieven van Paulus.
11
2 Petr.3:15 15 en houdt de lankmoedigheid van onze Here voor zaligheid, zoals ook onze geliefde broeder Paulus naar de hem gegeven wijsheid u geschreven heeft, 16 evenals in alle brieven, wanneer hij over deze dingen spreekt. Daarin is een en ander moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien, evenals trouwens de overige schriften. • Hij is in Hand.2:14 na de uitstorting van de H.G. degene die uit het midden van de apostelen het woord neemt. • Hij is in Hand.3:4-7 de eerste die na de uitstorting van de H.G. een wonder verricht en opnieuw volgt een indrukwekkende toespraak van Petrus in vers 12. • Opnieuw neemt hij het woord ten aanhoren van de hogepriesters in Hand.4:6. Boeiend om vast te stellen dat God hen, na een bewogen gebed (Hand.4:29-31) opnieuw vervuld met de Heilige Geest. Vervuld zijn met de Heilige Geest is een opdracht van Godswege! (Ef.5: Efeze 5:18 En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest) • In Hand. 5:3 Is het Petrus die het woord neemt tegenover Ananias waarin hij met onderscheid van geesten tot hem spreekt en Ananias dood neervalt. Het werkt eerbied en diep ontzag uit bij allen die het horen.(vers 5) Met God valt niet te spotten. Met deze opsomming is de gezaghebbende positie van Petrus m.i. voldoende geïllustreerd. 5.2 De sleutelpositie van Petrus Nu nog wat meer focussen op de sleutelpositie van Petrus. Hand.8:14 Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, 15 die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. 16 Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. 17 Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest. • De deur naar de Samaritanen (!) werd door Petrus geopend. In Hand. 9 lezen we hoe Saulus, de aartsvervolger van de gemeente, tot bekering komt en in het bijzonder wordt geroepen als Paulus, de apostel voor de heidenen (Hand.9:15) In Hand. 10 kunnen we lezen hoe God Petrus voorbereid om de deur naar de heidenen te openen. Het bekende visioen met het laken dat zich driemaal (!!!) herhaalt. Hand.10:15 En nogmaals ten tweeden male, kwam een stem tot hem: Wat God rein verklaard heeft, moogt gij niet voor onheilig houden. 16 En dit geschiedde tot driemaal toe, en terstond werd het voorwerp weer opgenomen in de hemel.
12
17 Terwijl Petrus bij zichzelf in onzekerheid was, wat het gezicht, dat hij gezien had, betekenen mocht, zie, daar waren de mannen, die door Cornelius afgezonden waren, .. Dan lezen we in Hand.10 vanaf vers 14 een aangrijpende gebeurtenis nadat Petrus bij het huis van Cornelius is binnengegaan: En Petrus opende zijn mond en sprak: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, 35 maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig, 36 naar het woord, dat Hij heeft doen brengen aan de kinderen Israëls om vrede te verkondigen door Jezus Christus. Deze is aller Heer. 37 Gij weet van de dingen, die geschied zijn door het gehele Joodse land, te beginnen in Galilea, na de doop, die Johannes verkondigde, 38 van Jezus van Nazaret, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem. 39 En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft in het land der Joden zowel als te Jeruzalem; en zij hebben Hem gedood door Hem te hangen aan een hout. 40 Hem heeft God ten derden dage opgewekt en heeft gegeven, dat Hij verscheen, 41 niet aan het gehele volk, doch aan de getuigen, die door God tevoren gekozen waren, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan; 42 en Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden.43 Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam. 44 Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. 45 En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, 46 want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. Toen merkte Petrus op: 47 Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen? 48 En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. • Petrus opent de deur naar de heidenen! Zijn prediking moest wel een zichtbaar gevolg hebben teneinde alle aanwezige Joden inclusief Petrus zelf, volkomen zekerheid te geven dat het evangelie ook bestemd was voor de heidenen (de niet-Joden). Daarom herhaalt zich min of meer de zichtbare en hoorbare gebeurtenis die de apostelen op de pinksterdag zelf hadden meegemaakt. We mogen hier echter niet de conclusie aan verbinden dat al die tekenen (zoals het spreken in tongen) altijd zouden moeten optreden als iemand gedoopt wordt in de Heilige Geest. (1 Corinthe 12:30 Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen?) Hier moest logischerwijs de doop in water achteraf plaatsvinden i.p.v. vooraf, zoals Petrus dat had verkondigd in Hand.2:38. Deze geopende deur naar de heidenen maakt de weg vrij voor Paulus om het evangelie aan de heidenen te verkondigen, waarvoor God hem in de eerste plaats had geroepen. (hij bracht overigens altijd eerst het evangelie aan de Joden). In Gal.2:7-10 Kunnen we lezen over een belangrijke afspraak die Petrus en Paulus maken m.b.t. de evangelieverkondiging en apostolische verantwoordelijkheid.
13
7 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen, 8 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen), 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas(= Petrus) en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. 10 Alleen moesten wij de armen blijven gedenken, en ik heb mij dan ook beijverd dat vooral te doen. • Petrus bevestigt de bediening van Paulus Boeiend om te lezen hoe Petrus in Hand.11 door gelovige Joden heftig werd aangevallen en hoe dit uiteindelijk afliep: 18 En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust en verheerlijkten God, zeggende: Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken. • Tenslotte is het Petrus die in Hand.15 op een belangrijke vergadering in Jeruzalem de bediening van Paulus bevestigt ten aanhoren van alle Joodse gezagsdragers. Hand.15: 7 En toen daarover veel verschil van mening rees, stond Petrus op en sprak tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van de aanvang af mij onder u heeft verkoren, opdat door mijn mond de heidenen het woord van het evangelie zouden horen en geloven. 8 En God, die de harten kent, heeft getuigd door hun de Heilige Geest te geven evenals ook aan ons, 9 zonder enig onderscheid te maken tussen ons en hen, door het geloof hun hart reinigende. 10 Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen? 11 Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij. 12 En de gehele vergadering werd stil en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen wat al tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.
14
6. De gevolgen van gebrekkig onderwijs hersteld 6.1 De prediking van Apollos te Efeze Hand.18:24 En een zekere Jood, genaamd Apollos, geboortig uit Alexandrië, een geleerd man, doorkneed in de Schriften, kwam te Efeze. 25 Deze was ingelicht omtrent de weg des Heren en, vurig van geest, sprak en leerde hij nauwkeurig hetgeen op Jezus betrekking had, ofschoon hij alleen wist van de doop van Johannes. 26 En deze begon vrijmoedig op te treden in de synagoge. En toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en legden hem de weg Gods nauwkeuriger uit... 6.2 Gevolg van gebrekkige onderwijs Apollos vertrok naar Corinthe en Paulus kwam kort daarna in Efeze waar hij geconfronteerd werd met de gevolgen van het toen nog gebrekkige onderwijs van Apollos: Hand.19:1 ... het geschiedde, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond. 2 En hij sprak tot hen: Hebt u de Heilige Geest ontvangen, toen u tot het geloof kwam? Doch zij spraken tot hem: Maar wij hebben (helemaal) niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. 3 En hij sprak tot hen: Waarin bent u dan gedoopt? En zij spraken: In de doop van Johannes. 4 Maar Paulus sprak: Johannes doopte een doop van bekering en sprak tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus. Duidelijk blijkt dat dit discipelen waren die door Apollos waren onderwezen. Ze wisten niets van de betekenis van de heilige Geest en ook niet van de betekenis van de doop. Het onderwijs in (ondermeer) vele protestante kerken stemt op dit punt min of meer overeen met dat van Apollos. Daarom is het belangrijk hier aandacht aan te besteden en de vraag van Paulus ook in ons onderwijs aan de orde te stellen: Hebt u de Heilige Geest ontvangen, toen u tot het geloof kwam? (vers 2) 6.3 Hebt u de Heilige Geest ontvangen toen u tot het geloof kwam? Het ontvangen van de Heilige Geest is een bewuste en belangrijke stap voor iemand die tot geloof komt. Alleen Gods Geest kan dat nieuwe leven in ons scheppen, dat moet bij de evangelieverkondiging ook duidelijk gemaakt worden. De reiniging met het kostbare bloed van Jezus, maakt ons tot een tempel waarin Gods Heilige Geest wil komen wonen. Daar mag je God, bij het aannemen van het offer van de Here Jezus voor danken. Dus niet alleen voor dat geweldige offer dat Jezus bracht om ons met God te verzoenen, maar ook voor het feit dat Hij ons gebed wil verhoren om in ons te komen wonen met zijn Heilige Geest. Hij is de Heer geworden van ons leven en Zijn Geest leidt ons in alle waarheid. Dus niet alleen geloven in het offer maar ook in de belofte van de Heilige Geest. Hand.19:5 En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus.
15
6 En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. 7 En het waren in het geheel ongeveer twaalf mannen. Een geweldige belofte uit de mond van de Here Jezus: Lukas 11:13 Indien dan gij, hoewel u slecht bent, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? Om de boodschap van Paulus te bevestigen schonk God ook hier in Efeze de hoorbare gaven van de Geest nadat ze in de Naam van de Here Jezus waren gedoopt en Paulus hun de handen oplegde "en zij spraken in tongen en profeteerden".
Conclusie: We kunnen uit deze geschiedenis dus leren dat bij een heldere uitleg van het evangelie van Jezus Christus, naast de waterdoop ook gesproken moet worden over de belofte en vervulling van de Heilige Geest. Daarnaast zien we ook, dat het belangrijk is om een bijbelgedeelte in de context te lezen. 6.4 "Second blessing"? Het is naar mijn overtuiging dus niet juist aan deze geschiedenis de leer van de "Second blessing" (Tweede zegen) te verbinden, waarin men beweert dat je na tot geloof gekomen te zijn later ook nog in de Heilige Geest moet worden gedoopt als een volgende fase. Bovenstaande geschiedenis zou eigenlijk een uitzondering moeten zijn. Het voorval illustreert juist veel meer dat het normaal is dat iemand die tot geloof komt de Heilige Geest ontvangt! Ef.1:13 ..in Hem bent u, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de Heilige Geest van de belofte. (Dus..zoals God het beloofd heeft.) Wel schenkt God steeds opnieuw vervulling van de Geest. Het is een opdracht vervuld te blijven: Efeze 5:18 En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest. Zo kan (en hoort) in ons het verlangen te groeien naar meer volheid van Gods Geest in ons leven! Iemand zou Gods antwoord daarop als een "tweede zegen" en een derde en een vierde enz. kunnen ervaren.
16
7. Doop in de Geest, vervulling met de Geest, gehoorzaamheid 7.1 Gehoorzaamheid Romeinen 5:18 ... gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven. Daar krijg je deel aan "door die overvloed van genade te ontvangen"(vers 17b) In het paradijs leidde de ongehoorzaamheid aan God van Adam en Eva tot het overtreden van Gods gebod. Adam en Eva aten van de boom van kennis van goed en kwaad. De gevolgen waren catastrofaal. Ongehoorzaamheid leidt tot zonde en dood (scheiding van God). Daar tegenover staat de gehoorzaamheid van Christus aan Zijn Vader die voor ons tot Het Leven leidt. Lukas 22:42 ..Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! Toen bleek dat de weg van het uiterste lijden de enige weg was die tot onze verlossing kon leiden, was Jezus ten volle bereid te gehoorzamen, die weg te gaan en daarin volkomen te volharden. Hebreen 5:8 en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden,.......en is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden.. Gehoorzaamheid aan God is voor ons dus van groot belang; het blijkt wel een leerproces te zijn. Vooral het willen horen, luisteren naar Gods stem. (meestal via Gods woord uit de bijbel) Opvallend is dat in Hebr. 5:8 van Gods Zoon wordt gezegd dat Hij "gehoorzaamheid heeft geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden. Stap voor stap moest Hij bereid zijn de diepe smaad, pijn en vernedering te ondergaan tot in de uiterste Godverlatenheid in die smartelijke uren aan het kruis. Mede daarom kan Hij hen die door diep lijden worden getroffen ondersteunen en troosten. Één verzoek van Jezus zou voldoende zijn geweest om Hem uit dit lijden te verlossen: Mat.26:53 Of meent gij, dat Ik mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal Mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen terzijde stellen? Maar... 54 Hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, die zeggen, dat het aldus moet geschieden? Hij was volkomen bereid de beker van het lijden tot de laatste druppel leeg te drinken en koos steeds weer voor gehoorzaamheid. Handelingen 5:32 En wij zijn getuigen van deze dingen en ook de Heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn.
17
Door ongehoorzaamheid bedroeven we de Heilige Geest en kunnen Hem uitdoven. Meestal geven we dan toe aan ons vlees, aan bepaalde begeerten, of luisteren niet naar Gods stem. Efeze 4:30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing, God wil dat we gevoelig worden voor de signalen die horen bij dat bedroeven van Zijn Geest en ons laten corrigeren. Ook het verachten (of miskennen) van geestelijke gaven kan ernstige gevolgen hebben. 1 Thes.5:19 Dooft de Geest niet uit, 20 veracht de profetieën niet, 21 maar toetst alles en behoudt het goede. Mat.12:24 Maar de Farizeeën hoorden het en zeiden: Deze drijft de boze geesten slechts uit door Beëlzebub, de overste der geesten .... 31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering van de Geest zal niet vergeven worden. 7.2 Doop in (met) de Geest Alleen door Johannes de doper wordt gesproken over "doop in de Geest" In feite doelt hij daarmee op de inlossing van de belofte waar al eerder over gesproken is en wijst van zichzelf af op de enige die dat kan bewerkstelligen, Jezus Christus. (Mat.3:11) De Here Jezus bevestigt dit in Hand.1:5. Als een droge spons in water wordt gedoopt, wordt hij met water vervuld (vol met water). Daar is soms wel even geduld voor nodig voordat hij helemaal vol is. Dit eenvoudige voorbeeld maakt al duidelijk dat het hier gaat over oorzaak en gevolg. De vervulling met de Heilige Geest is dus niets anders dan de doop in de Heilige Geest. Het hoort gewoon bij elkaar en gaat over één en dezelfde zaak! Johannes 1:33 En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen (met) in water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die (met) in de heilige Geest doopt. 7.3 Vervulling met de Geest. Van Stefanus wordt gezegd in Hand.11:24 want hij was een goed man, vol van de Heilige Geest en van geloof. Stefanus had Gods opdracht net als Paulus Ef.5:18 ...wordt vervuld met de Geest, goed begrepen. Hoeveel ruimte krijgt Gods Geest in ons leven en wat houden wij nog voor onszelf? Het Griekse woord pleroma wat hier vertaald is met vervuld betekent in de eerste plaats volmaken. Dus de opdracht aan ons luidt dus in feite "wordt volgemaakt, laat je met Gods Geest VOLMAKEN. Alleen een mens die leeg is van zichzelf, kan worden volgemaakt met de Geest en de gezindheid van Christus. En, met eerbied gesproken, God doet niets liever dan hongerige met zijn goederen vervullen (volmaken). (Lucas 1:53; Fil.2:5; Mat.5:6) Psalm 81:10b doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen.
18
Nergens staat in de bijbel de opdracht aan gelovigen "laat u dopen in de Heilige Geest" Dat gebeurde namelijk op het moment dat ze tot geloof kwamen. En hoe groter hun honger en dorst op dat moment was, hoe meer ze werden vervuld ofwel volgemaakt. Door alles waarmee we dagelijks geconfronteerd worden, hebben we wat last van "lekkage". Daarom is het nodig dat we steeds opnieuw ons laten vol maken. Je laten volmaken is dus eigenlijk een voortdurende opdracht. Dat gebeurt door je af te stemmen op God. Daarom zegt Paulus 1 Thess. 5:17 bidt zonder ophouden.. Plat gezegd: "turn your radio on" en stem af op God. In bijbelse taal: Rom.12:1 Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. Heer, hier ben ik voor U, vergeef mij en reinig mij; maak mij vol van Uw Geest, opdat ik mag leven tot eer van Uw grote Naam. Maak mij een vat voor U. Tenslotte lezen we in 1 Corinthe 12:13: want door een Geest zijn wij allen in (tot) één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. Hier gaat het over het lichaam van Christus waarvan Hij het hoofd is. Hij die dat gehele lichaam koestert en leidt door Zijn Geest. Vanaf het moment dat we tot oprecht geloof kwamen werden we (naar Gods belofte) opnieuw geboren. De waterdoop, die daar in gehoorzaamheid op volgt, laat zien dat we dat oude zondige bestaan in de dood van Jezus begraven en met Hem zijn opgestaan, door Zijn Geest opnieuw geboren. Een nieuwe schepping IN HEM, behorend tot het lichaam van Christus. Belangrijk om te weten dat we als leden van dat lichaam in EENHEID aan elkaar zijn gegeven, elk met zijn eigen gaven en bekwaamheden. Zo hebben we elkaar nodig om goed te kunnen functioneren en mogen we naar Hem toegroeien die het Hoofd is. Efeze 4:15 maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het Hoofd is, Christus.
19
8. De vrucht van de Geest, ernaar verlangen en het najagen 8.1 De vrucht van de Geest Wanneer we tot geloof gekomen zijn en ons hebben laten dopen dan zijn we niet meer "in dienst van onze oude meester, de zonde". We hebben ons in dienst gesteld van God. Rom.6:22 Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Onze oude mens wordt geregeerd door het vlees en is een slaaf van de zonde. Die oude mens is met Christus mee gekruisigd en de zonde is daarmee van zijn macht beroofd. We zijn dood, gestorven voor de zonde. Die oude mens mochten we met Christus begraven in de doop. Onze nieuwe mens is met Christus opgestaan uit het graf, tot leven, opgewekt door de opstandingskracht van Gods Geest. Deze nieuwe mens wordt geregeerd door de Geest van God en wil God dienen. God vraagt van ons dus een duidelijke keus: Rom. 6:12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat u aan zijn begeerten zou gehoorzamen, maar.. stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar nu leven, en stelt uw leden als wapenen van de gerechtigheid in dienst van God. (Rom.6:13) Satans activiteit richt zich erop (net als bij Adam en Eva) om de oude mens door vleselijke verlangens weer uit dat graf te krijgen. Hij probeert ons opnieuw te infecteren. Als we daaraan toegeven is het resultaat daarvan duidelijk: Gal.5:19 Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, 21 nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, De uiteindelijke gevolgen zijn dramatisch: Rom.6:23 Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood. Dat betekent:Voor eeuwig gescheiden van God, geen deel aan Gods koninkrijk. Gods Geest richt zich erop (bij allen die Hem willen gehoorzamen) de nieuwe mens te laten groeien naar het evenbeeld van Christus. Ook de geweldige uitwerking daarvan is ook duidelijk: Gal.5: 22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid (geduld), vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Want.... de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here. (Rom.6:23b)
20
Dat betekent: Leven in gemeenschap met God, wandelen in het licht als burger van Gods koninkrijk. Kort samengevat in Rom.8:13 Want indien u naar het vlees leeft, zult u sterven; maar indien u door de Geest de werkingen van het lichaams doodt, zult u leven. 14 Want allen, die door de Geest van God geleid worden, zijn zonen van God. (en een zoon lijkt op zijn Vader!) 8.2 Ernaar verlangen Waarom schrijft Paulus, na die bevrijdende woorden uit Romeinen 6, dan nog dat sombere gedeelte in Romeinen 7 dat lijkt uit te lopen op " Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?(vers 24) Wij zijn geneigd, uit dankbaarheid voor de verlossing van de Here Jezus, in eigen kracht God te gaan dienen. En dat is tot mislukken gedoemd. Steeds weer komt te voorschijn: Het goede dat ik wil doe IK niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe IK. Vaak moeten we langs deze pijnlijke weg ontdekken dat we vanuit onszelf niets goeds (waar God blij mee is) kunnen voortbrengen. Mat. 26:41 "De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak". Ons vlees blijft onderworpen aan "De wet van zonde en dood". Zodra IK het heft in handen neemt komen de werken van het vlees tevoorschijn! Daarom schrijft Paulus "Niet meer mijn IK, maar Christus leeft in mij". Zo schrijft hij dan ook in Rom. 8:2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus heeft mij vrijgemaakt van de wet van zonde en dood. Zodra Gods Geest de ruimte krijgt komt de vrucht daarvan tevoorschijn! (de vrucht van de Geest) Heiliging is in feite Gods Geest de ruimte leren geven in je leven, dus zelfverloochening. Lukas 14:26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. dit kun je zien in het licht van 2 Corinthe 5:16 Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer. Lukas 14:27 Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Leven in Christus, vanuit je nieuwe positie in Hem. De Heilige Geest is het die ons heilig maakt. Galaten 5:16 Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
21
Hoe meer je gaat verlangen dat dit in je leven realiteit is, hoe meer ruimte je aan Gods Geest zult geven. God geeft het aan hongerigen en dorstigen, Hij beantwoordt hun verlangen. Johannes 7:37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! .... 39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. Openbaring 22:17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet. Lucas 11:10-13 Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen. Dat verlangen heeft tot gevolg dat je aan de oproep in 1Cor14:1a "Jaagt de liefde na" gevolg geeft. In die goddelijke liefde ligt alles opgesloten. Rom. 13:10 De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. Dat blijkt wel uit 1Cor.13:4-7 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. 8 De liefde zal nooit vergaan. (NBV vertaling) Rom5:5 ..en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is... Geweldig, dat verlossende antwoord op de hartenkreet van Paulus in Rom.7: 24 24 Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? 25 Ik dank God (die verlossing is gekomen) door Jezus Christus, onze Here!
22
9. De gaven van de Geest, ernaar streven en verlangen ; de zalving voor bedieningen en taken. 9.1 De gaven van de Geest Het is in dit bestek niet de bedoeling hier uitvoerig op in te gaan, maar om het een Bijbelse plaats te geven in het functioneren van de gemeente. Vele van deze gaven zagen we al functioneren in het oude testament; zowel in praktische als in geestelijke zaken. Paulus noemt in 1Cor.12:4-6 drie aspecten van de "gaven of uitingen van de Geest " (in het Grieks: pneumatiekos): Er is verscheidenheid in genadegaven,(charismata) maar het is dezelfde Geest; 5 en er is verscheidenheid in bedieningen (diakonia), maar het is dezelfde Here; 6 en er is verscheidenheid in werkingen (energema, goddelijke energie), maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt." Dus 1 genadegaven; 2 bedieningen en 3 werkingen Er kan overigens ook op andere manieren onderscheid gemaakt worden in de gaven van de Geest.(zie bijvoorbeeld ook het kennismakingsboek) 7 Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 1 Cor.14:12 Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente.
9.2 God geeft aan een ieder Allereerst kunnen we vaststellen dat God aan een ieder iets geeft. Bij het bouwen aan de gemeente wil God ons allemaal betrekken. Een cursus als "Samen Beter Bouwen" helpt je daarbij. Ook belangrijk om daar biddend en verlangend mee bezig te zijn, opdat je God en de gemeente op de juiste wijze mag leren dienen. Het doel van de gaven is dus de gemeente erdoor op te bouwen, te stichten. Gaven zijn dus geen doel op zichzelf. Je zou het kunnen vergelijken met gereedschappen en steigerwerk dat nuttig is om een groot gebouw neer te zetten. Het gebouw is het doel, de gereedschappen zijn bedoeld als hulpmiddelen bij het bouwen. Als het gebouw klaar is heb je ze niet meer nodig. 1Cor.13:8 De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben... In 1Cor.12:8 t/m11 noemt Paulus een aantal van de gaven die door Gods Geest worden geïnspireerd: 8 Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; 9 aan de een geloof (dat God bijv. in een bepaalde nood zal voorzien) door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest;
23
10 aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. 11 Doch dit alles werkt een en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil. (Paulus legt hierbij vooral de nadruk op de eenheid van het lichaam met al zijn leden waarvan Christus het Hoofd is) Een woord van wijsheid kan bijvoorbeeld helderheid en rust brengen in een moeilijk situatie, een woord van kennis kreeg Petrus bijvoorbeeld over Ananias en Safira, zij logen, ook onderscheidde hij de geest van waaruit zij handelden, het zoeken van ijdele eer, zij meenden de Heilige Geest te kunnen bedriegen. In 1 Cor.12:28 valt de aandacht voornamelijk op een aantal bedieningen En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. En in Efeze 4:11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars. Apostelen hebben een gemeenteoverstijgende functie, denk bijvoorbeeld aan Paulus (apostel voor de heidenen) en Petrus (apostel voor de Joden). Ook in onze tijd, denk bijvoorbeeld aan iemand als Derek Prince. Bij profeteren (letterlijk:spreken voor ...) gaat het om woorden door Gods Geest geïnspireerd met meestal een vermanend of vertroostend, bemoedigend en opbouwend karakter 1 Cor. 14:3 Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend. Ook in Rom.12 geeft Paulus een opsomming van een aantal gaven en taken: 6 Wij hebben nu gaven, onderscheiden naar de genade, die ons gegeven is: 7 profetie, naar gelang van ons geloof; wie dient, in het dienen; wie onderwijst, in het onderwijzen; 8 wie vermaant, in het vermanen (vertroosten); wie mededeelt, in eenvoud; wie leiding geeft in ijver; wie barmhartigheid bewijst, in blijmoedigheid. 9.3 Verlangen en zalving voor bedieningen en taken Als iemand in de gemeente de plaats gaat innemen waar God hem of haar wil hebben, zal Hij dat ook bevestigen door daar Zijn zalving aan te geven; een werking van Gods Geest die voor deze taak een bijzondere bekwaamheid geeft. Vaak kunnen zaken waar je oog voor hebt ("het zou toch eigenlijk zus moeten of zo..") juist de plek zijn waar God je wil hebben. Wees bereid je dienstbaar op te stellen. Dan geeft God je ook een groeiend verlangen en bekwaamheid Hem en de gemeente op die plaats te dienen. Niet in eigen kracht Ook hier zal weer blijken dat we Hem in eigen kracht niet goed kunnen dienen en groeit het verlangen en het besef van afhankelijkheid om van Godswege bekwaamheid te ontvangen en om Zijn Stem beter te leren verstaan. En daarom mogen we bidden!
24
Heel duidelijk blijkt Gods doel met de gemeente in relatie tot de gaven, uit onderstaande teksten: 1Cor.12:31 Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert. En dan blijkt ook hier weer dat het gaat om de goddelijke liefde, de belangrijkste eigenschap van de nieuwe mens: 1Cor.13:1 Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. 2 Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets.... Paulus laat aan de hand van het voorbeeld van een menselijk lichaam ook duidelijk zien dat we onze eigen gave(n) of bediening niet moeten verabsoluteren. 1 Cor. 12:21 En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig , of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig. 22 Ja, eerder zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen, noodzakelijk.. 1 Cor. 1:28 en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wel iets is, zijn kracht te ontnemen.. Eigenlijk functioneren de gaven alleen maar naar Gods bedoeling al ze zijn ingebed in de liefde. Ef.4: 16 En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei van het lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde. Op gaven mogen we ons dus niet beroemen, ze zijn een geschenk van God om de gemeente te dienen. Paulus noemde zichzelf "een onnutte dienstknecht" zoal we ook lezen in Lukas 17:10 Zo moet ook gij, nadat gij alles gedaan hebt wat u bevolen is, zeggen: Wij zijn onnutte slaven; wij hebben slechts gedaan, wat wij moesten doen. Laten we allen gehoor geven aan Gods opdracht door de mond van Paulus: 1Cor.14:1 Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven van de Geest ...
25
10. Wat is dus Gods doel met ons? 1 Johannes 4:8 Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. 1 Johannes 4:16 En wij hebben de liefde onderkend en geloofd, die God jegens ons heeft. God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Ef.4:13 ...totdat wij allen de eenheid van het geloof en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. 1 Johannes 3:2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. Rom.8:29 Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. De teksten spreken duidelijke taal, God verlangt ernaar het beeld van Zijn Zoon, de weerspiegeling van Zichzelf, van Zijn heerlijkheid, door ons heen zichtbaar te maken. De Here Jezus kon zeggen: Joh.14:9 Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Efeze 4:15 .. maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. Zo mogen we ons er naar uitstrekken zijn heerlijkheid zichtbaar te maken ofwel... Filippenzen 2:15 Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke gij schijnt als lichten in de wereld.
26