De voorbidding van de Heilige Geest Ds. J.S. van der Net – Romeinen 8:26-27 (Pinksteren)
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 25: 2 Romeinen 8: 18-30 Psalm 42: 1, 2, 3 Psalm 85: 3 Geb. des Heeren: 9
Het Woord van de Heere waarbij wij u willen bepalen, kunt u vinden in het schriftgedeelte dat wij samen gelezen hebben, Romeinen 8, de verzen 26 en 27: En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes is, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. In deze dienst worden wij bepaald bij: De voorbidding van de Heilige Geest. Wij willen spreken over: 1. De behoefte aan deze voorbidding 2. De aard van deze voorbidding 3. De verhoring van deze voorbidding 1. De behoefte aan deze voorbidding Gemeente, in het schriftgedeelte van onze tekstwoorden spreekt de apostel Paulus over zwakheden in Gods kinderen. De apostel zegt: Desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp. Gods kinderen hebben heel veel zwakheden. In dit schriftgedeelte gaat het in het bijzonder over de zwakheden in het gebedsleven. Er staat: Desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet te bidden gelijk het behoort. Paulus schrijft hier over de zwakheden in het gebedsleven. Hierbij moet met nadruk gezegd worden: In het stuk van het gebed bestaan geen geleerden. Ons past de verootmoedigende belijdenis van onze tekstwoorden: Want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort. Als wij de Bijbel lezen, dan vinden we ook heel veel voorbeelden van mensen die niet weten te bidden gelijk het behoort. Ik denk aan de geschiedenis dat de Heere Jezus op een zeker ogenblik door Samaria wilde trekken, maar dat de Samaritanen de Heere Jezus tegenhielden. Hij mocht niet door Samaria trekken. De discipelen werden vreselijk boos. Toen zeiden ze tegen de www.prekenweb.nl
1/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
Heere Jezus: Heere, wilt Gij dat wij zeggen dat vuur van de hemel nederdale, en dezen verslinde, gelijk ook Elias gedaan heeft? (Luk.9:54) Toen schudde de Heere Jezus Zijn hoofd en zei: Gij weet niet van hoedanige geest gij zijt (Luk.9:55). Dat was een heel verkeerd gebed. Daar hebt u wat hier staat: Want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort. Een ander voorbeeld. Denk aan de profeet Elia. Die had op de Karmel gestaan op het toppunt van geloof. Daar, tegenover al die baälspriesters, zien we Elia staan: één en al geloof. Als dat voorbij is, krijgt hij de boodschap dat Izebel hem zal vervolgen en hem zal doden. Om dat woord van die ene vrouw wordt Elia zó moedeloos, dat hij wegloopt, de woestijn in. Hij gaat onder een jeneverstruik zitten. Hij bidt dan: ‘Heere, neem mijn ziel maar van mij. Heere, laat mij maar sterven.’ Dat was een heel verkeerd gebed van Elia. Het kwam voort uit moedeloosheid. En we zien weer wat Paulus hier schrijft: Want wij weten niet te bidden gelijk het behoort. Gemeente, we hebben twee voorbeelden uit de Bijbel genomen. Maar ik denk, zoals wij vandaag hier in de kerk zitten, dat u misschien ook wel voorbeelden uit uw eigen leven kunt geven van keren dat u niet wist te bidden gelijk het behoort. Ik noem zomaar een voorbeeld. Neemt u eens het geval dat wij een heel zwaar kruis hebben in ons leven. Dan ga je bidden. En dan kom je voor de vraag te staan: Wat moet ik bidden? Moet ik bidden of de Heere dat kruis wil afnemen in mijn leven? Of moet ik bidden of de Heere stilheid en onderworpenheid wil geven onder dat kruis? Wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort… Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de ene tegenspoed op de andere in je leven komt. Waar moeten we dan om bidden? Moeten we dan bidden of de Heere een pad wil geven door de wateren? Of moeten we bidden of de Heere het water niet over de lippen wil laten komen? Wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort… Hoe komt het nu dat wij niet weten te bidden gelijk het behoort? Dat komt omdat wij onze eigenlijke nood niet doorzien. Wij zijn van gisteren en daarom zijn wij geneigd om te bidden om dingen die ons niet tot nut zouden zijn, als de Heere ze gaf. Wij hebben soms zo de neiging om te gaan afbidden wat misschien wel tot ons wezenlijk welzijn zal dienen. Gemeente, als het van ons bidden afhing, dan zou er nooit sprake zijn van tegenspoed, dan zou er nooit sprake zijn van teleurstellingen. Als het van ons bidden afhing, dan zouden nooit kastijdingen ons deel zijn. Inderdaad, het is zo waar wat Paulus hier schrijft: Wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort. Ik denk niet alleen aan de inhoud van het gebed omdat wij onze wezenlijke behoefte niet kennen. Er zijn daarnaast nog zoveel andere zwakheden in ons gebedsleven, waardoor ons gebed niet kan opstijgen tot God. Denkt u zich eens in hoe gemakkelijk we in ons gebed in zonde vallen. Denkt u eens aan de eigenliefde in het gebed. Denkt u aan de vleselijke verlangens die zomaar door het gebed heen kunnen komen. Denkt u aan de geestelijke hoogmoed in het gebed, maar denkt u ook eens aan de lauwheid die er in het gebed kan zijn. Hoeveel zwakheden in ons gebed kunnen we niet opsommen? Wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort… www.prekenweb.nl
2/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
Gemeente, als wij daarop letten, wat is er dan een behoefte aan de voorbidding van de Heilige Geest. Onze tweede gedachte is: 2. De aard van deze voorbidding Gemeente, wat doet de Heilige Geest? Zegt de Heilige Geest: ‘Mens, houd maar op met bidden. Houd er maar mee op, want het is toch allemaal niets met je. Al die zwakheden, al die eigenliefde, al die geestelijke hoogmoed erin, al die lauwheid! Houd er maar mee op, want je weet toch niet te bidden gelijk het behoort!’ Nee, dat zegt de Heilige Geest niet. Weet u wie dat wel zegt? Dat zegt de duivel. Hij zegt: ‘Houd er maar mee op! Het heeft toch helemaal geen zin.’ Weet u wat de Heilige Geest doet in Zijn grote ontferming? Dat zegt Paulus hier in vers 26: En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp. Dat is een eigenaardige uitdrukking die Paulus hier gebruikt. De Geest komt onze zwakheden mede te hulp. Die uitdrukking hebben de statenvertalers zo nauwkeurig mogelijk geprobeerd te vertalen. Wat daar in het Grieks staat, zou je in het Nederlands zo kunnen omschrijven: samen met iemand de schouders onder een last zetten, zodat de ander het niet alleen hoeft te doen. Dat doet nu de Heilige Geest. Die zet samen met ons de schouders onder het bidden. Want er staat: Desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp. Je zou hier eigenlijk het beeld kunnen gebruiken van een klein kind dat net leert lopen. Dat lopen van dat kleine kind lukt nog niet zo, want dat kind wankelt en kan vallen. Het kan tegen de tafel vallen en tegen de kachel. Wat doet dan een moeder of een vader? Die gaat achter dat kleine kind staan en houdt de armen onder de armpjes van het kind. Als die vader of die moeder dan de armen onder de armpjes van het kind houdt, dan gaat het goed met dat kind. Dan zet dat kind zijn eerste stapjes. Kijk, gemeente, dat doet nu de Heilige Geest ook in het gebedsleven. Hij zet samen met de bidder de schouders onder dat bidden. Hoe de Heilige Geest dat doet? Wel, dan gaat de Heilige Geest ons verstand verhelderen. Dan gaat de Heilige Geest ons licht geven, zodat we onze noden recht leren zien. Ja, hoe wonderlijk kan de Heilige Geest ons dan influisteren wat wij moeten bidden. Het kan gebeuren in je leven, dat je helemaal niet bidden kunt. Je buigt je knieën, je vouwt je handen, maar het lijkt wel of de hemel gesloten is. Geen zucht, geen woord, geen gedachte kun je uiten. Wat moet je zeggen tegen de Heere? Wat moet je nu bidden? Dan blijft er soms alleen maar een machteloos gebaar over. En toch, dan kan het gebeuren dat het gebed zomaar ineens begint te vloeien. Wij weten niet waar het vandaan komt. Dan is het rechte verlangen om je hart uit te storten door de Heilige Geest gewekt. Dat doet de Heilige Geest. Die zet dan als het ware, samen met jou, de schouders eronder. Die komt onze zwakheden mede te hulp. Gemeente, kent u die gebedservaring, dat de Heilige Geest in de zwakheden van het gebed mede te hulp komt? www.prekenweb.nl
3/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
We gaan een stapje verder, want er staat nog meer. Desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Hoort u dat? Daarmee zegt Paulus nog meer dan dat de Heilige Geest de woorden van het gebed in onze harten legt, en dat Hij een gebed op onze lippen legt, dat mag doordringen tot de genadetroon. Paulus zegt: de Heilige Geest werkt niet alleen het gebed in het hart, maar: De Geest Zelf bidt voor ons. Hij neemt helemaal op Zich wat wij niet kunnen. Hij treedt ten behoeve van ons tussen bij God. Hij doet het woord voor ons bij God, als wij niet tot God kunnen doordringen. Dat is de voorbidding van de Heilige Geest. Maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Kijk eens naar dat woordje ‘bidt’. De Geest Zelf bídt voor ons. Eigenlijk, als je het letterlijk uit het Grieks vertaalt, staat er: Hij treedt voor ons in als Plaatsbekleder. Voor het woordje ‘bidden’ wordt hetzelfde woord gebruikt als in vers 34. Daar staat: Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt (Rom.8:34). Dan staat er ook van Christus in het Grieks: Hij treedt voor ons in, als een Plaatsbekleder. En dat staat er dus ook van de Heilige Geest. Dus, gemeente, er is tweeërlei voorbede. De Heere Jezus Christus is in de hemel om altijd voor de Zijnen te bidden, maar de Heilige Geest bidt ook. Hebt u daar erg in, dat Gods kinderen niet alleen een Voorbidder in de hemel hebben, maar dat Gods kinderen ook een Voorbidder in het hart hebben? Wat is het een onuitsprekelijk wonder dat de Heilige Geest worstelt met dat donkere hart! De Heilige Geest worstelt met dat zondige hart. De Heilige Geest laat ook in dat zwarte, donkere hart, zuchtingen oprijzen. Paulus zegt hier: De Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Die gebedsbewegingen van de Heilige Geest in het hart zijn te teer en zijn te verheven, dan dat zij in mensenwoorden zouden kunnen worden vastgelegd. Hij bidt Zelf voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen, zonder woorden. De Heilige Geest heeft geen woorden nodig, want de Heilige Geest is één met de Vader en één met de Zoon. Daarom kan het een woordeloos gebed zijn, waarover hier gesproken wordt. De Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Gemeente, wat een diepe verborgenheid: De Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. ‘Ja’, zegt er dan misschien wel een man of een vrouw, ‘maar gaat dat bidden van de Heilige Geest dan buiten ons bewustzijn om?’ Nee, dat gaat niet buiten ons bewustzijn om. Het kan in je leven gebeuren dat je in diepe nood bent, dat er inderdaad geen zucht meer over je lippen komt en dat je met je verstand de dingen niet meer op een rijtje kunt zetten, dat je geen woord meer kunt vinden. Dat machteloze gebaar, dat er niets meer is… Het kan dan zo verrassend gebeuren, dat de Heilige Geest in die nood ingaat. Hij maakt onze nood tot de Zijne. Hij gaat een weg banen waar geen weg was. Want middenin onze nood, als wij met stomheid geslagen zijn, en als we van binnen boordevol www.prekenweb.nl
4/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
nood zijn, kun je toch niet bidden? Dan is er toch geen opening? Maar o wonder, dan kan het gebeuren dat de Heilige Geest opening maakt. En zomaar ineens, uit het geprangde gemoed, stijgt een zucht naar boven, een zucht van de Heilige Geest, die doordringt tot de troon van God. Zo doet nu de Heilige Geest. Hij zucht, Hij bidt met onuitsprekelijke zuchtingen. Dan maakt de Heilige Geest onze nood boven bekend en zo brengt Hij ons met onze nood aan het hart van God. Zo leidt Hij ons binnen in de schatkamers van Zijn genade. Weet u waar u dat bidden van de Heilige Geest in het hart mee kunt vergelijken? Dat zou u kunnen vergelijken met een godvrezende moeder. Deze moeder zit bij de wieg van haar kind en ze kijkt naar haar kindje en ze weet: dat kindje beseft zijn nood niet. Dat kindje beseft niet dat het dood is in de zonden en in de misdaden. Dat kindje beseft niet dat het beschermd moet worden tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Dat kleine kindje kan ook de nood niet bij God brengen. Maar wat doet dan een godvrezende moeder? Die waakt en bidt. Zij weet wat dit kind nodig heeft. Zij is als het ware een tolk voor dit kind bij de troon van Gods genade. Natuurlijk, het is maar een zwak beeld, maar toch mogen we zeggen: zo doet nu de Heilige Geest! Wat een troost! Immers, er kunnen in je leven omstandigheden zijn, dat je niet meer bidden kunt, dat je één en al machteloosheid bent. Ik ben besloten en kan niet uitkomen (Ps.88:9). Maar er kunnen ook wel eens ogenblikken in je leven zijn dat je niet bidden wílt. Dat je zo boos bent op de Heere, dat je gevouwen handen meer op gebalde vuisten lijken. Er kunnen ook tijden komen dat we niet bidden dúrven. Als je je zonden voor ogen ziet zweven. Dan bedroeven wij de Heilige Geest. Maar dan het wonder. Al bedroeven wij Hem, de Heilige Geest staakt Zijn gebed niet. Hij bidt voor ons, ook als wij niet bidden kunnen. Want die Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Gemeente, de Heilige Geest kan ook wel eens tegen ons in bidden. Denk bijvoorbeeld aan Paulus. Hij had een doorn in het vlees. Paulus heeft toen driemaal gebeden: ‘Heere, wilt U alstublieft die doorn wegnemen, want er is een engel des satans die met beide vuisten slaat op mijn ziel.’ Als Paulus zijn knieën zo buigt, als Paulus zo bidt, dan bidt de Heilige Geest ook. En de Heilige Geest bidt: ‘O, laat hem die doorn behouden. Laat die satan met zijn vuisten blijven slaan. Want Ik voorzie voor Paulus anders een veel grotere nood, dat hij zich zou verheffen om de uitnemendheid van de kennis van God. Laat, o God, satan hem daarom blijven slaan. Laat hem die doorn behouden.’ Dan bidt de Heilige Geest tegen Paulus in, want de Heilige Geest weet veel beter wat er nodig is, dan dat Paulus het zelf weet. Daarom worden sommige gebeden in ons besef niet verhoord. Dan heeft de Heilige Geest anders gebeden dan wij. Dat is het licht over onze onverhoorde gebeden. Maar wat een troost: De Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Zalig, gemeente, wie daarin rusten mag! Laten we er eerst van zingen uit Psalm 85, het derde vers:
www.prekenweb.nl
5/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
Merk op, mijn ziel, wat antwoord God u geeft; Hij spreekt gewis tot elk, die voor Hem leeft, Zijn gunstgenoot, van blijde troost en vreê, Mits hij niet weer op ‘t spoor der dwaasheid treê. Voorwaar, Gods heil is reeds nabij ‘t geslacht, Hetwelk Hem vreest en Zijne hulp verwacht; Opdat er eer in onze lande woon’, En zich aldaar op ‘t luisterrijkst vertoon’. De voorbidding van de Heilige Geest. We hebben in de eerste plaats gesproken over de behoefte aan deze voorbidding. In de tweede plaats hebben we gesproken over de aard van deze voorbidding. Nu ten slotte nog: 3. De verhoring van deze voorbidding Paulus schrijft verder: En Die de harten doorzoekt weet welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. Paulus schrijft hier: God doorzoekt de harten. ‘Ja’, zegt u, ‘maar is dat dan nodig? God is toch alwetend?’ Ja, dat is waar. ‘En’, zegt u, ‘het hart is toch maar zo klein?’ Dat is ook waar. God is alwetend. Alle dingen liggen naakt en open voor Hem. En toch, dat hart van u en van mij is niet zo gauw doorzocht, want het hart van de mens is ondoorgrondelijk. Zelfs de knapste psychologen raken in het hart van de mens nooit uitgestudeerd, want zij komen altijd weer te staan voor de grens van het onderbewuste. Maar nu zegt Paulus: En Die de harten doorzoekt… Hoort u dat, gemeente? Hoor je dat, meisjes en jongens? God doorzoekt ons hart. En als God ons hart doorzoekt, waar zoekt God dan naar? God zoekt in de diepte van ons hart naar de aanwezigheid van de Heilige Geest. God zoekt in de diepte van het hart naar het gebed van de Heilige Geest. Wat is dat een genade, dat die eeuwige, die heilige, die grote God in ons hart naar het goede zoekt! Of de Heilige Geest aanwezig is. Hij zoekt of daar een gebed aanwezig is dat Hem behaagt, want God heeft geen lust in de dood van de goddeloze, maar daarin dat hij zich bekeert van zijn weg en leeft. Gemeente, wat een wonder! Onder de warboel van al die gedachten, onder de warboel van al die zonden, onder de warboel van al dat ongeloof, zoekt God naar de aanwezigheid van de Heilige Geest. God zoekt naar een gebed. De Heere zoekt ook niet oppervlakkig. Niet maar even een blik, zo van: ‘Zie Ik nog wat?’ Nee, er staat heel duidelijk: Hij doorzoekt de harten. Eigenlijk staat er een woord dat betekent: tot de bodem toe zoeken, uitputtend. Dus alles in het hart wordt als het ware overhoop gehaald om dat ene te zoeken: de Heilige Geest en Zijn gebed. Dus God onderzoekt uw hart. Horen we dat? Dringt het tot u door? Hij zoekt naar de Heilige Geest. Het is Pinksteren. Leg uw hart er eens naast, allemaal, oud en jong. Kan God bij u de Heilige Geest vinden? Meisjes en jongens, kan God de Heilige Geest vinden? ‘Ja’, zeg je, ‘dat vind ik wel een moeilijke vraag. Hoe kan ik dat nu weten?’
www.prekenweb.nl
6/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
Ik zou heel veel kunnen noemen. Ik zou bijvoorbeeld kunnen noemen: de Heilige Geest komt altijd om Christus te verheerlijken. De Heilige Geest komt altijd om Christus eer te bereiden. Waar de Heilige Geest zaligmakend in het hart komt, daar wordt de zonde tot zonde in ons leven. Daar wordt een zelfingenomen mens een gebroken mens. Daar zie je jezelf, in de spiegel van de heilige wet, als een totaal mismaakt en melaats mens, als een ellendige zondaar. Een schuldig mens voor wie zalig worden zo’n grote zaak wordt, zodat hij gaat uitroepen: ‘Genâ, o God, genâ! Hoor hoe een boeteling pleit. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.’ Het is de Heilige Geest Die Christus onmisbaar gaat maken in ons leven. Hij is het Die de Heere Jezus dierbaar gaat maken als een volkomen Zaligmaker. Dan gaan we het uitroepen: ‘Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsbederf.’ Wij kunnen daaraan weten of de Heilige Geest in ons hart gekomen is, namelijk of de Heilige Geest Christus al verheerlijkt heeft. Waaraan kunnen we het ook weten, en dan in verband met onze tekstwoorden? Welnu, of dat gebed geboren is, dat gebed van de Heilige Geest. Het gebed van de Heilige Geest is het eerste levensteken van nieuwgeboren kinderkens, van hen die uit de Geest geboren zijn. Denkt u maar aan die drieduizend pinksterlingen. Je hoort ze vragen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? (Hand.2:37) En denk aan de stokbewaarder, die zelfmoord wilde plegen. Toen Paulus hem toeriep: Doe uzelven geen kwaad! (Hand.16:28), toen ging hij uitroepen: Wat moet ik doen opdat ik zalig worde? (Hand.16:30) Het gebed is het eerste levensteken van de Geest. Ziet u daar die tollenaar staan, daar achterin de tempel. Hoort u zijn gebed? O God, wees mij zondaar genadig! (Luk.18:13) Kijk, gemeente, zodra de Heilige Geest in het hart komt is het eerste levensteken het gebed. Daar zoekt God naar. God is het Die de harten doorzoekt tot op de bodem toe, om het kleinste te vinden. Hij zoekt naar de Heilige Geest en naar het gebed. En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. Hij weet ‘welke de mening des Geestes zij’. ‘Mening’ betekent hier: bedoeling, wat de bedoeling van de Geest is. Maar wat is de bedoeling van de Heilige Geest? De bedoeling van de Heilige Geest is om de eer van God te zoeken en de zaligheid van een zondaar. En daarom, na dat eerste gebed uit een schuldverslagen en een gebroken hart, bidt de Heilige Geest verder, verder in het hart, tot diepere ontdekking aan zonden en schuld. De Heilige Geest bidt dan in het hart om kennis en de schenking en de openbaring van de Heere Jezus Christus. En als we mogen weten wat het betekent dat onze schuld vergeven is op grond van recht, dan bidt de Heilige Geest om in het hart te mogen zijn als de Geest der aanneming tot kinderen, opdat we met kinderlijke teerheid in de vadernaam zullen mogen roemen. Want deze Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn. Al deze gebeden, staat hier, zijn naar de bedoeling, naar de mening van de Heilige Geest en die worden verhoord.
www.prekenweb.nl
7/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
Er staat: En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. Naar God. Dat betekent: die Geest bidt overeenkomstig Gods wil. En omdat die Geest overeenkomstig Gods wil bidt, wordt het altijd verhoord. Dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. De Geest bidt voor de heiligen. ‘Ja’, zegt u, ‘maar bidt die Geest dan niet voor zondaren?’ Ja natuurlijk, gemeente, want die heiligen waar hier over gesproken wordt, die zijn één en al zonde van zichzelf. Ze worden alleen heiligen genoemd omdat ze door een waarachtig geloof ingeplant zijn in Christus. De Heilige Geest bidt voor die heiligen. Eigenlijk staat er: Hij pleit. En pleiten doe je toch voor een schuldige? De Geest pleit voor zondaren, zodat die zondaren geheiligd worden door het bloed van Christus. Ze worden heiligen en de Geest gaat heel hun verdere leven in hen bidden. Zo worden de kinderen van God al biddende geheiligd. Het gebed is het voornaamste stuk van de dankbaarheid. Gemeente, u kunt hieraan weten of u de Geest ontvangen hebt: als de Heilige Geest voor u bidt. Dan bidt de Heilige Geest met u en dan bidt de Heilige Geest ook in u. Leg uw leven er eens naast. Hoe is dat in uw leven? Als God uw hart doorzoekt, wat vindt Hij dan? Meisjes en jongens, als God jullie jonge hart doorzoekt, wat vindt God dan? Vindt God soms alleen maar de zonde? Vindt God soms alleen maar de liefde tot de wereld? Vindt God soms alleen maar allerlei bederf? Hoe staat dat in uw leven? Wij hebben vandaag gehoord: God zoekt naar de Heilige Geest. Als wij de Heilige Geest missen, dan missen wij alles. Geesteloos is biddeloos en biddeloos is ‘zonder Christus zijn’. Dan zijn we in de dood. Daarom, jong en oud hier vandaag in de kerk, smeek er om of die Geest in uw hart mag komen. Want nog veel zekerder als een vader zijn kind geen steen geeft in plaats van brood, veel zekerder als een vader een kind geen schorpioen zal geven in plaats van een ei, zal de hemelse Vader Zijn Geest geven aan wie daar zonder ophouden om bidt. Daarom, buig uw knieën en smeek dan maar: ‘Heere, ik heb het niet verdiend. Maar laat van die milde regen van Uw Geest droppelen vallen op mij.’ Meisjes en jongens, sluit je hart niet af. Dat kun je doen hoor, je hart afsluiten. Jazeker, door op te gaan in de wereld. Gemeente, het kan zo vlug eeuwigheid zijn. De Heere zoekt naar Zijn Geest. Hij wil die stromen van Zijn Geest zelfs geven op het droge. Hij zegt bij de profeet Jesaja: Ik zal water gieten op de dorstigen en stromen op het droge (Jes.44:3). Dat droge waar niets kan groeien. Hij zegt dat Hij daar naar het leven vraagt en naar het leven zoekt. Gemeente, oud en jong, onder deze belofte mogen we leven! Wij hebben gezien dat de Heilige Geest bidt in Gods kinderen. De Heilige Geest bidt ook mét Gods kinderen. We hebben gezien wat dat betekent: Hij zet Zijn schouders eronder. En naarmate wij meer en meer onze noden mogen bekennen en een teer gebedsleven mogen kennen, naar die mate kan dat bidden van de Heilige Geest in ons minder worden. Dat is de balans: naar de mate waarin Gods kinderen zelf door de Geest mogen bidden, kan dat zelfstandige bidden van de Geest minder worden. Maar waar nodig bidt de Heilige Geest met onuitsprekelijke zuchtingen.
www.prekenweb.nl
8/9
Ds. J.S. van der Net – De voorbidding van de Heilige Geest
Al de Zijnen mogen eenmaal de kroon neerwerpen voor God en voor het Lam en voor de zeven geesten. Dan zal er een ogenblik komen in het leven van Gods kinderen dat ze het bidden achterlaten en dan zullen ze God voor eeuwig mogen danken. Ook voor het bidden van Zijn Geest! Amen.
Zingen: Gebed des Heeren: 9 Want Uw is ‘t koninkrijk, o Heer’, Uw is de kracht, Uw is al d’ eer. U, die ons helpen wilt en kunt, Die, in Uw Zoon, verhoring gunt, Die door Uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid.
www.prekenweb.nl
9/9