Ik geloof (4) in de Heilige Geest. Preek over zondag 20 van de catechismus Na wat we net gezegd en gezien hebben lijkt het antwoord van de catechismus misschien een beetje mager. Maar, zondag 20 is het begin van een nieuw hoofdstuk. Erboven staat: (over) God de Heilige Geest en onze heiliging. Bij het werk van de Geest hoort dus minstens óók wat er na die zondag 20 komt: over de kerk, de gemeenschap van heilige mensen; vergeving van zonden; opstanding en eeuwig leven. Trouwens, lees ook het voorgaande, v/a 51 over Jezus die na zijn hemelvaart door zijn Heilige Geest hemelse gaven in ons uitstort. De belangrijkste gave is geloof, waardoor je één wordt met Jezus en zo met God door wat Hij voor jou verdiend heeft: vergeving van zonden, eeuwig leven. [dia 2] Maar er is meer. Over de Heilige Geest. [dia 3] Ik wil vanmiddag drie dingen doen: (1) kort de hoofdlijn van de Bijbel schetsen. Niet als een serie van waar en hoe we de Geest in de Bijbel tegenkomen maar het bijbelse verháál over de Heilige Geest. Dan wil ik iets vertellen over de Heilige Geest in de belijdenissen van de kerk - vooral die eerste zin uit zondag 20 van de catechismus – en dan komt daaruit vanzelf de vraag op van de zelfbeproeving: hoe wordt ik vervuld van de Heilige Geest? [dia 4 – titel] Het verhaal van de Bijbel Het verhaal van God, de Heilige Geest begint op de eerste bladzijde van de Bijbel. [dia 4.1] De NBV vertaalt het mooi: ‘De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.’ Er was niks, behalve God: zijn Geest. Van alles dat je ziet, wie je bent is de Geest van God de adem, de ondersteunende kracht, de reden. [dia 4.2] Toen God de mens gemaakt had, blies Hij hem zijn levensadem in, zijn Geest. (Gen.2:7). Maar na Genesis 3 zegt God, de HEER: ‘Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven’ (Gen. 6:3).
Sinds Genesis 3 is de relatie tussen Gods Geest en leven, ook dat van ons, mensen heel dubbel. Aan de ene kant is en blijft Gods Geest de levenskracht van alles dat leeft. Van planten, dieren, en mensen. Van alles dat er is: wijsheid, vakmanschap en inzicht. Niet alleen in de kerk, maar ook daarbuiten. God is de geest van meubelmakers en hoveniers. Van ambacht. Ik denk even aan Besaleël en Oholiab die van God de gaven hadden gekregen om de tabernakelvoorwerpen te ontwerpen en te maken. Ik denk ook aan regeringsleiders, bestuurders. En anderen. Gods Geest bezielt mens en dier. Maar aan de andere kant zien we ook in het Oude Testament: [dia 4.3] niet voor eeuwig. Sinds Genesis 3 is de totale vervulling van mens, plant en dier met Gods Geest steeds beperkt. Beperkt in tijd. Beperkt tot personen. Dat zie je ook heel concreet in de levens van mensen. God kan zijn Geest geven én nemen (Saul). Maar David is zich van die laatste, huiveringwekkende mogelijkheid ook bewust als hij in Psalm 51 bidt: ‘Schep, o God, een zuiver hart in mij, […] neem uw heilige geest niet van mij weg. Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest.’ (vers 12-14) [dia 4.4] De Heilige Geest was in het Oude Testament op een bijzondere manier bij sommige mensen voor een bepaalde tijd. In het Nieuwe Testament zien we twee, met name, belangrijke gebeurtenissen. [dia 4.5] Het is Jezus die met de Heilige Geest gezalfd wordt en het is Jezus, [dia 4.6] die na zijn hemelvaart de profetie van Joël vervult door die Geest uit te storten op álle mensen. Dat is één verschil met voorheen. Het andere is minstens net zo bemoedigend (voor ons): ook voor altijd! (zondag 20). De Geest van Jezus, ook als je dat niet altijd zo voelt.
Vanaf het moment waarover we zonet lazen kwam de Heilige Geest beschikbaar voor iedereen. De Heilige Geest als Gods aanwezigheid. Daarvoor sprak God alleen met bepaalde mensen; Jezus op aarde sprak met bepaalde mensen. Maar nu is Gods aanwezigheid voor iedereen beschikbaar. En dan zijn we, in zekere zin weer terug bij Genesis 1. God is bezig de aarde opnieuw te scheppen, te vervullen met zijn levensgeest. Door de Geest van Jezus.
Dan snap je ook meteen dat het bij de Heilige Geest niet zozeer gaat om iets extra’s of om de afzonderlijke gaven waaraan je kunt zien dat Hij er is – dat ook – maar om God die door de Heilige Geest geloof geeft zodat je een relatie kunt hebben met Hem. Dat is het grote verhaal van de Bijbel. [dia 5] De belijdenis van de kerk De Heilige Geest is niet één bepaald onderdeel van één of twee belijdenissen van de kerk maar je komt Hem tegen in allerlei verschillende hoofdstukken op verschillende manieren: Ik heb dat voor mezelf een beetje geprobeerd te clusteren en dat krijg je dit: [dia 6] De Heilige Geest is de Geest van de schepping, de drijvende kracht achter alles dat leeft. Job zegt bijvoorbeeld: ‘De geest van God heeft mij gemaakt, de adem van de Ontzagwekkende doet mij leven.’ (Job 33:4) Paulus schrijft: ‘Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar.’ (Rom. 1:20). [dia 7] De H. Geest is de Geest van de kerk en van het ambtelijk werk. Denk de geschiedenis waarin God een deel van zijn Geest overdraagt van Mozes op de 70 oudsten om het volk Israël leiden (Num. 11). De Heilige Geest is de werkzame kracht in de sacramenten, in de kerk. [dia 8] De Geest heeft een speciale relatie met het Woord. Petrus schrijft: ‘nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.’ (2 Petrus 1:21) Paulus schrijft dat ‘Elke schrifttekst […] door God geïnspireerd (is) en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven.’ (2 Tim. 3:16). De Heilige Geest zorgde en zorgt ervoor dat het Woord van God verteld wordt in de Bijbel en in de kerk. Niet automatisch, natuurlijk. Je zou het misschien kunnen vergelijken met het glasvezelnetwerk dat in Hoofddorp wordt aangelegd. Je moet wel aangeven dat je meedoet, anders heb je er niks aan. [dia 9] De Geest van God is ook de Geest van de levensheiliging, die maakt dat het steeds meer wordt zoals het was. Hij is de Geest van de wet, de Geest van het gebed, van bekering: het doodgaan van de oude en het opstaan van de nieuwe mens. Van het verlangen naar, het leren leven mét God (HC zondag 33).
Zondag 20 Wat geloof je van de Heilige Geest? Zondag 20 zegt eerst en vooral: dat Hij samen met de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is. Dat betekent minstens twee dingen. [dia 10] Eén is dat de Geest één is met God de Vader en met Jezus Christus. Deze drie zijn samen de ene God. Het is Jezus die mensen met God verzoent. Het is de Geest die één maakt met Jezus. Niemand kan zeggen ‘Jezus is HEER dan door de Heilige Geest.’ Het is de Geest die jou en mij inwijdt in de gemeenschap die er is tussen Jezus en zijn Vader. Een andere manier om de verbinding zichtbaar te maken is: [dia 11] Het betekent óók dat we in al die dingen met God te maken hebben! [Dia 12] De Heilige Geest is echt en eeuwig God! Alle verslapping van het geestelijk leven is een gevolg van de loochening van wat hier, in zondag 20, staat: de loochening van de godheid van de Heilige Geest is de bewuste ontkenning dat je in het leven ten diepste te maken hebt met God zelf. In de schepping, in de kerk, in de Bijbel, in je geweten. Ontkennen dat de Heilige Geest God is doe je bijvoorbeeld wanneer je van de schepping zegt: mooi, maar God? Nee, puur toeval. Of van de kerk: wat is de doop, het avondmaal, een huisbezoek? Of als je van de Bijbellezing en de preek niets verwacht. Als je Gods geboden niet serieus neemt, als je de stem van je geweten wegdrukt. Hoe kan ik vervuld worden? We gaan naar het derde deel. Hoe kan ik vervuld worden met de Heilige Geest? Om te beginnen: dat is een hele belangrijke vraag. Want wie de Geest niet heeft, heeft Jezus niet, wie Jezus niet heeft, heeft geen vergeving en geen hoop op eeuwig leven. En wie dat niet heeft, zal God nooit zien. Hoe merk je dat je vergeven bent en uitzicht hebt op eeuwig leven? Hoe merk je dat je vervuld bent met de Heilige Geest? Sommige christenen zeggen dat er naast de ‘gewone doop’ nóg een doop nodig is, nl. de doop met de Heilige Geest, als een bekrachtiging van je ‘gewone doop’. Als middel om actief christen te kunnen worden in de kerk en daarbuiten.
Eigenlijk zeggen zij: er zijn gewone christenen (naamchristenen?) en wedergeboren christenen. De doop met de Heilige Geest moet er als het ware nog bij komen. Dat kan trouwens op verschillende manieren, maar meestal gaat het om een bijzondere ervaring. Mensen die dat zeggen leggen de gebeurtenissen van de eerste Pinksterdag als een soort schema één op één over het leven van iedere christen: eerst geloven, dán vervuld worden, dan kan je pas echt aan de slag als wedergeboren christen. Een tekst die daarbij vaak genoemd wordt is Handelingen 19: 1-7. Laten we dat er eens bij pakken. Wat gebeurt hier? Paulus ontmoet in Efeze een paar leerlingen of discipelen. Uit hun antwoord op de vraag van Paulus blijkt dat ze een afslag gemist hebben. Het zijn volgelingen van Johannes. Paulus vraagt of ze de Heilige Geest ontvangen hebben. Ze hadden begrepen ‘we moeten ons bekeren’ maar waren nog niet gedoopt in Jezus’ Naam. Als ze dat vervolgens doen, dan daalt de Geest neer zodat ze in klanktaal gingen praten en gingen profeteren. Je ziet hier heel mooi dat Vader, Zoon én Geest helemaal bij elkaar horen. Niet leven vanuit Jezus’ kracht is de Heilige Geest missen. Maar Paulus benadert het hier van de andere kant: de Heilige Geest missen ís Jezus missen. Wat blijkt? De Geest is niet iets dat we ná Jezus nog nodig hebben. Maar de Geest komt van Jezus, brengt ons aan de voeten van Jezus. Tegelijk, en daarom vind ik dit gedeelte zo mooi, gaat het geloof in Jezus wel samen met allerlei tekenen van overgave. De Geest is niet los van Jezus verkrijgbaar. Maar Jezus ook niet los van de Geest. Jakobus zegt het zo: een geloof zonder werken is een dood geloof. Áls je gelooft in Jezus zal dat geloof vruchten moeten voortbrengen, dat kan niet anders. En dan niet als een soort schema, zo van het moet precies zo, op die manier. Maar wel als een voorbeeld dat het geloof echt bezit neemt van mensen. Niet een klein beetje, maar helemaal. Geloven doe je met verstand, hart én handen. [dia 13]
Ik heb hier, tot slot, ook een voorbeeld bij . Het glas staat voor je leven. Wat erin gaat is waar je vol van bent. Vervuld worden met de Heilige Geest, met de aanwezigheid van God, betekent niet dat je naast je gewone leven als christen nog een beetje vervuld moet worden van de Geest. Vol van de Geest wordt je als je alle andere dingen die niet bij God passen, wegdoet en helemaal, van binnenuit gaat praten, denken en doen zoals Jezus. Als je hele leven verlangt naar en doortrokken is van de aanwezigheid van God. Hoe ga je dat merken? Moet je daar maar gewoon op wachten? Ja en nee. Je moet vervuld worden. Een glas kan zichzelf niet vullen. Maar er zijn wel geestelijke oefeningen om vervuld te worden. Ik geef er een paar ter overweging mee. Mijn inspiratie komt vooral uit het vijfde hoofdstuk van de Dordtse Leerregels maar ook uit de Nederlandse geloofsbelijdenis (art. 29). Om met de laatste te beginnen: [dia 14] [dia 15] Allemaal dingen waarmee het glas van je leven gevuld mag worden. Ik zou jou willen uitdagen, probeer het maar. Laten we er samen een begin mee maken, eerst door te zingen, dan in gebed.