Handleiding voor het opzetten van een Makkelijk Lezen Plein in de School
Nanda Geuzebroek
© Nanda Geuzebroek, Stadsbibliotheek Haarlem en Omstreken, Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein Haarlem, 2008
2
Woord vooraf
Anderhalf jaar geleden werd ik door de voormalige basisschool van mijn twee oudste kinderen gevraagd een scholing te verzorgen voor de leerkrachten van de onderbouw. Mijn zoon en dochter zijn beide dyslectisch. Mijn zoon heeft een ernstige vorm van dyslexie, maar heeft zijn hele basisschoolperiode op deze school doorlopen. Mijn dochter had ook dyscalculie. Omdat ze geen gedragsproblemen vertoonde, zag de school geen noodzaak haar naar het speciaal onderwijs te verwijzen. Helaas heeft ze daardoor een jaar voor spek en bonen meegedaan in groep 5, wat uiteraard niet zonder gevolgen is gebleven voor haar gevoel van eigenwaarde. Maar dit speelde zich allemaal af in de jaren tachtig, toen er nog veel minder bekend was over dyslexiebegeleiding dan nu. Op de vraag of ik die scholing wilde doen, reageerde ik natuurlijk direct positief. Maar gelijk nadat ik de telefoon had neergelegd, drong de vraag zich bij me op of dit nu echt wel leuk was. Allerlei herinneringen aan die tijd kwamen boven. En daarmee ook de pijn, de pijn van mijzelf als moeder van twee kinderen die hartgrondig hun best deden zonder de gewenste resultaten, maar ook de pijn van mijn kinderen die al heel jong leerden dat het leven je het heel moeilijk kan maken. Toch heb ik de scholing gegeven en juist omdat ik mijn verdriet van toen niet uit mijn verhaal heb kunnen houden, is het ook voor de leerkrachten van de school een indringende ervaring geworden, waardoor ze extra gemotiveerd raakten om hun best te doen voor de leerlingen met leesmoeilijkheden. Toen ik begon met mijn functie als consulent makkelijk lezen in de Stadsbibliotheek Haarlem heb ik veel gesproken met mijn kinderen over hun ervaringen op school. Een van die ervaringen die ze beiden hadden, heeft me zeer gemotiveerd om niet te rusten tot het concept van het Makkelijk Lezen Plein in heel Nederland ingevoerd zou zijn. Gelukkig ben ik daarin geslaagd en heeft nu driekwart van de basisbibliotheken in Nederland een Makkelijk Lezen Plein. En nu wil ik de stap naar de scholen maken. Een van de verhalen van mijn kinderen ging als volgt: Eén keer in de zoveel tijd moest er op school een werkstuk gemaakt worden. De hele klas ging daarvoor naar de mediatheek om een boekje te zoeken over een onderwerp naar keuze. Natuurlijk zoekt iedereen dan naar een onderwerp dat hen interesseert. De leerlingen hadden een kwartier de tijd om iets te vinden. En altijd ging het zo: Na tien minuten riep de leerkracht: “Heeft iedereen al een boekje? Nee, dan moet je op gaan schieten.” En een minuutje voordat de klas terugging naar het lokaal: “Nu moet je echt iets gekozen hebben!” En braaf als ze mijn kinderen waren, deden ze dat maar. In de klas zagen ze dan pas voor het eerst wat ze gepakt hadden en dat was natuurlijk bijna nooit een onderwerp dat ze hadden gekozen als ze bewust hadden kunnen kiezen! Hoe anders was dit geweest als de mediatheek in hun school een Makkelijk Lezen Pleinopstelling had gehad! Dan hadden ze zelf een boek kunnen vinden over een onderwerp dat hen interesseerde, zonder hulp van de leerkracht. Gelukkig voor de kinderen van nu kunnen scholen tegenwoordig zelf een Makkelijk Lezen Pleinopstelling realiseren in hun school. Deze handleiding is daarbij behulpzaam. Voor de realisatie kunnen scholen een beroep doen op de lokale bibliotheek met een MLP of op het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein. Nanda Geuzebroek, Consulent makkelijk lezen, Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein
3
Inhoudsopgave
Woord vooraf Inhoudsopgave
3 4
1. Inleiding Twee uitgangspunten Makkelijk Lezen Plein in de School Rol van de leerkracht • Rolmodel • Kinderboeken lezen • Kwaliteitseisen loslaten • Tijd inruimen voor leesbevordering en stillezen • Voorlezen • Luisteren en kijken Rol van de ouders Rol van de bibliotheek Tot slot
7 7 8 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10
2. Doelgroepen De dyslectische doelgroep De doelgroep met een taalachterstand Concentratieproblemen zoals AD(H)D Visueel, auditief en verstandelijk gehandicapten De leeftijdsbegrenzing • Van kleuters tot pubers
12 12 12 13 13 13 14
3. Collectie Uitgangspunten Genres en thema’s MLP-sticker Aantallen Van centraal naar klassikaal Elk lokaal een MLP Criteria De selectiecriteria Algemeen criterium Kijk- en luistermateriaal • DVD’s o Verfilmde leesboeken o Informatieve DVD’s Internet o Internet voor sbo o Makkelijk Lezen Plein o Criteria Luistermateriaal Luisterboeken Commerciële luisterboeken Loket aangepast-lezen Loket aangepast-lezen en het MLP in de School Dedicon voor gesproken schoolboeken
15 15 16 18 18 18 19 20 20 20 20 20 20 21 21 21 21 22 22 22 22 23 24 24
4
Tip Luister- en leesmateriaal Leesmateriaal • Fictie o AVI-niveau • Kwaliteitseisen loslaten • Titellijsten • Tip Kijk- en luistermateriaal • Strips Non-fictie Tijdschriften Voorwaarden voor succesvol gebruik van audiovisuele materialen Nieuwe collectie Catalogus
24 24 25 25 25 25 26 26 26 26 27 28 28 29 29
4. Inrichting • Zelfmaak • Compacte kasten met maximale ruimte • Complete kasten • Eigen ontwerp • Bestaande kasten aanpassen • Voorzetbakken • Klassenbakken
30 31 31 32 33 33 34 34
5. Deskundigheidsbevordering Keuze van boeken
35 35
6. Samenwerkingsverbanden
36
7. Financiën Overwegingen die van invloed zijn op het benodigde budget • Inrichting • Soort MLP in de School • Meubels • Collectie • Personele bezetting
37 37 37 37 38 38 38
8. Samenvatting Samenwerking met ouders Tips voor leerkrachten Verwerking collectie MLP-meubels Financiën
40 41 41 42 42 42
Woord van dank
43
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
44 45 46 48 50 52 53 55 57
Plan van aanpak Criteria voor makkelijk lezen boeken fictie Richtlijnen voor non-fictie boeken Aanschafcriteria bij elkaar Tips voor leerkrachten Lijst met websites rond makkelijk lezen Meubels Literatuurlijst
5
6
1.
Inleiding
In 2002 startte het eerste Makkelijk Lezen Plein in de Stadsbibliotheek Haarlem. De Stadsbibliotheek Haarlem kwam op het idee voor het Makkelijk Lezen Plein, omdat er altijd zo’n grote groep kinderen was dat tijdens groepsbezoeken maar langs de kasten bleef drentelen zonder daadwerkelijk een boek daaruit te pakken. Bestudering van dit probleem leverde het inzicht dat het hierbij ging om kinderen met een leesprobleem. Kinderen moeten leren lezen om later als volwaardig lid in de maatschappij mee te kunnen doen. De Stadsbibliotheek Haarlem stelde zich daarom als doel een speciale voorziening voor deze kinderen te creëren en ze daarmee betere perspectieven voor de toekomst te bieden. Door donaties van diverse fondsen1 kon het eerste Makkelijk Lezen Plein gestart worden. Twee uitgangspunten Het Makkelijk Lezen Plein heeft twee belangrijke uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is kinderen met een leesprobleem toegang geven tot informatie. Dit wordt vooral gerealiseerd door de frontale plaatsing. De traditionele kasten vol boeken met de rug naar voren vormen voor deze kinderen een gesloten front. Bibliotheken confronteren hen pijnlijk met hun tekort. Een dyslectische stagiaire zei het eens zo tegen mij: “Als ik eens per ongeluk in een bibliotheek kom, dan is de eerste gedachte die bij me opkomt: “Waar is de uitgang?” Een frontale plaatsing geeft kinderen met leesproblemen weer toegang tot de materialen in de kast. Daarnaast wordt de toegang tot informatie ook gerealiseerd door veel audiovisuele materialen op te nemen, waarmee het lezen omzeild wordt. Kinderen die op een te laag leesniveau lezen, kunnen hiermee toch kennis opdoen. Het tweede uitgangspunt van het MLP is aanzetten tot lezen. Dit wordt gerealiseerd door een aangepaste, aantrekkelijke collectie. Kinderen met een leeshandicap moeten weer verleid worden tot lezen. Soms via een omweg door eerst hun belangstelling te wekken met verfilmde boeken of luisterboeken, maar vooral door aantrekkelijk ogende boeken met een leeftijdsadequate inhoud en een lager technisch leesniveau. Het Makkelijk Lezen Plein is heel goed aangeslagen in de Openbare Bibliotheekwereld. Nu, in 2008, heeft 75% van de basisbibliotheken een of meerdere MLP’s ingericht of zal dat voor het eind van het jaar gedaan hebben. Uit de praktijk weten we nu ook dat het MLP kinderen met een leesprobleem echt helpt. Ze krijgen weer meer plezier in lezen en gaan meer lezen. Ze worden ook zelfredzamer, omdat ze zelfstandig materialen kunnen zoeken op het MLP. Menig bibliothecaris heeft te maken gehad met gelukkige ouders die blij waren dat ze eindelijk een goede plek hadden, waar ze terecht konden met hun vragen en waar ze zich werkelijk geholpen voelden. Dat het Makkelijk Lezen Plein werkt, kan nog eens onderstreept worden door het feit dat het Makkelijk Lezen Plein zowel in 2007 als in 20082 is genomineerd voor de Nationale Alfabetiseringsprijs, een prijs die uitgeloofd wordt door het ministerie van onderwijs aan instellingen die een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen laaggeletterdheid.
1
De fondsen die het eerste Makkelijk Lezen Plein mogelijk maakten, zijn Stichting Dyslexie Fonds, Stichting Katholieke Openbare Bibliotheken (SKOB), J.C. Ruijgrok Stichting , Stichting Kinderpostzegels Nederland, Nationaal Revalidatie Fonds, VSB Fonds. 2 In 2008 heeft de Stadsbibliotheek Haarlem en Omstreken de Nationale Alfabetiseringsprijs in de categorie leesbevordering gewonnen. Bij die gelegenheid is het eerste exemplaar van de Handleiding voor het opzetten van een Makkelijk Lezen Plein in de School uitgereikt aan staatssecretaris Marja van Bijsterveldt.
7
Tijd dus om het Makkelijk Lezen Pleinconcept uit te breiden naar de basisscholen, waar kinderen als eerste te maken krijgen met lezen en boeken. Makkelijk Lezen Plein in de School De Inspectierapporten van 2006 en 2008 waren nogal alarmerend over het leesonderwijs: 25% van de kinderen verlaat de basisschool met een leesachterstand van twee tot tweeënhalfjaar. Deze constatering heeft een hernieuwde belangstelling teweeg gebracht voor effectief leesonderwijs. Aan alle kanten wordt gewerkt om dit te verbeteren. Het MLP in de School kan hier een belangrijke ondersteuning aan leveren. Waar het vooral mis gaat, is bij het begrijpend lezen. Kinderen snappen niet wat ze lezen. Dit is een groot probleem omdat begrijpend lezen een essentiële basisvaardigheid is om met succes onderwijs te kunnen volgen. Momenteel gaat 5% van de vijftienjarigen als functioneel analfabeet door het leven en nog eens 10% kan niet goed genoeg lezen om als volwaardig lid in de maatschappij mee te kunnen doen3. Om tot goed begrijpend lezen te komen zijn twee zaken erg belangrijk: vlot technisch kunnen lezen en beschikken over voldoende woordenschat. Deze twee hangen nauw samen. Afgezien van een aantal ernstig dyslectische kinderen kan iedereen vlot technisch leren lezen, ongeacht etnische achtergrond of milieu. Een gebrekkige woordenschat staat het vlot technisch leren lezen wel in de weg. Kinderen met een grote woordenschat hebben een veel grotere referentiekader om woorden die ze moeten decoderen te lezen. Kinderen met een beperkte woordenschat hebben moeite met het lezen van woorden die ze niet kennen4. Woordenschatuitbreiding vindt vooral vanaf groep 5 plaats door lezen. Voor die tijd is de gesproken taal in de eigen omgeving en op school een belangrijke leverancier van nieuwe woorden. Kinderen uit achterstandsmilieus doen daarbij veel minder nieuwe woorden op dan kinderen uit taalrijke milieus5. Het is dus belangrijk kinderen tot lezen te stimuleren, zodat ze zelf aan hun woordenschat kunnen werken. Net als leren zwemmen en fietsen gaat leren lezen niet vanzelf, alhoewel sommigen dat wel beweren. Lezen leer je door dat veel te doen. Kinderen met een leeshandicap moeten extra hard werken om tot lezen te komen. Een kwestie van veel oefenen en vroeg beginnen, niet afwachten tot het kind er rijp voor is. Gebleken is dat vroege interventie meer effect heeft. Kinderen met wie pas later gestart wordt met extra oefening boeken minder vooruitgang6. Smits en Braams benadrukken in hun boek Dyslectische kinderen leren lezen dat er veel aandacht besteed moet worden aan het leesplezier van kinderen7. En hiermee komt het Makkelijk Lezen Plein in beeld. Het Makkelijk Lezen Plein heeft van meet af aan gezegd: kinderen leren alleen maar lezen door te lezen. Lezen moet dus aantrekkelijk gemaakt worden. Volwassenen die graag lezen hebben als kind positieve leeservaringen opgedaan. En dat is precies waar het om draait: positieve leeservaringen opdoen. Voor kinderen met een leeshandicap wordt lezen al heel snel synoniem aan pijn en falen. Lezen krijgt een negatieve lading. Zes jaar MLP-praktijk heeft geleerd dat het wel degelijk mogelijk is om kinderen met een leesprobleem positieve leeservaringen op te laten doen. Belangrijk is daarbij dat school, ouders en bibliotheek samenwerken. De school moet leesplezier voor deze groep hoog in het vaandel zetten. 3
Onderwijsverslag 2006/2007, mei 2008, blz. 166 (www.owinsp.nl) Kees Vernooy, Goede woordenschat, blz. 6 5 Kees Vernooy, Goede woordenschat, blz. 8-10 6 Kees Vernooy, Effectief omgaan met risicolezers. Werken aan preventie en beter omgaan met leesproblemen, 2006; Anneke Smits en Tom Braams, Dyslectische kinderen leren lezen. Individuele, groepsgewijze en klassikale werkvormen voor de behandeling van leesproblemen, 2006 (Dit boek gaat over behandeling van alle zwakke lezers, niet alleen van dyslectische kinderen.); Onderwijsverslag 2006/2007, mei 2008, blz. 168/169 (www.owinsp.nl) 7 Dyslectische kinderen leren lezen, Praktisch boek van Anneke Smits en Tom Braams, in: Toon Speziaal, oktober 2006. 4
8
Ouders moeten ingeschakeld worden met goede instructie. De bibliotheek ondersteunt de school met scholing, met leesbevorderende methodes en met het realiseren van een aantrekkelijke collectie.
Rol van de leerkracht Rolmodel Allereerst is het belangrijk dat de leerkracht zelf enthousiast is over lezen en boeken. Leerkrachten moeten het rolmodel voor hun leerlingen zijn. Wanneer de klas stilleest, is het belangrijk dat de leerkracht niet voor de klas schriften gaat zitten corrigeren. De leerkracht moet zelf ook een boek lezen in een ontspannen leeshouding. Als de stilleestijd om is, krijgen leerlingen (kort) de tijd iets te vertellen over hun boek. Of ze mogen hun boek aan de andere kinderen laten zien als ze denken dat andere kinderen het boek ook leuk zullen vinden. De leerkracht vertelt enthousiast over haar boek. Als een leerkracht een kinderboek leest, snijdt het mes aan twee kanten: je kunt kinderen een boek aanraden en je voegt zelf weer een titel toe aan de lijst gelezen kinderboeken. Kinderboeken lezen Om kinderen te kunnen enthousiasmeren is het belangrijk zelf kinderboeken gelezen te hebben. Om kinderen goed op maat te kunnen adviseren en boeken aan te raden die bij hun interesse past, is het essentieel zelf kennis te hebben van boeken. Daarbij is het vooral belangrijk die boeken te lezen die grote groepen kinderen weten te waarderen, dus eerder Kinderjurytitels dan Gouden Griffels. Ook boeken uit populaire series verdienen aandacht omdat ze een sterk leesbevorderende stimulans kunnen hebben. Als een kind een deel uit een serie met plezier gelezen heeft, wil het ook graag de andere delen lezen. Het weet dat oko dit een positieve leeservaring zal opleveren. Meer van hetzelfde lezen moet dus aangemoedigd worden en niet ontmoedigd. Kwaliteitseisen loslaten Natuurlijk is het een taak van het onderwijs de ontwikkeling van leerlingen te stimuleren. Bij het leesonderwijs zal het doel van veel leerkrachten zijn leerlingen tot de jeugdliteratuur te brengen. Uiteraard is dit een belangrijk streven. Om leerlingen zover te brengen moeten ze echter wel eerst goed kunnen lezen en ze moeten er ook mentaal aan toe zijn. Leerlingen in het basisonderwijs zijn vooral geïnteresseerd in rechttoe-rechtaanverhalen. Pas als ze ouder zijn zullen ze boeken met diepere lagen gaan waarderen8. Het is aan te raden dit als een gegeven te accepteren en vooral te zoeken naar leesmaterialen die kinderen graag willen lezen, ook al strookt dat niet helemaal met de eigen kwaliteitseisen. Donald Duck en Kluitmanseries bieden een krachtige leesstimulans! 9 Tijd inruimen voor leesbevordering en stillezen Niet alle kinderen worden thuis tot lezen gestimuleerd. Scholen zullen daarom tijd moeten inruimen voor leesbevordering. Leerlingen moeten op school zoveel mogelijk gelegenheid krijgen om te lezen. Het is belangrijk structureel tijd in te ruimen voor stillezen. Dit voorkomt het ontstaan van een
8
Interessant in dit verband is de afstudeerscriptie van Pjotr van Lenteren, Twisten over de smaak van een ander (RUL, 1999). Hierin vertaalt Van Lenteren de theorie van Michael J. Parsons (in How We Understand Art: A Cognitive and Developmental Account of Aesthetic Experience, New York, 1987) over de diverse smaakfasen voor de kunstbeleving naar leesbeleving. De smaakfasen van een mens veranderen in een logische samenhang en volgorde. Invloed op die verandering hebben de psychologische ontwikkeling, de opvoeding en de opgedane ervaring. De fasen die Parsons onderscheidt zijn: 1. favoritism, 2. beauty and realism (mimetische fase), 3. expressiveness (expressieve fase), 4. style and form (formele fase), 5. autonomy (autonome fase). Vertaald naar de leesbeleving houdt dit in dat kinderen van 5 tot 15 jaar vooral ‘echte’ verhalen waarderen. Het is ze daarbij vooral te doen om de inhoud, waarin wensdroomhelden iets beleven en dat tot een goed einde brengen. Daarbij spelen normen en waarden een belangrijke rol. Het goede moet beloond worden. Jongeren van 12 tot 18 jaar lezen graag boeken over “echte ervaringen”. In deze leeftijdsfase zijn kinderen vooral bezig hun eigen identiteit te ontdekken. Ze zijn bezig hun eigen grenzen te bepalen. Ze lezen graag verhalen waarin ze zich kunnen herkennen. Voor een kleine groep van jongeren vanaf 15 jaar zijn ook de vorm en de stijl van een boek belangrijk. Jongeren die ook de literaire kanten belangrijk vinden, zijn vooral op het vwo te vinden. 9
Zie: Nanda Geuzebroek, Lezen moet leuk zijn : tijdschriften als stimulerend middel, In: Balans Belang, 18e jrg., januari 2005. Bilthoven : Balans, 2005, (www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=690) Nanda Geuzebroek, Boekenseries maken nieuwsgierig : IJzersterk middel om te blijven lezen, In: Balans Magazine, 18e jrg., maart 2005. - Bilthoven : Balans, 2005 (www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=690) Zie: Joop Stoeldraijer: Recreatief lezen, JSW, jaargang 90, mei 2006 (www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=1008)
9
Mattheüseffect10. Wanneer vrij lezen alleen wordt toegestaan als een kind klaar is met ander werk, zullen vooral de vlotte lezers daarvan profiteren. De zwakke lezers missen de extra leestraining en krijgen daardoor een nog grotere achterstand.
Voorlezen Voorlezen aan kinderen met een leesprobleem is heel belangrijk. Zij moeten minstens tot groep 8 door ouders en leerkrachten voorgelezen worden. Belangrijk is boeken van nu voor te lezen en niet de titels die je zelf als kind zo mooi vond. Voor advies voor geschikte titels kunt u terecht op de jeugdafdeling in de Openbare Bibliotheek en op www.makkelijklezenplein.nl. Luisteren en kijken Zeer zwakke lezers, van wie de leesontwikkeling niet goed op gang komt en bij wie de woordenschatuitbreiding daardoor stagneert, moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden tot andere manieren van ‘lezen’. Luisterboeken zijn daarbij een belangrijk medium. Ook verfilmde leesboeken en informatieve DVD’s kunnen als alternatief aangeboden worden. Als de school hier niet zelf over beschikt, kan verwezen worden naar het MLP in de Openbare Bibliotheek en naar Loket Aangepast lezen (zie blz. 23). Rol van de ouders Een goede samenwerking met de ouders van zwakke lezers is erg belangrijk11. Met een goede instructie vanuit de school kunnen ouders veel bijdrage aan de leesontwikkeling van hun kind. Dagelijks vijf minuten met het kind lezen stimuleert de leesontwikkeling van het kind enorm. Ook elke dag voorlezen helpt het kind vooruit. Op www.makkelijklezenplein.nl vinden ouders veel tips. Rol van de bibliotheek Voor het inrichten van een MLP in de School moet eerst de plaatselijke of regionale bibliotheek benaderd worden. Zij kunnen adviseren over catalogisystemen en over de collectie. Via de bibliotheek kunt u aan materialen komen om het MLP te realiseren zoals pictogrammen voor de bewegwijzering, of wisselcollecties. Een bezoekje aan het MLP in de bibliotheek met de leesprobleemleerlingen is de moeite waard om kinderen vertrouwd te maken met de bibliotheek, zodat ze de weg weten als ze materialen nodig hebben die de school niet kan leveren. Bekijk ook het educatieve jaaraanbod van de plaatselijke bibliotheek eens. Elke openbare bibliotheek biedt veel leesbevorderingsprogramma’s voor scholen aan. Mocht de plaatselijke bibliotheek wegens gebrek aan menskracht niet in staat zijn ondersteuniing te geven, dan contact opgenomen worden met het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein12. Het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein biedt via de website www.makkelijklezenplein.nl ondersteuning bij het inrichten en onderhouden van het Makkelijk Lezen Plein in de School. In het leerkrachtendeel van de site vinden leerkrachten veel tips. Ook kunnen ervaringen en tips uitgewisseld worden met andere leerkrachten. Tot slot De afgelopen jaren hebben bibliotheekmedewerkers op het MLP veel dankbare reacties mogen ontvangen van ouders die zich zeer geholpen voelden door de adviezen en de materialen die ze via 10
De term Mattheüseffect komt uit de sociologie en is overgenomen door de taalwetenschap. Dit verschijnsel ontleent zijn naam aan De gelijkenis van de talenten (Mattheüs 25:14-30). Vers 29 zegt: "Want aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden." In het onderwijs duidt deze term het effect aan dat kinderen die de school binnenkomen met een goede taalvaardigheid en snel leren lezen van meet af aan een voorsprong hebben op anderen bij wie dit niet het geval is. Kinderen bij wie het leesproces langzaam op gang komt, hebben een achterstand, die ze ook nooit meer inhalen omdat ze minder zullen lezen omdat ze lezen moeilijk vinden. Ze krijgen minder oefening dan kinderen die goed zijn in lezen en daar plezier in hebben. Hun prestaties blijven daardoor ook op andere leergebieden achter. Dus de rijken worden rijker en de armen armer. 11
Vernooy, Woordenschat,. blz 8 en Effectief lezen, blz. 57); Ina Cijvat, Ouders betrekken bij de leesproblemen van hun kind, ppt, CPS, 2008, www.cps.nl/engine.php?Cmd=seepicture&P_site=589&P_self=9982&Random=1518124879 12 Mail naar
[email protected].
10
het MLP kregen. Ook hebben zij veel kinderen gezien die enthousiast kwamen vertellen dat ze een leuk boek hadden gelezen en nog zo’n boek wilden. Dit is voor veel bibliotheken een enorme stimulans geweest om door te gaan op de weg juist de zwakke lezers veel aandacht te geven. Ik weet zeker dat ook leerkrachten deze ervaring zullen gaan opdoen, wanneer ze een MLP in de School gaan gebruiken. We hebben ernaar gestreefd om het voor elke school mogelijk te maken een MLP in te richten. Uiteraard zal de inrichting van een MLP in de School een investering in tijd en geld met zich meebrengen. Door de ontwikkeling van de zelfbouwpakketten voor de MLP-kasten en -bakken hopen we het MLP in de School binnen het bereik van alle scholen te brengen. En natuurlijk hoeft een MLP in de School niet in een keer gerealiseerd te worden, maar kan een meerjarenplan opgesteld worden. We hopen op een goede samenwerking tussen scholen en Openbare Bibliotheken, zodat de basisvoorziening waarmee kinderen met een leesprobleem geholpen kunnen worden, in heel Nederland binnen het bereik van deze kinderen komt, zodat ze weer plezier in lezen krijgen en hun kansen in de toekomst er beter uit zullen zien.
11
2.
Doelgroepen
In het algemeen kan gezegd worden dat de doelgroep van een Makkelijk Lezen Plein gevormd wordt door kinderen met een leesprobleem. De groep kinderen met een ernstig leesprobleem bedraagt 10% van het totaal aantal kinderen. De totale groep zwakke lezers blijkt volgens de Inspectierapporten 2006 en 2008 echter 25% van de leerlingen te zijn. Door de hernieuwde aandacht voor goed leesonderwijs zal dit percentage de komende jaren zeker dalen. Het MLP en het MLP in de School kunnen daarbij een goede ondersteuning geven. De grootste doelgroep van het Makkelijk Lezen Plein wordt gevormd door dyslectici, autochtone en allochtone kinderen met een taalachterstand en kinderen met concentratieproblemen zoals AD(H)D. Ook kinderen met een autistische storing en een begrijpend lezen probleem en kinderen met een visuele, auditieve of verstandelijke handicap kunnen geholpen worden met een MLP. De dyslectische doelgroep Zoals uit het voorwoord al blijkt zullen kinderen met dyslexie zeer geholpen zijn met een MLP. Een gewone boekenkast levert een onoverkomelijke barrière voor deze kinderen, waardoor ze niet zonder hulp bij hun materialen kunnen komen. De pijnlijke confrontatie in een ruimte met alleen maar gesloten boekenwanden jaagt hen de bibliotheek uit. Op school kunnen ze natuurlijk niet weglopen, maar ook hier leveren boekenkasten en boeken in het algemeen veel negatieve ervaringen op, die ze veelal in hun eentje zullen verwerken, omdat ze niet willen opvallen. Ze zijn zich er constant van bewust dat ze iets niet kunnen wat andere leerlingen schijnbaar geen moeite kost. Ze zullen zich dom voelen. Dit leidt bij veel dyslectische kinderen tot een negatief zelfbeeld, faalangst en een gebrek aan zelfvertrouwen. Als ze hierbij niet geholpen worden zullen sommigen (vaak jongens) deze negatieve gevoelens compenseren door storend gedrag. Anderen (vaak meisjes) zullen zich juist teruggetrokken gaan gedragen. Een MLP-voorziening maakt hen zelfredzamer, waardoor ze weerbaarder worden. Ze krijgen makkelijk toegang tot materialen die voor hen geschikt zijn. Omdat de materialen er aantrekkelijk uitzien voor kinderen zullen ze zich niet afgescheept voelen met een bakje makkelijke boekjes, maar zullen ze zich werkelijk geholpen voelen. Ze kunnen weer positieve leeservaringen opdoen, wat ze zal stimuleren om meer te gaan lezen. De doelgroep met een taalachterstand Om tot goed begrijpend lezen te komen moeten kinderen vlot technisch leren lezen en moeten ze over een voldoende woordenschat beschikken. Kinderen uit autochtone of allochtone achterstandsgroepen staat niets in de weg technisch vlot te leren lezen. Ze hebben immers een normale intelligentie. Ze hebben ook geen aangeboren afwijkende hersenstructuur waardoor ze niet normaal technisch zouden kunnen leren lezen. Ze hebben wel tegen dat ze uit een taalarme omgeving komen. Ze krijgen thuis maar een beperkte woordenschat mee.13 Er wordt thuis niet of nauwelijks 13
Heel informatief in dit verband is Kees Vernooy, Een goede woordenschat. De basis voor een goede schoolloopbaan. Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden. December 2007, januari 2008. (http://schoolaanzet.nl/taalpilots/implementatiekoffer/watdoetetoe) Enkele cijfers uit dit stuk waaruit blijkt hoe belangrijk het is deze kinderen aan het lezen te krijgen: - “Volgens Stahl (1999) beschikken kinderen uit taalrijke milieus op 3-jarige leeftijd over vijf keer zoveel woorden dan kinderen uit kansarme groepen. “ (blz. 7) - “Vanaf groep 5 neemt de woordenschat vooral toe door het onderwijs in de kennisgebieden, maar ook door het lezen van de leerling. De omvang van de tijd die de leerling leest over allerlei zaken, bepaalt dan vooral het al of niet sterk groeien van zijn
12
gelezen. Om deze kinderen tot beter begrijpend lezen te brengen is het belangrijk hen tot lezen te stimuleren. Vanaf groep 5 leren kinderen vooral veel nieuwe woorden door te lezen. Zaak dus hen aan het lezen te krijgen. Makkelijk te lezen boeken kunnen daarbij gedurende de fase dat hun woordenschat nog heel basaal is, grote diensten bewijzen. Doordat op een MLP in de School aantrekkelijke boeken staan met een kortere zinslengte en een eenvoudiger woordkeus, zullen deze kinderen tot lezen kunnen komen. Als ze meer gaan lezen, zullen ze op een gegeven moment zoveel meer woorden beheersen dat ze over zullen gaan naar wat moeilijker boeken. Concentratieproblemen zoals AD(H)D Concentratieproblemen zoals AD(H)D geven leesbeperkingen. Veel makkelijk lezen materiaal is wegens de beperkte omvang en de eenvoudige verhaallijn geschikt voor kinderen die met concentratieproblemen worstelen. Ook audiovisuele materialen als video en cd-rom zijn geschikt vanwege de sterke zintuiglijke prikkeling die ervan uitgaat. Veel kinderen met AD(H)D hebben ook last van een ander leerprobleem. Vaak is dat dyslexie.
Visueel, auditief en verstandelijk gehandicapten Veel kinderen met een visuele, auditieve of verstandelijke beperking bezoeken reguliere scholen. Deze kinderen zijn als geen ander gebaat bij een overzichtelijke en toegankelijke bibliotheek- of mediatheekopstelling. Een MLP in de School kan voor hen grote betekenis hebben i.v.m. de begrijpelijke en overzichtelijke indeling. Scholen voor speciaal onderwijs aan kinderen met een verstandelijke, visuele of auditieve beperking kunnen ervoor kiezen al hun materialen in een MLP in de School -opstelling te zetten.14
Leeftijdsbegrenzing De leeftijdsbegrenzing van een Makkelijk Lezen Plein in de openbare bibliotheek heeft een ondergrens van 8 jaar en een bovengrens van 13 jaar. De ondergrens van 8 jaar heeft te maken het verschil in mentale ontwikkeling en het technisch leesniveau van kinderen met een leesprobleem. In groep drie hebben deze kinderen ondanks extra begeleiding aan het eind van het schooljaar niet het gewenste AVI-niveau bereikt. In groep vier raken ze nog verder achterop. Het leesmateriaal dat ze aankunnen heeft een te laag AVI-niveau voor hun geestelijke ontwikkelingsniveau. Het is immers geschreven voor kinderen in groep 3. Kinderen met een leesprobleem in groep 4 krijgen behoefte aan leesmateriaal op een laag AVI-niveau en op een inhoudelijk niveau dat meer aansluit op hun geestelijke ontwikkeling.
woordenschat. In de praktijk is de woordenschat van kinderen die veel lezen in het algemeen vier keer zo groot dan die van kinderen die zelden of nooit lezen.” (blz. 7) - “Anderson en Nagy (1992) lieten zien, dat kinderen die dagelijks 10 minuten buiten schooltijd lazen duidelijk tussen groep 4 en groep 7 een grotere woordenschat hadden dan kinderen die dit niet deden.” (blz. 7) “95% van de woorden in een tekst moet gekend worden (tekstdekking) om teksten goed te kunnen begrijpen; als leerlingen meer dan 5% van de woorden niet kennen, hebben ze moeite de tekst te begrijpen.” (blz. 8) 14 . De school voor speciaal onderwijs aan kinderen met een taal-spraakstoornis, de A.G Bell Scholengemeenschap in Amsterdam, heeft de hele bibliotheek opgesteld als een Makkelijk Lezen Bibliotheek. De doelgroep is vanwege het lage leesniveau van de leerlingen anders dan die van het MLP in de School, nl. voor leerlingen van 12 tot 18 jaar. Voor de inrichting heeft de A.G. Bellschool het MLP-concept gebruikt. Er zijn zo veel mogelijk leerlingen betrokken bij de inrichting ervan. In het artikel Van de bovenste plank: een makkelijk lezen bibliotheek op school (VHZ, augustus 2006) citeren de auteurs Audrey Franssen en Marjan Hoefnagels veelvuldig uit publicaties van het MLP. Jammer genoeg wordt er ook onterecht beweerd dat het MLP geen onderscheid maakt tussen fictie en non-fictie en dat die materialen door elkaar geplaatst worden. Dit is per se niet waar. Een van de belangrijkste uitgangspunten van het MLP is juist dat het aanzet tot lezen (vooral via de fictie) en daarnaast toegang geeft tot informatie (vooral non-fictie). De auteurs zijn enthousiast over het concept en zien in de praktijk dat het op hun school heel motiverend werkt.
13
Van kleuters tot pubers Voor een school gelden andere normen. Omdat het belangrijk is dat kinderen zo vroeg mogelijk met boeken in aanraking komen en uitgenodigd worden ze zelf te pakken, is de frontale MLP-plaatsing voor de hele basisschool aan te raden. Kinderen moeten positieve leeservaringen opdoen om aan het lezen te komen. Ze moeten daarom met boeken leren omgaan. Het is essentieel in de kleutergroepen kinderen met boeken in aanraking te brengen. Ze moeten daar vertrouwd raken met boeken: bovenen onderkant herkennen, voor- en achterkant onderscheiden en zien welke informatie ze daaruit kunnen afleiden. Ze moeten leren bladeren in boeken en zaken leren herkennen die hen interesseren. Ze moeten leren zich te concentreren op een boek. Ze moeten nieuwsgierig worden naar boeken. Kortom, kinderen moeten leren zoveel informatie uit boeken te halen dat ze tot het kiezen van een boek kunnen komen. Een frontale MLP-opstelling helpt daarbij. In groep 3 is het nog niet mogelijk een scheiding aan te brengen tussen materialen voor zwakke lezers en ‘gewone’ lezers. Al de leesboekjes kunnen frontaal geplaatst worden. Dat zal een sterk uitnodigend effect hebben op leerlingen en hen tot lezen stimuleren. Om boeken beter toegankelijk te maken voor kinderen met een leeshandicap is het belangrijk dat van groep 4 tot en met groep 8 een speciale MLP-collectie wordt geselecteerd, die ook volgens MLPprincipes wordt geplaatst.
14
3.
Collectie
De doelgroep van het MLP in de School bestaat uit kinderen die moeite hebben met lezen. Dat vraagt om een specifieke collectie en om een specifieke opstelling. Een Makkelijk Lezen Plein heeft twee hoofddoelen: • Kinderen met een leesprobleem toegang geven tot informatie. Dit wordt vooral bereikt door de collectie frontaal te plaatsen. Boeken die op de traditionele manier in de kast geplaatst zijn, zijn niet toegankelijk voor deze kinderen. Vooral voor kinderen met dyslexie zijn kasten vol boeken met de ruggen naar voren een Berlijnse muur. Dit verandert niet als ze beter leren lezen. Ook volwassen dyslectici hebben alleen goed toegang tot boeken als ze frontaal geplaatst zijn. Dit betekent dat een frontale plaatsing gerealiseerd moet worden voor alle groepen binnen de school. • Kinderen met een leesprobleem stimuleren tot lezen. Het is inmiddels genoegzaam onderzocht en aangetoond dat kinderen vooral tot lezen komen als ze boeken lezen die ze inhoudelijk interessant vinden. De resultaten bij het technisch leren lezen zullen beter zijn als kinderen inhoudsrijke teksten te lezen krijgen. Juist voor kinderen die moeite hebben met lezen zal alles in het werk gesteld moeten worden om hen aansprekend leesmateriaal te bieden. Dit kan zowel non-fictie zijn in de vorm van teksten over onderwerpen die binnen hun belangstellingssfeer liggen als spannende fictie. Daarbij is de interesse van de leerling belangrijker dan het AVI-niveau dat voor deze kinderen vaak als selectiecriterium wordt gehanteerd bij de keuze van leesmaterialen.15 Kinderen moeten leeskilometers maken om met lezen vooruitgang te boeken. Het geeft daarbij niet wat ze lezen, als ze maar lezen. Alles wat ze lezen helpt hun technisch leesniveau vooruit, als ze er maar plezier in hebben. Voor het samenstellen van een effectieve collectie zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd. 16 Uitgangspunten
•
Een MLP moet stimulerend leesmateriaal bieden. Om kinderen aan het lezen te krijgen zal een MLP in de School inhoudelijk aantrekkelijk leesmateriaal moeten bevatten. Anders gezegd: het MLP moet boeken bevatten die kinderen leuk vinden. Kinderen moeten positieve leeservaringen opdoen! Dit is een heel belangrijk uitgangspunt. Officiële makkelijk lezen boeken en AVI-boeken worden in opdracht geschreven voor educatieve uitgevers17. Dit
15
Vooral als kinderen vrij lezen doet het er niet toe of ze op een hoger of een lager AVI-niveau lezen dan waarop ze aan het oefenen zijn. Alles wat ze lezen is meegenomen en zal hen vooruit helpen. In geval kinderen oefenen via het tutorlezen of het Ralfilezen (Smits en Braams, Dyslectische kinderen leren lezen) zal het AVI-niveau wel belangrijk zijn. Dat moet hoger liggen dan het AVI-niveau dat ze beheersen. Maar ook hier is het belangrijk dat de gebruikte leesmaterialen aansluiten bij de interesse van het kind. Voor het tutorlezen zoals ouders dat thuis kunnen toepassen, is in samenspraak met Tom Braams een beschrijving gemaakt. Deze is te vinden op http://www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=750. 16
In 2002 is het eerste MLP in Nederland ingericht in de Stadsbibliotheek Haarlem en Omstreken. Om tot een goede aansluiting te komen van het MLP op de diverse doelgroepen is een klankbordgroep opgericht waarin vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen zitting hadden: leerkrachten uit het gewone en uit het speciaal basisonderwijs, remedial teachers, mensen van de onderwijsbegeleidingsdienst, ouders van kinderen met een leesprobleem en jeugdbibliothecarissen met een kind met een leeshandicap. In een aantal brainstormbijeenkomsten zijn o.a. de uitgangspunten voor de inrichting en de collectie geformuleerd. Opvallend daarbij was dat de scholen zeiden dat je niet moet focussen op leesplezier omdat deze kinderen een hekel hebben aan lezen. Gelukkig zijn we inmiddels zes jaar verder en is de opvatting dat ook deze kinderen lezen leuk kunnen vinden inmiddels gemeengoed geworden. 17 Uiteraard doen ook educatieve uitgevers hun best aantrekkelijk leesmateriaal te maken. Ook zij willen leuke boeken uitgeven. Helaas lukt dit niet altijd, omdat er een bepaald aantal boeken per jaar geproduceerd moeten worden. Ook kunnen educatieve
15
• •
•
•
resulteert niet altijd in de boeken die inhoudelijk boeiend zijn. Bij elkaar geknutselde verhalen horen niet op een MLP thuis. Ze zullen kinderen niet boeien en het leesplezier niet positief beïnvloeden. Van het officiële makkelijk lezen-materiaal moeten alleen de aantrekkelijke titels opgenomen worden. Daarnaast moet gezocht worden naar andere aantrekkelijke leesmaterialen. De plaatselijke bibliotheek of het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein kan daarbij adviseren. Om kinderen aan het lezen te krijgen is het belangrijk ouders goed voor te lichten over hun rol hierin. Op www.makkelijklezenplein.nl zijn veel tips te vinden voor ouders over hoe ze dat kunnen doen. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat het deze kinderen veel moeite kost geschreven teksten tot zich te nemen. Uitgeweken kan worden naar andere vormen van informatievoorziening, nl. de visuele en auditieve bronnen. Moeilijklezende kinderen lezen minder dan andere kinderen. Ze lopen daardoor het risico van een taalontwikkelingsachterstand. Het is daarom belangrijk dat ze zoveel mogelijk goed gestructureerde taal tot zich nemen. Ook hiervoor kunnen visuele en auditieve materialen goede diensten bewijzen. Uiteraard is de allerbeste vorm het lezen zelf, maar audiovisuele materialen kunnen een belangrijke aanvullende rol spelen, zeker voor kinderen met een leeshandicap of een leesachterstand. Kinderen maken een keus op grond van het uiterlijk van het boek. Het materiaal moet er dus aantrekkelijk, modern en informatief uitzien. Ouderwetse, smoezelige en beduimelde boeken moeten niet op een MLP opgenomen worden. (Ze zouden sowieso uit de schoolbibliotheek verwijderd moeten worden. Ook voor kinderen bij wie het lezen vanzelf gaat, is dit geen stimulerend leesmateriaal.) De collectie moet beperkt zijn. Het aanbod moet overzichtelijk blijven, anders raken de kinderen het overzicht kwijt. Dat gaat ten koste van de toegang tot de collectie. Er moet een balans zijn tussen het aantal items en de open ruimte in de kast om de collectie er toegankelijk uit te laten zien en het browsen makkelijk te maken.
Genres en thema’s Uitgangspunt voor de plaatsing van de materialen is de frontale opstelling. Alleen op deze manier kunnen kinderen met een leesprobleem materialen vinden die hen tot lezen uitnodigen18. Daarnaast is een heldere indeling van de materialen nodig. Fictie en non-fictie worden apart geplaatst. Om het opzoekgemak te optimaliseren worden de materialen volgens genre (fictie) en onderwerp (non-fictie) op het MLP geplaatst. De indeling wordt visueel ondersteund met pictogrammen en/of kleuren. Omdat de doelgroep van het MLP kinderen met leesproblemen zijn, is het belangrijk de bewegwijzering via beelden en kleuren te realiseren en niet met woorden. Ze moeten zelfstandig de weg naar de materialen kunnen vinden. Daarom is het zinvol alle onnodige barrières in de toeleiding weg te nemen. En bewegwijzering met tekst is zo’n barrière. De genres die op een MLP geplaatst kunnen worden zijn: dieren, paarden, liefde, griezelen, sport, heksen, school, humor, vrienden, geschiedenis (historische verhalen) en detective. De hoofdonderwerpen voor de non-fictie zijn bij het kleurenindelingssysteem: sprookjes en gedichten, dagelijks leven, hobby en vrije tijd, natuur en dieren, aarde en landen, geschiedenis, techniek en verkeer, naslagwerken. uitgevers niet zien aan verkoopcijfers welke titels gewaardeerd worden door kinderen. Vanwege het beperkte aanbod aan makkelijk lezen materialen verkopen ze hun integrale series toch wel aan onderwijs en bibliotheken. De Klavertjesreeks, de AVIreeks van uitgeverij Kluitman, wordt via de speelgoedwinkel verkocht. Die boeken zullen er altijd aantrekkelijk uitzien voor kinderen. Ze worden over het algemeen ook inhoudelijk zeer gewaardeerd door kinderen. Bibliotheken kunnen heel goed zien aan de hand van uitleencijfers welke boeken kinderen wel en niet aantrekkelijk vinden. Uitleencijfers geven ook een goed idee van de waardering van de omslag van boeken. Uiteraard hebben scholen betere mogelijkheden om ook inhoudelijk goede boeken met een iets mindere omslag aan te prijzen aan kinderen. Het eigen enthousiasme van leerkrachten is daarbij doorslaggevend. Zelf kinderboeken lezen is daarom noodzakelijk. 18 De praktijk heeft geleerd dat een MLP alleen werkt als alle materialen frontaal geplaatst zijn en er aantrekkelijk uitzien. Experimenten met een deel van de collectie op de traditionele manier in de kast geplaatst lieten zien dat die nauwelijks uitgeleend werden. Ook materialen die er niet modern, fris en aantrekkelijk uitzagen werden ondanks een frontale plaatsing niet uitgeleend.
16
Andere systemen kunnen een andere indeling hanteren voor de non-fictie. Belangrijk is het overzichtelijk te houden door alleen te werken met hoofdonderwerpen en niet met subcategorieën. Behalve dat dit overzichtelijker is voor de leerlingen met een leeshandicap, past dit ook beter bij een kleinere bibliotheekopstelling zoals de meeste scholen zullen hebben.
Bewegwijzering met kleuren
Indeling met genrepictogrammen
17
Voor de indeling van de fictie kunnen genrestickers gebruikt worden. Voor de non-fictie werkt een kleurenindeling heel goed. Scholen die met Educat werken, hebben al de beschikking over de genrestickers. Scholen die dat niet doen, kunnen zich tot de plaatselijke openbare bibliotheek of het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein wenden. MLP-sticker Om aan te geven dat materialen in het MLP in de School thuis horen, worden alle MLP-materialen voorzien van de plaatsingssticker met het MLP-logo. Deze stickers zijn te bestellen bij NBD/Biblion19.
Materialen voorzien van een MLP-logosticker en een genresticker Aantallen Voor een Makkelijk Lezen Plein-collectie geldt een beperking in aanbod van titels. Het kind moet overzicht houden. Er moet ruimte blijven om de collectie overzichtelijk en frontaal op te stellen. De verhouding tussen het aantal items en de hoeveelheid open ruimte in de MLP-kast of –bak is daarbij essentieel. Het materiaal moet niet te strak in de bakken staan. Er moet makkelijk doorheen te bladeren zijn. Van centraal tot klassikaal Om een Makkelijk Lezen Plein in de School te realiseren is het niet nodig de bestaande mediatheek- of bibliotheeksituatie helemaal om te gooien. Binnen een school kan het MLP in de School -concept op verschillende manieren uitgewerkt worden, aansluitend op de bestaande situatie.
19
Te bestellen via de klantenservice van NBD/Biblion, tel. 070-3377700 of e-mail
[email protected] of via www.nbdbiblion.nl/default.asp?pagina=1470.
18
Scholen voor speciaal basisonderwijs kunnen ervoor kiezen hun hele collectie een MLP-opstelling te geven. Scholen met een grote centrale mediatheek of bibliotheek kunnen de geschikte materialen uit de collectie halen en die samen met nieuw aangeschaft materiaal in een MLP in de School plaatsen. Er kan een MLP-kast of bak bij de leesboeken geplaatst worden en een bij de informatieve collectie. Al deze materialen krijgen een MLP-sticker, zodat ze altijd op de goede plaats teruggezet kunnen worden. Uiteraard kan er ook voor gekozen worden om het MLP-concept toe te passen op onder-, midden- of bovenbouw bibliotheken. Elk lokaal een MLP Het is zeer aan te raden om in elke klas een collectie boeken te plaatsen in een frontale MLPopstelling. Als er in een klas niet veel boeken zijn, kan al het materiaal frontaal geplaatst worden. De kinderen met een leesprobleem krijgen dan toch makkelijk toegang tot de collectie. Omdat deze maar klein is, kunnen ze makkelijk door de bak bladeren en een geschikt boek zoeken. Wanneer de klassencollectie groter is, zouden de MLP-materialen wel apart gezet kunnen worden. Ook dan zal de collectie klein zijn. Een indeling in genre of onderwerp is dan niet nodig. Een MLPsticker wel. Het gebruik van een aparte bak leesboeken en een aparte bak informatieve boeken is wel handig. Alhoewel het voor de leesplezierbevordering niet uitmaakt of kinderen fictie of non-fictie lezen, is het voor de kinderen wel makkelijker als fictie en non-fictie gescheiden staan. Ze kunnen dan gerichter zoeken naar een boek in hun belangstellingssfeer. Als een lokaal ruimte genoeg heeft, kan een boekenhoek ingericht worden met zit- of ligelementen. De browsebakken kunnen als afscheiding dienen20.
20
Zie bijlage 7: Meubels, de ontwerpen van Constant Vergeer. (december 2008)
19
De criteria
De selectiecriteria voor het materiaal voor het Makkelijk Lezen Plein zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de doelgroep van ouders en leerkrachten in de klankbordgroep van de SBH. Daarnaast heeft het contact met dyslexiespecialisten en de doelgroep zelf tot aanscherping van de criteria geleid. Inmiddels is er een jarenlange ervaring met MLP’s. Daar hebben de criteria hun geldigheid bewezen. Uiteraard kan elk school haar eigen keuzes maken voor hoeveelheid en soorten materiaal in overeenstemming met haar financiële en ruimtelijke mogelijkheden. Bij de inrichting van een Makkelijk Lezen Plein moet kritisch gekeken worden naar de bestaande collectie. Leesbevordering werkt vooral met eigentijdse materialen. Voor veel scholen zal dit betekenen dat de bestaande collectie eerst gesaneerd moet worden en daarna aangevuld. De plaatselijke bibliotheek en het Kenniscentrum MLP hebben daarvoor de beschikking over advieslijsten. De selectiecriteria21
Algemeen criterium Op een MLP staan de materialen frontaal opgesteld in bakken of op schuine leggers. De kinderen kunnen zo een keuze maken op basis van de voorkant. De voorkanten van al het materiaal moeten er daarom aantrekkelijk en informatief uitzien. De selectiecriteria worden per materiaalsoort behandeld in de volgorde: kijken, luisteren, lezen.
Het kijk- en luistermateriaal DVD’s
Verfilmde leesboeken Kinderen met een leesprobleem hebben vaak heel wat negatieve leeservaringen opgedaan. Het is noodzakelijk die negatieve neerwaartse spiraal om te buigen in positieve richting. Hun belangstelling voor boeken moet weer gewekt worden. Hierbij kunnen DVD’s van verfilmde leesboeken een rol spelen. Door naar deze films te kijken zien niet-lezers dat de inhoud van boeken spannend kan zijn. De boeken waar de verfilmingen op gebaseerd zijn, zijn meestal te moeilijk zijn om te lezen. Het is daarom zaak de DVD’s alleen te gebruiken als middel om interesse te wekken. Kinderen met een leesprobleem zou bijvoorbeeld toegestaan kunnen worden een verfilmd leesboek te gebruiken voor een boekbespreking. Ze krijgen met het verfilmde leesboek toegang tot leeftijdsadequate verhalen. Soms kan dit ertoe leiden dat ze naar het gewone boek gaan. Dit is echter niet iets wat afgedwongen moet worden. Voor sommige scholen zal het opnemen van verfilmde leesboeken op het MLP in de School geen optie zijn. Voor dit materiaal kunnen kinderen verwezen worden naar het MLP in de Openbare Bibliotheek. 21
Zie bijlage 4: Deze bevat een lijst van selectiecriteria voor de aanschaf van MLP-materialen
20
Informatieve DVD’s Scholen zouden wel kunnen overwegen informatieve DVD’s in hun MLP-collectie op te nemen. Aangezien veel informatieve boeken qua inhoud en vormgeving ongeschikt zijn voor kinderen met een leesprobleem, kunnen informatieve DVD’s hen toegang geven tot informatie. Met name de Ooggetuigen DVD-reeks is geschikt en ook heel acceptabel geprijsd. Zwakke lezers hebben meer aan informatieve DVD’s dan aan te moeilijke boeken waarin ze alleen plaatjes kijken. Daarin doen ze geen nieuwe taal op en door naar een informatieve DVD te kijken wel. De criteria waaraan dit materiaal moet voldoen zijn: • het materiaal moet Nederlands gesproken zijn, zodat er geen ondertitels gelezen hoeven te worden • het taalgebruik moet geschikt zijn voor kinderen tussen de acht en twaalf jaar • het materiaal moet voldoende informatief zijn, zodat het gebruikt kan worden voor werkstukken en spreekbeurten • het materiaal moet qua inhoud aansprekend vormgegeven zijn
Internet Internet wordt steeds belangrijker als informatiebron voor kinderen. Ook kinderen met een leesprobleem kunnen hier goed mee uit de voeten. Mocht het lezen van de internetteksten problemen opleveren, dan kan een voorleesprogramma uitkomst bieden. Met een voorleesprogramma kunnen delen in digitale teksten geselecteerd worden. De computer leest die tekst dan voor. Scholen zouden hun computers standaard kunnen uitrusten met een goede voorleesstem22. Sommige sites, zoals Google en www.makkelijklezenplein.nl zijn uitgerust met het voorleesprogramma BrowseAloud. Dit programma moet eenmalig via de link op de site op de eigen computer gedownload worden. Daarna werkt het BrowseAloud op elke site die uitgerust is met BrowseAloud. Groot voordeel van BrowseAloud is de meebewegende cursor bij het voorlezen. Uiteraard is het binnen de school niet noodzakelijk internetcomputers op een MLP te hebben staan. Het gebruik van computers vergroot de mogelijkheden voor zwakke lezers echter wel. Het is goed te weten welke eisen er aan internetsites gesteld moeten worden om ze geschikt te maken voor gebruik door kinderen met een leesprobleem. Op het intranet zou een favorietenmap makkelijk lezen gemaakt kunnen worden met daarin alle geschikte sites voor de betreffende leerlingen.
Internet voor sbo Om het internet een waardevolle aanvulling te laten zijn op het MLP, is het belangrijk op de internetcomputer een overzicht te plaatsen van relevante sites voor kinderen met een leesprobleem. De belangrijkste is www.internetvoorsbo.nl, tegenwoordig Internetspeurtocht geheten. Een school kan een abonnement nemen op deze site. Op Internetspeurtocht zijn sites bij elkaar gebracht die beoordeeld zijn op geschiktheid voor kinderen met een leerprobleem. Hoe hoger het toegekende cijfer hoe beter de site geschikt is voor kinderen met een leesprobleem. De sites die via www.internetvoorsbo.nl worden benaderd, kunnen voorgelezen worden met het voorleesprogramma Deskbot. Veel sites zijn voorzien van verschillende verwerkingsvormen en van werkbladen op verschillende niveaus van verwerking. Makkelijk Lezen Plein www.makkelijklezenplein.nl kan gebruikt worden om kinderen te motiveren tot lezen. Kinderen kunnen onder de eigen voornam of onder ene nickname tips insturen via de site van boeken die ze gelezen hebben en leuk vonden en ze kunnen tips van andere kinderen lezen. Ook vinden ze in het
22
Geschikte voorleesstemmen zijn bijvoorbeeld Deskbot, dat gratis is te downloaden van internet, of een betaalde voorleesstem als EasyTutor of een voorleesprogramma dat gebruik maakt van Realspeak-stemmen, zoals TextAloud. Om met voorleesstemmen te kunnen werken moet de schoolcomputer over een geluidskaart en koptelefoon beschikken. Voor meer informatie zie: www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=1036.
21
onderdeel spreekbeurten en werkstukken een overzicht van goede sites. Verder kunnen ze ervaringen uitwisselen. www.makkelijklezenplein.nl kan ingezet worden als leesbevorderend middel. Aan het eind van een boekenproject kan het favoriete boek van de klas bijvoorbeeld als tip ingestuurd worden. Ook individuele leerlingen kunnen een tip insturen voor een leesboek of een informatief boek voor een werkstuk. Of ze kunnen een ervaring doorsturen, bijvoorbeeld over een spreekbeurt waar ze erg zenuwachtig over waren en die heel goed is gegaan. De bijdrage kan geleverd worden als tekst of als filmpje.
Criteria Voor internetsites gelden de volgende criteria23: • De site moet informatief zijn of, • er moeten educatieve spelletjes op te vinden zijn, of • de site moet oefenprogramma’s voor spelling, tafels en topografie bevatten. • De site moet een heldere, intuïtieve navigatie hebben. • De lay-out moet rustig en duidelijk zijn. • Er moet niet te veel tekst op een pagina staan. • De tekst moet ondersteund worden door beeld. Dit beperkt ook de hoeveelheid tekst op een pagina. • De tekst moet toegankelijk gemaakt zijn met vetgedrukte kopjes of trefwoorden. • Het lettertype moet geschikt zijn voor dyslectici. • Er mogen geen bewegende onderdelen op de site voorkomen zoals lopende lichtkranten, knipperende emoticons, e.d. • De tekst moet bij voorkeur voorgelezen kunnen worden. • De tekst moet bij voorkeur vergroot kunnen worden.
Het luistermateriaal Luisterboeken Luisterboeken geven zwakke lezers toegang tot de leef/leeswereld waarin kinderen zonder leesprobleem zich kunnen begeven. Ze zijn in staat populaire kinderboeken zelf te lezen. Zoals in de inleiding werd betoogd is het van groot belang dat kinderen met een leesprobleem gewone jeugdboeken lezen. Op die manier werken ze aan hun taalontwikkeling. Zeker vanaf groep 5 is dat de belangrijkste manier om hun woordenschat uit te breiden. Dit komt het begrijpend lezen en het leesplezier weer ten goede. Kinderen met een leesprobleem zijn hierbij aangewezen op luisterboeken. Luisterboeken moeten uitsluitend voor het plezier gelezen worden. Kinderen moeten niet gedwongen worden het boek erbij te nemen en het mee te lezen. Hiermee creëer je een oefensituatie en is het leesplezier weg.24 Er zijn twee soorten luisterboeken: die van de commerciële uitgevers en die van het Loket aangepastlezen. Commerciële luisterboeken Dankzij de file en de lange uren die mensen in de auto doorbrengen is er een markt ontstaan voor luisterboeken. Er verschijnen er steeds meer, alhoewel het aantal nog beperkt is. Sinds een aantal jaar wordt zelfs jaarlijks De Week van het Luisterboek gehouden, waarin dit medium extra aandacht krijgt. De boeken van de commerciële uitgevers zijn uitermate geschikt voor kinderen met een leesprobleem. Ze worden spannend voorgelezen. Er is tegenwoordig voor elk wat wils. Ook moeilijk te lezen boeken komen hierdoor binnen het bereik van kinderen met een leesprobleem.
23
Een overzicht van relevante sites voor de MLP-internetcomputer is te vinden op www.makkelijklezenplein.nl.
24
Zie een toelichting hierop in: Nanda Geuzebroek, Luisterboeken, Nanda Geuzebroek adviseert vooral te genieten, Balans Magazine, juni 2008
22
Scholen zouden een aantal luisterboeken kunnen aanschaffen om kinderen met dit soort materiaal in contact te brengen. Daarnaast kunnen scholen leerlingen voor dit soort materialen verwijzen naar de Openbare Bibliotheek. Omdat het belangrijk is dat zwakke lezers zoveel mogelijk lezen, kan de school zich beter richten op het creëren van gelegenheid om dit binnen de school te doen met geschikte leesmaterialen. Leerkrachten kunnen ouders adviseren luistermaterialen thuis zoveel mogelijk te laten ‘lezen’.
Loket aangepast-lezen Het Loket aangepast-lezen, de bibliotheekvoorziening voor blinden en slechtzienden, stelt haar collectie ook beschikbaar aan kinderen met een leesprobleem, m.n. voor kinderen met dyslexie. Kinderen met een leeshandicap kunnen tegen een vrijwillige bijdrage lid worden van het Loket aangepast-lezen25. Zij kunnen nu nog aangeven dat ze aangewezen zijn op gesproken leesboeken. Momenteel wordt nog geen dyslexieverklaring gevraagd. Dit kan in de toekomst veranderen. Via het Loket aangepast-lezen krijgen kinderen toegang tot een openbare bibliotheekcollectie in gesproken vorm. De materialen kunnen via de online-catalogus worden aangevraagd. Ze worden kosteloos via de post heen en weer gestuurd. Luisterboeken van het Loket aangepast-lezen zijn ook in veel openbare bibliotheken te leen. Bij de luistermaterialen van het Loket aangepast-lezen doen zich een paar knelpunten voor: De luisterboeken van het Loket aangepast-lezen worden geleverd op een Daisy-rom. Voordeel van de Daisy-rom is het gebruik van een goede navigatiestructuur. Er kan bijvoorbeeld direct naar een opgegeven pagina gesprongen worden. Daarvoor is speciale afluisterapparatuur, de Daisy-speler, nodig. Dit is nogal een kostbaar apparaat. In principe kunnen dyslectische leerlingen die vergoed krijgen door de ziektekostenverzekeraar, mits zij hem aanvragen voor het lezen voor het plezier. Gebruik voor school wordt niet vergoed26. Sommige verzekeraars doen moeilijk over de vergoeding van de Daisy-speler aan kinderen met dyslexie.27 Een school kan ook gebruik maken van andere afspeelmogelijkheden. De Daisy-rom kan ook met andere afspeelapparatuur beluisterd worden. Daarbij kan meestal niet gebruik gemaakt worden van de navigatiestructuur, hetgeen voor het afluisteren van een leesboek geen probleem hoeft te vormen. Mogelijkheden zijn het afluisteren via Windows Media Player of een vergelijkbaar programma, een MP3-speler, de computer, een DVD-speler of een CD-speler die ook MP3 kan lezen. Het boek kan ook naar de computer gekopieerd worden, waarna het op een MP3-speler te zetten is.28 Een ander knelpunt is dat Daisy-boeken op neutrale wijze worden voorgelezen. Gedachte daarachter is dat dit ruimte geeft aan eigen emoties en interpretaties van de tekst aan de slechtziende lezer. Kinderen willen echter spannend voorgelezen boeken. Het is niet voor niets dat de gesproken boeken van de commerciële uitgevers die door professionele acteurs worden voorgelezen, zo gretig aftrek vinden. Voor sommige Daisy-boeken zal dit nadeel opgeheven worden door een stem die prettig in het gehoor ligt. Boeken waarbij een kind zich stoort aan de manier van lezen, kunnen beter gelijk teruggestuurd worden, anders krijgt het een afkeer van Daisy-boeken. Gelukkig begint het idee dat kinderen spannend voorgelezen boeken willen hebben ook bij het Loket aangepast-lezen door te dringen. Hopelijk zullen ze hun beleid op dit punt op korte termijn bij stellen.
25
Deze prijs is de actualiteit van 2008. Het kan zijn dat er in de toekomst vaste prijzen gehanteerd gaan worden. Informatie daarover kunt u krijgen via de website van het Loket Aangepast-lezen, www.aangepastlezen.nl. 26 Op www.makkelijklezenplein.nll/index.php?id=1039 vindt u alles over vergoeding van de Daisy-speler. 27
De weigering kan met een sterk argument aangevochten worden. In de Staatscourant van 2 december 2002, nr. 232/pag. 13, staat de regeling voor de vergoeding van de Daisy-speler en Daisy-software. Voor vergoeding van de Daisy-speler komen volgens artikel 26, onderdeel M, subonderdeel 2, in aanmerking: visueel gehandicapten, dyslectici en motorisch gehandicapten. Degenen die de Daisy-speler voor werk of studie nodig hadden kregen een vergoeding in het kader van de wet REA. Deze regeling is in 2003 afgeschaft. Blijft dus staan de vergoeding voor alledaags gebruik en ontspanning. Deze moet in het kader van de AWBZ door de ziektekostenverzekeraar vergoed worden. Aangezien deze regeling makkelijk aan verandering onderhevig is, is het zaak zich altijd eerst bij het Loket aangepast-lezen of bij Dedicon (www.dedicon.nl) te informeren. Zij zijn altijd op de hoogte van de laatste vergoedingsregelingen. 28 Andere manieren om de Daisy-rom te lezen zonder Daisy-speler vindt u op www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=942 .
23
Loket aangepast-lezen en het MLP in de School Scholen kunnen ook lid worden van het Loket aangepast-lezen29. Daarvoor is het wel wenselijk als ze de beschikking hebben over een Daisy-speler of over een andere afspeelmogelijkheid voor Daisyroms. Daisy-roms kunnen ook aangeschaft worden via NBD/Biblion. Deze kunnen op het Makkelijk Lezen Plein in de School opgenomen worden. Daarnaast is het belangrijk ouders zo goed mogelijk voor te lichten over de mogelijkheden van het Loket aangepast-lezen. Dedicon voor gesproken schoolboeken De evenknie van het Loket aangepast-lezen is Dedicon. Dedicon verzorgt de gesproken schoolboeken. Scholen kunnen lid worden van Dedicon30. Uiteraard maken de schoolboeken geen onderdeel uit van het MLP, maar de informatie is wel erg belangrijk om door te geven aan ouders van ernstig dyslectische kinderen voor wie compensatie nodig is. Op www.makkelijklezenplein.nl en op de site van Dedicon zelf, www.dedicon.nl, vindt u meer over de service van Dedicon.31 Tip Sommige kinderen hebben moeite zich langere tijd te concentreren op een voorgelezen tekst. Ze weten niet wat ze met hun handen moeten doen en missen een focuspunt. In de klas kan dat simpel opgelost worden. Voer een tekenschriftje in. Wanneer u gaat voorlezen, nemen de kinderen dat voor zich. Iedereen mag tekenen, terwijl u voorleest. Verplicht kinderen niet te tekenen, maar laat dat aan henzelf over. Sommige kinderen zullen zonder tekenen aan uw lippen hangen, terwijl anderen zich beter zullen concentreren doordat hun ogen niet gaan zwerven, maar op hun tekening gericht blijven. Het luister- en leesmateriaal Het Makkelijk Lezen Plein in de School is vooral bedoeld om kinderen meer leesplezier te bezorgen. Oefenmateriaal hoort daar dus niet thuis. Onder oefenmateriaal valt ook het combinatielezen: het boek met daarbij de gesproken versie in een leestempo dat aangepast is aan het AVI-niveau van het boek. Omdat het altijd om AVI-boeken gaat, is de inhoud niet altijd even boeiend voor kinderen. Combinatielezen moet goed begeleid gebeuren32. Vooral kinderen die hier zelfstandig mee moeten werken haken af en raken verloren voor het gesproken boek. Tegenwoordig zijn er betere alternatieve methoden ontwikkeld zoals het Connect Vloeiend Lezen, het Ralfi-lezen en het Tutorlezen33. Alleen scholen die aantoonbaar positief effect zien op het leesplezier van hun leerlingen zouden dit materiaal moeten opnemen op hun MLP34.
29
Het Loket aangepast-lezen zegt hier het volgende over: Een school kan ingeschreven worden voor algemene lectuur. Onze voorkeur gaat wel uit naar een individuele inschrijving. Voorwaarden inschrijven school: - leerlingen met leeshandicap - vrijwillige bijdrage - op aanmelding contactpersoon van de school melden voor de financiële administratie en rappel overschrijden uitleentermijn - uitleentermijn: 2 maanden - maximum aantal titels in bezit van school: 25 - verklaring van leeshandicap is niet nodig voor algemene lectuur. Meer informatie en aanmelden via www.aangepastlezen.nl, Klantencontact, telefoon 070 – 3381 500 of
[email protected]. 30 Scholen betalen €15 per kind per boek per schooljaar. Informatie is te vinden op www.dedicon-educatief.nl. 31
www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=1037
32
Aan het positieve effect van dit materiaal wordt ook in wetenschappelijke kringen getwijfeld. Zie Tom Braams, Dyslexie, een complex taalprobleem, blz. 103. 33 Smits en Braams , Dyslectische kinderen leren lezen 34 De eerder aangehaalde A.G. Bell Scholengemeenschap voor kinderen met een spraak-taalstoornis meldt positieve resultaten. Het leesniveau van deze kinderen is zo laag dat ze er plezier in krijgen als het lezen ondersteund wordt.
24
Het leesmateriaal Fictie Het makkelijk lezenmedium met de langste geschiedenis zijn de makkelijk lezenboeken. Begin jaren tachtig zijn door de Werkgroep Makkelijk Lezen criteria opgesteld waar leesboeken voor kinderen met een leesprobleem aan moesten voldoen. In 2001 is de Werkgroep Makkelijk Lezen opgeheven. De Stichting Makkelijk Lezen heeft het werk van de Werkgroep voortgezet. Boeken die speciaal uitgegeven zijn voor zwakke lezers en voldoen aan deze criteria krijgen het Makkelijk Lezen Vignet.35 Helaas worden de criteria in de praktijk vooral gehanteerd om materialen te beoordelen op het technische leesniveau. Een Makkelijk Lezen Vignet is dus geen garantie voor leesplezier. De criteria zoals die in Nederland door educatieve uitgeverijen worden toegepast, zijn erg gericht op het technisch lezen. De makkelijk lezen boeken worden in opdracht geschreven. Jaarlijks moet een vast aantal titels verschijnen. Dit gaat soms ten koste van de inhoud van het verhaal. Om kinderen met een leesprobleem aan het lezen te krijgen is het zaak hen spannende boeken aan te bieden. Aantrekkelijkheid van een boek is daarmee het belangrijkste criterium. Makkelijk lezenboeken zijn daardoor niet per definitie geschikt om op een MLP in de School op te nemen. Er moet per titel gekeken worden of de inhoud opname op het MLP rechtvaardigt. De Openbare Bibliotheek kan daarbij behulpzaam zijn.
Op een Makkelijk Lezen Plein in de School moeten zoveel mogelijk ‘gewone’ boeken opgenomen worden.
AVI-niveau Vanaf groep 4 ontstaat de behoefte aan makkelijk lezen boeken: boeken op een lager technisch leesniveau en met een leeftijdsadequate inhoud. Een MLP in de School moet titels bevatten voor onder- en bovenbouw en ook per groep een breder scala aan AVI-niveaus bieden dan die voor dat jaar op het programma staan. Het is vooral erg belangrijk om ook niet AVI-beoordeelde, ‘gewone’ boeken op het MLP in de School op te nemen. Zeker in het reguliere onderwijs zullen kinderen met een leeshandicap zich vaak in een achterstandspositie voelen. De AVI-boekjes kunnen dit nog eens benadrukken, zeker bij het nieuwe AVI-indelingssysteem dat nadrukkelijk de groep noemt waarin het niveau gehaald moet worden. Met gewone leesboeken voelen ze zich prettiger, omdat hun handicap daarmee niet opvalt. Kwaliteitseisen loslaten Om kinderen met een leesprobleem aan het lezen te krijgen is het belangrijk aan te sluiten bij hun interesse. Dat betekent dat veel leerkrachten hun kwaliteitseisen los zullen moeten laten. Natuurlijk is het doel van onderwijs kinderen op een hoger niveau te brengen. Voor lezen is het alleen wel zo dat kinderen eerst technisch goed moeten kunnen lezen en plezier moeten hebben in lezen voor ze naar meer literaire titels over kunnen. Om zwakke lezers daar te krijgen zullen eerst een tijdlang kwaliteitseisen losgelaten moeten worden. Alle kinderen hebben gedurende een bepaalde ontwikkelingsperiode behoefte aan simpele spannende boeken die een voorspelbaar verhaalverloop en makkelijk te herkennen karakters hebben. Zwakke lezers hebben veel langer behoefte aan dit soort boeken. Vroeger werd dit soort boeken aangeduid als ‘triviale lectuur’. Tegenwoordig worden deze boeken beter op hun waarde ingeschat. De term die nu gehanteerd wordt, is ‘recreatief lezen’36. Alle kinderen maken een fase door waarin ze dol zijn op dit soort verhalen. Een hoofddoel voor het leesonderwijs aan zwakke lezers moet zijn hen interesse 35
Zie bijlage 2 vindt u de criteria voor makkelijk lezen boeken zoals die nog door de Werkgroep Makkelijk Lezen zijn opgesteld.
25
bijbrengen voor lezen. Wat kinderen lezen is van ondergeschikt belang aan het bevorderen van hun leesplezier. Een heel geschikt middel om kinderen met een leeshandicap aan het lezen te krijgen is het fonds van uitgeverij Kluitman. Vrijwel alle kinderen lezen deze boeken graag. Kluitman geeft veel series uit. Deze hebben een heel sterk motiverende werking op het leesplezier van zwakke lezers. Als een kind bijvoorbeeld een boek heeft gelezen uit de Koen Kampioenserie, dan zal het ook de andere boeken uit de serie willen lezen. Het kind kan een veilige keus maken omdat het weet dat het lezen van een volgend deel een positieve leeservaring zal opleveren. En dat is precies wat leesonderwijs moet bereiken: leesbevordering door het opdoen van positieve leeservaringen!37
Titellijsten
Gelukkig is het niet nodig zelf elke titel te beoordelen. Er is op dat gebied al veel werk verricht. Voor de inrichting van een MLP in de School de plaatselijke bibliotheek of tot het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein (www.makkelijklezenplein.nl) ondersteuning bieden. Tegen een vergoeding krijgt de school de beschikking over alle gereedschappen, waaronder titellijsten, die nodig zijn om tot de inrichting van een Makkelijk Lezen Plein in de School te komen. Uiteraard is het wel erg belangrijk dat leerkrachten zelf jeugdboeken lezen. Leerkrachten weten dan waar ze het over hebben en kunnen leerlingen vanuit hun eigen enthousiasme daardoor beter op maat adviseren en motiveren. Een overzicht van criteria die aan fictie gesteld moeten worden is te vinden in bijlage 2.
Tip Schakel kinderen in bij het samenstellen van de collectie voor het MLP in de School . Neem een groepje kinderen mee naar de boekhandel of naar de bibliotheek en laat hen boeken kiezen die ze leuk vinden. Probeer die aan te schaffen. Het kijk- en leesmateriaal
Strips Strips vormen goed leesmateriaal vanwege de visuele ondersteuning, de weinige tekst en de korte verhaallengte. Vooral strips met verschillende korte verhaaltjes zijn voor veel kinderen met een leesprobleem geschikt, omdat ze gemakkelijk een succeservaring opleveren: een verhaal uitgelezen! Een paar verhalen uitgelezen! Een heel tijdschrift of stripboek uitgelezen! Veel zwakke lezers zijn dol op strips, verslinden hele series zonder echter de tekst te lezen! Veel strips zijn dan ook niet geschikt voor opname op een MLP in de School . Kinderen leren lezen aan de hand van letters die qua uiterlijk de schrijfletter dicht benaderen. Met name dyslectische kinderen kost het erg veel moeite de klank-tekenkoppeling te maken. Ze blijven daardoor spellen en raden tijdens het lezen. Lezen met de gewone vertrouwde letters kost al veel inspanning. 36
Zie voetnoot 8 en 9. En gaat u maar eens na in uw eigen leesverleden: heeft u in uw jeugd ook niet gesmuld van boeken als De Kameleon, De Vijf en Pitty op Kostschool? En met u is het toch ook goed gekomen? 37 Dat het loslaten van kwaliteitseisen heel positief kan werken heb ik destijds kunnen ervaren bij mijn eigen dyslectische dochter. Zij was van jongsaf aan dol op paarden. Daarom wilde ze op een gegeven moment een abonnement op de Penny. In die tijd was ik zelf als lerares Nederlands werkzaam en had ik nog heel wat kwaliteitseisen te stellen aan leesmateriaal, ook aan dat van mijn dyslectische kinderen. (Helaas wist ik toen nog niet wat ik nu weet!) Gelukkig bleef zij erom vragen. Uiteindelijk is dat abonnement er gekomen. In eerste instantie bekeek ze alleen maar de plaatjes en probeerde ze het verhaal zelf in te vullen. Na een tijdje wilde ze toch wel echt weten wat er stond en begon ze de tekstballonnen te lezen. Daarna kreeg ze de smaak te pakken en leende ze een boek uit de Kluitmanserie Ramona en Ragebol. Ze rustte niet voor ze alle delen gelezen had! Haar technisch leesniveau ging behoorlijk vooruit. In die tijd had ze een super leerkracht die zelf veel jeugdboeken las. Ze kon kinderen daardoor heel persoonlijk adviseren. Mijn dochter ging over op de boeken van Carry Slee (door sommigen ook afgekeurd als leesvoer voor kinderen). Daarna maakte ze de overstap naar boeken van uitgeverij Lemniscaat. Op haar eindexamenlijst had ze titels staan als De tweeling van Tessa de Loo, Hersenschimmen van Bernlef en De Aanslag van Harry Mulisch. En dit allemaal dankzij het feit dat ik mijn kwaliteitseisen had losgelaten en bij haar belangstelling had aangesloten. Ook in mijn werk als consulent makkelijk lezen heb ik dit positieve effect van gewone boeken kunnen ervaren op het leesgedrag van kinderen met een leeshandicap. Bij Karel had de series Stoute Hendrik van Francesca Simon (uitgeverij Deltas) dit effect. Esmee was weg van de Heksie-serie van Marjolein Snoeij (uitgeverij Kluitman). Inmiddels hebben zij het MLP niet meer nodig.
26
Tekst in strips is heel vaak in hoofdletters geschreven. Dat ziet er dus anders uit dan de letters in de boeken die ze op school lezen. Dat levert met name dyslectische kinderen een behoorlijke handicap op bij het decoderen van de tekst. Striptekenaars werken veel met allerlei fantasievormen van letters. Ook hiervoor geldt dat dit het lezen ernstig bemoeilijkt. Tekstballonnen bevatten vaak veel tekst, in een drukke lay-out, met dicht op elkaar geschreven letters, met voorover of achterover hangende letters of met heel kleine letters. Dat maakt ze ongeschikt voor kinderen die moeite hebben met lezen. Ook inhoudelijk zijn veel strips erg moeilijk. Het is bij strips niet zo dat een serie in zijn geheel geschikt is. Series hebben vaak een jarenlange geschiedenis. Tekenaars en tekstschrijvers wisselen elkaar af. Daardoor kan het gebeuren dat de strip de ene keer in gewone schrijfletters is geschreven en de andere keer in een cursieve letter. Of dat verschillende soorten cursieve letters gebruikt worden. Zelfs binnen een album met een verzameling korte strips kunnen gewone letters voorkomen naast cursieve. Helaas blijven er door deze beperkingen niet veel stripboeken over om op een MLP op te nemen. Eigenlijk voldoen vooral de Disneystrips aan de criteria. Vooral het weekblad Donald Duck mag in geen klas en op geen MLP in de School ontbreken. De meeste kinderen zijn er dol op. Ze doen er makkelijk positieve leeservaringen mee op, omdat de verhalen niet al te lang zijn. Ook de informatieve pagina’s in de Donald Duck hebben voor sommige kinderen een positief effect op het leesplezier en daarmee op hun woordenschat. Het is aan te raden ouders te adviseren een abonnement te nemen op de Donald Duck voor hun zwak lezende kind. De Donald Duck is een weektijdschrift en geeft daarmee een continue leesstimulans aan kinderen die de Donald Duck leuk vinden. Selectiecriteria voor strips: • Tekst moet in lettertype geschreven zijn, dat aansluit bij wat de kinderen op school leren, dus geen hoofd- of fantasieletters. • Letters moeten niet te klein zijn. • Rustige lay-out is vereist. • Weinig tekst in de tekstballonnen en bijschriften. • Stripboeken met korte verhaaltjes zijn heel geschikt. • Eenvoudig taalgebruik. • Inhoud moet niet complex zijn. Non-fictie Er is maar heel weinig informatief materiaal dat honderd procent geschikt is voor kinderen met een leesprobleem. Voor de non-fictie zijn geen makkelijk lezen criteria ontwikkeld. Non-fictie moet dus zelf beoordeeld worden op bruikbaarheid voor de doelgroep. Hierbij kunnen de criteria voor de makkelijk lezen boeken enige richting geven.38 Een aantal kinderen zal door het lezen van non-fictie tot lezen gestimuleerd worden. Maar de meeste kinderen zullen non-fictie gebruiken voor het maken van werkstukken en spreekbeurten. Voor kinderen met leesproblemen mogen informatieve boeken niet te veel tekst bevatten. De indeling moet helder en overzichtelijk zijn. Op die manier kunnen ze hun weg vinden in het boek. De tekst moet in een duidelijke letter zijn vormgegeven. Uiteraard moet ook het taalgebruik niet te moeilijk zijn en de zinnen niet te ingewikkeld. Heel belangrijk is dat de illustraties in het boek informatief zijn. Ze moeten de tekst aanvullen.
38
Onlangs heeft de Commissie Richtlijnen Dyslexie in opdracht van Dedicon richtlijnen opgesteld voor educatieve uitgevers voor schoolboeken voor dyslectici. Deze richtlijnen zijn zeer bruikbaar voor alle zwakke lezers. Uitgevers van non-fictieboeken zouden deze richtlijnen kunnen volgen. Ik heb een selectie gemaakt uit het geheel van richtlijnen die toepasbaar zijn op nonfictieboeken. Zie bijlage 3. Dedicon werkt momenteel aan de website www.goedtelezen.nl. Hierop zullen alle critaria gepubliceerd worden. Er komt ook een selectie voor leerkrachten zodat ze een goede keuze kunnen maken voor nieuwe schoolboeken. Hoofdzaak voor de boeken voor leerlingen met dyslexie is rust en overzicht in de uitvoering. En dat is goed voor alle leerlingen.
27
Criteria voor informatieve boeken • • • • • • •
• • • • •
Het uiterlijk moet uitnodigend zijn en duidelijk aangeven waar het boek over gaat. Het boek moet een rustige lay-out hebben. Kleurgebruik moet rustig zijn. Tekst mag niet op afbeeldingen gedrukt zijn. Er moet een duidelijke, niet te kleine letter gebruikt zijn. Plaatjes moeten informatief zijn en de tekst ondersteunen. Tekst moet in niet te grote blokken verdeeld zijn. Tussenkopjes gebruikt voor opzoekgemak en oriëntatie op de bladzijde. Afbreken van woorden is vermeden. Niet te lange zinnen Niet te veel samengestelde zinnen Niet te veel laagfrequente moeilijke woorden.
Helaas voldoen maar weinig boeken aan deze eisen. Het materiaal dat overblijft na toepassing van de criteria, is vaak wat aan de kinderachtige kant. Uitgevers van non-fictieboeken leken de afgelopen jaren hun boeken concurrerend te willen laten zijn met tijdschriften. Gelukkig lijkt het tij weer een beetje te keren. Het besef dat informatief materiaal vooral om een heldere vormgeving vraagt keert gelukkig weer terug. Het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein heeft lijsten opgesteld per onderwerp van bruikbare titels. Tijdschriften Tijdschrijften kunnen ook op school een belangrijk leesbevorderend middel zijn voor kinderen met een leesprobleem. Ze bevatten korte stukken tekst, zien er aantrekkelijk uit en worden door veel kinderen gewaardeerd. Tijdschriften die geschikt zijn voor kinderen met een leesprobleem zijn: Donald Duck: In het hoofdstuk over strips is al het belang van het gebruik van de Donald Duck in de klas aan de orde geweest. Kidsweek Junior. Vanwege de heldere lay-out, de geringe lengte van de teksten en het nietkinderachtige karakter van de artikelen is dit bijzonder goed materiaal voor kinderen met een leesprobleem. Kidsweek Junior leent zich ook goed voor Ralfi-lezen. Zo zit dat!: Voor de bovenbouwkinderen met een brede belangstelling. Op zich is het geen eenvoudig tijdschrift, maar de rustige lay-out maakt Zo dit dat! geschikt voor kinderen met een leesprobleem. Penny en Tina voor meisjes. De tekst is helaas in hoofdletters geschreven, maar de verhalen zijn kort en motiveren veel meisjes tot lezen. Voorwaarden voor succesvol gebruik audiovisuele materialen Audiovisuele materialen vragen om afspeelapparatuur en om een plek waar de leerling dit materiaal kan gebruiken zonder de andere kinderen te storen. De noodzaak speciale apparatuur aan te schaffen kan vanwege het financiële plaatje dat daaraan verbonden is, leiden tot het besluit dit materiaal niet op te nemen in de school. Daarbij moet wel bedacht worden dat met name het luistermateriaal eigenlijk een onmisbaar onderdeel is van een MLP in de School . Kinderen die een ernstige aversie hebben ontwikkeld tegen lezen kunnen met luistermaterialen weer in contact gebracht worden met boeken. De meeste luistermaterialen kunnen op verschillen manieren beluisterd worden. Sommige daarvan zullen niet veel kosten. Om het gebruik in de klas mogelijk te maken is natuurlijk altijd een koptelefoon nodig. Zelfs in een aparte ruimte kan niet zonder koptelefoon gewerkt worden.
28
Benodigde apparatuur: • Luisterboek: cd-speler, DVD-speler of computer met diskdrive en geluidskaart. • Daisy-rom: Daisy-speler, computer met speciale software( TPB-reader of Easyreader) of met audio-afspeelprogramma zoals Windows Media Player, DVD-speler, CD-speler voor MP3-disks, MP3-speler waar het boek naar gekopieerd is. • Digitaal boek: computer met geluidskaart • DVD: DVD-speler, multimediaspeler of computer met diskdrive en geluidskaart. Het gebruik hiervan in de klas kan storend zijn, als er geen apparatuur is die door een individueel kind gebruikt kan worden. Als een DVD alleen maar bekeken kan worden via een televisie, zal deze niet in een klas gebruikt kunnen worden. Tegenwoordig zijn er kleine multimediaspelers verkrijgbaar waarop films gedownload kunnen worden en die makkelijk aan een tafeltje in de klas gebruikt kan worden. Er moet alleen wel iemand op zich nemen films op zo’n apparaat te downloaden en er hangt een behoorlijk prijskaartje aan. De vraag is ook of zo’n klein apparaatje toch ook niet storend werkt, omdat een bewegend beeld nu eenmaal aantrekkingskracht heeft. De andere leerlingen zullen zeker in het begin daardoor afgeleid worden. Dit kan enigszins voorkomen worden door de leerling, die de DVD bekijkt, achterin de klas te zetten. (Vergelijkbaar met leerlingen die met een laptop werken.)
Nieuwe collectie Een Makkelijk Lezen Plein in de School vraagt om een moderne en aantrekkelijke collectie. Heeft een school een moderne collectie met veel recent verschenen titels, dan kunnen de geschikte materialen hieruit geselecteerd worden en op het MLP gezet. Helaas hebben sommige scholen een verouderde collectie boeken. Verouderde boeken zijn ongeschikt voor het MLP. Als men dan een MLP in de School wil inrichten, zal er nieuw materiaal aangeschaft moeten worden. Catalogus Veel scholen hebben een eigen uitleen- en indelingssysteem. Scholen die met een officieel catalogussysteem, zoals Educat-B, werken, doen er goed aan voordat ze MLP-materialen gaan omwerken, contact op te nemen met hun leverancier om te bespreken hoe ze de MLP-materialen het best kunnen inwerken. MLP-materialen moeten een MLP-plaatsaanduiding krijgen en ook terug te vinden zijn op genre of onderwerp. De MLP-collectie moet herkenbaar gemaakt worden met behulp van pictogrammen en/of kleuren. De materialen hiervoor (boekpictogrammen, kleurbandjes, bewegwijzeringspictogrammen, MLP-logostickers en bestanden om bewegwijzeringsborden te maken) zijn te krijgen via de eigen bibliotheek of het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein.
29
4.
De inrichting
Om een MLP tot een succes te maken, is het belangrijk veel aandacht te besteden aan de inrichting. In de SBH zijn in samenwerking met architect Aat Vos eisen geformuleerd waaraan een inrichting moet voldoen. Na een jaar zijn deze uitgangspunten getoetst aan de hand van de uitleencijfers. Deze bevestigden de juistheid van de uitgangspunten. Materiaal dat voldeed aan de frontale opstellingseis werd beter uitgeleend dan materiaal dat noodgedwongen niet op de juiste wijze geplaatst kon worden. Het materiaal dat niet voldeed aan de aantrekkelijkheidseisen bleef ook vaker in de kast staan. Het is belangrijk de MLP-collectie binnen het bereik van kinderen te zetten. Kasten in afgesloten ruimtes werken niet. Bakken in de klas, in de boekenhoek of in een vrij toegankelijke bouwbibliotheek nodigen kinderen de hele dag uit tot lezen. Plaats zitelementen bij de boeken, zodat kinderen rustig materiaal kunnen inkijken en lezen. Hieronder volgt een opsomming van de uitgangspunten van de inrichting van een MLP. •
• • •
• •
Een frontale opstelling is het belangrijkste uitgangspunt bij de inrichting van een MLP. Het is de basisvoorwaarde. Voor kinderen met leesproblemen is een traditionele kastplaatsing funest. De titels zijn te klein gedrukt. De boeken staan dicht op elkaar. Ze moeten hun hoofd draaien om de titels te kunnen lezen. Dit maakt deze kasten tot een ondoordringbare muur voor deze kinderen. De materialen moeten daarom met de voorkant naar voren in bakken geplaatst, zodat browsen mogelijk is. Door materialen op schuine leggers te leggen of in browsebakken te zetten kunnen de materialen zichzelf via hun aantrekkelijke voorkant aanprijzen. Een MLP of een MLP-bak of deelcollectie moet er aantrekkelijk en uitnodigend uitzien. Iedereen moet het er mooi uit vinden zien. Een aantrekkelijk ogende MLP-voorziening haalt het makkelijk lezen uit het verdomhoekje. Het Makkelijk Lezen Plein moet op een in het oog springende plaats gesitueerd worden. Voor of naast de bestaande kasten kunnen aparte bakken geplaatst worden met MLP-materialen. Hiermee blijft de samenhang met de gewone collectie in stand. De verhouding aanwezig materiaal – open kastruimte moet in evenwicht zijn. Er moet ruimte zijn om makkelijk door het materiaal te kunnen browsen. Door de lege ruimte blijft de opstelling overzichtelijk en toegankelijk. Bewegwijzering39 dient te gebeuren via pictogrammen en/of kleurcodestickers. Tekstuele bewegwijzering wordt door moeilijklezenden niet opgepikt. Beelden en kleurcodes vormen daarentegen een krachtige manier om kinderen de weg te wijzen op het MLP. Bij het inrichten van promotie- of tentoonstellingstafel moeten ook altijd MLP in de School materialen opgenomen worden.
Een MLP in de School kan bestaan uit • Complete kasten • Voorzetbakken • Bakken voor in een klas
39
De pictogrammen voor voorlezen voor grote kinderen, gebarentaal en het genre vrienden zijn te downloaden vanaf www.makkelijklezenplein.nl. Tip: (Scan en) vergroot de bij de bibliotheek in gebruik zijnde pictogrammen en gebruik die voor de bewegwijzering van de kast.
30
Zelfmaak40 Speciaal voor het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein heeft Constant Vergeer, bijna afgestudeerd meubelmaker en interieurontwerper, een aantal ontwerpen gemaakt die zelf gebouwd kunnen worden door handige conciërges of ouders in de school. Constant Vergeer is zelf dyslectisch en heeft zijn eigen ervaringen met bibliotheken en lezen teruggeroepen om meubels te maken die ook kinderen zullen aanspreken. Hij heeft zich bij het ontwerpen van de meubels afgevraagd, waardoor hij zelf als kind met dyslexie wel in de bibliotheek kwam. Hij realiseerde zich dat de inrichting die een veilig gevoel bood, daar veel aan bijgedragen heeft. Het liefst ziet hij een plek in de bibliotheek waar kinderen zich terug kunnen trekken. Daarnaast moeten kasten kinderen ook uitdagen. Ze moeten speels zijn vormgegeven en de nieuwsgierigheid van kinderen wekken. Bij de ontwerpen laat hij de constructie van de kast of de bakken in zicht, zodat leerlingen die kunnen zien. De bakken kunnen beschilderd worden in elke kleur die men wenst. Non-fictie bakken kunnen bijvoorbeeld in de kleuren van de onderwerpen die erin geplaatst worden, geschilderd worden. Bakken in de klas kunnen aan de zijkant voorzien worden van een schoolbordverflaag, zodat er op getekend kan worden. In zijn ontwerpen heeft Vergeer er naar gestreefd de MLP-voorziening zo compact mogelijk te maken met een optimale hoeveelheid browseruimte. Door de bouwtekening en de bijgeleverde materiaallijst en bouwinstructie kunnen scholen zelf een meubel (laten) maken en zo de kosten beperkt houden. Compacte bakken met maximale ruimte
Een eerste ontwerp voor een MLP-opstelling in een klas van Constant Vergeer.
Een bak voor een MLP in de klas. De bak kan tegen een muur bevestigd worden voor maximale stabiliteit. De onderbakken staan op wieltjes en passen onder elkaar. In elkaar geschoven nemen ze weinig ruimte in. Wel moet bij een bevestiging tegen de muur de breedte van de onderbak vrij gehouden worden. Andere varianten kunnen vrij in de klas geplaatst worden of kunnen gebruikt worden voor de afscheiding van een boekenhoek.
40
Voor maten en bestelwijze zie bijlage 5. De zelfbouwpakketten komen in februari 2009 beschikbaar.
31
Complete kasten Inmiddels hebben veel bibliotheekinrichters een MLP-concept ontwikkeld. Het meest praktisch voor een school zijn kasten met veel browseruimte. Er zal niet snel te weinig ruimte zijn als de collectie later uitbreidt. Belangrijk is het om bij de kast goede plekken te creëren waar kinderen rustig kunnen lezen. Leveranciers van kant en klare kasten zijn bijvoorbeeld: •
NBLC-systemen
Het Makkelijk Lezen Plein in bibliotheek Schalkwijk te Haarlem
Constant Vergeer die de zelfmaakmodellen voor MLP in de School heeft ontworpen, is ook de ontwerper van de NBLC-systemen MLP-kast, die in veel variaties in openbare bibliotheken in Nederland te zien is. •
Bomefa te Kampen
De MLP-kast van Bomefa op het congres van het Masterplan Dyslexie 2008
32
Ook het ontwerp van Bomefa heeft veel ideeën van het oorspronkelijke ontwerp van Constant Vergeer toegepast en daarmee een zeer flexibel en effectief meubel gecreëerd.
Eigen ontwerp Misschien heeft de plaatselijke bibliotheek wel met een eigen ontwerp gewerkt, dat heel geschikt is voor een school. Men zou dan qua inrichting kunnen aansluiten bij het MLP in de Openbare Bibliotheek en gebruik kunnen maken van de ontwerper van dat meubel. Bestaande kasten aanpassen Met bestaande kasten kan met wat aanpassingen goed een MLP ingericht worden. Het MLP in de bibliotheek van Leerdam kan daarbij als voorbeeld gebruikt worden. Bestaande kasten zijn daar dichtgemaakt aan de achterkant. Aan de voorkant van de planken is tussen de zijschotten een latje geschroefd. Dit resulteerde in een kast met goede frontale plaatsingsmogelijkheden. De bovenste planken moeten alleen gebruikt worden voor een enkele laag frontaal geplaatste boeken, omdat zeker de jongere leerlingen daar niet meer kunnen browsen.
Bestaande kast dichtgemaakt en van een kleur voorzien.
Een latje aan de voorkant maakt een frontale presentatie mogelijk.
33
Voorzet bakken Als men kleinbehuisd is met de bibliotheek of mediatheek kunnen voorzetkasten uitkomst bieden. Voorzetbakken kunnen bij bibliotheekbezoek even voor de grote kast weggeschoven worden, zodat de hele collectie bereikbaar wordt. De voorzetbak kan ook aan de grote kast vastgemaakt worden. Nadeel is dat de onderste planken slecht bereikbaar worden. Een dwarse plaatsing voorkomt dat probleem, maar kost meer ruimte. Misschien heeft de school de beschikking over de stellingen van de Informatieseries van Wolters Noordhoff. Deze kunnen ook heel goed dienst doen voor een MLP in de School-opstelling. Nadeel is dat er alleen kleine boekjes inpassen. Hierdoor kan een school er toe komen om alleen de ml-boekjes op te nemen, waarmee het aantrekkelijkheidprincipe van het MLP behoorlijk geweld aan gedaan wordt. Klassenbakken Elke klas zou een MLP in de School kunnen hebben. Hiervoor kunnen de ontwerpen van Constant Vergeer gebruikt worden. Deze zijn in de klas multifunctioneel te gebruiken als de zijkant met schoolbordzwart wordt beschilderd. Goed verankerde kant en klaar gekochte (plastic) bakken kunnen ook heel goed dienst doen41. De bakken moeten niet te hoog zijn. Kinderen moeten er staand goed in kunnen bladeren. Op de bodem van de bakken moet altijd een antisliplaag gelegd worden. Dit verhoogt het opzoekgemak en houdt de bakken langer netjes, omdat de boeken niet makkelijk kunnen verschuiven.
41
Bij Ikea zijn ook veel kindvriendelijke spullen te vinden die goed kunnen dienen als browsebak.
34
5.
Deskundigheidsbevordering
Om kinderen met aan het lezen te brengen is het belangrijk om zelf als leerkracht als rolmodel te dienen. Een leerkracht moet zelf laten zien had hij lezen leuk vindt, dat lezen hem iets doet, dat lezen hem niets nieuws heeft geleerd of heeft meegetrokken in een spannende gebeurtenis. Het is belangrijk zelf kinderboeken te lezen. Alleen dan kan men zijn leerlingen optimaal adviseren en materiaal aanbevelen dat aansluit bij de interesses van het kind. Dit is eens te meer belangrijk als het gaat om kinderen met een leesprobleem zoals dyslexie of een taalontwikkelingsachterstand. Het is belangrijk om veel aan leesbevordering te doen42. Bijscholing op dat terrein kan leerkrachten veel ideeën aan de hand doen. Veel openbare bibliotheken kunnen dergelijke scholingen verzorgen. Vraagt u daarvoor naar het jaaraanbod van de plaatselijke of regionale bibliotheek. Het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein verzorgt scholingen op het gebied van leesbevordering voor kinderen met een leesprobleem.43 Binnen de school kunnen leescoördinatoren veel betekenen voor de advisering van het team. Het aanstellen van een leescoördinator betekent echter niet dat leerkrachten zelf niet meer hoeven te lezen. Je bereikt nu eenmaal het meest als je je eigen enthousiasme voor boeken kunt overbrengen aan kinderen. In bijlage 5 vindt u tips voor leesbevordering. Op www.makkelijklezenplein.nl vindt u actuele tips voor leerkrachten.
Keuze van boeken Het is al vele keren gezegd: het is belangrijk kinderen aan het lezen te krijgen. Alleen daardoor leren ze lezen. Het is daarbij belangrijk de eigen kwaliteitseisen los te laten en aan te sluiten bij de interesses van de leerling.
42
Lees bijvoorbeeld eens Aidan Chambers, De leesomgeving, Hoe volwassenen kinderen kunnen helpen van boeken genieten, Den Haag, 2002 43 Informatie via www.makkelijklezenplein.nl of
[email protected].
35
6.
Samenwerkingsverbanden
De eerste stap op weg naar een Makkelijk Lezen Plein in de School is contact opnemen met de plaatselijke Openbare bibliotheek kunnen adviseren en helpen bij het kiezen van geschikte materialen. Zij kunnen besteladressen leveren voor MLP-logo-stickers, pictogrammen, kleurbandjes, bewegwijzering, e.d.. Mocht de lokale of regionale bibliotheek geen menskracht hebben om ondersteuning te bieden, dan kan een beroep gedaan worden op het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein via www.makkelijklezenplein.nl. Daarnaast kan het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein ondersteuning bieden via hun website www.makkelijklezenplein.nl. Zij kunnen u toegang geven tot de gereedschappen die nodig zijn om een MLP in de School in te richten. U vindt in de veelgestelde vragen in het leerkrachtendeel veel antwoorden op vragen rond makkelijk lezen. Ook het ouder- en kinderdeel bevatten veel bruikbare informatie. Om een MLP in de School actueel te houden en verder te ontwikkelen wordt van scholen gevraagd actief betrokken te zijn bij www.makkelijklezenplein.nl in de school. Via deze site kunnen leerkrachten ervaringen en tips uitwisselen. Ook kunnen ze hier antwoord krijgen op vragen rond het (inrichten van een) MLP in de School . Scholen kunnen voor ouders op hun eigen website een link opnemen naar de informatie op www.makkelijklezenplein.nl.
36
7.
Financiën
Het inrichten en beheren van een Makkelijk Lezen Plein in de School brengt eenmalige, maar vooral ook structurele kosten met zich mee. Ga er niet van uit dat een MLP in de School geen haalbare kaart is. Kies ervoor in lezen te investeren, ga op zoek naar extra gelden en maak budget vrij uit de reguliere gelden. De kosten betreffen personele kosten, collectie en inrichting. Er is veel invloed uit te oefenen op de hoogte van de meeste van deze kosten. De inrichting kan aangepast worden aan het eigen budget. Een frontale plaatsing is de basis van een goed functionerend Makkelijk Lezen Plein in de School. Daar moet dus wel in geïnvesteerd worden. Er kan voor een grote of een kleine collectie gekozen worden. Voor veel scholen zal een MLP-collectie wel de nodige kosten met zich meebrengen, omdat er nieuw, modern materiaal aangeschaft moet worden. Een MLP-inrichten met verouderde of beduimelde boekjes werkt niet. Aanschaf van nieuwe materialen brengt redelijke eenmalige kosten met zich mee. Jaarlijks zal het MLP uitgebreid moeten worden met nieuw verschenen titels. Dit betekent dus structurele kosten. Natuurlijk werkt een MLP in de School het best als er ook taal- of leescoördinator is aangesteld, die de collectie op peil houdt en de collega’s te adviseert. De taal- of leescoördinator onderhoudt een frequent contact met de openbare bibliotheek. Een algemene afgeronde begroting die voor alle scholen bruikbaar is, valt niet te geven. Wel kunnen de diverse kostenposten die bij het beheer van een MLP om de hoek komen kijken op een rij gezet worden. Hiermee kan elke school zelf bepalen welke kosten in de eigen opzet opgenomen moeten worden. In een • • •
begroting voor het opzetten van een MLP horen de volgende posten opgenomen worden: Inrichting Collectie Personeel
Het is moeilijk standaardbedragen te geven die nodig zijn voor het inrichten van een MLP. Veel hangt af van de wensen en mogelijkheden van de school.
Overwegingen die van invloed zijn op het benodigde budget Inrichting
Soort Makkelijk Lezen Plein in de School Allereerst komt natuurlijk de vraag aan de orde hoe breed het MLP in de School in gezet gaat worden. Een meerjarenplanning behoort natuurlijk tot de mogelijkheden. De volgende vragen komen aan de orde: • Krijgt elke klas een MLP-voorziening of moeten klassen een MLP-voorziening delen? • Krijgt de school een centraal MLP in de School of komen er ook bouw-MLP’s en/of MLPklassenbakken? • Voeren we alles in een keer in of bouwen we het langzaam op? Met welke voorziening beginnen we dan? Welke groepen worden het eerst bediend?
37
• •
Hoeveel titels moeten opgenomen worden per klas, per bouw of op de centrale schoolbibliotheek. Hoeveel ondersteuning gaan we vragen van de Openbare bibliotheek? Laten we hen een collectie voor ons selecteren en bestellen of doen we dat zelf?
Meubels Het budget voor meubels kun je zo groot of klein maken als vereist is. Bedenk wel dat een MLP alleen werkt als de materialen frontaal geplaatst worden. Dus stel hoge eisen aan de frontale plaatsingsmogelijkheden. Kies liever voor bakken waar veel in kan, dan voor veel planken boven elkaar waar minder op geplaatst kan worden en die ook niet goed bereikbaar zijn voor alle leerlingen. Met ruime bakken voorkom je dat je binnen afzienbare tijd alweer moet uitbreiden. Liever nu wat ruimte over dan snel aan de grenzen aan de groei te zitten. • Schaffen we nieuwe meubels aan of passen we bestaand meubilair aan? • Kopen we kant en klare kasten of bouwen we meubels met behulp van de zelfbouwpakketten? • Schaffen we alleen nieuwe meubels voor het MLP-materiaal aan of vernieuwen we gelijk de hele bibliotheekvoorziening? • Maken we aparte plekken voor het MLP in de School of volstaan we met voorzet- of bijzetkasten bij de bestaande bibliotheekkasten? • Kiezen we voor losse bakken in de klas, of moeten we ons wegens ruimte problemen beperken tot bakken op kastjes geplaatst? Collectie Ook bij de kosten die gemaakt moeten worden voor het samenstellen van een MLP-collectie, hangt weer veel af van de keuzes die men maakt. Een minimale collectie kan uit de bestaande collectie gehaald worden. Extra kosten moeten gemaakt worden om lacunes op te vullen. Vanwege de eis van een aantrekkelijk en modern uiterlijk zullen de meeste scholen er niet onderuit kunnen behoorlijk wat nieuwe titels aan te schaffen. • • • • • • • • • •
Kunnen we bestaande materialen gebruiken of moeten we veel nieuw aanschaffen? Verdubbelen we MLP-titels of beperken we ons tot een exemplaar per titel? Schaffen we ook avm aan? Hebben we daar de benodigde apparatuur bij? AVM: moet de avm in de klas gebruikt worden of creëren daar een aparte ruimte voor? Gaan we met een wisselcollectie werken via de (mediatheekdienst van de) Openbare Bibliotheek –indien aanwezig? Gaan we met interne wisselcollecties werken? Kunnen parallelklassen bijvoorbeeld materialen ruilen? Kunnen klassenbakken ruilen met het centrale MLP inde School? Welke materialen nemen we op in het MLP, alleen boeken en luisterboeken of ook DVD’s (verfilmde leesboeken en informatieve DVD’s)? Als we DVD’s aanschaffen: welke apparatuur hebben we daarvoor nodig? Moeten we er een speciale ruimte voor creëren? Welke tijdschriften nemen we op? Welke genres gaan we opnemen op het MLP? Gaan we de kleurenindeling gebruiken voor de non-fictie of gebruiken we hetzelfde systeem als onze lokale bibliotheek?
Personele bezetting • Hoeveel formatie hebben we beschikbaar voor het maken van een plan en voor het beheer van het MLP in de School? • Wie gaan een rol spelen bij het beheer van het MLP in de School? Wat wordt de rol van de individuele leerkrachten? • Is daarnaast extra formatie nodig?
38
• • • • •
Hoe vullen we structurele bezetting in? Is er een professionele betaalde kracht of gaan we met vrijwilligers werken? Maken we budget vrij voor de scholing (en het motiveren) van het hele team of krijgt de leescoördinator of de bibliotheekbeheerder alleen een scholing en traint die het team? (Kosten zullen waarschijnlijk niet veel uitmaken.) Betrekken we leerlingen bij de inrichting van het MLP? Wie gaat hen begeleiden en met hen samenwerken? Kunnen we medewerkers van de Openbare Bibliotheek inhuren om de collectie te saneren en een collectie voor het MLP in de School samen te stellen? Wie gaat de collectie omwerken zodat die herkenbaar wordt als MLP-collectie (Stickers en kleurenbandjes plakken)?
39
8
Samenvatting
Om kinderen aan het lezen te krijgen is het belangrijk veel aandacht te besteden aan leesbevordering. Kinderen worden lezers door positieve leeservaringen. Dit geldt nog sterker voor zwakke lezers. Zij doen al snel negatieve leeservaringen op, omdat hun vorderingen niet gelijk op gaan met die van de andere kinderen in de klas. Ze blijven steken op boekjes die geschreven zijn op een laag technisch leesniveau, die niet aansluiten bij hun geestelijke ontwikkeling. Het is zaak hen aan het lezen te houden met uitnodigend leesmateriaal, omdat ze alleen maar hun leesprestaties zullen gaan verbeteren als ze lezen. Het is daarnaast van cruciaal belang niet in de fout te vervallen te denken dat deze kinderen niet in staat zullen zijn tot plezier in lezen. Een dergelijke houding zal leiden tot een zelf-fulfilling prophecy. Overtuig hen ervan dat lezen leuk kan zijn en zorg dat er in de school voldoende materiaal aanwezig is om hen dat te laten ontdekken. Een MLP in de School is daar een uitstekend hulpmiddel bij. Een MLP in de School maakt kinderen met een leesprobleem zelfredzaam, stimuleert hen tot lezen door adequaat en aantrekkelijk leesmateriaal te bieden en geeft hen toegang tot informatie doordat de materialen frontaal gepresenteerd worden. Frontale plaatsing is een must. Zonder frontale plaatsing geen MLP en geen optimale mogelijkheden voor kinderen die lezen moeilijk vinden. Het MLP in de School haalt het makkelijk lezen uit het verdomhoekje en zorgt door het aantrekkelijke uiterlijk dat iedereen graag op het MLP komt. Een MLP in de School kan diverse opstellingen hebben: • In groep 1 en 2 in de vorm van bakken met aantrekkelijke prentenboeken, abc-boeken en beeldwoordenboeken. • In groep 3 in de vorm van bakken waarin de leesmaterialen voor alle leerlingen te vinden is. • Vanaf groep 4 in elke klas in de vorm van een aantal bakken met geschikte MLP-materialen op fictie en non-fictiegebied. • In een onderbouwbibliotheek of -mediatheek. • In een middenbouwbibliotheek of -mediatheek. • In een bovenbouwbibliotheek of -mediatheek. • In een centrale schoolbibliotheek of -mediatheek. • In het SBO kan de hele bibliotheek of mediatheek een MLP-opstelling krijgen. Materialen die op een MLP in de School opgenomen moeten worden zijn: • Luisterboeken om kinderen die al veel negatieve leeservaringen hebben opgedaan te laten ervaren dat boeken leuk kunnen zijn of om kinderen met een ernstig leesprobleem toegang te geven tot leesboeken die klasgenoten ook lezen. Van luisterboeken hoeft niet per se een uitgebreide collectie opgenomen te worden. Op school dienen ze om kennis te maken met dit materiaal. Voor meer titels kunnen leerlingen naar het MLP in de openbare bibliotheek verwezen worden. Ouders kunnen geïnformeerd worden over de mogelijkheden van een lidmaatschap op het Loket aangepast-lezen. • Veel spannende, leuke kinderboeken die er aantrekkelijk uitzien en op een lager technisch leesniveau geschreven zijn. Hiervoor moeten zoveel mogelijk geschikte gewone boeken gekozen worden. Niet al het speciale makkelijk lezen materiaal is geschikt qua inhoud of uiterlijk. Kinderen lezen bovendien graag gewone boeken, zeker in het reguliere onderwijs. 44 44
In Groot-Brittannië houdt de Edinburghse uitgeverij Barrington Stoke zich bezig met de uitgave van boeken speciaal voor zwakke lezers. Zij werken met ‘consultants’, kinderen die een manuscript beoordelen en dat voorzien van commentaar. Commentaar dat door meerdere consultants is gegeven, wordt met de auteur besproken. Uitgeverij Barrington Stoke heeft door haar veelvuldige contact met deze kinderen kunnen constateren dat kinderen met een leesprobleem niet graag in negatieve zin opvallen doordat ze boeken lezen die er duidelijk uitzien als boeken voor zwakke lezers.
40
• •
• •
Non-fictieboeken die aan de MLP-criteria voldoen voor jongens en meisjes die liever informatieve boeken lezen en voor het maken van werkstukken. Informatieve DVD’s voor kinderen die erg veel moeite hebben met lezen. Beter een DVD bekijken en daarmee goed gestructureerde taal opdoen dan in te moeilijke non-fictieboeken alleen de plaatjes bekijken. Daarnaast kan verwezen worden naar het MLP in de Openbare Bibliotheek. Disneystrips om kinderen positieve leeservaringen te laten opdoen. Tijdschrijften: Het tijdschrift Donald Duck mag in geen klas ontbreken, omdat het kinderen tot lezen stimuleert en positieve leeservaringen genereert. Ook Kidsweek Junior kan goede diensten bewijzen voor zwakke lezers.
Eventueel op te nemen materialen: Verfilmde leesboeken: hiermee kunnen kinderen die al veel negatieve leeservaringen opgedaan hebben weer ervaren dat de inhoud van boeken leuk kan zijn. Verfilmde leesboeken kunnen ook heel goed klassikaal bekeken worden en gecombineerd worden met leesbevorderende activiteiten. Combinatielees-materiaal (boek met cd, waarop het boek in aangepast leestempo voorgelezen wordt) is alleen aan te raden als duidelijk is dat bepaalde leerlingen het prettig vinden om op deze manier zelfstandig te lezen. Voor veel kinderen zal dat niet het geval zijn. Zij zullen dit als oefenen ervaren. Dit gaat ten koste van het leesplezier. Extra’s: Internetsites. Leerlingen met een leesprobleem hebben ook moeite met het lezen van internetteksten. Het is aan te raden te zorgen voor een overzicht van goed toegankelijk informatieve websites, bijvoorbeeld in de vorm van een favorietenmap met makkelijk lezen sites.
Samenwerking met ouders Het is belangrijk goed samen te werken met de ouders van kinderen met een leesprobleem en hen te stimuleren het leesproces van hun kinderen te helpen bevorderen. Het is belangrijk ouders zoveel mogelijk thuis te laten lezen met hun kind. Liefst dagelijks vijf minuten. Dit brengt het technisch leesniveau van kinderen omhoog. Op www.makkelijklezenplein.nl vinden ouders veel tips om op een prettige manier te oefenen. Belangrijke kennis die leerkrachten aan ouders kunnen doorgeven is de informatie over: • Lidmaatschap Loket (zie blz. 23) • Lidmaatschap Dedicon (zie blz. 24) • Mogelijkheden van hulpmiddelen voor hun kind. De beste objectieve informatie vindt u op www.letop.be. Klik op Surfplank. Ook www.makkelijklezenplein.nl wijst ouders de weg. • Ouders kunnen de speciaal voor hen herschreven variant van het tutorlezen met hun kind toepassen: www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=750. • Abonnement nemen op de Donald Duck als hun kind dat qua leestechnisch niveau aan kan of wil (vooral dit laatste!). Hiermee halen ze voor een zekere periode een continue leesstimulans in huis.
Tips voor leerkrachten45 • Schakel kinderen in bij het kiezen van boeken voor de MLP-collectie. Neem een groepje mee naar de boekwinkel, of ga met een groepje maar de openbare bibliotheek om boeken te kiezen die ze leuk vinden. Schaf die dan aan. Met mijn eigen dyslectische kinderen heb ik twee ervaringen: mijn ernstig dyslectische zoon die het reguliere onderwijs volgde vond het verschrikkelijk dat hij Zoeklichtboekjes moest lezen, waardoor hij zo duidelijk gestigmatiseerd werd als een zwakke lezer. Mijn dochter die in het speciaal onderwijs zat, vond dat helemaal niet erg, omdat iedereen makkelijk lezenboekjes las. Kinderen met een leesprobleem hebben vaak een fragiel zelfbeeld. Hun zelfbeeld neigt snel naar de negatieve kant, omdat ze voortdurend het gevoel hebben dat ze minder kunnen dan de rest van de klas. Vandaar dus: liever Kluitmanboeken, dan makkelijk lezenboekjes. 45 Aan te bevelen literatuur over lezen en leesbeleving in de klas: Aidan Chambers, De leesomgeving: hoe volwassenen kinderen kunnen helpen van boeken te genieten, Den Haag, 2002.
41
• • • • • • •
•
•
•
Wees een rolmodel, laat zien dat je lezen leuk vindt en dat lezen iets met je doet. Dit hoeft niet alleen te gaan over fictie, maar kan net zo goed over non-fictiematerialen gaan. Lees kinderboeken. Daarmee krijg je een belangrijk middel in handen om kinderen tot lezen te krijgen: je eigen enthousiasme en het op maat kunnen adviseren. Besteed veel tijd aan leesbeleving. Laat kinderen veel aan het woord over hun eigen leeservaringen, ook de zwakke lezers. Richt een thematafel in met fictie en non-fictieboeken en stimuleer kinderen die te lezen door ze daarvoor te enthousiasmeren. Laat kinderen gesproken boeken lezen. Bekijk klassikaal een verfilmd boek en laat kinderen daar vooral op reageren vanuit hun beleving. Voorlezen. Kies daarvoor titels van deze tijd en niet de titels die u destijds zelf zo leuk vond. Vraag advies op de jeugdafdeling van de openbare bibliotheek voor goede titels. Zoek een verhaal dat in de eigen omgeving speelt. Lees dat voor. Kies een spannend stuk, waarin duidelijk de omgeving beschreven wordt. Bezoek die locatie met de kinderen en laat ze een beschrijving of foto’s maken en bespreek later in de klas welke elementen de schrijver heeft gebruikt om zijn verhaal spannend te maken. 46 Belang van schrijven voor het lezen. Meer tips zijn te vinden in het leerkrachtendeel op www.makkelijklezenplein.nl. U kunt hier ook uw eigen tips doorgeven.
Verwerking collectie • Voorzie alle materialen van een MLP-logosticker op de rug. Deze stickers zijn vooral bedoeld om de materialen weer op de juiste plaats in de bakken te krijgen. Voor besteladres zie bijlage 5. • Gebruik pictogrammen voor de fictie. Vraag in de Openbare Bibliotheek in de regio of zij uitvergrote pictogrammen beschikbaar hebben voor de bewegwijzering van de kast. • Gebruik kleuraanduiding voor de indeling van de non-fictiematerialen. In bijlage 5 vindt u een overzicht van besteladressen voor digitale kleurindelingsborden, kleurenbandjes voor de materialen. • Een trefwoordenoverzicht voor de kleurenindeling van de non-fictie is te downloaden van www.makkelijklezenplein.nl. • Voor het maken van een MLP-bord kunt u digitale bestanden krijgen via de lokale bibliotheek of via www.makkelijklezenplein.nl. MLP-meubels • Zorg voor meubels die een frontale plaatsing mogelijk maken. Zonder frontale plaatsing geen MLP in de School. • Meubels kunnen variëren van browsebakken in een klas tot complete MLP-kasten in de centrale schoolbibliotheek of -mediatheek. • Door zelfmaakpakketten te gebruiken kunnen de kosten beperkt blijven. Financiën Het benodigde budget voor een MLP in de School hangt van veel zaken af. Een MLP in de School brengt eenmalige en structurele kosten met zich mee voor: • inrichting • collectie • personeel. Met behulp van de vragen vooraf in hoofdstuk 7 kunt u een begroting opstellen.
46
Deze opdracht deed ik destijds aan de hand van Een gat in de grens van Guus Kuijer. We fietsten naar ‘het gat in de grens”, keken daar rond, noteerden wat we zagen en maakten wat foto’s. Terug op school lazen we de beschrijving van het “gat” opnieuw en vergeleken die met onze eigen observaties. Hieruit kwam heel duidelijk naar voren welke elementen Guus Kuijer had gebruikt om het verhaal spannend te maken. Ideaal: een uitstapje en een stukje literair begrip in één klap.
42
Woord van dank
Sinds de oprichting van het eerste Makkelijk Lezen Plein in 2002 heb ik met veel mensen kennis gemaakt en samengewerkt. Het Makkelijk Lezen Plein is inmiddels in meer dan 75 procent van alle basisbibliotheken ingevoerd of staat er voor dit jaar gepland. Dat dit bereikt is, heb ik in de eerste plaats te danken aan alle collega’s in de Openbare Bibliotheken in Nederland die met veel inzet en enthousiasme het idee hebben opgepakt en in hun eigen bibliotheek een MLP hebben gerealiseerd. Daarmee hebben alle kinderen met leesproblemen in heel Nederland betere kansen gekregen voor de toekomst. Het enthousiasme van al deze collega’s heeft me altijd zeer geïnspireerd om door te gaan met het verder ontwikkelen van het MLP-concept. Veel dank ben ik verschuldigd aan Erna Houwers, mijn collega en vriendin, die het Makkelijk Lezen Plein heeft bedacht en mij alles geleerd heeft wat ik moest weten om het concept verder te ontwikkelen en uit te dragen. Jan Klerk, mijn teammanager, heeft mij altijd alle ruimte gegeven mijn plannen en ideeën uit te werken. Ook bij de ontwikkeling van het concept voor het MLP in de School heeft hij mij alle steun gegeven die ik nodig had. Zonder deze ruimte was het MLP in Nederland nooit zover gekomen, als nu het geval is. En natuurlijk Conny Reijngoudt-Zonderop met wie ik het Kenniscentrum Makkelijk Lezen Plein heb ik opgericht en van wie ik nog steeds gedegen feedback krijg en met wie ik vooral ook veel plezier heb. Voor de ontwikkeling van het concept van het Makkelijk Lezen Plein in de School heb ik veel gehad aan de adviezen en commentaren van mijn vriendin Marijke van Schaick, leerkracht in groep drie. Haar praktische adviezen heb ik zeer ter harte genomen en verwerkt in deze handleiding. Mijn collega’s van de afdeling Jeugd en Jongeren, tegenwoordig Educatie en Ontwikkeling, ben ik veel dank verschuldigd. Zij gaven mij ondersteuning waar nodig. Anja de Groot verzorgde de laatste jaren de MLP-collectie. Ik kon op haar adviezen blindvaren. De anderen gaven me feedback en namen vaak de honneurs waar als ik weer eens elders was. Zonder hen had ik nooit mijn landelijke taken zo goed kunnen uitvoeren. Hun warmte en vriendschap is voor mij altijd de basis geweest van waaruit ik kon werken. Ook Hanneke Wentink, auteur van het Protocol Dyslexie Basisonderwijs, heeft me praktische tips gegeven die ik verder kon uitwerken. De redactieleden van www.makkelijklezenplein.nl hebben me veel gesteund met hun enthousiaste medewerking aan de site en met hun praktijkverhalen. Via hen bleef ik goed op de hoogte van de MLP-ontwikkelingen in het land. Nicole, Mandy, Marie en Helma heel erg bedankt! De jongerenredactie van de website en mijn eigen kinderen hebben me altijd zeer geïnspireerd om het idee van het Makkelijk lezen Plein verder te ontwikkelen en te zorgen dat meer kinderen er van konden gaan profiteren. Door hen weet ik hoe moeilijk het is te moeten leven met een leeshandicap, hoeveel strijd daarbij komt kijken en wat een geweldige mensen zij juist daardoor geworden zijn. Ik ben blij dat de Stadsbibliotheek Haarlem destijds heeft gekozen voor kinderen met een leesprobleem, zodat die betere kansen krijgen om te leren lezen. In de loop van de tijd zijn er daardoor veel kinderen in Nederland aan het lezen gegaan, waardoor ze nu de kans hebben later als een volwaardig lid deel te kunnen nemen aan deze informatiemaatschappij. Ik hoop met het uitbrengen van deze handleiding die het scholen mogelijk maakt ook een MLP in hun school te realiseren, weer een nieuwe stap te hebben gezet om nog meer kinderen betere kansen te geven.
Haarlem, 4 september 2008
43
Bijlagen
44
Bijlage 1
Plan van aanpak
Vooraf aan het inrichten van een Makkelijk Lezen Plein in de School staat altijd het contact met de lokale bibliotheek. Zij kunnen scholen adviseren en begeleiden bij de inrichting. Ook kunnen ze de benodigde gereedschappen leveren. Inventariseren 1. Inventariseren behoefte: soort MLP: klas/bouw/school 2. Doelgroepen bepalen 3. Bepalen startmoment 4. Bepalen looptijd: alles in één keer of meerjarenplan 5. Inventariseren aanwezig materiaal en lacunes 6. Ruimte bepalen 7. Meubilair: nieuw, aanpassen, zelfmaak 8. Inschatten financiële behoeften a. Begroting opstellen 9. Personele bezetting bepalen Voorbereiden van praktische uitvoering 1. Inrichtingsplan maken 2. Selecteren aanwezig materiaal 3. Bestellen nieuwe materialen 4. Materiaal omwerken in catalogus 5. Ruimte creëren voor MLP 6. Meubilair bestellen/ regelen/ maken 7. Materialen plaatsen 8. Computers aanpassen: websiteportal en programma’s 9. Scholing team Implementatie en uitvoering 1. Meubilair plaatsen 2. Bewegwijzering 3. Collectie inwerken en plaatsen 4. MLP verder inrichten 5. Uitbreiding collectie 6. Communicatie: ouders informeren, website www.makkelijklezenplein.nl link plaatsen Evaluatie 1. Gebruik per klas, bouw, school evalueren 2. Collectie bijstellen 3. Eventuele wisselcollectie rouleren 4. Beleid langere termijn bijstellen
45
Bijlage 2
Criteria makkelijk lezen boeken fictie47
Vormgeving Uiterlijk: a. Aantrekkelijk en informatief boekomslag met duidelijke belettering, b. Aansprekende titel en/of flaptekst, overeenkomend met de inhoud van het boek, c. Niet te dik boek, d. Ziet er uit als een echt boek. Illustraties: • Aansprekende illustraties, • illustraties sluiten aan bij de tekst; tekst en illustraties ondersteunen elkaar, • illustraties op de juiste plaats (direct bij de bijbehorende tekst) met verhelderende informatie en duidelijke vormgeving, • getekend vanuit optiek van de hoofdpersoon. Lay-out: • Bladspiegel niet te groot, hoeveelheid tekst moet er overkomelijk uitzien. • Iets grotere letter en regelafstand kan daarbij helpen. • Rechts niet uitgelijnd. • Lettertype sluit aan bij de lettervormen, die kinderen op school leren. • Consequente regel- en alinea-indeling, met functioneel gebruik van de witregels. Leesbaarheid Boeken voor zwakke lezers hoeven niet volgens een bepaald avi-niveau geschreven te zijn, mits rekening gehouden wordt met onderstaande criteria.48 Taalgebruik: • Taal: helder, eenvoudig, direct en concreet, • Bij voorkeur tegenwoordige tijd, • Dialoog in context, of erbij vermelden wie er spreekt, • Figuurlijk taalgebruik vermijden of in context uitleggen, • Weinig gebruik van de lijdende vorm, • Weinig verleden tijd. (Vooral het gebruik van sterke werkwoorden.) Zinsgebruik: 47
Literatuur
48
• • • • •
C.J. van Rees en P.Mooren, Makkelijk Lezen, Tilburg, 1990 Jeanne Kurvers en Piet Mooren (red), Moeilijk lezen makkelijk maken, De veelzijdige zwakke lezer, Tilburg, Werkgroep Makkelijk Lezen, Beoordelingsformulier Boeken Makkelijk Lezen N. Geuzebroek, Makkelijk Lezen Pleinen, in: Leesgoed, nr. 5, 2007 Werkgroep jeugdboekenschrijvers, Nieuw Avi niet goed voor het leesplezier, Bibliotheekblad 3, 2008
Dit kan voor educatieve uitgevers anders liggen., mits zij maar de inhoud, de spanning en de vormgeving als belangrijkste criteria voor een geslaagd boek hanteren.
46
• • • • • •
Eenvoudige zinsconstructies. Niet de zinslengte is belangrijk, maar de eenvoud van de zinsconstructie. Dit neemt niet weg dat het makkelijker is als de zinnen niet te lang zijn. Grammaticale, volledige zinnen met onderwerp en gezegde, Veel enkelvoudige zinnen en zinnen in de directe rede, Weinig figuurlijk taalgebruik, spreekwoorden en uitdrukkingen, clichés en ironie, Logisch verband tussen twee opeenvolgende zinnen, Verwijswoorden zo gebruikt dat duidelijk is waarnaar wordt verwezen.
Woordgebruik • Zuinig met moeilijk te lezen onbekende woorden: bij gebruik altijd in de context verduidelijken. (Onder onbekende woorden wordt verstaan: moeilijke woorden als abstracties, homoniemen en dialect of bargoens). • Niet de woordlengte is belangrijk, maar de bekendheid van het woord of de specifieke betekenis, • Kritisch gebruik van voegwoorden. Inhoud, personages en handeling De inhoud levert het allerbelangrijkste criterium. Kinderen komen alleen tot lezen als de inhoud van het boek hen in de greep houdt. Inhoud: Thema sluit aan bij belevingswereld van de lezer, De inhoud is (emotioneel) aansprekend en verrijkend. Overeenkomend met leeftijdscategorie en/of culturele achtergrond. Het onderwerp heeft te maken met ‘herkenbare’ werkelijkheid en situaties. Verhaal beschrijft bekende of onbekende situaties die duidelijk worden uitgelegd. (Er is dus geen specifieke voorkennis nodig om het verhaal te begrijpen.) Verhaal beschrijft gebeurtenissen en emoties, zodat er perspectieven ontstaan. (Dus niet alleen gebeurtenissen beschrijven, maar ook emotionele ontwikkelingen.) Hoofdpersonen 1 of 2 hoofdpersonen; beperkt aantal bijfiguren, Personages aansprekend geïntroduceerd en beschreven. (Dus geen stereotiepe personages.) Personages realiseren zich eigen verantwoordelijkheid en nemen zelfstandig beslissingen, dus succesfiguren. Identificatiefiguren, zijn snel herkenbaar en in het begin van het verhaal karakteristiek. Ikvorm is af te raden. Handeling Spanning o Voldoende tempo, o Verhaal nodigt uit tot verder lezen, o Veel actie, situaties om te lachen of spannende verwikkelingen. Verhaalstructuur o Enkelvoudig perspectief, o Geen onnodige veranderingen in de situering; chronologische opbouw, o Regelmatige afwisseling tussen beschrijving en actie, beschrijvingen vermijden of kort houden, o Nuancering en details functioneel gebruikt; lijn van het verhaal is voortdurend zichtbaar. (Dus geen irrelevante uitweidingen.) Concept •
Stimuleren tot verder lezen: gebruik series van een succesuitgave.
47
Bijlage 3
Richtlijnen non-fictie boeken
De richtlijnen voor de non-fictieboeken zijn gedestilleerd uit de richtlijnen zoals die geformuleerd zijn door de Dedicon-commissie Richtlijnen dyslexie voor schoolboeken, uit de criteria zoals die opgesteld zijn door de Werkgroep Makkelijk Lezen en dit gecombineerd met de eigen ervaring met de non-fictiematerialen van het Makkelijk Lezen Plein. Vormgeving • • • • •
• • • •
Een aantrekkelijke en informatieve boekomslag met duidelijke belettering. Een lay-out met zorgvuldig gebruik van illustraties, tussenkopjes en alinea's is belangrijk voor het toepassen van begrijpend lezen strategieën. Functionele illustraties die de tekst ondersteunen kunnen tekstbegrip bevorderen en worden gewaardeerd. Illustraties breken de bladspiegel en verminderen de hoeveelheid tekst op een pagina, waardoor deze beter behapbaar wordt. Geen gebruik van illustraties als achtergrond achter de tekst. Er is een duidelijke scheiding tussen tekst en illustratie. Het gebruik van kleuren, vooral bij veel verschillende kleuren of felle kleuren, leidt af van de inhoud van de tekst. Gebruik kleur daarom bij voorkeur wanneer het gebruik betekenis heeft. Het gebruik van kaders en kolommen heeft ook de voorkeur boven het gebruik van felle kleuren. De middenvouw vrij van tekst en illustraties. Gebruik van mat papier en van voldoende dikte, om doorschijnen van de tekst te voorkomen. Gebruik van papier of een achtergrond in off-white. Naslagmogelijkheden, zoals een lijst met afkortingen, een verklarende woordenlijst en/of een register.
Lay-out • • • • • • • • • • • • •
48
Een rustige, ruime en overzichtelijke opmaak met veel wit. Ruime marges. Grafisch duidelijk gescheiden kolommen, bijvoorbeeld de kolommen op ruime afstand van elkaar geplaatst. Kolommen en tekstblokken in een logische leesrichting. Kolommen niet springend over de pagina. De tekst alleen links uitgelijnd. Geen gebruik van afgebroken woorden. Pagina’s eindigen met een volle zin. Regellengte beperkt tot 60 of 70 karakters (= gemiddeld voor een A4-pagina). Bij regels die te lang zijn raken kinderen de draad van de tekst kwijt. Geen diagonaal of verticaal geplaatste tekst. Een interlinie van 1,5 voor gebruik door basisschoolleerlingen. Gebruik van een lettertype in een percentage van zwart, bijvoorbeeld donkergrijs, in plaats van zuiver zwart bij een witte achtergrond. Gebruik van een schreefloos lettertype. Goede voorbeelden zijn Arial, Comic Sans, Verdana, Helvetica, Tahoma, Trebuchet, Sassoon, Lexia Readable en Read Regular. Lettergrootte 12 is voldoende bij de meeste schreefloze lettertypes. Deze lettergrootte moet overal toegepast zijn, ook bij registers of indexen. Geen ongewoon gevormde letters; ze veroorzaken erg veel leesproblemen.
• • • •
Geen tekst volledig in hoofdletters geschreven. Geen wisseling van lettertype in de lopende tekst. Het leest prettig wanneer kernwoorden gemarkeerd zijn. Het vet drukken van woorden heeft hierbij de voorkeur boven cursiveren. Geen onderstreping van woorden, behalve hyperlinks. De getallen moeten goed van elkaar te onderscheiden zijn.
Taalgebruik • Zorgvuldig en consequent gebruik van interpunctie om zinnen, bijzinnen en opsommingen te markeren. • Geen gebruik van bijzinnen in bijzinnen. Enigszins beperkt gebruik van samengestelde zinnen • Zo veel mogelijk gebruik van de actieve vorm. • Verbanden tussen zinnen moeten expliciet gemaakt zijn om de eenheid in de tekst te bewaren.
49
Bijlage 4
Aanschafcriteria bij elkaar
Algemene criteria:
Aantrekkelijke en informatieve voorkanten. Fictie beperkt tot populaire thema’s zoals dieren, paarden, liefde, griezelen, sport, heksen, school, humor, vrienden, avontuur, geschiedenis (eventueel) en detective.
Kijk- en luistermateriaal (DVD’s):
Het materiaal moet Nederlands gesproken zijn, zodat er geen ondertitels gelezen hoeven te worden. Het taalgebruik moet geschikt zijn voor kinderen tussen de acht en dertien jaar. Het materiaal moet voldoende informatief zijn, zodat het gebruikt kan worden voor werkstukken en spreekbeurten. Het materiaal moet qua inhoud aansprekend vormgegeven zijn. Aan de omslag van het materiaal moet door middel van illustraties goed te zien zijn waar het over gaat. Voor verfilmde leesboeken geldt dat ze geschikt moeten zijn voor het maken van een boekbespreking. Het verhaal moet dus niet te veel afwijken van het boek.
Kijk- en luistermateriaal (internet) • De site moet informatief zijn of, • er moeten educatieve spelletjes op te vinden zijn, of • de site moet oefenprogramma’s voor spelling, tafels en topografie bevatten. • De site moet een heldere, intuïtieve navigatie hebben. • De lay-out moet rustig en duidelijk zijn. • Het lettertype moet geschikt zijn voor dyslectici. Luistermateriaal:
Doorverwijzen naar Loket aangepast-lezende betekent een vergroting van de eigen collectie. Voorleesboeken kunnen naar eigen smaak en ervaring gekozen worden. Van de Daisy-rom’s vooral de aantrekkelijk voorgelezen boeken en de meest actuele en populaire titels opnemen.
Lezen (fictie)49:
Zie bijlage 2 Zie titellijsten op www.makkelijklezenplein.nl
Kijk- en leesmateriaal (strips): • • 49
Tekst moet in kleine letters geschreven zijn, dus niet in hoofdletters Letters moeten niet te klein zijn Rustige lay-out is vereist
Zie bijlage 4 Voorbeelden van criteria voor makkelijk lezen boeken en bijlage 6 voor de criteria van Barrington Stoke
50
• • • •
Weinig tekst in de tekstballonnen en bijschriften Stripboeken met korte verhaaltjes zijn heel geschikt Taalgebruik moet niet te moeilijk zijn Inhoud moet niet complex zijn
Lezen (non-fictie):
Veel visuele ondersteuning in de vorm van informatieve afbeeldingen, plaatjes, tekeningen en kaarten Weinig tekst Grotere, duidelijke letter Weinig moeilijke woorden Korte zinnen Niet kinderachtig
51
Bijlage 5
• • • • • • • • •
•
Tips voor leerkrachten
Voorlezen en tekenschrift Boeken bij de hand, niet achter slot en grendel In elke klas een boekenbak Klassenbibliotheek wisselen met centrale bibliotheek in grotere scholen. Aanschaf wisselcollecties via OB Kwaliteitseisen gedeelte loslaten: aansluiten bij wat kinderen willen lezen, dus Kinderjuryboeken aanschaffen i.p.v. Gouden Griffels. Daarnaast kinderen op een hoger plan brengen door voorlezen van goede kinder- en jeugdboeken. Let er bij het gebruik van boekenhoeken op dat alle kinderen daar komen, niet alleen de vlotte lezers. Bij het begin van de stilleestijd moet elk kind een boek hebben. Stilleestijd niet gebruiken om een boek te zoeken. Gestructureerd met boeken bezig zijn, maar ook gelegenheid bieden om informeel tussen de boeken te snuffelen. Luisterboeken kunnen op een computer afgeluisterd worden. Na afloop noteren op welk punt gestopt is met lezen. Dit kan zijn een nieuwe track, maar ook een getal van het punt waar ze ophielden. Op die manier kan de leerling ook terug gaan naar een punt midden in een hoofdstuk. Niets is demotiverender dan eerst een stuk terug te moeten luisteren dat al gelezen is.
Voor een actuele update van de tips: raadpleeg www.makkelijklezenplein.nl/ leerkrachtendeel, leesonderwijs
52
Bijlage 6
Lijst van websites rond het MLP
Websites rond leesbevordering voor kinderen met een leesprobleem www.makkelijklezenplein.nl www.letop.be www.internetvoorsbo.nl www.internetspeurtocht.nl
www.aangepastlezen.nl
www.dedicon.nl www.dedicon-educatief.nl www.sss.nl www.goedtelezen.nl
voor een uitgebreide websitelijst rond makkelijk lezen. Op het leerkrachtendeel vindt u een actuele lijst met tips Vlaamse/Nederlandse site met veel informatie over leerproblemen. U vindt er veel downloadbare artikelen van Nederlandse en Vlaamse deskundigen op het gebied van leerproblemen toegangsportaal voor sites die beoordeeld zij door deskundigen en door kinderen op geschiktheid voor kinderen met een leerprobleem. De site is onlangs uitgebreid en van naam veranderd: www.internetspeurtocht.nl : Startpunt voor internet en wereldoriëntatie in het basisonderwijs! Veel sites zijn voorzien van werkbladen op meerdere niveaus van verwerking en van antwoordbladen Loket Aangepast lezen is een bibliotheekvoorziening voor mensen met een visuele beperking. Ook mensen met dyslexie kunnen lid worden en er hun luisterboeken lenen. De luisterboeken worden uitgegeven op Daisy-rom Dedicon verzorgt studie- en vakliteratuur in een aangepaste leesvorm. Mensen met dyslexie kunnen lid worden van Dedicon. Ook scholen kunnen lid worden en schoolboeken op Daisy-rom bestellen Stichting Schrijvers, school en samenleving bemiddelt tussen auteurs en instellingen die hen willen uitnodigen voor een leesbevorderende activiteit Deze site wordt binnenkort operationeel. De site is een initiatief van Dedicon en bevat de richtlijnen zoals die opgesteld zijn door de Commissie Richtlijnen Schoolboeken voor dyslectici. Uitgevers, vormgevers en auteurs vinden hier de richtlijnen voor het maken van schoolmaterialen voor kinderen met dyslexie. Het is voor leerkrachten zinvol deze richtlijnen te bekijken, omdat ze niet alleen goede schoolmaterialen opleveren voor dyslectici maar voor alle leerlingen. En zeker voor de zwakke lezers.
Geschikte internetsites voor kinderen met een leesprobleem Voor een actuele stand van zaken kunt u kijken op www.makkelijklezenplein.nl in het kinderdeel bij en Werkstukken en Spreekbeurten. www.internetvoorsbo.nl www.schooltv.nl/beeldbank www.tbraams.nl/kidsintro.htm
Hier vind je een heleboel sites die makkelijk te lezen zijn. Je kunt ze ook voor laten lezen Op de Beeldbank van de Schooltelevisie vind je filmpjes over een heleboel onderwerpen Wil je meer weten over dyslexie? Kijk dan op www.tbraams.nl in
53
www.jeugdbieb.nl www.schoolbieb.nl www.hetklokhuis.nl www.nos.nl/jeugdjournaal http://kids.kennisnet.nl www.meestersipke.nl www.davindi.nl www.netwijs.nl http://spreekbeurtenmalmberg.nl http://aladin.bibliotheek.nl
54
de kinderkrant. Op Jeugdbieb.nl staan heel veel links naar informatieve websites Zoek je informatie over een onderwerp voor je spreekbeurt of werkstuk? Op Schoolbieb.nl vind je websites, boeken en ook filmpjes Op het klokhuis.nl vind je bij het onderdeel LEES veel onderwerpen voor je werkstuk of spreekbeurt. Ook kun je zelf aan de slag en zelf een filmpje maken. Op de website van het jeugdjournaal vind je meer uitleg over de onderwerpen uit het nieuws Op kids.kennisnet.nl vind je veel links voor je werkstuk of spreekbeurt. Er staan ook leuke filmpjes op Op deze site vind je veel links naar allerlei onderwerpen. Leuk is dat je de teksten kunt laten voorlezen door de computer Een zoekmachine speciaal voor kinderen Nog een zoekmachine speciaal voor kinderen Een leuke website met allerlei onderwerpen voor je werkstuk of spreekbeurt Kun je niet vinden wat je zoekt, stel dan je vraag aan Al@din. Je krijgt hier altijd een antwoord op je vraag
Bijlage 7
Meubels
Mogelijkheden voor meubels Zelfmaak •
Bestellen van bouwtekeningen van Constant Vergeer voor MLP-bakken of –kasten:
[email protected].
MLP-bakken voor bevestiging aan een muur. De onderbakken hebben wieltjes.
Kant en klaar
•
Bomefa: www.bomefa.nl
Twee varianten van de Bomefa MLP-kast.
55
•
NBLC Sytemen: www.nblc-systemen.nl
Andere mogelijkheden Kijk bij de plaatselijke Openbare Bibliotheek. Misschien hebben zij wel een eigen ontwerp, dat u kunt gebruiken. Op www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=677 is een overzicht van alle MLP’s van Nederland te vinden. Misschien vindt u hierbij wel een ontwerp dat u aanstaat.
56
Bijlage 8
Literatuurlijst
Braams, Tom, Dyslexie, een complex taalprobleem, blz. 103. Chambers, Aidan, De leesomgeving. Hoe volwassenen kinderen kunnen helpen van boeken genieten, Den Haag, 2002 Chambers, Aidan, Vertel eens, Kinderen, lezen en praten, Den Haag, 2002 Cijvat, Ina, Ouders betrekken bij de leesproblemen van hun kind, ppt, CPS, 2008, www.cps.nl/engine.php?Cmd=seepicture&P_site=589&P_self=9982&Random=1518124879 Geuzebroek, Nanda, Boekenseries maken nieuwsgierig : IJzersterk middel om te blijven lezen, In: Balans Magazine, 18e jrg., maart 2005. - Bilthoven : Balans, 2005 (www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=690) Geuzebroek, Nanda, Lezen moet leuk zijn : tijdschriften als stimulerend middel, In: Balans Belang, 18e jrg., januari 2005. - Bilthoven : Balans, 2005, (www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=690) Geuzebroek, Nanda, Luisterboeken, Nanda Geuzebroek adviseert vooral te genieten, Balans Magazine, juni 2008 Lenteren, Pjotr van, Twisten over de smaak van een ander (Leiden, 1999) Onderwijsverslag 2006/2007, mei 2008, blz. 166 (www.owinsp.nl) Plasterk, Ronald H.A., Programma leesbevordering Kunst van lezen, De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Den Haag ,17 maart 2008, brief 8.614 Smits, Anneke en Braams, Tom, Dyslectische kinderen leren lezen Stalpers, Cedric, Gevormd door leeservaringen. De relatie tussen leesattitude, het lezen van fictie en het voornemen van adolescenten om lid te blijven van de openbare bibliotheek, Utrecht 2005 Stoeldraijer, Joop, Recreatief lezen, JSW, jaargang 90, mei 2006 (www.makkelijklezenplein.nl/index.php?id=1008) Vernooy, Kees, Een goede woordenschat. De basis voor een goede schoolloopbaan. Digitale implementatiekoffer Taalbeleid Onderwijsachterstanden. December 2007, januari 2008 Vernooy, Kees, K, Effectief omgaan met risicolezers. Werken aan preventie en beter omgaan met leesproblemen. CPS onderwijsontwikkeling en advies, 2006.
57