Handleiding voor first responders op een radiologische noodsituatie GEZAMENLIJK GESPONSORD DOOR CTIF, IAEA, PAHO, WHO PUBLICATIEDATUM: OKTOBER 2006
EMERGENCY PREPAREDNESS AND RESPONSE EPR-FIRST RESPONDERS
2006 PUBLICATIEDATUM: OKTOBER 2006
IAEA-EPR-FIRST RESPONDERS Voorbereiding op en bestrijding van noodsituaties
Handleiding voor first responders op een radiologische noodsituatie GEZAMENLIJK GESPONSORD DOOR CTIF, IAEA, PAHO, WHO PUBLICATIEDATUM: OKTOBER 2006
Het oorspronkelijke gedeelte van deze publicatie in de IAEA was: Incident and Emergency Centre Internationale Organisatie voor Atoomenergie Wagramer Strasse 5 P.O. Box 100 A-1400 Wenen, Oostenrijk
HANDLEIDING VOOR FIRST RESPONDERS OP EEN RADIOLOGISCHE NOODSITUATIE WENEN, 2006 EPR-FIRST RESPONDERS (2006) © IAEA, 2006 Gedrukt door de IAEA in Oostenrijk Oktober 2006
VOORWOORD Onder Artikel 5.a(ii) van het Verdrag inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of een calamiteit met radioactieve stoffen (Bijstandsverdrag), bestaat een van de functies van de IAEA uit het verzamelen van informatie met betrekking tot nucleaire of radiologische noodsituaties en het verspreiden van deze informatie aan Staten die Partij zijn of Lidstaten. Zoals vermeld in de veiligheidsnormen serie nr. GS-R-2 van de IAEA ―Voorbereiding op en optreden bij radiologische noodsituaties‖, die de vereisten voor een afdoend niveau van voorbereiding op en reactie op een nucleaire of radiologische noodsituatie in elke staat, "moeten first responders alle praktische en geschikte acties ondernemen om de gevolgen van nucleaire of radiologische noodsituaties te minimaliseren…‖. De Algemene Conferentie van de IAEA blijft in resolutie GC(49)/RES/9 Lidstaten aanmoedigen om "…de relevante normen, procedures en praktische hulpmiddelen van de organisatie toe te passen…" en onderstreept "…de noodzaak dat first responders een geschikte training volgen voor het omgaan met ioniserende straling tijdens nucleaire en radiologische noodsituaties…‖. De publicatie is bedoeld als hulp bij het voldoen aan deze vereisten en aan Artikel 5 van het Bijstandsverdrag. Het doel ervan is praktische begeleiding te bieden voor degenen die in de eerste uren zullen reageren op een radiologische noodsituatie (hierna "first responders" genoemd) en voor nationale functionarissen die deze eerste reactie zullen ondersteunen. Het biedt begeleiding in de vorm van actiegidsen, instructies en ondersteunende gegevens die gemakkelijk door een staat kunnen worden toegepast om een basiscapaciteit op te bouwen om te reageren op een radiologische noodsituatie. Deze begeleiding moet worden aangepast aan de organisatorische schikkingen, taal, terminologie, operationeel concept en capaciteiten van de staat die de instructies gebruikt. Dit verslag, gepubliceerd als onderdeel van de IAEA-serie voor Voorbereiding op en optreden bij noodsituaties, vervangt en is gebaseerd op IAEA-TECDOC-1162 op het vlak van vroege reactie en acties van de first responders. Het houdt rekening met de lessen die zijn geleerd uit het gebruik van IAEA-TECDOC-1162, eerdere noodsituaties en onderzoek, terwijl het naleven van de Veiligheidsnormen reeks nr.GS-R-2 van de IAEA wordt gegarandeerd. Deze publicatie wordt mede gefinancierd door het Comité technique international de prévention et d‘extinction du feu (CTIF), the Pan American Health Organization (PAHO) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). De verantwoordelijke IAEA-functionarissen voor deze publicatie zijn E. Buglova en T. McKenna van de Afdeling voor nucleaire veiligheid en beveiliging.
NOOT VAN DE REDACTIE Het gebruik van specifieke benamingen van landen of gebieden houdt geen enkel oordeel in vanwege de uitgever, de IAEA, met betrekking tot de juridische status van dergelijke landen of gebieden, van hun overheidsinstanties en -instellingen of van de afbakening van hun grenzen. De vermelding van namen van specifieke bedrijven of producten (al dan niet aangegeven als geregistreerd) houdt geen enkele intentie in om eigendomsrechten te schenden en mag niet worden geïnterpreteerd als een goedkeuring of aanbeveling vanwege het IAEA.
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Achtergrond 1.2. Doelstelling 1.3. Omvang 1.4. Structuur
1 1 1 1 1
2. GRONDBEGINSELEN 2.1. De radiologische noodsituatie 2.2. Het gevaar 2.3. Bescherming van de responders en het publiek 2.4. Belangrijke lessen uit de eerste respons op eerdere noodsituaties 2.5. Algemene concepten 2.5.1. Concept van de operaties 2.5.2. Organisatie van de reactie 2.5.3. Eerste beoordeling en inrichting van reactiezones en faciliteiten
2 2 2 4 5 6 6 9
3. GEBRUIK VAN BEGELEIDING
13
SECTIE A ACTIERICHTLIJNEN VOOR DE INCIDENT COMMANDER AG.1. Algemene respons ter plaatse op een radiologische noodsituatie AG.2. Respons op een verloren of gestolen potentieel gevaarlijke bron
15 17 20
SECTIE B ACTIERICHTLIJNEN VOOR SPECIFIEKE FIRST RESPONDERS AG.3. Coördinator hulpmiddelen AG.4. Brandweer AG.5. Medische spoeddiensten (EMS) AG.6. Team voor ordehandhaving/beveiliging AG.7. Managementteam forensisch bewijsmateriaal (FEMT) AG.8. Functionaris/team publieksvoorlichting (PIO) AG.9. Lokaal ziekenhuis AG.10. Nationaal centrum voor spoedacties (EOC) AG.11. Persoonlijke dosismeter
21 23 25 26 27 28 29 30 32 33
SECTIE C INSTRUCTIES Instructie 1. Beoordeling van het gevaar en opstelling van binnenin afgezet gebied Instructie 2. Richtlijnen voor personeelsbescherming Instructie 3. Richtlijnen voor de bescherming van het publiek Instructie 4. Registratie van het publiek Instructie 5. Controle van het publiek en de responders Instructie 6. Decontaminatie van het publiek Instructie 7. Contaminatiecontrole voor hulpverleners Instructie 8. Controle/decontaminatie van voertuigen en apparatuur Instructie 9. Veldtriage voor groot aantal slachtoffers
35
10
37 40 42 44 45 47 49 50 52
SECTIE D RESPONSKAARTEN BIJLAGEN Bijlage I. Registratieformulier Bijlage II. Voorbeelden persberichten Bijlage III. Minimale capaciteit voor effectieve eerste respons Bijlage IV. Veelgestelde vragen bij radiologische noodsituaties: voorgestelde antwoorden
53
61 62 67 69
ANNEX: BASIS VOOR RADIOLOGISCHE CRITERIA
73
REFERENTIES
77
AFKORTINGEN EN DEFINITIES
79
MEDEWERKERS AAN ONTWERP EN REVISIE
85
1. INLEIDING 1.1. ACHTERGROND Radiologische noodsituaties 1 zijn noodsituaties waarbij radioactief materiaal betrokken is en die overal kunnen optreden. Deze situaties omvatten [1]: Ongecontroleerde (achtergelaten, verloren, gestolen of gevonden) gevaarlijke bronnen2; Misbruik van gevaarlijke industriële en medische bronnen (bv. bronnen gebruikt bij radiografie); Publieke blootstelling en contaminatie van onbekende herkomst; Ernstige, te lange blootstelling3; Kwaadaardige bedreigingen/daden; en Transportnoodsituaties. De ervaring toont dat lokale hulpdiensten (bv. lokale medische diensten, ordehandhavers en brandweerdiensten) de belangrijkste rol spelen bij de vroege reactie op een radiologische noodsituatie. Binnen enkele uren kunnen ook nationale functionarissen een belangrijke rol moeten spelen als ondersteuning van de respons op lokaal niveau. 1.2. DOELSTELLING De doelstelling van deze publicatie is het bieden van praktische begeleiding voor de personen die in de eerste uren op een radiologische noodsituatie reageren. Dit omvat het personeel van de hulpdiensten die in eerste instantie zouden reageren op lokaal niveau en de nationale functionarissen die deze vroege reactie zouden ondersteunen. 1.3. OMVANG Deze publicatie biedt hulp aan de hulpdiensten die reageren op radiologische noodsituaties. Het gaat niet over de respons op noodsituaties die faciliteiten of operaties impliceren waarvoor specifieke noodmaatregelen ontwikkeld en van kracht zouden moeten zijn, zoals vereist door de Veiligheidsvoorschriften nr. GSR-2 [1]. Richtlijnen inzake de respons op radiologische noodsituaties die niet in deze publicatie zijn opgenomen, zijn terug te vinden in Bijlage 7 van Referentie [2]. Deze publicatie heeft ook geen betrekking op andere types van gevaarlijke stoffen zoals chemicaliën of biologische risico‘s.
1
Valt onder gevarencategorie IV in de Veiligheidsvoorschriften nr. GS-R-2 (Ref [1]). Radioactief materiaal dat, indien niet onder controle, aanleiding kan geven tot voldoende blootstelling om ernstige deterministische gezondheidsproblemen te veroorzaken (bijv. kan worden aangeraakt door een burger die zich niet bewust is van het gevaar). 3 Te lange blootstelling die kan leiden tot deterministische gezondheidsproblemen. 2
Deze publicatie komt overeen met de Veiligheidsvoorschriften nr. GS-R-2 [1] en de concepten die in Referentie [2] zijn opgenomen. Het is gebaseerd op en vervangt de richtlijnen in IAEA-TECDOC-1162 [3] op het vlak van vroege reactie en acties van de first responders. 1.4. STRUCTUUR Sectie 2 behandelt de basisconcepten en -voorwaarden die moeten worden begrepen om deze publicatie doeltreffend te gebruiken en Sectie 3 beschrijft hoe de richtlijnen kunnen worden toegepast. De rest van deze publicatie, Secties A, B en C, is opgemaakt in een vorm die eenvoudig kan worden omgezet in richtlijnen voor gebruik door first responders. Sectie A bevat actierichtlijnen voor de incident commander (IC) en de algemene leiding van de first response, terwijl Sectie B actierichtlijnen bevat voor specifieke responders en teams die zullen reageren binnen een korte termijn onder de leiding van de IC. De actierichtlijnen Secties A en B dienen als basis voor de training. Sectie C bevat instructies over de manier waarop verschillende taken die worden gevraagd door de actierichtlijnen, moeten worden uitgevoerd. Sectie D verschaft kaarten die, door middel van opsommingstekens, de actierichtlijnen in de Secties A en B samenvatten. Deze kaarten zijn bedoeld om door het personeel van de hulpdiensten te worden gebruikt op het terrein tijdens een reële respons. Bijlage I bevat een registratieformulier voor de personen die betrokken zijn bij een radiologische noodsituatie. Bijlage II bevat voorbeelden van persberichten en publieksvoorlichtingen voor verschillende radiologische noodsituaties. Bijlage III beschrijft de schikkingen met betrekking tot voorbereiding op noodsituaties, die klaar moeten zijn om deze richtlijnen effectief te gebruiken. Bijlage IV bevat antwoorden op enkele veelgestelde vragen in geval van een radiologische noodsituatie. Bijlage I geeft een korte beschrijving van de basis voor de radiologische criteria die in deze publicatie worden gebruikt. 2. GRONDBEGINSELEN 2.1. DE RADIOLOGISCHE NOODSITUATIE De reacties op radiologische en chemische noodsituaties lijken sterk op elkaar. In beide gevallen is het mogelijk dat onze zintuigen (bijv. reukzin of zicht) gevaarlijke niveaus van een stof niet kunnen detecteren. Daarom wordt de eerste respons vaak uitgevoerd op basis van secundaire indicaties van de gevaren, zoals etiketten, tekens of plakkaten die de aanwezigheid van een gevaarlijke stof, het optreden van medische symptomen bij blootgestelde personen of aflezingen van gespecialiseerde instrumenten aangeven. Zowel bij radiologische als bij chemische noodsituaties zijn de belangrijkste doelstellingen van de respons: - het beschermen van het publiek; en - het beschermen van het personeel van de hulpdiensten tijdens de respons.
Toch zijn er verschillen: - Responders hebben doorgaans geen ervaring met noodsituaties met stralingsgevaar aangezien deze zeldzaam zijn; - Zelfs zeer lage niveaus van straling, die geen substantieel risico inhouden, kunnen zeer snel worden opgespoord met eenvoudige, algemeen beschikbare instrumenten; - Radioactieve stoffen kunnen een blootstelling aan straling veroorzaken, zelfs wanneer personen niet in contact zijn met deze stoffen; - De gevolgen voor de gezondheid die voortvloeien uit blootstelling aan straling kunnen soms pas dagen, weken of zelfs jaren later optreden4; en - Het publiek, de media en de responders hebben vaak een overdreven angst voor straling. Zowel bij chemische als radiologische noodsituaties zijn de first responders vaak dezelfde personen in de beginfase van de reactie (gebeurt doorgaans door lokale functionarissen en personeel van hulpdiensten). Bovendien zouden de basisacties van de first responders bij radiologische noodsituaties normaal niet mogen verschillen van de acties bij de respons op noodsituaties waarbij andere gevaarlijke stoffen zijn betrokken. 2.2. HET GEVAAR In deze publicatie wordt elk item, elke stof of elk apparaat dat blootstelling aan straling kan veroorzaken, een "bron" genoemd; een radioactieve stof in de vorm van rook, poeder of vloeistoffen wordt "contaminatie" genoemd en wanneer een dergelijke stof terechtkomt op een oppervlak, object of persoon, worden ze besmet. Een bron wordt bestempeld als ‗gevaarlijk‘ als deze aanleiding kan geven, aangezien het niet onder controle is, tot voldoende blootstelling om ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid te hebben5 [1]. Radiologische noodsituaties kunnen ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid hebben. Toch is het belangrijk zich te realiseren dat andere gevaren dan straling (bv. brand, explosieven) een veel groter risico voor de gezondheid kunnen betekenen. Hoewel blootstelling aan straling ook kan leiden tot kankerinductie op lange termijn, is het erg onwaarschijnlijk dat een radiologische noodsituatie zal leiden tot een merkbare toename van het incidentiecijfer van kanker onder het publiek of de responders. Daarom zijn het de ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid, waarbij blessures en schade een onvermijdelijk gevolg zijn van de blootstelling, die van het grootste belang zijn voor first responders. 4
Chemicaliën kunnen ook uitgestelde gevolgen hebben, zoals kankerinductie, maar de onmiddellijke gevolgen voor de gezondheid zijn vaak de hoofdbekommernis. 5 Deterministische gevolgen voor de gezondheid die fataal of levensbedreigend zijn of een permanente blessure (bijv. zware brandwonden) die de levenskwaliteit vermindert, tot gevolg hebben.
Radioactieve stoffen hebben twee gevaren: externe en interne. Sommige types radioactieve stoffen (bv. gammastralers) geven straling af die gevaarlijk kan zijn buiten het lichaam. Het gevaar ontstaat dus door een factor die externe blootstelling wordt genoemd. Dit betekent dat hoe langer en hoe dichter een persoon bij een bron is, hoe groter het gevaar is. Het oprapen van een gevaarlijke bron is bijzonder gevaarlijk. De analyse van eerdere noodsituaties heeft aangetoond dat het vasthouden of dragen (bijv. in een zak) van een gevaarlijke bron gedurende slechts enkele minuten, ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid kan hebben. Daarom moesten inspanningen worden geleverd om te voorkomen dat mogelijk radioactieve stoffen (bijv. fragmenten van een explosie) werden aangeraakt. Beperkte verblijven (van enkele minuten) in de buurt van een gevaarlijke stof6, bijvoorbeeld om levens te redden, mag echter niet leiden tot ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid. Een andere mogelijkheid is dat contaminatie op de huid terechtkomt en zware brandwonden veroorzaakt. Dit is waarschijnlijk alleen mogelijk bij contact met een lekkende of gemorste radioactieve stof uit een container. Zoals hieronder wordt besproken, kan besmette huid ook bijdragen tot een gevaar op interne contaminatie door onopzettelijke opname. Een radioactieve stof kan ook gevaarlijk zijn wanneer het in het lichaam terechtkomt, via inademing, opname of open wonden. Dit wordt interne contaminatie genoemd. Inademing van een radioactieve stof binnen ongeveer 100 meter van een brand of een explosie waarbij een zeer grote gevaarlijke bron is betrokken, kan potentieel ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid veroorzaken. Dit is echter waarschijnlijk alleen mogelijk wanneer de persoon geen ademhalingsbescherming heeft en in de rook staat gedurende het grootste deel van de periode dat de rook vrijkomt. Onopzettelijke opname van contaminatie (bv. als gevolg van eten met besmette handen) kan eveneens ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid hebben. Dit is echter waarschijnlijk alleen mogelijk wanneer de persoon in direct contact is gekomen met een stof die uit een bron is gemorst of gelekt. Een brand, explosie of menselijke activiteiten waarbij een zeer gevaarlijke bron is betrokken, kunnen resulteren in contaminatieniveaus van de grond die, in overeenstemming met de Veiligheidsvoorschriften nr. GS-R-2 [1], een verhuizing van de bevolking of een schoonmaak rechtvaardigen door de mogelijke gevolgen van langdurige blootstelling (bijv. jaren) voor de gezondheid. Een verblijf van zelfs meerdere maanden in besmette gebieden met niveaus die gelijk zijn aan deze internationale normen, zal echter niet resulteren in ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid, zelfs niet bij de gevoeligste inwoners (bijv. zwangere vrouwen). Een andere zorg kan de besmette watervoorraad zijn. Het is waarschijnlijk onmogelijk om een openbare watervoorraad te besmetten tot een niveau dat 6
In de veronderstelling dat het gaat over een niet-afgeschermde 100 TBq (3000 Ci) Cs-137 bron.
ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid kan veroorzaken. Het is echter mogelijk watervoorraden te besmetten tot niveaus boven de internationale normen [1]. In dit geval is het aanbevolen vervangingswater te voorzien. Deze internationale normen zijn echter ingesteld op niveaus die ruim onder de niveaus liggen die ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid kunnen veroorzaken, zelfs wanneer het water gedurende een jaar wordt geconsumeerd. Water dat besmet is tot op een niveau dat vele malen hoger is dan deze internationale normen, kan gedurende maanden worden geconsumeerd, zonder dat ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid worden veroorzaakt, zelfs bij de gevoeligste bewoners. Besmet afval van responsacties, zoals het water dat werd gebruikt voor de decontaminatie, mag geen gevaar voor de gezondheid opleveren. Om echter latere schoonmaakkosten te beperken en de angst bij het publiek te verminderen, moeten redelijke inspanningen worden geleverd om de verspreiding van de contaminatie te minimaliseren. Deze inspanningen mogen echter geen andere responsacties vertragen. Alle ernstige nucleaire en radiologische noodsituaties hebben ertoe geleid dat het publiek bepaalde acties ondernomen heeft die ongeschikt7 en onverantwoord waren, en die resulteerden in zeer nadelige psychologische en economische gevolgen. Dit zijn de ernstigste negatieve gevolgen van talrijke radiologische noodsituaties geweest. Deze gevolgen kwamen zelfs voor bij noodsituaties met weinig of geen radiologische gevolgen en resulteerden in hoofdzaak uit het feit dat het publiek geen verstaanbare en consequente informatie kreeg van officiële bronnen. Het publiek heeft uitleg nodig in duidelijke taal over het gevaar en de bijhorende risico‘s en beschermende acties die moeten worden genomen om de risico‘s te verminderen, de openbare veiligheid te garanderen en de belangen van het publiek te beschermen. Het is belangrijk te beseffen dat dit geldt voor elke gebeurtenis die door het publiek of de media als een ernstige noodsituatie wordt beschouwd. 2.3. BESCHERMING VAN DE RESPONDERS EN HET PUBLIEK Zelfs zonder apparatuur responspersoneel en het beschermen door zich aan Sectie C te houden. De basisprincipes8: -
voor de opsporing van straling, kunnen het publiek zich bij een radiologische noodsituatie de beschermingsrichtlijnen in Instructies 2 en 3 in richtlijnen zijn opgebouwd volgens de volgende
Vermijd het aanraken van vermoedelijk radioactieve objecten;
7
Ongeschikte acties omvatten bijvoorbeeld discriminatie van mogelijk blootgestelde personen, spontane evacuatie, weigering om producten van de staat of het gebied te kopen en onverantwoorde beëindiging van de zwangerschap. 8
Een stralingsdeskundige zou echter zo snel mogelijk een beoordeling moeten uitvoeren van de radiologische omstandigheden.
-
-
Voer alleen levensreddende of andere kritieke taken uit nabij een mogelijk gevaarlijke radioactieve bron; Vermijd de rook of gebruik de beschikbare ademhalingsbescherming (voor responspersoneel) binnen 100 meter van een brand of explosie waarbij een mogelijk gevaarlijke radioactieve bron is betrokken; Houd handen weg van de mond en rook, eet of drink niet tot uw handen en gezicht gewassen zijn (om onopzettelijke opname te vermijden); Verander van kledij en neem zo snel mogelijk een douche.
De mogelijke aanwezigheid van een radioactieve stof mag het personeel van de hulpdiensten niet verhinderen onmiddellijk levensreddende en andere kritieke acties uit te voeren. Er is weinig tot geen risico voor het responspersoneel, op voorwaarde dat ze voorzorgen nemen zoals aangegeven in Instructie 2, ―Richtlijnen voor personeelsbescherming‖. Personen die mogelijk in hoge mate werden besmet of blootgesteld (bijv. personen in de intern afgebakende zone, zoals beschreven in Sectie 2.5.3) moeten worden gecontroleerd op radioactieve contaminatie. Indien de controle niet onmiddellijk kan gebeuren, moeten ze zo snel mogelijk douchen en van kledij veranderen. Een medische evaluatie van de personen die mogelijk werden blootgesteld en/of besmet kan nodig blijken om te bepalen welke medische behandeling moet worden toegepast. Daarom moeten de personen die bij een radiologische noodsituatie zijn betrokken, worden geregistreerd. Er moeten duidelijke instructies/inlichtingen worden gegeven aan het publiek zodat de aanbevolen acties efficiënt kunnen worden uitgevoerd, overmatige zorgen worden verminderd en psychologische en economische gevolgen worden geminimaliseerd. Bovendien moeten het publiek en de responders eraan worden herinnerd dat berichten van niet-officiële bronnen fout of misleidend kunnen zijn. Ze mogen alleen reageren op basis van informatie van officiële bronnen. Het is belangrijk te onthouden dat instrumenten voor het meten van de gammadosis van het type dat doorgaans door hulpdiensten wordt gebruikt, waaronder stralingspagers, niet in staat zijn gevaarlijke niveaus van alle vormen van radioactieve stoffen te detecteren. Alleen een getrainde en goed uitgeruste stralingsdeskundige kan een volledige beoordeling van de radiologische gevaren maken. Daarom moeten de richtlijnen voor de personeelsbescherming en de bescherming van het publiek (respectievelijk Instructies 2 en 3) altijd worden opgevolgd tot een stralingsdeskundige het gevaar evalueert en specifieke aanbevelingen verschaft. 2.4. BELANGRIJKE LESSEN UIT DE EERSTE RESPONS OP EERDERE NOODSITUATIES
Een analyse van eerdere responsen op noodsituaties heeft aangetoond dat bij de ontwikkeling van maatregelen voor een doeltreffende eerste respons, rekening moet worden gehouden met de volgende lessen. (1) Duidelijke toewijzing van taken en verantwoordelijkheden: -
-
-
Het feit dat er geen individuele persoon duidelijk werd aangeduid om de volledige responsactie te leiden en er geen andere verantwoordelijkheden duidelijk werden toegewezen, heeft bijgedragen tot een inefficiënte eerste respons en geleid tot vermijdbare gezondheids-, economische en psychologische gevolgen. Nationale functionarissen waren niet doeltreffend bij het leiden van de eerste respons. Alleen lokale functionarissen zouden de eerste respons moeten leiden met, indien nodig, de hulp van de nationale overheidsinstanties. De aankomst van ongevraagde middelen en vrijwilligers kan de respons verstoren wanneer deze niet middelen en vrijwilligers niet werden gepland. Alleen een stralingsdeskundige kan de radiologische omstandigheden volledig inschatten9.
(2) Het publiek op de hoogte houden: -
-
-
-
Het feit dat er niet één enkele bron voor alle officiële informatie werd voorzien en er niet onmiddellijk op een gecoördineerde, verstaanbare en consistente manier werd gereageerd op de bezorgdheid van het publiek en de media, heeft bijgedragen tot belangrijke economische en psychologische gevolgen en heeft ervoor gezorgd dat het publiek ongegronde acties heeft ondernomen die meer kwaad dan goed hebben gedaan10. Er is niet efficiënt omgegaan met de media-interesse, waaronder verslaggevers die binnen enkele uren ter plaatse waren. Er kan immense media-interesse worden verwacht. Niet-geïnformeerde mensen, die zich als deskundigen voordoen (bijv. lokale artsen, leraren wetenschappen, enz.), kunnen verkeerde en misleidende informatie geven waardoor mensen ongegronde acties ondernemen. Er werden verloren of gestolen gevaarlijke radioactieve items teruggevonden nadat openbare aankondigingen een beschrijving van de items en het bijhorende gevaar hadden gegeven.
(3) De medische respons beheren:
9
Zelfs zonder de resultaten van een radiologische beoordeling zal een persoon die de basisrichtlijnen van Instructies 2 en 3 volgt, naar behoren beschermd zijn tegen nagenoeg alle radiologische noodsituaties. 10 Een enkele locatie, van waaruit alle responsorganisaties informatie verspreiden, is de beste oplossing om gecoördineerde en consistente informatie te verstrekken aan het publiek en de media.
-
-
-
-
Medische specialisten hebben geweigerd mogelijk besmette slachtoffers te behandelen omdat ze niet correct waren geïnformeerd over de risico‘s en de persoonlijke bescherming. Mensen die niet werden blootgesteld, besmet of gewond, maar bezorgd waren over hun gezondheid (bezorgde burgers) hebben zich op eigen kracht aangeboden bij lokale ziekenhuizen en hebben zo de mogelijkheid van de ziekenhuizen om de gewonden te behandelen, verhinderd (vooral wanneer deze gewonden later aankwamen). Duizenden mensen (ongeveer 10% van de lokale bevolking) hebben gevraagd om te worden gecontroleerd nadat ze via de media hadden vernomen dat er zich een radiologische noodsituatie had voorgedaan op een openbare plaats [4]. Medische beroepsmensen (lokale dokters) zijn vaak de eersten om een radiologische noodsituatie te ontdekken wanneer ze symptomen herkennen die wijzen op de mogelijkheid van blootstelling aan straling van hun patiënten.
(4) De ordehandhaving/ het forensische bewijsmateriaal beheren: -
-
-
-
Terroristen of verdachte criminelen kunnen zich tussen het publiek bevinden en kunnen een bedreiging vormen voor de mensen die instaan voor de behandeling of de controle. Het is mogelijk dat belangrijke inlichtingen en informatie verloren gaan wanneer alle ter plaatse gevonden of verzamelde items niet als bewijsmateriaal worden behandeld. Evacuatiepunten, verzamelplaatsen, enz., werden in het verleden door terroristen en criminele groepen gezien als de ideale locatie voor boobytraps of secundaire apparaten. Waardevol forensisch bewijsmateriaal is verloren geraakt of vernietigd omdat responders er zich niet van bewust waren dat vele van hun acties (bijv. niet markeren en bewaren van besmette items of ontsmetten) bewijsmateriaal kunnen vernietigen.
(5) Communiceren tijdens een noodsituatie: -
-
Lokale telefoonsystemen (met inbegrip van mobiele telefoon- en gsmsystemen) zijn tijdens noodsituaties uitgevallen door overbelasting nadat het publiek zich bewust werd van de noodsituatie. Omwille van veiligheidsredenen kunnen mobiele telefoons ter plaatse worden verstoord.
2.5. ALGEMENE CONCEPTEN De actierichtlijnen in Secties A en B werden ontwikkeld voor specifieke noodmaatregelen op basis van specifieke noodorganisaties, -faciliteiten en het concept van operaties zoals hieronder samengevat.
Er wordt verondersteld dat de organisatorische structuur gelijkaardig zal zijn met het ―incidentcommandosysteem‖ (ICS) zoals beschreven in Bijlage 13 van Referentie [2]. Het belangrijkste kenmerk van het ICS is dat er een enkele incident commander (IC) moet zijn, die mogelijk ondersteund wordt door een stuurgroep die verantwoordelijk is voor het leiden van de respons van alle organisaties die reageren op de noodsituatie. De persoon met de hoogste rang van de eerste respons moet de eerste IC zijn. Tijdens de eerste fases van een radiologische noodsituatie zal dit normaal de brandweercommandant of de ordehandhaver met de hoogste rang zijn. Tijdens de respons op noodsituaties waarbij verschillende rechtsgebieden of nationale belangen betrokken zijn, kan de IC veranderen. Bij deze noodsituaties kan de functie van IC worden overgedragen van de eerste IC van de first responders naar een bevoegde lokale of nationale functionaris en kan deze functie worden ondersteund door een stuurgroep die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lokale en nationale organisaties. Een ander basisconcept van het ICS is dat dezelfde basisorganisatie-elementen en dezelfde namen van de responsfaciliteit of locatie worden gebruikt voor alle noodsituaties zodat responsmiddelen onmiddellijk na hun aankomst kunnen worden geïntegreerd. 2.5.1. Concept van operaties De doelstellingen van de eerste respons zijn: - Onmiddellijk alle redelijke acties uitvoeren voor de bescherming van het publiek om zo radiologische en niet-radiologische (bv. psychologische) gevolgen voor de gezondheid te minimaliseren; - Het personeel van de hulpdiensten beschermen tijdens de responsoperaties; - Alle informatie die nuttig kan zijn om de gevolgen voor de gezondheid te beheren, verzamelen en beschermen voor ordehandhavingsdoeleinden en gelijkaardige noodsituaties in de toekomst voorkomen; - Het vertrouwen van het publiek in de respons bouwen en behouden; - Een basis verschaffen voor een verlengde/verspreide respons.
Het concept van de operaties dat hier wordt beschreven, is bedoeld voor de respons op een radiologische noodsituatie waarbij het publiek mogelijk kan worden blootgesteld. Het concept van de operaties is gebaseerd op de volgende principes: - Lokale functionarissen zijn verantwoordelijk voor de eerste respons; - De IC kan ondersteuning vragen en krijgen (die vooraf werd gepland) van het nationale niveau (nationale teams); en - Nationale functionarissen zijn verantwoordelijk voor de nationale respons, ondersteuning van de lokale respons en voor het eventueel aanvragen van internationale hulp.
De eerste respons wordt doorgaans geactiveerd door een verslag van een mogelijke radiologische noodsituatie of door het ontvangen van een bericht waarin wordt gedreigd dat radioactieve stoffen zullen worden gebruikt voor boosaardige doeleinden. Dergelijke verslagen of bedreigingen zullen worden ontvangen door of doorgegeven aan een lokale nooddispatchcentrum (de initiatiefnemer voor de respons). Dit centrum zal de hulp vragen van het Nationaal centrum voor spoedacties (EOC) voor het beoordelen van bedreigingen, en zal onmiddellijk personeel van de lokale hulpdiensten naar de plaats van de potentiële noodsituatie sturen 11. Zoals aangegeven in Figuur 1, houdt dit doorgaans ordehandhaving, brandweer en medische hulpdiensten (ziekenwagen en eerste hulp) in. We mogen veronderstellen dat de first responders noch de ervaring, noch de uitrusting hebben om radiologische gevaren te beoordelen. Daarom moeten first responders zichzelf en het publiek altijd beschermen door de richtlijnen voor de personeelsbescherming en voor de bescherming van het publiek die in deze publicatie zijn opgenomen (Instructies 2 en 3 in Sectie C), na te leven. Ze moeten aannemen dat er een potentieel radiologisch gevaar aanwezig is tot een stralingsdeskundige een beoordeling heeft gemaakt en dit vermoeden bevestigt of verwerpt. De persoon met de hoogste rang van de hulpdiensten die ter plaatse komen, zal de rol van IC vervullen en zal de actierichtlijnen in Sectie A volgen om de volledige respons te leiden. De IC zal zo snel mogelijk de respons leiden vanaf de incidentcommandopost (ICP) die gesitueerd is op een veilige en beveiligde plaats nabij de locatie van de noodsituatie. Bij een complexe respons of voor gebeurtenissen met verschillende operatiegebieden, kan de IC een lokale controleur aanduiden om de operationele respons op de locatie of in elk operatiegebied te beheren. Zodra de IC beseft dat de respons bijkomende middelen vereist, zal de IC extra lokale middelen vragen om de respons uit te breiden, zoals weergegeven in Figuur 2. Deze extra lokale middelen zullen worden ingezet onder leiding van de IC en zullen de actiegidsen in Sectie B opvolgen. De IC zal het nationale EOC vragen advies te geven bij de respons op het radiologische gevaar en een stralingsdeskundige/team van stralingsdeskundigen ter beschikking te stellen. Nationale ondersteuning wordt verondersteld binnen de dag ter plaatse te zijn. In geval van boosaardige daden, zal beveiliging worden voorzien in alle openbare zones waar responders contact hebben met het publiek, zoals eerstehulpposten of zones voor de controle/decontaminatie van het publiek. Er zullen acties worden ondernomen worden om mogelijk bewijsmateriaal te behouden. Indien van toepassing, zal onmiddellijk een openbare aankondiging worden opgemaakt waarmee het publiek op de hoogte wordt gebracht van de acties die moeten worden ondernomen. Het lokale ziekenhuis wordt ervan op de hoogte gebracht dat het mensen mag verwachten die op eigen houtje naar het 11
Het nationale EOC kan ook internationale hulp vragen via het IAEA.
ziekenhuis gaan om te worden behandeld. Daarom zal het worden opgedragen de gepaste controles en maatregelen voor te bereiden. We mogen aannemen dat de noodsituatie intense media-aandacht zal krijgen zodat reeds enkele uren na het begin van de noodsituatie nationale en lokale zenders live verslag zullen uitbrengen. Daarom moet de IC onmiddellijk een lokale functionaris voor publieke informatie aanduiden die met nationale en lokale functionarissen zal samenwerken om zeker te zijn dat het publiek nuttige, verstaanbare en consistente informatie krijgt van een enkele lokale bron. Voor een noodsituatie met aanzienlijke mediabelangstelling zal zo snel mogelijk een publiek informatiecentrum (PIC) worden opgericht in de nabijheid van de plaats van de noodsituatie. Vanaf dit centrum zal alle lokale en nationale informatie op een gecoördineerde manier worden verstrekt. Nationale functionarissen zullen nationale zaken aanpakken mits een volledige coördinatie met de lokale functionarissen. Tot slot zullen de nationale functionarissen die de nationale respons leiden, zich zo snel mogelijk op dezelfde locatie installeren als de IC in het ICP als onderdeel van een stuurgroep.
FIG. 1. Organisatie eerste respons. FIG. 2. Organisatie respons op lokaal niveau binnen enkele uren. * Maakt mogelijk geen deel uit van een vooraf vastgestelde teamfunctie, kan worden uitgevoerd door een stralingsdeskundige indien deze ter plaatse is ** Optioneel — indien nodig Commandogroep Functionaris/team publieksvoorlichting (in PIC) Ziekenhuis Team ordehandhaving/beveiliging Managementteam forensisch bewijsmateriaal Medische spoeddienst Brandweer Nationaal EOC - Stralingsdeskundige - Overige nationale ondersteuning Brandweer Medische spoeddienst Nationaal EOC - Stralingsdeskundige - Overige nationale ondersteuning Team ordehandhaving/beveiliging Coördinator 24-uren planning Coördinator hulpmiddelen (op verzamelplaats) Incident commander (op ICP) Controleur ter plaatse** Persoonlijke dosismeter* Persoonlijke dosismeter* Incident commander (op ICP) Responsinitiator Planningsfunctie Operationele functie
2.5.2. Organisatie van de respons De lokale respons kan het volgende inhouden, zoals weergegeven in Figuren 1 en 2. Een responsinitiator 12 is verantwoordelijk voor het ontvangen van de eerste melding van een mogelijke radiologische noodsituatie, het verzamelen van basisinformatie over de noodsituatie, het verstrekken van een eerste advies aan de beller, het verwittigen en dispatching van de lokale hulpdiensten naar de plaats en het laten beoordelen van de bedreiging. Deze functie is 24 uren per dag en 7 dagen per week operationeel. De responsinitiator kan de dispatcher/communicator van dienst van een hulpdienst zoals de ordehandhaving of de brandweer zijn. Een bevelfunctie wordt opgezet om de volledige respons te leiden. Er wordt een algemene bevelstructuur gebruikt die een commandogroep kan bevatten. De IC voert het bevel over de volledige respons en leidt de commandogroep. Volgens de behoeften, kan de IC de bevoegdheid voor bepaalde activiteiten delegeren aan anderen, bijv. aan de controleur te plaatse, de functionaris of het team voor publieksvoorlichting, enz., zoals hieronder uiteengezet. De IC en de commandogroep opereren doorgaans vanaf de incidentcommandopost (ICP). De bevelfunctie kan het volgende omvatten: -
-
Een incident commander (IC) die de leiding heeft over de respons op de noodsituatie. Een commandogroep die de IC ondersteunt. De commandogroep kan bestaan uit lokale en nationale overheidsvertegenwoordigers (of verbindingsofficiers) die verantwoordelijk zijn voor de conventionele responsfuncties of voor de radiologische responsfuncties. Een functionaris of team voor publieksvoorlichting (PIO) die verantwoordelijk is voor het informeren van de media en het publiek en voor het coördineren met alle bronnen van officiële informatie om te garanderen dat consistente informatie aan het publiek wordt geleverd13.
Een nationaal centrum voor spoedacties (EOC) is het centrum op nationaal niveau dat klaar is om de aanvragen voor bijstand van het lokale niveau te ontvangen. Dit is het centrum waarmee contact moet worden opgenomen om de stralingsdeskundige aan te vragen, advies te verlenen over de respons van de stralingsdeskundige en van waaruit lokale en nationale mediaberichten zullen worden gecoördineerd tot het Centrum voor publieksvoorlichting (PIC) is opgesteld. Het EOC coördineert de ondersteuning die op nationaal niveau wordt geboden aan de lokale respons.
12
Deze publicatie biedt geen begeleiding voor de responsinitiator. Voor een omvangrijke noodsituatie zouden ze het Centrum voor publieksvoorlichting opstellen en leiden om gecoördineerde lokale en nationale persberichten te garanderen. 13
Een planningsfunctie wordt opgesteld om de hulpmiddelen te plannen, te verkrijgen en te coördineren. De planningsfunctie kan het volgende omvatten: -
-
Een coördinator van hulpmiddelen die verantwoordelijk is voor: het inrichten van de verzamelplaats, het bepalen van de benodigde middelen, het aanvragen van de nodige bijstand en het integreren van de bijstand (inclusief ongevraagde bijstand) in de respons wanneer deze wordt geleverd. Een 24-uren planningscoördinator die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van actieplannen voor incidenten. Deze plannen bepalen de responsactiviteiten en de toewijzing van hulpmiddelen voor de volgende 12 tot 24 uur, voor de rest van de noodfase en tot slot voor het herstel op lange termijn14.
Een operationele functie wordt opgesteld voor het implementeren van de actieplannen voor incidenten (responsactiviteiten). Voor een kleine noodsituatie kan de IC de operaties leiden, maar voor een belangrijke noodsituatie kan de coördinatie van operaties de aanstelling van een controleur ter plaatse vereisen. De operationele functies kunnen het volgende inhouden. -
-
-
-
14
Controleur(s) ter plaatse die verantwoordelijk is voor het operationele beheer van de responsacties op de plaats van de noodsituatie, zoals bevolen door de IC. De controleur ter plaatse rapporteert aan de IC en is doorgaans de persoon met de hoogste rang van de responsteams ter plaatse. De brandweer is standaard verantwoordelijk voor het instellen van de intern afgebakende zone, het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties, triage en eerste hulp (tot aflossing door de medische hulpdiensten), omgaan met conventionele gevaren (bv. branden, gevaarlijke stoffen), de toerekenbaarheid van de responders; het verwerken, registreren, controleren en ontsmetten van het publiek en het controleren en ontsmetten van de responders. De Medische spoeddienst (EMS) is verantwoordelijk voor het verstrekken van medische respons ter plaatse, het informeren van de medische transportdienst en het lokale ontvangende ziekenhuis over de risico‘s en de te nemen beschermende acties en het organiseren van een tijdelijke dodenzone. Een ordehandhavings-/veiligheidsteam is doorgaans verantwoordelijk voor het vaststellen van de veiligheidsperimeter en het bieden van veiligheid voor zones buiten de veiligheidsperimeter, met inbegrip van: ICP, ziekenhuis, verzamelplaats en PIC. Dit team is verantwoordelijk voor het bieden van veiligheid bij: de registratie van het publiek, de triage/eerste hulp en de controle-/decontaminatiezones. Het team is verantwoordelijk voor het beheer van bewijsmateriaal tot de aflossing door het forensische team.
De planning op lange termijn en de herstelfasen worden in een zeer vroege fase van de gebeurtenis gestart.
-
-
-
Een managementteam voor forensisch bewijsmateriaal (FEMT) is verantwoordelijk voor het verzamelen, onderzoeken en controleren van bewijsmateriaal, het verspreiden van informatie en inlichtingen afkomstig van de locatie via de IC en het formuleren van een strategie met prioriteiten met betrekking tot het onderzoek van de locatie. Een persoonlijke dosismeter is een persoon die is uitgerust en getraind om basisinstrumenten voor het controleren van straling te gebruiken, maar geen erkende stralingsdeskundige is. Hij/zij zal alleen eenvoudige beoordelingstaken uitvoeren. In de meeste gevallen zal de persoonlijke dosismeter niet onmiddellijk beschikbaar zijn en moet deze worden aangevraagd bij een gebruiker van radioactieve stoffen in de omgeving (bijv. ziekenhuis, universiteit, onderzoeksreactor). Een stralingsdeskundige/team van stralingsdeskundigen15 zal in de meeste gevallen de eerste uren niet beschikbaar zijn. De stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen is getraind, uitgerust en bevoegd om materiaal met alfa-, bèta, neutron- en gammastralen te beoordelen, stralingsmetingen uit te voeren, om dosismetingen te doen, de contaminatie te controleren, de bescherming tegen straling te verzekeren voor hulpverleners en aanbevelingen te doen betrekking tot beschermende acties. Bij aankomst bieden ze bescherming tegen straling.
Andere functies zoals logistiek en financiën/administratie kunnen nodig zijn zoals beschreven in Referentie [2]. 2.5.3. Eerste beoordeling en vaststelling van responszones en -faciliteiten Na aankomst op de locatie van een radiologische noodsituatie moeten first responders een eerste beoordeling van de situatie en het radiologische gevaar vormen (zie Instructie 1 die dit proces schetst). Op basis van deze beoordeling moeten de first responders een veiligheidsperimeter instellen, die de grens vormt van de intern afgebakende zone en een veiligheidsperimeter die de grens vormt van de buitenste afgezette zone zoals weergegeven in Figuur 3 [2]. De intern afgebakende zone is de zone rond een gevaarlijke radioactieve bron waar voorzorgen moeten worden genomen om de responders en het publiek te beschermen tegen mogelijke externe blootstelling en contaminatie. De buitenste afgezette zone is de zone rond de binnen afgezette zone die beveiligd is. Tabel 1 biedt suggesties voor de geschatte afmetingen en locaties van de intern afgebakende zone16 (binnen de veiligheidsperimeter in Figuur 3) voor verschillende radiologische noodsituaties [5]. Deze afmetingen zijn gebaseerd op een onderzoek van noodsituaties waarbij de grootste 15
Deze publicatie behandelt de reactiefuncties van de stralingsdeskundige/het radiologisch team niet. Het publiek dat zich binnen de binnenste afgesloten zone bevindt, moet opgedragen worden om de richtlijnen op te volgen in Instructie 3, “Richtlijnen voor de bescherming van het publiek”. 16
hoeveelheden radioactieve stoffen die kunnen worden aangetroffen, betrokken zijn en op internationale richtlijnen voor transport [6]. De vaststelling van de grootte voor de intern afgebakende zone wordt eerst gebaseerd op informatie die rechtstreeks kan worden waargenomen (bijv. markeringen). De grootte kan worden uitgebreid op basis van aflezingen van het ―equivalent dosistempo‖ 17 wanneer deze gegevens beschikbaar zijn. Aangezien het dosistempo blootstellingswegen kan beoordelen, mag dit alleen worden gebruikt als basis voor de uitbreiding van de zone en niet voor het verkleinen van de grootte van de intern afgebakende zone. Alleen een stralingsdeskundige kan het volledige radiologische gevaar beoordelen en de grenzen van de intern afgebakende zone overeenkomstig aanpassen. TABEL 1. VOORGESTELDE STRAAL VAN DE INTERN AFGEBAKENDE ZONE (VEILIGHEIDSPERIMETER) VOOR EEN RADIOLOGISCHE NOODSITUATIE Situatie
Eerste intern afgebakende zone (veiligheidsperimeter)
Eerste vaststelling - buiten 19 Onbeschermde of beschadigde mogelijk 30 m rondom 18 gevaarlijke bron Grote lekken van een mogelijk gevaarlijke bron 100 m rondom19 Brand, explosie of dampen waarbij een 300 m straal19 mogelijk gevaarlijke bron is betrokken Vermoedelijke bom (mogelijk RDD (Radiological 400 m straal of meer als bescherming tegen 20 Dispersal Device)), al dan niet ontploft een explosie Eerste vaststelling – in een gebouw Schade, verlies van bescherming of lek waarbij Getroffen en aanpalende zones (inclusief een mogelijk gevaarlijke bron is betrokken verdiepingen boven en onder) Brand of andere gebeurtenis waarbij een Hele gebouw en gepaste afstand buiten zoals mogelijk gevaarlijke bron is betrokken die hierboven aangegeven materiaal in heel het gebouw kan verspreiden (bijv. via het ventilatiesysteem) Uitbreiding gebaseerd op radiologische controle21 22 Dosistempo van 100 µSv/h Overal waar deze niveaus zijn gemeten
De werkelijke grenzen van de veiligheids- en beveiligingsperimeters moeten zo worden gedefinieerd, dat ze gemakkelijk te herkennen (bijv. wegen) en beveiligd 17
De termen stralingsdosiscijfer en omgevingsdosis zullen in deze publicatie gebruikt worden in de betekenis van het equivalente dosistempo. 18
Zie Instructie 1 voor richtlijnen voor het identificeren van mogelijk gevaarlijke bronnen. Biedt bescherming tegen externe blootstelling aan een zeer grote bron (bijv. 100 TBq Cs-137) die kan leiden tot ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid. De aanbevolen radius komt overeen met Referentie [6]. 20 Om bescherming te bieden tegen bomscherven (inclusief radioactieve fragmenten). 21 Het dosistempo kan niet alle blootstellingswegen van straling beoordelen en mag alleen worden gebruikt als basis om de zone uit te breiden, niet om de grootte van de intern afgebakende zone te verkleinen. Alleen een stralingsdeskundige kan het volledige radiologische gevaar beoordelen. Alleen een stralingsdeskundige kan de grootte van de zone verkleinen op basis van de radiologische omstandigheden. 22 Het dosistempo wordt gemeten op 1 m boven de grond of van een object. 19
zijn. De veiligheidsperimeter moet echter minstens zo ver van de bron ingesteld zijn als aangegeven in Tabel 1, tot de stralingsdeskundige de situatie heeft beoordeeld. De first responders moeten ook, indien nodig, faciliteiten en zones instellen zoals beschreven in Tabel 2 en weergegeven in Figuur 3.
FIG. 3. Generieke lay-out van de responsfaciliteiten en -locaties binnen zones die zijn ingericht voor een radiologische noodsituatie23. 23 De
figuur toont de generieke lay-out. De specifieke lay-out in een noodsituatie zal afhankelijk zijn van de aard en de omvang van de specifieke noodsituatie. toegang * Moet zich bevinden in een zone met een dosistemponiveau dat lager is dan 0,3 μSv/h. ** ook de ―hot zone‖ genoemd. Lokaal ziekenhuis
TABEL 2. BESCHRIJVINGEN VAN AANBEVOLEN FACILITEITEN EN ZONES VOOR HULPDIENSTEN, VASTGESTELD VOOR EEN RADIOLOGISCHE NOODSITUATIE Faciliteit/ locatie Incidentcommandopost (ICP)
Beheerzone forensisch bewijsmateriaal
Centrum voor publieksvoorlichting (PIC)
Verwerkingsgebied publiek
Lokaal ziekenhuis
Beschrijving/Functies
Kenmerken
Locatie van de IC en andere leden van het verenigde commando- en ondersteuningspersoneel. Locatie bestaande uit een verwerkingscentrum voor forensisch bewijsmateriaal (locatie voor het onder toezicht verwerken, opnemen, onderzoeken en fotograferen van items en bewijsmateriaal van het terrein) en een opslagzone voor forensisch bewijsmateriaal (locatie voor het beveiligd opslaan van bewijsmateriaal van op het terrein en voor het in stand houden van de continuïteit en integriteit van het bewijsmateriaal). Locatie voor de coördinatie van alle officiële informatie die wordt meegedeeld aan de media met betrekking tot de noodsituatie.
Een zone die beveiligd, veilig en geschikt is om de operaties te leiden.
Locatie bestaande uit de zone voor triage/eerste hulp, de registratiezone en de zone voor de controle/decontaminatie van het publiek. Op deze locatie worden de volgende taken uitgevoerd: - behandelen en registreren van het publiek dat geëvacueerd werd van de binnenste afgesloten zone; - medische triage, eerste hulp en het voorbereiden van slachtoffers voor transport; en - controle en decontaminatie van het publiek dat werd geëvacueerd uit de intern afgebakende zone. Ziekenhuis om de eerste
Gesitueerd in de buitenste afgezette zone met toegang voor medisch vervoer. Het dosistempo in de zone moet een niveau hebben dat dicht bij de achtergrondniveaus ligt.
Gesitueerd in de intern afgebakende zone naast de zone voor beveiligde toegang en contaminatiecontrole.
Gesitueerd in een beveiligde zone in de nabijheid van de locatie van de noodsituatie nabij het ICP met plaats en infrastructuur om de mediabriefings te ondersteunen.
Gesitueerd dicht bij de locatie
zorgen te verstrekken aan blootgestelde en/of besmette personen.
Contaminatiecontrolezone responspersoneel
Locatie voor de controle van de contaminatie van responspersoneel dat de intern afgebakende zone binnengaat en verlaat.
Verzamelplaats
Locatie gebruikt om extra hulpmiddelen te verzamelen en te organiseren wanneer ze aankomen in de nabijheid van de noodsituatie. Locatie voor het waardig bewaren van overleden slachtoffers van wie het lichaam besmet kan zijn of niet vrijgegeven is door het FEMT.
Tijdelijke dodenzone
Afvalopslagzone
Locatie waar mogelijk besmette items (bijv. kledij) worden opgeslagen.
van een noodsituatie en geïnformeerd om zich voor te bereiden op de opname van blootgestelde en/of besmette slachtoffers. Gesitueerd op de grens van de intern afgebakende zone en weg van het verwerkingsgebied van het publiek. Gesitueerd waar het andere lopende responsacties niet zal hinderen en onderzocht en beveiligd. Kan gesitueerd zijn in een tent of een bestaande faciliteit die beveiligd is binnen de buitenste afgezette zone uit het zicht van het publiek. Gesitueerd binnen de buitenste afgezette zone die beveiligd is en bij voorkeur in een structuur die de verspreiding van de contaminatie tegengaat (bijv. bij wind of regen).
3. GEBRUIK VAN DE RICHTLIJNEN Om te reageren op een noodsituatie en de actierichtlijnen en instructies uit deze publicatie toe te passen, moet er een minimale capaciteit aanwezig zijn om te reageren. Deze capaciteit hoeft niet optimaal te zijn. In het belang van het snel ontwikkelen van deze minimale capaciteit, moeten de momenteel beschikbare middelen worden gebruikt met slechts minimale bijkomende maatregelen (bijv. training). Bijlage III vermeldt de minimale maatregelen die moeten zijn voorzien om de richtlijnen in deze handleiding toe te passen23. Het materiaal in deze richtlijnen moet worden geïntegreerd in de nationale en lokale maatregelen die getroffen werden in de staat waarin het zal worden gebruikt. Dit omvat het vertalen van het materiaal in de lokale taal en het reviseren ervan zodat het overeenstemt met de lokale terminologie, responsorganisaties en operationele concepten. Nadat het voor de staat 23
Referentie [2] biedt een complete beschrijving van het volledige proces van de ontwikkeling van een reactiecapaciteit bij een noodgeval die voldoet aan de internationale vereisten.
specifieke materiaal is afgewerkt, moet een training worden uitgevoerd en moet de respons worden getest tijdens drilsessies en oefeningen. De exacte toepassing van elke actierichtlijn in de Secties A en B zal afhangen van de specifieke details van elke noodsituatie. De reeks stappen in de actierichtlijnen en instructies dient mogelijk te worden aangepast op het moment van de noodsituatie. De actierichtlijnen in Secties A en B dienen als referentie op het terrein en als basis voor de training. Sectie D biedt kaarten24 die puntsgewijs de specifieke actierichtlijnen in Secties A en B samenvatten. Er moeten gelijksoortige kaarten worden ontwikkeld voor het personeel van de hulpdiensten om te worden gebruikt als geheugensteuntje tijdens een werkelijke respons op het terrein. Het aanbevolen gebruik van de richtlijnen wordt voorgesteld in Figuur 4. FIG. 4. Aanbevolen gebruik van richtlijnen. Brandweer (zieAG 4) Coördinator hulpmiddelen (zie AG 3) Team ordehandhaving/beveiliging (zie AG 6) Managementteam forensisch bewijsmateriaal (zie AG 7) Commandogroep (zie AG 1, 2) Medische spoeddienst (zie AG 5)
Sectie A (IC-actie) Sectie B (Functiespecifieke actierichtlijnen) Sectie C (Instructies) Sectie D (Responskaarten) Referentie*/ Training Referentie*/ Training Referentie*/ Training Veldrespons Alle first responders Alle first responders Functionaris/team publieksvoorlichting (zie AG8) Incident commander (zie AG 1, 2) Lokaal ziekenhuis (zie AG 9) Nationaal EOC (zie AG 10) Persoonlijke dosismeter (zie AG 11)
Deze publicatie behandelt geen noodsituaties waarbij biologische of chemische agentia betrokken zijn. Toch kan een noodgeval deze gevaren inhouden en kunnen first responders (inclusief het lokale ziekenhuis) mogelijk niet bepalen of het noodgeval betrekking heeft op radiologische, chemische of biologische gevaren/contaminatie. Bijgevolg moeten de procedures die in deze publicatie zijn opgenomen, worden geïntegreerd in de procedures die al deze gevaren 24
Kaarten worden voorbereid in het formaat 60 mm – 90 mm die klaar zijn voor vermenigvuldiging en gebruik op het terrein
behandelen of moeten ze ten minste worden gereviseerd om zeker te zijn dat ze overeenstemmen met de procedures die voor deze andere gevaren worden gebruikt.
SECTIE A ACTIERICHTLIJNEN VOOR DE INCIDENT COMMANDER
AG.1. ALGEMENE RESPONS TER PLAATSE OP EEN RADIOLOGISCHE NOODSITUATIE Wanneer moeten de actierichtlijnen worden toegepast? In geval van een potentiële of werkelijke aanzienlijke publieke externe blootstelling of radioactieve contaminatie. ACTIES (zoals nodig en praktisch) Incident commander: o Omdat hij de first responder met de hoogste rang is, moet hij de rol van IC vervullen tot hij wordt afgelost.
Zichzelf beschermen/de situatie beoordelen (opmeten) o Observeer van op een afstand (minstens 30 meter) en kijk uit naar: -
Mogelijk radiologisch gevaar overeenkomstig Instructie 1 en andere mogelijke gevaren. Mensen die in gevaar zijn; Beveiligingsproblemen, zoals gewapende personen, explosieven; en Plakkaten/labels/markeringen van het vervoer van gevaarlijke goederen of VN-nummer (zie Instructie 1, Tabel 3).
o Beoordeel de situatie. Bepaal de intern afgebakende zone. Wijzig de positie van het personeel, voertuigen en de uitrusting overeenkomstig de situatie (zie Instructie 1 en Figuur 3). o Reageer overeenkomstig de beschermingsrichtlijnen voor het personeel in Instructie 2. o Ga er bij criminele/terroristische activiteiten van uit dat de daders zich in het publiek bevinden en vermijd het gebruik van mobiele telefoons en radiocommunicatie tot de zone is vrijgemaakt van explosieven, secundaire apparaten en boobytraps. o Bewaar de documenten van uw beslissingen.
Levens redden en escalatie voorkomen OPGELET Stel geen levensreddende acties uit omwille van de aanwezigheid van radioactieve stoffen.
Zorg voor de implementatie van het volgende: o Red mensen in levensbedreigende situaties. o Stel de veiligheidsperimeter vast en markeer deze (grens intern afgebakende zone) in overeenstemming met Instructie 1. Binnen deze zone: -
Volg het personeel op. Beperk de toegang tot alleen responspersoneel. Volg de richtlijnen voor de bescherming van het personeel (Instructie 2). Ga verder met levensreddende acties en het zoeken naar en redden van gewonden. Evacueer het publiek. Ga ervan uit dat mensen in de zone besmet zijn. Pak ernstige conventionele gevaren aan (bijv. brand).
o Neem acties om het publiek te beschermen in overeenstemming met Instructie 3. o Stel een ICP en een verzamelplaats op buiten het intern afgebakende gebied. o Stel vragen om verdachte radioactieve apparaten op te sporen en mogelijk blootgestelde mensen te identificeren. o Voor een noodgeval bij een transport moet u de verzendpapieren van de chauffeur of de afzender opvragen en het VN-nummer en de beschrijving van de gevaarlijke goederen bepalen. o Vraag via het nationale EOC een stralingsdeskundige/team van stralingsdeskundigen aan en vraag advies via de telefoon. o Vraag een gebruiker van radioactieve stoffen (bijv. ziekenhuis, universiteit, onderzoeksreactor) u een persoon te leveren die is uitgerust voor en ervaring heeft in het uitvoeren van taken van een persoonlijke dosismeter (zie AG.11). o Voer een triage uit en biedt eerste hulp buiten de veiligheidsperimeter (zie Instructie 9). o Vervoer de gewonden en breng het opnameziekenhuis op de hoogte van de mogelijke contaminatie en de noodzaak om AG. 9 en de richtlijnen voor de personeelsbescherming te volgen. o Registreer en controleer (indien mogelijk) mensen die uit de intern afgebakende zone komen of die mogelijk zijn blootgesteld volgens Instructies 4 en 5. o Laat een persoonlijke dosismeter de operaties ondersteunen in overeenstemming met AG. 11. o Laat de persoonlijke dosismeter of de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen publieksgroepen en locaties zoals ziekenhuizen, screenen om zeker te zijn dat alle bronnen met een dosistempo van meer dan 100 µSv/h op 1 meter, worden geïsoleerd. o Stel een veiligheidsperimeter op (grens buitenste afgezette gebied). o Richt responszones en -faciliteiten in zoals nodig (zie Figuur 3). o Behandel de locatie als een mogelijke misdaadlocatie, tot dit wordt tegengesproken.
o Breng alle toepasselijke instanties op de hoogte van de situatie en geef de naam van de IC. o Voor een gebeurtenis met betrekking tot veiligheid: - Zorg voor veiligheid op plaatsen waar er interactie is met het publiek op de locatie en in het ziekenhuis. - Zoek wapens voordat u begint met de registratie, het vervoer of de decontaminatie. o Breng het lokale ziekenhuis op de hoogte van de mogelijkheid dat besmette en bezorgde mensen op eigen initiatief kunnen aankomen en beveel de implementatie van controles aan. o Interview mensen die over informatie kunnen beschikken die nuttig kan zijn voor gerechtelijk of veiligheidsonderzoek. o Controleer de contaminatie in het intern afgebakende gebied in overeenstemming met de Instructies 5, 6, 7 en 8. o Voor mogelijke contaminatie van openbare voeding, water of vervoersmiddelen (bijv. bussen), moet u optreden om mogelijke publieke blootstelling te beperken tot u advies krijgt van de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen. o Laat de PIO aangepaste openbare persberichten opmaken (van Bijlage II) die lokaal en nationaal worden gecoördineerd en bereid u voor op interesse van de media (zie AG.8). o Laat de PIO instructies opstellen voor het publiek dat de locatie mogelijk heeft verlaten over de acties die ze moeten ondernemen (zie Instructie 3). o Breng het nationale EOC op de hoogte indien andere staten of hun burgers kunnen worden beïnvloed (transnationale noodsituatie). o Onderneem praktische acties om de verspreiding van de contaminatie te beperken, zonder dat hierbij levensreddende acties worden verhinderd.
Uitbreiding van de respons o Evalueer de eerste respons opnieuw. o Laat de coördinator van de hulpmiddelen de benodigde middelen inschatten en verkrijgen (zie AG.3) en ontwikkel een 24-uren plan. o Zorg dat de functiespecifieke actierichtlijnen in Sectie B worden nageleefd. o Controleer of de responders de richtlijnen voor de personeelsbescherming volgen (zie Instructie 2) en of de richtlijnen voor de bescherming van het publiek werden geïmplementeerd (zie Instructie 3). o Overweeg de mogelijkheid van een tweede gebeurtenis - het is niet aanbevolen alle hulpmiddelen voor één gebeurtenis in te zetten. o Probeer de locatie nooit te herstellen of te ontsmetten voordat: - het herstelplan is voorbereid en de stralingsdeskundige de procedure voor het controleren van de dosis heeft geïmplementeerd, en
-
heeft gecoördineerd met het FEMT, indien van toepassing.
o Voor een belangrijke noodsituatie moet u een commandogroep vormen en u voorbereiden op operaties op lange termijn.
AG.2. RESPONS OP EEN VERLOREN OF GESTOLEN POTENTIEEL GEVAARLIJKE BRON Wanneer moeten de actierichtlijnen worden toegepast? In het geval van een verloren of gestolen potentieel gevaarlijke bron in overeenstemming met Instructie 1. ACTIES (zoals nodig en praktisch) Eerste verantwoordelijke persoon die zich bewust wordt van de gebeurtenis: o Meld het verlies/de diefstal aan de juiste instanties. o Vraag via het nationale EOC (of in overeenstemming met eerdere overeenkomsten) een stralingsdeskundige/team van stralingsdeskundigen aan en vraag advies via de telefoon. o Beveilig de zone en behandel deze als een misdaadlocatie. o Voer een lokale zoekactie en lokaal onderzoek uit naar de mogelijke oorzaken van verlies. o Controleer de fysieke beveiliging en controle van andere middelen. Incident commander o Omdat hij de first responder met de hoogste rang is, moet hij de rol van IC vervullen tot hij wordt afgelost. o Reageer volgens de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. o Beoordeel de situatie in overeenstemming met Instructie 1. o Controleer de bevestiging van de taken van de eerste verantwoordelijke persoon die hierboven is vermeld. o Houd de documenten bij van uw beslissingen. o Als publieke contaminatie of blootstelling mogelijk is, moet u AG.1 "Algemene respons ter plaatse op een radiologische noodsituatie" implementeren. o Coördineer alle responsacties met de ordehandhavers. o Voer interviews om de bron te vinden en te isoleren en om mogelijk blootgestelde personen te identificeren. o Breng alle toepasselijke instanties op de hoogte van de situatie en geef de naam van de IC.
o Waarschuw alle medische faciliteiten, brandweerdiensten, ordehandhavers, grensdiensten en handelaars van metaalafval en geef een beschrijving van de bron en de bijhorende gevaren. o Vraag medische stralingsdeskundigen of het nationale EOC alle ziekenhuizen een beschrijving te geven van stralingsletsels (bijv. brandwonden zonder aanwijsbare oorzaak). o Nadat u de lokale functionarissen op de hoogte hebt gebracht, moet u een openbare aankondiging opstellen met een beschrijving van de bron waarbij de nadruk wordt gelegd op de bijhorende gevaren (zie Bijlage II voor een voorbeeld van een persbericht). o Breng het nationale EOC op de hoogte als er aanwijzingen zijn dat andere staten of hun burgers kunnen worden beïnvloed (transnationale noodsituatie). o Plan en start publieke zoekacties in samenwerking met de stralingsdeskundige of het team van stralingsdeskundigen. o Als de bron is gevonden en/of publieke contaminatie mogelijk is, moet u AG.1. "Algemene respons ter plaatse op een radiologische noodsituatie" implementeren.
SECTIE B ACTIERICHTLIJNEN VOOR SPECIFIEKE FIRST RESPONDERS
AG.3. COÖRDINATOR HULPMIDDELEN ACTIES (zoals nodig en praktisch) Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. Ontvang een briefing van de IC. Zorg dat u in de respons bent geïntegreerd en ontvang regelmatige briefings. Bereid u voor op het aankomen van ongevraagde middelen. Richt een veilige verzamelplaats in en coördineer de middelen (gevraagd en ongevraagd). Integreer responders in de respons - zorg dat ze de organisatie begrijpen, volg de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2 en richt vragen van de media aan de PIO. Voor een groot aantal slachtoffers, moet u het EMS ondersteunen en hulp vragen van andere agentschappen om in vervoer te voorzien. Richt voorzieningen in voor de communicatie met responders op de locatie om informatie over extra benodigde middelen te krijgen. Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel welke middelen en welk personeel nodig is. Bespreek dit met de IC en zorg dat u de nodige middelen krijgt.
Benodigd Toegewezen Positie en functies Ja Nee Ja (naam) Nee Incident commander (IC) X Coördinator hulpmiddelen Coördinator 24-uren planning Controleur(s) ter plaatse Veiligheidsfunctionaris Brandweer: - Toerekenbaarheid responder - Zoeken en redden - Controle van conventionele gevaren - Vaststelling van veiligheidsperimeter - Triage en eerste hulp ter plaatse tot aflossing - Contaminatiecontrole hulpverleners - Registratie, controle en decontaminatie van het publiek - Evacuatie van intern afgebakende zone Medische spoeddienst (EMS): - Eerste hulp en triage ter plaatse (aflossing brandweer) - Coördinatie met medisch vervoer - Coördinatie met opnameziekenhuizen - Inrichting van een tijdelijke dodenzone
-
Controleren of beschermingsrichtlijnen worden gevolgd door het medische personeel
Team voor ordehandhaving/beveiliging: - Vaststellen van veiligheidsperimeter - Beveiliging van faciliteiten/zones buiten de veiligheidsperimeter Incidentcommandopost (ICP) Opnameziekenhuis Verzamelplaats Centrum voor publieksvoorlichting (PIC) - Veiligheid bij registratie, controle/decontaminatie van het publiek, zones voor triage/eerste hulp en tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. - Beheer van bewijsmateriaal tot aflossing door FEMT. Managementteam voor forensisch bewijsmateriaal (FEMT) - Opstelling van een strategie voor het onderzoek van de locatie en het verzamelen van bewijsmateriaal - Opstelling van protocollen voor het beheer van bewijsmateriaal buiten de locatie (bijv. in ziekenhuizen) - Opstelling/behoud van een beheerzone van forensisch bewijsmateriaal - Beheer van bewijsmateriaal: Op de locatie Buiten de locatie (bijv. ziekenhuizen, lijkenhuizen) Functionaris/team voor publiekvoorlichting (PIO): - Voorbereiding op immense media-aandacht - Coördinatie van lokale en nationale reacties op aanvragen - Ontwerp van persberichten - Inrichting van PIC Persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige/team van stralingsdeskundigen voor first responder: Als ondersteuning voor: - De bescherming van first responders - Het definiëren van de intern afgebakende zone - Zone voor triage/eerste hulp - Zone voor de controle/decontaminatie van het publiek - Controlezone voor contaminatie van responspersoneel - Managementteam forensisch bewijsmateriaal (FEMT) - Lokaal opnameziekenhuis - Ordehandhavings-/beveiligingsteam - Faciliteit die verdachten vasthoudt/verwerkt
Richt (in samenwerking met relevante organisaties) een veilige secundaire locatie in voor de controle/geruststelling van bezorgde burgers.
Coördineer de ontvangst en integratie van de middelen in de responsacties. Richt voorzieningen in voor een 24-uren planning en coördinatie voor lopende operaties. Richt voorzieningen in om de registratieformulieren (Bijlage I) te verzamelen en te bewaren voor alle betrokken responders en publiek. Voer een revisie uit van de middelen en vraag regelmatig hulp aan (in coördinatie met de IC).
AG.4. BRANDWEER ACTIES (zoals nodig en praktisch) Als first responder op de locatie moet u de rol van IC volgens de toepasselijke actierichtlijnen op u nemen tot u wordt afgelost: - AG.1. Algemene respons ter plaatse op een radiologische noodsituatie. - AG.2. Respons op een verloren of gestolen potentieel gevaarlijke bron. Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. OPGELET Stel geen levensreddende acties uit omwille van de aanwezigheid van radioactieve stoffen. De aanwezigheid van radioactieve stoffen mag geen invloed hebben op het brandbestrijdingsproces en de keuze van technieken. Bescherm leden van de brandweer zoals nodig. - Draag een standaard beschermende brandbestrijdingsuitrusting - Selecteer het hoogste beschikbare niveau van ademhalingsbescherming. Start of ga verder met de acties die door de IC zijn opgedragen: - Controleer/bepaal de veiligheidsperimeter in overeenstemming met Instructie 1. - Volg het personeel op binnen het intern afgebakende gebied. - Voer zoek- en reddingsacties uit volgens de standaard operatieprocedures. - Pak conventionele gevaren (bijv. brand) aan volgens de standaard operatieprocedures. - Evacueer mensen uit de intern afgebakende zone. - Bied eerste hulp en voer triage uit (tot aflossing door EMS) in overeenstemming met Instructie 9. - Voer een contaminatiecontrole uit voor hulpverleners die de intern afgebakende zone binnengaan/verlaten volgens Instructie 7. - Voer een registratie, controle/decontaminatie van het publiek uit voor de mensen die uit de intern afgebakende zone zijn geëvacueerd volgens Instructies 4, 5 en 6 en het formulier in Bijlage I. Controleer bij een veiligheidsgebeurtenis of de ordehandhaving: - Bescherming/beveiliging biedt waar interactie met het publiek nodig is. - Wapens zoekt voordat de registratie, de controle, het vervoer of de decontaminatie wordt gestart. Coördineer met de ordehandhaving voor zover mogelijk is in het kader van de bescherming van het publiek om: - Bewijsmateriaal te bewaren en mogelijke betrokken mensen of verdachten te identificeren/registreren. - Mogelijke criminele daden op de locatie te voorkomen (bijv. diefstal, vernietiging van documenten). Coördineer met de medische spoeddiensten.
Onderneem praktische acties om de verspreiding van de contaminatie te voorkomen, maar zorg dat hierbij geen responsacties worden gehinderd. Bied informatie aan de PIO over de status van de respons. Bij aankomst van de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen, moet u de operaties controleren en herzien zoals aangegeven. Richt vragen van de media aan de PIO. Beoordeel de behoeften en vraag extra hulpmiddelen aan.
AG.5. MEDISCHE SPOEDDIENSTEN (EMS) ACTIES (zoals nodig en praktisch) Werk onder IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. OPGELET Stel geen levensreddende acties uit omwille van de aanwezigheid van radioactieve stoffen. Stel het vervoer van ernstig gewonde slachtoffers niet uit omwille van decontaminatieprocedures. Voer het volgende uit om de verspreiding van de contaminatie te voorkomen: verwijder buitenkledij, wikkel de kleren in een deken en markeer ze als mogelijk besmet. Zorg dat u een briefing krijgt van de leidinggevende persoon in uw professioneel gebied of van de IC. Implementeer en beheer de medische respons ter plaatse: - Start of ga verder met de acties (die reeds zijn opgestart) in uw professioneel gebied: - Eerste hulp en veldtriage; - Beheer van de zone voor triage/eerste hulp in overeenstemming met Instructie 9. - Bevestig/organiseer in samenwerking met ziekenhuizen het vervoer en de behandeling van: - levensbedreigende letsels; - niet-levensbedreigende letsels die behandeling in het ziekenhuis vereisen. Leid leden van het publiek die bezorgd zijn over stralingsblootstelling/contaminatie (bezorgde burgers) naar een secundaire locatie voor de controle/geruststelling die is ingericht door de coördinator van de hulpmiddelen. Bevestig/controleer of de hulpverleners (medisch vervoer/opnameziekenhuizen) weten: -Dat het risico van een besmette patiënt verwaarloosbaar is als de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2 worden nageleefd. - Hoe ze praktische acties moeten ondernemen om de verspreiding van de contaminatie te beperken. - Dat acties om de verspreiding van de contaminatie te voorkomen, geen hinderpaal mogen vormen voor levensreddende acties. Geef het opnameziekenhuis de opdracht AG.9 na te leven. Breng de coördinator van hulpmiddelen op de hoogte van de behoefte om een veilige secundaire locatie in te richten om de beoordeling van bezorgde burgers te beheren.
Richt een tijdelijk, beveiligd mortuarium in uit het zicht van het publiek en zorg voor de coördinatie met het FEMT. Registreer elke betrokken persoon zoals nodig door middel van het formulier in Bijlage I. Controleer bij een veiligheidsgebeurtenis of de ordehandhaving: - Bescherming/beveiliging biedt waar interactie met het publiek nodig is. - Wapens zoekt voor medische behandeling of transport. Coördineer met de ordehandhaving voor zover mogelijk is in het kader van de bescherming van het publiek om: - Bewijsmateriaal te bewaren en mogelijk betrokken mensen of verdachten te identificeren/registreren. - Mogelijke criminele daden op de locatie te voorkomen (bijv. diefstal, vernietiging van documenten). Bied informatie aan de PIO over de status van de respons. Bij aankomst van de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen, moet u de operaties controleren en herzien zoals aangegeven. Richt vragen van de media aan de PIO. Beoordeel de behoeften en vraag extra hulpmiddelen aan.
AG.6. TEAM VOOR ORDEHANDHAVING/BEVEILIGING ACTIES (zoals nodig en praktisch) Als first responder op de locatie moet u de rol van IC volgens de toepasselijke actierichtlijnen op u nemen tot u wordt afgelost: - AG.1. Algemene respons ter plaatse op een radiologische noodsituatie. - AG.2. Respons op een verloren of gestolen potentieel gevaarlijke bron. Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. OPGELET Stel geen levensreddende acties uit omwille van de aanwezigheid van radioactieve stoffen. Stel een beveiligingsperimeter in of behoud een bestaande (grens buitenste afgezette gebied). Behandel de locatie in samenwerking met ander responspersoneel als een mogelijke misdaadlocatie, tot het tegendeel wordt bewezen. Zorg dat u geen levensreddende operaties hindert. Beveilig de responsfaciliteiten buiten het buitenste afgezette gebied zodat ze ICP, de verzamelplaats en het PIC kunnen bevatten. Voor een beveiligingsgebeurtenis: - Controleer op verdachten, terroristen, boobytraps en/of apparaten. - Bied bescherming/beveiliging voor responders die omgaan met het publiek: - Binnen zones voor de registratie van het publiek, triage/eerste hulp en controle/decontaminatie; - Bij opnameziekenhuizen en tijdens medisch vervoer. - Zoek wapens voordat u de registratie, controle, decontaminatie of het vervoer start. Onderneem acties in overeenstemming met de publieke bescherming om: - Bewijsmateriaal te bewaren en mogelijke betrokken personen of verdachten te identificeren en op te pakken. - Mogelijke misdaden op de locatie te voorkomen (bijv. diefstal, vernietiging van documenten). Controleer of het ordehandhavingspersoneel weet: -Dat het risico van een besmette patiënt verwaarloosbaar is als de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2 worden nageleefd. - Hoe ze praktische acties moeten ondernemen om de verspreiding van de contaminatie te beperken - maar niet toestaan dat die responsacties verhindert. - Dat acties om de verspreiding van de contaminatie te verhinderen geen hinderpaal mogen vormen voor levensreddende acties.
Adviseer organisaties die besmette mensen opnemen (bijv. lokale gevangenis) de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2 te volgen. Registreer elke betrokken persoon zoals nodig door middel van het formulier in Bijlage I. Zet de zone rond het lokale ziekenhuis of de ziekenhuizen af in samenwerking met deze ziekenhuizen en de medische spoeddiensten om bezorgde burgers die zichzelf aanbieden, door te verwijzen naar de secundaire locatie die door de coördinator van hulpmiddelen is ingericht voor controle/geruststelling. Behoud de continuïteit en integriteit van al het bewijsmateriaal dat op de locatie is verzameld. Bied informatie aan de PIO over de status van de respons. Richt vragen van de media aan de PIO. Verzamel en bied beveiligingsinformatie aan de IC. Beoordeel de behoeften en vraag extra hulpmiddelen aan.
AG.7. MANAGEMENTTEAM FORENSISCH BEWIJSMATERIAAL (FEMT) ACTIES (zoals nodig en praktisch) Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. Ontvang een briefing van de IC. Volg de normale procedures voor een misdaadlocatie en pas ze aan om ervan uit te gaan dat alle stoffen mogelijk besmet of radioactief zijn. Behandel ze als dusdanig tot ze door een stralingsdeskundige/team van stralingsdeskundigen zijn beoordeeld. Coördineer de acties met andere responsteams (verhinder geen levensreddende operaties). Vorm een FEMT met vertegenwoordigers van belangrijke responsteams/functies om medische, ordehandhavings- en persoonlijke dosismeters of leden van het radiologische beoordelingsteam op te nemen. Ontwikkel en formuleer de strategie voor het onderzoek en verzamelen van bewijsmateriaal op de locatie in samenwerking met de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen en andere responsteams: - Bewijsmateriaal wordt verwijderd onder de controle van het FEMT. - Responders krijgen de opdracht bewijsmateriaal te bewaren (controleresultaten, kleding, enz.) terwijl de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht. - Het verzamelen, hanteren en markeren van bewijsmateriaal gebeurt op een veilige en gepaste manier. - Het bewijsmateriaal wordt ter plaatse gefotografeerd en geregistreerd voordat het wordt verwijderd. - Bewijsmateriaal wordt verpakt voor later forensisch onderzoek. - Overleden personen worden onderzocht op bewijsmateriaal. Richt een zone in voor het veilige beheer van forensisch bewijsmateriaal in samenwerking met de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen. Stel protocollen op met het lokale ziekenhuis voor het onderzoek van gewonde mensen om bewijsmateriaal van de locatie te identificeren en te verzamelen, inclusief schikkingen voor: - Bloedstalen vóór een transfusie. - Röntgenonderzoek. - Verzameling van bewijsmateriaal zoals vreemde objecten die tijdens de operatie werden verwijderd. - Verzameling van controleresultaten of besmette kleding. Stel protocollen op met het lokale ziekenhuis/lijkenhuis voor het onderzoek van overleden personen en/of lichaamsdelen om elk bewijsmateriaal van de locatie te identificeren en te verzamelen, inclusief schikkingen voor: - het behouden van lichamen tot ze zijn onderzocht op forensisch
bewijsmateriaal. - Röntgenonderzoek. - Aanwezigheid van een lid van het FEMT tijdens elk volgende post mortem-onderzoek om bewijsmateriaal te verzamelen en de keten van bewaring te verzekeren. Bied informatie aan de PIO over de status van de respons. Richt vragen van de media aan de PIO. Beoordeel de behoeften en vraag extra hulpmiddelen aan.
AG.8. FUNCTIONARIS/TEAM VOOR PUBLIEKSVOORLICHTING (PIO) ACTIES (zoals nodig en praktisch) Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. Ontvang een briefing van de IC. Onderneem alle praktische stappen om het publiek nuttige, tijdige, waarheidsgetrouwe, consequente en geschikte informatie te bieden tijdens een noodsituatie. (Raadpleeg de onderstaande tips over crisiscommunicatie.) Bereid u, samen met het ordehandhavingsteam, voor op immense mediaaandacht, inclusief het verschijnen van reporters op de locatie. Bevestig bij de IC dat u de officiële bron voor publieksvoorlichting bent en breng de responders, de ordehandhavingsdiensten, de ziekenhuizen, de lokale overheid en het nationale EOC op de hoogte dat ze mediavragen aan u moeten richten. Stel een persbericht op met de IC (zie Bijlage II voor voorbeelden) met de volgende informatie: - De bedreiging; - Geschikte en niet-geschikte publieke responsacties; en - Acties die worden ondernomen om de publieke veiligheid, de bescherming van producten, enz. te garanderen. Richt zo snel mogelijk een PIC in waar mediabriefings worden gehouden door één bevoegde woordvoerder of een panel met vertegenwoordigers van alle organisaties die in de respons zijn betrokken. Betrek vertegenwoordigers van lokale en nationale overheden in briefings. Beoordeel de behoeften en vraag extra hulpmiddelen aan. Bereid u voor op internationale onderzoeken en geruchten. Tips voor crisiscommunicatie Als woordvoerder Blijf binnen het bereik van verantwoordelijkheden Spreek de waarheid. Blijf transparant. Zorg dat er slechts één officieel bericht is. Toptips:
Gebruik geen technische termen. Probeer niet te geruststellend te klinken. Erken onzekerheid. Druk wensen uit (―Ik wou dat ik het antwoord had‖). Leg het proces uit dat is opgesteld om antwoorden te vinden. Erken de angst van de mensen Geef mensen iets te doen.
Bereid u voor om deze vragen te beantwoorden:
Loopt mijn familie gevaar? Wat kan ik doen om mezelf en mijn familie te beschermen? Wie heeft de leiding? Waarom is dit gebeurd? Waarom werd dit niet voorkomen? Wat kan er nog verkeerd gaan?
Blijf bij het bericht:
"Wat u vooral moet onthouden…" "Die vraag kan ik niet beantwoorden, maar ik kan u wel vertellen…" "Laten we dit in perspectief plaatsen…" Herhaal belangrijke punten.
Wees coherent, consequent en behulpzaam: Wij zullen alles in het werk stellen om u te helpen verantwoorde beslissingen voor uzelf en uw naasten te nemen We zullen ons niet bezighouden met speculaties. We zullen mogelijk informatie die terroristen kan helpen, moeten achterhouden.
AG.9. LOKALE ZIEKENHUIZEN ACTIES (zoals nodig en praktisch) Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. Breng de hulpverleners op de hoogte van het feit dat het risico van een besmette patiënt verwaarloosbaar is als de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2 worden nageleefd. Laat ordehandhavingsdiensten een afgezet gebied voorzien rond het ziekenhuis/ de ziekenhuizen om mensen die zichzelf aanbieden (bezorgde burgers) door te verwijzen naar een secundaire locatie voor de controle/geruststelling die is ingericht door de coördinator van de hulpmiddelen. Voor een beveiligingsgebeurtenis, moet u coördineren met het team voor ordehandhaving/beveiliging en het FEMT om bescherming/beveiliging voor het ziekenhuis te bieden en bewijsmateriaal te bewaren. Zorg voor de nodige voorzieningen om mensen die zich aanbieden te screenen op gevaarlijke bronnen (dosistempo > 100 µSv/h op 1 m) en isoleer dergelijke bronnen als ze worden gedetecteerd. Richt een ontvangstzone in voor ziekenwagens en een behandelingszone voor het opnemen van slachtoffers: - Wijs een ontvangstzone voor ziekenwagens en een behandelingsgebied aan. Richt een zone in die groot genoeg is om het verwachte aantal slachtoffers op te nemen. Verwijder bezoekers en patiënten uit de zone. Verwijs het verkeer van andere patiënten door, zoals nodig. Leid bijvoorbeeld andere medische noodgevallen om naar een andere ingang van het ziekenhuis. Vorm een pad van de ingang van de ziekenwagen naar de ingang van het ziekenhuis met rollen plastic, verpak- of slagerpapier van ongeveer 1 meter breed. Dek de vloer af. Bevestig de afdekking stevig op de vloer. Verwijder of dek apparatuur af die niet nodig zal zijn. Breng linten aan en markeer de route om onbevoegde toegang te verhinderen. - Beperk de toegang tot de gecontroleerde behandelingszone. - Houd meerdere grote plastic afvalcontainers, plastic zakken van verschillende formaten en labels voor persoonlijke eigendommen klaar. Bereid ook waarschuwingslabels en -tekens voor. - Bereid de decontaminatieruimte van de behandelingszone voor als er vooraf een ruimte werd aangewezen. Wijs anders een decontaminatieruimte in de buurt van de ingang aan. Vorm een controlelijn vanaf de ingang tot de decontaminatieruimte. Gebruik brede tape om de vloer vanaf de ingang tot de decontaminatieruimte duidelijk te markeren en een duidelijk onderscheid te maken tussen de gecontroleerde (besmette) en niet-gecontroleerde (niet-besmette) zijde. Controleer en bereid de controlemeters voor voor het gebruik (indien beschikbaar). - Bereid voldoende instrumenten en voorraad (bijv. handschoenen, verband) voor zodat ze kunnen worden vervangen wanneer ze besmet
raken.
OPGELET De uitbreiding van deze acties is afhankelijk van de beschikbare tijd. Bereid het medische personeel voor. Gebruik universele voorzorgmaatregelen. Gebruik twee sets handschoenen (overhandschoenen zouden gemakkelijk moeten kunnen uitgetrokken en vervangen worden tussen patiënten). Ontmoet de slachtoffers op een vastgestelde locatie. Vraag het ziekenwagenpersoneel in hun voertuig te blijven tot ze zijn geïnspecteerd en vrijgegeven door de persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige. De inspectie van de ziekenwagen kan vertraging oplopen als er een groot aantal slachtoffers moet worden vervoerd. OPGELET Wees u ervan bewust dat gewonden die mobiel zijn, zullen proberen zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te gaan. Beoordeel en behandel letsels (ga ervan uit dat de patiënt besmet is): - Voer eerst een medische stabilisatie uit. Indien het nodig is om een leven te redden, mag u de decontaminatieruimte overslaan. Verwijder de kleding van de patiënt en wikkel de patiënt in een laken om de contaminatie van het behandelingsgebied te beperken. - Voer een radiologisch onderzoek uit (door de persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige - als hij/zij beschikbaar is en als de acties geen medische acties hinderen of een negatieve invloed hebben op de medische toestand van de patiënt); - Voer onmiddellijk een lichamelijk onderzoek en bloedtests (volledig bloedbeeld) uit OPGELET Als de patiënt hoofdpijn of braakverschijnselen heeft, neemt u hem op, voert u een symptomatische behandeling uit en herhaalt u een test van het bloedbeeld elke 6 uur gedurende 2 tot 3 dagen uit om te kijken of er zich lymfocytopenie ontwikkelt. Als de patiënt de eerste keer niet kon worden onderzocht door de persoonlijke dosismeter/ stralingsdeskundige (indien niet beschikbaar of omdat de beoordeling de gezondheidstoestand van de patiënt kan verergeren), moeten patiënten een douche nemen en een ziekenhuiskleed of andere geschikte kleding aantrekken (als deze acties geen negatief effect hebben op de medische status van de patiënt). WAARSCHUWING
Afhankelijk van het scenario van de noodsituatie en de omstandigheden van de blootstelling (indien bekend), wordt de patiënt beschouwd als besmet tot hij/zij is onderzocht door de persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige. Procedures om de verspreiding van de contaminatie te voorkomen, moeten worden toegepast. Als de patiënt besmet is, gaat u over tot een volledige decontaminatie: - Verwijder kleding en stop alles in een plastic zak met een label; - Voer een radiologisch onderzoek uit (door de persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige); - Ontsmet de huid met zeep en warm water. Schrob niet te hard. Hanteer onbekende metalen objecten met een vaatklem of een forceps; - Bewaar monsters en label ze (vegen van contaminatie, neusuitstrijkje, uitgevallen tanden, haar of nagels, gepurgeerde botfragmenten, enz.); - Als een verwonding besmet is, mag deze alleen voor chirurgische doeleinden worden geïnspecteerd, gereinigd en gespoeld; - Als de contaminatie blijft bestaan, kunt u het gebied afdekken of veronderstellen dat de contaminatie intern kan zijn; - Voer een laatste radiologisch onderzoek uit (door persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige). Breng de onbesmette patiënt naar een zuivere ruimte. Gebruik schone handschoenen om de patiënt op een schone brancard te leggen en buiten het besmette gebied te brengen. Controleer de verspreiding van contaminatie: - Controleer personeel op mogelijke contaminatie; verwijder besmette kleding en neem een douche voordat u het besmette gebied verlaat. Controleer medische apparatuur op contaminatie voordat u het uit het besmette gebied verwijdert. Richt vragen van de media aan de PIO. Nadat de patiënt is ontslagen en aan het einde van de noodfase, moet u de zone schoonmaken volgens de procedures die zijn vastgesteld door de stralingsdeskundige om doses te controleren. Stel de zone niet opnieuw in op normaal tot deze is goedgekeurd door de stralingsdeskundige. Scheid vermoedelijk en bevestigd radiologisch afval voor retrospectieve analyse als dit nodig blijkt en in overleg met een lid van het FEMT. Beoordeel de behoeften en vraag extra middelen aan indien nodig. Vraag een overleg aan met nationale deskundigen of breng het nationale EOC op de hoogte van de behoefte aan internationale hulp (indien nodig).
AG.10. NATIONAAL CENTRUM VOOR SPOEDACTIES (EOC) Wanneer moet de actiegids worden toegepast? Wanneer dit door de IC wordt gevraagd; In geval van aanzienlijke media- of internationale aandacht. ACTIES (zoals nodig en praktisch) Activeer het nationale EOC om de nationale ondersteuning voor lokale respons te coördineren. Ondersteun de IC. Breng alle toepasselijke overheidsinstanties op de hoogte dat de IC de respons leidt en geef informatie over de rollen. Zorg dat elke reactie op de media wordt gecoördineerd via de lokale PIO en dat de nationale communicatie met de media zo snel mogelijk in de buurt van de locatie wordt verplaatst. Breng een communicatielijn tot stand tussen de IC en de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen om voortdurende raadpleging en advies te leveren over het omgaan met de radiologische gevaren. Activeer een aangewezen nationaal ziekenhuis. Verdeel het nationale radiologische beoordelingsteam en andere middelen volgens de vereisten. Coördineer hun aankomst met de IC of de coördinator van hulpmiddelen ter plaatse. Houd de IC op de hoogte van alle relevante en up-to-date informatie. Onderneem actie om de economische en psychologische gevolgen te verzachten, inclusief: - Beperking van de nationale en internationale handel van potentieel besmette items totdat ze beoordeeld zijn volgens de internationale normen; - Aanpak van problemen met betrekking tot de nationale en internationale verplaatsing van potentieel besmette mensen; - Het informeren van de media over de acties die werden ondernomen na de coördinatie met de PIO ter plaatse. Beperk de mogelijkheid van een herhaling van gelijksoortige gebeurtenissen (bijv. verhoogde beveiliging). Reageer op internationale vragen en geruchten in samenwerking met de IC. Vraag een nationaal bevoegde instantie potentieel beïnvloede staten en het IAEA op de hoogte te brengen als er aanwijzingen zijn dat andere staten of hun burgers kunnen worden beïnvloed (transnationale noodsituatie). Vraag, indien nodig, internationale hulp via het IAEA.
AG.11. PERSOONLIJKE DOSISMETER Wanneer moeten de actierichtlijnen worden toegepast? Als er een persoon beschikbaar is die is uitgerust voor en ervaring heeft in het uitvoeren van standaard stralingscontrole. WAARSCHUWING Voer deze functie alleen uit als u overtuigd bent dat u over de nodige ervaring beschikt. Deze instructie is geen vervanging van de radiologische beoordelingen die worden uitgevoerd door de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen. ACTIES (zoals nodig en praktisch) Werk onder de IC en volg de richtlijnen voor personeelsbescherming in Instructie 2. Ontvang een briefing van de IC. Help de coördinator van hulpmiddelen om, indien nodig, extra persoonlijke dosismeters te krijgen voordat de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen aankomt om de hieronder vermelde taken uit te voeren. Raadpleeg, indien nodig, de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen via telefoon voordat ze aankomen. Voer operationele controles van de instrumenten uit. Als er meer dan een instrument beschikbaar is, kunt u kruiscontroles uitvoeren tussen de instrumenten om consistente aflezingen te garanderen. Controleer of de meters van het gammadosistempo kunnen meten van 0,1µSv/h tot 1000 mSv/h (1 Sv/h). Bewaar één instrument op een schone plaats buiten de intern afgebakende zone voor de controle van contaminatie op een laag niveau. WAARSCHUWING Sommige instrumenten kunnen verzadigd (of overstelpt) raken door zeer hoge stralingsniveaus en een lage of "0"-aflezing tonen in zeer gevaarlijke zones. Benader de locatie met een instrument dat minstens 100 mSv/h kan lezen wanneer het is ingeschakeld en ga geen zones binnen met een dosistempo > 100mSV/h. Voorzie controle: - voor het zoeken en markeren van zones waar het dosistempo > 100 mSv/h is - zone waar alleen levensreddende acties moeten worden uitgevoerd en de verblijfsduur beperkt is tot minder dan 30 min; - > 0,1 mSv/h (100 µSv/h) - grens van binnenin afgezet gebied. - voor het screenen van publieke groepen en locaties zoals ziekenhuizen,
om bronnen met een dosistempo van meer dan 100 µSv/h op 1m te vinden en te isoleren. - voor het ondersteunen van de decontaminatie van mensen en apparatuur (zie Instructies 6 en 8). - voor het ondersteunen van de contaminatiecontrolezone voor hulpverleners (zie Instructie 7). - voor het ondersteunen van acties van het team voor ordehandhaving/beveiliging en het FEMT. - voor het ondersteunen van acties van het lokale ziekenhuis (zie AG.9). Vul het formulier in Bijlage 1 in zoals nodig, voor elke persoon die is gecontroleerd. Controleer op gamma-, bèta- en alfastraling (afhankelijk van de uitrusting) en breng de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen onmiddellijk op de hoogte als er alfastraling is gedetecteerd. Richt vragen van de media aan de PIO. Houd uw doses of activiteiten bij voor een toekomstige reconstructie van de eventuele dosis. Geef de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen een volledige briefing wanneer ze aankomen.
SECTIE C INSTRUCTIES
INSTRUCTIE 1. BEOORDELING VAN HET GEVAAR EN VASTSTELLING VAN EEN INTERN AFGEBAKENDE ZONE
Gebruiker: First responder die aankomt van hulpdiensten. Wanneer moet de instructie worden toegepast? In het geval er een aanwijzing is voor stralingsgevaar. (1) Bepaal of een gebeurtenis een potentiële radiologische noodsituatie is aan de hand van de onderstaande aanwijzingen. Aanwijzingen van een mogelijke radiologische noodsituatie (gevaar): - Vermoedelijke of reële bom . - Geloofwaardige bedreigingen of bedreigende berichten. - Apparaat dat bedoeld lijkt om contaminatie te verspreiden. - Tekenen van mogelijke contaminatie25 (bijv. morsen). - Gammadosistempo's: 100 µSv/h op 1 m van object op 1 m boven de grond. - Medische symptomen van stralingsletsels (zoals brandwonden zonder aanwijsbare oorzaak). - Gebouw / zone gemarkeerd met het stralingssymbool (zie Fig 5). - Resultaten van de beoordeling van een stralingsdeskundige26. - Neutronstraling. - Gevaarlijke bron die is verloren, gestolen, beschadigd, in een brand is, lekt of potentieel betrokken is in een terroristische actie of explosie. Aanwijzingen van een gevaarlijke bron: - Een zware container met het stralingssymbool27 (zie Figuur 5). - Item met labels in Figuur 6, [6]. - Item met transport VN-nummers of markeringen in tabel 3 [6]. - Apparaat dat wordt gebruikt voor kankerbehandeling (teletherapie of brachytherapie). - Radiografiecamera's of -bronnen (zie Figuur 7 en 8). - Bronnen met logging die worden gebruikt bij booroperaties. - Gevaarlijke hoeveelheid materiaal (> D-waarde, [7]), zoals beoordeeld door de stralingsdeskundige26. (2) Raadpleeg zo snel mogelijk de stralingsdeskundige via het nationale EOC en beoordeel de informatie, zoals de hoeveelheid van een specifieke radioactieve stof of ongewone aflezingen. 25
Contaminatie van het oppervlak kan alleen worden beoordeeld door een stralingsdeskundige. Bijlage 8 van Referentie [2] en Referenties [5,7] bieden richtlijnen bij het vaststellen of een bron (hoeveelheid) van radioactieve stoffen gevaarlijk is (de D-waarde overschrijdt). 27 Veel objecten die niet gevaarlijk zijn, hebben het waarschuwingssymbool voor lage straling. Dit is bijvoorbeeld het geval bij draagbare apparaten voor de vochtdichtheid, rookdetectors, tritiumtekens, uurwerken en kompassen met verlichte wijzerplaten. 26
(3) Volg de richtlijnen van AG.1 of AG.2 voor een mogelijke radiologische noodsituatie en vorm een intern afgebakende zone zoals aangegeven in Tabel 4 [5]. De perimeter moet worden vastgesteld waar deze gemakkelijk kan worden gedefinieerd, herkend (bijv. wegen) en beveiligd. (4) Binnen de intern afgebakende zone moet u de richtlijnen volgen voor de personeelsbescherming, zoals uiteengezet in Instructie 2 en het publiek beschermen volgens de richtlijnen voor de bescherming van het publiek in Instructie 3.
TABEL 3. GIDS VOOR MARKERINGEN OP TRANSPORTVERPAKKINGEN [6] VN-nummer 2909, 2908, 2910, 2911 2912; 2913, 3321, 3322, 3324; 3325, 3326 2915; 2982, 3327, 3332, 3333 2916, 2917, 3328, 3329 3323, 3330
Mogelijke andere markering Geen Type IP-1, Type IP-2, Lage specifieke activiteit (LSA), Object met besmet oppervlak (SCO) Type A Type B (U), Type B (M) Type C
Bedreiging Ongevaarlijk Mogelijk gevaarlijk als materiaal wordt ingeademd of opgenomen. Mogelijk gevaarlijk
TABEL 4. VOORGESTELDE RADIUS VAN BINNEN AFGEZETTE ZONE (VEILIGHEIDSPERIMETER) VOOR EEN RADIOLOGISCHE NOODSITUATIE Situatie
Eerste intern afgebakende zone (veiligheidsperimeter) Eerste vaststelling - buiten Niet-afgeschermde of beschadigde mogelijk 30 m rondom gevaarlijke bron Belangrijke hoeveelheid lekkage van mogelijk 100 m rondom gevaarlijke bron Brand, explosie of dampen waarbij een potentieel 300 m radius gevaarlijke bron is betrokken Vermoedelijke bom (potentiële RDD), ontploft of 400 m radius of meer als bescherming tegen een niet explosie Eerste vaststelling - binnenin een gebouw Schade, verlies van afscherming of lekkage waarbij Betrokken en aanpalende gebieden (inclusief een mogelijk gevaarlijke bron is betrokken verdiepingen erboven en eronder) Branden of andere gebeurtenissen waarbij mogelijk Volledig gebouw en gepaste afstand buiten zoals gevaarlijke bronnen zijn betrokken die stoffen in hierboven aangegeven. het gebouw kunnen verspreiden (bijv. via het ventilatiesysteem) Uitbreiding op basis van radiologische controle (a) Dosistempo van 100 µSv/h28,29 Overal waar deze niveaus worden gemeten (a) Dosistempo
kan niet alle blootstellingspaden beoordelen en mag alleen worden gebruikt als basis voor het uitbreiden van de zone en niet voor het verkleinen van de intern afgebakende zone. Alleen een stralingsdeskundige kan het volledige radiologische gevaar beoordelen. Alleen een stralingsdeskundige kan de grootte van de zone verkleinen op basis van de radiologische omstandigheden.
FIG. 11. Identificatiesymbool radioactieve stof
28
Het dosistempo wordt gemeten op 1 m boven de grond. Zie Bijlage I voor niveaus van oppervlaktecontaminatie. Deze niveaus kunnen echter alleen worden beoordeeld door een stralingsdeskundige op basis van instrumentaflezingen (operationele criteria) die overeenkomen met deze niveaus. 29
FIG. 6. Labels van verpakkingen met mogelijk gevaarlijke bronnen. FIG. 7. Standaard radiografiecamera. FIG. 8. Zeer gevaarlijke bron van radiografiecamera (mag nooit worden opgeraapt)
INSTRUCTIE 2. RICHTLIJNEN VOOR PERSONEELSBESCHERMING Gebruiker: alle responders. Wanneer moet de instructie worden toegepast? Altijd wanneer wordt opgetreden bij een radiologische noodsituatie, tenzij anders aangegeven door een stralingsdeskundige.
Deel A: Richtlijnen die altijd moeten worden nageleefd WAARSCHUWING Vrouwelijke werknemers die vaststellen dat ze mogelijk zwanger zijn, moeten de toepasselijke instanties hiervan op de hoogte brengen en moeten worden uitgesloten van taken bij noodsituaties. (1) Volg de standaard veiligheidsprocedures voor uw professionele sector. (2) Zorg dat u visueel herkenbaar bent en dat u in het aanwezigheidssysteem zit wanneer u binnen de intern afgebakende zone werkt. (3) Raak geen vermoedelijke radioactieve items (inclusief bomfragmenten) aan of houd ze niet vast . (4) Voer alleen levensreddende acties uit binnen: 1 meter van de vermoedelijke gevaarlijke radioactieve stoffen/bron; 100 meter van brand of explosies tenzij u een uitrusting met ademhalingsbescherming hebt. (5) Minimaliseer de tijd die u doorbrengt binnen een afstand van 10 meter van de vermoedelijke radioactieve stoffen/bron. (6) Wanneer de verspreiding van radioactieve stoffen (stof/rook) en contaminatie worden vermoed of bevestigd: (a) Gebruik beschikbare apparatuur voor ademhalingsbescherming of dek uw mond af met een masker of zakdoek. (b) Houd uw handen weg van uw mond, rook, eet of drink niet en was uw handen regelmatig. (c) Wanneer u besmette personen behandelt of vervoert, moet u de normale beschermingsmethoden (standaard voorzorgsmaatregelen), zoals chirurgische handschoenen en maskers, gebruiken. Houd uw handen weg van uw mond en was uw handen regelmatig. (7) Controleer of uw naam en uitgevoerde activiteiten zijn geregistreerd voor een mogelijke follow-up en dosisreconstructie. (8) Laat u controleren op radioactieve contaminatie nadat u binnen de intern afgebakende zone bent geweest. Als dat niet onmiddellijk kan, neem dan zo snel mogelijk een douche en trek andere kleding aan. (9) Nadat de noodhulpoperaties zijn beëindigd, moeten andere activiteiten (bronherstel, schoonmaak, afvalverwijdering, enz.) de richtlijnen voor de bescherming tegen beroepsmatige straling volgen, zoals aangegeven door de stralingsdeskundige. (10) Laat de werkgebieden zo snel mogelijk bewaken (Deel B).
Deel B: Richtlijnen die moeten worden gevolgd als het gammadosistempo bekend is (1) Volg deel A van de bovenstaande richtlijnen. (2) Als het dosistempo in een specifieke zone hoger is dan 100 mSv/h: Voer alleen levensreddende acties uit. Beperk de totale tijd van uw verblijf in die zones tot 30 minuten. (3) Ga niet in een zone met een dosistempo van meer dan 1000 mSv/h tenzij u hiervoor de opdracht hebt gekregen van de stralingsdeskundige.
Deel C: Richtlijnen die moeten worden gevolgd als zelflezende dosismeters worden gebruikt WAARSCHUWING Zelflezende dosismeters meten geen dosis van de inademing, opname of huidcontaminatie. Responders moeten bijgevolg alle algemene richtlijnen in Deel A volgen om de dosis van deze wegen te beperken.
(1) Volg Deel A van de bovenstaande richtlijnen. (2) Stel alle redelijke inspanningen in het werk om de dosisrichtlijnen van Tabel 5 niet te overschrijden [1,2,8,9,10]. TABEL 5. DOSISRICHTLIJNEN TERUGKEER HULPVERLENERS30 Taken
Levensreddende acties, zoals: Redding van onmiddellijke levensbedreigingen; Bieden van eerste hulp voor levensbedreigende letsels; Preventie/verzachting van omstandigheden die levensbedreigend zijn. Acties om ernstige invloeden op de gezondheid of letsels te voorkomen, zoals: 30
Niet overschrijden tenzij goedgekeurd door incident commander, Hp (10) 1000 mSv30,31,32,33
Deze dosisrichtlijnen zijn opgemaakt volgens de niveaus die het voltooien van de taken en terugkeer naar de basis zullen mogelijk maken zonder de niveaus van de internationale richtlijnen [1] te overschrijden. De richtwaarden van de dosisniveaus voor de hulpverleners worden uitgedrukt als een geïntegreerde externe dosis en er wordt van uit gegaan dat alle nodige voorzorgsmaatregelen zijn genomen om interne blootstelling te voorkomen. De richtlijn geldt voor de volledige duur van het noodgeval. 31 In principe zijn er geen dosisbeperkingen aanbevolen voor levensreddende acties als, en ALLEEN ALS, het voordeel voor anderen duidelijk belangrijker is dan het persoonlijke risico voor de reddingswerker. 32 Medewerkers zullen vrijwilligers zijn en informatie krijgen over de mogelijke gevolgen van de blootstelling voor de gezondheid om hen de mogelijkheid te bieden een doordachte beslissing te maken [1, 10]. Een blootstelling van bijvoorbeeld 3000 mSv kan levensbedreigend zijn. 500-1000 mSv kan leiden tot kortstondig braken, een verlaagde spermaproductie en een verhoogde kans (risico) op de ontwikkeling van terminale kanker van een normaal percentage van ongeveer 25 % tot ongeveer 30 %. Blootstelling aan een dosis van 100 mSv zal niet leiden tot effecten op korte termijn, maar zal resulteren in een kleine verhoging (ongeveer 0,5 %) van het risico op de ontwikkeling van terminale kanker [8, 9]. 33 Alle mogelijke inspanningen moeten worden geleverd om de doses onder deze dosis te houden tijdens het uitvoeren van levensreddende acties.
Evacuatie/bescherming van het publiek; Omgevingsbewaking van bevolkte gebieden om te bepalen waar evacuatie, schuilplaatsen of voedselbeperkingen zijn gegarandeerd; Redding van potentiële bedreigingen van ernstige letsels; Onmiddellijke behandeling van ernstige letsels; Dringende decontaminatie van mensen. Acties om de ontwikkeling van catastrofale omstandigheden te voorkomen, zoals: Preventie of matiging van branden, enz.; Arresteren van terroristische verdachten. Acties om een grote collectieve dosis te voorkomen, zoals: Verzameling en analyse van monsters voor milieubewaking van bevolkte gebieden; Gelokaliseerde decontaminatie indien vereist om het publiek te beschermen.
500 mSv30,32,33
50 mSv30
INSTRUCTIE 3. RICHTLIJNEN VOOR DE BESCHERMING VAN HET PUBLIEK
Gebruiker: IC of zijn/haar vertegenwoordiger. Wanneer moet de instructie worden toegepast? Altijd wanneer wordt opgetreden bij een radiologische noodsituatie waarbij publiek is betrokken.
Deel A: Voor het publiek dat zich binnen het intern afgebakende gebied bevindt wanneer de first responders aankomen (1) Evacueer zo snel mogelijk. Voordat de evacuatie wordt uitgevoerd, moet het publiek worden aangeraden de best mogelijke schuilplaats te zoeken (bijv. ga naar de inkomhal, blijf uit de buurt van vensters). (2) Geef het publiek de instructie geen enkel mogelijk radioactief item vast te nemen, maar het te isoleren en een responder op de hoogte te brengen. (3) Geef het publiek de instructie niet te roken, eten, drinken of hun handen op hun mond te plaatsen, hun handen te wassen, een douche te nemen en andere kleren aan te trekken wanneer dat mogelijk is om onopzettelijke opname te voorkomen. (4) Na de evacuatie: Registreer het publiek; Als contaminatie een probleem is (mogelijke aanwezigheid van radioactieve rook, vloeistof of stof): - Herinner de geëvacueerden eraan niet te roken, te eten, te drinken of hun handen bij hun mond te houden; herinner ze eraan hun handen te wassen, een douche te nemen en andere kleding aan te trekken wanneer dat mogelijk is om onopzettelijke opname te vermijden. - Voer een controle uit (indien beschikbaar) - Indien gegarandeerd en praktisch, moet u een onmiddellijke decontaminatie uitvoeren in overeenstemming met Instructie 6. Geef het publiek instructies over de plaatsen waar ze zich kunnen melden voor meer informatie en/of medische/radiologische beoordeling. Geef hen de instructies om, na het verlaten van de locatie: - Een douche te nemen en andere kleding aan te trekken wanneer dat mogelijk is, hun kleding in een plastic zak te stoppen en te bewaren (als dat nog niet is gebeurd). - andere instructies te volgen over de locaties voor het ontvangen van informatie en/of medische/radiologische beoordeling.
Deel B: Voor het publiek dat de intern afgebakende zone mogelijk heeft verlaten zonder registratie (1) Geef het publiek, indien nodig via de media, instructies over het volgende:
Geen items die ze mogelijk op de locatie hebben opgeraapt, te hanteren, maar ze te melden aan de lokale politie. Niet te roken, eten, drinken of de handen op de mond te leggen tot ze een douche hebben genomen en andere kleding hebben aangetrokken. Een douche te nemen en andere kleding aan te trekken wanneer dat mogelijk is, hun kleding in een plastic zak te stoppen en te bewaren. Blijven luisteren naar en naleven van officiële instructies die via de media (tv of radio) worden gegeven.
Deel C: Voor het publiek buiten de intern afgebakende zone Als er een atmosferische vrijgave is geweest (rook van brand of bom), geef dan het publiek via de media de raad om binnen ongeveer 1 km afstand van het vrijgavepunt : (1) Binnen het gebouw te blijven zolang de vrijgave duurt (rook). (2) Geen groenten te eten die buitenshuis zijn geteeld of regenwater te drinken. (3) Niet buiten te spelen. (4) De handen te wassen vóór het eten. (5) Stoffige gebieden of activiteiten die stof zullen genereren, te voorkomen. (6) Blijven luisteren naar en naleven van officiële instructies die via de media (tv of radio) worden gegeven.
INSTRUCTIE 4. REGISTRATIE VAN HET PUBLIEK
Gebruiker: doorgaans de brandweer. Wanneer moet de instructie worden toegepast? Op de locatie van een radiologische noodsituatie, voor al het publiek dat mogelijk binnen de intern afgebakende zone is geweest (geëvacueerd of aan hun lot overgelaten voor de aankomst van de hulpdiensten) en geen onmiddellijke medische behandeling/medisch vervoer vereist . WAARSCHUWING De behandeling of het vervoer van ernstig gewonde mensen mag niet worden vertraagd voor de registratie, controle of decontaminatie. (1) Richt een zone voor de registratie van het publiek in buiten de intern afgebakende zone (veiligheidsperimeter) (zie Figuur 3) die, indien nodig, beveiligd is en beschermd is tegen de weersomstandigheden. (2) Als terrorisme of criminele activiteiten worden vermoed, moet u ervoor zorgen dat de mensen worden gefouilleerd op wapens voordat ze naar de zone voor de publieksregistratie komen en dat hulpverleners beschermd zijn tegen mogelijk gewapende verdachten. (3) Geef niet-gewonde mensen van het publiek die binnen de intern afgebakende zone zijn geweest de instructies om: Geen items mee te nemen die mogelijk radioactief zijn. De handen weg van de mond te houden en niet te eten of te drinken tot ze hun gezicht en handen hebben gewassen. Naar een zone voor publieksregistratie te gaan waar ze veilig kunnen wachten terwijl hun gegevens worden verwerkt. (4) Als er geen contaminatie wordt vermoed, kunt u ze registreren met het formulier in Bijlage I en ze ontslaan. (5) Als het publiek mogelijk besmet is (mogelijke aanwezigheid van radioactieve rook, vloeistof of stof) en: - er schikkingen zijn getroffen voor de decontaminatie: - stuurt u ze door voor lokale of volledige decontaminatie. Zorg dat deze actie de nodige eerste hulpacties niet hindert. - er geen schikkingen zijn getroffen voor de decontaminatie: - registreer de mensen door middel van het formulier in Bijlage I; - geef hen de instructies: - niet te eten, te drinken, te roken of hun handen op hun mond te leggen tot ze hun handen en gezicht hebben gewassen en mogelijk besmette kleding hebben uitgetrokken; - een douche te nemen en andere kleding aan te trekken wanneer dat mogelijk is, hun kleding in een plastic zak te stoppen en te bewaren;
- blijven luisteren naar en naleven van officiële instructies die via de media (tv of radio) worden gegeven. - Ontsla het publiek
INSTRUCTIE 5. CONTROLE VAN HET PUBLIEK EN DE RESPONDERS
Gebruiker: Persoonlijke dosismeter. Wanneer moet de instructies worden toegepast? Wanneer een persoonlijke dosismeter of stralingsdeskundige beschikbaar is en er een aanwijzing is dat mensen mogelijk besmet zijn (mogelijke aanwezigheid van radioactieve rook, vloeistoffen of stof) en het uitvoeren van controle mogelijk is. WAARSCHUWING Stel geen medische behandeling of medisch vervoer uit voor registratie of controle. Als u niet begrijpt hoe u de operationele stappen moet uitvoeren of de onderstaande eenheden moet gebruiken, moet een andere bevoegde persoon de controle uitvoeren. Sommige instrumenten kunnen verzadigd (of overstelpt) raken door zeer hoge stralingsniveaus en een lage of "0"-aflezing tonen in zeer gevaarlijke zones. (1) Benader de locatie met een instrument dat minstens 100 mSv/h kan lezen wanneer het is ingeschakeld en ga geen zones binnen met een dosistempo > 100mSV/h. (2) Als terrorisme of criminele activiteiten worden vermoed, moet u ervoor zorgen dat de mensen worden gefouilleerd op wapens voordat ze naar de zone voor de publieksregistratie komen en dat hulpverleners beschermd zijn tegen mogelijk gewapende verdachten. (3) Voer een operationele controle uit van de controle-instrumenten op een plaats uit de buurt van de locatie van de noodsituatie: o Controleer de batterij. o Controleer of het instrument dosistempo's kan meten binnen het bereik van de lokale achtergrond (standaard tussen 0,05-0,2 µSv/h). Zorg dat u de weergegeven eenheden begrijpt en dat u weet hoe het bereik kan worden gewijzigd. o Open een bètavenster indien beschikbaar. o Wikkel het instrument in een plastic zak. o Registreer het instrumentnummer en het achtergrondniveau34 in een zone die niet in de buurt van de locatie is. (4) Houd één controle-instrument in een "zuivere zone" en gebruik het niet voor routinecontrole. (5) Richt een bewakingslocatie in binnen een zone met een dosistempo dat lager is dan 0,3 µSv/h en dicht bij de decontaminatiezone ligt. (6) Om zeker te zijn dat alle objecten met een dosistempo van > 100 µSv/h op 1 meter worden geïdentificeerd en geïsoleerd voordat het publiek de controlezone 34
Registreer de achtergrond in eenheden op het instrument (bijv. µGy/h, mR/h, mSv/h, enz).
binnenkomt, moet u het publiek laten screenen uit de buurt van de controlezone (stap binnen 2 meter van een instrument dat meet binnen een bereik van 100 µSv/h of meer). Isoleer geïdentificeerde objecten met een dosistempo van > 100 µSv/h. (7) Geef de mensen die moeten worden gecontroleerd de instructie niet te eten, te drinken of te roken tot ze hun handen hebben gewassen; om zo snel mogelijk een douche te nemen en andere kleding aan te trekken en na hun ontslag de officiële instructies die via de media (tv of radio) worden gegeven te blijven volgen en naleven. (8) Tijdens de controle: Draag handschoenen en beschermende kledij zoals beschikbaar, trek regelmatig nieuwe handschoenen aan. Volg de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2. Laat u regelmatig controleren en als u besmet bent met een waarde van > 0,3 µSv/h35, moet u zich laten ontsmetten. Controleer regelmatig of het instrument operationeel en niet besmet is (het kan de achtergrond meten). Indien het besmet is, vervang dan de plastic zak en controleer opnieuw.
35
Voor de persoon die de controle uitvoert, wordt een lager criterium (0,3 µSv/h) gebruikt dan voor het publiek om te garanderen dat het dosistempo van een besmette persoon die de controle uitvoert het proces voor de controle van het publiek niet verhindert.
(4) Controleer het haar, de handen, de zakken, de vuile delen van de kleding, voeten en gezicht van een persoon terwijl u de monitor ongeveer 10 cm van het gecontroleerde oppervlak houdt. (5) Registreer de resultaten van het contaminatieonderzoek door middel van het formulier in Bijlage I. (6) Voer de volgende acties uit afhankelijk van de resultaten van het onderzoek: Persoonlijke onderzoeksmetingen van het gammadosistempo op 10 cm afstand van het oppervlak van het lichaam (kleding) 1 µSv/h36 > 1 µSv/h36 - Herinner de personen die worden gecontroleerd eraan om - zo snel mogelijk een douche te nemen en andere kleding aan te trekken; - te luisteren naar officiële instructies. - Stuur ze naar huis (ontslaan)
- Stuur de mensen die zijn gecontroleerd door voor onmiddellijke decontaminatie (zie Instructie 6). - Als er geen onmiddellijke decontaminatie beschikbaar is, herinner ze er dan aan om: - zo snel mogelijk een douche te nemen en andere kledij aan te trekken. - te luisteren naar officiële instructies. - Stuur ze naar huis (ontslaan)
36
Zie Bijlage I voor contaminatieniveaus. Deze niveaus kunnen echter alleen worden beoordeeld door een stralingsdeskundige op basis van vooraf vastgestelde instrumentaflezingen (operationele criteria).
INSTRUCTIE 6. DECONTAMINATIE VAN HET PUBLIEK
Gebruiker: doorgaans de brandweer. Wanneer moet de instructie worden toegepast? Als er een aanwijzing is dat mensen (die geen onmiddellijke medische behandeling of medisch vervoer vereisen) mogelijk besmet zijn door de aanwezigheid van radioactieve rook, vloeistoffen of stof of door beschikbare controleresultaten en waarbij de decontaminatiezone onmiddellijk kan worden opgericht. WAARSCHUWING Stel geen vervoer van ernstig gewonde slachtoffers uit omwille van decontaminatieprocedures. Voer het volgende uit om de verspreiding van de contaminatie te voorkomen: verwijder hun bovenkledij, wikkel ze in een deken en markeer ze als mogelijk besmet. Als de decontaminatiezone niet onmiddellijk kan worden opgericht, moet het publiek eraan worden herinnerd om zo snel mogelijk een douche te nemen en andere kleding aan te trekken en na hun ontslag de officiële instructies die via de media (tv of radio) worden gegeven te blijven volgen en naleven. (1) Richt een decontaminatiezone in buiten de intern afgebakende zone (zie Figuur 3) die geschikt is voor de beschikbare middelen en het aantal mensen dat moet worden ontsmet: Decontaminatie ter plaatse voor grote aantallen. Volledige decontaminatie voor kleine aantallen.
OPGELET Organiseer decontaminatie ter plaatse in een zone met beveiliging en bescherming tegen de weersomstandigheden (indien vereist), met gecontroleerde toegangs- en uitgangspunten en voorzieningen voor mensen om hun handen en gezicht te wassen en hun bovenkledij gedeeltelijk uit te trekken. Organiseer volledige decontaminatie in een zone met beveiliging en voorzieningen voor het nemen van een douche en het onmiddellijk aantrekken van schone kleding. Er moeten gescheiden zones voor vrouwen en mannen worden voorzien. Het water dat voor de decontaminatie is gebruikt, moet worden opgevangen als dat mogelijk is zonder de decontaminatie te vertragen. (2) Zorg voor dekens, kleding en andere zaken die kunnen worden gebruikt om mensen die hun bovenkledij hebben uitgetrokken, te kleden. (3) Zorg voor de ontvangst van besmette items, labels voor het markeren van zakken met besmette kleding en zakken voor andere items. (4) Als terrorisme of criminele activiteiten worden vermoed, moet u ervoor zorgen dat de mensen worden gefouilleerd op wapens voordat ze naar de zone voor de decontaminatie komen en dat hulpverleners beschermd zijn tegen mogelijk gewapende verdachten. (5) Voer de decontaminatie uit volgens de onderstaande instructies:
Instructies voor het uitvoeren van een onmiddellijke decontaminatie Stap 1. Draag handschoenen en beschermende kledij wanneer deze beschikbaar zijn en vervang de handschoenen regelmatig. Volg de richtlijnen voor de personeelsbescherming. Laat u regelmatig controleren en als u besmet bent met een waarde van > 1 µSv/h, moet u zich laten ontsmetten. Stap 2. Houd families samen en vraag volwassenen om hun kinderen of andere personen die hulp nodig hebben, te helpen (indien mogelijk). Stap 3. Geef de mensen de onderstaande instructies, afhankelijk van het niveau van de decontaminatie die wordt uitgevoerd: Decontaminatie ter plaatse Niet te eten, drinken of roken en de handen weg van de mond te houden tot de bovenkledij is verwijderd en de persoon een douche heeft genomen. Om zoveel mogelijk van de bovenkleding uit te trekken (zoals de omstandigheden het toelaten en als er vervangende kledij beschikbaar is) en om de kleding in zakken te stoppen met een label dat de eigenaar identificeert. Om hun gezicht en handen te wassen met water of met een natte doek. Om zo snel mogelijk na het ontslag een douche te nemen en andere kleding aan te trekken. Om mogelijk besmette bovenkleding in een zak te stoppen voor mogelijk besmet afval. Volledige decontaminatie Niet te eten, drinken of roken en de handen weg van de mond te houden tot de bovenkledij is verwijderd en de persoon een douche heeft genomen. Om alle kleding uit te trekken en deze in een zak te stoppen voor mogelijk besmet afval. Om een douche te nemen met water en reinigingsmiddelen (indien beschikbaar). Was de haren bijzonder nauwkeurig - dit deel van het lichaam kan het meest besmet zijn. Geef ontsmette personen nieuwe kledij. Stap 4. Vul het registratieformulier in (Bijlage I). Stap 5. Geef de mensen informatie over waar ze verdere instructies kunnen krijgen na hun ontslag. Stap 6. Stel een ontvangstbewijs op voor besmette kledij en persoonlijke items en stuur de persoon naar huis. Stap 7. Behandel de controleresultaten, het registratieformulier en besmette kleding als bewijsmateriaal. Stap 8. Verplaats zakken met mogelijk besmette items regelmatig naar een geïsoleerde en veilige locatie. Stap 9. Wanneer u wordt ontlast van uw controleopdracht, mag u de locatie niet verlaten voordat u zich hebt laten ontsmetten in de contaminatiecontrolezone voor hulpverleners.
INSTRUCTIE 7. CONTAMINATIECONTROLE VOOR HULPVERLENERS Gebruiker: Persoon die verantwoordelijk is voor de contaminatiecontrole van hulpverleners, doorgaans een lid van de brandweer.
Wanneer moet de instructie worden toegepast? Als er een aanwijzing is dat een gebied mogelijk besmet is door de aanwezigheid van radioactieve rook, vloeistoffen of stof. (1) Richt een gebied voor de contaminatiecontrole van hulpverleners op bij de grens van de intern afgebakende zone (zie Figuur 3). Er moeten voorzieningen zijn voor: Een gecontroleerde ingang en uitgang. Aanmelden en afmelden van de zone (bijv. prikbord) Verzameling van apparatuur die binnen intern afgebakende zone is gebruikt - Opslagzone voor gereedschappen Decontaminatie van apparatuur: - Slangleiding met aanslag om aflopen te beperken zodat deze geen andere operationele zones kan beïnvloeden. Decontaminatie van personeel: - - Slangleiding met aanslag om aflopen te beperken zodat deze geen andere operationele zones kan beïnvloeden. - Voorzieningen om bovenkleding te vervangen en handen en gezicht te wassen. - Voorzieningen om beschermende uitrusting te vervangen (luchttoevoer en filters). - Voorzieningen om afval te verpakken/beheren. (2) Zorg dat de first responders de onderstaande stappen volgen: - De intern afgebakende zone binnengaan: Dek de instrumenten af met plastic zakken. Meld u aan (personen in de zone opvolgen). Beperk, indien mogelijk, het aantal extra gereedschappen dat in de zone wordt meegenomen (gebruik gereedschappen die zich al in de zone bevinden). Volg de richtlijnen voor de personeelsbescherming (Instructie 2) wanneer u zich binnen de zone bevindt. - De intern afgebakende zone verlaten: Verwijder de plastic afdekking van de instrumenten. Laat de gebruikte instrumenten en apparatuur binnen het intern afgebakende gebied voor verder gebruik. Laat u controleren volgens Instructie 5.
Laat u lokaal ontsmetten: - Afspuiten (was uw laarzen, handschoenen en beschermende kleding als volledig isolerende beschermende kleding wordt gebruikt.) - Verwijder beschermende bovenkledij. - Was uw handen en gezicht. - Laat u controleren (als er controle beschikbaar is). Voordat u de locatie verlaat, moet u een volledige decontaminatie (Instructie 6) ondergaan. Als de decontaminatie niet wordt uitgevoerd, moet u in isolatie blijven tot u een douche hebt genomen en alle kleding hebt vervangen (stop kleding in een zak). Meld u af.
INSTRUCTIE 8. CONTROLE/ DECONTAMINATIE VAN VOERTUIGEN EN APPARATUUR
Gebruiker: doorgaans een lid van de brandweer. Wanneer moet de instructie worden toegepast? Als de persoonlijke dosismeter/stralingsdeskundige en de benodigde uitrusting beschikbaar is en als er een aanwijzing is dat voertuigen/uitrusting/items37 mogelijk besmet zijn door de mogelijke aanwezigheid van radioactieve rook, vloeistof of stof. OPGELET Uitrustingen of items die zich binnen het intern afgebakende gebied bevonden of voertuigen die werden gebruikt voor het vervoer van mogelijk besmette slachtoffers, kunnen niet worden vrijgegeven voor algemeen gebruik voordat ze door een stralingsdeskundige/radiologisch team zijn gecontroleerd. Dit omvat ook persoonlijke voertuigen en taxi's. WAARSCHUWING Sommige instrumenten kunnen verzadigd (of overstelpt) raken door zeer hoge stralingsniveaus en een lage of "0"-aflezing tonen in zeer gevaarlijke zones. Benader de locatie met een instrument dat minstens 100 mSv/h kan lezen wanneer het is ingeschakeld en ga geen zones binnen met een dosistempo > 100mSV/h. (1) Richt een zone in voor de controle en decontaminatie in een gebied bij de grens van de intern afgebakende zone met een dosistempo voor de achtergrond onder 0,3 µSv/h en met de benodigde voorraden voor de decontaminatie (bijv. brandslangen, schrobborstels en reinigingsmiddelen). Het water dat wordt gebruikt voor de decontaminatie moet worden opgevangen als dat mogelijk is zonder dat de noodoperaties worden vertraagd. (2) Voer een operationele controle uit van de controle-instrumenten in een zone uit de buurt van de noodlocatie: Controleer de batterij. Controleer of het instrument dosistempo's kan meten binnen het bereik van de lokale achtergrond (standaard tussen 0,05-0,2 µSv/h). Zorg dat u de weergegeven eenheden begrijpt en dat u weet hoe het bereik kan worden gewijzigd. Open een bètavenster indien beschikbaar. Wikkel het instrument in een plastic zak. Registreer het achtergrondniveau en het instrumentnummer. Houd één controle-instrument in een "zuivere zone" en gebruik het niet voor routinecontrole. 37
Dit is van toepassing voor de controle en decontaminatie van de apparatuur, voertuigen en andere items die belangrijk zijn voor de responsinspanningen of de publieke veiligheid.
(3) Om zeker te zijn dat alle objecten met een dosistempo van > 100 µSv/h op 1 meter worden geïdentificeerd en geïsoleerd voordat het publiek de controlezone binnenkomt, moet u het publiek laten screenen uit de buurt van de controlezone (stap binnen 2 meter van een instrument dat meet binnen een bereik van 100 µSv/h of meer). Isoleer geïdentificeerde objecten met een dosistempo van > 100 µSv/h. (4) Tijdens de controle: Draag handschoenen en beschermende kledij zoals beschikbaar, trek regelmatig nieuwe handschoenen aan. Volg de richtlijnen voor de personeelsbescherming in Instructie 2. Laat u regelmatig controleren en als u besmet bent met een waarde van > 0,3 µSv/h, moet u zich laten ontsmetten. Controleer regelmatig of het instrument operationeel en niet besmet is (het kan de achtergrond meten). Indien besmet is, vervang dan de plastic zak en controleer opnieuw. (5) Controleer het item op gammacontaminatie door de monitor ongeveer 10 cm van het oppervlak te houden. (6) Voer de volgende acties uit als de contaminatieniveaus > 1 µSv/h zijn: Ontsmet door middel van brandslangen, schrobborstels en reinigingsmiddelen. Vertraag/verhinder de respons niet om besmette filters te verwijderen/vervangen. Controleer de besmette zones opnieuw en voer het volgende uit: Als het dosistempo op 10 cm de volgende waarde is: > 1 µSv/h en <10 µSv/h > 10 µSv/h en <100 µSv/h
>100 µSv/h
Voer dan deze actie uit: Alleen gebruiken voor responsactiviteiten. Alleen gebruiken voor kritische responsactiviteiten (bijv. benodigd voor het vervoer van gewonden). Het gebruik van deze items moet worden gecontroleerd. Wanneer hun gebruik niet langer kritiek is, moeten ze worden geïsoleerd. De mensen die deze uitrusting gebruiken moeten Instructie 2 volgen en elke redelijke actie ondernemen om blootstelling aan de huid (draag handschoenen) te verminderen en het gebruik te beperken tot minder dan enkele uren. Isoleren en alleen gebruiken met de goedkeuring van de
stralingsdeskundige.
(7) Geef alleen mogelijk besmette voertuigen en uitrustingen vrij voor algemeen gebruik nadat ze door de stralingsdeskundige zijn beoordeeld en werd vastgesteld dat ze aan de nationale criteria voldoen.
INSTRUCTIE 9. VELDTRIAGE VOOR GROOT AANTAL SLACHTOFFERS
Gebruiker: de brandweer tot aflossing door de medische spoeddienst. Wanneer moet de instructie worden toegepast? In geval van een radiologische noodsituatie die resulteert in een groot aantal slachtoffers. (1) Richt een triage/eerstehulpzone in buiten de intern afgebakende zone en binnen de buitenste afgezette zone. (2) Overweeg het gebruik van een knipperend blauw licht om mensen naar de triage/eerstehulpzone te lokken. (3) Breng de slachtoffers onder in categorieën38: Prioriteit 1: hebben onmiddellijk behandeling nodig. Prioriteit 2: hebben snel behandeling nodig. Prioriteit 3: kunnen wachten op behandeling. Geen acties: er is geen behandeling nodig. (4) Breng een label aan op slachtoffers met vermelding van hun medische toestand en de categorie met behulp van het formulier in Bijlage I. OPGELET Ernstige medische problemen hebben altijd prioriteit over radiologische zorgen. Mensen die in staat zijn te reageren op een mondelinge aankondiging om naar het verzamelpunt te komen, zullen zeer waarschijnlijk kunnen wachten op medische aandacht. Houd families samen. (5) Biedt eerste hulp zoals vereist. (6) Maak een schatting van het aantal slachtoffers dat de vervoereenheid en het ziekenhuis kan verwerken. (7) Onderneem acties om de verspreiding van de contaminatie te beperken als er een aanwijzing is dat er mensen mogelijk besmet zijn: Personen met levensbedreigende letsels moeten in lakens of dekens worden gewikkeld en onmiddellijk naar het ziekenhuis worden overgebracht. Personen met niet-levensbedreigend letsel en niet-gewonde personen moeten een lokale/volledige decontaminatie ondergaan, zoals nodig (zie Instructie 6). (8) Breng de vervoereenheid en de medische faciliteiten die de patiënten zullen opnemen op de hoogte van de aard van de gebeurtenis, het aantal gewonden en gevallen van vermoedelijk of bevestigde besmetting of stralingsblootstelling.
38
Met de capaciteiten van het lokale ziekenhuis, hulpmiddelen op de locatie en vervoercapaciteiten moet rekening worden gehouden tijdens het opstellen van categorieën gewonde mensen. Een standaard lokaal ziekenhuis zal mogelijk in staat zijn intensieve zorgen te bieden voor ongeveer 10 mensen.
(9) Zorg voor vervoer van de gewonden op basis van hun verwondingen: - Personen met levensbedreigende letsels moeten naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis worden overgebracht. - Mensen met niet-levensbedreigende letsels moeten naar een secundair of aangewezen ziekenhuis (voor letsels die zijn veroorzaakt door straling) worden overgebracht.39 (10) Coördineer de activiteiten met het team voor ordehandhaving/beveiliging en het FEMT wanneer dat mogelijk en vereist is. (11) Vraag een PIO om een publieke aankondiging op te stellen om het aantal bezorgde burgers (zelfaanbieders) die naar het lokale ziekenhuis gaan te beperken, tenzij ze gewond zijn. Geef de plaats aan waartot ze zich kunnen wenden voor controle en geruststelling. (12) Vraag het nationale EOC extra middelen of activeer de benodigde ondersteuning op nationaal niveau.
39
In het land aangewezen om stralingsletsels aan te pakken. Het behoudt de minimale vereiste capaciteiten en hulpmiddelen voor medisch beheer van noodgevallen met betrekking tot stralingsgevaar op nationaal niveau.
SECTIE D RESPONSKAARTEN
De kaarten die hieronder naast elkaar worden weergegeven met de markering (1) en (2) zijn de voorkant en achterkant van dezelfde kaart. Acties van de Incident commander als respons op een algemene radiologische noodsituatie Acties van de Incident commander als respons op een algemene radiologische noodsituatie (1) Neem afstand, observeer en beoordeel. Bepaal een intern afgebakende zone. Pas de posities van het responspersoneel, de voertuigen en de apparatuur aan. Volg de richtlijnen voor personeelsbescherming. Onderneem levensreddende acties. Richt een ICP en een verzamelplaats in. Overweeg terrorisme/bom/secundaire gebeurtenis. Controleer en identificeer pakketten, mensen, papieren en voertuigen. Markeer een intern afgebakende zone. Evacueer het publiek uit de intern afgebakende zone. Vraag een stralingsdeskundige aan vraag telefonisch advies over stralingsproblemen.
Acties van de Incident commander als respons op een algemene radiologische noodsituatie (2) Vraag een eerste beoordeling van de persoonlijke dosismeter. Richt responsgebieden/-faciliteiten in. Geef rekenschap van al het responspersoneel. Beheer de veldtriage, registratie, controle en decontaminatie. Stel een veiligheidsperimeter en andere faciliteiten vast ter plaatse. Beperk verspreiding van de contaminatie. Breng vervoer-/medische faciliteiten op de hoogte. Breng het nationale EOC op de hoogte. Overweeg de behoefte aan complete respons (gespecialiseerde teams). Zorg voor een briefing van de gevraagde teams bij hun aankomst. Houd het publiek op de hoogte via één officiële bron. Behandel de locatie als een misdaadlocatie. Probeer de locatie niet te herstellen of te ontsmetten.
Acties van de Incident commander als respons op een radiologische noodsituatie waarbij een verloren of gestolen bron betrokken is
Acties van de Incident commander als respons op een radiologische noodsituatie waarbij een verloren of gestolen bron betrokken is (1)
Vraag een stralingsdeskundige. Volg de richtlijnen voor personeelsbescherming. Beveilig de zone, behandelen als een misdaadlocatie. Voer een onderzoek uit. Garandeer de beveiliging van andere bronnen. Zoek en isoleer de bron. Identificeer mogelijk blootgestelde personen. Stel een publieke aankondiging op met een beschrijving van de bron en de gevaren.
Acties van de Incident commander als respons op een radiologische noodsituatie waarbij een verloren of gestolen bron betrokken is (2)
Informeer medische faciliteiten in de buurt zodat ze alert blijven voor symptomen van stralingsblootstelling. Waarschuw noodhulpdiensten, grensposten en schroothandelaars. Breng het nationale EOC op de hoogte. Volg voor publieke contaminatie of blootstelling, de acties van de Incident commander als respons op een algemene radiologische noodsituatie.
Acties van alle first responders in een radiologische noodsituatie Acties van alle first responders in een radiologische noodsituatie (1) Bescherm uzelf. Werk onder de IC. Volg de richtlijnen voor personeelsbescherming (zie ommezijde). Zorg dat het publiek de richtlijnen voor de bescherming van het publiek volgt. Stel geen levensreddende acties uit omwille van de aanwezigheid van straling. Richt vragen van de media aan de functionaris voor publieksvoorlichting. Behandel de locatie als een misdaadlocatie. Volg uw specifieke actierichtlijnen.
Richtlijnen voor personeelsbescherming (2) Volg uw standaard veiligheidsprocedures. Zorg dat u visueel identificeerbaar bent. Minimaliseer de tijd die u bij een mogelijk gevaarlijke bron doorbrengt. Raak geen vermoedelijk radioactieve items aan of neem ze niet vast. Gebruik beschikbare ademhalingsbescherming indien dat toepasselijk is. Houd uw handen weg van uw mond, rook, eet of drink niet en was uw handen regelmatig. Controleer of uw naam/uitgevoerde activiteiten zijn geregistreerd. Laat u controleren en registreren. Neem zo snel mogelijk een douche en trek andere kledij aan.
Acties lokale ziekenhuizen in een radiologische noodsituatie Acties lokale ziekenhuizen in een radiologische noodsituatie (1) Werk onder de IC. Volg de richtlijnen voor personeelsbescherming. Geef de hulpverleners een briefing over het verwaarloosbare risico bij het behandelen van besmette patiënten als de geschikte voorzorgsmaatregelen worden nageleefd. Vraag de ordehandhaving een zone af te zetten rond het ziekenhuis om bezorgde burgers naar een secundaire locatie te leiden. Bereid de ontvangstzone voor ziekenwagens en een behandelingszone voor. Stel een gecontroleerde zone en controlelijnen op. Bereid het medische personeel voor. Gebruik de universele voorzorgsmaatregelen. Beoordeel en beheer letsels (verondersteld als zijnde besmet): (1) Zorg eerst voor een medische stabilisatie; (2) Radiologisch onderzoek (indien mogelijk); (3) Onmiddellijk lichamelijk onderzoek en bloedtests (CBC met differentieel). Neem neusuitstrijkjes als interne contaminatie wordt vermoed. Acties lokale ziekenhuizen in een radiologische noodsituatie (2) Als de patiënt niet kon worden gecontroleerd op contaminatie, laat hem/haar dan zo snel mogelijk een douche nemen en andere kleding aantrekken (dit zal geen negatief effect hebben op de medische status van de patiënt). Als de patiënt besmet is moet u een volledige decontaminatie uitvoeren. Controleer en breng de niet-besmette patiënt naar het schone gebied. Controleer de verspreiding van de contaminatie. (1) Controleer het personeel, verwijder besmette kleding en neem een douche en (2) controleer de apparatuur voordat deze de besmette zone verlaten/worden verwijderd. Voer een reiniging uit onder de leiding van een stralingsdeskundige. Geef geen zones of ziekenwagens vrij voor normaal gebruik voordat deze door de stralingsdeskundige zijn goedgekeurd. Beoordeel de behoeften en vraag extra hulpmiddelen aan.
Aanwijzingen van een mogelijke radiologische noodsituatie en van een gevaarlijke bron Aanwijzingen van een mogelijke radiologische noodsituatie (1) Vermoedelijke of werkelijke bom. Geloofwaardige bedreigingen of bedreigende berichten. Apparaat dat lijkt bedoeld te zijn om contaminatie te verspreiden. Tekens van mogelijke contaminatie (bijv. lekkage) Gammadosistempo's: 100 µSv/h op 1 m vanaf het object of boven de grond. Medische symptomen van stralingsletsels. Gebouw/zone, gemarkeerd met het stralingssymbool. Resultaten van de beoordeling van een stralingsdeskundige. Neutronstraling. Gevaarlijke bron die is verloren, gestolen, beschadigd, in een brand, lekt of betrokken is in een terroristische actie of explosie.
Aanwijzingen van een gevaarlijke bron (2) Een zware container met het stralingssymbool. Items met neutronstraling. Items met geel label I, II en III Verpakking gemarkeerd met type IP, A, B, C, LSA of SCO. Apparaat dat wordt gebruikt voor teletherapie of brachytherapie. Radiografiecamera's of bronnen. Bronnen met logging. Gevaarlijke hoeveelheid materiaal (> D-waarde).
Intern afgebakende zone (veiligheidsperimeter) voor een radiologische noodsituatie Intern afgebakende zone (veiligheidsperimeter) voor een radiologische noodsituatie (1) Situatie met potentieel Zone gevaarlijke bron Eerste vaststelling - buiten Niet-afgeschermd / 30 m rondom beschadigd Belangrijke lekkage 100 m rondom Brand, explosie of 300 m radius dampen Vermoedelijke bom 400 m radius of meer (potentiële RDD) Eerste vaststelling - binnen een gebouw Schade, verlies van Besmette en aanpalende afscherming of lekkage zones, inclusief verdiepingen erboven en eronder
Intern afgebakende zone (veiligheidsperimeter) voor een radiologische noodsituatie (2) Situatie met potentieel Zone gevaarlijke bron Eerste vaststelling - binnen een gebouw Brand/andere Volledig gebouw en gebeurtenis die gepaste afstand buiten materialen in het gebouw verspreidt Uitbreiding op basis van radiologische controle 100 µSv/h dosistempo Overal waar deze op 1 m niveaus worden gemeten
BIJLAGEN
Bijlage I Registratieformulier Datum _______________ Volledige naam: _________________________________________________________ Geboortedatum:______/______/______ Geslacht: Dag
Maand
M
V
Jaar
Nationaliteit:____________________ ______________________
Geboorteplaats:
Type en nummer identiteitskaart: ____________________________________________ Huidig permanent volledig adres: ____________________________________________ Telefoonnr. _____________________ Lid van: Publiek Hulpdiensten Overige (geef details)____________ Getuige van het incident: Ja Nee Gefotografeerd: Ja Nee Mogelijk zwanger: Nee Ja Indien ja, schat periode:_________ Locatie(s) tijdens noodsituatie:______________________________________________ Tijd doorgebracht op elke locatie:____________________________________________ ________________________________________________________________ ________ Radiologisch onderzoek uitgevoerd: Nee40 Ja Instrumenttype: __________________ Model:__________ Achtergrondlezing:_____________ Metingen persoonlijk onderzoek: 1 µSv/h: > 1 µSv/h: Uitgevoerde decontaminatieprocedures: Decontaminatie ter plaatse: Ja Nee Volledige decontaminatie: Ja Nee Medische triagecategorie: (op basis van medische toestand): Prioriteit 1: heeft onmiddellijk behandeling nodig Prioriteit 2: heeft dringend behandeling nodig Prioriteit 3: kan wachten op behandeling Geen acties: geen behandeling nodig Gepland voor follow-up: Ja Nee Opmerkingen:___________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ Handtekening:_______________(volledige naam) 40
Moet worden beheerd als besmet indien niet gecontroleerd of ontsmet.
Datum: ___________ Tijd: _____________ Organisatie:__________________________ Telefoonnummer:_____________________ Overhandig het formulier aan de Coördinator voor de hulpmiddelen of ____________________________________ (geef details)
Bijlage II Voorbeelden persberichten Deze voorbeeldberichten moeten nauwkeurig worden gecontroleerd en gereviseerd zodat ze voldoen aan de noodsituatie. De inhoud van de persberichten moet door de IC worden goedgekeurd. Er zijn voorbeelden van persberichten voorzien voor: Gebruik voordat specifieke informatie beschikbaar is (eerste verklaring). Een radiologische noodsituatie met RDD's en transportnoodgevallen. Een verloren of gestolen gevaarlijke bron. De ontdekking van een gevaarlijke bron op een openbare plaats (bijv. douane of postkantoor). Zie Bijlage IV voor voorbeelden van antwoorden op vragen met betrekking tot radiologische noodsituaties.
Voorbeeld van Eerste verklaring (voor gebruik voordat specifieke informatie beschikbaar is): Datum: [datum van uitgifte] Tijd: [tijdstip van uitgifte] [Nummer persbericht] [Naam organisatie] bevestigt dat zij een melding heeft ontvangen van [aard van de gebeurtenis]. Volgens de informatie waarover we momenteel beschikken heeft de [gebeurtenis] zich voorgedaan om [tijd en locatie]. De rapporten geven aan dat [elke bevestigde informatie over de gebeurtenis] en dat [alle eerste maatregelen] maatregelen worden genomen om [het publiek, de responders, de producten, handel of geef op zoals van toepassing] te beschermen. Het noodplan [geef plan op zoals van toepassing] is nu geactiveerd [en wij hebben ons publiek informatiecentrum geactiveerd]. [Naam organisatie] is nu bezig met de coördinatie van haar activiteiten met de responders ter plaatse en andere betrokken agentschappen [geef op zoals van toepassing]. Wij zullen u meer informatie geven zodra deze beschikbaar is. [Geef details over het tijdstip van eventuele updates of briefings]. De volgende [briefing/update] zal plaatsvinden op [locatie en/of tijd]. ——————— Voor meer informatie: Naam [naam van perscontact]: Titel [titel van perscontact]: Organisatie: Telefoon: Mobiel: E-mail: Website:
Voorbeeld persbericht (voor een radiologische noodsituatie waarbij RDD's en transportnoodgevallen zijn betrokken): Datum: [datum van uitgifte] Tijd: [tijdstip van uitgifte] [Nummer persbericht] [Naam organisatie] bevestigt dat er zich een gebeurtenis [aard van de gebeurtenis] heeft voorgedaan waarbij mogelijk radioactief materiaal is betrokken. Volgens de informatie waarover we momenteel beschikken, heeft de [gebeurtenis] zich voorgedaan om [tijd en locatie]. De rapporten geven aan dat [elke bevestigde informatie over de gebeurtenis] en dat [alle eerste maatregelen] maatregelen worden genomen om [het publiek, de responders, de producten, handel of geef op zoals van toepassing] te beschermen. Het noodplan [geef plan op zoals van toepassing] is nu geactiveerd [en wij hebben ons publiek informatiecentrum geactiveerd]. Het publiek wordt geadviseerd de volgende richtlijnen na te leven: - Hanteer, isoleer en identificeer geen mogelijk radioactief item [definieer] (bijv. bomfragment of elk item dat op de locatie werd opgeraapt). - Mensen die de locatie hebben verlaten zonder te zijn gecontroleerd door de [definieer], moeten andere kleding aantrekken, een douche nemen (indien mogelijk), de handen wassen vóór het eten en zich tot [definieer] wenden om te worden gecontroleerd en instructies te krijgen. - Iedereen die iemand (bijv. slachtoffer) heeft vervoerd moet zich op [geef plaats op] aanbieden voor individuele controle en voor de controle van voertuigen op contaminatie. [Als er vrijgave in de lucht wordt vermoed (definieer, afhankelijk van het scenario)] moet het publiek binnen ongeveer 1 km van [geef lokale beschrijvingen - wegen, wijken - die gemakkelijk worden herkend door het publiek] de volgende richtlijnen naleven: Blijf binnen tot [geef op wanneer elke werkelijke of mogelijke vrijgave zal voorbij zijn]; Eet of drink niets dat mogelijk besmet is (bijv. groenten uit de tuin of regenwater) tot u anderszins wordt geïnformeerd; Zorg dat er geen kinderen buiten spelen; Was uw handen voordat u eet; Vermijd stofrijke gebieden of activiteiten die stof veroorzaken; Maak u geen zorgen over de geëvacueerden (ze vormen geen gevaar wanneer ze in uw buurt komen) Ga niet naar de locatie van de noodsituatie om u als vrijwilliger aan te bieden of te helpen. Als er hulp nodig is, zal dit worden bekendgemaakt. Als u zich zorgen maakt over uw gezondheid, ga dan naar [geef een andere locatie op dan het lokale ziekenhuis zodra deze beschikbaar is waar de controle zal worden uitgevoerd en vragen zullen worden beantwoord].
Artsen moeten worden gewaarschuwd voor patiënten met symptomen van stralingsblootstelling (brandwonden zonder aanwijsbare oorzaak - de persoon herinnert zich niet dat hij/zij zich heeft verbrand). Als u vragen hebt, kunt u het nummer [geef het nummer van een hotline waar een groot aantal oproepen de respons niet zal hinderen] bellen. Wij zullen u meer informatie geven zodra deze beschikbaar is. [Geef details over het tijdstip van eventuele updates of briefings]. De volgende [briefing/update] zal plaatsvinden op [locatie en/of tijd]. ——————— Voor meer informatie: Naam [naam van perscontact]: Titel [titel van perscontact]: Organisatie: Telefoon (vaste lijn en mobiel): E-mail: Website:
Voorbeeld persbericht (voor een verloren of gestolen bron): Datum: [datum van uitgifte] Tijd: [tijdstip van uitgifte] [Nummer persbericht] [Naam organisatie] bevestigt dat een gevaarlijk radioactief item verloren/gestolen is [definieer]. Volgens de informatie waarover we momenteel beschikken, is het item verloren/gestolen [definieer] om [tijd en locatie]. De [vermeld de overheidsorganisatie die de respons leidt] neemt [geef de eerste maatregelen die worden genomen op, bijv. een zoekactie] en vraagt het publiek om hulp om dit gevaarlijke item terug te vinden. Het noodplan [geef plan op zoals van toepassing] is nu geactiveerd [en wij hebben ons publiek informatiecentrum geactiveerd]. Het item ziet eruit als [geef een beschrijving en zorg voor een foto of tekening indien mogelijk]. Het publiek wordt geadviseerd de volgende richtlijnen na te leven: Het gaat hier over een zeer gevaarlijk item. Raak het niet aan wanneer u het vindt en houd iedereen op een afstand van minstens 10 m van het item. Mensen die het item hebben gezien, moeten dit onmiddellijk melden aan [definieer]. Als u in aanraking met of in de buurt van het item bent geweest, moet u contact opnemen met [geef een telefoonnummer op waar een groot aantal oproepen de respons niet zal hinderen]. Artsen worden geïnformeerd van de mogelijkheid dat er zich patiënten kunnen aanmelden met symptomen van stralingsblootstelling [brandwonden zonder aanwijsbare oorzaak - de persoon herinnert zich niet dat hij/zij zich heeft verbrand]. Schroothandelaars en kopers van tweedehands metalen objecten worden gevraagd op hun hoede te zijn. Als u denkt dat u over nuttige informatie beschikt, verzoeken wij u contact op te nemen op het nummer [geef het nummer van een hotline waar een groot aantal oproepen de respons niet zal hinderen]. Wij zullen u meer informatie geven zodra deze beschikbaar is. [Geef details over het tijdstip van eventuele updates of briefings]. De volgende [briefing/update] zal plaatsvinden op [locatie en/of tijd]. ——————— Voor meer informatie: Naam [naam van perscontact]: Titel [titel van perscontact]: Organisatie: Telefoon:
Mobiel: E-mail: Website:
Voorbeeld persbericht (voor de ontdekking van een gevaarlijke bron op een openbare plaats (bijv. douanekantoor of postkantoor): Datum: [datum van uitgifte] Tijd: [tijdstip van uitgifte] [Nummer persbericht] [Naam organisatie] bevestigt dat de gevaarlijke radioactieve stof werd ontdekt op [definieer]. Volgens de informatie waarover wij momenteel beschikken werd de stof ontdekt om [tijd en locatie]. Meldingen geven aan dat [elke bevestigde informatie over effecten] en dat [alle eerste maatregelen] maatregelen worden genomen om [het publiek of definieer zoals van toepassing] te beschermen. Het noodplan [geef plan op zoals van toepassing] is nu geactiveerd [en wij hebben ons publiek informatiecentrum geactiveerd]. Het publiek wordt geadviseerd om de volgende richtlijnen na te leven: Mensen die gedurende de laatste [geef tijdinterval op] mogelijk in de buurt zijn geweest van de locatie waar de stof is gevonden en/of in de buurt van de stof zijn geweest terwijl deze werd gedragen/vervoerd [geef details op], moeten contact opnemen met [definieer] om te worden gecontroleerd en instructies te ontvangen. Artsen worden geïnformeerd van de mogelijkheid dat er zich patiënten kunnen aanmelden met symptomen van stralingsblootstelling [brandwonden zonder aanwijsbare oorzaak - de persoon herinnert zich niet dat hij/zij zich heeft verbrand]. Als u denkt dat u over nuttige informatie beschikt of als u vragen hebt, verzoeken wij u contact op te nemen op het nummer [geef het nummer van een hotline waar een groot aantal oproepen de respons niet zal hinderen]. Wij zullen u meer informatie geven zodra deze beschikbaar is. [Geef details over het tijdstip van eventuele updates of briefings]. De volgende [briefing/update] zal plaatsvinden op [locatie en/of tijd]. ——————— Voor meer informatie: Naam [naam van perscontact]: Titel [titel van perscontact]: Organisatie: Telefoon: Mobiel: E-mail: Website:
Bijlage III Minimale capaciteit voor effectieve eerste respons Om op te treden bij een noodgeval en de actierichtlijnen en instructies in deze publicatie toe te passen, moet een minimum aantal mensen ter beschikking zijn om op te treden. Deze capaciteit moet niet optimaal zijn. In het belang van een snelle ontwikkeling van deze tijdelijke capaciteit, moeten momenteel beschikbare middelen en bronnen worden gebruikt met slechts minimale extra schikkingen (bijv. training). Deze minimale capaciteiten omvatten: (1) Duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden tijdens een radiologische noodsituatie. Dit moet voorzieningen omvatten voor de aanstelling van een individuele persoon van de lokale nooddiensten die de bevoegdheid en verantwoordelijkheid heeft om de respons te leiden (incident commander). De bevoegdheid van deze positie moet door alle lokale en nationale organisaties die deel kunnen uitmaken van de respons worden erkend. Deze schikkingen kunnen aanvankelijk informeel zijn en moeten worden getest tijdens een nationale "tabletop"-oefening, m.a.w. een papieren oefening. (2) De brandweer- en politiediensten moeten beschikken over informatie over bekende gebruikers van gevaarlijke hoeveelheden radioactief materiaal en over aangewezen transportroutes binnen hun jurisdictie. Er moeten contactpunten, inclusief telefoonnummers, gemakkelijk beschikbaar zijn voor elke locatie en elk vervoer. (3) Informatie over telefoonnummers voor de responsinitiator (bijv. dispatcher nooddienst), gekend door lokale functionarissen, waar het publiek informatie kan geven over werkelijke of mogelijke radiologische noodsituaties. (4) First responders die zijn opgeleid om de volgende taken uit te voeren: Brandbestrijdings- en reddingsoperaties; Beheer van medische noodhulp; Ordehandhaving/beveiliging; Beheer forensisch bewijsmateriaal; Publieke informatie. (5) Een stralingsdeskundige en een nationaal radiologisch beoordelingsteam en andere opgeleide teams (uitgebreide respons) met ervaring in het toepassen van deze publicatie. (6) Een nationale capaciteit (nationaal EOC) die in staat is het volgende te doen: Onmiddellijk advies geven (via de telefoon): - over respons op een radiologische noodsituatie op basis van deze publicatie; - over het interpreteren van de transportplakkaten, labels en markeringen en het leveren van advies over de respons op noodsituaties in overeenstemming met de internationale richtlijnen [6]; - over de herkenning en onmiddellijke behandeling van mogelijk besmette of blootgestelde slachtoffers. Het tot stand brengen van een communicatielijn tussen de IC en de stralingsdeskundige/het team van stralingsdeskundigen om doorlopend
raadplegingen en advies te bieden over het omgaan met radiologische gevaren, inclusief de herkenning van een radiologische noodsituatie, waarbij wordt vastgesteld of een hoeveelheid contaminatie of materiaal als gevaarlijk41 wordt beschouwd en over de geschikte responsacties op een radiologische noodsituatie. Ondersteuning bieden op nationaal niveau aan lokale responders, inclusief: (1) een stralingsdeskundige en een radiologisch beoordelingsteam die opgeleid, uitgerust en bevoegd zijn om alfa-, bèta-, neutron- en gammastraling te beoordelen, stralingsonderzoek uit te voeren, dosisschattingen uit te voeren, contaminatie te controleren, stralingsbescherming van hulpverleners te garanderen en aanbevelingen te formuleren over beschermende acties, en (2) andere opgeleide teams met ervaring in het toepassen van de actierichtlijnen en instructies in deze publicatie. De nationale ondersteuning die aan lokale functionarissen wordt geboden, coördineren (omvat duidelijk toegewezen verantwoordelijkheden). 24/24 melding en dispatching leveren. Implementeren van de acties op nationaal niveau, zoals gedefinieerd in de nationale EOC-actiegids (AG 10). (7) Aangewezen ziekenhuis op nationaal niveau met opgeleide specialisten en voorzieningen om onmiddellijk gespecialiseerde behandeling en beheer van een beperkt aantal blootgestelde en/of besmette slachtoffers te bieden. (8) Voorzieningen om lokale functionarissen de richtlijnen in deze publicatie te bieden, samen met de informatie over het verkrijgen van hulp op nationaal niveau. (9) Voorzieningen om te garanderen dat alle publieke aankondigingen en persberichten met lokale functionarissen worden gecoördineerd. (10) Voorzieningen om internationale hulp te krijgen die kan worden geïntegreerd van het IAEA (zoals uiteengezet in Referentie [11]) voor: radiologische beoordeling, medische behandeling, openbare zaken, gerechtelijk onderzoek en forensisch bewijsmateriaal. Dit moet voorzieningen inhouden om deze aanvragen onmiddellijk uit te voeren en te coördineren. (11) Voorzieningen om doorlopend informatie te bieden aan grensovergangen, douanediensten, postkantoren, ziekenhuizen en nooddiensten over de herkenning van en onmiddellijke acties bij een radiologische noodsituatie, inclusief informatie over de personen of instanties die op de hoogte moeten worden gebracht om de responsactie te starten. (12) Een regelmatig opleidingsprogramma voor al het personeel dat kan worden opgeroepen om op te treden bij een radiologische noodsituatie. De opleiding moet regelmatige oefeningen op het terrein inhouden.
41
Bijlage 8 in Referentie [2] en Referenties [5,7] bieden richtlijnen voor het bepalen of een hoeveelheid radioactieve stof gevaarlijk is.
Bijlage IV Veelgestelde vragen bij radiologische noodsituaties: voorgestelde antwoorden WAARSCHUWING Deze antwoorden zijn van algemene aard en moeten worden herzien op basis van de noodsituatie en de lokale omstandigheden en schikkingen. Algemene openingsteksten: Ik werk voor [voeg naam in van officiële informatie- en aanbevelingsbron] en wij zijn de officiële informatiebron met betrekking tot deze noodsituatie. Wij begrijpen dat u zich zorgen maakt of zelfs bang bent. De noodsituatie is nog in een vroege fase en er zijn nog heel wat zaken waarover we onzeker zijn, maar wij zullen u op de hoogte houden van alle informatie die u kan helpen verantwoorde beslissingen te nemen. Ik zal mogelijk niet al uw vragen kunnen beantwoorden. Dit kan zijn omdat ik het antwoord niet weet of omdat ik het niet kan zeggen omwille van veiligheidsredenen. Antwoord op vragen: 1. Wie heeft de leiding? [Voeg naam in] is verantwoordelijk voor de coördinatie van de gemeenschappelijke respons op deze noodsituatie. De verantwoordelijke functionaris is [voeg naam in van officiële informatie- en aanbevelingsbron]. Voor meer informatie, moet het publiek contact opnemen met [naam en telefoonnummer of websiteadres]. 2. Wat kan ik doen om zeker te zijn dat mijn familie en ikzelf nu veilig zijn? U moet de richtlijnen van [naam van officiële bron van aanbevelingen] volgen. Momenteel raden wij u aan [geef een samenvatting van de huidige aanbevelingen, zie Instructie 3]. U moet ook voorzichtig zijn wanneer u controles en aanbevelingen van niet-officiële bronnen overweegt. Door dergelijke controles en aanbevelingen hebben heel wat mensen in het verleden acties ondernomen die niet gerechtvaardigd waren en meer kwaad dan goed hebben gedaan. 3. Is mijn familie nu veilig? Wat kunnen de gevolgen zijn voor mijn gezondheid? Onze ervaring bij vroegere noodsituaties, heeft ons geleerd dat het zeer onwaarschijnlijk is dat iemand, zelfs een ongeboren baby, werd blootgesteld aan een stralingsniveau dat kan leiden tot eventuele opspoorbare effecten op de gezondheid. In sommige gevallen kan het echter nodig zijn een verdere evaluatie uit te voeren om vast te stellen of iemand medische behandeling of een follow-up nodig heeft. Daarom kunnen sommige mensen worden gevraagd zich aan te melden voor een verdere controle. Het oproepen van iemand voor een dergelijke controle is alleen een voorzorgsmaatregel en betekent niet dat u een groot risico loopt. Het is belangrijk dat u begrijpt dat de beoordeling van het risico van een
radiologische noodsituatie bijzonder gespecialiseerd is en alleen kan worden uitgevoerd door iemand met ervaring op dit vlak. 4. Waarom is het veilig om buiten de veiligheidsgrens rond de locatie van de noodsituatie te zijn? Tijdens een noodsituatie worden de eerste maatregelen genomen om de gebieden vast te stellen waar de mensen in veiligheid zijn. Deze metingen houden rekening met de onmiddellijke mogelijke effecten van de niveaus van de aanwezige straling. De grens voor alle evacuatiegebieden wordt vastgesteld door middel van bepaalde criteria die garanderen dat mensen buiten deze zone veilig blijven tot verdere tests worden uitgevoerd. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met kinderen die buiten spelen en zwangere vrouwen. Mensen die zeer dicht bij dergelijke grenzen wonen, zijn veilig voor onmiddellijke effecten op korte termijn. Het is echter raadzaam om [geef een overzicht van de aanbevelingen voor mensen buiten de intern afgebakende zone, zie Instructie 3]. Over een langere periode is het mogelijk dat sommige gebieden bij de grens verdere maatregelen vereisen, zoals decontaminatie of korte evacuatie om het risico van effecten op langere termijn door cumulatieve blootstelling aan lage stralingsniveaus, te verminderen. Om vast te stellen of dergelijke maatregelen nodig zijn, kunnen teams in dit gebied monsters nemen en controles uitvoeren op radioactieve contaminatie. Dat betekent niet dat het gebied onveilig is. Een voortdurende controle biedt de functionarissen de informatie die ze nodig hebben om te bepalen of er al dan niet verdere maatregelen moet worden getroffen in dit gebied. 5. Wat is contaminatie en is het gevaarlijk? Zijn voedingswaren, water, melk en andere producten veilig? Door een radiologische noodsituatie kan er radioactief stof of radioactieve vloeistof op de grond, op producten, voedingswaren, in het water of zelfs op een persoon terechtkomen. Dit wordt contaminatie genoemd. De niveaus van contaminatie die een gevaar voor de gezondheid kunnen betekenen, zouden zeer hoog zijn en meerdere veelvouden van de hoeveelheden radioactieve stoffen die in de natuur te vinden zijn. Het gevaar van elke besmetting kan alleen worden vastgesteld op basis van criteria die door deskundigen zijn ontwikkeld en van metingen die worden uitgevoerd door opgeleid personeel. De criteria die wij gebruiken om de contaminatie te beoordelen, liggen ver onder de niveaus die kunnen leiden tot eventuele gezondheidseffecten. (Op basis van onze huidige evaluatie, zijn dan ook de volgende [lijst] veilig. (of) Wij voeren momenteel een evaluatie uit en zullen u onmiddellijk op de hoogte brengen van de resultaten, maar tot u deze informatie ontvangt, moet u [aanbeveling invoegen].) 6. Ik ben gecontroleerd en er werd een contaminatie vastgesteld. Ben ik veilig? Mensen die werden besmet door de omstandigheden van de noodsituatie, worden gecontroleerd om het risico te beoordelen. Zeer lage niveaus van radioactieve stoffen kunnen worden opgespoord door de instrumenten die
worden gebruikt om de contaminatie te controleren. De contaminatieniveaus die een gevaar voor de gezondheid zouden kunnen betekenen, zouden zeer hoog zijn, vele malen de minimale hoeveelheid van radioactieve stoffen die kunnen worden opgespoord door controle-instrumenten of die normaal in de natuur te vinden zijn. De criteria die worden gebruikt om vast te stellen of een persoon besmet is tot niveaus die bepaalde acties vereisen (bijv. douchen en andere kleding aantrekken) werden ruim onder de niveaus die kunnen leiden tot negatieve effecten op de gezondheid, ingesteld. In sommige gevallen kan het echter nodig zijn een verdere evaluatie uit te voeren om vast te stellen of iemand medische behandeling of een follow-up nodig heeft. Daarom kunnen sommige mensen worden gevraagd zich aan te melden voor een verdere beoordeling. Het oproepen van iemand voor een dergelijke controle, is alleen een voorzorgsmaatregel en betekent niet dat u een groot risico loopt. Het is belangrijk dat u begrijpt dat de beoordeling van het risico van een radiologische noodsituatie bijzonder gespecialiseerd is en alleen kan worden uitgevoerd door iemand met ervaring op dit vlak. 7. Ik ben zwanger — wat zijn de gevaren voor mijn baby? Er zijn al zeer hoge niveaus van blootstelling aan straling nodig om zelfs de kleinste kans dat de baby zal worden aangetast, te veroorzaken. Deze niveaus zouden minstens een miljoen keer groter zijn dan wat u normaal ontvangt van stralingsbronnen in één uur. Het vaststellen van het risico voor de baby is bijzonder complex en is niet alleen afhankelijk van de niveaus van blootstelling aan straling. Lokale functionarissen beschikken over criteria om personen die moeten worden gecontroleerd, te identificeren. Wanneer u wordt gevraagd u aan te melden voor een dergelijke controle is dat alleen een voorzorgsmaatregel, het betekent dus niet dat u of uw baby een groot risico lopen. Het risico voor uw baby kan alleen worden beoordeeld door een deskundige met ervaring op dit vlak. 8. Waarom zijn er in deze noodsituaties hogere doses aanvaardbaar voor het publiek dan tijdens de normale werking van een nucleaire installatie? Rond een nucleaire installatie, zoals een kerncentrale, zijn de dosislimieten voor het publiek ruim onder de niveaus ingesteld die gezondheidseffecten, inclusief kanker, op iemand zouden kunnen hebben, inclusief zwangere vrouwen of kinderen. Dit wordt uitgevoerd om te garanderen dat de installatie veilig wordt gebruikt en dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er gezondheidsproblemen zouden optreden wanneer er zich een ongeval voordoet. Tijdens een noodsituatie worden dosiscriteria opgesteld die ook garanderen dat alle leden van de bevolking veilig zijn. De dosiscriteria die worden gebruikt om te bepalen welke acties moeten worden ondernomen tijdens een noodsituatie, worden vastgesteld op basis van talrijke factoren, zoals het garanderen dat personen die op korte termijn gevaar lopen, het eerst worden beschermd. 9. Hoe kan ik te weten komen welke dosis ik mogelijk heb gekregen en wat dit betekent voor mijn gezondheid?
Wij weten dat iedereen bezorgd is over zijn persoonlijke gezondheid en de gezondheid van zijn naasten. Wij zitten nog in de beginfase van de ontwikkeling van de noodsituatie en het zal nog even duren voordat een nauwkeurige beoordeling van mogelijke gevolgen van deze situatie voor de gezondheid kan worden gevormd. Het is belangrijk dat u weet dat de beoordeling van het gezondheidsrisico van een radiologische noodsituatie, een zeer gespecialiseerde taak is en dat dit risico alleen kan worden beoordeeld door mensen die ervaring hebben op dit vlak. Wij weten dat deze noodsituatie u veel angst inboezemt en dat u nu al definitieve antwoorden wilt. Maar we zijn ons ook bewust van het feit dat elke beoordeling zo goed mogelijk moet worden uitgevoerd. Daarom zullen wij iedereen zo snel mogelijk op de hoogte brengen van hun risicofactor en de acties die moeten worden ondernomen. In sommige gevallen kan het nodig zijn een verdere evaluatie uit te voeren om vast te stellen of iemand medische behandeling of een follow-up nodig heeft. Daarom kunnen sommige mensen worden verzocht zich aan te melden voor een verdere controle. Wanneer u wordt gevraagd u aan te melden voor een dergelijke controle is dat alleen een voorzorgsmaatregel, het betekent dus niet dat u een groot risico loopt. 10. Ik werd onmiddellijk na de noodsituatie gecontroleerd op contaminatie en ik kreeg de opdracht andere kleren aan te trekken, een douche te nemen en te luisteren naar officiële instructies. Welke instructies worden precies bedoeld? De first responders hebben mensen gecontroleerd op externe contaminatie met behulp van handheld instrumenten om te bepalen wie onmiddellijke decontaminatie nodig had om ernstige letsels te voorkomen. In de volgende fase van de respons, bepalen specialisten die zijn opgeleid in radiologische beoordeling, het specifieke type, de vorm en de hoeveelheid radioactieve stoffen die op de locatie aanwezig zijn. Op basis van hun analyse kunnen wij een extra controle of evaluatie aanbevelen om de dosis die door specifieke individuele personen werd ontvangen, beter vast te stellen. Bepaalde mensen kunnen worden verzocht zich aan te melden voor een extra controle en evaluatie. Deze aanvraag kan afkomstig zijn van een openbare functionaris via de lokale radio of televisie als er een groot aantal personen betrokken is of men kan persoonlijk contact op nemen met u als er slechts een klein aantal mensen aan het stralingsgevaar werden blootgesteld.
Annex Basis voor radiologische criteria Deze Annex is bedoeld voor gebruik door de stralingsdeskundige of andere technisch competente deskundigen die de first responders ondersteunen. Hier vindt u een korte beschrijving van de basis voor de radiologische criteria (operationele interventieniveaus, OIL's) die in deze handleiding worden voorgesteld evenals extra criteria voor de stralingsdeskundige [5]. Criteria die de grens van de intern afgebakende zone bepalen Voor gebruik door persoonlijke dosismeter: Dosistempo van 100 µSv/h op 1 meter (Tabel 1 en Tabel 4 van Instructie 1) Verwante criteria (alleen voor gebruik door stralingsdeskundige): > 1000 Bq/cm2 gamma/bètaverval42 > 100 Bq/cm2 alfaverval42 Bespreking Alleen het criterium voor het dosistempo van 100 µSv/h is voorzien voor gebruik door persoonlijke dosismeters. Dit criterium kan alleen worden gebruikt om de bodemcontaminatie door krachtige gammastralers te beoordelen en kan niet worden gebruikt voor het beoordelen van de bèta- en alfacontaminatie van de bodem die een gevaar op opname kan betekenen (inademing van stof of onopzettelijke opname). Daarom moet dit criterium voor het dosistempo worden gebruikt om de grootte van de intern afgebakende zone te vergroten en niet om deze te verkleinen. Daarnaast moet het publiek in de buurt van de locatie van het incident altijd de opdracht krijgen de acties die in Instructie 3 zijn vermeld, op te volgen om opname te beperken. Criteria in verband met bodemafzettingsconcentraties (Bq/cm2) zijn voorzien voor gebruik door de stralingsdeskundige voor de beoordeling van alle types radiologische stoffen. Deze criteria zijn vastgesteld op niveaus die rechtvaardigen dat het publiek moet worden verplaatst om langdurige blootstelling te beperken. De criteria zijn gebaseerd op het Algemene interventieniveau (GIL = Generic Intervention Level) voor tijdelijke verplaatsing (30 mSv afgewend in 30 dagen) van Referentie [1]. Deze criteria zijn ingesteld op niveaus die ruim onder de niveaus liggen die ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid kunnen hebben. Bij de ontwikkeling van de criteria werd rekening gehouden met het volgende: Alle belangrijke isotopen, All burgers, inclusief kinderen en zwangere vrouwen, Onopzettelijke opname voor kinderen die buiten spelen, 42
De contaminatieniveaus worden niet geleverd voor gebruik door de persoonlijke dosismeter omdat ze alleen kunnen worden beoordeeld door een stralingsdeskundige op basis van instrumentaflezingen (operationele criteria) die vooraf werden ontwikkeld in overeenkomst met de concentraties van bodemafzetting.
Stedelijke en niet-stedelijke omgevingen, Externe dosis van binnendringende straling van afgezette radionucliden, Inademing van resuspensie overeenkomend met normale omstandigheden en Normale activiteit. De criteria zijn gematigd omdat er wordt verondersteld dat het blootgestelde individu zich gedurende de volledige duur van 30 dagen van de blootstelling buitenshuis bevindt. De inademingsdosis door resuspensie van afgezette alfastralers kan worden onderschat voor zeer stofrijke omstandigheden (bijv. bij ploegen in droge omstandigheden). Elke dosis van een noodsituatie tijdens stofrijke omstandigheden zou niet in de buurt komen van de doses die nodig zijn om ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid te veroorzaken.
Contaminatiecriteria voor huid en kleding om vast te stellen of contaminatie zeker is Voor gebruik door persoonlijke dosismeter: > 1 µSv/h op 10 cm (Instructie 5) Verwante criteria (alleen voor gebruik door stralingsdeskundige): > 10000 Bq/cm2 bèta-/gammacontaminatie43 > 1000 Bq/cm2 voor alfastralers43 Bespreking Deze criteria geven het niveau van huidcontaminatie aan dat een gevaar kan betekenen door directe bestraling van de huid, door onopzettelijke opname of die kunnen aangeven dat de persoon al aanzienlijke hoeveelheden radioactieve stoffen heeft ingeademd of opgenomen. Er wordt slechts één criterium voor het dosistempo van 1 µSv/h voorzien voor gebruik door de first responder. Dit criterium mag alleen worden gebruikt om de contaminatie van het huid/kleding door krachtige gammastralers te beoordelen. Het publiek in de buurt van de locatie van de noodsituatie moet daarom altijd de opdracht krijgen de acties in Instructie 3 te ondernemen om onopzettelijke opname en het risico op huidcontaminatie te voorkomen (bijv. handen en gezicht wassen). Ze moeten ook worden geregistreerd in het geval verdere medische opvolging aangewezen is door de opname van alfa- of bètacontaminatie. De criteria voor het dosistempo werden vastgesteld op niveaus voor krachtige gammastralers die gemakkelijk kunnen worden opgespoord in noodsituaties maar nog steeds overeenkomen met contaminatieniveaus die meer dan 100 keer lager liggen dan de niveaus waar ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid kunnen worden verwacht. Criteria in de vorm van concentraties (Bq/cm2) zijn voorzien voor gebruik door de stralingsdeskundige voor de beoordeling van alle types radioactieve stoffen. De criteria werden opgesteld op niveaus die lager liggen dan de niveaus waarop besmette mensen deterministische gevolgen voor de gezondheid zouden ervaren waarbij medische behandeling of follow-up wordt gegarandeerd [8]. Bij de ontwikkeling van de criteria werd rekening gehouden met het volgende: Alle belangrijke isotopen, Alle burgers, inclusief kinderen en zwangere vrouwen, Onopzettelijke opname door contaminatie van de huid, Externe dosis door huidcontaminatie, en Huidcontaminatie als aanwijzing van inademingsdosis. Bij de berekeningen werd gebruik gemaakt van algemene benaderende veronderstellingen (bijv. er wordt verondersteld dat de huidcontaminatie onverminderd is gedurende 4 dagen). Voor de inademing werd verondersteld dat de huidcontaminatie mogelijk is veroorzaakt door een wolk in de lucht, wat betekent dat dit een aanwijzing is voor de inademingsdosis.
Criteria voor het screenen van groepen en locaties om zeker te zijn dat alle bronnen die een dosistempo van meer dan 100 µSv/h kunnen vrijgeven, geïsoleerd zijn. Voor gebruik door de persoonlijke dosismeter: > 100 µSv/h op 1 meter (AG. 11) Bespreking Dit criterium wordt gebruikt om gebieden of groepen mensen te screenen om een object te vinden dat, indien mensen aan dit object worden blootgesteld, kan leiden tot ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid wanneer het wordt gedragen of gehanteerd. De criteria werden vastgesteld op het niveau van een dosistempo op 1 meter van een bron die ongeveer 1/10 heeft van de activiteit waarvoor werd aangetoond (op basis van ervaring) dat het dragen van het object stralingsletsels kan veroorzaken (de D1-waarden, Referenties [2,7]).
Contaminatiecriteria voor apparatuur of voertuigen Voor gebruik door persoonlijke dosismeter: Dosistempo op 10 cm (Instructie 8): > 1 µSv/h en < 10 µSv/h: apparatuur of voertuig alleen gebruiken voor responsactiviteiten > 10 µSv/h en < 100 µSv/h: gebruik van apparatuur of voertuig alleen toestaan voor kritieke responsactiviteiten > 100 µSv/h: apparatuur of voertuig isoleren en alleen gebruiken mits goedkeuring van stralingsdeskundige Bespreking Deze criteria kunnen alleen worden gebruikt om de contaminatie door gammastralers te beoordelen en kunnen niet worden gebruikt voor een adequate beoordeling van bèta- en alfacontaminatie die een gevaar kan betekenen door onopzettelijke opname of huiddosis door contaminatie. Responspersoneel dat apparatuur gebruikt die mogelijk besmet is, moet daarom altijd actie ondernemen om onopzettelijke opname (bijv. handen en gezicht wassen) en huiddosis door contaminatie (bijv. handschoenen dragen) te beperken. De criteria werden ingesteld op niveaus die garanderen dat de responders beschermd zijn en dat kritieke apparatuur beschikbaar zal blijven: >1 µSv/h en < 10 µSv/h: Op dit niveau is er geen gevaar voor ernstige deterministische invloeden op de gezondheid door externe blootstelling. Dit niveau werd vastgesteld om overeen te komen, uitgaande van een overbrengingssnelheid van 10 %, met het niveau waarvoor het publiek en de hulpverleners zouden worden geadviseerd zich te laten ontsmetten in overeenstemming met Instructie 5. >10 µSv/h en < 100 µSv/h: Het gebruik van kritieke items toestaan. Dit niveau is mogelijk het laagste dosistempo dat effectief kan worden gemeten bij de grens van de intern afgebakende zone. Voor gammastralers zal de dosis die resulteert uit het gebruik van besmette items op dit niveau ruim onder het niveau liggen dat ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid veroorzaakt. >100 µSv/h: Isoleren en niet gebruiken zonder de goedkeuring van de stralingsdeskundige. Dit criterium is ingesteld op een niveau dat veel lager moet zijn dan het niveau voor gammastralers dat leidt tot ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid. Het werd echter geselecteerd om zeker te zijn dat er geen ernstige deterministische gevolgen voor de gezondheid mogelijk zijn wanneer rekening wordt gehouden met de onzekerheden in de meettechnieken.
Om deze criteria vast te stellen, werden algemene benaderende veronderstellingen gebruikt. Er wordt verondersteld dat de besmette zone gedurende 10 uur bijna in contact komt, via de kleding, met een specifiek weefselgebied. De ervaring heeft aangetoond dat een veel lagere dosis zou worden verwacht in het weefsel omwille van de beweging van de bron ten opzichte van het weefsel gedurende 10 uur. Er wordt ook verondersteld dat het dosistempo op het weefsel zelf 1000 of meer keren groter is dan het dosistempo dat op 10 cm is gemeten. Voor de meeste contaminatiescenario's (bijv. als de contaminatie een gebied van meer dan ongeveer 1 cm2 dekt) zullen de veronderstellingen die in de berekeningen worden gebruikt, het dosistempo op het weefsel overschatten. In alle gevallen ligt de effectieve dosis voor het volledige lichaam gedurende 10 uur, lager dan de dosisrichtlijnen voor de terugkeer van de hulpverlener, zoals vermeld in Tabel 5 van Instructie 2. Zie Referentie [8] voor een bespreking van de drempels voor deterministische gevolgen voor de gezondheid en Referentie [7] voor een bespreking van de blootstellingsscenario's.
REFERENTIES [1] FOOD AND AGRICULTURE ORGANIZATION OF THE UNITED NATIONS, INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, INTERNATIONAL LABOUR ORGANISATION, OECD NUCLEAR ENERGY AGENCY, PAN AMERICAN HEALTH ORGANIZATION, UNITED NATIONS OFFICE FOR THE COORDINATION OF HUMANITARIAN AFFAIRS, WORLD HEALTH ORGANIZATION, Preparedness and Response for a Nuclear or Radiological Emergency, Safety Standards Series No. GS-R-2, Safety Requirements, IAEA, Wenen (2002). [2] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, Method for developing Arrangements for Response to a Nuclear or Radiological Emergency, EPR-METHOD 2003, IAEA, Wenen (2003). [3] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, Generic Procedures for Assessment and Response during a Radiological Emergency, IAEATECDOC-1162, IAEA, Wenen (2000). [4] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, The Radiological Accident in Goiânia, IAEA, Wenen (1988). [5] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, Arrangements for Preparedness for a Nuclear or Radiological Emergency, IAEA Safety Standards Series No. GS-G-2.1, IAEA, Wenen (2006). [6] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, Planning and Preparing for Emergency Response to Transport Accidents Involving Radioactive Material, IAEA Safety Standards Series No. TS-G-1.2 (ST-3), IAEA, Wenen (2002). [7] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, Dangerous Quantities of Radioactive Material (D-Values), EPR-D-Values, IAEA, Wenen (2006). [8] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, Development of Extended Framework for Emergency Response Criteria. Interim Report for Comments, IAEATECDOC-1432, IAEA Wenen (2005). [9] INTERNATIONAL COMMISSION ON RADIOLOGICAL PROTECTION, Protecting People Against Radiation Exposure in the Event of a Radiological Attack. ICRP Publication 96. Pergamon Press, Oxford, VK (2005). [10] FOOD AND AGRICULTURE ORGANIZATION OF THE UNITED NATIONS, INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, INTERNATIONAL LABOUR ORGANISATION, OECD NUCLEAR ENERGY AGENCY, PAN AMERICAN HEALTH ORGANIZATION, WORLD HEALTH ORGANIZATION, International Basic Safety Standards for Protection against Ionizing Radiation and for the Safety of Radiation Sources, Safety Series No. 115, IAEA, Wenen (1996). [11] INTERNATIONAL ATOMIC ENERGY AGENCY, 2004, Emergency Notification and Assistance, Technical Operations Manual, EPR-ENATOM 2004, IAEA, Wenen (2004).
AFKORTINGEN EMS emergency medical service (medische spoeddienst) EOC emergency operations centre (centrum voor spoedacties) FEMT forensics evidence management team (Managementteam forensisch bewijsmateriaal) IC incident commander ICP incident command post (incidentcommandopost) ICS incident command system (incidentcommandosysteem) OIL operational intervention level (operationeel interventieniveau) PIC public information centre (Centrum voor publieksvoorlichting) PIO public information officer (Functionaris voor publieksvoorlichting) RDD radiological dispersal device (apparaat voor verspreiding van stralen)
DEFINITIES (Definities die met een sterretje zijn gemarkeerd, zijn alleen van toepassing voor de doelstellingen van deze publicatie.) schikkingen (voor respons bij noodsituaties) De geïntegreerde reeks infrastructuurelementen die nodig zijn om de capaciteit te leveren voor het uitvoeren van een specifieke functie of taak als respons op een nucleaire of radiologische noodsituatie. Deze elementen kunnen bevoegdheden en verantwoordelijkheden, organisatie, coördinatie, personeel, plannen, procedures, faciliteiten, apparatuur of opleiding omvatten. contaminatie* Radioactieve stoffen (stof, vuil, vloeistof) op oppervlakken (bijv. huid) of in vaste stoffen, vloeistoffen of gassen (inclusief het menselijk lichaam) waar hun aanwezigheid onbedoeld of ongewenst is. gevaarlijke bron Een bron die, indien niet onder controle, tot blootstelling kan leiden die ernstige deterministische gevolgen op de gezondheid kan veroorzaken. Deze onderverdeling in categorieën wordt gebruikt om de nood aan schikkingen voor de respons bij noodsituaties vast te stellen en mag niet worden verward met de onderverdeling in categorieën van bronnen voor andere doeleinden. deterministisch effect Een gezondheidseffect van straling waarvoor doorgaans een drempelwaarde voor de dosis is voorzien waarboven de ernst van het effect groter is voor een hogere dosis. Een dergelijk effect wordt beschreven als een "ernstig deterministisch effect" als het fataal of levensbedreigend is of als het leidt tot een permanent letsel dat de levenskwaliteit vermindert. noodsituatie Een niet-routineuze situatie of gebeurtenis die onmiddellijke actie vereist, in de eerste plaats om een gevaar of negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en veiligheid, de levenskwaliteit, eigendommen en het milieu te verzachten. Dit omvat nucleaire en radiologische noodsituaties en conventionele noodgevallen zoals branden, vrijgave van gevaarlijke chemische producten, stormen of aardbevingen. Dit omvat situaties waarvoor onmiddellijke actie is gegarandeerd om de effecten van een waargenomen gevaar te verzachten. noodplan Een beschrijving van de doelstellingen, het beleid en het concept van operaties voor de respons op een noodsituatie en van de structuur, bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor een systematische, gecoördineerde en effectieve respons. Het noodplan doet dienst als basis voor de ontwikkeling van andere plannen, procedures en controlelijsten.
paraatheid voor noodsituaties De capaciteit om acties te ondernemen die de gevolgen van een noodsituatie voor de volksgezondheid en veiligheid, de levenskwaliteit, eigendommen en het milieu effectief kunnen verzachten. noodprocedures Een reeks instructies met gedetailleerde beschrijvingen van de acties die moeten worden ondernomen door het responspersoneel bij een noodsituatie. noodrespons Het uitvoeren van acties om de gevolgen van een noodsituatie voor de volksgezondheid en veiligheid, de levenskwaliteit, eigendommen en het milieu effectief te verzachten. Dit kan ook dienst doen voor de hervatting van de normale sociale en economische activiteiten. nooddiensten De externe responsorganisaties die doorgaans beschikbaar zijn en noodresponsfuncties uitvoeren. Deze functies kunnen ordehandhavingsfunctionarissen, brandweermannen en reddingsbrigades, ziekenvervoerdiensten en controleteams voor gevaarlijke stoffen omvatten. hulpverlener Een medewerker die overmatig kan worden blootgesteld aan hogere waarden dan de beroepsdosislimieten tijdens het uitvoeren van acties om de gevolgen van een noodsituatie voor de volksgezondheid en veiligheid, de levenskwaliteit, eigendommen en het milieu te verzachten. blootstelling De handeling of omstandigheid waarbij iemand of iets is blootgesteld aan straling. Blootstelling kan extern (door een bron buiten het lichaam) of intern (door een bron binnenin het lichaam) zijn. veldtriage* Triage op de locatie van de radiologische noodsituatie. Zie triage voor details. decontaminatie ter plaatse* Decontaminatie op de locatie van de radiologische noodsituatie. Omdat deze activiteit snel, eenvoudig en effectief moet zijn, omvat deze doorgaans de volgende maatregelen naarmate ze mogelijk zijn: verwijderen van bovenkleding, wassen van gezicht en handen, wikkelen van een slachtoffer in een deken. Verdere decontaminatie wordt doorgaans in een latere fase van de respons toegepast. first responder
De eerste leden van een nooddienst die optreden op de locatie van de noodsituatie. onopzettelijke opname* Opname (eten) van een gevaarlijke stof die onopzettelijk (per ongeluk) gebeurt tijdens het eten, drinken of roken in besmette zones of met besmette handen. Dit kan zich ook voordoen door de handen in de buurt van de mond te plaatsen. gebeurtenis met groot aantal slachtoffers* Elke gebeurtenis die leidt tot een aantal slachtoffers dat groot genoeg is om het normale verloop van nood- en gezondheidszorgdiensten te verstoren. nucleaire of radiologische noodsituatie Een noodsituatie waarbij een gevaar aanwezig is, of de aanwezigheid van een gevaar wordt vermoed, dat te wijten is aan: (a) de energie die voortkomt uit een nucleaire kettingreactie of door de desintegratie van de producten van een kettingreactie; of (b) stralingsblootstelling. extern Buiten het gebied van de noodsituatie. ter plaatse Binnen het gebied van de noodsituatie.
operationeel interventieniveau (OIL = operational intervention level) Een berekend niveau, gemeten door instrumenten of vastgesteld door laboratoriumanalyse, dat overeenkomt met een interventie- of actieniveau. OIL's worden standaard uitgedrukt in termen van dosistempo's of van de activiteit van vrijgegeven radioactief materiaal, de tijd van geïntegreerde luchtconcentraties, bodem- of oppervlakteconcentraties, of activiteitconcentraties van radionucliden in monsters van de omgeving, de voeding of water. Een OIL is een type actieniveau dat onmiddellijk en rechtstreeks wordt gebruikt (zonder verdere beoordeling) om de geschikte beschermende acties vast te stellen op basis van een milieumeting. operator (of operationele organisatie) Elke organisatie of persoon die toestemming vraagt of gemachtigd en/of verantwoordelijk is voor nucleair, stralings- en radioactief afval of vervoerveiligheid bij het ondernemen van activiteiten voor of met betrekking tot alle nucleaire faciliteiten of bronnen van ioniserende straling. Dit omvat privépersonen, overheidsorganen, consignanten of vervoermaatschappijen, licentiehouders, ziekenhuizen of zelfstandigen. Het omvat personen die de directe controle hebben over een faciliteit of een activiteit tijdens het gebruik (zoals radiologische laboranten of vervoermaatschappijen) of, in het geval van
een bron die niet onder controle is (zoals een verloren of onrechtmatig verwijderde bron of een opnieuw binnenkomende satelliet), de personen die verantwoordelijk waren voor de bron tot de controle is verloren gegaan. beschermende actie Een interventie die is bedoeld om doses voor het publiek te vermijden of te beperken in noodsituaties of situaties van chronische blootstelling. stralingsdeskundige Een persoon die in het geval van een nucleaire of radiologische noodsituatie, de operator van een gevaarlijke bron helpt bij het uitvoeren van stralingsonderzoeken, dosisbeoordelingen uitvoert, de contaminatie controleert, de stralingsbescherming van hulpverleners garandeert en aanbevelingen voor beschermende acties formuleert. Deze stralingsdeskundige zal doorgaans de functionaris voor stralingsbescherming zijn. radiological dispersal device (apparaat voor verspreiding van stralen) (RDD)* Een apparaat om radioactieve stoffen te verspreiden door middel van conventionele explosieven of andere middelen. regelgevend orgaan Een instantie of systeem van instanties dat is aangewezen door de overheid van een land om de wettelijke bevoegdheid op zich te nemen voor het uitvoeren van het regelgevende proces, inclusief het verlenen van machtigingen en daarbij het regelen van nucleair, stralings- en radioactief afval en vervoerveiligheid. responsorganisatie Een organisatie die is aangeduid of anderszins wordt erkend door een land als zijnde verantwoordelijk voor het beheren of implementeren van elk aspect van een noodrespons. bron* Alles wat stralingsblootstelling kan veroorzaken. label* Het label of de documenten die aan bewijsmateriaal, items of mensen zijn bevestigd en specifieke informatie bevatten voor de follow-up of voor het behoud van bewijsmateriaal. transnationale noodsituatie Een nucleaire of radiologische noodsituatie van effectief, potentieel of waargenomen radiologisch belang voor meer dan één land. Dit omvat: (1) Een aanzienlijke grensoverschrijdende vrijgave van radioactieve stoffen (een transnationale noodsituatie houdt echter niet noodzakelijk een aanzienlijke grensoverschrijdende vrijgave van radioactieve stoffen in);
(2) Een algemene noodsituatie op een faciliteit of een andere gebeurtenis die kan leiden tot een aanzienlijke grensoverschrijdende vrijgave (via de atmosfeer of via water) van radioactieve stoffen; (3) De ontdekking van het verlies of onrechtmatige verwijdering van een gevaarlijke bron die werd vervoerd over, of waarvan men vermoedt dat ze is vervoerd over een nationale grens; (4) Een noodsituatie die leidt tot een aanzienlijke verstoring van internationale handel of reizen; (5) Een noodsituatie die het nemen van beschermende acties voor buitenlanders of ambassades rechtvaardigt in het land waarin de noodsituatie zich voordoet; (6) Een noodsituatie die leidt tot of potentieel leidt tot ernstige deterministische effecten en een fout en/of probleem (zoals in apparatuur of software) bevat die ernstige implicaties kan hebben op de internationale veiligheid; (7) Een noodsituatie die leidt tot of potentieel leidt tot een grote bezorgdheid bij de bevolking van meer dan één land omwille van het effectieve of waargenomen gevaar. triage* Snelle methode die eenvoudige procedures gebruikt om personen te verdelen in groepen op basis van hun letsel en/of overlijden. Het doel hiervan is de klinische zorg te versnellen en het gebruik van de beschikbare klinische diensten en faciliteiten te maximaliseren. Richtlijnen terugkeer* Een geïntegreerde dosisaflezing op een dosismeter voor de veiligheidsmeting die aangeeft dat de dosisrichtlijn voor een hulpverlener is overschreden en dat de hulpverlener de zones moet verlaten waar verdere aanzienlijke doses mogelijk zijn. dringende beschermende actie Een beschermende actie in het geval van een noodsituatie die onmiddellijk moet worden ondernomen (normaal binnen enkele uren) om effectief te zijn en waarvan de effectiviteit aanzienlijk zal afnemen wanneer er vertragingen optreden. De meeste dringende beschermende acties die gewoonlijk worden overwogen bij een nucleaire of radiologische noodsituatie zijn: evacuatie, decontaminatie van individuele personen, het onderbrengen in schuilplaatsen, ademhalingsbescherming, jodiumprofylaxe en beperking van het verbruik van potentieel besmette voedingsmiddelen.
MEDEWERKERS AAN ONTWERP EN REVISIE CTIF-Hazmat Commission, Zweden Internationale Organisatie voor Atoomenergie Verenigd Koninkrijk CTIF-Hazmat Commission, Zweden Health Canada, Canada Russian Research Centre ―Kurchatov Institute‖, Russische Federatie Martincic, R Internationale Organisatie voor Atoomenergie Mc Kenna, T. Internationale Organisatie voor Atoomenergie Melnick, S. Internationale Organisatie voor Atoomenergie Nogueira de Oliveira, C. Internationale Organisatie voor Atoomenergie O'Connell, T. MA Department of Public Health, VSA Vetter, R.J. Mayo Clinic, Verenigde Staten van Amerika Wangler, M. Internationale Organisatie voor Atoomenergie Werker, D. Wereldgezondheidsorganisatie, Zwitserland Wrixon, A. Internationale Organisatie voor Atoomenergie Brunnstrom, O. Buglova, E. Donner, C. Eriksson, T. Ford, J. Kutkov, V.
Adviesvergaderingen Wenen, Oostenrijk: 22–26 november 2004; 28 februari – 4 maart 2005 Eerste gebruik en revisie van de handleiding Nationale training voor eerste respons op een radiologische noodsituatie: Jakarta, Indonesië, 29 augustus – 3 september 2005 Nationale oefening radiologische noodsituatie: Jakarta, Indonesië, 22 september 2005; Interregionale Train-the-Trainers-cursus op eerste respons op een radiologische noodsituatie: Wenen, Oostenrijk, 16–20 januari 2006
Ontvangen opmerkingen Abedin-Zadeh, R. Amarante, J.L. Berkey, J. Dempsey, G. Dickerson, W. Farkas, A. Fawcett, C. Canada Frenzel, N. Gayral, J.-P. Holland, B. Hug, M. Joussineau, S. Kuča, P. Lafortune, J. Maman, E. McColl, N. Meineke, V. Nichols, R. Ozolina, S. Prendergast, K. Prouza, Z. Prosser, L. Ridwan, A. dos Santos, R. Brasil, Brazilië Sidiskiene, D. Litouwen Skanata, D. Thomson, J. Valverde, N. Wang, Z. Yuhas, G. Amerika Zombori, P.
Internationale Organisatie voor Atoomenergie Hospital Naval Marcilio Dias, Brazilië Washington State Department of Health, Office of Radiation Protection, Verenigde Staten van Amerika U.S. Environmental Protection Agency, VSA AFRRI, Verenigde Staten van Amerika Hungarian Atomic Energy Authority, Hongarije Defence Research and Development Canada, Armed Forces Institute of Radiobiology, Duitsland Frankrijk ANSTO, Australië Internationale Organisatie voor Atoomenergie Cancercentrum Karolinska, Zweden National Institute for Radiation Protection, Tsjechië International Safety Research, Canada Internationale Organisatie voor Atoomenergie Health Protection Agency, Verenigd Koninkrijk Armed Forces Institute of Radiobiology, Duitsland Internationale Organisatie voor Atoomenergie Radiation Safety Centre, Letland California Department of Health Services, VSA SUJB, Tsjechië Health Protection Agency, Verenigd Koninkrijk Nuclear Energy Regulatory Agency, Indonesië Comissao Nacional de Energia Nuclear do Radiation
Protection
Center
of
Lithuania,
Enconet Int. Zagreb, Kroatië Pennant Consultants, Maleisië University Federal do Rio de Janeiro, Brazilië National Institute for Radiological Protection, China G.P. Yuhas and Associates, Verenigde Staten van Internationale Organisatie voor Atoomenergie