Handleiding Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies rond innovatie voor kmo’s
Opmaak en indiening van een projectaanvraag: oproepdocument en aanvraagtemplate op www.iwt.be
Koning Albert II-laan 35, bus 16 B-1030 Brussel
Tel: +32 (0)2 432 42 00
E-mail:
[email protected] Web: www.iwt.be
2/!Undefined Bookmark, TOTAAL
PROJECTFICHE Basiskenmerken Deze oproep voor projectvoorstellen “Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies rond innovatie voor kmo‟s” kadert in een ruimer project “Meer innovatie in kmo‟s: Versterken van de absorptiecapaciteit en het innovatievermogen van ondernemingen”. De Vlaamse regering wil meer bedrijven aanzetten tot het realiseren van succesvolle innovatieve acties, ter ondersteuning van onze economische en maatschappelijke toekomst. Daartoe is het nodig om het innovatievermogen en de onderliggende absorptiecapaciteit van de ondernemingen te versterken. Via een gecombineerde inspanning moet het aanbod van praktijkgerichte innovatie-opleidingen verruimen, zodat meer bedrijfsleiders en kaderleden innovatiemanagementexpertise verwerven. Daarnaast wordt ingezet op extra vervolgacties, onder andere via netwerkvorming en individuele begeleidingen, zodat het geleerde effectiever kan toegepast worden. De voorliggende oproep is gericht op het ontwikkelen en uitrollen van brede inleidende opleidingssessies die in een periode van twee jaar 10.000 bedrijven bereiken met jaarlijks minstens 1.500 nieuwe deelnemers (bedrijfsleiders en kaderleden). Deze wervende sessies moeten een grote groep van kmo‟s aanspreken en hen een traject aanbieden waarbij ze in aanraking komen met inhoudelijk relevante informatie en instrumenten waaronder: 1) Waarom is innovatie nodig? (Aan de hand van cases.) 2) Wat zijn de stappen in innovatiemanagement? 3) Hoe kan een innovatiemanager helpen: functie en rol, profiel, wat doet hij/zij? 4) Waar kan men terecht voor opleiding en begeleiding? (Overzicht van bestaande initiatieven en oproep tot deelname aan specifieke innovatieacademie.) 5) Hoe kan men nu al aan de slag? (Instrumenten voor een kick start.) Deze opleidingssessies worden ondersteund door een innovatie-toolkit die wordt ontwikkeld onder leiding van Flanders DC. Een projectaanvraag kan ingediend worden door (consortia van) multisectoriële werkgeversorganisaties die de kmo-doelgroep in gans Vlaanderen kunnen bereiken en die over de nodige track-record beschikken betreffende het organiseren van informatiesessies rond innovatie, gericht op kmo‟s. Er zal slechts één project geselecteerd worden. De looptijd van het geselecteerde project bedraagt twee jaar met een tussentijdse evaluatie na 1 jaar. De subsidie bedraagt maximaal 100% van de aanvaarde kosten (personeel + werking) à rato van de bereikte resultaten en met een maximum van 400.000 €.
Documentenoverzicht Deze handleiding Oproepdocument met specifieke kenmerken en de timing Aanvraagtemplate voor het indienen van een projectvoorstel Toelichtingsdocument – de minimis Alle documenten zijn beschikbaar op www.iwt.be.
Koning Albert II-laan 35, bus 16 B-1030 Brussel
Tel: +32 (0)2 432 42 00
E-mail:
[email protected] Web: www.iwt.be
INHOUD
1. DOEL............................................................................................................................................ 5 1.1. Basiskenmerken ............................................................................................................. 5 1.2. Situering binnen het project „Meer innovatie voor kmo‟s: Versterken van de absorptiecapaciteit en het innovatievermogen van ondernemingen‟ ............................. 5 2. KENMERKEN ............................................................................................................................ 8 2.1. Projectconsortium en stakeholders................................................................................. 8 2.2. Uit te voeren activiteiten ................................................................................................ 8 2.3. Projectbegroting en steun ............................................................................................... 9 3. BEHANDELING PROJECTAANVRAAG ............................................................................ 10 3.1. Ontvankelijkheid........................................................................................................... 10 3.2. Evaluatie ...................................................................................................................... 10 4. UITVOERING EN OPVOLGING .......................................................................................... 12 5. AANVRAAG.............................................................................................................................. 13
4/13
1. DOEL 1.1.
Basiskenmerken Deze oproep voor projectvoorstellen “Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies rond innovatie voor kmo‟s” kadert in een ruimer project “Meer innovatie in kmo‟s: Versterken van de absorptiecapaciteit en het innovatievermogen van ondernemingen”. De coördinatie van dit ruimer project is in handen van de Innovatiecentra en Flanders District of Creativity (FDC). De Vlaamse regering wil met dit project meer bedrijven aanzetten tot het realiseren van succesvolle innovatieve acties, ter ondersteuning van onze economische en maatschappelijke toekomst. Daartoe is het nodig om het innovatievermogen en de onderliggende absorptiecapaciteit van de ondernemingen te versterken. Via een gecombineerde inspanning moet het aanbod van praktijkgerichte innovatieopleidingen verruimen, zodat meer bedrijfsleiders en kaderleden innovatiemanagementexpertise verwerven. Daarnaast wordt ingezet op extra vervolgacties, onder andere via netwerkvorming en individuele begeleidingen, zodat het geleerde effectiever kan toegepast worden. De voorliggende oproep is gericht op het ontwikkelen en uitrollen van brede inleidende opleidingssessies die in een periode van twee jaar 10.000 bedrijven bereiken met jaarlijks minstens 1.500 nieuwe deelnemers (bedrijfsleiders en kaderleden). Deze wervende sessies moeten een grote groep van kmo‟s aanspreken en hen een traject aanbieden waarbij ze in aanraking komen met inhoudelijk relevante informatie en instrumenten. Er wordt in deze oproep slechts één project geselecteerd. Hoe het geselecteerde project zich dient te verhouden tot het ruimere project leest u in punt 1.2. Centraal staat dat deze inleidende opleidingssessies sensibiliserend moeten werken en een voldoend grote instroom van deelnemers moeten genereren voor de meer diepgaande opleidingsprogramma‟s die in het ruimere project aangeboden worden. De doelgroep van het project zijn latente en beginnende innovatoren onder de kmo‟s. Het betreft daarbij zowel productie- als dienstenbedrijven. Het betreft kmo‟s die nog niet of beperkt innoveren en die potentieel hebben om te groeien door innovatie. De inleidende opleidingssessies moeten gespreid over heel Vlaanderen georganiseerd worden binnen een periode van 2 jaar.
1.2.
Situering binnen het project ‘Meer innovatie voor kmo’s: Versterken van de absorptiecapaciteit en het innovatievermogen van ondernemingen’ We gaan hier in op de verschillende aspecten van het ruimere project „Meer innovatie in kmo‟s‟. De regie van dit project is in handen van de Innovatiecentra en Flanders DC. Er wordt per stap aangegeven wie de trekker is en welke andere stakeholders betrokken worden. Het project „Meer innovatie voor kmo‟s‟ omvat vier grote onderdelen: - Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies - Opstellen en communiceren van een overkoepelend programma - Aanbieden van kmo-vriendelijke doorgedreven innovatieopleidingen - Werving en nazorg
5/13
Voor de opvolging van dit ruimere project zal een klankbordgroep worden ingesteld waarin de relevante stakeholders vertegenwoordigd zijn, met inbegrip van VOKA, Unizo, Agentschap Ondernemen en IWT. 1.2.1. Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies (trekkers: geselecteerde uitvoerders ism Flanders DC) Dit is het onderdeel van het ruimere project waarin deze oproep kadert. Het is de bedoeling om brede inleidende opleidingssessies te ontwikkelen en te organiseren die een breed publiek van kmo‟s kunnen werven en een traject aanbieden waarbij een groot aantal bedrijven in aanraking zal komen met inhoudelijke relevante informatie en instrumenten rond innovatie. De volgende aspecten dienen hierbij zeker aan bod te komen: -
Waarom is innovatie nodig? (Aan de hand van cases.)
-
Wat zijn de stappen in innovatiemanagement?
-
Hoe kan een innovatiemanager helpen: functie en rol, profiel, wat doet hij/zij?
-
Waar kan men terecht voor opleiding en begeleiding? (Overzicht van bestaande initiatieven en oproep tot deelname aan specifieke innovatieacademie.)
-
Hoe kan die nu al aan de slag? (Instrumenten voor een kick start.)
Het doelpubliek is het managementniveau dat dient gestimuleerd tot het nemen van innovatieinitiatieven, waarbij elk bedrijf aangezet wordt minstens één persoon verantwoordelijkheid te laten nemen voor innovatieprocessen. Ook worden op deze inleidende opleidingssessies een aantal instrumenten meegegeven en gebruikt waarmee deze persoon aan de slag kan gaan binnen zijn/haar onderneming: de toolkit voor de innovatiemanager. Deze toolkit komt concreet neer op een fysiek en/of online/mobiele applicatie die op deze inleidende opleidingssessies wordt verspreid onder de 10.000 deelnemende kmo‟s. Het is de bedoeling dat deze inleidende opleidingssessies instroom genereren van deelnemers voor de meer doorgedreven opleidingen uit punt 1.2.2 en 1.2.3. De geselecteerde uitvoerders zijn verantwoordelijk voor de organisatie van deze sessies in samenwerking met Flanders DC. Het inhoudelijke deel rond innovatiemanagement wordt ontwikkeld door Flanders DC met betrokkenheid van de Innovatiecentra en de betrokken werkgeversorganisaties. De geselecteerde uitvoerders staan ook in voor de verspreiding van de uitnodigingen en voor de werving van de deelnemers. Voor het opstellen van een lijst met uit te nodigen bedrijven zal samengewerkt worden met de Innovatiecentra en met Agentschap Ondernemen. De communicatie gebeurt in overleg met Flanders DC en de sessies worden gecobrand (uitvoerders, Flanders DC, Innovatiecentrum). Flanders DC heeft de regie over deze sessies waarbij gewaakt wordt over de algemene doelstellingen van het programma en de afstemming tussen de betrokken werkgeversorganisaties. Alle sessies hebben een gemeenschappelijke stam. Dit deel moet consistent zijn over alle sessies heen. Daarnaast kunnen de uitvoerders deze sessies aanvullen met bijkomende, voor hun doelgroep gerichte inhoud. De inleidende sessies zullen door Flanders DC en de Innovatiecentra opgevolgd worden zodat vorm en aanpak kunnen bijgestuurd worden in de loop van het project om een maximale impact te bekomen. Voor de organisatie van deze brede inleidende opleidingssessies wordt een maximale subsidie van 400.000 € voorzien.
6/13
1.2.2. Opstellen en communiceren overkoepelend programma (trekkers: Flanders DC en de Innovatiecentra) Voor die kmo‟s die een stap verder willen gaan dan deelname aan de inleidende opleidingssessies zullen Flanders DC en de Innovatiecentra de krachten bundelen. Beide organisaties bieden vandaag al afzonderlijke seminaries en workshops aan, ook andere organisaties bieden soms zeer nuttige innovatiemodules aan voor kmo‟s. Hierbij wordt ook voor afstemming gezorgd met de activiteiten die ontwikkeld worden door de partners binnen het Vlaams Ondernemerschapsbevorderend Netwerk (VON) en het Agentschap Ondernemen. Met het overkoepelend programma worden al deze initiatieven gebundeld en zowel door Flanders DC als de Innovatiecentra als één geheel naar de kmo gebracht. Waar er lacunes zijn, worden nieuwe workshops ontwikkeld (zie 1.2.3). Op deze manier moet de kmo en zijn innovatiemanager toegang kunnen krijgen tot inzichten over elke stap/aspect van een innovatietraject. Doel van dit onderdeel is dus vooral te inventariseren wat al bestaat, waar mogelijk de bestaande opleidingen te aligneren en daarna specifieke kmo-opleidingen te initiëren om hiaten op te vangen. Er zijn complementaire opleidingen waaruit de geïnteresseerden kunnen kiezen in functie van voorkennis of specifieke inhoud. Het geheel zal dan ook vertaald worden in programma-overzichten die breed gecommuniceerd worden. Flanders DC en de Innovatiecentra krijgen samen de opdracht op dit overkoepelend programma uit te werken en de communicatie hierrond te stroomlijnen. 1.2.3. Aanbieden van kmo-vriendelijke doorgedreven innovatieopleidingen (trekken: Innovatiecentra) Om de beoogde kentering te krijgen in de management absorptiecapaciteiten bij kmo‟s, dienen de bestaande opleidingen „gesynchroniseerd‟ en uitgebreid te worden. Daarnaast zullen een aantal extra innovatieopleidingen „op maat van kmo‟s‟ moeten ontwikkeld worden – dit bij voorkeur in samenwerking met partners – en aan aanvaardbare prijzen aangeboden worden. Belangrijk is dat kmo‟s hun innovatie laten vertrekken vanuit marktbehoeften en klantenwensen. Het is dan ook de bedoeling om deze opleidingen uit te rollen in gans Vlaanderen, waarbij sprekers uit verschillende organisaties (o.a. universiteiten, hogescholen, enz.) een gespecialiseerde rol kunnen vervullen. De Innovatiecentra en Flanders DC dienen er over te waken dat deze opleidingen tegemoet komen aan de verwachtingen van de kmo‟s. De opleidingen moeten een minder innovatieve onderneming helpen om innovatie een adequate plaats te geven in het bedrijfsmanagement. 1.2.4. Werving en nazorg (trekker: Innovatiecentra) Alle bovenstaande initiatieven dienen bij de deelnemende kmo‟s te leiden tot inspiratie en nieuwe inzichten. Om te garanderen dat het geleerde ook effectief aangewend wordt, is er nazorg nodig. Deze bestaat onder andere uit een terugkoppeling vanuit de opleidingen, en de overdracht van best practices naar de Innovatiecentra die deze verder verspreiden naar kmo‟s. De Innovatiecentra zullen als deel van dit nazorgtraject gepast en tijdig doorverwijzen naar andere instrumenten van het Innovatiebeleid (waaronder IWT) en het economisch beleid (waaronder Agentschap Ondernemen), onder andere met betrekking tot financiering en subsidies.
7/13
2. KENMERKEN Deze handleiding is bestemd voor indieners van projecten VIS 1- Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies rond innovatie voor kmo‟s. Deze handleiding moet gelezen worden in combinatie met de aanvraagtemplate.
2.1.
Projectconsortium en stakeholders
2.1.1.
Indiener(s) en Uitvoerder(s) Projectenvoorstellen kunnen ingediend en uitgevoerd worden door Vlaams Innovatiesamenwerkingsverbanden van multisectoriële bedrijfsorganisaties met Vlaanderen als werkgebied. Projectvoorstellen dienen aan te tonen dat het samenwerkingsverband over een voldoende ruim bereik beschikt binnen de in punt 1.1 beschreven doelgroep van kmo‟s zodat het beoogde minimum van 10.000 deelnemers aan de inleidende opleidingssessies kan gehaald worden. Het samenwerkingsverband dient eveneens over een track-record te beschikken inzake het organiseren van informatiesessies gericht naar de doelgroep opdat er voldoende garanties zijn dat deze informatiesessies voldoende doorstroom naar de doorgedreven innovatieopleidingen uit punt 1.2 zouden genereren.
2.1.2.
Stakeholders en gebruikers De Vlaamse Innovatiecentra en Flanders District of Creativity (Flanders DC) zijn belangrijke stakeholders in dit project. Zij hebben de regie voor het overkoepelende project „Meer innovatie in kmo‟s‟. Flanders DC heeft de regie van het project dat onderwerp uitmaakt van deze oproep „Ontwikkelen van inleidende opleidingssessies rond innovatie voor kmo‟s‟. Samen met de Innovatiecentra en de geselecteerde uitvoerders zal Flanders DC ook instaan voor de inhoudelijke aspecten van deze inleidende opleidingssessies, met inbegrip van het ontwikkelen en ter beschikking stellen van een innovatie-toolkit. Ook Agentschap Ondernemen is een belangrijke stakeholder: Agentschap Ondernemen zal meewerken aan het opstellen van een lijst met uit te nodigen bedrijven voor de inleidende opleidingssessies en zal ook deel uit maken van de klankbordgroep die instaat voor de opvolging van het overkoepelende project „Meer innovatie in kmo‟s‟.
2.2.
Uit te voeren activiteiten Om de doelstelling te bereiken worden duidelijk omschreven activiteiten, uitgevoerd . Uit te voeren activiteiten zijn :
1
De subsidie aan deze projecten wordt verleend onder het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot regeling van steun aan projecten van innovatiestimulering, technologisch advies en collectief onderzoek op verzoek van Vlaamse Innovatiesamenwerkingsverbanden (VIS).
8/13
2.3. 2.3.1.
Opstellen van een kalender voor de inleidende opleidingssessies met evenwichtige spreiding over alle provincies in Vlaanderen; Afstemmen met FlandersDC rond de inhoudelijke aspecten van de opleidingssessies; Afstemmen met Flanders DC, de Innovatiecentra en Agentschap ondernemen voor de opmaak van de lijsten van de uit te nodigen bedrijven in elke provincie in Vlaanderen; Werven van deelnemers voor de inleidende opleidingssessies (mailings, …); Organiseren van de inleidende opleidingssessies met goede spreiding over alle provincies in Vlaanderen.
Projectbegroting en steun Projectbegroting De begroting wordt opgesteld voor een periode van twee jaar. De begroting dient uit te gaan van kostenefficiëntie en is gebaseerd op een raming van het benodigde personeel, kwantitatief gemotiveerd via de verwachte activiteiten, resultaten en effecten en op een gemotiveerde opgave van de benodigde werkingsmiddelen.
2.3.2.
Steun De subsidie voor het geselecteerde project bedraagt conform het VIS-besluit maximaal 100% van de aanvaarde kosten. Hierbij wordt het IWT-kostenmodel gevolgd, met de volgende afwijkingen: - het maximum op de werkingskosten van 40.000 € per VTE is voor dit project niet van toepassing, - er worden geen kosten in de rubriek „grote kosten‟ aanvaard. De maximale subsidie bedraagt 400.000 € en is als volgt afhankelijk van het aantal bedrijven dat aan de inleidende opleidingssessies heeft deelgenomen: maximale subsidie = 400.000 € x (aantal deelgenomen bedrijven)/10.000
9/13
3. BEHANDELING PROJECTAANVRAAG 3.1. Ontvankelijkheid Na de indiening gaat het IWT na of de projectaanvragen formeel ontvankelijk zijn aan de hand van de volgende criteria:
indiening ten laatste op de sluitingsdatum; een project wordt aangevraagd door een representatief Vlaams Innovatiesamenwerkingsverband van multisectoriële bedrijfsorganisaties met Vlaanderen als werkgebied; de aanvraagtemplate is ingevuld en de nodige verklaringen zijn ondertekend.
Elke (hoofd)aanvrager ontvangt een bericht van de (on)ontvankelijkheid van zijn aanvraag. De projecten die niet ontvankelijk worden bevonden, worden uitgesloten van de verdere evaluatie- en selectieprocedure. De ontvankelijkheidscriteria blijven gelden tijdens de ganse behandelingsprocedure. Het IWT kan contact opnemen met de aanvrager(s) tijdens de ontvankelijkheidsanalyse ter vervollediging van de aanvraag.
3.2.
Evaluatie
3.2.1. Evaluatieproces Na ontvankelijkheid zal het IWT nagaan of alle nodige informatie aanwezig is in het projectvoorstel. Er zal hierover desgevallend met de indieners overlegd worden en zij krijgen de gelegenheid om hun voorstel aan te passen (10 werkdagen). De aangepaste projectvoorstellen worden vervolgens voorgelegd aan een college van minstens 3 externe deskundigen. De aanstelling van de externe deskundigen wordt vooraf voorgelegd aan het directiecomité van IWT. De deskundigen geven een advies op basis van de evaluatiecriteria, tijdens een mondeling college. Op basis van de beschikbare informatie wordt door het directiecomité van het IWT een advies geformuleerd over de omvang en de aard van de steun alsmede over de bijzondere voorwaarden en modaliteiten ervan. Het advies van IWT zal bezorgd worden aan de voogdijminister als input voor een beslissing, dit wordt verwacht voor eind mei 2013. Onafhankelijk van de evaluatieprocedure kan het directiecomité van het IWT een advies geven of aanvullende voorwaarden stellen op basis van onvoldoende financiële draagkracht van de aanvrager of eventuele partners, het niet voldoen aan overige verplichtingen of vergunningen vanwege de overheid of niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen (inzake informatieverstrekking, inhoudelijke en financiële verplichtingen of verslaggeving). Zowel het IWT-personeel, de externe deskundigen als de medewerkers van het IWT verbinden zich ertoe de informatie over elk project vertrouwelijk te behandelen tijdens het evaluatieproces, en geen gegevens mee te delen aan derden of aan te wenden ten voordele van zichzelf. 3.2.2. Evaluatiecriteria De projecten worden gewaardeerd op 2 dimensies: de kwaliteit van het projectvoorstel en het innovatiepotentieel van het projectvoorstel.
10/13
Kwaliteit van het projectvoorstel (S1) De relevantie van het werkplan en van de haalbaarheid ervan binnen het bepaalde tijdsbestek en budget. Is het projectvoorstel adequaat uitwerkt met het oog op het behalen van de doelstellingen ? Meer in het bijzonder: worden de middelen kosten-efficiënt ingezet in verhouding met de resultaatsobjectieven en beoogde effecten? Zijn de doelstellingen haalbaar binnen het bepaalde tijdsbestek en budget? hoe is de samenwerking met andere spelers in het project omschreven? Zijn er voldoende garanties ingebouwd opdat men als team zou opereren? is de communicatiestrategie goed omschreven en ondersteunt die de doelstellingen? is het projectvoorstel goed opgebouwd, spelen de werkpakketten goed in op de doelstellingen en is er voldoende samenhang in de voorgestelde activiteiten? De kwaliteit van de uitvoerders Wat is het competentie/expertiseprofiel van de betrokken medewerkers? Beschikken de indieners over een geloofwaardige track-record inzake het bereiken van de doelgroep en inzake het organiseren van informatiesessies rond innovatie?
Het voorziene monitoring en effectopvolgingsysteem, zowel op inhoudelijk als financieel vlak Wordt het project opgevolgd, naar de resultaten, effecten, … ? Is het klantenopvolgingssysteem goed omschreven in het projectvoorstel en biedt dit voldoende garanties naar traceerbaarheid van de deelnemers aan de te organiseren opleidingssessies? Het innovatiepotentieel van het projectvoorstel (S2) Speelt het project in op het overkoepelende project „Meer innovatie in de KMO‟? Hoe wordt dit in de aanvraag beargumenteerd? Wat is het nut/de relevantie van de voorgestelde aanpak ? Is er een geloofwaardige strategie voorzien voor het afbakenen en bereiken van de juiste doelgroep? Is er een geloofwaardige aanpak om doorstroom van de deelnemers aan de inleidende opleidingssessies naar de doorgedreven opleidingen te genereren? Hoe weerspiegelt zich dit op de streefwaarden en effectindicatoren? Zijn deze voldoende ambitieus en realistisch?
3.2.3. Na de beslissing De projectfiche met de besluitvorming wordt aan de aanvrager overgemaakt bij bekendmaking van de beslissing. De aanvragers kunnen steeds een nabespreking aanvragen bij het IWT. In het geval van een positieve beslissing wordt een overeenkomst opgemaakt tussen het IWT en de projectaanvragers (zie hoofdstuk 4: Uitvoering en Opvolging). Bij ontevredenheid over de manier van behandeling door het IWT kan daarover steeds schriftelijk, mondeling of elektronisch klacht ingediend worden. Klachten worden binnen de 45 dagen na ontvangst behandeld.
11/13
4. UITVOERING EN OPVOLGING In het geval van een positieve beslissing wordt een overeenkomst opgemaakt tussen het IWT en de aanvrager (begunstigde). De IWT-overeenkomst bestaat uit de volgende delen: een eerste deel betreft de algemene voorwaarden, consulteerbaar op de IWT-website: http://www.iwt.be/downloads/documenten/oeno/IWT_Algemene_voorwaarden.pdf een tweede deel betreft de projectspecifieke voorwaarden. Dit deel wordt opgestuurd naar de personen die de contractuele verbintenis aangaan voor de respectievelijke aanvragers. De uitbetaling van de subsidie gebeurt in gelijke voorschotten, in principe 6 maandelijks voorafgaand aan de periode waarop deze betaling betrekking heeft. De voorschotten worden uitbetaald na vervulling van de noodzakelijke voorwaarden, zoals voorzien in de IWT-overeenkomst. De vereiste rapportering omvat: - om de 6 maand wordt gevraagd om de projectstatus te attesteren (projectbarometer); - na 1 jaar: een prestatiestaat en de status op basis van de indicatoren en leverbaarheden; - na 2 jaar: het eindverslag over alle uitgevoerde activiteiten en bereikte resultaten en een financieel verslag. De projecten zullen onder andere opgevolgd worden aan de hand van de volgende leverbaarheden en indicatoren: Leverbaarheden: - een programma en kalender van de te organiseren inleidende opleidingssessies (met locatie, onderwerp, sprekers, timing), opgesplitst per provincie; - per georganiseerde inleidende opleidingssessie: een lijst van aanwezigen en vertegenwoordigde bedrijven (benaming en ondernemingsnummer bedrijf, naam en functie binnen bedrijf van de deelnemers). Het aantal deelnemende bedrijven is finaal bepalend voor de berekening van de subsidie (maximale subsidie = 40 € x aantal deelnemende bedrijven). Indicatoren - aantal bedrijven dat via de inleidende opleidingssessies bereikt wordt (op termijn van 2 jaar minimum 10.000); - aantal deelnemers aan de inleidende opleidingssessies; - aantal nieuwe bedrijfsleiders en/of kaderleden die deelnemen aan de inleidende opleidingssessies (minimum 1500 nieuwe per jaar); - het aantal deelnemers aan de inleidende opleidingssessies dat ook deelneemt aan de doorgedreven opleidingen binnen het project „Meer innovatie in kmo‟s‟: deze indicator zal door de Innovatiecentra en Flanders DC opgevolgd worden; - het aantal deelnemende bedrijven aan de inleidende opleidingssessies dat achteraf contact neemt met een Innovatiecentrum of Flanders DC voor verdere individuele begeleiding: deze indicator zal door de Innovatiecentra en Flanders DC opgevolgd worden. De indiener kan ook zelf suggesties opnemen voor indicatoren. De uiteindelijke set indicatoren waarmee de projecten zullen opgevolgd worden zal voor de start van de projecten gefinaliseerd worden.
12/13
5. AANVRAAG Alle documenten gerelateerd aan het indienen van een aanvraag zijn beschikbaar op de website van het IWT (www.iwt.be). Een aanvraag dient opgemaakt te worden volgens de indeling voorzien in de aanvraagtemplate. Het gebruik van de aanvraagtemplate op zich is niet verplicht, het respecteren van de structuur (te leveren info en de volgorde van de hoofdstukken) wel. De aanvraag is samengesteld uit 4 delen: een deel projectidentificatie (met invulmogelijkheden) de projectbeschrijving de projectbegroting bijlagen
13/13