4 Opmaak van een werkblad Stappen Stap 1
Uitleg
Wat is een werkblad Met het werkblad bedoelen we het blad waarin je werkt. Met andere woorden het blad waarop je berekeningen maakt, grafieken en tabellen zal toevoegen enz. Binnen één Excel document kan je verschillende werkbladen aanmaken. Wanneer je het document, waarin de verschillende werkbladen zitten, gaat opslaan heb je een werkmap. De werkmap is dus het Excel document of bestand.
Stap 2
Werkbladen 1 werkbladen invoegen Een werkblad kan je op twee manieren invoegen. Via het icoon: open het werkblad oefening laptop; klik onderaan op het scherm op het icoon sla de werkmap op in je eigen documenten onder de naam oefening laptop.
Visueel
Via het deelvenster: ga met de muis op het werkblad resultaten staan; klik op je rechtermuisknop; kies voor invoegen; sla de wijzigingen op. Een nieuw werkblad wordt steeds voor het laatste werkblad geplaatst. In een volgende stap leer je hoe je werkbladen van plaats kan veranderen. 2 naam wijzigen Om snel te weten welke oefening op elk werkblad staat, gaan we de werkbladen voorzien van een passende naam. open het eerste werkblad (links beginnen); ga op het tabblad staan van de oefening laptop; klik op je rechtermuisknop; kies voor naam wijzigen.
De naam van het werkblad staat zwart gemarkeerd. typ de naam laptop; druk op enter om de naam te bevestigen; geef de andere tabbladen ook een eigen naam: o blad 2: spelletjes o blad 3: feest o blad 4: resultaten o blad 1: extra o blad 2: leeg sla de wijzigingen op. 3 een werkblad verwijderen ga met de muis op het werkblad leeg staan;
klik op je rechtermuisknop; kies voor verwijderen; sla de wijzigingen op.
4a werkblad verplaatsen Eerste manier: ga op het werkblad resultaten staan; houd de linkermuisknop ingedrukt; verplaats het werkblad naar de eerste plaats; sla de wijzigingen op. Tweede manier: ga op het werkblad feest staan; klik op je rechtermuisknop; kies voor blad verplaatsen of kopiëren;
selecteer het blad waar je het werkblad VOOR wil plaatsen nl. werkblad laptop; klik vervolgens op ok; sla de wijzigingen op .
Pijl duidt aan waar het werkblad zal komen te staan.
4b werkblad kopiëren ga op het werkblad spelletjes staan; klik op je rechtermuisknop; kies voor blad verplaatsen of kopiëren;
vink onderaan “maak kopie” aan; klik vervolgens op ok; verwijder de gemaakte kopie; sla de wijzigingen op.
5 werkblad beveiligen Door het werkblad te beveiligen kan je ervoor zorgen dat anderen de gegevens in je werkblad niet kunnen verwijderen, aanpassen, … Dankzij het deelvenster kan je zelf aanvinken wat anderen al dan niet kunnen aanpassen. ga met de muis op het werkblad laptop staan; klik op je rechtermuisknop; kies voor blad beveiligen;
kies als wachtwoord test; vink aan dat alle gebruikers enkel vergrendelde en onvergrendelde cellen mogen selecteren;
typ ter bevestiging het wachtwoord nog een tweede maal; klik vervolgens op ok; sla de wijzigingen op.
6 tabkleur instellen Hiermee kan je de tabs van de verschillende werkbladen een andere kleur geven. ga met je muis op het werkblad resultaat staan; klik op je rechtermuisknop; kies voor tabkleur; kies als tabkleur donkerblauw test 2 donker 50%; pas de andere tabkleuren als volgt aan: o werkblad “feest”: rood, accent 2, donker 50%; o werkblad “laptop”: olijfgroen, accent 3, donker 50%;
o werkblad “spelletjes”: paars, accent 4, donker 50%; o werkblad “extra”: zeeblauw, accent 5, donker 50%. sla de wijzigingen op.
7 werkblad verbergen en terugplaatsen ga met je muis op het werkblad extra staan; klik op je rechtermuisknop; kies voor verbergen; Je merkt dat het werkblad gewoon verdwenen is.
ga op een willekeurig tabblad staan; klik op je rechtermuisknop; kies zichtbaar maken;
selecteer het werkblad dat je wil terugplaatsen; klik op ok; sla de wijzigingen op.
Stap 3
Werkblad opmaken Wanneer we spreken van een werkblad opmaken gaan we o.a. kop- en voetteksten aanmaken, onze marges bepalen,… zodat we een mooi en overzichtelijke pagina krijgen wanneer we ons werkblad gaan afdrukken. 1 marges instellen open werkmap oefening laptop; ga naar pagina-indeling; kies voor aangepaste marges;
pas de marges als volgt aan: o boven 2 cm, o links 33 cm, o onder 2 cm, o rechts 2 cm. klik op ok; sla de wijzigingen op.
2 afdrukstand bepalen ga naar pagina-indeling; kies voor afdrukstand; kies hier voor liggend; sla de wijzigingen op.
3 formaat bepalen kies bij pagina-instelling voor formaat; kies hier voor A4; sla de wijzigingen op.
4 kop- en voettekst toevoegen ga op het werkblad resultaten staan; ga naar invoegen; kies voor kop- en voettekst;
pas de koptekst als volgt aan: o links: naam & voornaam (Calibri, 11p, links uitgelijnd) o midden: klas (Calibri, 11p, gecentreerd) o rechts: schooljaar (Calibri, 11p, rechts uitgelijnd)
klik op “ga naar voettekst”;
pas de voettekst als volgt aan: o midden: Informatica (Calibri, 11p, gecentreerd) sla de wijzigingen op. 5 paginanummer toevoegen kies het werkblad resultaten; ga naar invoegen; kies voor kop- en voettekst; ga rechts in de voettekst staan; ga naar elementen voor kop- en voetteksten; kies hier voor paginanummer; sla de wijzigingen op.
6 Datum en tijd toevoegen kies het werkblad resultaten; ga naar invoegen; kies voor kop- en voettekst; ga links in de voettekst staan; ga naar elementen voor kop- en voetteksten; kies hier voor huidige datum; sla de wijzigingen op.
7 eerste pagina afwijkend Dit wil zeggen dat je de kop- en voettekst van het eerste werkblad kan aanpassen zonder dat de kop- en voetteksten van het hele document veranderen. kies het werkblad resultaten; ga naar invoegen; kies voor kop- en voettekst; ga naar opties; vink aan eerste pagina afwijkend;
pas de koptekst als volgt aan: o verwijder in het midden je klas; o vervang aan de linkerzijde het schooljaar door je klas. sla de wijzigingen op.
8 even en oneven pagina’s verschillend Wanneer je voor deze opties kiest, kan je een heel andere kop- en/of voettekst geven voor de even als de oneven pagina’s. open het document extra oefening; ga naar het werkblad resultaten; ga naar pagina-indeling; kies afdrukstand liggend; ga naar invoegen; kies voor kop- en voettekst; ga naar opties; vink de optie even en oneven pagina’s verschillende aan; plaats in de koptekst voor de even pagina: o links: naam & voornaam (Calibri, 11p, links uitgelijnd);
o rechts: klas(Calibri, 11p, links uitgelijnd). plaats in de voettekst van de oneven pagina’s : o midden: Excel (Calibri, 11p, gecentreerd); sla de werkmap op als extra oefening.
Stap 4
Herhalingsoefening Bekijk het pfd-document “eindresultaat herhalingsoefening” en probeer dit zo goed mogelijk na te maken in de werkmap “herhalingsoefening”. Wat bijkomende informatie: 1 Opmaak werkblad tekst van kop- en voetteksten: o arial; o 11 punten. 2 Afdrukinstellingen werkblad marges: o boven: 2 cm; o onder: 2cm; o rechts: 2cm; o links: 3,3cm. formaat o a4