r pl aa em ex kij k In
Handleiding lesmethode
Groep 8 Brugklas Bikkels versie 2016
pl aa
r
Inhoudsopgave
Introductie
4
Verantwoording Methodiek
5
Doorgaande lijn Po en Vo
6
Preventief en curatief
7
Organiseer je les
8 9
De werkmap
13
Powerpoint presentatie Ouderbrieven
Deel 3
kij k
Deel 4
16
ex
Deel 2
14 15
Draaiboek Deel 1
em
Praktische tips
17 27 36 45 53
Deel 6
59
Deel 7
65
In
Deel 5
© Spectrum Brabant | Bikkeltrainingen.nl
3
r pl aa
Lesplan 2
Doelstellingen
Deelnemers oefenen met verschillende houdingen; onzeker, stevig en dominant Deelnemers maken kennis met het G-schema Deelnemers herkennen Piepmiep-gedachten (niet-helpende gedachten) en Bikkelgedachten (helpende gedachten) bij zichzelf
Lesplan
em
Inhoud
Duur
1
Welkom en huiswerk 5 min
2
Warming-up
5 min
H 10 Actief groepsspel
3 t/m 10
Pieper of Bikkel?
10 min
H5
Uitleg en schrijfopdracht in tweetallen
11
Het nieuwe denken
10 min
H6
Groepsgesprek / schrijfopdracht
kij k
ex
Dia-nr
Totaal
Boe k -
Werkvorm en hulpmiddelen Groepsgesprek
30 min
Benodigdheden
Les- en werkboek Brugklas Bikkels voor alle leerlingen Powerpoint Brugklas Bikkels met beamer en laptop Kaartjes / post-its met positieve eigenschappen (bv. kaartjes uit het kinderkwaliteitenspel of maak eigen kaartjes (voor inspiratie zie pagina 36 uit het boek Brugklas Bikkels) Papier + schrijfmateriaal voor leerlingen Eventueel een beloningslijst voor een groepsbeloning
In
© Spectrum Brabant | Bikkeltrainingen.nl
28
aa
ex em pl
Voor het maken van een goede eerste indruk is het niet alleen belangrijk hoe je staat. Het is ook belangrijk dat je iemand aankijkt als je met hem of haar praat. Als je dat niet doet, weet de ander niet dat je het tegen hem hebt en luistert hij of zij misschien niet eens. Bovendien kunnen anderen je niet zo goed verstaan als je ze niet aankijkt. Als iemand tegen jou praat en je kijkt hem niet af en toe aan, lijkt het alsof je niet wilt luisteren. Misschien wil hij dan wel helemaal niet meer met jou praten!
r
11. Oogcontact
Een goede manier om ervoor te zorgen dat iemand naar je luistert is oogcontact maken. Oftwel: iemand aankijken. Maar dit is niet altijd even gemakkelijk. Heb je wel eens meegemaakt dat je het moeilijk vond om iemand aan te kijken?
ijk
Als je je niet op je gemak voelt, is het vaak moeilijker om iemand aan te kijken. Als je bijvoorbeeld denkt dat iemand boos op je is, of als je bang bent voor wat de ander van jou vindt. Je kijkt dan liever naar de grond, of langs iemand af. Dit kan ervoor zorgen dat de ander denkt dat je niet luistert. Hij was misschien nog niet boos op je, maar omdat hij denkt dat jij niet luistert, wordt hij dat wel! Dat is precies waar je bang voor was!
In k
Dit kun je voorkomen door iemand aan te kijken als je met hem praat. In het begin is het misschien ongemakkelijk en moet je erom lachen. Toch is het goed om ermee te oefenen. Niet alleen op school maar ook thuis, in de winkel etc.
Vind je iemand recht in de ogen kijken te lastig? Kijk dan naar iemands mond of kies een punt ergens tussen de wenkbrauwen of op de neus. Dat valt niemand op en is voor jou misschien prettiger.
37
r
12. Say what?
aa
En daar sta je dan…de eerste dag in je nieuwe klas met de borst vooruit iedereen strak aankijkend . Maar wat zeg je dan? En hoe zeg je het?
ex em pl
Eerst maar eens letten op de toonhoogte van je stem. Weet je nog in hoofdstuk 8; piepmiep-gedachten snel en hoog uitgesproken en bikkel-gedachten rustig en laag? Probeer dat ook maar eens andersom te doen; dat klopt niet goed hè?! Als wij iemand heel snel en hoog horen praten, denken we al snel dat diegene een stresskip is. En dan bedoelen we ‘hoger en sneller dan de eigen stem normaal gesproken is’. Er zijn nu eenmaal grote verschillende tussen de stemmen van mensen. De stem van meisjes is over het algemeen hoger dan die van jongens en dat heeft natuurlijk niets met stress te maken. En na de ‘baard in de keel’ in de puberteit zakt de stem van jongens een heel stuk maar of ze daar nou zo relaxed van worden?
ijk
Probeer eens extra op je stem te letten, vooral als je gespannen bent. Praat rustig (langzamer dan je zou willen) en op een normale, of iets lagere toonhoogte. Wedden dat je vanzelf relaxter wordt?
In k
En nu nog dat gesprek beginnen. Hoe maak je nonchalant een praatje met iemand die je nog niet (zo goed) kent? Reenders & Spijker (1996) hebben hiervoor zeven handige regels opgesteld:
Regel 1: Kies een goed moment. Het is belangrijk om een goed moment te kiezen voor een gesprekje. Goede momenten zijn bijvoorbeeld als je samen met iemand ergens staat te wachten, vlak na de les of als jullie samen naar het volgende leslokaal lopen. Maak eerst oogcontact, dan heb je de aandacht van iemand. Tijdens de les of als iemand haast heeft, zijn natuurlijk niet zo’n handige momenten.
38
r
17. Kom op voor jezelf!
ex em pl
aa
Opkomen voor jezelf is lastig. Als het niet zo moeilijk was, kon iedereen het al lang. Maar het gekke is: het grootste probleem zijn we zelf! Je durft bijvoorbeeld niet voor jezelf op te komen, omdat je bang bent dat er dan iets ergs gebeurt. Het zijn weer die vervelende Piepmiep-gedachten die ons zwak maken. Dat stemmetje roept maar dat je niet voor jezelf kunt opkomen, dat jou dat niet lukt, dat ze jou dan nog erger terug zullen pakken. Tja, als je die gedachten ook gelooft, dan is de kans helaas ook groot dat het uitkomt. Want je gedachten bepalen immers je gevoel (bang dus) en vervolgens weer je gedrag (huilen en niet voor
ijk
jezelf opkomen) met als gevolg dat er nog minder rekening met je wordt gehouden. Eigenlijk kom je dan vanzelf in een cirkeltje terecht waar je nog maar moeilijk uitkomt.
In k
Op de volgende bladzijde vind je een aantal situaties die behoorlijk lastig kunnen zijn. Vul het G-schema uit hoofdstuk 7 voor al deze gebeurtenissen maar eens heel serieus in (maak eerst kopieën van het schema). Als je al direct een relaxte Bob-gedachte hebt, dan mag je natuurlijk ook meteen je reactie invullen. Maar als het iets pieperigs is of over-the-top stoer of een reactie die jou niet het gewenste resultaat geeft, vul dan eerst het hele schema in! Je bent dan goed voorbereid op dergelijke situaties, wanneer die zich in het echt voordoen.
52
kij
ke
xe m
pl aa
r
In
Werkmap van: Brugklas Bikkels versie 2014
r
Opdracht praatje maken
xe m
pl aa
Begin de komende tijd bewust een praatje waarbij je de zeven regels probeert toe te passen. Je mag het ook oefenen met je vader of moeder. Oefen dan elke regel apart en pas daarna als geheel. Om de beurt natuurlijk want van elkaar kun je ook veel leren. En vergeet je stevige lichaamshouding en oogcontact niet! De regels zijn: 1. Kies een goed moment 2. Stel vooral ‘open’ vragen 3. Luister goed naar de ander en laat zien dat je luistert 4. Reageer op wat de ander zegt en stel er vragen over 5. Maak gebruik van ‘kaatsvragen’ 6. Vraag door als je niet begrijpt wat de ander zegt 7. Sluit een praatje duidelijk af
In
kij
ke
Op deze momenten heb ik geoefend: Ik heb het praatje geoefend met deze personen:
© Spectrum Brabant | Bikkeltrainingen.nl
28
r
pl aa
Opdracht Kom op voor jezelf!
xe m
In hoofdstuk 17 vind je een aantal situaties die je zomaar kunnen overkomen op je nieuwe school. Vaak denk je dan achteraf; ‘had ik maar dit gedaan’ of ‘had ik maar dat gezegd’. Handig dus om er al eens goed over na te denken, dan is de kans groter dat je precies gaat reageren zoals je zelf wilt! Bekijk per ingevulde situatie of het gevolg handig en goed voor jou uitpakte…Zo ja, goed gedaan! Zo nee, daag je gedachten dan uit en kijk of je een betere gedachte kunt formuleren waardoor je gevoel verandert. Je zult dan anders reageren met hopelijk een beter resultaat!
Gebeurtenis: De leraar denkt dat je hebt afgekeken, maar dat is écht niet zo. Wat zeg je tegen hem?
ke
Gedachten: Ik denk dan bij mezelf:
Gevoel: Daardoor voel ik me:
In
kij
Gedrag: Ik doe of zeg vervolgens:
Gevolg: Het gevolg daarvan is:
© Spectrum Brabant | Bikkeltrainingen.nl
31