p f j alet i r h c S HANDLEIDING Inleiding
1e leerjaar groep 3
In het onderwijs heeft het traditionele schrijven van een ‘opstel’ steeds meer plaats gemaakt voor een meer gestructureerde activiteit. Het schrijven van teksten wordt voorbereid door het maken van een planning. Tijdens het schrijven worden bepaalde schrijfstrategieen gehanteerd, terwijl vervolgens op het proces en op het product wordt gereflecteerd. Het belang van functionele opdrachten wordt steeds meer onderkend. Het schrijven gaat trouwens veel gemakkelijker als er een duidelijk doel achter zit, als men zich bewust is van het schrijfdoel en het lezerspubliek, als men iets wil bereiken: iemand vermaken, overtuigen of informeren. Soms kan men voor zichzelf schrijven en zijn creativiteit de vrije loop laten. Tegenwoordig is het ook belangrijk dat men zich kort en duidelijk kan uitdrukken. Nooit is er zoveel schriftelijk gecommuniceerd: chatten, mailen, sms’en... De ‘breezertaal’ is niet altijd zo bevorderlijk voor mooie volzinnen, maar voor het hanteren van deze specifieke taal is ook een zekere schrijfvaardigheid nodig. Niet alle leerlingen beginnen even enthousiast aan een schrijfopdracht! Daar is bij het samenstellen van ‘Schrijfpalet’ zeker aan gedacht! Het is als een rijk ‘palet’ voorzien van een waaier aan kleuren dat uitnodigt om te schilderen! Het aanbod is actueel, functioneel, zeer gevarieerd en motiverend. De variatie zit vooral in het tekstaanbod, de genres, de benadering, de opdrachten en het gevraagde eindproduct. Zo wordt een intrinsieke motivatie in de hand gewerkt. De opdrachten zijn kort en duidelijk, zodat elke leerling tot schrijven wordt aangezet en succeservaring gegarandeerd is. Negatieve ervaringen zijn immers fnuikend voor de ontwikkeling van de schrijfvaardigheid.
Schrijfpalet is zeer geschikt als aanvulling op het reeds beschikbare materiaal in bestaande methodes.
1
Hoe te gebruiken? Voor elk leerjaar of groep van de lagere school worden 30 schrijfopdrachten voorzien. Telkens komen verschillende tekstsoorten/-typen en -genres aan bod: creatief schrijven, ontspannende teksten, informatieve teksten, poezie, dialogen, overtuigende teksten, voor de oudere leerlingen ook filosoferende teksten. Schrijfpalet bestaat uit twee pakketten. Pakket 1 bevat 30 opdrachtkaarten, pakket 2 bestaat uit 30 kopieerbladen waarop ruimte voorzien is om de opdracht uit te voeren. De kinderen worden stap voor stap begeleid. Tijdens de opdracht wordt er vanaf het tweede leerjaar even stilgestaan bij: Denk goed na! waarbij aan de leerlingen enkele vragen gesteld worden of strategieen aangeboden worden. Na het uitvoeren van de opdracht worden ze aangespoord om te controleren, ook via enkele gerichte vragen. In feite kunnen we hier verwijzen naar het strategisch 4-stappenplan van Geen probleem! (uitgeverij Abimo/Schoolsupport), waarin in vier stappen: stap 1 de opdracht begrijpen, stap 2 nadenken over de opdracht, stap 3 het uitschrijven en stap 4 het controleren, verwerkt werden. Door de eenvoudige, duidelijke opdrachten zijn deze stelkaarten zeer geschikt voor zelfstandig stelwerk. Ze kunnen echter ook klassikaal gebruikt worden. In de inhoud worden naast titel en genre ook enkele doelstellingen vermeld zodat de leerkracht onmiddellijk kan zien wat er van de leerlingen verwacht wordt. Dit zijn echter de belangrijkste doelen. De leerkracht kan uiteraard nog eigen doelstellingen toevoegen of aanpassen. De evaluatie van de stelwerkjes kan gebeuren aan de hand van deze doelstellingen, maar kan evengoed door de leerkracht of door klasgenootjes uitgevoerd worden via een persoonlijke invulling. Deze evaluatie hangt ook af van de afspraken die in de school gelden. Door de sterk bewaakte eenheid van de stelkaarten kan Schrijfpalet gebruikt worden als een flexibele leerlijn doorheen de lagere school.
2
Doelstellingen Schrijfpalet 2e leerjaar - groep 4 1
Een web van woorden
Creatief schrijven: woordweb
Materiaal verzamelen uit het eigen gevoelsleven, de eigen ervaring, voorkennis, beleving, fantasie, ... Materiaal verzamelen door associatie. Leren selectiecriteria hanteren.
2
Meester Koen krijgt een dikke zoen
Creatief schrijven: briefkaart
Het nut en de noodzaak inzien van selecteren. Aandacht hebben voor inhoudelijke aspecten bij het uitschrijven: bedoeling en publiek. Persoonlijke boodschappen kunnen schrijven.
3
De letterpot van kabouter Krullebol
Creatief schrijven: namen verzinnen
Leren selectiecriteria hanteren. Materiaal verzamelen door waarneming en associatie.
4
Feest voor Fien
Creatief schrijven: fruittaart
Materiaal verzamelen uit het eigen gevoelsleven, de eigen ervaring, voorkennis, beleving, fantasie, ... Het nut en de noodzaak inzien van selecteren. Een illustratie kunnen ondersteunen met woorden.
5
Het woordenkasteel van prinses Fleur
Creatief schrijven: sprookjeswoorden
Materiaal verzamelen door associatie. Schrijven voor eigen plezier en om met taal te experimenteren.
3
6
Echte griezelsoep
Creatief schrijven: griezelsoep
Op een creatieve manier zelf een fantasierecept bedenken. Met taal experimenteren en schrijven voor eigen plezier.
7
De toverpiano van Tina Tinkelbel
Creatief schrijven: 3-4-5-woordzinnen
Leren ordenen volgens criteria. Rekening houden met de spellingsregels bij het schrijven van een zin. Ervaren dat bij het schrijven allerlei factoren een rol spelen; rekening houden met een bepaalde bedoeling.
8
Tante Riet vergeet Raf niet
Ontspannende tekst: verhaal
Bereid zijn om te schrijven voor eigen plezier en om met taal te experimenteren. Een verhaal vervolledigen naar eigen fantasie.
9
Woorden op de vlucht
Ontspannende tekst: fantasie
Door middel van associaties een zin correct vervolledigen. Uit een reeks aangeboden woorden het juiste woord kiezen en invullen.
10
Roel valt van zijn stoel
Ontspannende tekst: fantasie
Het verband zien tussen een illustratie en een tekst. Aan de hand van illustraties een verhaal opbouwen. Schrijfdurf ontwikkelen. Plezier beleven aan het creatief schrijven.
4
11
Een prachtige prins
Ontspannende tekst: fantasie
Een creatief antwoord bedenken op gestelde vragen. Experimenteren met taal en schrijven voor eigen plezier. Selecteren op de grond van de schrijfbedoeling.
12
De dieren van boer Jan
Ontspannende tekst: fantasie
Een creatief vervolg schrijven aan een verhaal. Schrijfdurf ontwikkelen. Kunnen selecteren op grond van de schrijfbedoeling.
13
Plezier in de speeltuin
Ontspannende tekst: verhaal
Het verband zien tussen een illustratie en een tekst. Aan de hand van illustraties een verhaal opbouwen. Schrijfdurf ontwikkelen. Plezier beleven aan het creatief schrijven.
14
Waar zit de poes van Loes?
Informatieve tekst: plaatsbeschrijving
Beschrijven wat er op een tekening te zien is. Een correcte plaatsbeschrijving geven. Informatie ordenen volgens criteria: plaats.
15
Het huis van Mie, de muis
Informatieve tekst: beschrijving
Woorden en illustraties met elkaar associeren. Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden.
5
16
An bakt er wat van
Informatieve tekst: beschrijving
Kritisch naar illustraties kijken en deze naar waarheid beoordelen. In een goede zin formuleren wat er niet klopt aan de illustratie. Eigen gevoelens, verlangens en meningen op een persoonlijke manier in taal tot expressie brengen en daarmee experimenteren.
17
Blij, bang of boos?
Informatieve tekst: gevoelsbeschrijving
Ervaren dat je ook voor jezelf kunt schrijven. Materiaal verzamelen uit het eigen gevoelsleven, de eigen ervaring, voorkennis, beleving, fantasie, ... Eigen gevoelens, verlangens en meningen op een persoonlijke manier in taal tot expressie brengen en daarmee experimenteren.
18
Rik gaat naar zee
Informatieve tekst: verslag
Een creatief antwoord bedenken op gestelde vragen. Experimenteren met taal en schrijven voor eigen plezier. Selecteren op de grond van de schrijfbedoeling.
19
Spelen in de klas
Informatieve tekst: beschrijving
Een creatief vervolg bedenken op een zin, rekening houdend met voorafgaande context. Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden. Selecteren op de grond van de schrijfbedoeling.
6
20
Niet lief van de worstendief
Informatieve tekst: gebeurtenissen ordenen
Een verhaal chronologisch ordenen. Inzien dat illustraties een geschreven boodschap omvatten. Een illustratie kunnen ondersteunen met woorden. Zelf een creatief einde bedenken voor een verhaal.
21
Rara raadsels
Informatieve tekst: omschrijving
Een raadsel kunnen oplossen. Experimenteren met taal en schrijven voor eigen plezier.
22
Ward is in de war
Informatieve tekst: het juiste woord
Inzien dat illustraties een geschreven boodschap omvatten. Kritisch naar illustraties kijken en beoordelen naar waarheid. Duidelijk formuleren wat er niet klopt aan de illustratie.
23
Wat fijn in onze klas te zijn!
Informatieve tekst: verslag
Bij illustraties correcte zinnen formuleren. Genieten van eigen fantasie en ontwikkelen schrijfdurf. Namen bedenken bij illustratieve personen.
24
Oh oh Pinokkio
Informatieve tekst: juiste volgorde
Een verhaal chronologisch ordenen. Inzien dat illustraties een geschreven boodschap omvatten. Bij gegeven illustraties correcte zinnen formuleren.
7
25
Puzzelmonster
Informatieve tekst: uitspraken
Selectiecriteria hanteren. Beroepen associeren met bepaalde uitspraken. Zelf uitspraken bedenken die aan een bepaald beroep kunnen gekoppeld worden.
26
Simon en Sam gaan naar de winkel van Mieke
Dialoog
Selectiecriteria hanteren. Bij gegeven antwoorden vragen formuleren. Een dialoog correct opbouwen, rekening houdend met een gegeven context.
27
Verkleedpartij
Dialoog
Een dialoog correct opbouwen, rekening houdend met een gegeven context. Selectiecriteria hanteren. Bij illustraties correcte zinnen formuleren.
28
Ik kan al rijmen
Poezie: rijmen
Weten wat rijmwoorden zijn. Een reeks rijmwoorden vervolledigen, rekeninghoudend met een beginnende letter. Zelf passende rijmwoorden bedenken.
29
Watermonster
Poezie: rijmen
30
Pier Piraat met veel prietpraat
Overtuigende tekst: slogan
Weten wat rijmwoorden zijn. Passende rijmwoorden kiezen uit een reeks om een gedicht te vervolledigen. Zelf passende rijmwoorden bedenken en een korte rijmzin verzinnen. Een slogan bedenken. Materiaal verzamelen uit het eigen gevoelsleven, de eigen ervaring, voorkennis, beleving, fantasie, ...
8
9