Handleiding gebruikersportaal mobiele personenalarmering. KPN Zorg

Handleiding gebruikersportaal mobiele personenalarmering

KPN Zorg

Versie 1.5 09 juli 2014

Inhoud 1.

Start ...............................................................................................................................................2 1.1 Log in ..........................................................................................................................................2 2. Hoofdscherm.................................................................................................................................3 2.1 Diverse onderdelen ....................................................................................................................3 2.2 Kaart.......................................................................................................................................4 2.3 Functieknoppen..........................................................................................................................6 2.4 Locatie informatiescherm....................................................................................................18 2.5 Scherm instellingen/mutaties ............................................................................................. 19 2.6 Berichtenscherm..................................................................................................................20

Handleiding Gebruikersportaal Mobiele personen alarmering / KPN Zorg versie 1.5 Gemaakt door CTI Zorg

1

1. Start Zodra het Tréés mobiele apparaat is ontvangen kan het gebruikersportaal naar persoonlijk gebruik verder worden ingericht en instellingen zelf worden aangepast.

1.1 Log in Ga via Google Chrome Internetbrowser naar: https://trees.lbs-manager.com Open het inlogscherm en voer de gebruikersnaam (Username) en wachtwoord (Password) in. Het standaard wachtwoord is: abcdefgh (Dit is later te wijzigen zie pagina 18) en klik op Login.

Afbeelding 1: Inlogpagina


2

2. Hoofdscherm 2.1 Diverse onderdelen Na het inloggen verschijnt het Hoofdscherm van het Tréés gebruikersportaal. Het hoofdscherm geeft in één overzicht de belangrijkste items weer.

Afbeelding 2: Hoofdscherm

Het hoofdscherm bestaat uit 6 onderdelen: 1. Afsluiten en teruggang naar het inlogscherm. 2. Op de kaart wordt o.a. de laatst bekende positie van het mobiele apparaat weergegeven. 3. Functieknoppen (zie verder hoofdstuk 2.3). 4. Locatie informatie scherm. 5. Door een klik op deze knop verschuift deze van rechts naar links en verschijnt het scherm met gemaakte mutaties in de instellingen. 6. Door een klik op deze knop verschuift deze van rechts naar links en verschijnt het scherm met berichten.


3

2.2 Kaart Op de kaart wordt standaard de laatst bekende positie van het mobiele apparaat weergegeven. Klik voor een weergave op de kaart van een voorgaande/oudere locatie op de betreffende regel in het informatie- en berichtencentrum.(zie pagina 20) Plaatsbepaling - GPS of CELL Locatie Het bepalen van de locatie van het mobiele apparaat gebeurt op basis van GPS. Dit wereldwijde satelliet systeem kan de positie tot op enkele meters nauwkeurig bepalen.

Afbeelding 3: Positie op basis van GPS

Echter als er geen of niet genoeg signalen van satellieten opgevangen kunnen worden (doordat u bijvoorbeeld binnen bent) kan er geen nauwkeurige positie bepaald worden. Om in deze gevallen toch een positie te kunnen bepalen maakt de dienst gebruik van andere informatiebronnen over de locatie van het mobiele toestel, de zogenaamde CELL informatie (zendmast mobiele telefonie).

Afbeelding 4: Plaatsbepaling op basis van CELL

Deze locatiebepaling is echter een stuk minder nauwkeurig dan GPS en kan een verschil ten opzichte van de werkelijke locatie geven van tientallen tot wel honderden meters. Handleiding Gebruikersportaal Mobiele personen alarmering / KPN Zorg versie 1.5 Gemaakt door CTI Zorg

4

Deze onnauwkeurigheid wordt op de kaart weergegeven indien men op de locatie klikt. Weergave is door middel van een cirkel. De werkelijke positie bevindt zich binnen deze cirkel. De grootte van deze cirkel kan verschillen. Extra informatie alarmtoestel Door op een apparaat (bolletje) te klikken, wordt onderstaand scherm met extra informatie over dit apparaat zichtbaar:

Afbeelding 5: Extra informatie

    

Zoom in : Hiermee wordt de kaart weer in default stand gezet. StreetView : Positie van het apparaat wordt in StreetView getoond. Create Geofence : Het aanmaken van een Veilige Zone, een zgn. leefcirkel Show History : De geschiedenis van een mobiel apparaat. Get Location : De actuele positie van het apparaat wordt in het informatie- en berichtenscherm getoond.

Street View en in-/uitzoomen

Afbeelding 6: In- en uitzoomen

Rechts naast de funtieknoppen is de balk om in of uit te zoomen, door respectievelijk op de Plus of de Min te klikken, of door met de scroll functie van een muis naar boven (inzoomen) danwel naar beneden (uitzoomen) te bewegen. Inzoomen kan ook door met het handje op de kaart te dubbelklikken. Handleiding Gebruikersportaal Mobiele personen alarmering / KPN Zorg versie 1.5 Gemaakt door CTI Zorg

5

Het mannetje kan naar een gewenste plaats op de kaart worden gesleept, waarna de locatie in Street View zichtbaar wordt. Afsluiten met het kruisje rechtsboven.

Afbeelding 7: Street View

Met de ronde pijltjestoets kan geschoven worden op de kaart en in Street View, door op de pijltjes te klikken. Met de knoppen rechtsboven kan gewisseld worden tussen de kaart en een satellietbeeld van het getoonde overzicht.

2.3 Functieknoppen

Afbeelding 8: Knop Toestel instellingen

Klik op deze knop om de instellingen van de geprogrammeerde toestellen te wijzigen. Het volgende scherm (afhankelijk van het aantal toestellen dat wordt gebruikt) wordt zichtbaar:

Afbeelding 9: Mobiele toestellen


6

Klik het te wijzigen soort toestel open (TréésContact (iFind 1100) of TréésAlarm( iFind 1500)) en klik vervolgens op de naam of het telefoonnummer van het toestel dat gewijzigd moet worden. De actuele locatie wordt standaard iedere 10 minuten doorgegeven. Het afgesproken SOS nummer is geprogrammeerd. Let op: Het mobiele apparaat elke nacht opladen. TréésContact (iFind 1100): Het volgende scherm verschijnt:

Afbeelding 10: Instellingen TréésContact (iFind 1100)

In de kolom Current staan de actuele instellingen. Onderstaand de te wijzigen instellingen:  Location Update Interval: hier wordt ingesteld met welke frequentie het alarmapparaat de actuele positie doorgeeft aan het centrale platform. Standaard instelling is 10 minuten, dus elke 10 minuten wordt de actuele positie bepaald en doorgegeven. Deze periode kan hier korter (bijvoorbeeld 1 minuut) of langer worden ingesteld. LET OP: Een hogere frequentie (korter dan 10 minuten) beïnvloedt het batterijverbruik negatief.  Gevoeligheid valdetectie: Wordt (nog) niet ondersteund.  Snelkeuzetoets 1: Telefoonnummer dat onder toets 1 van het apparaat geprogrammeerd staat .  Snelkeuzetoets 2: Telefoonnummer dat onder toets 2 van het apparaat geprogrammeerd staat .  Snelkeuzetoets 3: Telefoonnummer dat onder toets 3 van het apparaat geprogrammeerd staat.  Snelkeuzetoets 4: Telefoonnummer dat onder toets 4 van het apparaat geprogrammeerd staat. Zet eerst een vinkje in het vakje bij Enable om de betreffende toets te activeren. Vul alleen die instellingen in die gewijzigd moeten worden, de overige ongemoeid laten. Klik op Apply en vervolgens OK om de wijzigingen door te geven. Om te annuleren klik op Cancel.


7

Met de toets Refresh verschijnt het beginscherm voor toestel-instellingen (Afbeelding 8). TréésAlarm (iFind 1500): Het volgende scherm verschijnt:

Afbeelding 11: Instellingen TréésAlarm ( iFind 1500)

In de kolom Current staan de actuele instellingen. Onderstaand de te wijzigen instellingen:  Location Update Interval: hier kan ingesteld worden met welke frequentie het alarmapparaat de actuele positie doorgeeft aan het centrale platform. Standaard instelling is 10 minuten, dus elke 10 minuten wordt de actuele positie bepaald en doorgegeven. Deze periode kan hier korter (bijvoorbeeld 1 minuut) of langer worden ingesteld. LET OP: Een hogere frequentie (korter dan 10 minuten) beïnvloedt het batterijverbruik negatief.  Gevoeligheid valdetectie: Wordt (nog) niet ondersteund. Met de toets Refresh verschijnt het beginscherm voor toestel-instellingen (Afbeelding 8). Het kan een paar minuten duren voordat de instellingen zijn gewijzigd. Dit is afhankelijk van de Location Update Interval. De wijzigingen worden eerst centraal opgeslagen en naar een toestel verstuurd wanneer deze zich bij de server aanmeld (update).


8

Afbeelding 12: Knop Gebruikers/cliënten

Na een klik op de knop wordt het volgende scherm zichtbaar:

Afbeelding 13: Alle gebruikers/cliënten

Klik op

om de lijst met toestellen te openen.

Selecteer een toestel, waarna op de volgende knoppen kan worden geklikt: Hiermee wordt de locatie van het geselecteerde alarmtoestel zichtbaar op de kaart.

 Klik op

bij de geselecteerde naam. Het volgende scherm wordt zichtbaar:

Afbeelding 14: Deelnemer/cliënt bewerken

 Hier kan de naam van de deelnemer/cliënt worden gewijzigd. Ook kan aan een deelnemer/cliënt een kleur als kenmerk worden gegeven, om bijvoorbeeld een groep/afdeling herkenbaar te maken, door alle deelnemers dezelfde kleur te geven. Bevestig met OK.  Om te annuleren klik op Cancel. Klik op voor informatie over het geselecteerde alarmtoestel. Het volgende scherm wordt zichtbaar: Handleiding Gebruikersportaal Mobiele personen alarmering / KPN Zorg versie 1.5 Gemaakt door CTI Zorg

9

Afbeelding 15: Informatie alarmtoestel

Het kan handig zijn om een groep te maken van bijvoorbeeld cliënten op dezelfde afdeling of in dezelfde straat. Klik hiervoor op het plusteken.

Afbeelding 16: Groep maken

Het volgende scherm verschijnt:

Afbeelding 17: Groep samenstellen

 Geselecteerde deelnemers/cliënten kunnen nu met behulp van de pijl

  

in het rechterscherm in de groep worden geplaatst. Met de dubbele pijl worden alle deelnemers/cliënten tegelijk in het rechterschermen dus in de groep geplaatst. Geef de groep een naam en eventueel een beschrijving en bevestig met OK. Met de pijlen en kunnen deelnemers/cliënten weer uit een groep worden verwijderd. Bevestigen met OK. Om te annuleren klik op Cancel.


10

Afbeelding 18: Groep wijzigen

Een geselecteerde groep kan met worden gewijzigd. Let op! Met een klik op het kruisje wordt de hele groep in één keer verwijderd! Bevestigen met OK. Annuleren met Cancel zet de groep niet terug!

Afbeelding 19: Knop Meldingen

Open Notifications. Het volgende scherm wordt zichtbaar:

Afbeelding 20: Scherm meldingen

 Selecteer de melding die geprogrammeerd of gewijzigd moet worden (in dit geval Battery Low) en klik op het plusteken.  In het midden verschijnen de beschikbare alarmtoestellen en door één of meer toestellen aan te vinken verschijnt rechts het veld om de bestemming(en)/contact(en) voor de betreffende melding te bepalen. Elk aangevinkt contact verschijnt in een lijst onder de betreffende melding. Door er op te dubbelklikken verschijnt het betreffende scherm van dat contact. Een nieuw contact aanmaken wordt uitgelegd op pagina 13.


11

Afbeelding 21: Beschikbare alarmtoestellen

 Vink SMS en/of Email aan om de melding ( in dit geval de melding Battery Low) als smsbericht en/of als email binnen te krijgen.

Afbeelding 22: Voorbeeld van een SMS-bericht “Battery Low op smartphone”

Afbeelding 23: Email Battery Low

Een nieuw contact aanmaken: Een nieuw contact kan worden aangemaakt door op het plusteken boven de namen te klikken (Afbeelding 21).


12

Het volgende scherm verschijnt :

Afbeelding 24: Aanmaken nieuw contact

 De naam van het contact is een verplicht veld en moet worden ingevuld.  Belangrijk is ook om de Countrycode in te vullen i.v.m. automatisch invullen van +31 voor Nederland. Klik hiervoor het rolmenu open door op het pijltje te klikken. Let op dat het kengetal zonder eerste 0 (nul) wordt ingevoerd.  Vul verder het telefoonnummer en het email-adres in.  Bevestigen met OK. Om te annuleren klik op Cancel. Let op! Met een klik op het kruisje wordt het contact verwijderd! Een geselecteerd contact kan met worden gewijzigd. Bevestigen met Save. Ga met de toets Reset terug naar het beginscherm Notifications of sluit het scherm af met Done. Veilige Zones: Een belangrijk onderdeel van de dienstverlening is de mogelijkheid om 1 of meerdere Veilige Zones in te stellen. Een Veilige Zone is een geografisch gebied dat zelf kan worden bepaald en waarbij het overschrijden van de grens kan worden gemeld aan 1 of meerdere contactpersonen. Veilige zone aanmaken: Klik op de kaart op het betreffende apparaat (bolletje) en klik vervolgens in het verschenen scherm op Create Geofence (zie afbeelding 6). Om het apparaat (bolletje) verschijnt een groene cirkel, de Veilige Zone.


13

Afbeelding 25: Standaard Veilige Zone

Deze Veilige Zone kan groter of kleiner worden gemaakt door respectievelijk op het plus- of het minteken te klikken.

Met het rode kruisje kan de Veilige Zone worden verwijderd. Met het groene vinkje kan een naam aan de zone gekoppeld worden en wordt de Veilige Zone opgeslagen. Met de 2 blauwe pijltjes kan de Veilige zone worden gewijzigd in een andere vorm.

Afbeelding 26: Samengestelde Veilige Zone


14

 Klik hiervoor op de pijltjes en klik vervolgens op de kaart op een plaats waar de Veilige Zone moet komen. Er verschijnt een rood bolletje, dat versleept kan worden.  Klik om de grenzen van de Veilige Zone te bepalen op meerdere plaatsen op de kaart. De ontstane bolletjes worden automatisch met elkaar verbonden.  De vorm van de ontstane Veilige Zone kan gewijzigd worden door de bolletjes te verslepen of te verwijderen door er op te klikken. Een Veilige Zone koppelen aan één of meerdere alarmtoestel(len): Dit is alleen mogelijk als er één of meer Veilige Zone(s) zijn aangemaakt. Open Notifications en klik in het verschenen scherm bij Geofences op Edit.

Afbeelding 27: Koppelen Veilige Zone

Zet, om te koppelen, een vinkje bij één of meerdere alarmtoestel(len) in de kolom in het midden. Vervolgens bij één of meerdere contact(en)aanvinken of er SMS en/of Email verstuurd moet worden en of er een alarm gemaakt moet worden bij het in- of het uitgaan van de Zone, of beide. Een geselecteerd contact kan met worden gewijzigd. Let op! Met een klik op het kruisje wordt het contact verwijderd! Bevestigen met Save. Ga met de toets Reset terug naar het beginscherm Notifications of sluit het scherm af met Done.


15

Afbeelding 28: Knop Veilige Zones

Klik op de knop Veilige Zones, zodat het volgende scherm verschijnt :

Afbeelding 29: Scherm Veilige Zones

Klik vervolgens op Draw.

Afbeelding 30: Veilige Zone bekijken/wijzigen

Op de kaart verschijnt nu de eerder aangebrachte Veilige Zone, met dezelfde icoontjes als bij het maken. Toegevoegd is wijzigen Hiermee kan de naam van de Zone worden gewijzigd. Let op! Met een klik op het kruisje wordt de Veilige Zone verwijderd!


16

Afbeelding 31: Knop Geschiedenis

Open het scherm door op de knop History te klikken.

Afbeelding 32: Geschiedenis bekijken

Geef in de linker kolom aan hoeveel locaties zichtbaar moeten worden. In de midden kolom wordt aangevinkt van welke alarmtoestellen de geschiedenis getoond moet worden. Rechts kan een tijdvak worden ingevuld. Klik vervolgens op . Op de kaart worden de gevraagde locaties zichtbaar.

Afbeelding 33: Geschiedenis locaties


17

Afbeelding 34: My Account

Open My Account. In het volgende scherm kan een nieuw wachtwoord worden aangemaakt en het Emailadres worden gewijzigd.

Afbeelding 35: Mijn account wijzigen

De taal staat standaard op Engels en kan (nog niet) gewijzigd worden in Nederlands. De tijdzone moet op (GMT +01:00) blijven staan. Bevestigen met OK. Om te annuleren klik op Cancel.

2.4 Locatie informatiescherm.

Afbeelding 36: Locatie informatiescherm

In het locatie informatiescherm staat de historie van alle meldingen die betrekking hebben op de locatie van de alarmtoestellen, zoals respectievelijk : -

de naam van het toestel het type van de locatiebepaling de reden van de melding de locatie en de hoogte waar het alarmtoestel zich op dat moment bevindt de snelheid waarmee het wordt voortbewogen de status van de batterij de tijd waarop gemeten is


18

Door op een regel te klikken, wordt de locatie van dat betreffende moment en toestel op de kaart getoond. Klik op de kolomnaam bovenaan de kolom om de aanwezige alarmtoestellen op volgorde te zetten. Door op de pijltjes te klikken wordt de kolom omgedraaid van boven en beneden of andersom. Met de knop Export wordt een kopie gemaakt in Excel. Zodra dit klaar is verschijnt er helemaal linksonder in het scherm de volgende knop:

Afbeelding 37: Knop Excel bestand

Door hierop te klikken wordt het excelbestand geopend. Dit kan eventueel bewerkt en opgeslagen worden. De knop Query by Example geeft de geschiedenis van een toestel en huidige locatie weer. Kies uit de leden de gezochte en alle posities van het betreffende toestel worden in de onderste tray weergegeven.

Afbeelding 38: Knop Pull down menu leden

Met de knop Detach wordt het overzicht schermvullend. Met dezelfde knop Attach wordt het scherm weer klein.

2.5 Scherm instellingen/mutaties Klik op de knop Instellingen.

Afbeelding 39: Knop Instellingen

In het verschenen scherm staat de historie van wijzigingen in de instellingen van de alarmtoestellen. Ook de status van het opladen van het toestel wordt weergegeven.

Afbeelding 40: Mutaties instellingen alarmtoestel(len)


19


2.6 Berichtenscherm Klik op de knop Berichtenscherm

Afbeelding 41: Knop Berichtenscherm

In het verschenen scherm staat de historie van verzonden sms-berichten met respectievelijk de naam van de ontvanger, de aard van het bericht en de datum en de tijd waarop het bericht is verstuurd.

Afbeelding 42: SMS berichten scherm



20

Handleiding gebruikersportaal mobiele personenalarmering. KPN Zorg

Recommend Documents