HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Handboek Vuil Fleur van Broekhuizen Ckees van Oijen m.m.v. Pieter van Broekhuizen André van Raalte Hanneke Swart Jeroen Terwoert
Amsterdam, 10 december 2005
IVAM research and consultancy on sustainability Roetersstraat 33 - 1018 WB Amsterdam - Postbus 18180 - 1001 ZB Amsterdam Tel. 020-525 5080, Fax 020-525 5850, internet: www.ivam.uva.nl, e-mail:
[email protected]
1
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Colofon ISO Doc. nr. V – 0540 Titel Auteur(s) Interne review door
Handboek Vuil Dr. F.A. van Broekhuizen & Drs. C.H.J. van Oijen Ir. J. Terwoert
Deze rapportage is tot stand gekomen in opdracht van ORSIMA, de paritaire organisatie voor onderhoud en reiniging in scheepvaart, industrie en milieu en aanverwante activiteiten. Contactpersoon: dhr. J. Suiker Adres: ORSIMA Stephensonweg 14, 4207 HB Gorinchem Voor meer informatie over deze rapportage kunt u contact opnemen met: Dr. F.A. van Broekhuizen, tel. 020 – 525 6502,
[email protected] Drs. C.H.J. van Oijen, tel. 020 – 525 6232,
[email protected]
Gegevens uit deze rapportage mogen in principe niet worden overgenomen voor extern gebruik. Schriftelijke toestemming van IVAM is vereist. IVAM UvA bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
2
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Voorwoord In september 2002 is een Arbo-convenant ORSIMA gesloten tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de Vereniging van werkgevers in Scheeps-, Industrie-, milieu- en Technische Onderhoudsactiviteiten (SITO), FNV Bondgenoten en de CNV BedrijvenBond. Het doel van dit convenant is: minder zieken, minder mensen in de WAO en minder zwaar en gevaarlijk werk. Kortom: een veilige en gezonde werkplek. Naast mogelijk gevaarlijke reinigingsmiddelen (die in de industriële reiniging nog maar beperkt worden toegepast), vormt in veel gevallen vooral het te verwijderen vuil een risico voor de gezondheid van werknemers. In het kader van het programma Versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen (VASt) van het Ministerie van SZW is daarom (onder meer) besloten om een ‘Handboek Vuil’ te maken. Het ‘Handboek Vuil’ is in nauwe samenwerking met de ORSIMA bedrijven tot stand gekomen. Er is informatie verzameld over reinigingsmiddelen en vuil. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van de reinigingswerkzaamheden en de momenten waarop blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden. Met deze informatie kan besloten worden beschermende maatregelen te nemen bij de werkvoorbereiding en werkuitvoering.
3
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
4
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Samenvatting Overal kom je vuil tegen. Waar dan ook. Eigenlijk zijn we allemaal een groot deel van ons leven bezig met onderhoud en reiniging. Maar in het bijzonder zij die werken in de industriële- en scheepsreiniging. Het vuil waar deze mensen dagelijks mee in aanraking komen kan slecht zijn voor de gezondheid. Wat is vuil? Om wat voor vuil gaat het in de industriële- en scheepsreiniging? En, hoe kom je er achter of dit vuil slecht is voor de gezondheid? Dit zijn de drie kernvragen die in het ‘Handboek Vuil’ aan de orde zullen komen. Vuil bestaat uit stoffen, chemische stoffen. Het zijn deze stoffen die bepalen of vuil slecht is voor de gezondheid (of niet). Hoofdstuk 1 gaat hier op in. Om er achter te komen of vuil slecht is moet je dus weten met welke stoffen je te maken hebt. Dat is één. Een tweede is: het is heel belangrijk hoe je met die stoffen te maken krijgt. Zijn het vloeistoffen of vaste stoffen? En, komen ze in je lichaam terecht via inademing, inslikken of door contact met je huid? De manier waarop je in aanraking komt met stoffen is van grote invloed op de effecten die stoffen op je gezondheid kunnen hebben. Dit wordt verder uitgelegd in Hoofdstuk 2. Sommige stoffen zijn bijvoorbeeld onschadelijk totdat je ze inademt. Andere stoffen kunnen al bij huidcontact alleen gezondheidsschade aanrichten. Het gezondheidseffect van stoffen op je lichaam is ook afhankelijk van de manier waarop je lichaam deze stoffen verwerkt. Wanneer stoffen opgenomen worden in het bloed, kunnen ze zich via het bloed in je lichaam verspreiden. Een stof die je inademt kan daarom niet alleen longschade veroorzaken, maar kan ook slecht zijn voor je lever (een belangrijk orgaan die het bloed in je lichaam zuivert). Ten derde is van belang hoeveel je van een bepaalde stof binnenkrijgt (de dosis). Voor sommige stoffen is een kleine hoeveelheid al genoeg om erg ziek te worden. Van andere stoffen (zoals water) kan je vele liters drinken, of kilo’s eten voordat het effect heeft op je gezondheid. De soort stof, de manier van blootstelling en de hoeveelheid stof waar je aan wordt blootgesteld zijn de drie meest belangrijke factoren die bepalen of een stof gezondheidsschade kan aanrichten. Tijdens een reinigingsklus kan je je tegen stoffen beschermen door de juiste beschermingsmaatregelen te treffen. Je kan echter altijd in situaties terecht komen die je niet volledig onder controle hebt. Tijdens dit soort momenten loop je een risico om, ondanks alles, toch blootgesteld te raken aan de stoffen waar je je tegen wilt beschermen. Deze risico’s en risicomomenten worden behandeld in Hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk wordt ook per reinigingsbranche (de chemische en petrochemische industrie reiniging en de scheepsreiniging) aandacht besteed aan een aantal veel voorkomende stoffen en producten in die branche. De werkgever, de direct leidinggevende of werkvoorbereider en de werknemer hebben allen de verantwoordelijkheid om de risico’s op blootstelling aan stoffen tijdens het werk zo klein mogelijk te houden. Deze verantwoordelijkheden zijn deels vastgelegd in wettelijke en bestuurlijke regels. Deels berusten ze ook op goed fatsoen en persoonlijke hygiëne. Daarnaast hebben de verschillende (industriële) opdrachtgevers en branches vaak nog eigen eisen en voorschriften met betrekking tot de beperking van gezondheidsrisico’s (zoals opleidingen en medische keuringen). Hoofdstuk 4 geeft een algemeen overzicht van de Arbo-wet- en regelgeving op dit gebied, en van mogelijke maatregelen tot en met de persoonlijke beschermingsmiddelen die binnen de reinigingsbranche gebruikt worden. Wat nu te doen bij onvoldoende informatie over de stoffen waarmee je moet gaan werken? Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen en de bestaande PBM’s. Ook worden een aantal instanties genoemd die hulp kunnen bieden als bedrijven de juiste stoffeninformatie niet kunnen of willen verstrekken. Daarnaast is er een stappenplan uitgewerkt van aandachtspunten tijdens de werkvoorbereiding, de werkuitvoer en de werkaflevering. Per reinigingstaak
5
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
zullen de aanwezige risico’s op blootstelling aan stoffen anders zijn. Zowel de werkzaamheden zelf als de werkomgeving kunnen sterk variëren. De punten waarop gelet moet worden om deze risico’s zo klein mogelijk te houden zullen echter veelal dezelfde zijn. Dit plan dient ter ondersteuning van de risicobeheersing van blootstelling aan stoffen. De punten waaraan in hoofdstuk 1-5 aandacht is besteed kunnen bijdragen aan het verminderen van de gezondheidsrisico’s door blootstelling aan stoffen tijdens reiniging en onderhoudswerkzaamheden. De bijlagen geven hiervoor aanvullende informatie en verwijzen naar bronnen die kunnen helpen om de arbeidsomstandigheden in de industriële reiniging en scheepsonderhoud te verbeteren.
6
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Inhoudsopgave Voorwoord .....................................................................................................................................................................3 Samenvatting ..................................................................................................................................................................5 1. Inleiding .................................................................................................................................................................9 1.1 Wat is vuil.....................................................................................................................................................9 1.2 Ziek door vuil ..............................................................................................................................................9 1.3 Voor wie is dit handboek bestemd.........................................................................................................10 2. Vuil op en in het lichaam ..................................................................................................................................11 2.1 Blootstelling aan stoffen in vuil ..............................................................................................................11 2.1.1 Eigenschappen ......................................................................................................................................11 2.1.2 Mengsels van stoffen ...........................................................................................................................12 2.1.3 Concentratie en tijdsduur ....................................................................................................................12 2.1.4 MAC-waarden.......................................................................................................................................13 2.2 Hoe het lichaam vuil verwerkt ................................................................................................................13 2.2.1 Inademing ..............................................................................................................................................13 2.2.2 Inslikken.................................................................................................................................................13 2.2.3 Opname via de huid.............................................................................................................................14 2.2.4 Zuiveringsmechanismen......................................................................................................................14 2.3 Ziek door vuil ............................................................................................................................................15 3. Risico’s van stoffen en risicomomenten.........................................................................................................17 3.1 Gezondheidsrisico’s van stoffen.............................................................................................................17 3.2 Om welke stoffen gaat het?.....................................................................................................................18 3.2.1 Reinigings- en onderhoudsmiddelen .................................................................................................18 3.2.2 Het productieproces.............................................................................................................................18 3.3 Veel voorkomende stoffen ......................................................................................................................19 3.3.1 Reiniging binnen de chemische industrie .........................................................................................19 3.3.2 Reiniging binnen de petrochemische industrie................................................................................21 3.3.3 De scheepsreiniging en onderhoud ...................................................................................................25 3.4 Risico’s op blootstelling ...........................................................................................................................27 3.4.1 Algemene risico’s bij reinigingsactiviteiten.......................................................................................27 3.4.2 Risicomomenten...................................................................................................................................28 3.4.3 Risico’s bij specifieke werkzaamheden..............................................................................................30 4. Arbo-wet en -regelgeving..................................................................................................................................33 4.1 De Arbo-wet ten aanzien van gevaarlijke stoffen................................................................................33 4.2 Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E) en Plan van Aanpak (PvA) .........................................34 4.2.1 Eisen aan de RI&E ten aanzien van gevaarlijke stoffen ................................................................35 4.3 Wijzigingen Arbo-wet en –besluit ..........................................................................................................36 4.4 Vier niveaus van het Arbo-besluit; de Arbeidshygiënische strategie ................................................36 4.4.1 Beperking van de uitstoot ...................................................................................................................37 4.4.2 Industriële ventilatie .............................................................................................................................37 4.4.3 Afscherming van de mens...................................................................................................................37 4.4.4 Persoonlijke bescherming ...................................................................................................................38 4.5 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden ...............................................................................38 4.6 Voorlichting en opleiding ........................................................................................................................39
7
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
5.
Maatregelen tegen vuil.......................................................................................................................................41 5.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen......................................................................................................41 5.2 Algemene arbeidshygiënische adviezen .................................................................................................44 5.3 Stappenplan risicobeheersing ..................................................................................................................45 5.4 Hoe kunnen de arbeidsomstandigheden worden verbeterd?.............................................................49 5.4.1 Wat kan er beter?..................................................................................................................................49 5.4.2 Hulp binnen het bedrijf.......................................................................................................................49 5.4.3 Hulp van buiten het bedrijf.................................................................................................................50
Aanvullende Informatie..............................................................................................................................................51 Bijlage 1: Stoffenlijst bij Handboek Vuil (met afzonderlijke inhoudsopgave) Bijlage 2: Overige belangrijke wetgeving en overeenkomsten Bijlage 3: Beschikbare normen voor blootstelling aan schadelijke stoffen
8
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Inleiding Wat je ook doet, overal heb je te maken met vuil. Vuil is overal, zit overal, en eigenlijk zijn we allemaal een groot deel van ons leven bezig met onderhoud en reiniging. Dit geldt zeker als je werkt in de industriële reiniging en scheepsonderhoud, en door je beroep voortdurend met vuil in aanraking komt. Vuil, dat je bijvoorbeeld uit machinekamers, tanks of leidingen moet verwijderen is in veel gevallen niet onschadelijk Het kan slecht zijn voor je gezondheid. Dit is niet alleen het geval in de (industriële) reiniging. Het geldt ook voor vuil in bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie. Het is daarom belangrijk dat iedereen die tijdens zijn werk vaak met vuil in aanraking komt daar meer over weet.
1.1
Wat is vuil
Vuil is eigenlijk een verzamelnaam voor allerlei restjes. Van stof dat ontstaat door slijtage tot kleine roetdeeltjes en druppeltjes benzine in uitlaatgassen. Maar ook slib dat achter blijft in een scheepsruim. Of je iets vuil noemt of niet hangt af van de situatie: om een motor soepel te laten draaien wordt deze gesmeerd met smeerolie. Diezelfde olie op je handen is vuil dat verwijderd moet worden. Veel vuil komt van nature voor, zoals zand en aarde en allerlei soorten bacteriën en schimmels. Vuil kan echter ook door de mens geproduceerd worden. Een goed voorbeeld hiervan is het vuil dat wordt gevormd bij de verwerking van aardolie. Naast (onder andere) verschillende soorten brandstoffen wordt bij dit proces namelijk ook restmateriaal gevormd: (chemische) stoffen waar niets meer mee gedaan wordt. Dit restmateriaal, het vuil, komt in de lucht terecht of blijft achter in de leidingen en reactie- of opslagtanks van de aardolieverwerkingsfabriek. Die stoffen verstoren de kwaliteit van het productieproces en verontreinigen het product. Daarom moeten de installatie of tanks geregeld worden schoongemaakt. Vuil bestaat dus uit (chemische) stoffen, en het zijn deze stoffen die bepalen of het vuil gevaarlijk is voor de gezondheid, of niet. Daarnaast kunnen deze zelfde stoffen een voedingsbron zijn voor bacteriën en schimmels. Door bacterie- en schimmelgroei verandert de stoffensamenstelling van het vuil en daarmee het gevaar voor de gezondheid (dit is vooral van toepassing in de voedingsmiddelenindustrie). Het is belangrijk om je te realiseren dat de stoffensamenstelling van vuil niet constant hoeft te zijn. Voor we verder gaan is, maken we hier alvast onderscheid tussen stoffen en stof, zoals meel of heel fijn zand. Bij stoffen moet je denken aan chemische stoffen met specifieke chemische eigenschappen en gezondheidseffecten. ‘Stof’ bestaat uit kleine vaste deeltjes. Het is dus eigenlijk een kleine opeenhoping van één of meerdere stoffen. Stof zelf hoeft als zodanig niet giftig te zijn. Het kan wel schadelijk zijn voor de gezondheid als het lichaam dit stof niet, of niet snel genoeg, kan verwijderen.
1.2
Ziek door vuil
Vuil is niet altijd goed zichtbaar. Vaak merken we niet eens dat we ermee in aanraking komen. Pas als we beginnen te hoesten, te niezen of plotseling ergens uitslag krijgen, merken we dat er iets in ons lichaam zit dat daar niet hoort. Soms merk je zelfs niets. Nadelige gevolgen voor de gezondheid kunnen pas na jaren blijken. Maar het kan ook anders. Dan zie je het vuil duidelijk zitten, of zweeft het stof door de lucht. Alle situaties waarbij je aan vuil wordt blootgesteld kunnen de gezondheid bedreigen. Dit komt doordat er lichaamsvreemde stoffen in kunnen zitten. Deze stoffen zijn niet alleen slecht voor mensen die een allergie hebben, maar voor iedereen. In alle gevallen waarin je lichaamsvreemde stoffen niet meer kwijt kan raken, kan je ziek worden. Dit gezondheidsrisico is gelukkig niet voor alle stoffen even groot. Juist daarom is het heel belangrijk dat je weet uit wat voor stoffen het vuil bestaat, zodat je zo nodig (beschermende) maatregelen kan treffen.
9
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
1.3
Voor wie is dit handboek bestemd
Het ‘Handboek Vuil’ is geschreven voor de werknemers, die tijdens de reinigingsactiviteiten op het werk voortdurend met vuil in aanraking komen, en voor de werkgever en de direct leidinggevende, die ervoor moeten zorgen dat de juiste maatregelen getroffen worden om de werknemers zo goed mogelijk te beschermen. Het is hier niet mogelijk om alle soorten vuil in de verschillende reinigingsbranches in detail te beschrijven. Er is daarom een selectie gemaakt van veel voorkomende stoffen waarmee reinigers in de chemische en petrochemische industrie en in de scheepsreiniging te maken kunnen krijgen. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van de risicomomenten voor vuilblootstelling van deze reinigers. Voor wie meer wil weten zijn er verwijzingen opgenomen naar andere publicaties en websites.
10
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
2. Vuil op en in het lichaam Bij een dag hard werken zit de viezigheid al snel letterlijk tot achter je oren. Soms komt er naderhand zelfs vuil uit je neus. Als het lichaam dat vuil opneemt, wat gebeurt er dan vervolgens mee? In dit hoofdstuk wordt deze vraag verder toegelicht. Ook wordt ingegaan op de stofeigenschappen die de opname van vuil in het lichaam beïnvloeden.
2.1
Blootstelling aan stoffen in vuil
Met hoeveel vuil het lichaam in aanraking komt (de blootstelling), hoeveel je binnen krijgt en waar het belandt, hangt af van: 1. de eigenschappen van het vuil (uit welke stoffen bestaat het) 2. de concentratie (hoeveelheid) van het vuil in de lucht (en eventueel in het afvalwater) 3. de tijdsduur van blootstelling Het gezondheidsrisico dat iemand loopt hangt af van het gezondheidsgevaar van de stof waaraan hij of zij wordt blootgesteld en de van de hoeveelheid van die stof waarmee het lichaam in aanraking komt (de blootstelling). De hoeveelheid stof is weer afhankelijk van de concentratie en van de tijdsduur van blootstelling. Kom je in aanraking met veel stof en is de stof gevaarlijk voor de gezondheid, dan is het risico op gezondheidsschade groot. Maar wanneer een stof heel gevaarlijk is kan ook een lage blootstelling leiden tot een groot gezondheidsrisico. Dit is bijvoorbeeld het geval bij sommige kankerverwekkende stoffen. Opgeborgen in een afgesloten tank, is het gezondheidsrisico van zo’n kankerverwekkende stof echter te verwaarlozen (er is dan namelijk géén risico op blootstelling). In de meeste gevallen wordt het gezondheidsrisico dat je loopt groter als de blootstelling groter wordt. Dit heb je gedeeltelijk zelf in de hand doordat je je tegen de blootstelling aan stoffen kunt beschermen; in een totaal beschermend gaspak bijvoorbeeld is de blootstelling heel klein (te verwaarlozen).Maar, je loopt wél een risico als je het pak uittrekt en daarbij met je handen de buitenkant van het pak aanraakt. 2.1.1
Eigenschappen
Elke stof heeft karakteristieke eigenschappen. Deze eigenschappen bepalen ondermeer hoe gevaarlijk een stof voor de gezondheid is, en of deze in het lichaam kan worden opgenomen. De vorm van de stof is hierbij van grote invloed: is deze gasvormig, vloeibaar of vast (aangekoekt, poedervormig, slijpsel e.d.)? Een aangekoekte laag vuil zal bijvoorbeeld bij het afbikken eerst met de huid in contact komen en niet snel worden ingeademd. Stoffen (ook vaste stofdeeltjes) in een nevel van kleine vloeistofdruppeltjes daarentegen, zullen veel gemakkelijker diep in de longen kunnen doordringen. Vooral wanneer de reinigingsactiviteiten fysiek zwaar zijn en je krachtig ademhaalt. De belangrijkste zijn: • de afmeting en het gewicht. Hoe kleiner en lichter de stofdeeltjes, hoe dieper kunnen ze worden ingeademd of door de huid heendringen. • de vluchtigheid. Hoe vluchtiger, hoe gemakkelijker een stof verdampt. Een vluchtige stof wordt daarom veel makkelijker ingeademd dan een minder vluchtige stof. • de oplosbaarheid in slijm en bloed. Is een stof goed oplosbaar in slijm en bloed, dan zal deze stof veel makkelijker in het lichaam kunnen worden opgenomen en (via de bloedvaten) naar de verschillende organen worden vervoerd dan als de stof niet oplosbaar is. Is een stof juist niet oplosbaar in slijm en bloed maar wel in vetten of oliën, dan zal deze stof makkelijker door de huid heen gaan en in het lichaamsvet terecht kunnen komen.
11
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
•
en de gevaarlijkheid voor de gezondheid. De gevaarlijkheid van een stof bepaald (bij blootstelling) wat de gezondheidsschade kan zijn.
2.1.2
Mengsels van stoffen
Vuil bestaat bijna nooit uit slechts één enkele stof. Het is meestal een mengsel van een groot aantal verschillende stoffen. Dit kan een probleem zijn bij de inschatting van het gezondheidsrisico dat je loopt als je in contact komt met vuil. Dit risico is vooral lastig te voorspellen doordat de precieze samenstelling van het vuil soms niet, of maar gedeeltelijk bekend is. In gevallen waarbij niets, of nauwelijks iets, bekend is over het vuil waar je mee te maken hebt wordt daarom in de meeste gevallen uitgegaan van het ergste en gekozen voor maximale beschermingsmiddelen. Ter indicatie van het soort stoffen waarmee reinigers binnen de (petro)chemische industrie en in de scheepsreiniging kunnen komen, is in Hoofdstuk 3 een overzicht gegeven van veel voorkomende stoffen in deze drie branches. Wanneer de samenstelling van het vuil wél precies bekend is, kan op basis van de verschillende stoffen in het mengsel een risico-inschatting op blootstelling en de bijbehorende gezondheidseffecten gemaakt worden. Uitzonderingen daargelaten geldt dat je de gezondheidsrisico’s van stoffen kunt optellen. In een mengsel kunnen stoffen echter ook ‘afwijkende’ gezondheidseffecten vertonen. Zo kunnen stoffen onderling bepaalde chemische reacties aangaan (en dus ook met een reinigingsmiddel) waardoor nieuwe stoffen ontstaan. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld meer of minder gevaarlijke gassen gevormd worden, maar bijvoorbeeld ook warmte. Daarnaast kan je te maken krijgen met verschillende gezondheidseffecten die elkaar beïnvloeden. Zo is het mogelijk dat een stof A bijvoorbeeld een ontsteking in de longen veroorzaakt, waardoor een stof B veel gemakkelijker dan ‘gewoonlijk’ via inademing door de longen in het bloed terecht kan komen. Een vergelijkbaar effect kan worden veroorzaakt door het reinigingsmiddel dat gebruikt wordt door contact met de huid. Bepaalde reinigingsmiddelen ontvetten namelijk de huid waardoor deze sneller geïrriteerd raakt door stoffen. 2.1.3
Concentratie en tijdsduur
Als de concentratie aan stoffen (vuil) in de lucht of in het afvalwater hoog is, dan kan je in zeer korte tijd aan heel veel vuil wordt blootgesteld. Over het algemeen worden deze situaties zoveel mogelijk vermeden. Maar in onvoorziene situaties, zoals bij een bedrijfsongeval of wanneer iemand valt, kan de blootstelling plotseling enorm toenemen. Vaker heb je echter te maken met veel lagere concentraties van stoffen in vuil, maar vindt de blootstelling herhaaldelijk en over een veel langere tijd plaats. Namelijk gedurende de gehele reinigingsactiviteit. Zoals al eerder is beschreven neemt het gezondheidsrisico (de kans op het ontstaan van aandoeningen) toe als de blootstelling groter wordt. Een hoge blootstelling kan optreden doordat: 1. iemand korte tijd met veel van een stof in aanraking is geweest 2. iemand voor een lange tijd steeds kleine hoeveelheden van een stof heeft binnengekregen Wanneer iemand als gevolg van blootstelling aan een stof ziek wordt of een aandoening krijgt, is er op dat moment een ‘kritische grens’ overschreden. Het bepalen van deze ‘kritische grens’ is moeilijk. Sommige stoffen zijn kankerverwekkend en dan is een heel lage blootstelling al gevaarlijk. Daarnaast verschillen mensen onderling in gevoeligheid. Zo reageert de één allergisch na blootstelling aan bepaalde stoffen, terwijl een ander geen problemen zal ondervinden. Ook is het soms moeilijk een verband te leggen tussen de blootstelling en de aandoening. Kanker bijvoorbeeld kan zich pas jaren na blootstelling ontwikkelen. In Nederland zijn daarom voor ongeveer 800 tot 900 stoffen wettelijk Blootstellinggrenzen, de zogenaamde MAC-waarden (Maximaal Aanvaarde Concentraties), vastgesteld.
12
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
2.1.4
MAC-waarden
MAC-waarden geven aan welke concentratie van een gas, damp, nevel of vaste stof maximaal in de lucht aanwezig mag zijn, zonder dat de gezondheid van de meeste werknemers en hun nageslacht hiervan schade ondervindt als de werknemers er hun hele arbeidsleven lang aan worden blootgesteld. MACwaarden gelden alleen voor de werkplek (zie ook bijlage 3). Ze kunnen echter niet garanderen dat er in het geheel geen gezondheidsproblemen ontstaan. Dit kan deels komen doordat een MAC-waarde soms een compromis is tussen wat wenselijk en wat economisch en praktisch haalbaar is. Maar daarnaast is de ene persoon vooral ook weerbaarder dan de ander. De Nederlandse MAC-waarden lijst is te vinden op het Internet (http://www.ser.nl/overdeser/default.asp?desc=mac_waarden_stofnaam_1).
2.2
Hoe het lichaam vuil verwerkt
Vuil kan via verschillende routes het lichaam binnendringen. Verreweg de belangrijkste is via de longen, maar ook via de maag en darmen, en door de huid kan vuil in het lichaam terecht komen. 2.2.1
Inademing
Wanneer je ademhaalt, komen ook kleine vuildeeltjes (gassen, dampen en stof) uit de lucht in je longen terecht. Eenmaal daar beland, kan het allerkleinste en lichtste vuil zelfs in het bloed opgenomen worden. Voor de wat grotere, zwaardere vuildeeltjes komt het vaak niet zover. In veel gevallen worden deze deeltjes opgevangen door het slijm en de trilhaartjes die in de luchtpijp en in de longen (in de bronchiën en bronchiölen) aanwezig zijn. De trilhaartjes zorgen er vervolgens voor dat dit grovere vuil wordt opgehoest en zo uit het lichaam kan worden verwijderd. Vuil dat diep in de longen binnendringt en achterblijft, kan daar een ontstekingsreactie veroorzaken.
1
1
2
Figuur 2.1
2.2.2
De longen uitvergroot. (1) de bronchiën, en (2) de bronchiolen. Hierin bevinden zich de trilhaartjes. In het aparte kaderzijn de alveoli (de kleinste longblaasjes) verder uitvergroot. Hier vindt de zuurstofopname in je bloed plaats.
Inslikken
In tegenstelling tot inademen is het veel moeilijker om onbewust vuil in te slikken. De lunchpauze is misschien wel een van de belangrijkste risicomomenten. Vooral als je je handen niet of slecht gewassen hebt. Ook roken met vieze handen is om deze reden af te raden. Je kunt echter ook vuil in je maag krijgen doordat je vuil inademt door de mond, en wanneer je opgehoest slijm en vuil niet uitspuugt, maar in plaats daarvan doorslikt. Het vuil dat eerst in de longen zat belandt zo in de maag. Daar worden de stoffen (de meeste maar niet allemaal) afgebroken, zodat ze verder in het lichaam kunnen worden verwerkt of via je darmen kunnen worden verwijderd. Ze volgen hierbij dezelfde route als voedsel zou doen. Net als voedingsstoffen kunnen daardoor ook de (vuil)stoffen die in je mond komen uiteindelijk in je bloed worden opgenomen.
13
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Figuur 2.2 2.2.3
De maag. Stoffen die je binnen krijgt door inslikken worden voornamelijk hier afgebroken
Opname via de huid
Voor de meeste stoffen vormt de huid de grootste barrière om het lichaam binnen te dringen. De opname door de huid verloopt dan ook over het algemeen heel langzaam. Toch is opname via de huid voor bepaalde stoffen, zoals sommige oplosmiddelen en vloeistoffen, een belangrijke bron van blootstelling. Vooral als fysiek zwaar werk wordt verricht waardoor de poriën in de huid open gaan en de huid een grotere doorbloeding krijgt. Wanneer de stoffen eenmaal door de huid heen zijn kunnen ze opgenomen worden in het bloed. Het bloed vervoerd deze stoffen verder naar de verschillende organen. Dit kan echter alleen als deze stoffen in het bloed oplosbaar zijn. Stoffen waarvoor dit niet geldt, blijven juist vaak goed zitten in het vetweefsel onder de huid. Daar blijven ze vervolgens soms maanden tot jaren lang, zonder dat er iets mee gebeurt of dat ze worden afgebroken. Dit zorgt ervoor dat het vet in je lichaam een opslagplek is voor allerlei (vetoplosbare)stoffen. Hier zijn veel voorbeelden van bekend zoals DDT (dichloro-difenyl-trichloorethaan), PCB’s (polychloor bifenylen), en verschillende PAK’s (poly aromatische koolwaterstoffen) en PCA’s (polycyclische aromaten).
Figuur 2.3
2.2.4
De huid (dwarsdoorsnede). De huid is opgebouwd uit twee huidlagen (de opper- en lederhuid). Daaronder bevindt zichhet bindweefsel met de bloedvaten.Wanneer een stof door de huid heen dringt, kan die stof via het bloed door deze bloedvaten heen worden vervoerd. Een stof kan ook in het onderhuids bind- of vetweefsel worden opgeslagen.
Zuiveringsmechanismen
Het lichaam beschikt over verschillende organen en afweermechanismen om lichaamsvreemde stoffen onschadelijk te maken. De lever en de nieren spelen een belangrijke rol bij de bloedzuivering. Hierbij heeft de lever de taak om lichaamsvreemde stoffen af te breken en zorgen de nieren ervoor dat de afbraakproducten uit het bloed gehaald worden en via de urine worden afgevoerd. Daarnaast is er een belangrijke taak weggelegd voor de witte bloedcellen. Je zou kunnen zeggen dat deze cellen de mobileeenheid van het lichaam zijn. Overal in het lichaam waar lichaamsvreemde stoffen worden aangetroffen draven de witte bloedcellen op om deze stoffen te vangen en onschadelijk te maken. Soms gaat dit gepaard met ontstekingsreacties.
14
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
1
2
Figuur 2.4
2.3
3
De zuivering van het lichaam. De nieren (1) en de lever (2) zijn twee organen die een rol spelen bij de bloedzuivering. Daarnaast zijn in het bloed witte bloedcellen actief (3) die lichaamsvreemde stoffen in het bloed onschadelijk kunnen maken. De witte bloedcel is hier ongeveer 1000x uitvergroot.
Ziek door vuil
Doordat lichaamsvreemde stoffen via het bloed naar de organen worden getransporteerd kunnen schadelijke effecten ook daar optreden (dus niet alleen in de longen, in de maag en op de huid). Deze effecten kunnen sterk verschillen in de snelheid waarmee, en de manier waarop ze zich ontwikkelen. We onderscheiden blijvende en weer verdwijnende effecten, en acute en chronische effecten. Blijvend of verdwijnend geeft aan hoelang het lichaam last houdt van de aandoening. Een aandoening die nooit (of maar heel langzaam) weg gaat is een blijvende aandoening. Een verdwijnende aandoening is van korte duur. Chronische en acute effecten hebben te maken met de snelheid waarmee een aandoening zich ontwikkelt. Een chronische effect ontwikkelt zich heel geleidelijk en wordt soms pas jaren na blootstelling merkbaar. Chronische aandoeningen verdwijnen niet, of maar heel langzaam. Astma, een aandoening van de luchtwegen, is een voorbeeld. Maar een aandoening kan ook direct optreden bij een éénmalige blootstelling. In dat geval spreken we van een acuut effect. Acute effecten kunnen blijvend zijn. Een voorbeeld hiervan is longschade door blootstelling aan Chloorgas. Acute effecten kunnen ook van voorbijgaande aard zijn. In het laatste geval verdwijnt de aandoening als de blootstelling wordt weggenomen. Een belangrijke groep stoffen die kan leiden tot blijvende aandoeningen op de lange termijn zijn oplosmiddelen. Verschillende (organische) reinigingsmiddelen die worden gebruikt om vette oppervlakken schoon te maken vallen daaronder. Oplosmiddelen zijn over het algemeen goed vetoplosbaar en kunnen bij herhaaldelijke (lage) blootstelling leiden tot schade aan het zenuwstelsel en aan sommige organen, welke uiteindelijk kunnen leiden tot vergeetachtigheid, concentratiestoornissen, moeheid en karakterveranderingen (het Organo Psycho Syndroom, OPS). In de sectie Aanvullende Informatie zijn een aantal titels opgenomen (waaronder Beroepsziekten in de Praktijk, Oplosmiddelen en Je Hersens op het nachtkastje) die specifiek op deze effecten ingaan.
15
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
16
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
3. Risico’s van stoffen en risicomomenten Tijdens de industriële en scheepsreiniging hangt het af van de stoffen waarmee je werkt of je een gezondheidsrisico loopt (of niet). Daarnaast hangt het gezondheidsrisico voor een belangrijk deel af van de manier waarop en of je met de stoffen in contact komt (de blootstelling). In dit hoofdstuk worden deze punten behandeld: 1. Gezondheidsrisico’s van stoffen en veel voorkomende vuiltypen 2. De risico’s op blootstelling
3.1
Gezondheidsrisico’s van stoffen
Lang niet elke stof vormt een bedreiging voor de gezondheid. En daarnaast: áls ze gevaarlijk zijn kan de één ook gevaarlijker zijn dan de ander. We hebben het hier over het gezondheidsgevaar van de stof zelf. Dus zonder de manier, de hoeveelheid, en de duur/frequentie van blootstelling in overweging te nemen. Immers, zelfs een stof als water kan dodelijk zijn als er teveel (vele liters) van wordt gedronken. De gezondheidsschade die door stoffen kan worden veroorzaakt kent verschillende gradaties. Deze zijn onder te verdelen in verschillende categorieën. Zo kan een stof bijtend, irriterend, schadelijk, giftig, zeer giftig, carcinogeen, mutageen en reprotoxisch zijn. Maar, een combinatie van twee (of meerdere) categorieën komt ook vaak voor. Een stof is bijvoorbeeld bijtend én carcinogeen (kankerverwekkend). De verschillende categorieën zijn gebaseerd op de R-zinnen (Risico-zinnen). Dit zijn wettelijk vastgestelde zinnen die de gezondheidsgevaren van een stof beschrijven (zie http://home.szw.nl). Op een stof kunnen meerdere R-zinnen van toepassing zijn. Samen met de S-zinnen (Safety-zinnen; zie http://home.szw.nl) geven ze een goed overzicht van de gevaren die een stof met zich meebrengt. Er bestaan verschillende bronnen waar de gezondheidseffecten van stoffen te vinden zijn. Eén daarvan is het ‘Chemiekaartenboek’. Andere bronnen zijn bijvoorbeeld ‘Material Safety Data Sheets’ (MSDS) of ‘Veiligheidsbladen’. Deze zijn te vinden via het Internet, maar veel opdrachtgevers en fabrikanten van producten hebben deze informatie ook. MSDS of Veiligheidsbladen van een stof of product kunnen het beste opgevraagd of gezocht worden met het CAS nummer van die betreffende stof of product. Elke geregistreerde stof of product heeft zo’n nummer. Wat bepaalt of een stof gevaarlijk is voor de gezondheid? Of een stof schadelijk, giftig, zeer giftig of misschien zelfs carcinogeen is wordt bepaald door zijn chemische structuur. Het is een stofeigenschap, net zoals oplosbaarheid en vluchtigheid. Ook op grond van de chemische structuur kan je stoffen in groepen indelen. Het indelen van stoffen in verschillende (structuur)groepen heeft een groot voordeel. Je kunt de algemene stofeigenschappen van de groep gebruiken als een eerste indicatie voor de eigenschappen van één bepaalde stof uit die groep. Hierdoor kan je dus snel een eerste indruk krijgen van de gezondheidsrisico’s die een stof zou kunnen veroorzaken. Voor de indeling van stoffen in (structuur) groepen maak je gebruik van specifieke structuurkenmerken. Bijvoorbeeld wel of geen Chloor, de aanwezigheid van metalen of lange koolstofketens. Eén van de bekendste groep stoffen zijn de Alcoholen. Methanol en Ethanol (consumptie alcohol) vallen daar onder. Maar er zijn ook andere groepen. Methaan en Butaan bijvoorbeeld, twee brandbare gassen. Zij behoren tot de Alifatische koolwaterstoffen. Benzeen en Tolueen, bekende aromaten, horen bij de Aromatische koolwaterstoffen. De “Stoffenlijst” in bijlage 1 geeft een samenvatting van de gezondheidseffecten van de verschillende groepen.
17
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
De “Stoffenlijst” kan worden gebruikt om gezondheidsrisico’s van mengsels van stoffen in te schatten wanneer specifieke stofinformatie ontbreekt. Dus als er géén CAS nummers gegeven kunnen worden. Je zal dan informatie hebben zoals: “Je hebt te maken met een mengsel van Halogeen arme koolwaterstoffen” (kijk dan in bijlage 1 onder het Hoofdstuk Koolwaterstoffen; Alifatisch), of “Het vuil bevat molybdeen zouten” (kijk dan in bijlage 1 onder het Hoofdstuk metalen; molybdeen). In alle gevallen zijn de genoemde gezondheidseffecten gebaseerd op de R&S-zinnen van de stoffen uit de groep. De “Stoffenlijst” geeft ook per groep een korte samenvatting van de meest voorkomende toepassingen, zoals: ‘wordt gebruikt als oplosmiddel’. Voor het werken met sommige stoffen gelden specifieke voorschriften. Dit betreft ondermeer kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen. Welke deze stoffen zijn, is te vinden op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (http://home.szw.nl). De lijsten met stoffen worden twee keer per jaar bijgewerkt. De voorschriften hoe te werken met deze stoffen zijn te vinden in de arbeidsomstandighedenwetgeving (zie eveneens http://home.szw.nl).
3.2
Om welke stoffen gaat het?
Met welke stoffen reinigers te maken krijgen hangt af van vele factoren. Een van de belangrijkste is: het systeem dat moet worden gereinigd. Welke stoffen bevinden zich daar? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet je je bewust zijn: gaat het om stof-opslag, of om een systeem waar stoffen geproduceerd worden? In het laatste geval heeft het productieproces namelijk een grote invloed op de stoffen die aangetroffen kunnen worden. Informatie over de aanwezige stoffen dient te worden verstrekt door de opdrachtgever. 3.2.1
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Er wordt een enorme variatie aan reinigings- en onderhoudsmiddelen gebruikt binnen de Industriële reiniging en het Scheepsonderhoud. Water is een voorbeeld van een veel gebruikt reinigingsmiddel. Daarnaast worden ondermeer zepen, stikstof en dieselolie gebruikt. Bij het scheepsonderhoud heb je ondermeer te maken met grit, zuren, lakken en verf. Welke producten er precies gebruikt worden hangt af van de reinigings- en onderhoudsbedrijven en van mogelijke eisen van de opdrachtgever. De productinformatie moet daarom dan ook door de leverancier of door de opdrachtgever geleverd worden. 3.2.2
Het productieproces
Wanneer je als reiniger te maken krijgt met systemen waarin een bepaald product (chemische stof) is gemaakt, heb je bijna nooit te maken met dat product alleen. Om dit product te maken waren namelijk uitgangsstoffen nodig en zijn vaak katalysatoren toegevoegd. Daarnaast worden er altijd (ongewenste) bijproducten geproduceerd. Op het moment van reiniging kan er dus een mengsel van verschillende stoffen aanwezig zijn. Daarbij is het goed je te bedenken dat het hoofdproduct niet de meest giftige stof in het mengsel hoeft te zijn. Het komt ook voor dat juist een van de bijproducten of de katalysator voor het grootste gezondheidsrisico zorgt. Een zelfde punt van aandacht geldt de productie van allerlei materialen zoals verschillende soorten kunststof, verf en cosmetica. Dit soort producten zijn geen zuivere stoffen maar mengsels. Naast de stoffen die de hoofdfractie van het producten vormen, worden verschillende stoffen in kleine hoeveelheden toegevoegd (additieven). Additieven geven een product ondermeer de juiste stevigheid, buigzaamheid of stroperigheid, geur en kleur. Hoewel het hier gaat om kleine hoeveelheden, gaat het ook vaak om stoffen die mogelijk gezondheidsschade kunnen aanrichten. Bijvoorbeeld metaalverbindingen (zie bijlage 1, de “Stoffenlijst”). Net als katalysatoren en bijproducten blijven additieven achter in het productiesysteem. Je kan er dus mee in aanraking komen als het systeem moet worden gereinigd.
18
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Bij de reiniging van opslagtanks voor zuivere stoffen, is het product in gezuiverde vorm aanwezig (dit geldt natuurlijk niet voor de opslagtanks voor bijvoorbeeld ruwe olie). De hoeveelheden bijproducten en katalysatoren zullen daar veel lager zijn dan in het productiesysteem. Toch is het daar ook mogelijk dat je andere stoffen aantreft. Bijvoorbeeld vervuilingen in het product. Daarnaast kunnen stoffen in de opslagtank zelf gevormd worden doordat het product langzaam verder reageert, en nieuwe producten vormt. Bijvoorbeeld in reactie met het staal van de wanden van de tank, of met aanwezige zuurstof. Tenslotte kan je te maken krijgen met schimmels en bacteriën. Deze kunnen groeien in productiesystemen, leidingen die de grondstoffen toevoeren en het product afvoeren, en opslagtanks. Deze kleine biologische organismen produceren zelf stoffen (waaronder afvalstoffen en gifstoffen die ze beschermen tegen concurrerende organismen). Hierbij gebruiken ze de aanwezige stoffen als voedingsbron. Ook deze stoffen (bijvoorbeeld stikstofverbindingen of peroxiden; zie de “Stoffenlijst”) kunnen de gezondheid schaden.
3.3
Veel voorkomende stoffen
Omdat de kans dat reinigers met een bepaalde stof in aanraking komen niet voor alle stoffen even groot is, is per branche een selectie gemaakt van de meest voorkomende stoffen. Achtereenvolgend worden behandeld: 1. de reiniging binnen de chemische industrie 2. de reiniging binnen de petrochemische industrie 3. de scheepsreiniging en onderhoud Bepalende factoren of blootstelling aan een stof veel of weinig voorkomt zijn ondermeer: (i) de frequentie van onderhoud van specifieke productiesystemen of opslagtanks (wordt een systeem eens per jaar of eens in de tien jaar gereinigd?), (ii) het gebruik van de stof voor de productie van andere stoffen (vormt het de basis voor verdere verwerking of is het een eindproduct?), (iii) en de hoeveelheid (wordt er veel of weinig van geproduceerd, of bestaan er zelfs meerdere fabrieken en grote terreinen voor op- en overslag). De verzameling van stoffen die per branche genoemd worden is niet volledig. Ze geven slechts een eerste indruk van het soort stoffen dat kan worden aangetroffen. 3.3.1
Reiniging binnen de chemische industrie
De chemische industrie maakt enorm veel stoffen. Zoveel, dat het niet mogelijk is om hun gezondheidsrisico’s stuk voor stuk te behandelen. We beperken ons daarom tot die stoffen die in de Nederlandse chemische industrie overheersend worden gebruikt en geproduceerd. De zogenaamde bulkchemicaliën (ook wel basischemicaliën genoemd). Chloor (Cl2) en ammoniak (NH3) zijn twee voorbeelden. Daarnaast maakt de industrie verschillende kunststoffen, zoals polyetheen, polypropeen en nylon. Deze stoffen worden vervolgens gebruikt om allerlei producten (zoals huishoudelijke artikelen, isolatiemateriaal en leidingen) te maken. Maar de chemische industrie maakt ook fijn-chemicaliën zoals verven, geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen. Tabel 3.1 geeft een opsomming van de belangrijkste producten die gemaakt worden binnen de chemische industrie. Hierin is aangegeven welke uitgangsstoffen gebruikt kunnen zijn om de stof te maken en wat de bijproducten zijn (zie kolom: (mogelijk) Aanwezige gevaarlijke stoffen). Voor elke stof wordt gerefereerd naar de“Stoffenlijst” (bijlage 1). In de kolom Overige risico’s, zijn de meer algemene risico’s zoals brandbaarheid en explosiviteit gegeven. Zij veroorzaken niet direct gezondheidseffecten, maar zijn wel belangrijk voor de uiteindelijke totale risicoanalyse van de stof.
19
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Risico’s van stoffen uit de Chemische Industrie Tabel 3.1.
(mogelijk) Aanwezige Gezondheidseffect gevaarlijke stoffen
Overige risico’s
Bulk chemicaliën
Chloor (Cl2)
Ammoniak (NH3)
Soda (Na2CO3) Zwavelzuur (H2SO4)
Forforzuur (H3PO4)
Gemaakt uit NaCl (uit Steenzout) 1) Overige kwik (afhankelijk van proces) Gemaakt uit Aardolie 2) of Nafta 2) Overige Stikstof (N2), methaan (CH4) Gemaakt uit NaCl (uit zout) en kalksteen Overige Gemaakt uit zwavel of zwavelhoudende afvalgassen 3) Overige SO2, SO3, H2S Gemaakt uit fluorpatiet Overige Ni, arsenicum, lood, chroom 1)
Cl2 is: Giftig bij inademing, irriterend voor huid en ogen, zeer giftig voor het milieu NH3: brandwonden, giftig bij CH4: zeer brandbaar, inademing kan statische geladen N2: verstikking raken NH3: brandbaar
H2SO4: brandwonden SO2: brandwonden, giftig bij inademing H2S: heel giftig bij inademing H3PO4: brandwonden
H2S: zeer brandbaar H2SO4: nooit water bij geconcentreerde vloeistof
Kunststoffen (Bulk)
PE (polyetheen)
PP (polypropeen)
PVC (polyvinylchloride)
PS (polystyreen)
Gemaakt uit etheen 4) (uit etheen: duizeligheid, Nafta 2)) misselijkheid Overige fenol 11), Cl2 fenol: kankerverwekkend, giftig bij inademing en contact met de huid, brandwonden Gemaakt uit propeen 4) (uit Nafta 2)) Overige metalen 1), Cl2 Gemaakt uit etheen 4) en vinylchloride: Cl2 kankerverwekkend Overige vinylchloride 6), dichloorethaan 6), kwik 1), metalen 1) Gemaakt uit etheen 4) en benzeen: kankerverwekkend benzeen 2) (uit Nafta 2)) ethylbenzeen, styreen: Overige ethylbenzeen 7), schadelijk bij inademing styreen 5), Cl2, metalen 1)
Etheen: brandbaar, elektriciteit
zeer statische
Propeen: zeer brandbaar, statische elektriciteit Vinylchloride: zeer brandbaar
Ethylbenzeen, styreen: brandbaar
zeer
Kunststoffen (overige)
PUR (polyurethaan)
Gemaakt uit methyldiisocyanaat (uit Nafta 2) of Cl2 en NH3) en een meervoudige alcohol 8)
PC (polycarbonaat)
urethaan, benzeen: kankerverwekkend fosgeen: zeer giftig bij inademing, brandwonden
9) Overige urethaan , 10) benzeen, fosgeen Gemaakt uit benzeen 2) bisfenol A: Propeen: en propeen 4) Kankerverwekkend, brandbaar, Overige bisfenol A 11), irriterend voor de elektriciteit 10) 11) fosgeen , fenol , aceton luchtwegen, reprotoxisch, 12) 13) , Cl2, koolstofmonoxide allergeen koolstofmonoxide: verstikkend
zeer statische
20
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Tabel 3.1. -vervolg
(mogelijk) Aanwezige Gezondheidseffect gevaarlijke stoffen
Overige risico’s
Bulk chemicaliën
PET Gemaakt uit etheen, en (polyetheentereftalaa p-xyleen 7) t) Overige ethyleenglycol 8), 15) tereftaalzuur of 9) dimethyl-tereftalaat , etheenoxide 14) PA (polyamide; Gemaakt uit Nylon) cyclohexanon 12) (uit Nafta 2)) Overige Pigmenten (verf, inkt, Zware metalen 1) (zoals lak) lood, arsenicum, vanadium, kobalt, chroom, zink, carbon black, tin, molybdeen) Reinigingsen Organische stoffen 16) onderhoudsmiddelen (al dan niet gehalogeneerd 17)) Anorganische stoffen 18) Oplosmiddelen Organische stoffen 16) (al dan niet gehalogeneerd 17) ) Anorganische stoffen 18) Smeermiddelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Minerale oliën (98%) 17)
16) en
p-xyleen: reprotoxisch, schadelijk, irriterend etheenoxide: kankerverwekkend en reprotoxisch
Etheen: zeer brandbaar, statische elektriciteit p-xyleen: brandbaar etheenoxide : zeer brandbaar cyclohexanon: schadelijk bij Cyclohexanon: inademing brandbaar
Veelal giftig
Irriterend, ontvettend, brandend, Schadelijk bij inademing Irriterend, ontvettend, Organo Psycho schadelijk bij inademing Sindroom (OPS)
Ontvettend voor de huid
Additief (2%) zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst” , Hoofdstuk Metalen zie Tabel 3.2, Aardolie fracties zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Zwavel verbindingen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Koolwaterstoffen, Alkenen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Koolwaterstoffen, Alicyclische koolwaterstoffen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Koolwaterstoffen, Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen die chloor, broom of jood bevatten zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Koolwaterstoffen, Aromatische koolwaterstoffen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Heterokoolwaterstoffen, Alcoholen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Heterokoolwaterstoffen, Esters zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen, Fosgeen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Heterokoolwaterstoffen, Fenolen en Fenolachtige verbindingen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Heterokoolwaterstoffen, Ketonen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen, Koolmonoxide zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Heterokoolwaterstoffen, Epoxy verbindingen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Heterokoolwaterstoffen, Alifatische zuren zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Koolwaterstoffen en Heterokoolwaterstoffen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Gehalogeneerde koolwaterstoffen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen
3.3.2
Reiniging binnen de petrochemische industrie
Binnen de reiniging van de petrochemische industrie heb je te maken met aardolie en producten afkomstig van de raffinage van aardolie. Zij vormen de basisgrondstof voor een groot deel van alle producten die er op de markt te koop zijn. Dus ook van de producten die door de chemische industrie gemaakt worden. De meest voorkomende producten worden genoemd in Tabel 3.2. Voor elk product zijn de meest gevaarlijke stoffen genoemd die mogelijk aanwezig kunnen zijn. Daarbij is een korte beschrijving van de gezondheidseffecten gegeven. In de kolom Overige risico’s worden de meer algemene risico’s zoals brandbaarheid en explosiviteit genoemd.
21
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Als je goed naar Tabel 3.2 kijkt, zal je zien dat zo goed als alle aardolie producten kankerverwekkend kunnen zijn. Veel daarvan zijn bovendien ook reprotoxisch: ze kunnen je minder vruchtbaar maken. Maar ze kunnen ook het ongeboren of nog niet verwekte kind schaden. Benzeen, tolueen en xyleen zijn voorbeelden van stoffen die verantwoordelijk zijn voor dit soort effecten. Wanneer je te maken krijgt met reprotoxische stoffen (maar ook met kankerverwekkende of mutagene stoffen) is het belangrijk om de ademhaling én de huid goed te beschermen. Risico’s van stoffen in Aardolie fracties 1) Tabel 3.2.
(mogelijk) Aanwezige gevaarlijke stoffen Aardolie, ruwe olie, H2S crude PAK’s 2)
Gezondheidseffecten
Kankerverwekkend Reprotoxisch Inademen: hoofdpijn Inslikken: misselijkheid, buikpijn, sufheid Aardoliecondensaat, H2S Kankerverwekkend condensaat, Natural benzeen Reprotoxisch Gas Liquids Inademen: duizelig, hoofdpijn, braakneigingen Inslikken: misselijkheid, buikpijn, sufheid Huid: bijtend, branderig. Zie verder Inademen. Ogen: tranen, irritatie, slecht zien Benzine (ongelood), aromaten Kankerverwekkend Gasoline, Mogas benzeen Reprotoxisch alcoholen Inademen: duizelig, hoofdpijn Inslikken: misselijkheid, pijn op de borst, sufheid, braken Huid: irritatie, roodheid, pijn Ogen: irritatie, roodheid, pijn Benzine aromaten Kankerverwekkend (loodhoudend), benzeen Reprotoxisch Gasoline, Mogas alcoholen Inademen: duizelig, loodhoudende hoofdpijn componenten Inslikken: misselijkheid, pijn waaronder tetra op de borst, sufheid, braken methyl lood en tetra Huid: irritatie, roodheid, pijn ethyl lood Ogen: irritatie, roodheid, pijn Bunker olie, Fuel oil, H2S Kankerverwekkend Stookolie PAK’s Reprotoxisch benzeen Inademen: hoesten, duizeligheid Inslikken: branderig gevoel, misselijkheid, buikpijn, sufheid Huid: roodheid, gevaar voor verbranding Ogen: roodheid, pijn
Overige risico’s
Brandbaar Explosief
Wordt snel statisch geladen explosiegevaar
Verpompen en mengen kan statische elektriciteit opwekken Explosiegevaar Zeer brandbaar
Verpompen en mengen kan statische elektriciteit opwekken Explosiegevaar Zeer brandbaar
Verpompen en mengen kan statische elektriciteit opwekken Explosiegevaar Brandbaar
22
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Tabel 3.2. - vervolg
(mogelijk) Aanwezige gevaarlijke stoffen VGO, Wax, Vacuum H2S gasolie, Stookolie, PAK’s Gasolie
Dieselolie, Gasoil
PAK’s
Raffinate
bezeen
Nafta, Hydrotreated benzeen heavy Nafta, Powerformer feed
Pygas, Steam aromaten cracked Nafta, benzeen (>10%) pyrolyse gasoline
LCO, kraak gasolie
H2S PAK’s
Gezondheidseffecten
Overige risico’s
Kankerverwekkend Inademen: hoofdpijn Inslikken: misselijkheid, buikpijn Huid: roodheid Ogen: roodheid, pijn kankerverwekkend Inademen: hoesten, hoofdpijn Inslikken: misselijkheid, buikpijn, ademnood Huid: roodheid, irriterend Ogen: roodheid, pijn Kankerverwekkend Reprotoxisch Inademen: duizeligheid, sufheid, zwakte gevoel, misselijkheid Inslikken: misselijkheid, branderig gevoel, hoofdpijn, diarree Huid: roodheid, gevaar voor verbranding Ogen: roodheid, pijn, slecht zien Kankerverwekkend Reprotoxisch Inademen: hoesten, hoofdpijn Inslikken: branderig gevoel, misselijkheid, buikpijn, sufheid Huid: roodheid, gevaar voor verbranding Ogen: roodheid, pijn Kankerverwekkend Reprotoxisch Inademen: irritatie, opwinding, misselijkheid, hoofdpijn, bewusteloosheid Inslikken: irritatie lippen, mond en keel (zie inademen) Huid: roodheid, ruwe huid, jeuk Ogen: roodheid, pijn kankerverwekkend Inademen: irritatie Inslikken: irritatie, misselijkheid, braken, diarree Huid: irritatie, roodheid Ogen: irritatie
Brandbaar Explosief Opname door de huid
Verpompen kan statische elektriciteit opwekken Brandbaar Explosief
Verpompen en mengen kan statische elektriciteit opwekken Explosiegevaar Brandbaar
Explosiegevaar Bij verpompen kan statische elektriciteit opwekken explosief
Zeer brandbaar Explosief
Brandbaar
23
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Tabel 3.2. - vervolg
(mogelijk) Aanwezige gevaarlijke stoffen MDO, Marine diesel H2S oil PAK’s
Kerosine, (Licht-)Petroleum
Gezondheidseffecten
Overige risico’s
kankerverwekkend Inademen: hoesten, duizeligheid Inslikken: branderig gevoel, misselijkheid, buikpijn, sufheid Huid: gevaar voor verbranding, roodheid Ogen: roodheid, pijn Inademen: hoofdpijn Inslikken: diarree, buikpijn, ademnood Huid: roodheid Ogen: roodheid, pijn
Brandbaar
Paraflow, HFA4159, CFPP improver
Butaan, C4
butaan butadïeen
Benzeen, benzol
benzeen
Zwavel
H2S SO2
Zwavelzuur
H2SO4
Kankerverwekkend Reprotoxisch Inademen: duizelig, hoofdpijn, kortademigheid Huid: bevriezing, roodheid, blaren Ogen: bevriezing, roodheid, pijn, slecht zien Kankerverwekkend Reprotoxisch Inademen: irritatie, opwinding, misselijkheid, hoofdpijn, bewusteloosheid Inslikken: irritatie lippen, mond en keel (zie inademen) Huid: roodheid, ruwe huid, jeuk Ogen: roodheid, pijn Inademen: keelpijn, hoesten, kortademigheid, hoofdpijn Inslikken: brandwonden, misselijkheid, buikpijn, sufheid Huid: brandwonden Ogen: brandwonden Inademen: bijtend, hoesten, blauwe lippen en nagels, hartkloppingen, ademnood Inslikken: branderig gevoel, misselijkheid, buikpijn, sufheid Huid: bijtend, blaren, brandwonden Ogen: bijtend, roodheid, hoornvliesbeschadiging, brandwonden
Brandgevaarlijk Explosief
Brandbaar Bij hoge temperatuur instabiel (azijnzuur vorming) Bevriezing van afsluiters ed. Explosiegevaar Zeer brandbaar
Zeer brandbaar Damp boven vaste stof is explosief Opname door de huid
Brandbaar Kans op verstopping door afkoeling Vorming pyrofore verbindingen (spontane ontbranding) Statische elektriciteit explosiegevaar Reageert heftig met metalen, basen (zoals zeep) brandbare en reducerende stoffen. Explosiegevaar Bij mengen komt veel warmte vrij Tast kleding aan
24
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Tabel 3.2. - vervolg
(mogelijk) Aanwezige gevaarlijke stoffen
Methyl-tertiar-butylether, 2-methyl-2methoxypropaan
Carbinol, Methanol
Natronloog, hydroxide, soda
1. 2.
CH3OH
Natrium NaOH Caustic
Gezondheidseffecten
Overige risico’s
Kankerverwekkend Inademen: keelpijn, misselijkheid, hoofdpijn, hoesten Inslikken: hoofdpijn, braken, misselijkheid Huid: roodheid, pijn (zie inademen) Ogen: roodheid, pijn Reprotoxisch Inademen: duizeligheid, misselijkheid, hoofdpijn, braken Inslikken: maagkrampen, braken, misselijkheid, hoofdpijn Huid: ademnood, roodheid, pijn Ogen: irriterend, roodheid, pijn, slecht zien Inademen: bijtend, kortademigheid bewusteloosheid Inslikken: bijtend, keelpijn, buikkramp, braken, diarree Huid: bijtend, roodheid en pijn, brandwonden Ogen: bijtend, slecht zicht, brandwonden
Zeer brandgevaarlijk Tast vele kunststoffen aan Kan peroxiden vormen
Zeer brandgevaarlijk Kan met zuren heftig reageren Wordt door de huid opgenomen
Sterke base, reageert sterk met zuren Tast metalen aan waarbij H2 gevormd kan worden (brandbaar)
Gegevens uit Vopak productinformatie, maart 2005. PAK’s zijn Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen. Hier vallen ondermeer benzeen, tolueen en xyleen onder.
3.3.3
De scheepsreiniging en onderhoud
Binnen de reinigingsbranche is de scheepsreiniging eigenlijk een geval apart. Dit komt ondermeer tot uiting in het verschil in opleidingseisen voor werknemers en regelgevingen die op de werkvloer van kracht zijn. Zo is het VCA certificaat voor reinigers dat in de (petro)chemie is ontwikkeld en in veel gevallen een vereiste is in de scheepsreiniging en onderhoud niet algemeen. Maar de verschillen zitten ook in het type werk. Het ruim van een schip moet bijvoorbeeld tussen alle werkzaamheden door ‘even’ schoongemaakt worden voordat een schip weer verder vaart. Door concurrentie tussen reinigings- en onderhoudbedrijven ,en door soms hoge tijdsdruk wordt er niet altijd tijd genomen voor een uitgebreide risicoanalyse voor de blootstelling aan stoffen. Soms is niet eens goed te achterhalen om welke stoffen het precies gaat. Bijvoorbeeld bij het reinigen van ballasttanks of kruipruimtes. Een ander verschil met reinigingsactiviteiten in de chemische of petrochemische industrie zit hem in de werkruimtes. Bij schepen zijn dit in veel van de gevallen lage ruimtes en kleine kruipdoor-sluipdoor gangen. En vaak zijn de ruimtes slecht verlicht. Dit zorgt voor een grote fysieke belasting en zorgt er tevens voor dat benodigde PBM’s niet altijd praktisch toepasbaar zijn waardoor (soms minder optimaal beschermende) alternatieven gezocht moeten worden. Qua stoffen komt er bij de reiniging van schepen en scheepsruimen van alles voorbij. Van olie-water-slib mengsels tot resten van zuivere stoffen en voedingsmiddelen. Stoffen die in de (petro)chemische industrie zijn gemaakt en die het schip heeft vervoerd. Daarnaast krijg je bij de scheepsreiniging binnen en buiten
25
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
het schip ook te maken met schimmels en bacteriën, algen, wieren, mossels en zeepokken. Tabel 3.3 geeft een overzicht van de stoffen die bij de scheepsreiniging worden aangetroffen. Daarnaast zijn ook Tabel 3.1 en 3.2 van toepassing op de scheepsreiniging. Risico’s van stoffen in Scheepsvuil Tabel 3.3.
(mogelijk) Aanwezige gevaarlijke stoffen
Gezondheidseffect
Overige risico’s
mogelijk halogeenhoudend PAK’s 2)
Kankerverwekkend
Brandbaar Explosief
esters 3) minerale oliën (mogelijk halogeenhoudend) 3) PAK’s
Irriterend
Benzo(a)pyreen 4) PAK’s
Kankerverwekkend Reprotoxisch Inslikken: misselijkheid, buikpijn, sufheid
Gevaarlijk voor het milieu
Brandwonden, niet inademen NO2 : zeer giftig bij inademing, brandwonden Zeer giftig bij inademing, brandwonden Giftig bij inademing, brandwonden Brandwonden Zeer giftig bij inademing en contact met de huid, mogelijk kankerverwekkend
Brandbaar
Oliën 1)
Bilge olie stookolie dieselolie Motorolie transmissie-olie smeerolie hydraulische-olie isolatie-olie Teer, asfalt, bitumen
Slib: ontzoutingslib, tankbodemslib, zuur alkylslib, olieachtig (metaal)slib
Silicaten 5) Afval van brandstof 1) Zware metalen 6)
Zuren (metaalbewerking) 7)
Salpeterzuur
vormt NO, NO2, NO3 8)
Fluoridezuur 9) Zoutzuur Fosforzuur 10) Tetra-chloor methaan 11)
Schaadt de ozonlaag, giftig voor het milieu
Biologisch materiaal
Biologisch materiaal (algen, wieren, schimmels, microorganismen)
Opname zware metalen 6) Gifstoffen uit schimmels, bacteriën, algen en wieren
Pesticiden
Toevoeging van vluchtige stoffen en gassen ter bescherming van de lading (vnl. bij voedingsmiddelen)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Bij inademing: longaandoeningen en irriterende en ontstekingseffecten aan de luchtwegen. Mogelijk allergeen Giftig tot zeer giftig bij inademing, mogelijk kankerverwekkend en reprotoxisch, verstikkend
zie Tabel 3.2 PAK’s zijn Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen. Hier vallen ondermeer benzeen, tolueen en xyleen onder. zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst” Hoofdstuk Esters zie Bijlage 1,de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Koolwaterstoffen, Aromatische koolwaterstoffen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen, Silicium en siliciumverbindingen (Asbest) zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst” , Hoofdstuk Metalen Safety Data Sheets Inox-Ferro Surface treatment B.V. zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen, Nitreuze dampen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen, Halogenen zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Anorganische verbindingen, fosforverbindingen
26
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
11
zie Bijlage 1, de “Stoffenlijst”, Hoofdstuk Gehalogeneerde koolwaterstoffen, Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen die chloor, broom of jood bevatten
3.4
Risico’s op blootstelling
3.4.1
Algemene risico’s bij reinigingsactiviteiten
De risico’s die op een reinigingsklus van toepassing zijn, zijn sterk afhankelijk van de reinigingsactiviteit en de ruimte waarin gewerkt wordt. De meest algemene zijn: 1 stoten, vallen, uitglijden, struikelen, kneuzing, beknellen, snijden, breken 2 verstikking, bedwelming, verdrinking, aanrijding, gehoorbeschadiging 3 explosie, elektrocutie, warmtebelasting, bevriezing, spontane ontbranding, explosie door elektrostatische oplading 4 onvoldoende ervaring, werken met (of als) een uitzendkracht
Figuur 3.1
Reiniging van een scheepsruim. Kleine ruimte, donker, geen adembescherming, blootstelling aan olie-water nevel.
1
Stoten, vallen, uitglijden, struikelen, kneuzing, beknellen, snijden, breken: Tijdens elke reinigingsklus loop je wel het risico dat je valt of uitglijdt. Met name, wanneer je werkt op hoogte en op gladde oppervlakken moet je daarom extra voorzichtig zijn. Maar ook in ruimtes waar leidingen of kabels net boven de grond lopen is voorzichtigheid geboden (struikelen). Helemaal wanneer deze ruimtes slecht verlicht zijn. Bijvoorbeeld in olie-opslagtanks. Of in tanks van schepen die bovendien soms erg nauw zijn. Vallen of struikelen leidt mogelijk weer tot kneuzingen of breuken, en kan de oorzaak zijn dat je jezelf snijdt aan een scherp uitsteeksel. In het geval van bijvoorbeeld hoge druk (vloeistof) of gritreiniging loop je daarnaast nog een risico op ernstige verwonding door de druk van de water- of gritstraal (bij jezelf én bij anderen). Dit kan gebeuren als je (per ongeluk) de straal op jezelf of iemand anders richt of als de hoge druk slang losschiet. Doordat je valt of jezelf snijdt raken jij én je PBM’s beschadigd. Beschadigde PBM’s bieden minder bescherming en moeten daarom zo snel mogelijk vervangen worden.
2
Verstikking, bedwelming, verdrinking, aanrijding, gehoorbeschadiging: Ook kan je verstikt of bedwelmd raken. Bijvoorbeeld door plotselinge gasontwikkeling. Of doordat de zuurstof uit de lucht langzaam met het vuil reageert. Dit komt met name voor bij het werken in besloten ruimtes (bijvoorbeeld staal van ballasttanks). Het kan echter ook gebeuren dat je bedwelmd raakt door gassen waartegen je jezelf beschermt. Bijvoorbeeld als de slangen van je gaspak los of lek raken. Of als de filterbus die je gebruikt tijdens het werk verzadigd raakt. Een ander veel voorkomend risico is het risico op gehoorbeschadiging door (hard) geluid. Bij activiteiten zoals hoge druk (vloeistof) of gritreiniging, heb je daar voortdurend mee te maken. Maar ook bij bijvoorbeeld het uitbikken van roestresten. Wanneer je ergens een tijdje werkt, hoef je dat niet eens meer op te merken. Je raakt er aan gewend. Daarnaast wordt het risico op gehoorschade vergroot door de combinatie van hard geluid en werken met organische oplosmiddelen (zoals 27
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
bijvoorbeeld tolueen). Activiteiten (van anderen) om je heen vormen eveneens een risico. Zo kan je door een rijdend voertuig geraakt worden, of over de reling van een schip in het water vallen (en verdrinken) doordat iemand je aanstoot. Dit zijn allemaal dingen om rekening mee te houden wanneer je aan het werk bent. 3
Explosie, elektrocutie, warmtebelasting, bevriezing, spontane ontbranding, explosie door elektrostatische oplading: Het werk van anderen kan ook zorgen voor een verhoogd explosiegevaar. Bijvoorbeeld, wanneer de organisatie van verschillende onderhoudswerkzaamheden (waaronder de reiniging) niet goed op elkaar worden afgestemd. Dit risico is met name groot wanneer er een risico bestaat dat brandbare gassen vrijkomen in dezelfde ruimte waar activiteiten zorgen voor vonkvorming. Daarnaast vormt de statisch elektrische oplading van stoffen een risico op spontane ontbranding en explosie. Elektrocutie vormt ondermeer een risico wanneer beschadigde of oude elektriciteitskabels op een natte ondergrond worden gelegd. Bevriezing kan optreden wanneer gassen plots snel kunnen expanderen of vloeistoffen heel snel verdampen. Een voorbeeld is het werken met vloeibare stikstof. Andersom kan de menging van verschillende vloeistoffen of gassen leiden tot snelle warmte ontwikkeling waardoor verbranding kan optreden.
4
Onvoldoende ervaring, werken met (of als) een uitzendkracht: Ook binnen het team van reinigers kunnen activiteiten van anderen bijdragen aan het gezondheidsrisico dat je loopt. Dit kan voorkomen wanneer anderen de veiligheidsvoorschriften niet, of onvoldoende in acht nemen. Ook kan het voorkomen dat één of meerdere collega’s onvoldoende voorkennis (ervaring of opleiding) hebben om de betreffende reinigingstaak uit te voeren. Maar, niet alleen onvoldoende kennis brengt risico’s met zich mee. Ook een slechte onderlinge communicatie speelt een rol. Bijvoorbeeld als je komt te werken met uitzendkrachten die je (nog) niet kent. Ingesleten automatismen zullen hun misschien onbekend zijn. Hierdoor kunnen ze anders reageren op bepaalde situaties dan ervaren werknemers.
Door goed te communiceren, uit te kijken en na te denken bij wat je doet, en de juiste PBM’s op de juiste manier te gebruiken, zijn de boven beschreven gezondheidsrisico’s goed te beheersen. Uitsluiten kan je deze risico’s echter nauwelijks.
Figuur 3.2
3.4.2
Activiteiten van anderen kunnen aanleiding geven tot gezondheidsrisico’s. Omstanders van de scheepsreiniging: blootstelling aan waternevels, mogelijk vervuild met algen en verfresten van de scheepsromp. Reiniger zelf: kans op aanrijding.
Risicomomenten
Naast de meer algemene risico’s zijn er de risicomomenten. Momenten waarop je extra voorzichtig moet zijn. Zelfs al draag je alle voorgeschreven PBM’s. Het gaat hierbij om momenten waarop je in onbekende 28
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
of onvoorziene situaties terecht kan komen. Een voorbeeld is het openen van de installatie aan het begin van de reinigingsklus. Het gaat ook om momenten waarop je PBM’s verwijdert. Bijvoorbeeld aan het einde van de dag of tijdens een (korte) pauze. Van het begin tot het einde van een reinigingsklus kom je verschillende specifieke risicomomenten tegen. Deze worden hieronder puntsgewijs besproken: 1. Het aantrekken van (mogelijk onvoldoende schone) PBM’s. Hoewel PBM’s persoonlijke beschermingsmiddelen zijn en zo veel mogelijk persoonlijk moeten worden gehouden, komt het voor dat meerdere mensen gebruik maken van dezelfde PBM’s. Bijvoorbeeld, als het gaat om werken met gaspakken. Bij een nieuwe reinigingsklus is niet bekend wie er voor jou met het gaspak heeft gewerkt. Het is dus niet duidelijk welke (mogelijk giftige) stoffen er op het pak kunnen zijn achtergebleven. Ook is soms onduidelijk of het pak lichte beschadigingen heeft opgelopen. PBM’s voor algemeen gebruik moeten daarom voor (én na) gebruik goed gecontroleerd worden. Daarnaast is het goed om het pak voor alle zekerheid zo min mogelijk met de blote huid in contact te laten komen. 2. Het opbouwen en aansluiten van reinigingsmateriaal. Tijdens het opbouwen en aansluiten van alle materiaal voor reiniging heb je te maken een onbekende situatie: Je weet niet precies hoe goed de decontaminatie van het systeem (door anderen) is uitgevoerd en je weet niet precies wat voor systeem je aantreft. Mensen die betrokken zijn bij de eerste stadia van de reiniging (dus bij het openen van het systeem) lopen daardoor een grote kans op blootstelling aan stoffen (TNO 2001, rapport nr. V3518). Deze kunnen afkomstig zijn uit het systeem. Ze kunnen ook afkomstig zijn van een eerdere reinigingsklus, en op het reinigingsmateriaal zijn achtergebleven. Dit kan zelfs een slecht gereinigde vacuümunit zijn, of een niet geleegde opslagtank of deel van een leiding. Gevaar kan dus van meerdere kanten komen. 3. Het (tijdelijk) uittrekken van PBM’s om een bepaalde handeling beter te kunnen verrichten. Eenmaal aan het werk kun je situaties tegenkomen waar je één (of meer) PBM(‘s) voor uittrekt. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat je een kraan moet dichtdraaien wat erg moeilijk gaat met handschoenen. Als je op dat moment je handschoenen uittrekt kom je in contact met stoffen. Deze kunnen gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Een ander voorbeeld is het even afzetten van het gelaatsscherm om beter te kunnen zien of zweet van je voorhoofd te vegen. Op dit soort momenten loop je een veel groter risico op blootstelling aan stoffen dan goed voor je is. 4. Alternatieve PBM. Bepaalde reinigingswerkzaamheden schrijven specifieke PBM’s voor, zoals bijvoorbeeld een spuitpak bij hoge-druk reiniging. Bij het werken in kleine ruimtes en bij het reinigen van lastig te bereiken hoekjes en richels wordt soms echter gekozen voor alternatieve PBM’s, die minder goed beschermend kunnen zijn. In deze gevallen zijn de best beschermende PBM’s praktisch niet werkbaar en kunnen bij gebruik zelfs een risico met zich meebrengen. Daarnaast wordt soms afgeweken van de geadviseerde PBM’s om de kosten van een reinigingsklus te drukken. In dit soort gevallen loop je tijdens de reiniging een groter risico dan zou moeten. 5. Activiteiten door anderen. Tijdens het werk kunnen andere partijen bezig zijn met herstelwerkzaamheden en ander onderhoud in de ruimte waar de reiniging plaats vindt. Dit brengt een vergroting van risico’s met zich mee. Het kan ook nieuwe risico’s introduceren. De verschillende groepen kunnen elkaar in de weg lopen. Ook wordt bijvoorbeeld de kans op explosie groter als er laswerkzaamheden worden uitgevoerd. Een tweede is dat werkzaamheden door toedoen van anderen kunnen uitlopen. Dit kan leiden tot irritatie, vermoeidheid en haast (vergroting van de werkdruk) onder de reinigers. Op deze manier neemt het risico op ongevallen toe. Waardoor ook het risico op blootstelling aan stoffen groter wordt. 6. Het dragen van PBM’s. Hoe goed PBM’s ook beschermen, uiteindelijk dringen stoffen toch naar binnen (TNO 2001, rapport V3518), ook als je je houdt aan de gebruiksspecificaties. Het is daarom goed om vuile PBM’s regelmatig schoon te maken of te vervangen. 7. Het afbreken, afkoppelen en schoonmaken van de reinigingsapparatuur. Gevaarlijk vuil zit uiteindelijk overal. Het kan achterblijven in of op het materiaal dat voor het reinigen gebruikt wordt. 29
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
8.
Bij het afkoppelen, schoonmaken en opruimen van alle materiaal moeten dus ook voldoende beschermende PBM’s gebruikt worden. Het uittrekken van PBM’s. De gevaarlijke stoffen waar PBM’s tijdens het werk tegen beschermen, zullen na het werk ook op de PBM’s zitten. Als je de PBM’s verwijdert, loop je dus een groot risico om met je handen in contact te komen met gevaarlijke stoffen. Dit kan er uiteindelijk voor zorgen dat je de stoffen ook inslikt. Na het uittrekken van PBM’s volgt namelijk vaak een rook-, koffie- of lunchpauze. Als je handen niet goed gewassen worden is daarom blootstelling door inslikken een risico. Daarnaast kan je ook anderen weer in contact brengen met die stoffen als je na het werk in de auto, de bus of de metro stapt.
Figuur 3.3 3.4.3
Handen wassen. Ook vóór kleine pauzes
Risico’s bij specifieke werkzaamheden
Het is al verschillende malen genoemd dat de eigenschappen van een stof een grote invloed hebben op het gezondheidsrisico dat je loopt bij blootstelling. Er is nog maar weinig aandacht geweest voor de reinigingsactiviteiten zelf. Hoe deze activiteiten een mogelijke blootstelling kunnen beïnvloeden. Hoe dit gebeurt en welke factoren een rol spelen zal hier worden toegelicht. Aan de orde zullen komen: 1. de hoeveelheid en vluchtigheid van de stoffen (en reinigingsmiddelen!) 2. de ventilatie van de werkruimte (open; besloten; laag plafond) 3. de temperatuur van de werkruimte 4. de reinigingsmethode (hoge druk- of vacuümreinigen, handmatig ‘droog’ reinigen, chemisch technisch reinigen) Vluchtigheid Van alle manieren van blootstelling, vormt blootstelling door inademing het grootste risico voor het ontstaan van gezondheidsschade. De kans op blootstelling door inademing is sterk afhankelijk van de vluchtigheid van de stof: hoe makkelijk een stof verdampt. De vluchtigheid bepaalt hoeveel van een stof er maximaal in de lucht aanwezig kan zijn. Dit bepaalt dus ook hoeveel stof je in één keer kan inademen. Even als geheugensteuntje: hoe meer stof waaraan je wordt blootgesteld, hoe groter het gezondheidsrisico. Kort gezegd zou je kunnen stellen dat hoe vluchtiger een stof is, hoe groter de kans dat je de stof inademt. Hoe groter dus het risico dat je gezondheidsschade oploopt. Dit gaat echter niet altijd op. Sommige stoffen zijn zo vluchtig dat ze heel snel uit een vuilmengsel zullen verdampen. Wanneer je te maken krijgt met zulke stoffen kan de kans op blootstelling juist heel klein zijn. Maar dit geldt alleen als het vuil genoeg tijd krijgt om uit te dampen en als de werkruimte goed geventileerd is. Er zijn verschillende manieren waarop je tijdens een reinigingsklus de hoeveelheid stoffen in de lucht kan beïnvloeden: Ventilatie In eerste instantie is er de werkruimte en de ventilatie van de werkruimte. Hoe beter de ventilatie, hoe kleiner de kans dat grote hoeveelheden van een stof zich ophopen in de lucht van de ruimte. In de open 30
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
lucht is de kans op hoge blootstelling door inademing daardoor veel kleiner dan in een kleine besloten ruimte. Temperatuur Daarnaast speelt de temperatuur van de werkruimte een rol bij het risico op blootstelling aan stoffen. De vluchtigheid van een stof is direct afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de vluchtigheid. In warme ruimtes is de hoeveelheid stof in de lucht dus hoger dan in koelere ruimtes. De kans op gezondheidsschade door inademing is daarom ook hoger. Daarbij komt dat de doorbloeding van je lichaam (de huid, de longen) sterker wordt naar mate het warmer wordt. Ook ga je dieper ademhalen en ga je zweten. Bij het zweten gaan je huidporiën open staan. Deze drie factoren (diep inademen, sterke doorbloeding en open huidporiën) zorgen ervoor dat de opname van stoffen door het lichaam (zowel via de longen als via de huid) veel sneller en makkelijker zal verlopen dan onder koudere omstandigheden. Reinigingsmethode Tenslotte is de reinigingsmethode heel belangrijk voor de uiteindelijke blootstelling. Voor het bepalen van het blootstellingrisico moet je je afvragen of je tijdens de reiniging fijne stofdeeltjes, stofwolken of nevels produceert. Dit is het geval als je bezig bent met bijvoorbeeld schuren, borstelen van droog stof, hoge druk (vloeistof) reiniging of het verspuiten van olieresidu. Wanneer je stof opwervelt of door hoge druk(HD) reiniging een nevel vormt, komen namelijk vluchtige én niet-vluchtige (vaste) stoffen in de lucht. Deze stoffen adem je vervolgens in of ze komen op je huid terecht. Op die manier kunnen ook de nietvluchtige (vaste) stoffen in het lichaam belanden en gezondheidsschade aanrichten. Daarnaast zorgt opwerveling en verneveling ervoor dat vluchtige stoffen veel sneller kunnen verdampen. Hierdoor kan de hoeveelheid stoffen in de lucht van het één op het andere moment enorm toenemen. De blootstellingrisico’s voor HD-reinigers zullen daardoor gemiddeld groter zijn dan voor een reiniger die met dezelfde stoffen te maken krijgt maar deze met een (natte) borstel verwijdert. Of voor iemand die een lagere (vloeistof) druk-reinigingstechniek gebruikt. Bij gritstralen kan het toevoegen van een sproeikop om het eind van de straallans of het straalpistool de stofvorming beperken. Ontstaan er geen stofwolken of nevels, dan wordt het gezondheidsrisico aanmerkelijk kleiner. Bijvoorbeeld, bij het opzuigen van vloeistoffen met behulp van een vacuümreinigingsunit.
Een voorbeeld: Doordat de vluchtigheid en de handeling beide invloed hebben op het risico op blootstelling aan stoffen kan je rare situaties krijgen. Stel, een reiniger verwijdert handmatig twee stoffen (A en B) met een borstel. Stof A is nauwelijks vluchtig. Stof B is veel vluchtiger dan A. Tijdens de reiniging vindt niet tot nauwelijks stofvorming plaats doordat er met een natte borstel wordt gewerkt. In dit geval is het blootstellingrisico door inademing voor B veel groter dan voor A. Gebruikt de reiniger geen borstel maar een HD-spuit dan zullen A en B allebei als nevel in de lucht terecht komen. Doordat er een nevel gevormd wordt is het verschil in de hoeveelheid A en B in de lucht veel minder groot dan in het eerste geval. De verandering in de reinigingstechniek zorgt er daarom voor dat het blootstellingrisico door inademing voor A en B veel dichter bij elkaar liggen. Veel dichter dan op grond van hun vluchtigheid zou worden verwacht.
31
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
32
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
4. Arbo-wet en -regelgeving De zorg voor goede arbeidsomstandigheden is geregeld in de arbeidsomstandighedenwet (verder kort Arbo-wet; zie ondermeer http://home.szw.nl). Deze wet is van toepassing op alle werkzaamheden die in georganiseerd verband worden uitgevoerd en geldt voor iedere werkgever en werknemer in Nederland. De Arbo-wet bevat globale regels, waarin bepaald wordt dat ‘de werkplek zo min mogelijk gevaar mag veroorzaken voor de veiligheid en de gezondheid van de werkenden’. De globale inhoud van die wet en de consequenties ervan voor de arbeidsomstandigheden worden in dit hoofdstuk besproken. De Arbo-wet verplicht het invoeren van een Arbo-zorgsysteem, waarin aandacht wordt besteed aan: • Een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E); • Een plan van aanpak om continu te werken aan de vermindering van gezondheidsrisico’s door stoffen; • Veiligheidseisen voor gereedschappen en machines; • Gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen; • Registratie van ongevallen; • Voorlichting en scholing. De KAM-coördinatoren, werkvoorbereiders en werknemers, zijn in hoge mate zelf verantwoordelijk voor de praktische uitwerking van de regels. In het onderstaande wordt eerst de algemene opzet van de Arbo-regelgeving (zoals die in 1998 is vast gesteld) kort beschreven. Daarna worden ook de belangrijkste wijzigingen in de Arbo-wet en het ‘besluit van juli 2005’ beschreven.
4.1
De Arbo-wet ten aanzien van gevaarlijke stoffen
Volgens de Arbo-wet zijn werkgevers verplicht om een arbeidsomstandighedenbeleid te voeren en zodoende ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen. In de Arbo-wet staan vooral algemene bepalingen over het arbo-beleid in een bedrijf: de uitgangspunten van het beleid, de verplichting om een risico-inventarisatie en –evaluatie uit te voeren, de ondersteuning door deskundige diensten en de samenwerking tussen werkgever en werknemers. Een groot deel van de voorschriften in de Arbo-wet, het Arbo-besluit en de Arbo-regeling komt voort uit verplichtingen die de Europese Unie stelt. Voor de Arbo-wet zelf is dit vooral de zogenaamde Kaderrichtlijn (89/391/EEC). Het Arbo-besluit bevat concrete bepalingen, ingedeeld naar onderwerp. De voorschriften in het Arbobesluit zijn algemeen geformuleerd. Waar mogelijk wordt het gewenste resultaat voorgeschreven, en niet de weg waarlangs dat moet worden bereikt. In het Arbo-besluit is onder meer de arbeidshygiënische strategie vastgelegd (zie sectie 4.4). In de Arbo-regeling zijn bepaalde onderdelen uit het Arbo-besluit nader uitgewerkt. Het gaat dan om specifieke bepalingen, bijvoorbeeld over de taken van Arbo-diensten, of het meten van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen en de normen waaraan de blootstelling moet worden getoetst (MAC-waarden; Hoofdstuk 2 en bijlage 3). Aan de Arbo-wet, het Arbo-besluit en de Arbo-regeling zijn beleidsregels gekoppeld. Deze regels bieden concreet houvast bij het toepassen van de wettelijke voorschriften. De Arbo-beleidsregels geven aan hoe het vereiste beschermingsniveau bereikt kan worden, maar het zijn geen algemeen bindende voorschriften. Dit wil zeggen dat werkgevers op een andere manier invulling mogen geven aan de wettelijke voorschriften, zolang het gestelde minimumbeschermingsniveau maar wordt bereikt. In de Beleidsregels
33
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
wordt regelmatig verwezen naar normen, zoals de NEN-normen, bijvoorbeeld naar NEN 689 met betrekking tot de toetsing van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen aan de blootstellingsnormen (zie bijlage 3). Arbo-informatiebladen (AI-bladen) De Arbo-informatiebladen, die onder toezicht van het Ministerie van SZW door Sdu Uitgevers worden uitgegeven, bevatten toegankelijke informatie over de manier waarop werkgevers en werknemers in de praktijk met de wetgeving en regels op het terrein van de arbeidsomstandigheden kunnen omgaan. Formeel hebben de AI-bladen geen wetskracht. Enkele AI-bladen die voor het thema gevaarlijke stoffen in de industriële reiniging en scheepsonderhoud interessant (kunnen) zijn: - AI 5, Veilig werken in besloten ruimten - AI 6, Werken met kankerverwekkende stoffen of processen - AI 14, Bedrijfsruimten; inrichting, transport en opslag - AI 19, Industriële verfverwerking - AI 23, Toxische stoffen in de houtverwerkende industrie - AI 26, Veiligheidsinformatiebladen
Enkele bepalingen uit de Arbo-regelgeving die voor de industriële reiniging en scheepsonderhoud specifiek van belang zijn, worden hieronder nader toegelicht. Maar eerst volgt nog een korte toelichting op recente wijzigingen in de Arbo-wet.
4.2
Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E) en Plan van Aanpak (PvA)
De Arbo-wet gaat ervan uit dat verbetering van de arbeidsomstandigheden niet alleen ter plekke moet gebeuren, maar ook een vast onderdeel moet zijn van de bedrijfsvoering. Het Arbo-beleid staat of valt met het in kaart brengen van de risico's. Alle bedrijven moeten daarom een zogenaamde risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) maken (art. 5). Bij elke verandering in het bedrijf of in de werkwijzen moeten deze risico's opnieuw onder de loep worden genomen. Daarom is het aan te bevelen om vooraf te bedenken of veranderingen gevolgen hebben voor de arbeidsomstandigheden. Achteraf verbeteringen aanbrengen is immers vaak kostbaarder en moeilijker. Wat betreft het thema ‘gevaarlijke stoffen’, zal de RI&E inzicht moeten geven in de vragen wie waar, wanneer en hoe lang aan welke stoffen worden blootgesteld, en hoe hoog deze blootstelling is. Artikel 4.2 van het Arbo-besluit en Arbo-beleidsregel 4.2-1 geven nadere eisen waaraan de RI&E voor gevaarlijke stoffen moet voldoen. Dit wordt in paragraaf 4.1.3 nader uitgewerkt (zie ook Van Broekhuizen & Terwoert, 2004; Oplosmiddelen, hoofdstuk 5). In aansluiting op de RI&E moet een Plan van Aanpak worden gemaakt, waarin concrete plannen worden vastgelegd die de arbeidsomstandigheden in de organisatie - waar nodig - moeten verbeteren. De uitvoering van het plan van aanpak moet in het bedrijf worden bewaakt, ook door de werknemers of door de ondernemingsraad. Als het goed is, wordt bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden steeds gewerkt binnen de volgende cyclus: • risico's inventariseren • plan van aanpak maken
34
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
• uitvoeren • controleren • opnieuw risico's inventariseren Pas als deze cyclus regelmatig wordt doorlopen, is er sprake van een systematische aanpak van de arbeidsomstandigheden. 4.2.1
Eisen aan de RI&E ten aanzien van gevaarlijke stoffen
Onderdeel van de verplichte RI&E is een inventarisatie van de gevaarlijke stoffen (en producten) die in het bedrijf worden gebruikt en de blootstelling daaraan (Arbo-besluit art. 4.2; Arbo-beleidsregel 4.2-1). Onder ‘gevaarlijke stoffen’ wordt hierbij in ieder geval verstaan: • Stoffen die volgens de Wet milieugevaarlijke stoffen geclassificeerd zijn als ‘gevaarlijk’. • Stoffen met een bestuurlijke of wettelijke grenswaarde (MAC-waarde; zie bijlage 3). Vastgelegd moet worden: • De identiteit van de gevaarlijke stof of het product (chemische naam, CAS-nummer en/of EINECS nummer, handelsnaam, en bij producten het gewichtspercentage van de stoffen die onder de registratieplicht vallen); • De aard van de gevaren: veelal de R-zinnen (‘Risico-zinnen’) van de stof of het product, zoals die op het etiket en in het Veiligheidsinformatieblad zijn vermeld) • De wijze van mogelijke blootstelling • “Het werk of de werkwijze die met de blootstelling verband houdt”. Voor (gevaarlijke) stoffen of producten die ‘met enige regelmaat’ worden toegepast, moet in de RI&E tevens worden aangegeven: • Welke maatregelen zijn genomen om de gezondheidsrisico’s te beheersen; • Welke ‘redelijkerwijs te voorziene gebeurtenissen’ (calamiteiten, ongevallen) zouden kunnen leiden tot een aanzienlijk verhoging van de blootstelling. Toetsing van de mate van blootstelling aan de grenswaarden kan plaatsvinden door middel van zowel metingen als onderbouwde schattingen. Men wordt geacht aan de wet te voldoen wanneer de toetsing is uitgevoerd volgens de methode die wordt beschreven in de norm NEN-EN 689 (1995), of volgens een methode die daaraan gelijkwaardig is (veel meer hierover kunt u vinden in Van Broekhuizen & Terwoert, 2004; Oplosmiddelen, hoofdstuk 5). Aanvullende gegevens kankerverwekkende en reproductietoxische stoffen (Arbobesluit art. 4.2a) Voor kankerverwekkende stoffen en stoffen die schadelijk zijn voor de voortplanting (reproductietoxische stoffen) gelden aanvullende verplichtingen. In aanvulling op de algemene gegevens voor gevaarlijke stoffen, moet worden vermeld: - De reden van gebruik van de stof, en de reden waarom alternatieven niet mogelijk zijn. - De hoeveelheid van de stof die jaarlijks wordt verwerkt - Het soort werk dat met de stof wordt verricht - De manier waarop blootstelling kan plaatsvinden - Het aantal werknemers dat blootgesteld kan worden - De maatregelen die genomen zijn ter voorkoming van blootstelling. Het Ministerie van SZW publiceert een lijst met kankerverwekkende en reproductietoxische stoffen die onder deze aanvullende verplichtingen vallen (zie http://home.szw.nl).
35
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
4.3
Wijzigingen Arbo-wet en –besluit
Per 1 juli 2005 is de Arbo-wet gewijzigd met betrekking tot het onderwerp deskundige ondersteuning. De wijzigingen hebben betrekking op veranderingen in de Arbo-wet zélf, maar ook de bepalingen over Arbodiensten in het Arbo-besluit zijn gewijzigd. Bedrijven mogen per 1 Juli 2005 zelf beslissen hoe ze de preventie en begeleiding van ziekteverzuim regelen. Voorheen namen ze daar verplicht een Arbo-dienst voor in de arm. Met instemming van vakbonden, ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, mag een branche of bedrijf dat nu ook zelf doen of een andere partij hiervoor inschakelen. Bedrijven kunnen de Arbo-dienstverlening aan passen aan de omstandigheden en mogelijkheden van het bedrijf. Als branches en ondernemingen geen gebruik maken van een Arbo-dienst, moeten ze er wel voor zorgen dat de Arbo-dienstverlening met voldoende kennis van zaken wordt aangepakt. Zo moet er bijvoorbeeld altijd een contract zijn met een bedrijfsarts voor begeleiding van ziekteverzuim. Ook worden eisen gesteld aan de deskundigheid van degene die de zogenoemde risico-inventarisatie en evaluatie toetst. Omdat voor kleine bedrijven de kosten van een toets door een Arbo-deskundige naar verhouding hoog zijn, mogen bedrijven met minder dan tien werknemers werken met een standaard checklist voor de risico-inventarisatie en -evaluatie, als die in de CAO wordt vastgelegd. De verplichte toets van dit document mag dan achterwege blijven. Daarnaast hebben de Arbo-diensten een eenvoudigere (en dus goedkopere) toets afgesproken voor bedrijven met minder dan 26 werknemers die met zo'n standaard checklist werken. Bij de eenvoudige toets blijft bijvoorbeeld een bedrijfsbezoek in principe achterwege. Tot slot moeten bedrijven meer gebruikmaken van deskundigheid in het bedrijf zelf bij de zorg voor goede arbeidsomstandigheden en het voorkomen van ziekteverzuim. Werkgevers moeten zich laten bijstaan door één of meer deskundige werknemers die aandacht besteden aan veiligheid en gezondheid bij de dagelijkse werkzaamheden. Bij kleinere bedrijven (met minder dan 15 werknemers) mag de deskundige ook de werkgever zijn. In de risico-inventarisatie en -evaluatie van het bedrijf moet staan hoe deskundig werknemers of de werkgever moeten zijn. Voor de toetsing van de risico-inventarisatie en -evaluatie mag een bedrijf in overleg met vertegenwoordigers van het personeel beargumenteerd afzien van 'eigen expertise'. De Arbeidsinspectie kan toetsen of dat om de goede redenen is gebeurd. Het bedrijf zal dan wel deskundige ondersteuning van buiten het bedrijf moeten inhuren.
4.4
Vier niveaus van het Arbo-besluit; de Arbeidshygiënische strategie
In de Arbo-wet staan richtlijnen voor het werken met gevaarlijke stoffen. Het Arbo-besluit richt zich op industriële activiteiten en geeft vrij nauwkeurig aan hoe een werkruimte ingericht moet worden. Het geeft ook aan hoe veiligheidssignalering moet plaatsvinden en hoe er veilig gewerkt kan worden met gevaarlijke stoffen. In het Arbo-besluit staat dat maatregelen ter bescherming van veiligheid, gezondheid en welzijn zo dicht mogelijk bij de bron moeten worden genomen: • niveau 1, beperking van de uitstoot; • niveau 2, industriële ventilatie; • niveau 3, afscherming van de mens; • niveau 4, persoonlijke bescherming. Deze niveaus hebben duidelijk een rangorde. Eerst moeten maatregelen op het eerste niveau worden genomen. Is dit niet mogelijk of is geen verbetering op dit niveau te bereiken, dan moet het bedrijf aanvullende maatregelen nemen op het volgende niveau en eventueel navolgende niveaus, tot het vierde
36
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
niveau is bereikt. Deze voorkeursvolgorde in het treffen van beheersmaatregelen wordt aangeduid met de term ‘arbeidshygienische strategie’. In de volgende paragrafen wordt deze wat nader toegelicht. Als er echter redelijkerwijs van het bedrijf niet verlangd kan worden, maatregelen te nemen op het hoogste niveau, dan mag het (gedeeltelijk en tijdelijk!) uitwijken naar het eerstvolgende niveau (dit wordt ook wel de redelijkheidsclausule genoemd). Er moeten daarbij wel belangrijke redenen worden aangegeven. Een tijdelijke zwakke bedrijfseconomische situatie bijvoorbeeld, kan reden zijn voor uitstel van maatregelen. Niet van afstel. Ook persoonlijke beschermingsmiddelen worden beschouwd als tijdelijke maatregel, die slechts is toegestaan zolang maatregelen op een hoger niveau niet mogelijk zijn. Voor sommige stoffen is de redelijkheidsclausule echter aan banden gelegd. Bij kankerverwekkende stoffen bijvoorbeeld, is deze alleen toepasbaar op grond van technische haalbaarheid en niet van economische haalbaarheid. Bij de te nemen maatregelen moet het bedrijf zich houden aan de algemeen bekende stand der techniek en aan wat in de bedrijfstak gebruikelijk is. De arbeidsinspectie kan beoordelen of de wet goed is toegepast en of de werkgever terecht een beroep heeft gedaan op de redelijkheidsclausule. 4.4.1
Beperking van de uitstoot
Uitgangspunt van het Arbo-beleid is het voorkomen van risico's, bij voorkeur door het probleem bij de bron aan te pakken. In geval van gevaarlijke stoffen wordt hiermee in de eerste plaats gedoeld op vervanging van de stof of het product door een minder schadelijk product. Voorkomen dat er vuil en stof met daarin gevaarlijke stoffen gevormd wordt, is de beste bescherming van de gezondheid. Soms kunnen relatief eenvoudige technische en organisatorische maatregelen al voor een groot deel voorkomen dat er gevaarlijke stoffen uit vuil (en stof) vrijkomen. Bijvoorbeeld door in een productie proces andere grondstoffen te gebruiken, door bij reiniging andere reinigingsmiddelen te gebruiken, of door de reinigingsmethode van een gesloten systeem toe te passen. Wanneer maatregelen aan de bron niet mogelijk zijn (en dat is bij de industriële reiniging en scheepsonderhoud vaak het geval) moet de oplossing gezocht worden in een maatregel gericht op alle betrokken werknemers. Ventilatie en locale afzuiging, en in tweede instantie scheiding van mens en bron worden hierbij onderscheiden. 4.4.2
Industriële ventilatie
Kan uitstoot van giftige stoffen niet genoeg beperkt worden, dan moet er voorkomen worden dat er op de werkplek te hoge concentraties van gevaarlijke stoffen uit vuil (en stof) ontstaan. Met ventilatie wordt verontreinigde lucht afgezogen en schone lucht aangevoerd. Plaatselijke afzuiging van gevaarlijke stoffen (in de lucht of als vloeistof) heeft de voorkeur. Voorbeelden hiervan zijn afzuigsystemen die op schuurmachines zijn gemonteerd en het open laten staan van deuren of voortzetting van geforceerde ventilatie buiten werktijden. 4.4.3
Afscherming van de mens
Vervolgens kan de werknemer (of omstanders) afgeschermd worden van de vuilbron. Het gaat hierbij vooral om organisatorische maatregelen, zoals het verminderen van het aantal blootgesteld personen. Een voorbeeld hiervan is het werken in aparte ruimten waar stoffig werk wordt gedaan, of het werken met automatische spuit installaties in tanks. Ook kan door de werktijd te beperken soms de tijdsduur dat individuele werknemers worden blootgesteld verminderd worden. Door het rouleren van taken bijvoorbeeld, kan voorkomen worden dat iemand continu met bepaalde gevaarlijke stoffen in contact komt, en wordt de blootstellingsduur beperkt.
37
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
4.4.4
Persoonlijke bescherming
Pas als het gevaar ook daarmee niet kan worden weggenomen (niveau 1, 2 en 3 leveren onvoldoende resultaat op) mag gezocht gaan worden naar andere preventieve oplossingen, zoals het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld handschoenen en adembescherming. Werknemers hebben de plicht om de ter beschikking gestelde beschermingsmiddelen ook daadwerkelijk te gebruiken. Het toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen is volgens het Arbo-besluit alleen toegestaan als tijdelijke maatregel, zolang maatregelen op een hoger niveau niet mogelijk zijn. Verder moet de duur dat werknemers persoonlijke beschermingsmiddelen moeten dragen beperkt worden tot het strikt noodzakelijke (maar natuurlijk wel zolang er kans is op blootstelling aan gevaarlijke stoffen). De mogelijkheden voor persoonlijke bescherming wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 5.
4.5
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
De volgende personen en instanties zijn verantwoordelijk voor de naleving van de Arbo-wet: • Werkgevers • Preventiemedewerker • Werknemers / reinigers • Opdrachtgevers Iedere betrokkene heeft zijn eigen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van arbeidsomstandigheden. Hierover moeten voorafgaand aan de werkzaamheden afspraken worden vastgelegd. In de onderstaande opsomming is weergegeven hoe de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de praktijk verdeeld kunnen worden. Per bedrijf en zelfs per project kunnen deze afspraken verschillen. De werkgever is verplicht: • een beleid op te stellen om ongelukken en onveilige of ongezonde situaties te voorkomen; • een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) op te stellen en een plan van aanpak voor de vastgestelde risico’s; • ervoor te zorgen dat de KAM coördinatoren, werkvoorbereiders en werknemers /reinigers voldoende advies krijgen; • ervoor te zorgen dat er voldoende geld en middelen beschikbaar zijn om een veilige uitvoering van het werk mogelijk te maken; • ongevallenanalyses op te stellen en maatregelen te treffen om ongelukken te voorkomen; • een WA en ongevallenverzekering af te sluiten voor de werknemers /reinigers, KAM coördinatoren en werkvoorbereiders; • de KAM coördinatoren en werkvoorbereiders te begeleiden en te stimuleren. De werkgever mag: • bepaalde werkzaamheden of opdrachten weigeren; • bepaalde werknemers schorsen of weigeren; De preventiemedewerker (KAM coördinator, werkvoorbereider, e.d.) is verplicht: • in het bezit te zijn van de juiste opleiding en kennis • leiding te geven aan de werknemers / reinigers • voor elke opdracht een risico-inventarisatie en –evaluatie te maken en een plan van aanpak voor vastgestelde risico’s op te stellen; • te zorgen voor veilig gereedschap en hulpmiddelen;
38
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
• •
toezicht te houden op het juiste gebruik van gereedschappen, hulpmiddelen en benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen voor de werknemers / reinigers; ongevallen en onveilige toestanden te registreren en te melden.
De preventiemedewerker (KAM coördinator of werkvoorbereider, e.d.) mag: • het werk stilleggen op het moment dat er gevaar bestaat voor mens en milieu (of dat dit vermoeden bestaat); • de werkzaamheden stoppen die een bepaalde werknemer uitvoert, als die gevaar opleveren voor de veiligheid, gezondheid of welzijn van de andere werknemers, reinigers of omstanders; • werknemers schorsen of weigeren op grond van onveilig gedrag, onvoldoende kennis en ervaring, een slechte gezondheid of onvoldoende alertheid; Werknemers / reinigers zijn verplicht: • in het bezit te zijn van de juiste opleiding en kennis • de beschikbaar gestelde gereedschappen en hulpmiddelen op een veilige manier te gebruiken; • tijdens het werk altijd de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken; • de eigen gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen te onderhouden; • bij het uitvoeren van taken de eigen veiligheid en die van anderen in acht te nemen; • directe instructies van de KAM coördinator, werkvoorbereider of voorman op te volgen; • ongevallen en onveilige situaties te melden; • uitgerust op de werkplek te verschijnen. Werknemers / reinigers mogen: • het werk stilleggen op het moment dat er gevaar bestaat voor mens en milieu (of dat het vermoeden hiertoe bestaat). Opdrachtgevers zijn verplicht: • een werkvoorbereider/toezichthouder aan te wijzen met de juiste opleiding en kennis • een duidelijke taak of opdracht op te stellen; • bijzonderheden te vermelden over de werkzaamheden, voor zover deze van invloed kunnen zijn op de veiligheid, waaronder de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen op de werkplek; • zorg te dragen voor de veiligheid van mens en milieu op de locatie waar de werkzaamheden plaatsvinden. Opdrachtgevers mogen: • bepaalde werkzaamheden schorsen of stilleggen; • bepaalde opdrachten intrekken; • bepaalde werknemers verwijderen van het terrein of de toegang weigeren.
4.6
Voorlichting en opleiding
Artikel 4.10e van het Arbo-besluit schrijft voor dat aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar bestaat voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen voorlichting en onderricht wordt gegeven. Hierbij dient ten minste aandacht te worden besteed aan: a. de mogelijke gevaren voor de gezondheid die zijn verbonden aan het werken met gevaarlijke stoffen; b. de aard van de blootstelling; c. de grenswaarden en de maatregelen bij overschrijding van deze waarden; d. de te treffen voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen of te beperken; e. de te treffen voorzorgsmaatregelen om zoveel mogelijk ongelukken te voorkomen; f. de hygiënische maatregelen; 39
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
g. het dragen en gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen; h. de te nemen maatregelen als zich een ongeluk met gevaarlijke stoffen voordoet. De werknemers dienen kennis te kunnen nemen van de (wettelijk verplichte) informatie over de veiligheid en gezondheid die door de leverancier van een gevaarlijke stof wordt verstrekt. De wijze van voorlichting en onderricht moet worden afgestemd op de resultaten van de risicobeoordeling en indien nodig worden geactualiseerd. Het hebben van aandacht voor de omgang met risico’s van stoffen kan worden besproken tijden de werkvoorbereiding en toolbox meetings. Om de deskundigheid te vergroten worden in de sector verschillende opleidingen en trainingen aangeboden waarvoor ook certificaten worden afgegeven. Enkele voorbeelden van (VGWM) opleidingen, certificaten en instructies: - Veiligheids Checklist Aannemers: VCA Basisveiligheid (VCA*); VCA Veiligheid Operationeel Leidinggevenden (VCA**) - Druk Vacuüm Reiniging: Druk Vacuum Machinist (DVM); Deskundig Toezichthouder - Druk Vacuümreiniging (DT-DV) - Hoge Druk Vloeistof Reiniging: Deskundig Toezichthouder - Hoge Druk Reiniging (DT-HD); Hoge Druk Spuiter (HDS); Hoge Druk Machinist (HDM); Senior Hoge Druk Machinist (SHDM); Hoge Druk Keurmeester (HDK) - Chemisch Technisch Reinigen: Chemisch Technisch Reiniger (CTR) - Adembescherming niveaus: A; B1; B2; C (ademlucht specialist) - Flensmonteur E.B.B.; hogedruk flensverbinding - Instructie mangatwacht; instructie brandgatwacht - Rigger; Veilig Verplaatsen van Lasten (VVL); Veilig werken met heftruck - KAM-coordinator; HSE toezichthouder; bedrijfshulpverlening Voor meer informatie over diverse functiegerichte opleidingen en taakgerichte trainingen in de sector zie o.a.: www.industriele-reiniging.pagina.nl, of www.sir-safe.nl
40
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
5. Maatregelen tegen vuil Dat je altijd en overal met vuil te maken hebt en dat vuil in de werkomgeving nadelig kan zijn voor je gezondheid, zal na de voorgaande hoofdstukken duidelijk zijn. Als mogelijke gezondheidsrisico’s met de eerste drie niveaus van de arbeidshygiënische strategie niet kunnen worden weggenomen, kan overwogen worden persoonlijke beschermingsmiddelen te verstrekken. Maar je kunt ook heel wat zelf doen om ervoor te zorgen dat blootstelling aan gevaarlijke stoffen uit vuil zo klein mogelijk wordt gehouden. Deels door ervoor te zorgen dat je je verantwoordelijkheden neemt en zelf goed beschermd bent (zie paragraaf 5.1 en 5.2), maar ook door de risico’s die je loopt op blootstelling aan stoffen goed in kaart te brengen (zie paragraaf 5.3). Desondanks kan je altijd in een situatie terecht komen waarin je het gevoel (of de overtuiging) hebt dat de arbeidsomstandigheden te wensen overlaten. In Paragraaf 5.4 worden diverse suggesties gedaan wat je in dat soort situaties kunt doen.
5.1
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Het lichaam kan in verschillende werksituaties met stoffen in aanraking komen en deze opnemen door inademen, inslikken of opname via de huid en de ogen. Bij gevaarlijke stoffen kan dit allerlei schadelijke gevolgen voor de gezondheid hebben (zie Hoofdstuk 2). Bij de werkvoorbereiding moet altijd de meest veilige en efficiënte werkmethode worden gekozen. Eerst moeten alle risico’s goed worden geïnventariseerd en geschat. Het is belangrijk dat de kans op blootstelling aan gevaarlijke stoffen in eerste instantie zoveel mogelijk aan de bron wordt aangepakt. Pas als beperking van de uitstoot, ventilatie en afscherming onvoldoende helpen, kan er uiteindelijk gekozen worden voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). PBM’s maken het werk namelijk vaak zwaarder of lastiger. Het dragen van een gelaatsmasker bijvoorbeeld, maakt het ademen zwaarder, belemmert het praten met collega’s en bemoeilijkt het werken in kleine ruimten. Een PBM beschermt (gedragen of vastgehouden) het lichaam tegen veiligheids- of gezondheidsrisico's op het werk. De KAM coördinator of voorman kiest op basis van de specifieke gevaren bij verschillende werksituaties de juiste PBM’s. Hierbij is ook het type materiaal van de PBM van belang. De PBM moet bestand zijn tegen de te verwijderen stof(fen) en eventuele reinigingsmiddelen. Het is daarom aan te raden de uiteindelijke keuze af te stemmen met de opdrachtgever. Deze zal in veel gevallen namelijk ook de reinigings- en onderhoudsmiddelen voorschrijven, en maatregelen of aanvullende PBM’s eisen. Bijvoorbeeld bij het werken in besloten ruimte, het gebruik van adembescherming of gaspakken. Daarnaast gelden voor sommige stoffen specifieke veiligheidseisen en/of speciale voorschriften. Elke werknemer is verplicht de voorgeschreven beschermingsmiddelen te dragen en de gegeven instructies op te volgen. PBM’s moeten aan een aantal eisen voldoen; ze moeten: • een goede bescherming bieden tegen de gevaarlijke stoffen waaraan blootstelling plaats vindt; • geschikt zijn voor de omstandigheden op de arbeidsplaats en geen nieuw gevaar kunnen veroorzaken; • een goed draagcomfort en een passende maat hebben; • een CE-merkteken dragen, en volgens Europese normen (CEN of NEN-EN-normbladen) gemaakt en gekeurd zijn; • een gebruikershandleiding hebben die uitlegt hoe en waarvoor ze precies bescherming bieden. Training en voorlichting over de PBMs zijn belangrijk voor een goed gebruik ervan. Onderstaand overzicht van PBM’s is ontleend aan ondermeer de SIR handboeken (meer informatie is beschikbaar via http://persoonlijkebeschermingsmiddelen.pagina.nl)
41
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Lichaam; bedrijfskleding Een overall is strikt genomen geen PBM, maar behoort tot de standaard werkuitrusting tijdens het werk in de industriële reiniging en scheepsonderhoud (altijd een schone aantrekken en eventueel bij zeer smerig werk tijdens een reinigingsklus vervangen). Een zuuroverall of zuurpak biedt bescherming tegen morsen met zuren en logen. Daaroverheen kan bij de omgang met geconcentreerde agressieve chemicaliën (in vloeibare vorm) een voorschoot worden gedragen. Een gaspak, een volledig gesloten pak van resistent materiaal met een eigen luchtvoorziening, of aangesloten op een ademluchtvoorziening. Het wordt gedragen bij het werken met gevaarlijke gassen, dampen nevels of stof, of bij kans op morsen van waterstoffluoride. Een olie- of waterpak biedt bescherming tegen olie of water in onder andere (kleine) kruipruimten. Deze pakken zijn, afhankelijk van de werkomgeving, in verschillende kwaliteit te krijgen. Bij hoge druk vloeistof reinigen biedt een spuitpak volledige bescherming tegen nat worden. Het is bestand tegen de eigenschappen van het spuitwater, de verontreinigingen die worden verwijderd en, indien van toepassing, ook tegen de toevoegingen (bijvoorbeeld oplosmiddelen). Hand- en armbescherming Handschoenen moeten passend, comfortabel en sterk zijn, voldoende houvast geven, en bij voorkeur dun en soepel zijn, zodat ze de beweging van je handen niet belemmeren en goed aansluiten op de werkkleding. Ze dienen te beschermen tegen kleine verwondingen, hitte of kou en tegen opname van stoffen door de huid. Het materiaal waarvan de handschoenen gemaakt zijn, moet afgestemd zijn op de stoffen waarmee wordt gewerkt en de werkomstandigheden. Van kunststof handschoenen bestaan verschillende types. Deze zijn gemaakt van verschillende soorten materiaal en bieden bescherming tegen verschillende soorten gevaarlijke stoffen. (zie voor informatie over de te gebruiken materiaal soort voor een bepaalde stof de betreffende VIB of Chemiekaart). Voet- en beenbescherming Schoenen en laarzen die volgens de NEN-EN norm voor veiligheidsschoeisel zijn geproduceerd, zijn herkenbaar aan het CE-merkteken. De mate van bescherming wordt weergegeven in klassen (1, 2 en 3). Veiligheidsschoenen met stalen binnenzool en stalen neus behoren tot de standaard werkuitrusting. Deze beschermt tegen stoten of vallende voorwerpen. Ook beschermt de schoen tegen hitte, kou en vocht, een ruwe of gladde ondergrond en kortstondig contact met chemicaliën. Ook veiligheidslaarzen zijn vloeistofdicht en hebben een stalen binnenzool en stalen neus. Ze moeten worden gedragen bij het hanteren van geconcentreerde vloeibare agressieve chemicaliën. Bij het werken met vloeistoffen bieden laarzen (met een hoogmodel) de beste bescherming. Spuitlaarzen voor hoge druk vloeistof reiniging moeten bescherming bieden tegen de hoge druk waterstraal aan de bovenkant, binnenzijde en de hiel van de voet. Ze moeten ook voldoende grip hebben op de natte (en soms gladde) ondergrond waarop wordt gewerkt. Adembescherming Als er bij de werkzaamheden op de werkplek gassen, dampen, nevels of (fijn) stof vrijkomen is het afhankelijk van de situatie nodig om een snuitje, half- of volgelaatsmasker te dragen om te voorkomen dat gevaarlijke stoffen door inademing in het lichaam kunnen komen. Een stofmasker P1 (snuitje) bedekt neus en mond, en biedt bescherming tegen lage concentraties grof stof. Het is niet geschikt voor fijnstof, gevaarlijke stoffen of stof dat uit materiaal bestaat waarvoor een MAC waarde is vastgesteld. Stofmasker P2 kan uitgevoerd zijn als half of volgelaatsmasker (met filterbus). Het biedt bescherming tegen schadelijke maar niet tegen giftige stoffen. Stofmasker P3 is alleen zinvol te gebruiken in combinatie met een volgelaatsmasker. Het biedt bescherming tegen giftige stoffen, asbest, kwarts, carcinogene stoffen, sporen en bacteriën.
42
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Gasfilter ABEK wordt gedragen bij aanwezigheid van gevaarlijke of hinderlijke gassen in lage concentraties. Het kan alleen worden gebruikt als dat volgens de regels van de opdrachtgever en naar het oordeel van de toezichthouder van het CT-reinigingsbedrijf verantwoord is. Een verse luchtkap of perslucht voorziening zijn omgevingsafhankelijke PBM’s voor besloten ruimten. Ze kunnen soms in combinatie met een gaspak worden gedragen. Oog- en gelaatsbescherming Als kleine deeltjes (deeltjes van coatings, stof, zand, metaal, of glassplinters) of vloeistof spatten je ogen kunnen verwonden of aantasten, dan zal een veiligheidsbril, dicht (plexiglas) vizier of gelaatsscherm nodig zijn. Bij de omgang met schadelijke stoffen moet een ruimzichtbril (chemiebril of overzetbril) worden gedragen. Deze heeft een volledig op de huid aansluitende rand, is voorzien van ventilatie en is spatdicht. Een gelaatsscherm kan bevestigd worden aan een helm. Het dient gedragen te worden in situaties waarbij er kans is op opspattende vloeistof of vaste deeltjes. Dit kan in combinatie met een chemiebril of gasmasker bij het hanteren van enkele zeer gevaarlijke stoffen in geconcentreerde vorm. Een volgelaatsscherm wordt gedragen volgens voorschrift in situaties waarbij er kans is op contact met gassen en dampen in een concentratie die de MAC-waarde overschrijdt. Hoofd- en gehoorbescherming Een veiligheidshelm van kunststof met geldig keurmerk is bij industriële- en scheepsreiniging verplicht. Een helm biedt het hoofd bescherming tegen stoten of vallende voorwerpen, maar ook tegen spatten of lekkende stoffen. Gehoorbescherming moet worden gedragen bij hinderlijk lawaai en wanneer het geluidsniveau van 80 dBA op 1 m afstand van de geluidsbron wordt overschreden. Bij werkzaamheden zoals stralen met hoge druk of grit, is het dragen van oorkappen, oordopjes of otoplastieken van belang. Als voorbeeld is een overzichtstabel gegeven met informatie over toepassingen van een aantal PBM’s. Deze volgt in grote lijnen de opzet van de SIR handleidingen Chemisch Technisch Reinigen Toepassing verplichte PBM’s voor werksituaties bij Chemisch Technisch Reinigen Tabel: 4.1
Opbouw-fase Geen chemicaliën aanwezig tot aan het moment van koppelen aan het systeem dat gereinigd moet worden en/of chemicaliën worden toegevoegd aan de installatie
Vul-fase Het doseren en/of toevoegen van chemicaliën aan het reinigingssysteem
Reinigings-fase en/of Ontmantelingsfase
Zuuroverall + voorschoot1) Kunststof handschoenen, Bescherming gevend tegen het soort chemicaliën dat gehanteerd wordt
Zuuroverall
Reinigings-fase en/of Ontmantelingsfase Van installaties waarin kunnen voorkomen - Waterstoffluoride - Fluoride oplossingen - Hydrazine - Salpeterzuur - Zwavelzuur
Vul-fase Het doseren en/of toevoegen van chemicaliën aan het systeem, te weten: - Waterstoffluoride - Fluoride oplossingen - Hydrazine - Salpeterzuur - Zwavelzuur
Bescherming: Lichaam, Overall kleding Handen, Leren armen handschoenen
Zuuroverall + voorschoot3) Kunststof Kunststof handschoenen, handschoenen, Bescherming gevend Bescherming gevend tegen het soort tegen het soort chemicaliën dat chemicaliën dat gehanteerd wordt gehanteerd wordt
Zuurpak Kunststof handschoenen, Bescherming gevend tegen het soort chemicaliën dat gehanteerd wordt
43
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Voeten, benen
Veiligheidsschoenen
Veiligheidsschoenen
Adem
Indien stof aanwezig (waarvoor geen MAC-waarde geldt): Stofmasker Veiligheidsbril
Volgelaatsmasker met filterbus (indien chemicaliën vloeibaar zijn) Volgelaatsmasker
Veiligheidsbril
Helm2) Gehoorbescherming4)
Helm Gehoorbescherming4)
Helm Gehoorbescherming4)
Ogen, gelaat
Hoofd, oren
Reinigings-fase: Veiligheidsschoenen Ontmantelingsfase: Veiligheidslaarzen
Veiligheidsschoenen
Veiligheidsschoenen
Reinigings-fase: Geen Ontmantelingsfase: Gelaatssherm Reinigings-fase: Veiligheidsbril Ontmantelingsfase: Ruimzichtbril Helm Gehoorbescherming4)
Volgelaatsmasker met filterbus
Volgelaatsmasker
Helm Gehoorbescherming4)
Bij hanteren/doseren/uitschenken van chemicaliën. Voorschoot is niet nodig als zuurpak wordt gedragen. In beitserijen en beitshallen waar ook hijswerktuigen wordt gewerkt, wordt het gebruik van een helm geadviseerd. 3) In de ontmantelingsfase te dragen. 4) In geval van hinderlijk lawaai en/of geluidsniveau hoger dan 80 dBA. Opmerking: Altijd controleren of de uitgangspunten van dit schema passen op de werkelijke situatie. De werkelijke situatie kan noodzaken tot gebruik van PBM’s en/of PBM’s met hogere bescherming. 1) 2)
5.2
Algemene arbeidshygiënische adviezen
Ondanks het dragen van PBM’s houd je de risico’s op blootstelling aan stoffen tijdens het werk zo klein mogelijk wanneer je je op een hygiënische manier gedraagt. Hieronder volgen daarom een aantal algemene arbeidshygiënische adviezen die je kunnen helpen om de werkomgeving en je werk zo veilig mogelijk te maken en te houden. Aandacht voor omgaan met stoffen: 1. Lees altijd het etiket van de stof waarmee je werkt. Daarop vindt je informatie over de eventuele aandoeningen die het gevolg kunnen zijn van contact met die stoffen. Volg de veiligheidsaanbevelingen op en gebruik de juiste dosering. 2. Als er geen etiket op de verpakking zit, ga dan na of de stof uit grotere verpakkingseenheid komt. Kijk vervolgens of daar wel een etiket op zit. Als dat niet het geval is, informeer dan bij je chef of werkgever met wat voor stof je werkt, wat de samenstelling is, hoe je er me om moet gaan en welke gezondheidsrisico’s je loopt bij het werken met deze stof. Vraag ook of het dragen van bepaalde werkkleding of persoonlijke beschermingsmiddelen nodig is. 3. Het is het beste om de minst schadelijke stoffen te gebruiken en om alleen die producten te kopen, waarvan de leverancier voldoende informatie verstrekt over de gezondheids risico’s (de fabrikant en leverancier hebben de plicht die informatie te geven). Door een verstandig inkoopbeleid van bedrijven kunnen fabrikanten aangezet worden om steeds te blijven zoeken naar de minst schadelijke stoffen. 4. Meng nooit stoffen met elkaar als je niet weet wat hier de gevolgen van zijn. Er kunnen ondermeer gevaarlijke gassen of dampen ontstaan. 5. Zorg dat er niet meer gevaarlijke stoffen op de werkplek zijn dan voor dagelijks gebruik nodig is. Aandacht voor de persoonlijke bescherming: 6. De werkgever dient de arbeidsomstandigheden van de werknemers zo gezond mogelijk te maken en beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen om veilig te kunnen werken. De werkgever dient training te (laten) verzorgen.
44
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
7. De werkgever moet er voor zorgen dat PBM’s in goede staat verkeren. Regelmatig onderhoud, schoonmaken na gebruik en schone, afgesloten opslag (niet te warm, te koud of te vochtig) zijn belangrijk voor het in een goede conditie houden van de PBM’s. Maak hier goed gebruik van; ook jijzelf bent daarvoor verantwoordelijk. 8. Instructies voor het gebruik van PBM’s strikt opvolgen en goed te gebruiken. Dit is vooral belangrijk als meerdere mensen van dezelfde PBM’s gebruikmaken of als PBM’s herhaaldelijk gebruikt worden. Het kan soms nodig zijn PBM’s regelmatig te vervangen; bijvoorbeeld voor en na de lunchpauze. 9. Gebruik altijd minimaal de voorgeschreven PBM’s. In de meest voorkomende werksituaties bestaan de PBM’s onder normale omstandigheden uit een standaard overall, veiligheidsschoenen, een helm en een veiligheidsbril. Gebruik aanvullende PBM’s als de uit te voeren werkzaamheden dit vereisen (bijvoorbeeld adembescherming, gehoorbescherming of beschermende kleding). 10. Draag altijd werkkleding en zorg ervoor dat deze regelmatig verschoond wordt. Vuile werkkleding met beleid (en indien nodig met handschoenen aan) uittrekken. Is je werkkleding ernstig vervuild laat je dan assisteren. Aandacht voor de werkplek en voorzieningen: 11. Zorg zelf voor een goede ventilatie van de werkruimte; gebruik een afzuigsysteem als dat aanwezig is (ook al maakt het lawaai) 12. Houdt schone en vuile werkgebieden strikt gescheiden. Gebruik eventueel doorstap units. 13. Als je vermoedt dat er zich in de werkruimte gevaarlijke situaties voor kunnen doen (bijvoorbeeld als gevolg van chemicaliën, defecte elektrische leidingen e.d.), meldt dit dan aan je chef zodat hij hierover informatie kan opvragen bij de werkgever. 14. Er dient een goede sanitaire voorziening te zijn: toilet- en wasgelegenheid, en een omkleedruimte in de buurt van de werkplek of gemakkelijk bereikbaar vanaf de werkplek. Was je handen voordat je naar het toilet gaat en voordat je gaat eten, drinken (of roken). 15. De werkgever dient eventueel in samenwerking met de opdrachtgever te zorgen voor een EHBO doos en regelmatig gecontroleerde brandblusapparatuur. Aandacht voor je werkhouding, voor jezelf en voor anderen: 16. Zorg voor een goede lichaamshouding tijdens het werk. Dit is indirect van belang om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te beperken. Gebruik hulpmiddelen voor vervoer van relatief zware spullen. Ga door je knieën bij het tillen en bukken. Voer handelingen zoveel mogelijk op geschikte hoogte uit door het gebruik van hulpmiddelen. 17. Rook, eet of drink niet tijdens het werken met chemicaliën, vuil en stof. Kom niet met vuile kleding in rook en/of eetruimten. 18. Handen en gezicht (nek/hals) wassen met lauw water en zeep na het beëindigen van de werkzaamheden en voor elke pauze. 19. Het is belangrijk dat de werknemer zelf, familie, collega’s en de (bedrijfs)arts letten op eventuele veranderingen in de gezondheidstoestand. Regelmatige medische controle (en biologische monstering) maakt de kans groter dat beginnende aandoeningen tijdig worden ontdekt. 20. Vraag voor aanvang van de werkzaamheden om een goede werkinstructie, informatie over de risico’s van blootstelling aan stoffen en doeltreffende voorzorgsmaatregelen om de risico’s te beheersen.
5.3
Stappenplan risicobeheersing
Uit het bovenstaande, en uit de beschrijving van typische risico’s en risicomomenten tijdens reinigingswerkzaamheden in Hoofdstuk 3 zal duidelijk zijn dat veel risico’s op blootstelling aan stoffen (zoals vallen, snijden, explosies ed.) aanzienlijk te verkleinen zijn door goed te weten wat je doet, welke beheersmaatregelen je moet treffen of welke PBM’s je moet dragen, waarom je bepaalde werkvoorschriften moet volgen, en wat er om je heen gebeurt (wie zijn er nog meer aan het werk?). 45
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Een groot deel van de risicobeheersing zit daarom niet alleen in de persoonlijke bescherming en hygiëne, maar ook in een goede werkvoorbereiding. Veel reinigingsbedrijven of opdrachtgevers zullen zelf voorschriften hebben hoe de werkvoorbereiding moet plaatsvinden. Waar op gelet moet worden en aan welke (wettelijke- en bestuurlijke) veiligheidseisen moet worden voldaan. Daarnaast kunnen werkvoorbereidingen sterk verschillen. De punten waarop gelet moet worden om de risico op blootstelling aan stoffen zo klein mogelijk te houden zullen echter vaak dezelfde zijn. Hieronder is daarom een stappenplan opgezet waar je op moet letten als je te maken krijgt met werkzaamheden in de industriële en scheepsreiniging. Het is een richtlijn, en is opgebouwd uit aandachtspunten.
46
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
WERKVOORBEREIDING Overleg met opdrachtgever over maximale uitvoer van beschermingsmaatregelen op niveau 1, 2, en 3 (Arbo-besluit)
Stel vast welke stoffen er in het systeem voorkomen Informatie dient geleverd te worden door de opdrachtgever
vraag je af:
Ga terug naar de opdrachtgever
Inventariseer alle taakstappen
Evalueer/bepaal de blootstellingrisico’s per taakstap
Blootstellingrisico’s onbekend: Hoogste beschermingsmaatregelen
vraag je af:
vraag je af:
- wat is het proces? - zijn de stoffen irriterend, schadelijk….? - zijn de stoffen vluchtig? Dringen ze door de huid heen?….. - gelden er speciale wet- of regelgevingen voor één of meerdere stoffen? Onvoldoende informatie?
Hoogste bescherming
- waar en op welke manier is blootstelling mogelijk? - om welke stoffen gaat het hierbij? - welke beschermingsmaatregelen moeten getroffen worden? - waar zitten de (resterende) blootstellingrisico’s en risicomomenten? - meerdere groepen werkzaam? - indeling werktijden, pauzes?
- MAC waardes? - blootstelling door inademing, inslikken, of via de huid? - hoge temperaturen? - explosie, brandgevaar? - meerdere groepen werkzaam?
Stel schriftelijk plan op: -benoem alle risico’s per taakstap -benoem alle beheersmaatregelen
1. Toets op wettelijke en bestuurlijke eisen 2. Toets op eisen van opdrachtgever 3. Toets op eisen van eigen bedrijf Niet goed?
Verbeter waar mogelijk
Goed?
Goed?
Niet goed?
Geen uitvoer
Ga over tot uitvoer
47
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
WERKUITVOER Voorafgaande aan de praktische uitvoer:
aandacht voor:
Direct leidinggevende houdt een werkbespreking, een toolbox meeting of een alternatief werkoverleg met de werknemers
Check of de werknemers de vereiste deskundigheid hebben, en of ze lichamelijk en geestelijk gezond zijn
Nee?
Ja?
Start de praktische uitvoer: aandacht voor:
- volg de gemaakte planning - voer alle beheersmaatregelen uit - gebruik de voorgeschreven PBM’s
- indien mogelijk voor alle taakstappen - bespreek per taakstap de risico’s voor blootstelling aan de betreffende stoffen - bespreek ook de overige risico’s en risicomomenten die kunnen leiden tot blootstelling aan stoffen - bespreek per taakstap de risicobeheersmaatregelen Stel de betreffende taakstappen uit tot vervanging van de werknemer(s) is gearriveerd. Pas de planning aan
- gebruik van schone PBM’s die voldoen aan de norm. Verwijder beschadigde PBM’s - rapporteer risicosituaties en onjuist gedrag bij de leidinggevende - wees je bewust van activiteiten in je omgeving - wees je bewust van het risico dat je zelf kan vormen voor omstanders - eet, drink of rook nooit op de werkplek maar altijd op speciaal daarvoor bepaalde pauzeplekken - zorg dat gebruikt materiaal en PBM’s gescheiden blijven van deze pauzeplekken - zorg dat gebruikte PBM’s en gebruikt materiaal worden gereinigd en op correcte manier worden opgeborgen - uitloop van taakstappen. Verandering van de planning
WERKAFLEVERING Opruimen en schoonmaken alle gebruikte materialen en de werkomgeving
Evaluatie voor borging goede praktijken en ter voorkoming ongevallen en opgetreden risico’s in de toekomst
aandacht voor:
- houdt rekening met de mogelijke aanwezigheid van stofresten - gebruik zo nodig PBM’s - inventariseer en documenteer alle risicosituaties - documenteer de risico evaluatie en plan van aanpak voor toekomstig gebruik als naslagwerk - wees je bewust van het risico dat je zelf kan vormen voor omstanders - zorg dat gebruikte PBM’s en gebruikt materiaal worden gereinigd en op correcte manier worden opgeborgen - laat alle materiaal nakijken op mogelijk opgelopen beschadigingen
48
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
5.4
Hoe kunnen de arbeidsomstandigheden worden verbeterd?
Wat doe je als je denkt dat er iets mis is met de arbeidsomstandigheden? Werkgevers zijn verantwoordelijk voor goede arbeidsomstandigheden, maar de werknemer heeft zijn eigen verantwoordelijkheid en vaak zal het nodig zijn dat je als werknemer problemen aankaart om verbeteringen mogelijk te maken. Als je de blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkplek wilt verminderen, zorg dan voor twee dingen. •
•
Weet waar je het over hebt, anders vinden je klachten nooit steun. Om te weten of de concentratie gevaarlijke stoffen uit vuil echt te hoog is moet er eigenlijk gemeten worden (en dan niet alleen standaard voor de aanvang van het werk, maar ook tijdens de werkzaamheden). Toch zijn er zonder meten ook eenvoudige aanwijzingen die er op kunnen duiden dat je met gevaarlijke stoffen in aanraking kan komen: - Bij invallend licht zie je een wolk stof of nevel (of een stoffige en smerige omgeving). - Het zicht op de werkplek wordt door nevel of stof verminderd. - Je ruikt een zoetige of irriterende scherpe lucht of hebt moeite met ademhalen. - Verschillende mensen in het bedrijf hebben bij of na bepaalde werkzaamheden klachten, zoals irritatie van ogen, huid of keel (hoesten en niezen zijn vaak eerste aanwijzingen voor overlast). Doe het niet alleen. Klachten van een enkeling zal voor de werkgever niet altijd reden zijn om actie te ondernemen. Betrek daarom collega’s, de ondernemingsraad of andere deskundigen bij het streven naar verbetering van arbeidsomstandigheden.
5.4.1
Wat kan er beter?
Kijk kritisch naar waar je mee bezig bent en praat daarover met collega’s en leidinggevenden. Ga eerst eens de werkzaamheden en werkomstandigheden langs. Ga na met welke stoffen en producten je in aanraking komt. Het vuil in de ruimte of installatie die moet worden gereinigd en de reinigingsmiddelen. Ga na welke situaties eventueel bedreigend voor de gezondheid zijn Vraag je daarbij af of de problemen zich in alle of alleen in bepaalde ruimtes of bij bepaalde handelingen voordoen. Kijk ook of de tijd die je krijgt voor een klus genoeg is om het werk op een veilige en hygiënische manier uit te voeren. In sectie 5.4 vind je een aantal algemene arbeidshygiënische adviezen die je zou kunnen overwegen om je arbeidsomstandigheden zelf te verbeteren. Denk niet dat je de enige bent die last heeft van het probleem. Praat erover met collega’s, misschien hebben zij de zelfde klachten. Laat je niet ontmoedigen door reacties van collega’s dat het allemaal wel meevalt. Vaak zijn die mensen al zo aan allerlei klachten gewend, dat ze er geen acht meer op slaan, of ze denken dat er toch niets aan te doen valt. Misschien hebben zij voor zichzelf ook wel een oplossing voor het probleem bedacht of is er, door er over te praten, achter te komen wat er ondernomen zou moeten worden. 5.4.2
Hulp binnen het bedrijf
Leg het probleem altijd eerst voor aan de leidinggevenden (preventiemedewerker: voorman, chef, of KAM-coördinator). Van hen mag worden verwacht dat aan omgang met gevaarlijke stoffen serieus aandacht wordt besteed. Bereidheid tot medewerking door de werkgever kan blijken uit een bestaand beleidsplan voor gevaarlijke stoffen. Aan de hand van de verplichte risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) kan worden besproken of die overeenstemt met de blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de praktijk. Soms kan dit tot een oplossing leiden, bijvoorbeeld door samen naar vervangende reinigingsmiddelen of -methoden te zoeken, of door bijvoorbeeld de mogelijkheden voor een betere afzuiging na te gaan. De aanpak hiervan is al (kort) beschreven in Hoofdstuk 4 onder de vier niveaus van het veiligheidsbesluit.
49
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Via de Veiligheids-Gezondheid-Welzijns-commissie (VGW-commissie) van de Ondernemingsraad (OR) kan je ook zelf deskundigen inschakelen. De wet ondernemingsraden geeft de OR de mogelijkheid om deskundigen in te zetten. De voorwaarden waaronder dit kan, zijn afhankelijk van de grootte van de onderneming. De kosten zijn in principe voor de werkgever. De bedrijfsarts of huisarts bezoek je als je gezondheidsklachten hebt. Wanneer je denkt dat de klachten met het werk te maken hebben, kan je het beste eerst de bedrijfsarts raadplegen. Een bedrijfsarts hoort de werkplek en de stoffen waarmee je werkt te kennen en heeft ervaring met het opsporen van arbeidsomstandigheden als mogelijke oorzaak van de ziekte. Ook als je een huisarts raadpleegt, moet je niet vergeten te vertellen hoe en met welke producten je werkt. Wanneer je bedrijf is aangesloten bij een Arbo-dienst (bedrijfsgezondheids- of -veiligheidsdienst), kun je het probleem aan de bedrijfsarts of veiligheidskundige voorleggen. Deze dienen serieus op je klachten in te gaan. 5.4.3
Hulp van buiten het bedrijf
Is er onduidelijkheid over de oorzaak van klachten of is er bij de werkgever onvoldoende capaciteit (of bereidheid) om iets aan de situatie te doen, dan kan de hulp van anderen ingeroepen worden. Het is niet altijd nodig om meteen deskundigen van buitenaf in te schakelen, maar laat je niet zomaar afschepen, het gaat immers om jouw gezondheid en die van je collega’s. Op Wetenschapswinkels en Chemiewinkels kan je een beroep doen als je de VGW-commissie van de OR niet kan of wil inschakelen. Wetenschapswinkels en Chemiewinkels zijn instellingen verbonden aan universiteiten die gratis advies kunnen geven en zaken diepgaand kunnen onderzoeken. Bij ingewikkelde problemen duurt dit soms enige tijd. Een deel van de wetenschapswinkel en chemiewinkels werkt tegenwoordig onder een andere naam (zie bij kenniscentra). Op de Arbeidsinspectie (AI) kan een beroep worden gedaan bij een verschil van mening met de werkgever, bijvoorbeeld omdat deze zich niet aan de wet houdt. De AI is de organisatie die toezicht houdt op de naleving van de Arbo-wet. Zij kan de omstandigheden ter plaatse inspecteren. Zo nodig kan de AI de werkgever verplichten bepaalde maatregelen te nemen. Iedere werknemer kan de hulp van de AI inroepen. De AI is dan verplicht je klacht te onderzoeken en je naam daarbij geheim te houden. De Vakbonden (FNV en CNV) zijn een andere belangrijke informatiebron op Arbo-gebied. Zij ondersteunen de belangen van werknemers. De regionale afdelingen kunnen leden ondersteunen bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en praktische informatie geven over hoe in een bepaalde situatie het best gehandeld kan worden. Ze bieden ondersteuning door het stimuleren van het gebruik van de minder gevaarlijke stoffen, door onderhandelingen over de CAO, werktijden, werkdruk, enzovoort. (zie ook: www.arbobondgenoten.nl en www.cnv.net). Diverse kenniscentra zoals IVAM, TNO en andere (zie: www.kennislink.nl) werken vaak samen met vakbonden en branche organisaties om de kennis over gevaarlijke stoffen te vergroten en risico’s op blootstelling te beperken. Ook deze kenniscentra kunnen je met vragen over arbeidsomstandigheden vaak een eind op weg helpen. De fabrikanten (en leveranciers) van producten waarmee je tijdens het werk in aanraking komt moeten van iedere stof een veiligheids informatieblad (VIB; ook wel Material Safety Data Sheet, MSDS genoemd) hebben. Met vragen over de samenstelling kan je dus ook bij hen terecht. Een VIB is een formulier waarop de risico’s van de stof beschreven staan en waarop is aangegeven welke voorzorgsmaatregelen er genomen moeten worden om schade aan de gezondheid te voorkomen. Sommige fabrikanten geven ook informatie over milieueffecten die de stof kan veroorzaken.
50
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Aanvullende Informatie Publicaties: Chemiekaarten, TNO Arbeid, VNCI, ten Hagen & Stam Handboek Gevaarlijke Stoffen, 1991, Th. Heersen, J. Terwoert, FNV, ChemiewinkelCMCV UvA, Amsterdam Beroepziekten in de Praktijk, 2002, G. vd Laan, T.M. Pal & D.P. Bruynzeel, Elsevier Gezondheidszorg Gevaarlijke Stoffen op het Werk, 1997, P.R.M. Kerklaan, sdu Uitgevers, Den Haag Oplosmiddelen, 2004, J.C. van Broekhuizen & J. Terwoert, Kluwer Alphen aan de Rijn Je Hersens op het Nachtkastje, brochure Stichting FNV-pers, J. Bus Arbeidstoxicologie, Risico-inventarisatie en –Evaluatie, 1995, P.Th. Borm & IJ. Kant, Uitgeverij Kerckenbosch bv. Zeist Websites: Stoffen:: Site waar meer informatie over de gezondheidseffecten van stoffen gevonden kan worden. Hierbij is het CAS nummer handig: http://chem.sis.nlm.nih.gov/chemidplus/chemidheavy.jsp Site voor het vinden van relevante Material Safety Data Sheets: http://www.procheminc.com/MSDS.aspx (engelstalig) en http://www.cdc.gov/niosh/ipcs/dutch.html (nederlandstalig) en http://www.arbobondgenoten.nl/arbothem/gevstof/chemkrt/indxrom.html (chemiekaarten) Site voor het maken van een Risicoanalyse voor het werken met bekende stoffen http://www.stoffenmanager.nl/ ; en http://www.stoffenmanager.nl/links.asp (voor meer links op het gebied van werken met gevaarlijke stoffen). http://www.coshh-essentials.org.uk/ is de engelse variant van de Stoffenmanager. Algemeen: Startpagina Industriële reiniging http://industriele-reiniging.pagina.nl/ Site van Orsima: http://www.orsima.nl/net-book.php Site van het Ministerie van Sociale Zaken: http://home.szw.nl/index/dsp_index.cfm http://www.sigmacoatings.nl/nederlands/index.cfm?bScreenresPassed=true
Wet- en regelgeving: Informatie sites over ondermeer MAC-waardes en abro-wet en regelgevingen: http://www.ser.nl/zoek/default.asp?desc=zoek_mac (MAC-waarden), http://europe.osha.eu.int/good_practice/risks/ds/oel/ (indormatie over MACwaarden), http://www.arbobondgenoten.nl/ , http://aibladen.sdu.nl/do/welkom (arboinformatie bladen) Opleidingen: Informatie over aanwezige opleidingen http://www.arbosupport.nl/opleidingengids/inleiding_opleidingengids.htm Beschermingsmiddelen: Informatie over PBM’s http://persoonlijkebeschermingsmiddelen.pagina.nl/
51
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
52
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Bijlagen
Bijlage 1: Stoffenlijst bij Handboek Vuil (met afzonderlijke inhoudsopgave)
3
Bijlage 2: Overige belangrijke wetgeving en overeenkomsten Bijlage 3: Beschikbare normen voor blootstelling aan schadelijke stoffen
1
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
2
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Bijlage 1: “Stoffenlijst” bij Handboek Vuil Er bestaan verschillende bronnen waar de gezondheidseffecten van stoffen te vinden zijn. Eén daarvan is het ‘Chemiekaartenboek’. Andere bronnen zijn bijvoorbeeld ‘Material Safety Data Sheets’ (MSDS) of ‘Veiligheidsbladen’. Deze zijn te vinden via het Internet, maar veel opdrachtgevers en fabrikanten van producten hebben deze informatie ook. MSDS of Veiligheidsbladen van een stof of product kunnen het beste opgevraagd of gezocht worden met het CAS nummer van die betreffende stof of product. Elke geregistreerde stof of product heeft zo’n nummer. Wat bepaalt of een stof gevaarlijk is voor de gezondheid? Of een stof schadelijk, giftig, zeer giftig of misschien zelfs carcinogeen is wordt bepaald door zijn chemische structuur. Het is een stofeigenschap, net zoals oplosbaarheid en vluchtigheid. Op grond van de chemische structuur kan je stoffen in groepen indelen. Het indelen van stoffen in verschillende (structuur)groepen heeft een groot voordeel. Je kunt de algemene stofeigenschappen van de groep gebruiken als een eerste indicatie voor de eigenschappen van één bepaalde stof uit die groep. Hierdoor kan je dus snel een eerste indruk krijgen van de gezondheidsrisico’s die een stof zou kunnen veroorzaken. Voor de indeling van stoffen in (structuur) groepen maak je gebruik van specifieke structuurkenmerken. Bijvoorbeeld wel of geen Chloor, de aanwezigheid van metalen of lange koolstofketens. Eén van de bekendste groep stoffen zijn de Alcoholen. Methanol en Ethanol (consumptie alcohol) vallen daar onder. Maar er zijn ook andere groepen. Methaan en Butaan bijvoorbeeld, twee brandbare gassen. Zij behoren tot de Alifatische koolwaterstoffen. Benzeen en Tolueen, bekende aromaten, horen bij de Aromatische koolwaterstoffen. De “Stoffenlijst” in bijlage 1 geeft een samenvatting van de gezondheidseffecten van de verschillende groepen. De “Stoffenlijst” kan gebruikt worden om gezondheidsrisico’s van mengsels van stoffen in te schatten wanneer specifieke stofinformatie ontbreekt. Dus als er géén CAS nummers gegeven kunnen worden. Je zal dan informatie hebben zoals: “Je hebt te maken met een mengsel van Halogeen arme koolwaterstoffen” (kijk dan in bijlage 1 onder het Hoofdstuk Koolwaterstoffen; Alifatisch), of “Het vuil bevat molybdeen zouten” (kijk dan in bijlage 1 onder het Hoofdstuk metalen; molybdeen). In alle gevallen zijn de genoemde gezondheidseffecten gebaseerd op de R&S-zinnen van de stoffen uit de groep. De “Stoffenlijst” geeft ook per groep een korte samenvatting van de meest voorkomende toepassingen, zoals: ‘wordt gebruikt als oplosmiddel’.
3
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Inhoudsopgave: Koolwaterstoffen Alicyclische koolwaterstoffen Alifatische koolwaterstoffen Alkanen Alkenen Alkynen
Aromatische koolwaterstoffen Koolstof (carbon black / roet)
6 6 7 7 8 8 9 10
Gehalogeneerde koolwaterstoffen Gechloreerde koolwaterstof insecticiden Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen die chloor, broom of jood bevatten Gehalogeneerde benzenen Gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen Fluor-bevattende organische verbindingen
12 12 13 14 14 15
Heterokoolwaterstoffen Alcoholen Aldehyden Alifatische zuren Esters Ethers Epoxy verbindingen Fenolen en fenolverbindingen Ketonen Organische peroxiden Organofosfaten
17 17 18 18 19 20 21 22 23 24 25
Anorganische verbindingen Alkali materialen Anorganische koolstof, stikstof en zuurstof verbindingen
26 26 27 27 27 28 29 29 30 30 32 33 34 34 35 36 37 38
Koolmonoxide Fosgeen Nitreuze dampen Ozon
Boorverbindingen Fosfor-, Selenium- en Telluurverbindingen Fosforverbindingen Seleniumverbindingen Telluurverbindingen
Halogenen Anorganisch fluor en fluorverbindingen Anorganisch chloor en chloorverbindingen Anorganisch broom en broomverbindingen Anorganisch jodium en jodiumverbindingen
Silicium en siliciumverbindingen (Asbest) Stikstofverbindingen Alifatische en alicyclische amines Alifatische nitro-, nitraat en nitrietverbindingen Alifatische nitroverbindingen Alifatische nitraat- en nitrietverbindingen
Aromatische amino- en nitroverbindingen Aromatische aminoverbindingen Aromatische nitroverbindingen Cyaniden Heterocyclische stikstofverbindingen
39 39 40 40 40
41 41 42 43 44
4
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
N-nitrosaminen
45
Zwavelverbindingen Anorganische zwavelverbindingen Organische zwavelverbindingen
47 47 48
Metalen Aluminium (Al) en aluminiumverbindingen Antimoon (Sb) en antimoonverbindingen Arseen (As) en arseenverbindingen Barium (Ba) en bariumverbindingen Beryllium (Be) en berylliumverbindingen Bismut (Bi) en bismutverbindingen Cadmium (Cd) en cadmiumverbindingen Cesium (Cs) en cesiumverbindingen Chroom (Cr) en chroomverbindingen Gallium (Ga) en galliumverbindingen Germanium (Ge) en germaniumverbindingen Goud (Au) en goudverbindingen IJzer (Fe) en ijzerverbindingen Indium (In) en indiumverbindingen Kobalt (Co) en cobaltverbindingen Koper (Cu) en koperverbindingen Kwik (Hg) en kwikverbindingen Lanthaniden Lithium (Li) en lithiumverbindingen Lood (Pb) en loodverbindingen Magnesium (Mg) en magnesiumverbindingen Mangaan (Mn) en mangaanverbindingen Molybdeen (Mo) en molybdeenverbindingen Nikkel (Ni) en nikkelverbindingen Niobium (Nb) en niobiumverbindingen Platina groep metalen Rubidium (Rb) en rubidiumverbindingen Strontium (Sr) en strontiumverbindingen Tantaal (Ta) en tantaalverbindingen Thallium (Th) en thalliumverbindingen Thorium (Th) en thoriumverbindingen Tin (Sn) en tinverbindingen Titaan (Ti) en titaanverbindingen Uranium (U) en uraniumverbindingen Vanadium (V) en vanadiumverbindingen Wolfraam (W) en wolfraamverbindingen Zilver (Ag) en zilververbindingen Zink (Zn) en zinkverbindingen Zirkonium (Zr) en zirkoniumverbindingen
50 50 51 52 53 54 55 55 57 58 59 59 60 60 62 62 63 65 66 66 67 68 69 70 71 72 73 73 74 75 75 76 77 78 79 80 81 81 82 84
5
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Koolwaterstoffen Er zijn drie verschillende soorten koolwaterstoffen: alicyclische koolwaterstoffen, alifatische koolwaterstoffen en aromatische koolwaterstoffen. Deze drie groepen hebben verschillende toepassingen, eigenschappen en gezondheidsrisico’s. Koolstof (carbon black / roet) wordt ook in dit hoofdstuk besproken.
Alicyclische Koolwaterstoffen Alicyclische koolwaterstoffen worden gebruikt om aromatische koolwaterstoffen te maken. Ook worden ze als verdovend middel in ziekenhuizen gebruikt. Giftigheid De alicyclische koolwaterstoffen kunnen als gas, vloeistof of in vaste vorm (paraffne) voorkomen. Alicyclische koolwaterstoffen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alicyclische koolwaterstoffen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Sufheid • Duizeligheid • Misselijkheid • Slaperigheid • Hoofdpijn • Ademnood • Bewusteloosheid
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Buikpijn • Trillen • Diaree • Overgeven
Huid • Droge huid • Ruwe huid • Jeuk • Branderig gevoel
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Verdoving Bevriezingswonden Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlaging van je bewustzijn Hartritmestoornissen Lever- en/of nierklachten Longontsteking Verstikking
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit opwinding, evenwichts-stoornissen, bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben. Terpentijn veroorzaakt problemen met je blaas. Bloedverlies via je urine kan dan tot bloedarmoede leiden.
Figuur 1, F – zeer licht ontvlambaar is het gevarensymbool van cyclohexaan
6
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Alifatische Koolwaterstoffen Er worden drie groepen alifatische koolwaterstoffen onderscheiden, de alkanen, de alkenen en de alkynen. Alkanen
Alkanen komen voor in aardolieproducten. Alkanen worden meestal in mengsels gebruikt zoals brandstof, oplossings-, reinigings-, of smeermiddel. Soms worden de zuivere stoffen gebruikt, zoals hexaan als extractiemiddel. Parrafines worden onder andere gebruikt als brandstof, oplosmiddel, ontvetters en als koelmiddel. Giftigheid Alkanen kunnen als gas, vloeistof of in vaste vorm (paraffne) voorkomen. Alkanen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alkanen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Kortademigheid • Ademnood • Sufheid • Slaperigheid • Hoofdpijn • Bewusteloosheid
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Bewusteloosheid
Huid • Droge huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Huidontsteking Bevriezingswonden Vocht in je longen Longontsteking Aantasting van je zenuwstelsel Aantasting van je hersens Verstikking
Figuur 2, F – licht ontvlambaar, Xn – schadelijk en N – milieugevaarlijk zijn de gevarensymbolen van hexaan.
7
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Alkenen
De alkenen worden vooral gebruikt als grondstof in de plasticindustrie. Ook worden ze gebruikt in de petrochemische-, farmaceutische-, cosmetische-, chemische- en rubberindustrie. Giftigheid Alkenen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alkenen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Ademnood • Sufheid • Hoofdpijn • Sufheid • Duizeligheid • Bewusteloosheid
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Bewusteloosheid • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Blaren • Droge huid • Ruwe huid
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • •
Irritatie van je slijmvliezen Huidaandoeningen Bevriezingswonden Longontsteking Verdoving Hartklachten Aantasting van je zenuwstelsel Verstikking
Figuur 3, F+ - zeer licht ontvlambaar en T – vergiftig zijn de gevarensymbolen van 1,3-butadieen
Alkynen
De alkynen worden gebruikt als oplosmiddel, in soldeer, in de glasindustrie en in contactlenzen. Giftigheid Alkynen zijn niet irriterend voor je huid. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alkynen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Ademnood • Hoofdpijn • Sufheid • Duizeligheid • Bewusteloosheid
Inslikken • Buikpijn
Huid • Roodheid • Pijn • Wonden • Blaren
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
8
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Ontvetting van je huid Bevriezingswonden Verdoving Irritatie van je longen Vocht in je longen Aantasting van je zenuwstelsel Verstikking
Figuur 4, F+ - zeer licht ontvlambaar is het gevarensymbool van acetyleen.
Aromatische Koolwaterstoffen De aromatische koolwaterstoffen worden gebruikt als grondstof voor allerlei materialen en als oplosmiddel. Giftigheid Aromatische koolwaterstoffen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je aromatische koolstoffen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Blozen • Duizeligheid • Trillende spieren • Coördinatiestoornissen • Hoofdpijn • Slaperigheid • Bewusteloosheid
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Branderig gevoel • Buikkramp • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Droge huid • Ruwe huid • Jeuk
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranenvloed • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Verdoving Ooglensbeschadigingen Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlaging van je bewustzijn en verlammingsverschijnselen Longontsteking Hartritmestoornissen Bloedarmoede Lever- en/of nierklachten Afwijkingen bij baby’s Aantasting van je hersens
9
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Benzeen kan leukemie veroorzaken. Styreen en sommige andere aromatische koolwaterstoffen kunnen kanker veroorzaken. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben. Blootstelling aan zeer hoge concentraties kan bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 5, F zeer licht ontvlambaar – en T- vergiftig zijn de gevarensymbolen van benzeen
Koolstof (carbon black / roet) Roet bestaat voornamelijk uit koolstof. Roetdeeltjes worden vooral gebruikt om het rubber van autobanden te verstevigen. Ook wordt roet gebruikt als kleurstof in drukinkt, verf en lak. Giftigheid Uit onderzoek is gebleken dat er geen schadelijke effecten voor je gezondheid optreden als je blootgesteld wordt aan concentraties van op of onder de wettelijke grenswaarde van 3.5 mg/m3. Deze wettelijke grenswaarde wordt meestal de maximaal aanvaardbare concentratie genoemd (MAC-waarde). Roet is irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je roet inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn
Inslikken • Misselijkheid
Huid • Geen effecten
Ogen • Roodheid • Pijn
Je kunt problemen met ademhalen krijgen als je heel veel roet binnen krijgt. Deze ademhalingsproblemen worden veroorzaakt door het inademen van roet stofdeeltjes. Longaandoeningen die specifiek bij blootstelling aan hoge concentraties roet ontstaan, zijn stoflong, longemfyseem en longfibrose: Stoflong Ingeademd stof hoopt zich op in en bij je longblaasjes waardoor je longen hun werk niet goed meer kunnen doen. Het resultaat is dat je longen minder zuurstof op kunnen nemen. Door een stoflong kan er ademnood ontstaan. Longemfyseem Je longen zijn blijvend uitgezet, waardoor er sprake is van een verminderd longoppervlak. Per ademhaling kan daardoor minder lucht worden ververst. Als je aan longemfyseem lijdt, kun je kortademig zijn en snel moe worden.
10
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Longfibrose Door ernstige beschadiging van je longweefsel is blijvend littekenweefsel ontstaan. Door dit verharde weefsel is het moeilijker om adem te halen. De ziekteverschijnselen van longfibrose zijn benauwdheid, kortademigheid, hoesten, opgeven van slijm en gevoeligheid voor ontstekingen aan je luchtwegen.
Figuur 6, roet
11
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gehalogeneerde koolwaterstoffen Er zijn vijf verschillende soorten gechloreerde koolwaterstoffen: gechloreerde koolwaterstof insecticiden, gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen die chloor, broom of jood bevatten, gehalogeneerde benzenen, gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen en fluor-bevattende organische verbindingen. Deze vijf groepen hebben verschillende toepassingen, eigenschappen en gezondheidsrisico’s.
Gechloreerde Koolwaterstof Insectendodende middelen Deze groep insectendodende middelen zijn veelvuldig in Amerika en in andere westerse landen gebruikt als landbouwgif. Het gebruik van deze insectendodende middelen is nu verboden vanwege de slechte afbreekbaarheid in het milieu en de mogelijk kankerverwekkende eigenschappen. In derde wereld landen worden deze middelen nog wel gebruikt als landbouwgif en als insectendodende middel om ziektes als malaria en dergelijke tegen te gaan. Giftigheid Deze insectendodende stoffen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je gechloreerde koolwaterstoffen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Spierpijn • Trillen • Hoofdpijn • Duizeligheid • Sufheid • Moeheid • Bewusteloosheid
Inslikken • Buikpijn / kramp • Diaree • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Brandwonden • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Hoge koorts Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg stuiptrekkingen en problemen met ademhalen Lever- en/of nierklachten Afwijkingen van je bloed
Sommige van deze insecticiden zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 7, T – vergiftig en N – milieugevaarlijk zijn de gevarensymbolen van lindaan
12
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen die Chloor, Broom of Jodium bevatten Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen worden gebruikt in oplosmiddelen, bestrijdingsmiddelen, als blaasmiddel voor de productie van schuimplastics en als ontsmettingsmiddel. Giftigheid Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Verwarring • Duizeligheid • Sufheid • Slaperigheid • Kortademigheid • Ademnood • Blauwe lippen of nagels • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Misselijkheid • Maagkrampen • Overgeven • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid • Pijn • Bevriezingswonden • Blaren
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • •
Ontvette huid Huidontsteking Vermindering van je bewustzijn Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg gedragsveranderingen, problemen met ademhalen, pijn in je spieren, een gestoord gezichtsvermogen, geheugen-verlies, verlammingen, stuiptrekkingen en coma Lever- en/of nierklachten Miltklachten Vocht in je longen Longontsteking Veranderingen van je bloed Hartklachten Schade aan je hersenen
Vinylchloride is kankerverwekkend. Sommige andere stoffen zijn mogelijk kanker-verwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 8, F+ - zeer licht ontvlambaar en T – vergiftig zijn de gevarensymbolen van vinylchloride
13
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gehalogeneerde Benzenen Gehalogeneerde benzenen worden gebruikt bij de productie van desinfecterend- en ontsmettend middel, insectendodende middelen, lak en verf. Als het over gehalogeneerde benzenen gaat, worden in de meeste gevallen benzenen met chloor bedoeld. Giftigheid Gehalogeneerde benzenen hebben een sterke geur. Ze zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. De gezondheidsrisico’s lopen sterk uiteen voor de verschillende stoffen. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je gehalogeneerde benzenen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Duizeligheid • Branderig gevoel • Coördinatiestoornissen • Hoofdpijn • Bewusteloosheid
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Buikpijn • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Droge huid • Ruwe huid • Jeuk
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Huidaandoeningen Vocht in je longen Longontsteking Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlaging van je bewustzijn Lever- en/of nierklachten Afwijkingen van je bloed Bloedarmoede
Gehalogeneerde benzenen zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 9, F – zeer licht ontvlambaar en Xn – schadelijk zijn de gevarensymbolen van pentachloorbenzeen
Gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen (PCB’s en PBB’s) De twee belangrijkste groepen gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen zijn de polycloorbifenylen (PCB’s) en de polybroombifenylen (PBB’s). Vroeger werden deze verbindingen gebruikt als weekmakeren brandvertrager in kunststoffen. Ook werden ze gebruikt in pesticiden, harsen, oliën, inkt, lijm en verf. Het gebruik in open systemen is sinds de jaren zeventig verboden. In sommige westerse landen worden deze verbindingen nog wel gebruikt in gesloten systemen als isolatievloeistof in condensatoren, transformators, radio’s of TL-lampen. In Nederland mogen PCB’s en PBB’s alleen nog worden gebruikt voor onderzoek in laboratoria.
14
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Giftigheid Gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen
Inslikken
Huid
• • •
• • • •
• •
Hoesten Keelpijn Kortademigheid
Buikpijn Misselijkheid Diaree Overgeven
Ogen
Roodheid Pijn
• •
Roodheid Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Verkleuring van je huid en nagels Oogaandoeningen Geelzucht Bronchitis Onregelmatige menstruele cyclus Veranderingen van je stofwisseling Verlaging van je vitamine A gehalte Verlaging van je weerstand Ernstige lever en/of nierklachten Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg hoofdpijn, overgeven, pijn in je armen en benen en verlammingen Schade aan je hersenen
Sommige gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Langdurige blootstelling aan gehalogeneerde cyclische koolwaterstoffen kan de kans op long-, lever- en darmkanker vergroten. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben. Chlooracné is een huidaandoening die kan ontstaan als je met PCB’s hebt gewerkt.
Fluor-bevattende organische verbindingen Er zijn twee verschillende groepen fluor-bevattende organische verbindingen. De verbindingen met en de verbindingen zonder chloor. De chloorfluorkoolstoffen worden CFK genoemd. Fluorkoolstoffen worden FK genoemd De chloorbevattende stoffen zijn schadelijk voor de ozonlaag en dragen bij aan het broeikaseffect. De organische verbindingen die alleen fluor bevatten zijn minder of niet schadelijk voor de ozonlaag. In het midden van de jaren 80 werd er wereldwijd jaarlijks meer dan één miljoen ton CFK geproduceerd. Deze stoffen werden voornamelijk gebruikt in koelmiddelen, bij de productie van plastics en harsen, als blaasmiddel voor de productie van schuimplastics, als oplosmiddel en als drijfgas in spuitbussen. Het gebruik van CFK voor de productie van bovenstaande goederen is vanaf de jaren ‘90 steeds verder afgenomen. Er wordt geprobeerd om het gebruik van CFK zo veel mogelijk door de milieuvriendelijkere FK te vervangen.
15
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Giftigheid CFK De chloorfluorkoolwaterstoffen kunnen in je lichaam terechtkomen als je de dampen inademt of als je de vloeistofvorm op je huid krijgt. Hoe meer chloor er in de verbinding zit hoe giftiger de verbinding is. Gezondheidsklachten die je door CFK kan krijgen, zijn: • • • • • •
Ontvetting van je huid Bevriezingswonden Aantasting van je bloedvaten Hartafwijkingen Aantasting van je zenuwstelsel Verlaging van je bewustzijn
FK Op het gebied van milieu is er een duidelijke voorkeur voor het gebruik van FK inplaats van CFK. Er zijn echter maar weinig gegevens over de gezondheidseffecten van FK op mensen bekend.
16
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Heterokoolwaterstoffen Er zijn tien verschillende soorten heteorkoolwaterstoffen: alcoholen, aldehyden, alifatische zuren, esters, ethers, epoxy verbindingen, fenolen en fenolverbindingen, ketonen, organische peroxiden en organofosfaten. Deze tien groepen hebben verschillende toepassingen, eigenschappen en gezondheidsrisico’s.
Alcoholen Alcoholen worden gebruikt in de chemische-, cosmetische-, parfum- en farmaceutische industrie. De meest gebruikte alcoholen zijn methanol, ethanol en n-propanol, ethaandiol, 2,2-oxydiethanol en glycerol. Giftigheid Alcoholen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alcoholen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Duizeligheid • Sufheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Misselijkheid • Slaperigheid • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Ontvette huid Huidontsteking Verdoving Verlaging van je bewustzijn Longontsteking Lever- en/of nier klachten Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg prikkelbaarheid, hoofdpijn, vermoeidheid, concentratiestoornissen, slecht zien en bewusteloosheid.
Blootstelling aan grote hoeveelheden methanol kan blindheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 10, F – licht ontvlambaar en T – vergiftig zijn de gevarensymbolen van methanol
17
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Aldehyden De meeste aldehyden worden gebruikt in de plasticindustrie. Formaldehyde is de meest voorkomende aldehyde. Giftigheid Aldehyden zijn erg giftig. De giftigste aldehyden bevatten fluor, chloor, broom of jodium. Aldehyden zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je aldehyden inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn en hoesten • Hoofdpijn • Branderig gevoel • Kortademigheid • Ademnood • Sufheid • Hartkloppingen
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Jeuk • Blaren
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • •
Problemen met ademhalen Overgevoeligheid van je huid Vocht in je longen Astma Aantasting van je zenuwstelsel Bewusteloosheid
Door formaldehyde kun je overgevoelig raken voor andere chemicaliën waar je vaak mee in aanraking komt. Formaldehyde kan kanker veroorzaken, de andere aldehyden niet.
Figuur 11, T – vergiftig is het gevarensymbool van formaldehyde
Alifatische zuren Alifatische zuren worden gebruikt in kunstvezels, harsen en plastics. Ook worden ze gebruikt in kleurstoffen, schimmelbestrijdingsmiddelen, parfum, smeermiddelen en oplosmiddelen voor in de cosmetica- en voedselindustrie.
18
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Giftigheid Alifatische zuren zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alifatische zuren inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Branderig gevoel • Misselijkheid • Hoofdpijn • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Blaren op je lippen en in je mond • Maagkrampen • Buikpijn / kramp • Overgeven • Diaree • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid • Pijn • Blaren • Brandwonden •
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien • Brandwonden
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • •
Huidontsteking Problemen met ademhalen Keelontsteking Bronchitis Vocht in je longen Verstoring van je stofwisseling Irritatie van je maagdarmkanaal, met als gevolg storingen van je spijsverteringsstelsel, maagzuur en verstopping Aantasting van je zenuwstelsel Nierschade Beschadigingen van je netvlies en je oogzenuw Veranderingen in je bloed
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 12, C – corrosief of bijtend is het gevarensymbool van mierenzuur
Esters Esters zijn verbindingen van alcoholen en zuren. Ze worden gebruikt in de auto-, cosmetica-, lak-, plastic-, hars- en smaak en kleurstoffenindustrie. Ook worden esters veel gebruikt als oplosmiddel.
19
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Giftigheid Esters zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je esters inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Duizeligheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Misselijkheid • Diaree • Overgeven • Pijn op je borst
Huid • Roodheid • Pijn • Droge huid
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Irritatie van je maagdarmkanaal Verdoving Vocht in je longen Longontsteking Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlaging van je bewustzijn Lever- en/of nierklachten
Sommige esters kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Sommige esters kunnen kanker veroorzaken. Blootstelling aan grote hoeveelheden kan bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben. Als je met methylesters in aanraking komt, kan je oogzenuw beschadigt raken. Dit kan blijvende schade aan je ogen tot gevolg hebben.
Figuur 13, F – licht ontvlambaar is het gevarensymbool van ethylacetaat
Ethers Ethers verdampen snel en zijn zeer brandbaar. Ze worden gebruikt in oplosmiddelen voor lakken, plastics en kleurstoffen. De ethers die chloor bevatten, worden gebruikt om plastic te maken.
20
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Giftigheid Ethers werken verdovend. Sommige ethers kun je beter niet inslikken, andere zorgen voor een geïrriteerde huid. Ethers zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je ethers inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Hoofdpijn • Slaperigheid • Duizeligheid
Inslikken • Buikkramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • •
Ontvetting van je huid Longontsteking Nierklachten Aantasting van je centraal zenuwstelsel
Ethers met chloor kunnen longkanker veroorzaken. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 14, Xn - schadelijk en F+ - zeer licht ontvlambaar zijn de gevarensymbolen van diethylether
Epoxy verbindingen Epoxy verbindingen worden gebruikt bij de productie van kunstharsen. Giftigheid Epoxy verbindingen vormen een direct gevaar voor je gezondheid. Epoxy’s zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je epoxy’s inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn en hoesten • Kortademigheid • Ademnood • Sufheid • Duizeligheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien • Brandwonden
21
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid Huidontsteking Long- en maagklachten. Gewichtsverlies Lever- en/of nierproblemen Aantasting van je zenuwstelsel
De meeste epoxy’s kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Sommige epoxy’s kunnen kanker veroorzaken. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 15, T - vergiftig en F+ - zeer licht ontvlambaar zijn de gevarensymbolen van epoxyetheen.
Fenolen en Fenolverbindingen Fenol en fenolverbindingen worden vooral gebruikt voor het maken van fenolharsen en andere kunststoffen. Ook worden deze verbindingen gebruikt in bestrijdingsmiddelen, kleurstoffen, explosieven en fotochemicaliën. Giftigheid De dampen van fenolverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je fenolverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Duizeligheid • Kortademigheid • Ademnood • Sufheid • Bewusteloosheid
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Buikpijn • Branderig gevoel • Diaree • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranenvloed • Slecht zien •
22
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Vocht in je longen Zuurstofgebrek Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg stuiptrekkingen, problemen met ademhalen en vermindering van je bewustzijn Hartklachten Nierklachten Verkleuring van je ogen en verlies van je gezichtsvermogen Verkleuring van je huid Lever- en/of nierklachten Afwijkingen van je bloed
Sommige fenolverbindingen zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 16, T – vergiftig is het gevarensymbool van fenol
Ketonen Ketonen worden in de industrie gebruikt als oplos- en extractiemiddel en als tussenproduct. Ook worden ketonen in geur- en smaakstoffen gebruikt. Giftigheid De meest gebruikte ketonen: aceton, methyl ethyl keton, methyl isobutyl keton en cyclohexanon, zijn het minst schadelijk voor je gezondheid. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je ketonen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn en hoesten • Hoofdpijn • Branderig gevoel • Evenwichtsstoornissen • Duizeligheid • Sufheid • Bewusteloosheid
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Maagkrampen • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Droge huid • Ruwe huid • Roodheid
Ogen • Roodheid en pijn • Tranenvloed
23
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Ontvetting van je huid Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Huidontsteking Vocht in je longen Longontsteking Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlaging van je bewustzijn Lever en/of nierklachten Last van je maagdarmkanaal Afwijkingen van je bloed Hartklachten
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid tot gevolg hebben. Blootstelling aan zeer grote hoeveelheden acetylaceton kan schade aan je hersenen en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 17, F- licht ontvlambaar is het gevarensymbool van aceton
Organische peroxiden Organische peroxiden worden voornamelijk gebruikt bij de productie van plastic. Ook worden ze gebruikt om rubber harder te maken. Giftigheid Organische peroxiden vormen een direct gevaar voor je gezondheid. Deze stoffen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Als je deze stoffen binnenkrijgt kan je problemen met ademhalen krijgen. Er is weinig informatie over wat de gezondheidsklachten zijn die een tijd na de blootstelling kunnen ontstaan. Het is verstandig elke vorm van blootstelling aan deze stoffen te voorkomen.
Figuur 18, Xn - schadelijk en E – ontplofbaar zijn de gevarensymbolen van dibenzoylperoxide
24
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Organofosfaten Organofosfaten worden veel gebruikt bij de productie van insecten verdelgings-middelen. Giftigheid Organofosfaten zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je organofosfaten inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Sufheid • Misselijkheid • Duizeligheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Buikkramp • Zwete • Diaree • Overgeven • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Wazig zicht
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Verwijde pupillen Verhoogde speekselproductie Spierverslapping Evenwichtsstoornissen Coördinatiestoornissen Longklachten Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg stuiptrekkingen, problemen met ademhalen en slappe spieren.
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 19, T+ - zeer vergiftig en N – milieugevaarlijk zijn de gevarensymbolen van parathion
25
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Anorganische verbindingen Er zijn zes verschillende soorten anorganische verbindingen: alkali materialen, anorganische koolstof, stikstof en zuurstof verbindingen, boorverbindingen, fosfor-, selenium- en telluriumverbindingen, halogenen en silicium en siliciumverbindingen. Deze zes groepen hebben verschillende toepassingen, eigenschappen en gezondheidsrisico’s.
Alkali materialen De meest voorkomende alkali materialen zijn ammonia, calcium, kalium en natrium. Deze stoffen worden in een groot aantal producten gebruikt. Je komt alkali materialen onder andere tegen in koel-, was-, smeer-, bestrijdings- en bleekmiddelen, kunstmest, plastics en explosieven. Giftigheid Bij blootstelling aan alkali materialen kan er irritatie en een bijtend gevoel van je lichaamsweefsel ontstaan. Het weefsel van je ogen is het gevoeligst. Als je je ogen na directe blootstelling niet onmiddellijk langdurig met water spoelt, kan er blijvende schade ontstaan. Ook het weefsel van je huid, neus en keel is gevoelig. Langdurige blootstelling kan ook tot blijvende schade van dit weefsel zorgen. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alkali materialen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Misselijkheid • Kortademigheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Blaren op je lippen en in je mond • Buikpijn • Maagkramp • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Branderig gevoel • Blaren
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zicht • Brandwonden
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • •
Huidontsteking Problemen met ademhalen Longklachten
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben. Natrium ontploft als het met water in aanraking komt.
Figuur 20, C – corrosief of bijtend is het gevarensymbool van kaliumhydroxide
26
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Anorganische koolstof, stikstof en zuurstof verbindingen De meest voorkomende anorganische koolstof, stikstof en zuurstof verbindingen zijn koolmonoxide, kooldioxide, fosgeen, stikstof, nitreuze dampen, zuurstof en ozon. Alleen de giftigste verbindingen worden afzonderlijk besproken: Koolmonoxide
Koolmonoxide ontstaat bij onvolledige verbrandingen. Koolmonoxide wordt in de industrie gebruikt voor de productie van grondstoffen (methanol, aldehyden, etc.). Blootstelling aan koolmonoxide kan plaatsvinden in mijnen, petroleum fabrieken en bij de reparatie of reiniging van verbrandingsovens. Giftigheid Koolmonoxide kan in je lichaam terechtkomen door inademing. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je koolmonoxide inademt, zijn: hoofdpijn, duizeligheid en bewusteloosheid. Andere gezondheidsklachten die kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Problemen met ademhalen Hartstoornissen Effecten op je bloedvatenstelsel Koolmonoxide kan inwerken op je bloed en je zenuwstelsel, met als gevolg, hoofdpijn, moeheid, misselijkheid, coördinatiestoornissen, overgeven, afwijkingen van je bloed en schade aan je hersenen Zuurstoftekort
Koolmonoxide wordt ervan verdacht schadelijk effecten op je voortplanting te hebben. Baby’s kunnen met zenuwafwijkingen, een laag gewicht of hartafwijkingen geboren worden. Er is een verhoogde kans dat je baby dood geboren wordt. Blootstelling aan hoge concentraties kan bewusteloosheid en zelfs de dood veroorzaken.
Figuur 21, bij onvolledige verbrandingen komt er koolmonoxide vrij
Fosgeen
Fosgeen wordt gebruikt bij de productie van kleurstoffen, bestrijdingsmiddelen en in de farmaceutischeen metaalbewerkingsindustrie. Giftigheid Fosgeen kan in je lichaam terechtkomen door inademing. Fosgeen is bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je fosgeen inademt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
27
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Andere gezondheidsklachten die kunnen ontstaan, zijn: • • •
Ontsteking van je luchtpijp Bronchitis Vocht in je longen
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Nitreuze dampen
Nitreuze dampen bestaan uit een mengsel van stikstof oxiden, voornamelijk stikstofoxide en stikstofdioxide, waarvan stikstofdioxide het meest schadelijk is. Deze dampen komen vrij bij de verbranding van stikstofhoudende producten, bijvoorbeeld nitraathoudend kunstmest. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen kunnen ook stikstofoxiden ontstaan. In silo’s kunnen door fermentatie hoge stikstofdioxide concentraties ontstaan. Stikstofoxide en stikstofdioxide ontstaan ook als bijproduct bij de productie van explosieven, kleurstoffen, en lak. Stikstofoxide wordt gebruikt voor de productie van bleekmiddelen van krijt, stabilisatoren en andere grondstoffen. Giftigheid Nitreuze dampen kunnen in je lichaam terechtkomen door inademing. Nitreuze dampen zijn bijtend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je nitreuze dampen inademt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Pijn op je borst • Misselijkheid • Kortademigheid • Ademnood
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden • Blaren
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Andere gezondheidsklachten die kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Hoofdpijn Moeheid Zweten Zwakheid Bronchitis Verlaagde bloeddruk Vocht in je longen Longontsteking Verlaagde weerstand van je luchtwegen Zuurstoftekort
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
28
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 22, stikstof Ozon
Ozon komt in de industrie voor bij het lassen met argon of helium. Verder komt ozon voor in onvoldoende geventileerde ruimtes waar röntgenapparatuur of UV-lampen gebruikt worden. Ozon wordt niet veel gebruikt in de industrie. Het wordt nog wel voor het desinfecteren van drinkwater gebruikt. Giftigheid Ozon kan in je lichaam terechtkomen door inademing. Ozon is bijtend en irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je ozon inademt of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood
Ogen • Roodheid • Pijn
Andere gezondheidsklachten die kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Pijn op je borst Bevriezingswonden Vermoeidheid Problemen met ademhalen Vocht in je longen Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg hoofdpijn en concentratiestoornissen Blijvende aantasting van je longen
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Boorverbindingen Boorverbindingen worden gebruikt in zeep, bij de productie van glas en glasvezels, als brandvertragers en bij emailleren. Bij het verbranden van kool, het versmelten van koper en bij de toepassing van (kunst)meststoffen in de landbouw komt boor vrij. Giftigheid Boorverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je boorverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn:
29
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Irritatie van je lippen en mond • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree • Blauwe huid
Huid • Roodheid • Pijn • Droge huid • Branderig gevoel • Jeuk
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Huidontsteking Concentratiestoornissen Persoonlijkheidsveranderingen Haaruitval Gewichtsverlies Neusbloedingen Maagklachten Irritatie van je maagdarmkanaal Verstoring van je spijsvertering Keel- en bindvliesontsteking Bronchitis Vocht in je longen Koorts Aantasting van je zenuwstelsel Lever- en of nierklachten Bloedarmoede Hartritmestoornissen Schade van je hersenen
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit stuiptrekkingen, bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 23, boor
Fosfor-, Selenium- en Telluriumverbindingen
Fosforverbindingen
Fosforverbindingen worden gebruikt in reinigingsmiddelen, hydrolische vloeistoffen, lucifers, munitie en rattengif. De meest voorkomende fosforverbindingen zijn fosfaten. Fosfaatverbindingen worden gebruikt in meststoffen en wasmiddelen..
30
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Giftigheid Fosforverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je fosforverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Misselijkheid • Diaree • Overgeven • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zicht
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Slaperigheid Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Vocht in je longen Aantasting van je zenuwstelsel Nier en/of leverklachten Problemen met je bloedvaten- en/of spijsverteringsstelsel Hartklachten
Als je heel lang achter elkaar met grote hoeveelheden fosforverbindingen in aanraking komt, kunnen de volgende klachten ontstaan: • • • • •
Tandpijn Zwellen van je kaak Kaakversterf Spontaan optredende botbreuken Bloedarmoede
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben. Fosfor heeft in zijn pure vorm een witte kleur. Wit fosfor is de meest gevaarlijke vorm van fosfor. Wit fosfor is zeer giftig en in veel gevallen is de blootstelling hieraan dodelijk. Kleine hoeveelheden fosfaat heb je nodig voor het behouden van een goede gezondheid. Te veel fosfaat kan echter gezondheidsproblemen zoals nierklachten, vervorming van je botten en spontaan optredende botbreuken veroorzaken.
Figuur 24, F – licht ontvlambaar, T+- zeer vergiftig, C –corrosief of bijtend en N – milieugevaarlijk zijn de gevarensymbolen van fosfor
31
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Seleenverbindingen
Seleen wordt vooral gebruikt in elektrische ogen, foto- en zonnecellen, lichtmeters in camera's en kopieerapparaten. Ook wordt seleen gebruikt in zonnebrillen, voor verglazing, als fotografische toner en bij de productie van roestvrij staal. De belangrijkste seleenverbindingen zijn seleenzuur, seleendioxide en seleenoxichloride. Giftigheid Voor een goede gezondheid is het belangrijk dat je iedere dag een beetje seleen binnen krijgt. Omdat seleen in granen en in vlees zit, krijg je dit bij het eten vanzelf binnen. Als je te veel seleen binnen krijgt is dit echter heel slecht voor je gezondheid. Seleenverbindingen die in de industrie gebruikt worden, kunnen in je lichaam worden opgenomen als je de dampen inademt, als ze op je huid komen of als je ze inslikt. De stoffen geven een branderig gevoel en zijn irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je seleenverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Knoflookadem • Kortademigheid • Ademnood • Niezen • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Duizeligheid • Misselijkheid • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zicht
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Vermoeidheid Irritaties van je slijmvliezen Huiduitslag en huidontsteking Rillingen Koorts
Als je heel lang achter elkaar met grote hoeveelheden seleen in aanraking komt, kan je last krijgen van de volgende klachten: • • • • • • • • • • •
Broos haar Misvormde nagels Opzwellen van je huid Vlekken op je nagels, tanden en in je haren Stoornissen van je maagdarmkanaal Vocht in je longen Longontsteking Astma Aantasting van je zenuwstelsel Lever en of nierklachten Hartklachten
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
32
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Seleen dioxides en zuren zijn zeer bijtend en kunnen je ogen en huid beschadigen.
Figuur 25, T – vergiftig is het gevarensymbool van Seleen
Telluurverbindingen
Telluur wordt gebruikt bij de productie van staal, voor het harder maken van rubber, om glas en keramiek te kleuren en om ballonnen van te maken. Kleine hoeveelheden telluur worden toegevoegd aan koper, roestvrij staal en lood. De belangrijkste telluurverbindingen zijn telluurzuur, telluur tetrachloride, telluur dichloride, telluur trioxide en natrium telluride. Giftigheid Telluur(verbindingen) zijn zeer brandbaar. De verbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je telluurverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Knoflookadem • Duizeligheid • Sufheid
Inslikken • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Droge huid • Jeuk
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Slaperigheid Droge mond Metaalsmaak in je mond Hoofdpijn Knoflookgeur van je zweet en urine
Als je heel lang achter elkaar met grote hoeveelheden telluur in aanraking komt, kan je last krijgen van de volgende klachten: • • • • • • •
Verlaging van je bewustzijn Maagklachten Verstopping Aantasting van je zenuwstelsel Vocht in je longen Lever en/of nierklachten Bloedarmoede
Sommige telluurverbindingen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen
33
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Figuur 26, telluur
Halogenen
Anorganisch fluor en fluorverbindingen
Anorganische fluorverbindingen worden in de aluminiumindustrie gebruikt. Ook kan je aan deze verbindingen blootgesteld worden in glas(wol)fabrieken, bij de uitstoot van vuilverbrandingsinstallaties, bij het verwerken van fosfaathoudend kunstmest, bij de productie van staal, bij het lassen, en in de glas-, tegel- en aardewerk industrie. Waterstoffluoride wordt gebruikt voor het etsen van glas. Fluor wordt soms toegevoegd aan tandpasta. Giftigheid Je hebt kleine hoeveelheden fluor nodig voor gezonde, stevige botten. Fluor is ook goed voor je tanden en wordt daarom toegevoegd aan tandpasta. Als je te veel fluor binnenkrijgt kan dit echter grote gezondheidsproblemen veroorzaken. Fluorverbindingen werken bijtend en irriterend op je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je anorganische fluorverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood • Branderig gevoel
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Tandbederf Tandafwijkingen Broze botten Nierklachten Beschadiging van je zenuwen Beschadiging van je spieren Vocht in je longen Irritatie van je maagdarmkanaal Verlaging van de calciumconcentratie in je bloed Verlaging van je bewustzijn
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
34
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 27, T+ - zeer vergiftig en C – corrosief of bijtend zijn de gevarensymbolen van fluor
Anorganisch chloor en chloorverbindingen
Anorganische chloorverbindingen die veel gebruikt worden in de industrie zijn zoutzuur, natriumchloride, calciumchloride en ammoniumchloride. Papierfabrieken gebruiken chloor om papier te bleken. Waterafvalwaterbehandelingfabrieken gebruiken chloor micro-organismen in het water te doden. Giftigheid Anorganische chloorverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. De chloraten zijn het giftigst. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je anorganische chloorverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Reuk- en smaakverlies • Kortademigheid • Ademnood • Neusbloeding
Inslikken • Blaren op je lippen en in je mond • Brandend gevoel • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree • Blauwe huid
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden • Blaren
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien • Brandwonden
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Problemen met ademhalen Pijn op je borst Vocht in je longen Bronchitis Longontsteking Lever- en of nierklachten Tandafwijkingen Veranderingen van je bloed Bloedarmoede Zuurstoftekort
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 28, T – vergiftig en C – corrosief of bijtend zijn de gevarensymbolen van waterstofchloride
35
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Anorganisch broom en broomverbindingen
Anorganische broomverbindingen worden gebruikt in brandvertragers, bij de productie van grondstoffen (calcium bromide, ethyl dibromide), in fotografisch papier en films, verf, inkt, verdovende middelen en in hydrolische-, koel- en haarpermanentvloeistof. Giftigheid Anorganische broomverbindingen zijn minder giftig dan organische broomverbindingen. Anorganische broomverbindingen zijn bijtend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je anorganische broomverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood • Duizeligheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Misselijkheid • Overgeven • Slaperigheid • Blauwe huid
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Huidontsteking Vocht in je longen Aantasting van je zenuwstelsel Beschadiging van je schildklier
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben. Kaliumbromaat is kankerverwekkend. Andere gezondheidsklachten die kunnen ontstaan als je in aanraking komt met kalium- of natriumbromaat, zijn: • • • •
Afwijkingen van je bloed Nierschade Zuurstoftekort Schade aan je hersenen
Figuur 29, flesje broom
36
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Anorganisch jodium en jodiumverbindingen
Jodium heeft twee vormen, een gewone en een radioactieve vorm. Jodiumverbindingen worden gebruikt als indicatoren en in fotografische film. Een mengsel van jodium en alcohol wordt gebruikt om wonden te helen. Veel medicijnen en schoonmaakmiddelen voor huidwondjes bevatten jodium. Jodium is ook een bestanddeel van waterzuiveringstabletten die gebruikt worden bij de reiniging van het drinkwater. De radioactieve vorm van jodium wordt gebruikt om schildklierbeschadiging te behandelen. Ook wordt deze vorm van jodium gebruikt om nucleaire wapens te testen. Giftigheid Je hebt een kleine hoeveelheid jodium nodig om gezond te blijven. Een tekort aan jodium kan zwellingen in je schildklier veroorzaken. Om een tekort aan jodium te voorkomen wordt jodium aan tafelzout toegevoegd. Als je te veel jodium binnenkrijgt kan dit je gezondheid echter ernstig schaden. Jodiumverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je anorganische jodiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood • Koorts
Inslikken • Pijn bij slikken • Buikpijn • Maagkrampen • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Vocht in je longen Verhoogde activiteit van je schildklier Gewichtsverlies. Hartritmestoornissen
Radioactief jodium verhoogt het risico op kanker en andere ziekten als schildklierafwijkingen en hormoonstoornissen.
Figuur 30, Xn – schadelijk is het gevarensymbool van jodium
37
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Silicium en siliciumverbindingen (Asbest) Silicium komt op veel verschillende manieren voor in de natuur. Asbest is de naam voor een aantal bekende siliciumverbindingen. De meest gebruikte soorten zijn witte-, blauwe-, en bruine asbest. Asbest werd vroeger veel gebruikt in brandwerende kleding, in buizen, in remmen, als isolatiemateriaal en als vulstof. Tegenwoordig is het gebruik van asbest is Nederland verboden. Giftigheid Siliciumverbindingen zijn alleen giftig als ze ingeademd worden in de vorm van stof of vezels. Deze stofdeeltjes zijn irriterend voor je ogen, neus en keel. De schadelijkste siliciumverbindingen zijn kristallijn silicium, asbest, synthetische siliciumvezels en silicium carbides. Inademing van deze silicium stofdeeltjes kan tot verschillende ziekten aan je longen, neus en keel leiden. Als je rookt is de kans groter dat je en van deze aandoeningen krijgt. Ook kan je last krijgen van je borst, buikvlies en maagdarmkanaal. Sommige siliciumverbindingen kunnen kanker veroorzaken.
Figuur 31, T – Vergiftig is het gevarensymbool van witte asbest
38
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Stikstofverbindingen Er zijn zes verschillende soorten stikstofverbindingen: alifatische en alicyclische amines, alifatische nitro-, nitraat en nitrietverbindingen, aromatische amino- en nitroverbindingen, cyaniden, heterocyclische stikstofverbindingen en N-nitrosaminen.Deze zes groepen hebben verschillende toepassingen, eigenschappen en gezondheidsrisico’s.
Alifatische en Alicyclische Amines Alifatische en alicyclische amines worden voornamelijk gebruikt als grondstoffen, tussenproducten of oplosmiddelen in de chemische industrie. Ook worden de amines gebruikt om reacties te versnellen, in bacteriedodend-, onkruidbestrijdings- en schimmelbestrijdingsmiddel, in middelen om roest te voorkomen, in harsen, zeep en in medicijnen. Giftigheid Alifatische en alicyclische amines zijn bijtend en sterk irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alifatische of alicyclische amines inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Misselijkheid • Kortademigheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Buikpijn / kramp • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Blaren • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Agressieve brand- of bevriezingswonden Benauwdheid Astma Vocht in je longen Blijvende schade aan je ogen Aantasting van je zenuwstelsel
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 32, F+ - zeer licht ontvlambaar en Xn – schadelijk zijn de gevarensymbolen van dimethylamine
39
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Alifatische Nitro-, Nitraat en Nitriet verbindingen
Alifatische Nitroverbindingen
De meest gebruikte alifatische nitroverbindingen zijn nitromethaan, nitroethaan en 2-nitropropaan. Deze verbindingen worden gebruikt in oplosmiddelen voor verf, kleurstof, kunsthars en rubber. Giftigheid Alifatische nitroverbindingen zijn irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alifatische nitroverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Kortademigheid • Hoofdpijn • Slaperigheid • Duizeligheid • Blauwe huid
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Brandend gevoel
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Prikkelende werking op je slijmvliezen Verdoving Zuurstofgebrek Lever en/of nierklachten Aantasting van je zenuwstelsel
Sommige nitroverbindingen kunnen kanker veroorzaken.
Figuur 33, T – vergiftig is het gevarensymbool van 2-Nitropropaan
Alifatische Nitraatverbindingen en Nitrietverbindingen
De meest gebruikte alifatische nitraatverbindingen zijn nitroglycerine en pentaerythritol tetranitaat. Deze verbindingen worden gebruikt in explosieven. Nitroglycerine wordt ook gebruikt als vaatverwijdend medicijn. Alifatische nitrietverbindingen worden voornamelijk gebruikt voor de productie van medicijnen. Giftigheid Alifatische nitraat- en nitrietverbindingen vliegen snel in brand en zijn explosief. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je alifatische nitraat- en nitrietverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn:
40
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Inademen • Hoofdpijn • Duizeligheid • Hartkloppingen • Blozen • Blauwe lippen of nagels
Inslikken • Buikkramp • Diaree
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • •
Huidontsteking Vaatverwijding Zuurstofgebrek Longontsteking
Nitraat- en nitrietverbindingen kunnen je bloedvaten aantasten, als dit gebeurd is krijg je last van hoofdpijn, duizeligheid, hartkloppingen en een blozend gezicht. Bij langdurige blootstelling aan nitraatverbindingen heb je een grotere kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Sommige nitrietverbindingen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen
Figuur 34, T+ - zeer vergiftig en E – ontplofbaar zijn de gevarensymbolen van nitroglycerine
Aromatische Amino- en Nitroverbindingen
Aromatische Aminoverbindingen
Aromatische aminoverbindingen worden vooral gebruikt als kleurstoffen of bij de productie hiervan. Ook worden deze verbindingen gebruikt in drukinkt, potloden, behangselpapier, karton, textiel, bont, leer, kunststoffen. haarverf, onkruidbestrijdingsmiddelen, rubber, in de farmaceutische industrie en om epoxyharsen harder te maken. Giftigheid Aromatische aminoverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je aromatische aminoverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn:
41
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Inademen • Hoesten • Keelpijn • Blozen • Kortademigheid • Hoofdpijn • Duizeligheid • Blauwe lippen, nagels of huid
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel • Misselijkheid • Maagkramp • Buikpijn • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Branderig gevoel
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • •
Vermoeidheid Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Benauwdheid Zuurstoftekort Astma Blauwe verkleuring van je neuspunt, oorlellen, lippen en nagels Blauwe verkleuring van je huid en slijmvliezen Nier- en/of leverklachten Overdreven goede stemming Aantasting van je zenuwstelsel Epileptische aanvallen
Als je lang achter elkaar met grote hoeveelheden aromatische aminoverbindingen in aanraking komt, kan je bloedarmoede krijgen. Sommige aromatische aminoverbindingen kunnen kanker veroorzaken. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 35, T – vergiftig en N – Milieugevaarlijk zijn de gevarensymbolen van aniline
Aromatische Nitroverbindingen
Aromatische nitroverbindingen worden gebruikt als springstoffen en bij de productie van geneesmiddelen, kleurstoffen en bestrijdingsmiddelen. Giftigheid Aromatische nitroverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je aromatische nitroverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn:
42
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Inademen • Kortademigheid • Duizeligheid • Hoofdpijn • Transpireren • Dorst • Koorts • Spierzwakte • Vermoeidheid • Blauwe huid
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid Troebel zicht Zuurstoftekort Blauwe verkleuring van je neuspunt, oorlellen, lippen en nagels Blauwe verkleuring van je huid en slijmvliezen Aantasting van je zenuwstelsel Longontsteking Milt-, lever en/of nierklachten Bloedarmoede
Sommige aromatische nitroverbindingen kunnen er voor zorgen dat mannen minder vruchtbaar worden en zijn mogelijk kankerverwekkend.
Figuur 36, T+ - zeer vergiftig is het gevarensymbool van nitrobenzeen
Cyaniden Cyaniden worden gebruikt in de kunstvezel-, plastic-, ontsmettingmiddelen- en metaalbewerkingsindustrie. Ook worden cyaanverbindingen gebruikt als insecticide en bij de productie van geneesmiddelen en kunststoffen. Giftigheid Cyaniden zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je cyaniden inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Krampen • Ademnood • Blauwe lippen of nagels • Duizeligheid • Hoofdpijn
Inslikken • Misselijkheid • Diaree • Overgeven • Blauwe huid • Bewusteloosheid
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Tranende ogen • Slecht zien
43
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Zwakheid Verwarring Problemen met ademhalen Vocht in je longen Leverklachten Remming van de opname van jodium in je schildklier Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg overgeven en coma
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben. Acrylnitril kan afwijkingen van je maagdarmkanaal, longen en bijnieren veroorzaken. Acrylnitril kan mogelijk schade bij baby’s veroorzaken en is kankerverwekkend.
Figuur 37, F – licht ontvlambaar en Xn – schadelijk zijn de gevarensymbolen van acetonitril
Heterocyclische stikstofverbindingen Heterocyclische stikstofverbindingen worden in schimmel- en onkruidbestrijdings-middelen gebruikt. Giftigheid Heterocyclische stikstofverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je heterocyclische stikstofverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Branderig gevoel • Sufheid • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Blaren • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien • Brandwonden
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn:
44
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
• • • • • • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Duizeligheid Moeheid Angstgevoelens Vermagering Verlaging van je weerstand Gelige verkleuring van je huid Geelzucht Irritatie van je maagdarmkanaal Oogaandoeningen Vocht in je longen Hoge koorts Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlammingen Lever- en/of nierschade Verstoring van je vitamine- en/of hormoonstofwisseling
Sommige stoffen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Sommige stoffen zijn kankerverwekkend. Blootstelling aan grote hoeveelheden in de lucht zwevende deeltjes in een hete omgeving kan de dood veroorzaken.
Figuur 38, F – licht ontvlambaar en T+ - zeer vergiftig zijn de gevarensymbolen van propyleenimine
N-nitrosaminen N-nitrosaminen worden tegenwoordig bijna niet meer gebruikt in de industrie. Wel ontstaan ze als bijproducten in de verf-, metaalbewerkings-, rubber- en bandenindustrie, bij de metaalgieterij en bij de productie van vismaaltijden. Giftigheid N-nitrosoaminen zijn irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als N-nitrosoaminen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Hoofdpijn • Misselijkheid • Overgeven
Inslikken • Buikkramp • Kortademigheid
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
De meeste klachten - met uitzondering van de bovenstaande klachten - na blootstelling aan Nnitrosaminen ontstaan pas een tijd later. Deze klachten zijn: • • • •
Leverproblemen Longontsteking Afwijkingen bij baby’s Problemen bij het krijgen van kinderen
45
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Sommige N-nitrosaminen zijn kankerverwekkend.
Figuur 39, T+ - zeer vergiftig, N – milieugevaarlijk en E – ontplofbaar zijn de gevarensymbolen van N-Nitrosodimethylamine
46
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Zwavelverbindingen Er zijn twee verschillende soorten zwavelverbindingen: anorganische zwavel-verbindingen en organische zwavelverbindingen. Deze twee groepen hebben verschillende toepassingen, eigenschappen en gezondheidsrisico’s.
Anorganische zwavelverbindingen Anorganische zwavelverbindingen worden gebruikt in koel-, bleek- en conserveermiddelen, bij de productie van papier, in de olieraffinage, in accu’s en bij het smelten en gieten van staal. Giftigheid Zwavelverbindingen stinken en zijn erg giftig. De verbindingen zijn bijtend en irriterend voor je neus en keel. Ook zijn ze zeer bijtend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je zwavelverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Sufheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • •
Pijn op je borst Licht gevoel in je hoofd Vocht in je longen
Als met grote hoeveelheden zwavel in aanraking komt, kan je last krijgen van de volgende klachten: • • • • • • • • • • • • • • • •
Lage weerstand Problemen met je gehoor Huidproblemen Verstoring van je hormonale stofwisseling Vermindering van je bewustzijn Aantasting van je tanden Verlamming van je neus en keel Aantasting van je zenuwstelsel Effecten op je hersenen en daardoor veranderingen in je gedrag Slechte doorbloeding Beschadigingen van je hart Maag- en spijsverteringsstoringen Lever en/of nierklachten Het gevoel dat je stikt Astma Vertakking van je longslagader (longembolie)
47
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Sommige zwavelverbindingen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 40, C – corrosief of bijtend is het gevarensymbool van zwavelzuur.
Organische zwavel verbindingen Organische zwavelverbindingen worden gebruikt in oplosmiddelen, zeep, smeermiddelen, rubber en om reacties sneller te laten verlopen in de chemische industrie. Giftigheid Organische zwavelverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je organische zwavelverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Keelpijn • Hoesten • Kortademigheid • Ademnood • Blauwe huid • Sufheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven • Bewusteloosheid • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Huidontsteking Verlaging van je bewustzijn Vocht in je longen Longontsteking Leverklachten Schildklierklachten Aantasting van je zenuwstelsel Effecten op je hart, bloedvaten en zenuwstelsel, met als gevolg hartziekten, ernstige zenuw- en gedragstoornissen, zenuwontstekingen, psychosen, problemen met ademhalen en stuiptrekkingen
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
48
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 41, F+- zeer licht ontvlambaar, Xn – schadelijk en N – milieuonvriendelijk zijn de gevarensymbolen van methaanthiol
49
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Metalen Metalen komen voor in de natuur. Dit betekent dat je tijdens je alledaagse leven met metalen in aanraking komt. Naast deze blootstelling (via bijvoorbeeld voedsel), kan je ook met metalen in aanraking komen tijdens het uitoefenen van je beroep. Sommige metalen, zoals calcium, magnesium, palladium, cadmium en koper zitten in het drinkwater. Sigarettenrook bevat cadmium en sommige wijnen bevatten lood en arseen. Metalen worden voor ontzettend veel verschillende producten gebruikt. Ze worden toegepast in constructiemateriaal, vervoersmiddelen en gereedschap, in legeringen (bijvoorbeeld ijzer met chroom, nikkel, kobalt, beryllium, vanadium), in elektronica (koper, zilver, seleen, beryllium), in accu’s (lood, cadmium en nikkel) en munten (zilver, koper, chroom en nikkel); als beschermend laagje op andere metalen (lood, cadmium, chroom, nikkel en zink), als metaalverbindingen in kleurstoffen (lood, chroom, cadmium, kwik, arseen en zink), als bestrijdingsmiddel (arseen, kwik en tin), in de kunststofindustrie (lood, kobalt en cadmium), in uitlaatgassen (lood), in lasrook, enzovoort. Metalen zijn vaak in kleine hoeveelheden niet giftig; soms heeft je lichaam ze zelfs nodig om niet ziek te worden. Als je grote hoeveelheden metaal binnenkrijgt kun je er echter zeer ziek van worden. De gezondheidseffecten die de verschillende metalen en metaalverbindingen op je gezondheid kunnen hebben, staan in de volgende hoofdstukken beschreven.
Aluminium (Al) en aluminiumverbindingen Aluminum komt heel veel voor in de natuur. Het is een van de meest gebruikte metalen in de industrie. Blootstelling aan aluminium(verbindingen) komt vooral voor bij de productie van constructie- en verpakkingsmateriaal (blikjes bijvoorbeeld). Giftigheid Aluminiumverbindingen zijn licht irriterend voor je neus en keel. Gezondheids-klachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je aluminiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Koorts • Bloedneus • Duizeligheid
Inslikken • Buikpijn / kramp • Irritatie van je lippen, mond en keel • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Droge huid
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg vermindering van je bewustzijn, geheugenverlies, dementie, lusteloosheid en ernstig trillen Vocht in je longen Lever- en/of nierklachten Zuurstoftekort
Bij inademing van aluminiumstof kunnen de deeltjes zich ophopen in je luchtwegen. Dit kan tot longfibrose leiden. Longfibrose is de naam voor ernstige beschadigingen van je longweefsel waar blijvend littekenweefsel door is ontstaan. Hierdoor is het moeilijker om adem te halen. De ziekteverschijnselen van longfibrose zijn: 50
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
• • • • •
Benauwdheid Kortademigheid Hoesten Opgeven van slijm Gevoeligheid voor ontstekingen aan je luchtwegen
Figuur 42, blikjes van aluminium
Antimoon (Sb) en antimoonverbindingen Antimoon is makkelijk breekbaar. Pure antimoon wordt gebruikt om halfgeleiderapparatuur te maken, zoals dioden en infrarood detectoren. Antimoon wordt in de metaalindustrie gebruikt voor het maken van legeringen. Deze legeringen worden gebruikt in batterijen, metalen met lage wrijving, kabelbescherming en andere producten, zoals onbrandbare materialen, verf, keramiek, glas en aardewerk. De oude egyptenaren gebruikten antimoon als zwarte oogmake-up. Giftigheid Antimoon(verbindingen) zijn bijtend en irriterend zijn voor je ogen, huid, neus, keel en longen. Vooral het inademen van antimoon in de gasvormige fase veroorzaakt gezondheidsproblemen. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je antimoonverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: • • • • • • •
Inademen Hoesten Kortademigheid Keelpijn Ademnood Branderig gevoel Misselijkheid
• • • •
Inslikken Buikpijn / kramp Overgeven Diaree
• • • •
Huid Roodheid Pijn Brandwonden
• • • •
Ogen Roodheid Pijn Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Huidontsteking Vocht in je longen en andere longaandoeningen Lever- en/of nierklachten Irritatie van het spijsverteringskanaal Maagzweren Hartproblemen
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
51
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Figuur 43, antimoon
Arseen (As) en arseenverbindingen Arseen(verbindingen) worden gebruikt voor de productie van rattengif en bestrijdingsmiddelen. Ook wordt arseen toegevoegd aan sommige metaallegeringen en kan het vrijkomen bij het smelten van andere metalen (koper, lood, zink en ijzer). Verder wordt arseen ook verwerkt in glas en kleurstoffen. Giftigheid Arseen is een van de meest giftige metalen. Deze stoffen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus, keel en longen. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je arseenverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Overgeven • Diaree • Buikkrampen • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Zie inademen
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Beschadiging van je neustussenschot Verlaging van je weerstand Irritatie van je maag en ingewanden Maagontsteking Stuiptrekkingen Verminderde productie van rode en witte bloedcellen Bloedarmoede Lever- en/of nierklachten Vocht in je longen Hartstoornissen Beschadiging van je DNA Hersenschade
Langdurige blootstelling aan grote hoeveelheden arseen kan onvruchtbaarheid en miskramen bij vrouwen veroorzaken. De opname van grote hoeveelheden arseen kan de kans op de ontwikkeling van kanker vergroten. Met name de kans op de ontwikkeling van huid-, long-, lever- en lymfeklierkanker. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
52
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 44, arseen
Barium (Ba) en bariumverbindingen Barium(verbindingen) worden gebruikt bij de productie van glas, keramiek, tegels, televisiebuizen, vuurwerk, bleekmiddel, bij het harden van staal en als kleurstof. Giftigheid Barium(verbindingen) kunnen in je lichaam terechtkomen als je de dampen of de in lucht zwevende deeltjes inademt of ze inslikt. De gezondheidsrisico’s lopen sterk uiteen voor de verschillende stoffen. Bariumverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je bariumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikpijn • Diaree • Trillen • Overgeven • Zwak gevoel of zelfs verlamming in je armen en benen
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Hoge bloeddruk Slappe spieren Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg verlamming van je armen, benen en ademhalingsspieren Veranderingen van je zenuwreflexen Last van je maagdarmkanaal Opzwellen van je hersenen en lever Schade aan je nieren en hart
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit verlammingen, een hartstilstand en zelfs de dood tot gevolg hebben. Blootstelling aan bariumsulfaat en bariumsulfide kan longaandoeningen veroorzaken.
53
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Figuur, 45, bariumnitraat ontbrandt met een felgroene kleur en wordt daarom gebruikt in signaalvuur en vuurwerk
Beryllium (Be) en berylliumverbindingen Beryllium is in zeer kleine hoeveelheden in de natuur aanwezig. Beryllium-(verbindingen) worden gebruikt in laselektroden, om legeringen met koper of nikkel te maken, in de keramische-, elektrotechnische-, nucleaire-, ruimtevaart- en wapenindustrie. Giftigheid Beryllium is een van de meest giftige stoffen die we kennen. Beryllium kan in je lichaam terechtkomen als je de dampen of de in lucht zwevende deeltjes inademt of ze inslikt. De in de lucht zwevende deeltjes van beryllium zijn irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je beryliumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Kortademigheid
Inslikken • Zie inademen
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Vocht in je longen Longontsteking
Je longen kunnen aangetast worden bij herhaalde of langdurige blootstelling aan beryllium stofdeeltjes, met als gevolg chronische berylliose. Dit is een gevaarlijke en hardnekkige longziekte die ook andere organen, zoals je hart kan beschadigen. 20% van alle mensen die deze ziekte krijgen, sterven er aan. Beryllium is kankerverwekkend en kan de kans op beschadigingen van je DNA vergroten. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 46, beryllium
54
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Bismut (Bi) en bismutverbindingen Bismut is wit metaal met een rozeachtige tint. Het is makkelijk breekbaar. Bismut metaal wordt gebruikt bij de productie van laagsmeltend soldeer, legeringen en vishaken. Sommigen bismut verbindingen worden gebruikt in medicijnen Giftigheid Bismutverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheids-klachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je bismutverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Misselijkheid • Hoofdpijn
Inslikken • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • •
Slechte adem Metaalsmaak in je mond Tandvleesontsteking Gewichtsverlies Koorts Huidontsteking Slapeloosheid Depressie Reumatische aanvallen Zwarte lijn om je mond (dit is neerslag van bismut sulfide) Lever- en/of nierschade Bloedarmoede
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 47, bismut
Cadmium (Cd) en cadmiumverbindingen Cadmium is zeer giftig en wordt daarom niet veel gebruikt in de industrie. Cadmium wordt gebruikt in nucleaire reactoren en in oplaadbare nikkel-cadmium batterijen. De legering die cadmium met zilver vormt staat bekend als soldeer. Soldeer wordt gebruikt om elektrische voorwerpen, pijpleidingen en andere voorwerpen aan elkaar te smelten. Gehydrateerd cadmium sulfaat wordt gebruikt in een apparaat dat de Weston cell heet, dit is een soort batterij die gebruikt wordt om medische apparatuur te testen. Cadmium sulfide is een geel poeder dat als kleurstof wordt gebruikt. Andere cadmium verbindingen worden toegepast in zwart/wit televisies en als blauwe en groene tinten in kleurentelevisies. 55
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Blootstelling Omdat cadmium(verbindingen) in de industrie niet veel meer gebruikt worden, vindt blootstelling aan deze verbindingen voornamelijk via voedsel plaats. In lever, paddestoelen, schelpdieren, cacaopoeder en gedroogd zeewier zit veel cadmium. Als je rookt, kom je met hogere concentraties cadmium in aanraking. Tabaksrook transporteert cadmium naar je longen. Daarna transporteert je bloed het naar de rest van je lichaam. Mensen die leven in de buurt van gevaarlijke afvalstortplaatsen of fabrieken die cadmium uitstoten in de lucht en mensen die werken in de metaalbewerkings industrie kunnen ook blootgesteld worden aan hoge concentraties cadmium. Giftigheid Cadmiumverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheids-klachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je cadmiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikpijn • Diaree • Misselijkheid • Overgeven • Branderig gevoel
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • •
Verlaging van je weerstand Verminderd van je reukvermogen Vocht in je longen Irritatie van het maagdarmkanaal Nierklachten Afwijkingen van je bloed Botbreuken Aantasting van je zenuwstelsel Psychologische stoornissen
Inademing van cadmium dampen of stof kan tot metaaldampkoorts leiden.De verschijnselen van metaaldampkoorts doen erg aan griep denken. Het begint met koorts, zweten, spierpijnen en een beroerd gevoel. Meestal beginnen de klachten enkele uren na blootstelling en zijn ze binnen 24 tot 28 uur weer verdwenen. De meeste cadmium(verbindingen) kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken, problemen geven bij het krijgen van kinderen en je DNA beschadigen. Sommige cadmiumverbindingen kunnen kanker veroorzaken. Als je langdurig cadmium inademt, kan dit ernstige schade aan je longen toebrengen, dit kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 48, cadmium
56
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Cesium (Cs) en cesiumverbindingen Cesium heeft twee vormen, een gewone en een radioactieve vorm. Cesium is zeer giftig en wordt daarom niet veel meer gebruikt in de industrie. Het komt in kleine hoeveelheden voor in foto-elektrische cellen, spectrografische instrumenten, infrarood lampen en in verschillende andere optische apparaten. Cesium, gallium en kwik zijn de enige drie metalen die vloeibaar zijn bij kamertemperatuur. Blootstelling Cesium kan in je lichaam terechtkomen via je ademhaling, of tijdens het drinken of eten. In de lucht is er weinig cesium, maar radioactief cesium is aangetoond in oppervlaktewater en verschillende soorten voedsel.Mensen die in de nucleaire industrie werken, kunnen in aanraking komen met grote hoeveelheden cesium. Giftigheid Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je cesiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Branderig gevoel
Ogen • Roodheid • Pijn
Er zijn weinig gezondheidsproblemen op langere termijn die direct in verband gebracht kunnen worden met cesium. Er is eigenlijk alleen bekend dat je vocht in je longen kan krijgen. De kans dat je in contact komt met radioactief cesium is zeer klein. Bij blootstelling aan radioactief cesium kunnen je cellen beschadigd raken. Effecten die dan optreden zijn: • • • •
Overgeven Misselijkheid Diarree Bloeden
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden radioactief cesium kan dit bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 49, cesium
57
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Chroom (Cr) en chroomverbindingen Chroom is een zilvergrijs metaal. Het komt in twee vormen voor. De ene vorm is essentieel voor je gezondheid, de andere vorm is giftig. De giftige vorm is aanwezig in chromaten. Chromaten worden gebruikt in de metaalbewerkings industrie, bij de productie van roestvrij staal en in optische apparaten. Veel voorkomende verbindingen zijn; lood chromaat, ook wel gele chroom genoemd, dit wordt gebruikt als gele kleurstof in verf. Chroomoxide, ook wel groene chroom genoemd, dit wordt veel gebruikt als kleurstof in groene verf. Robijnen en smaragden hebben hun kleuren ook te danken aan chroomverbindingen. Kalium dichromaat wordt gebruikt om leer te kleuren. Ook zitten er chroomverbindingen in beits. Blootstelling Je kunt op een aantal manieren blootgesteld worden aan chroom: bij je ademhaling, door eten, drinken of als je chroom of chroommengsels op je huid krijgt. De ongevaarlijke chroomvorm komt voor in veel groenten, fruit, gisten en granen. Deze vorm van chroom is een belangrijke voedingsstof voor mensen. Een tekort hieraan kan hartkwalen, verstoring van je stofwisseling en diabetes veroorzaken. De opname van teveel van deze vorm chroom kan echter ook gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals huiduitslag. De giftige chroomvorm is gevaarlijk voor je gezondheid. Vooral mensen die in de staal- en textielindustrie werkzaam zijn lopen een verhoogde kans op blootstelling. Als je rookt, kom je met hogere concentraties giftig chroom in aanraking. Tabaksrook transporteert het chroom naar je longen. Daarna transporteert je bloed het naar de rest van je lichaam. Giftigheid De giftige chroomvorm staat erom bekend dat het bepaalde gezondheidsproblemen veroorzaakt. De giftige chroomvorm is irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheids-klachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je deze chroomverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid
Inslikken • Buikpijn /kramp • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Jeuk
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid Huidontsteking Huiduitslag Irritatie van je neus Neusbloedingen Maagzweren Problemen met ademhalen Verlaging van je weerstand Lever- en/of nierschade
De giftige chroom(verbindingen) kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken, mannen onvruchtbaar maken en je DNA beschadigen. Sommigen van deze verbindingen kunnen (long)kanker veroorzaken. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
58
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 50, chroom
Gallium (Ga) en galliumverbindingen Gallium heeft twee vormen, een gewone en een radioactieve vorm. Gallium is vloeibaar bij kamertemperatuur. Het wordt gebruikt in thermometers en om laag-smeltende legeringen te maken. Gallium wordt ook gebruikt om halfgeleiders, transistoren en dioden te produceren. Grote hoeveelheden gallium trichloride zijn samengevoegd om het Gallium Neutrino Observatory te bouwen, een observatorium dat in Italië ligt en waar men neutronen bestudeerd die in de zon worden geproduceerd tijdens het nucleaire kernfusie proces. Giftigheid In kleine hoeveelheden is gallium niet schadelijk voor mensen. Zelfs de radioactieve vorm kan in het lichaam worden opgenomen zonder schadelijke effecten. Als je echter met grote hoeveelheden gallium in aanraking komt, kunnen de volgende gezondheidsklachten ontstaan: • • • • •
Keelontsteking Ademnood Pijn op je borst Vocht in je longen Verlamming
Figuur 51, gallium
Germanium (Ge) en germaniumverbindingen Germanium wordt gebruikt in transistoren, legeringen en in fluorescerende lampen. Zowel germanium als germanium oxide worden gebruikt in infrarood instrumenten en infrarood detectoren. Momenteel wordt onderzocht of germanium verbindingen gebruikt kunnen worden voor chemotherapie. Giftigheid Er zijn geen gegevens bekend die aantonen dat zuiver germanium giftig is. Over germanium hydride and germanium tetrahydride zijn wel gegevens bekend. Gezondheidsklachten die je van deze verbindingen kan krijgen, zijn:
59
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
• • • • •
Rode en pijnlijke huid Branderige huid Kuchen Maagkrampen Afwijkingen van je bloed, waardoor bloedproppen kunnen ontstaan
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 52, germanium
Goud (Au) en goudverbindingen Goud is zeer buigzaam en dus erg kwetsbaar. In grote hoeveelheden heeft goud een gelige kleur. Wanneer je kleine korreltjes goud hebt, kunnen deze zwart, groen of paars zijn. Omdat goud een zacht metaal is, worden er meestal andere metalen aan het goud toegevoegd om het sterker te maken. Deze goudlegeringen worden in juwelen gebruikt; het aantal karaats beschrijft de hoeveelheid goud die aanwezig is (24 karaats is puur goud). Giftigheid Inademing van hoge concentraties goud kan voor irritatie van je neus en keel zorgen. Je ogen kunnen ook geïrriteerd raken. Langdurig contact met je huid kan irritatie en overgevoeligheidsreacties veroorzaken.
Figuur 53, goud
IJzer (Fe) en ijzerverbindingen IJzer is een veel voorkomend, zeer goedkoop metaal. Grote hoeveelheden ijzer worden gebruikt om staal te produceren. Staal is een legering van ijzer en koolstof dat meestal voor 0,3% tot 1,5% uit koolstof bestaat. Om het staal verschillende eigenschappen te geven, kunnen er ook andere metalen toegevoegd worden. Kleine hoeveelheden chroom kunnen de duurzaamheid verhogen en roestvorming voorkomen (roestvrij staal); nikkel verhoogt de duurzaamheid en de zuur- en hittebestendigheid; magensium verhoogd de hardheid en de verweringsbestendigheid; molybdeen verhoogd de hardheid en hittebestendigheid; wolfraam verhoogd de hardheid bij hoge temperaturen; vanadium verhoogd de hardheid en buigzaamheid van het staal. Staal wordt onder andere toegepast in paperclips, auto’s, wolkenkrabbers en vliegtuigen.
60
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
IJzer is een nuttig metaal. Het speelt een belangrijke rol bij het in leven houden van planten en dieren. Ook is ijzer een essentieel onderdeel van hemoglobine. Hemoglobine is de rode bloedkleurstof die zuurstof door je lichaam vervoerd. IJzer sulfaat (FeSO4) wordt gebruikt om bloedarmoede te behandelen. Blootstelling Ijzer zit in vlees, aardappelen en groenten. IJzer kan verschillende ziekten veroorzaken wanneer het in grote hoeveelheden in het weefsel terechtkomt en daar aanwezig blijft. Giftigheid Ijzer(verbindingen) zijn bijtend en irriterend voor je ogen, neus en keel. Gezondheids-klachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je ijzerverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Misselijkheid • Kortademigheid • Ademnood • Overgeven
Inslikken • Buikpijn /kramp • Branderig gevoel • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Irritatie van je maagdarmkanaal Vocht in je longen Longontsteking Leverklachten Aantasting van je hersenen
Inademing van hoge concentraties ijzer kan de kans op longkanker verhogen als er beroepsblootstelling is aan long carcinogenen. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben. Gezondheidsklachten die kunnen optreden na het inslikken van grote hoeveelheden ijzersulfaat zijn: • • •
Misselijkheid Maagbloedingen Shock
Figuur 54, ijzer
61
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Indium (In) en indiumverbindingen Indium wordt gebruikt in correctie vloeistof, in warmte- en stroomgeleiders en als coating voor hogesnelheidsmotoren omdat het voor een gelijke verdeling van smeerolie zorgt. Indium kan worden gebruikt om spiegels te maken die net zo reflectief zijn als zilveren spiegels; het voordeel is dat ze minder snel breken. Ook wordt indium gebruikt om laagsmeltende legeringen te maken. Giftigheid De kans dat je met indiumverbindingen in aanraking komt is klein. Alle indium- verbindingen zijn zeer giftig. Als je stofdeeltjes van indium inademt, kan je vocht in je longen krijgen. Indiumverbindingen kunnen het hart, de nieren en de lever beschadigen. Een aantal indiumverbindingen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Het is verstandig elke vorm van blootstelling aan deze stoffen te voorkomen.
Figuur 55, indium
Kobalt (Co) en kobaltverbindingen Kobalt heeft twee vormen, een gewone en een radioactieve vorm. Kobalt wordt voornamelijk gebruikt voor het maken van legeringen. Alniko, een legering die bestaat uit aluminium, nikkel en kobalt, wordt gebruikt om zeer krachtige magneten te maken. Stelliet legeringen, die uit kobalt, chroom en wolfraam bestaan, worden gebruikt om verf en hoge-snelheid en hoge-temperatuur gereedschappen te maken. Kobaltverbindingen worden ook gebruikt voor het kleuren van porselein, glas, aardewerk, tegels en glaswerk. Enkele van deze verbindingen staan bekend als: kobalt blauw, ceruleum, nieuw blauw, smalt, kobalt geel en kobalt groen. Naast de toepassing als verf is kobalt ook een belangrijke menselijke voedingsbron, omdat het een essentieel onderdeel is van vitamine B12. Radioactief kobalt geeft straling af. Deze straling wordt gebruikt om verschillende vormen van kanker te behandelen. Blootstelling Kobalt(verbindingen) kunnen in je lichaam terechtkomen als je lucht inademt, water drinkt of voedsel eet dat kobalt bevat. In kleine hoeveelheden is kobalt goed voor je gezondheid, omdat het een onderdeel is van vitamine B12. Kobalt wordt gebruikt om bloedarmoede bij zwangere vrouwen te behandelen, omdat het de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. Te hoge concentraties kobalt kunnen je gezondheid echter schaden. De grond in de buurt van mijnen en smeltfabrieken kan zeer grote hoeveelheden kobalt bevatten. Giftigheid Kobalt(verbindingen) zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je kobaltverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn:
62
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Inademen • Hoesten • Keelpijn • Duizeligheid • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikpijn /kramp • Misselijkheid • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Huidontsteking Slecht (wazig) zicht Gewichtsverlies Problemen met ademhalen Verminderde werking van je longen Longontsteking Astma Lever- en/of nierklachten Schade aan je schildklier Hartproblemen
Sommige kobaltverbindingen zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit blijvende handicaps en zelfs de dood tot gevolg hebben. Gezondheidseffecten van de radioactieve kobaltvorm worden veroorzaakt door straling. Dit kan leiden tot onvruchtbaarheid, haaruitval, overgeven, bloeden, diarree, coma en zelfs de dood.
Figuur 56, kobalt
Koper (Cu) en koperverbindingen Koper wordt als zuiver materiaal en in legeringen gebruikt wegens de goede geleidbaar- en buigzaamheid. Koper is geliefd om zijn kleur en glans. Archeologisch bewijs toont aan dat mensen al minstens 11.000 jaar koper gebruiken. Koper is vrij goedkoop en makkelijk te bewerken. Koper wordt in de vorm van koperdraad in grote hoeveelheden gebruikt in de elektrische industrie. Omdat koper niet gaat roesten in lucht, vocht of zeewater wordt het ook veel gebruikt om munten te maken. Zuiver koper is te zacht voor de meeste toepassingen, dus meestal wordt koper versterkt met andere metalen. De twee meest bekende koper legeringen zijn brons en messing. Brons is een mengsel van koper en tin dat vroeger veel gebruikt werd voor gereedschap, wapens, containers en sieraden. Momenteel wordt brons gebruikt voor muziekinstrumenten, schroeven en andere voorwerpen die niet mogen roesten. 63
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Messing is een mengsel van koper en zink. De Romeinen waren de eersten die het toepasten, zij gebruikten het om voorwerpen als munten, ketels en sieraden te maken. Gehydrateerd koper sulfaat, ook wel bekend als blauwe vitrol, is de meest bekende koperverbinding. Het wordt gebruikt als landbouwgif, om algen te doden bij waterzuivering en als blauw pigment in inkt. Koperdichloride wordt gebruikt als beits. Koper cyanide wordt veel toegepast om voorwerpen een aantrekkelijk oppervlak te geven dat niet gaat roesten. Blootstelling De hoeveelheid koper in het milieu is de laatste jaren sterk gestegen door de toegenomen koperproductie. Koper kan in veel verschillende soorten voedsel, het drinkwater en de lucht gevonden worden. Er zit weinig koper in de lucht. Als je echter in de buurt van een koper smeltfabriek woont, kan je wel koper via de lucht binnenkrijgen. Ook de mensen die koperen (water)leidingen hebben in hun huis, worden blootgesteld aan hogere concentraties koper. Het koper komt namelijk door verwering van de leidingen in het water terecht. Koper is in kleine hoeveelheden goed voor je gezondheid. Je kan zonder problemen grote hoeveelheden koper binnen krijgen. Als je te veel koper binnenkrijgt kan dit echter grote gezondheidsproblemen veroorzaken. Giftigheid Mensen kunnen alleen via hun werk met zeer grote hoeveelheden koper in aanraking komen. Koper is bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je koperverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn /kramp • Diaree • Misselijkheid • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
In de werkomgeving kan de bloostelling aan hoge concentraties koperdampen leiden tot metaaldampkoorts. De verschijnselen van metaaldampkoorts doen erg aan griep denken en beginnen met koorts, zweten, spierpijn en een beroerd gevoel. Meestal beginnen de klachten enkele uren na blootstelling en zijn ze binnen 24 tot 28 uur weer verdwenen Als je lang achter elkaar aan grote hoeveelheden koper wordt blootgesteld kan je last krijgen van de volgende gezondheidsklachten: • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of andere huidaandoeningen Irritatie van je maagdarmkanaal Longaandoeningen Afwijkingen van je bloed Lever- en/of nierklachten
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben. Als je lang achter elkaar aan grote hoeveelheden kopernitraat wordt blootgesteld kan er zuurstoftekort ontstaan.
64
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 57, een koperen orgel
Kwik (Hg) en kwikverbindingen Kwik is vloeibaar bij kamertemperatuur, het is een zware, zilverwitte vloeistof. Kwik wordt gebruikt in meetinstrumenten (thermometers, manometers), lampen (Tl-buizen), elektrotechnische producten (schakelaars, relais), farmaceutische producten, verf, als amalgaam (tandheelkunde) en bij de productie van natriumhydroxide en chloor. Ook wordt kwik gebruikt om het productieproces van plastics te versnellen. Giftigheid Kwik is zeer giftig. Kwikverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je kwikverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Diaree • Overgeven • Metaalsmaak
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • •
Overgevoeligheidsreacties, die resulteren in huiduitslag, vermoeidheid en hoofdpijn Vocht in je longen Spierzwakte Tintelingen in je armen en benen Nierklachten Maagdarmstoornissen Aantasting van je zenuwstelsel Beschadiging van je DNA Beschadiging van je chromosomen, met als gevolg het syndroom van Down Onvruchtbaarheid bij mannen Miskramen bij vrouwen Afwijkingen bij baby’s
Er kan ook schade optreden van je hersenfuncties. De volgende effecten kunnen optreden als je hersenfuncties beschadigt zijn:
65
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
• • • • • •
Veranderingen in je persoonlijkheid Bevingen Veranderingen in je gezicht Doofheid Ongecoördineerde spierbewegingen Geheugenverlies
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 58, kwik
Lanthaniden De groep lanthaniden bestaat uit de volgende 17 metalen: Scandium, Yttrium, Lanthaan, Cerium, Praseodymium, Neodymium, Promethium, Samrium, Europium, Gadolinium, Terbium, Dysprosium, Holmium, Erbium, Thulium, Yttrbium en Lutetium. Deze metalen worden de zeldzame aardmetalen genoemd en hebben alle 17 ongeveer dezelfde eigenschappen. Lanthaniden worden onder andere gebruikt in kleurentelevisies, fluorescerende lampen, spaarlampen en glas. Giftigheid In de industrie kan je blootgesteld worden aan de dampen en de gassen van lanthaniden. Langdurige blootstelling aan deze dampen en gassen kan een vertakking van je longslagader (longembolie) veroorzaken. De lanthaniden kunnen ook voor leverklachten zorgen.
Figuur 59, yttrium
Figuur 60, scandium
Lithium (Li) en lithiumverbindingen Lithium is een licht, zacht metaal met een laag smeltpunt. Lithium wordt in de industrie voornamelijk gebruikt om smeerolie te verdikken. Lithiumverbindingen worden gebruikt bij verschillende laswerkzaamheden, voor het bakken van potten en in medicijnen als antidepressiva. Ook worden ze toegevoegd aan alkaline batterijen.
66
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Giftigheid Lithiumverbindingen zijn bijtend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je lithiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikpijn • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • •
Vocht in je longen Nierklachten Aantasting van je zenuwstelsel, met als gevolg trillende handen, slappe spieren, gebrekkige spiercoördinatie en afwijkend gedrag. Hartstoornissen
Sommige lithiumverbindingen kunnen mogelijk afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen. Blootstelling aan zeer hoge concentraties kan bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 61, lithium
Lood (Pb) en loodverbindingen Lood is een zacht, blauw/wit metaal. Het is makkelijk te bewerken en roest niet. Lood(verbindingen) worden gebruikt in accu's, munitie, kristalglas, dakbedekking, kabels, pijpleidingen, verf en pesticiden. Ook worden er legeringen van lood gemaakt: edelstaal en soldeer. Loodsulfide wordt in schmink gebruikt, looddioxide in vuurwerk en lood acetaat als desinfectiemiddel. In sommige soorten benzine worden ook loodverbindingen gebruikt. Blootstelling Lood is een metaal dat veel schadelijke effecten heeft op je gezondheid. Het kan in je lichaam terechtkomen als je lucht inademt, water drinkt of voedsel eet dat lood bevat. Voedsel zoals fruit, groenten, vlees, granen, zeevoedsel, frisdranken en wijn kunnen lood bevatten. Sigarettenrook bevat ook een kleine hoeveelheid lood. Lood kan in je drinkwater terechtkomen via het roesten van loden pijpleidingen. Giftigheid Je hebt geen lood nodig voor het behouden van een goede gezondheid. Al het lood dat je binnenkrijgt is dus schadelijk. Loodverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je loodverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: 67
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Inademen • Hoesten • Keelpijn • Hoofdpijn • Duizeligheid • Misselijkheid • Buikkrampen • Verstopping
Inslikken • Overgeven • Metaalsmaak
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • •
Nierklachten Afwijkingen van je bloed Verhoging van je bloeddruk Bloedarmoede Aantasting van je zenuwstelsel Problemen met je botten Hersenschade
Sommige loodverbindingen vertragen de ontwikkeling van baby’s, veroorzaken afwijkingen bij baby’s en vergroten het risico op een spontane abortus. Loodverbindingen kunnen ook de vruchtbaarheid van zowel mannen als vrouwen verlagen. Een aantal loodverbindingen zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan de dood tot gevolg hebben. Als je in aanraking komt met grote hoeveelheden loodnitraat of loodperoxide kun je tintelende en verlamde armen en benen krijgen.
Figuur 62, glas in loodraam (het soldeer bevat lood)
Magnesium (Mg) en magnesiumverbindingen Magnesium is een licht, zilverwit metaal. Vanwege het lage gewicht en de mogelijkheid om sterke mechanische legeringen te vormen, wordt magnesium veel gebruikt om metaalstructuren te bouwen. Magnesium wordt veel toegepast als gewicht vermindering van belang is. Ook wordt magnesium gebruikt in de landbouw en om reacties te versnellen in de chemische industrie. Giftigheid Magnesium is niet zo giftig. Magnesiumverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Als je de in de lucht zwevende deeltjes inademt kunnen je slijmvliezen en ademhalingsorganen aangetast worden. Andere gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je magnesiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn:
68
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Inademen • Hoesten • Keelpijn • Koorts
Inslikken • Buikpijn • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
Inademing van magnesium dampen of stof kan tot metaaldampkoorts leiden. De verschijnselen van metaaldampkoorts doen erg aan griep denken. Het begint met koorts, zweten, spierpijnen en een beroerd gevoel. Meestal beginnen de klachten enkele uren na blootstelling en zijn ze binnen 24 tot 28 uur weer verdwenen. Als je lang wordt blootgesteld aan grote hoeveelheden magnesiumnitraat kunnen er afwijkingen in je bloed en zuurstoftekort optreden.
Figuur 63, magnesium
Mangaan (Mn) en mangaanverbindingen Mangaan wordt eigenlijk alleen gebruikt voor de productie van staal. Het wordt toegevoegd aan gesmolten staal om zuurstof en zwavel te verwijderen. De staal legering waar mangaan aan toegevoegd is, is stevig, makkelijk in vorm te buigen en bestand tegen verwering. Het staal van de spoorwegen bevat bijvoorbeeld 1,2% mangaan. Mangaan wordt ook als paarse kleurstof gebruikt om glas te kleuren. De meest voorkomende mangaanverbinding is mangaan dioxide. Deze verbinding wordt gebruikt in batterijen en in zwarte verf. Blootstelling Je hebt kleine hoeveelheden mangaan nodig om gezond te blijven. Als je te veel mangaan binnenkrijgt, kan je echter erg ziek worden. Je kan mangaan binnenkrijgen via voedsel als spinazie, thee en kruiden. Voedsel dat hoge concentraties mangaan bevat, zijn granen, rijst, sojabonen, eieren, noten, olijfolie, groene bonen en oesters. Giftigheid Mangaanverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je mangaanverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Duizeligheid • Kortademigheid • Koorts
Inslikken • Buikpijn / kramp • Misselijkheid
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
69
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • •
Huidaandoeningen Problemen met ademhalen Hallucinaties Vergeetachtigheid Bronchitis Longontsteking Vertakking van je longslagader (longembolie) Lever- en/of nierklachten Schade aan je alvlees- en hormoonklieren Zenuwschade Parkinson Schade aan je hersenen
Langdurige blootstelling aan hoge mangaanconcentraties tast je zenuwstelsel aan. Symptomen hiervan zijn futloosheid, stijfheid, slaperigheid, vermagering, zwakheid, emotionele stoornissen, spastische bewegingen, kramp in je benen en verlamming. Blootstelling aan mangaan kan ook tot manganisme leiden. De symptomen zijn schizofrenie, versuffing, zwakke spieren, hoofdpijn en slapeloosheid. Inademing van mangaan dampen of stof kan tot metaaldampkoorts leiden. De verschijnselen van metaaldampkoorts doen erg aan griep denken. Het begint met koorts, zweten, spierpijnen en een beroerd gevoel. Meestal beginnen de klachten enkele uren na blootstelling en zijn ze binnen 24 tot 28 uur weer verdwenen. Wanneer mannen voor een langere tijd aan mangaan blootgesteld worden, kunnen ze impotent worden. Sommige mangaanverbindingen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken en de vruchtbaarheid van mannen verlagen.
Figuur 64, mangaan
Molybdeen (Mo) en molybdeenverbindingen Molybdeen is een hard, zilverwit metaal dat elektriciteit geleid. Molybdeen wordt vaak aan staal toegevoegd om het harder en beter bestand tegen hoge temperaturen te maken. Verder wordt molydeen gebruikt in elektroden, gereedschap, kleurstof, de wapen-, constructie- en automobielindustrie en om reacties sneller te laten verlopen in de chemische industrie. Het metaal wordt ook gebruikt in nucleaire reactoren en in raket- en vliegtuigonderdelen. Molybdeen sulfide is een nuttige smeerolie, omdat het tegen hoge temperaturen kan in tegenstelling tot andere oliën.
70
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Giftigheid Je hebt kleine hoeveelheden molybdeen nodig om gezond te blijven. Bij blootstelling aan hoge concentraties kunnen er echter schadelijke effecten voor je gezondheid optreden. In de voormalige sovjetunie hebben mensen die in een Molybdeen fabriek werkten last gekregen van leverbeschadigingen. In Armenië hebben fabrieksmedewerkers en mensen die in de buurt van molybdeenfabrieken woonden last gekregen van jicht. Andere gezondheidsklachten die je van molybdeenverbindingen kan krijgen, zijn: • • • •
Pijn in je knieën, handen en voeten Spraakgebrek Vocht in je longen Bloedproppen
Inademing van Molybdeenstof of Molybdeentrioxide kan longontsteking veroorzaken.
Figuur 65, steenboor van molybdeen
Nikkel (Ni) en nikkelverbindingen Nikkel is een hard metaal dat niet roest. Nikkel wordt gebruikt in legeringen, staal, sieraden, spelden, ritsen, horloges en om reacties sneller te laten verlopen in de chemische industrie Nikkel wordt ook gebruikt om munten en oplaadbare nikkel-cadmium batterijen te maken. Blootstelling Je hebt nikkel in kleine hoeveelheden nodig om gezond te blijven. Bij blootstelling aan hoge concentraties kunnen er echter schadelijke effecten voor je gezondheid optreden. Voedingsmiddelen waar veel nikkel inzit zijn chocolade en geharde vetten. Als je rookt, kom je met hogere concentraties nikkel in aanraking. Tabaksrook transporteert cadmium naar je longen. Daarna transporteert je bloed het naar de rest van je lichaam. Giftigheid Nikkelverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je nikkelverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Metaalsmaak
Inslikken • Buikpijn • Diaree • Misselijkheid
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
71
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • •
Overgevoeligheid van je huid en/of huidaandoeningen Benauwdheid Nierklachten Longontsteking Vertakking van je longslagader (longembolie) Astma
Blootstelling van je huid aan nikkelverbindingen kan tot de ontwikkeling van een vorm van huidontsteking leiden die bekend staat als "nikkel jeuk". Als je heel lang met grote hoeveelheden nikkel in aanraking komt kan dit tot geboorteafwijkingen, hartstoornissen en een verhoogde kans op de ontwikkeling van long-, neus-, strottenhoofd- en prostaatkanker leiden. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Figuur 66, munt van nikkel
Niobium (Nb) en niobiumverbindingen Niobium wordt gebruikt in roestvrij staal, in nucleaire reactoren, in vliegtuigen, raketten, gereedschap, pijpleidingen, supermagneten en lasstangen. Giftigheid Niobium kan in je lichaam terechtkomen als je de in de lucht zwevende deeltjes inademt of ze inslikt. Na inademing komt niobium in je longen en botten terecht. Niobiumvebindingen kunnen belangrijke reacties in je lichaam verstoren. Inademing van niobium nitriet of niobium pentoxide kan leiden tot de vorming van littekenweefsel in je longen, waardoor zuurstoftekort kan ontstaan.
Figuur 67, niobium
72
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Platina groep metalen Platina vormt samen met palladium, iridium, osmium, rhodium en rhutenium een groep elementen die bekend staan als de platina groep metalen. Deze metalen worden voornamelijk in de auto-, electrische- en chemische industrie gebruikt. Ook zijn er toepassingen in de tandheelkunde, in sieraden, in glas en worden deze metalen vaak gebruikt om reacties in de chemische industrie sneller te laten verlopen. Giftigheid De metalen en metaalverbindingen uit de platina groep metalen zijn zeer giftig. Deze metalen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je deze metalen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Misselijkheid • Kortademigheid
Inslikken • Buikpijn • Overgeven • Verstopping
Huid • Roodheid • Jeuk • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Overgevoeligheidsreacties van je huid en slijmvlies Gehoorschade Problemen met ademhalen Verstopte longen Vocht in je longen Astma Lever- en./of nierschade Aantasting van je zenuwstelsel Aantasting van je beenmerg Veranderingen van je DNA
Sommige platina groep metalen en verbindingen zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 68, osmium
Figuur 69, platinum
Rubidium (Rb) en rubidiumverbindingen Rubidium is een zacht, zilverwit metaal dat radioactief is. Rubidium wordt onder andere gebruikt in spectrofotometers, foto-elektrische cellen, lichtversterkers, halfgeleiders, infraroodlampen, in de farmaceutische industrie en bij de productie van glas.
73
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Giftigheid Rubidium reageert met het vocht van je huid tot rubidium hydroxide; dit kan verbranding van je ogen en huid tot gevolg hebben. Andere gezondheidsklachten die je van rubidiumverbindingen kan krijgen, zijn: • • •
Huidzweren Gewichtverlies Nerveus gedrag
Figuur 70, lichtversterker van rubidium
Strontium (Sr) en strontiumverbindingen Strontium heeft twee vormen, een gewone en een radioactieve vorm. Strontium is een zacht, zilverachtig metaal. Strontiumverbindingen hebben een karakteristieke rode kleur als ze verbranden; ze worden veel in signaalpijlen en siervuurwerk gebruikt. Ook worden strontiumverbindingen gebruikt in ontharingsmiddel, plastics, lichtgevende verf, als stabilisator en in de farmaceutische industrie. Giftigheid De gewone vorm van strontium levert in lage concentraties geen risico’s op voor je gezondheid. De opname van hoge concentraties van deze vorm van strontium kan echter gevaarlijk zijn voor kinderen omdat het problemen met de botgroei kan veroorzaken. Het enige strontiummengsel dat zelfs in kleine hoeveelheden als een gevaar beschouwd wordt voor je gezondheid, is strontiumchromaat. De schadelijke effecten van deze verbinding worden voornamelijk veroorzaakt door het giftige chroom dat in deze verbinding zit. Strontiumchromaat kan longkanker veroorzaken. De radioactieve vorm van strontium is gevaarlijker voor je gezondheid. De gezondheidseffecten van de opname van radioactief strontium zijn: • • • •
Longontsteking Zuurstofgebrek Beschadiging van je DNA Kanker
Figuur 71, vuurwerk waar strontiumnitraat is zit voor de rode kleur
74
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Tantaal (Ta) en tantaalverbindingen Tantaal is een sterk, buigzaam metaal met een hoog smeltpunt. Tantaal wordt gebruikt om onderdelen te maken voor chemische fabrieken, nucleaire reactoren, vliegtuigen en raketten. Tantaal reageert niet met de vloeistoffen van je lichaam en wordt daarom gebruikt om medische apparatuur te maken. Het heeft geen irriterende werking op je lichaam en wordt dus gebruikt als hechtdraad en als implantaat. Tantaal vormt een legering met staal die de buigzaamheid, de hardheid en het smeltpunt van staal verhoogt. Tantaal pentoxide wordt gebruikt om condensatoren en glas met een hoge weerstand te maken. Een combinatie van tantaal en koolstof is een van de hardste materialen die we kennen. Dit materiaal wordt gebruikt in de slijpboren van hoge-snelheid machine gereedschappen. Giftigheid Er zijn geen meldingen gedaan van ernstige gezondheidseffecten bij werklieden in de industrie. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je tantaalverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten
Inslikken • Irritatie van je lippen, mond en keel
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
In zeer hoge concentraties kan tantaal schadelijk zijn bij inademing, inslikken of opname via je huid. Tantaal kan in grote hoeveelheden irriterend werken op je huid, ogen, neus en keel.
Figuur 72, tantaal
Thallium (Tl) en thalliumverbindingen Thallium is een zacht metaal dat makkelijk te bewerken is; het kan met een mes doorgesneden worden. Thallium wordt vooral gebruikt in rattengif en in de elektrotechnische- en chemische industrie. Giftigheid Thallium(verbindingen) zijn giftig en moeten met voorzichtigheid behandeld worden. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je thalliumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: • • • • • •
Inademen Duizeligheid Trillen Misselijkheid Overgeven Hoofdpijn
• • •
Inslikken Buikpijn Diaree
• •
Huid Roodheid
• • •
Ogen Roodheid Pijn
75
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • • • •
Vermoeidheid Depressie Gebrek aan eetlust Verstoring van je zicht Haarverlies Afsterven van je nagels Irritatie van je maagdarm kanaal Pijn in je benen Nierklachten Aantasting van je zenuwstelsel Zenuw- en gewrichtspijnen Hartstoornissen
Sommige thalliumverbindingen kunnen problemen geven bij het krijgen van kinderen en afwijkingen bij baby’s veroorzaken. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 73, thallium
Thorium (Th) en thoriumverbindingen Thorium is een grijswit, glanzend metaal. Thorium kan omgezet worden in radioactief uranium en wordt dus veel gebruikt voor nucleair onderzoek. In de toekomst kan thorium misschien als nucleaire brandstof gebruikt worden. Thoriumverbindingen worden ook gebruikt in elektronica en om reacties sneller te laten verlopen in de chemische industire. Giftigheid Thoriumverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je thoriumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten
Inslikken • Buikpijn
Huid • Roodheid • Ruwe huid
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Huidontsteking Longaandoeningen Beschadiging van je botten Afwijkingen van je bloed Bloedarmoede
76
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Sommige thoriumverbindingen kunnen mogelijk afwijkingen bij baby’s veroorzaken of problemen geven bij het krijgen van kinderen en zijn mogelijk kankerverwekkend. Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 74, thorium
Tin (Sn) en tinverbindindingen Tin is een kleurloos/wit metaal dat niet roest. Het wordt vaak gebruikt als beschermlaag van andere metalen, zoals bij de tinnen blikjes. Deze blikjes zijn van staal gemaakt; over het staal wordt een dun laagje tin aangebracht om het staal te beschermen tegen roesten. Tin wordt ook gebruikt in het Pilkington proces. In dit proces wordt gesmolten glas in een plas gesmolten tin gegoten. Het glas drijft op het tin en koelt af, zodat vast glas wordt gevormd met een plat oppervlak. Het meeste glas voor ramen wordt momenteel op deze manier geproduceerd. Tin kan ook veel verschillende bruikbare legeringen vormen. Brons is een legering van tin en koper. Tin en lood vormen samen edelstaal en soldeer. Een legering van tin en niobium wordt gebruikt om supergeleidende draad van te maken. Tin zouten worden op glas gespoten om elektrisch geleidbare coatings te maken. Deze kunnen worden gebruikt om lichtpanelen en onbevriesbare windschermen te maken. Tin fluoride wordt gebruikt in sommige typen tandpasta. Giftigheid De gezondheidseffecten van tinverbindingen verschillen sterk. Triethyltin is het gevaarlijkste tinmengsel. Tinverbindingen zijn irriterend voor je ogen, huid, neus en keel. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je tinverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Duizeligheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn • Diaree • Misselijkheid • Overgeven • Branderig gevoel
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
77
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • • • • • •
Zweten Problemen bij het plassen Depressie Lever- en/of nierschade Verlaging van je weerstand Longaandoeningen Aantasting van je zenuwstelsel Schade aan je chromosomen Tekort aan rode bloedcellen Schade aan je hersenen, met als gevolg woedeaanvallen, slaapstoornissen, vergeetachtigheid en hoofdpijn
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan dit de dood tot gevolg hebben.
Figuur 75, “tinnen” blikjes
Titaan (Ti) en titaanverbindingen Titaan is een licht metaal. Het is net zo sterk als staal, maar het is 45% lichter. Titaan gaat niet roesten in zeewater en wordt daarom gebruikt in propellers, zeilen en andere bootonderdelen die aan zeewater worden blootgesteld. Titaan en titaan legeringen worden gebruikt in vliegtuigen, raketten en in andere projectielen waar laag gewicht en temperatuurbestendigheid van belang zijn. Omdat titaan niet reageert in het menselijk lichaam wordt het gebruikt voor kunstheupen, botpinnen en andere implantaten. Helaas is titaan ontzettend duur. Titaan wordt voornamelijk gebruikt in titaanoxide dat wordt gebruikt als kleurstof voor witte verf. Titaanoxide wordt gebruikt om titanium te maken. Titanium wordt onder andere in horloges gebruikt. Titaantetrachloride wordt gebruikt om rookgordijnen te maken. Giftigheid Elementair titaan en titaandioxide zijn niet echt giftig. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je titaanverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood
Inslikken • Buikkramp • Diaree • Overgeven
Huid • Roodheid • Pijn • Brandwonden
Ogen • Roodheid • Pijn • Slecht zien
Bij blootstelling aan zeer grote hoeveelheden titaanverbindingen kun je last krijgen van de volgende gezondheidsklachten:
78
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
• • • • •
Irritatie van je ogen, neus en keel Kuchen Problemen met ademhalen Longaandoeningen Pijn op je borst
Figuur 76, horloge waar titanium in verwerkt is
Uranium (U) en uraniumverbindingen Uranium is een zwaar en radioactief metaal. Het wordt voornamelijk gebruikt voor de productie van kernenergie en kernwapens. Kleine hoeveelheden uranium worden in chemicaliën, keramiek, glas en fototoestellen gebruikt. Blootstelling Uranium(verbindingen) kunnen in je lichaam terecht komen als je lucht inademt, water drinkt of voedsel eet dat uranium bevat. Wortels, groenten en water bevatten kleine hoeveelheden uranium Mensen die in de buurt van afvalstortplaatsen met gevaarlijk afval wonen, in de buurt van mijnen leven, in de fosfaatindustrie werken, gewassen eten die geteeld zijn op vervuilde grond of water drinken dat afkomstig is van een uranium afvalplaats, kunnen allemaal in hoge mate aan uranium blootgesteld worden. Het gebruik van uraniumglas is verboden. Sommige kunstenaars gebruiken het echter nog en worden dan dus blootgesteld aan grote hoeveelheden uranium. Giftigheid Bij de opname van lage concentraties uranium zijn er geen schadelijke effecten gevonden. Bij de opname van grote hoeveelheden uranium kunnen er long-, lever- en/of nierziektes ontstaan. Uranium kan worden opgeslagen in je lichaam en geeft een schadelijke straling af. Deze schadelijke straling kan jaren na de blootstelling nog kanker veroorzaken.
Figuur 77, kernwapens waar uranium in gebruikt is
79
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Vanadium (V) en vanadiumverbindingen Vanadium is een wit metaal dat niet roest. Het wordt gebruikt om speciale buizen en pijpleidingen van te maken voor de chemische industrie. Vanadium kent veel toepassingen in de nucleaire industrie. Bijna 80% van alle vanadium dat wordt geproduceerd, wordt gebruikt om ferrovanadium te maken. Ferrovanadium is een sterke ijzerlegering die tegen schokken en roesten kan, dit mengsel bestaat tussen de 1% en 6% uit vanadium. Ferrovanadium en vanadium staallegeringen worden gebruikt om wielassen, krukassen, auto onderdelen, vliegtuigmotor onderdelen en snijdgereedschap mee te maken. De meest gebruikte vanadiumverbinding is vanadiumpentoxide. Deze verbinding wordt gebruikt als beits en om reacties in de chemische industrie te versnellen. Door gallium aan deze verbinding toe te voegen kunnen er supergeleidbare magneten geproduceerd worden. Blootstelling Je kan vanadium binnenkrijgen via je voedsel. Vanadium zit onder andere in boekweit, sojabonen, olijfolie, zonnebloemolie, appels en eieren. Giftigheid Opname van kleine hoeveelheden vanadium heeft geen schadelijke effecten voor je gezondheid. Vanadiumverbindingen zijn irriterend voor je ogen, neus, keel en longen. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je vanadiumverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn / kramp • Diaree • Misselijkheid • Duizeligheid
Huid • Roodheid
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die je van grote hoeveelheden vanadiumverbindingen kan krijgen, zijn: • • • • • • • • • • • • •
Huiduitslag Gedragsveranderingen Ernstig trillen Bronchitis Vocht in je longen Longontsteking Astma Neusbloedingen Bloeden van je lever en nieren Ontsteking van je buik en ingewanden Aantasting van je zenuwstelsel Verlammingen Hart- en vaatziekten
Als je in aanraking komt met zeer grote hoeveelheden kan de dood tot gevolg hebben.
80
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Figuur 78, vanadium
Wolfraam (W) en wolfraamverbindingen Wolfraam is een lichtgrijs/wittig metaal dat zo zacht is dat je het met een tang kan doorknippen. Het is zo buigzaam dat je het tot draad kan trekken en in verschillende vormen kan persen. Wolfraam heeft een zeer hoog smeltpunt. Het wordt gebruikt om glasvezels te maken voor gloeilampen, fluorescerende lampen en televisie toestellen. Wolfraam wordt ook gebruikt voor glasverzegelingen, als materiaal voor röntgenproductie, als warmte element in elektrische kooktoestellen en in raket- en vliegtuigonderdelen. Wolfraam vormt een harde legering met staal die stabiel is bij hoge temperaturen. Wolfraam legeringen worden gebruikt om hoge-snelheid snij gereedschappen en raket motoren te maken. Wolfraamcarbide is een zeer harde wolfraam verbinding. Het wordt gebruikt voor de punten van boren, hoge-snelheid snij gereedschappen en mijnapparatuur. Wolfraamdisulfide is een droge smeerolie die kan worden gebruikt bij temperaturen tot 500°C. Giftigheid Wolfraam is irriterend voor je huid en ogen. Oogirritatie veroorzaakt tranen en roodheid. Huidcontact veroorzaakt roodheid, jeuk en schilfering. Inademing van wolfraam veroorzaakt irritatie van je longen en slijmvliezen. Onderzoek naar de ervaringen van werknemers in de industrie hebben aangetoond dat wolfraam geen longontsteking veroorzaakt. Ook zijn er geen andere schadelijke gezondheidseffecten van wolfraam bekend.
Figuur 79, wolfraam
Zilver (Ag) en zilververbindingen Zilver geleid warmte en elektriciteit. Het wordt veel gebruikt om soldeer, stopcontacten en stroomplinten te maken. Zilver kan licht goed weerkaatsen en daarom worden er ook spiegels van zilver gemaakt. Sterling zilver, een legering die 92,5% zilver bevat, wordt gebruikt om bestek, sieraden en andere decoratieve voorwerpen te maken. Met behulp van zilver en zink of zilver en cadmium kunnen hoge
81
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
capaciteit batterijen worden gemaakt. Zilver nitraat is lichtgevoelig en wordt daarom gebruikt om fotofilm en -papier van te maken. Giftigheid Zilververbindingen zijn irriterend voor je huid, ogen, keel en longen. Gezondheidsklachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je zilververbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Duizeligheid • Hoofdpijn
Inslikken • Buikpijn /kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • • •
Maagklachten Bewusteloosheid Huidontsteking Ademhalingsinfecties Longontsteking Zuurstoftekort
Als je heel lang met grote hoeveelheden zilververbindingen in aanraking bent geweest kan dit tot hartritme stoornissen, blijvende hersenbeschadiging en beschadiging van je zenuwstelsel leiden. Extreem grote hoeveelheden kunnen slaperigheid, wankelen, verwarring, bewusteloosheid, coma en zelfs de dood tot gevolg hebben. Oplosbare zilver zouten, vooral zilvernitraat, kunnen dodelijk zijn bij concentraties van rond de 2 gram. Zilver verbindingen worden langzaam door je lichaamsweefsels opgenomen, waardoor je huid een blauwe of zwartachtige kleur kan krijgen.
Figuur 80, zilveren ringen
Zink (Zn) en zinkverbindingen Zink wordt gebruikt in de metaalbewerkings- kleurstof- en rubberindustrie en om batterijen, dakbekleding en sleutels van te maken. Zink wordt ook gebruikt in verschillende legeringen die niet roesten. Brons is de meest bekende en wordt voornamelijk gebruikt in muziekinstrumenten, schroeven en andere voorwerpen die niet moeten gaan roesten.
82
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Zinkoxide is de meest voorkomende zinkverbinding. Zinkoxide wordt gebruikt in verf, rubber, make-up, medicijnen, plastics, printer inkt, zeep en batterijen. Zinksulfide gloeit op als er zonlicht, röntgenstralen of elektronen op vallen en wordt gebruikt om horlogewijzers, televisie beeldschermen en fluorescerende lampen te maken. Zinkchloride is een zinkverbinding die wordt gebruikt als houtbeschermer en insecticide. Giftigheid Je hebt zink in kleine hoeveelheden nodig om gezond te blijven. Bij blootstelling aan hoge concentraties kunnen er echter schadelijke effecten voor je gezondheid optreden. Zinkverbindingen zijn bijtend en irriterend voor je huid, ogen, neus en keel. Gezondheids-klachten die onmiddellijk kunnen ontstaan als je zinkverbindingen inademt, inslikt, op je huid of in je ogen krijgt, zijn: Inademen • Hoesten • Keelpijn • Kortademigheid • Ademnood • Duizeligheid • Koorts
Inslikken • Buikpijn /kramp • Misselijkheid • Overgeven • Diaree
Huid • Roodheid • Pijn
Ogen • Roodheid • Pijn
Gezondheidsklachten die op langere termijn kunnen ontstaan, zijn: • • • • •
Huidirritaties Problemen met ademhalen Vocht in je longen Bloedarmoede Zuurstoftekort
Zeer grote hoeveelheden zink kunnen je alvleesklier beschadigen, je eiwitstofwisseling verstoren en aderverkalking veroorzaken. In de werkomgeving kan de blootstelling aan hoge concentraties zinkdampen leiden tot metaaldampkoorts. De verschijnselen van metaaldampkoorts doen erg aan griep denken. Het begint met koorts, zweten, spierpijnen en een beroerd gevoel. Meestal beginnen de klachten enkele uren na blootstelling en zijn ze binnen 24 tot 28 uur weer verdwenen. Sommige zinkverbindingen kunnen afwijkingen bij baby’s veroorzaken.
Figuur 81, zink
83
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Zirkonium (Zr) en zirkoniumverbindingen Zirkonium heeft twee vormen, een gewone en een radioactieve vorm. Het gewone zirkonium wordt gebruikt om reacties sneller te laten verlopen in de chemische industrie. De radioactieve vorm wordt gebruikt in kernwapens. Giftigheid De gewone vorm van zirkonium is niet zo giftig. Wel zijn deze zirkoniumverbindingen irriterend voor je ogen, neus en keel. Radioactief zirkonium kan de kans dat je kanker krijgt vergroten.
Figuur 82, zirkonium
84
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Bijlage 2: Overige belangrijke wetgeving en overeenkomsten Naast de Arbo-wet en regelingen zijn ook er ook andere Nederlandse en Europese wet- regelgeving van belang, in het bijzonder enkele milieuregelingen op nationale en internationale schaal. Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) Anders dan de naam doet vermoeden, heeft de Wet milieugevaarlijke stoffen niet alleen betrekking op stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Ook stoffen die een risico vormen voor de gezondheid van de mens vallen onder de wet. De producent of leverancier van stoffen of preparaten die mogelijk gevaarlijk zijn voor de mens of voor het milieu moet volgens de Wms alle maatregelen treffen om die gevaren zoveel mogelijk te beperken. In de praktijk betekent dit onder meer dat de producent of leverancier de gebruiker op de hoogte moet stellen van de risico's van het product. In de Wms heeft de Nederlandse overheid de Europese regelgeving vastgelegd ten aanzien van de indeling en de etikettering van gevaarlijke stoffen of producten. Deze bepalingen vloeien voort uit resp. de Europese Gevaarlijke Stoffenrichtlijn (67/548/EEC) en de Preparatenrichtlijn (99/45/EC). Op het etiket en in het Veiligheidsinformatieblad (zie onder) van een gevaarlijke stof of product moeten de gevaren en de aanbevelingen worden weergegeven aan de hand van standaardsymbolen en waarschuwingszinnen: - Gevaarssymbolen (andreaskruis, doodshoofd etc.) - R-zinnen (‘risicozinnen’) - S-zinnen (‘safety’ zinnen) De gevaarssymbolen en de R-zinnen vormen een afspiegeling van de gevaren van de stof of het product. Zowel de negatieve effecten op de gezondheid als overige gevaren, zoals brand of explosie, worden door middel van de gevaarssymbolen en de R-zinnen weergegeven. De S-zinnen geven (globale) aanbevelingen voor de benodigde maatregelen om schadelijke effecten te voorkomen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gevaarssymbolen. De R-zinnen en symbolen kunnen zowel in de RI&E en in het nemen van bronmaatregelen een rol spelen (zie Van Broekhuizen & Terwoert, 2004; Oplosmiddelen, hoofdstuk 5). Men moet zich bedenken dat niet alle typen gezondheidseffecten worden gedekt door de R-zinnen en gevaarssymbolen. Dit is in het bijzonder bij organische oplosmiddelen van belang: een R-zin die de chronische neurotoxiciteit (OPS/ CTE) van oplosmiddelen aangeeft, bestaat nog niet! Wel bestaat er een R-zin die de acute narcotische effecten van (vooral zeer vluchtige) oplosmiddelen aangeeft (R 67).
85
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Tabel gevaarsymbolen voor etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten
symbool
-
-
aanduiding E
categorie Ontplofbaar
betekenis Stoffen die door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsbronnen kunnen ontploffen
O
Oxiderend
Stoffen die na contact met brandbaar materiaal, brand c.q. ontploffing kunnen veroorzaken
F+
Zeer licht ontvlambaar
Vloeistoffen die een vlampunt lager dan 0 ºC hebben en een kookpunt lager dan of gelijk aan 35 ºC hebben
F
Licht ontvlambaar
T+
Ontvlambaar Zeer vergiftig
Vloeistoffen met: 0 ºC < vlampunt < 21 ºC en kookpunt > 35 ºC Vaste stoffen die zelf kunnen ontbranden of ontvlambaar zijn na een kortdurend contact met een ontstekingsbron Gassen die met lucht ontvlambaar zijn Stoffen die met water brandbare gassen vormen Vloeistoffen met : 21 ºC < vlampunt < 55 ºC LD50(rat, oraal) ≤ 25 mg/kg LD50(rat, dermaal) ≤ 50 mg/kg LC50(rat, inhalatoir) ≤ 0,25 mg/l in vier uur
T
Vergiftig
LD50(rat, oraal) = 25 - 200 mg/kg LD50(rat, dermaal) ≤ 50 - 400 mg/kg LC50(rat, inhalatoir) ≤ 0,25 - 1 mg/l in vier uur
Xn
Schadelijk
LD50(rat, oraal) = 200 - 2000 mg/kg LD50(rat, dermaal) ≤ 400 - 2000 mg/kg LC50(rat, inhalatoir) ≤ 1 - 5 mg/l in vier uur
Xi
Irriterend
Stoffen die huidontstekingen of oogbeschadigingen kunnen veroorzaken
C
Corrosief of bijtend
Stoffen die de ongeschonden huid van een proefdier over de volledige dikte kunnen aantasten
N
Milieu-gevaarlijk Stoffen die onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor één of meer milieucompartimenten opleveren of kunnen opleveren
Carcinogeen Mutageen Teratogeen
Stoffen die kanker bij de mens kunnen veroorzaken Stoffen die genetische beschadigingen bij de mens kunnen veroorzaken Stoffen die geboorteafwijkingen bij de mens kunnen veroorzaken
VIB-besluit De Europese Veiligheidsbladenrichtlijn, die in de Nederlandse regelgeving is opgenomen in het Veiligheidsbladenbesluit, regelt in hoofdzaak de volgende zaken: De leverancier van een product dat volgens de Preparatenrichtlijn als ‘gevaarlijk’ is geclassificeerd dient de professionele gebruiker bij elke eerste levering een Veiligheidsinformatieblad te verstrekken, en tevens bij elke wijziging van het product. De leverancier van een product dat zelf niet als gevaarlijk is geclassificeerd, maar wel bestanddelen bevat die dat zijn, in een individueel gehalte van meer dan 1%, moet op aanvraag een VIB beschikbaar hebben. De eisen waaraan een Veiligheidsinformatieblad moet voldoen, zijn in het VIB-besluit vastgelegd. (meer hierover staat in Van Broekhuizen & Terwoert, 2004; Oplosmiddelen, hoofdstuk 5). 86
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Programma KWS-2000 Het beleidsprogramma KWS 2000 (Koolwaterstoffen 2000) van het ministerie van VROM werd in 1988 gestart. Het werd in samenwerking met o.m. het bedrijfsleven vastgesteld, en had als doel de uitstoot van vluchtige organische stoffen door de industrie, kleine bedrijven en huishoudens terug te dringen. Uitstoot door verkeer, landbouw en verbranding werden niet meegenomen. De doelstelling was, om in het jaar 2000 een totale vermindering van de uitstoot van 50 % ten opzichte van het niveau van 1981 te bereiken. Over het geheel genomen is deze doelstelling inderdaad gehaald, hoewel enkele bedrijfstakken achterbleven, terwijl andere branches een grotere relatieve bijdrage leverden aan de vermindering. Om de bereikte vermindering van de uitstoot ook na het jaar 2000 te handhaven, zijn de toegestane uitstoot voor vaste bronnen vastgelegd in de Nationale emissierichtlijn (NeR). Het zoeken naar maatregelen aan de bron maakte nadrukkelijk onderdeel uit van KWS2000. Daardoor heeft het programma ook voor de beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen effecten gehad, en kunnen de KWS2000-rapporten nog steeds worden gebruikt om brongerichte maatregelen te identificeren om deze blootstelling te verminderen. Nationale emissierichtlijn (NeR) De Nationale emissierichtlijn lucht heeft tot doel de milieuvergunningen in Nederland te harmoniseren waar het gaat om eisen aan de uitstoot naar de lucht. Het gaat hierbij alleen om vaste bronnen van luchtvervuiling zoals industrie, tankstations en andere emitterende bedrijven. Ook de eisen voor de uitstoot van vluchtige organische stoffen zijn in de NeR opgenomen. Hierbij zijn de maatregelen uit het in 2000 afgeronde KWS2000-project voor een groot deel overgenomen. Deze worden per bedrijfstak geformuleerd. Ook de maatregelen voor vermindering van de uitstoot die zijn gesteld in de Europese Oplosmiddelenrichtlijn (1999/13/EG) zijn opgenomen in de NeR. Oplosmiddelenrichtlijn (1999/13/EG) In 1999 heeft de Europese Commissie de oplosmiddelenrichtlijn (‘solvents emissions directive’) vastgesteld (1999/13/EG). Aanleiding voor deze richtlijn was een milieuprobleem: de vorming van zgn. ‘fotochemische luchtverontreiniging’ (m.n. ‘ozon op leefniveau’) als gevolg van de reactie van koolwaterstoffen in de atmosfeer . In de Oplosmiddelenrichtlijn zijn voor 21 industriële activiteiten emissie-eisen vastgelegd (Tabel toevoegen?). Hieronder vallen ook Oppervlakte reiniging met R-stoffen (Stoffen met R-zinnen 40, 45, 46, 49, 60 of 61 zie bijlage?) en overige oppervlaktereiniging. Bedrijven in deze branches zijn aan deze emissie-eisen gebonden als er meer oplosmiddelen worden gebruikt dan een zekere drempelwaarde. Ook moeten deze bedrijven een ‘oplosmiddelboekhouding’ bijhouden. De richtlijn geldt niet voor oplosmiddelemissie door zogenaamde ‘niet-stationaire’ bronnen (zoals het gebruik van verf door schilders). De invoering van de richtlijn in Nederland werd door het ministerie van VROM vastgelegd in het oplosmiddelenbesluit. Dit besluit werd in maart 2001 in de Nederlandse wetgeving van kracht. In veel gevallen wordt het aan de bedrijven zelf overgelaten op welke wijze zij de uitstoot van oplosmiddelen terugbrengen: door middel van bronmaatregelen (‘procesgeïntegreerde’ maatregelen) of door middel van zogenaamde ‘end-of-pipe’ maatregelen (b.v. verbranding van ventilatielucht die oplosmiddeldampen bevat). In enkele gevallen zijn echter eisen gesteld aan bijvoorbeeld de gebruikte producten.
87
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
National Emission Ceilings richtlijn (NEC-richtlijn; 2001/81/EC) Een tweede richtlijn van de Europese Commissie die tot doel heeft de uitstoot van organische oplosmiddelen te vermindere is de National Emission Ceilings directive. In deze richtlijn zijn voor organische oplosmiddelen en drie andere luchtverontreinigende stoffen emissieplafonds vastgesteld per EU-lidstaat. Doel is, een verdere vermindering van de emissie van oplosmiddelen, in aanvulling op de inspanningen die de Oplosmiddelenrichtlijn eist. Het verschil met de Oplosmiddelenrichtlijn is, dat niet zonder meer alleen industriële activiteiten (‘vaste bronnen’) worden aangepakt, maar dat het de lidstaten vrij staat om de meest effectieve mix van maatregelen samen te stellen. Het stellen van eisen aan oplosmiddelhoudende producten (dus: vervanging) is hierbij nadrukkelijk een van de opties, om ook ‘niet-vaste’ bronnen aan te pakken, en ook oplosmiddelhoudende producten die door consumenten worden gebruikt. Producteisen zijn hoogstwaarschijnlijk ook noodzakelijk om aan de hoge doelen te kunnen voldoen. In de toekomst worden mogelijk meerdere Europese productenrichtlijnen ontwikkeld waarin limieten worden gesteld aan het oplosmiddelgehalte van specifieke productgroepen. Een eerste ‘productenrichtlijn’, voor de invoering van de NEC-richtlijn, is al vastgesteld voor verf (Verfrichtlijn; 2004/42/EC). Verder wordt in het bijzonder gedacht aan cosmetica, reinigingsmiddelen en lijmen. Voor Nederland ligt het emissieplafond voor oplosmiddelen op 184 kiloton VOS per jaar in het jaar 2010. Om deze grenswaarde te bereiken zijn door het ministerie van VROM vier alternatieve scenario's opgesteld met verschillende ambitieniveaus. Deze niveaus staan geformuleerd in het meest recente nationaal milieubeleidsplan (NMP4). Het minst strikte scenario gaat uit van een vermindering tot 178 kiloton per jaar. In het meest ambitieuze plan wordt een vermindering tot 146 kiloton per jaar voorgesteld.
88
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
Bijlage 3: Beschikbare normen voor blootstelling aan schadelijke stoffen In Nederland worden Maximale Aanvaarde Concentraties (MAC's) gebruikt als grens voor blootstelling van werknemers aan schadelijke stoffen. Deze door de overheid vastgestelde luchtgrenswaarde is als volgt gedefinieerd: MAC-waarde staat voor de Maximaal Aanvaarde Concentratie van een gas, damp, vezel of van stof in de lucht op de werkplek. Bij de vaststelling van deze waarde wordt zoveel mogelijk als uitgangspunt gehanteerd dat - voor zover de huidige kennis reikt - de gezondheid van de werknemers én hun nageslacht niet wordt benadeeld. Zelfs niet bij herhaalde blootstelling aan die concentratie, gedurende een langere tot zelfs een arbeidsleven omvattende periode. In het spraakgebruik is de term MAC-waarde ingeburgerd; in formele zin gaat het echter om wettelijke of bestuurlijke grenswaarden. Wettelijke grenswaarden Bij wettelijke grenswaarden worden hogere eisen gesteld aan de gezondheidskundige onderbouwing en aan het haalbaarheidsonderzoek dan bij bestuurlijke grenswaarden. Aan wettelijke grenswaarden ligt in ieder geval een rapport ten grondslag van de Gezondheidsraad of van het ‘Scientific Committee for Occupational Exposure Limits (SCOEL)’ van de Europese Commissie. De wettelijke grenswaarden worden bepaald via een driestapsprocedure: 1. In de eerste stap van de procedure geeft de Werkgroep van Deskundigen (WGD) van de Gezondheidsraad, op basis van een uitgebreid literatuuronderzoek een gezondheidskundig onderbouwde advieswaarde voor de onderzochte stof: de gezondheidskundige advieswaarde. De Gezondheidsraad neemt een onafhankelijke positie in. Eventuele bedrijfsbelangen spelen bij de formulering van het advies door de deskundigen géén rol. 2. In een volgende stap toetst de subcommissie MAC-waarden van de Sociaal Economische Raad (SER) de sociaal-economische aspecten en de technische haalbaarheid van de door de Gezondheidsraad (of door de SCOEL) gegeven advieswaarde en stelt op basis hiervan een advies voor een wettelijke grenswaarde vast. De Subcommissie MAC-waarden van de SER is een tripartiete commissie, waarin werknemers (vakbonden), werkgevers (brancheorganisaties) en de overheid is vertegenwoordigd. De subcommissie betrekt werkgevers- en werknemersorganisaties, maar ook brancheorganisaties, Arbodiensten en ander organisaties bij haar werkzaamheden. De brancheorganisaties en Arbodiensten en overige organisaties worden in de gelegenheid gesteld aan te geven voor welke stoffen zij betrokken willen worden bij de haalbaarheidstoets van de subcommissie. Deze organisaties worden ook betrokken bij de haalbaarheidstoets voor overname van buitenlandse grenswaarden. 3. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt op basis van deze twee adviezen de wettelijke grenswaarde vast. Deze wordt vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenregeling. De op deze wijze vastgestelde MAC-waarde wordt in de Engelse taal aangeduid als HBR-OEL, ‘health based recommended occupational exposure limit’. De staatssecretaris van SZW heeft beslist dat de adviezen van de SCOEL die na 1 januari 2002 worden gepubliceerd op eenzelfde wijze moeten worden behandeld als adviezen van de Gezondheidsraad. Dat betekent dat voor die stoffen eenzelfde werkwijze wordt gevolgd als voor de stoffen waarvoor door de Gezondheidsraad een gezondheidskundige grenswaarde wordt geadviseerd. Gedurende een
89
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
overgangsperiode, waarbinnen de werkprogramma’s op elkaar moeten worden afgestemd, zal een uitzondering worden gemaakt voor de stoffen waarvoor al een rapport van de Gezondheidsraad beschikbaar is. Per geval wordt beslist of een haalbaarheidstoets moet plaatsvinden. Afhankelijk van het niveau waarop een nieuwe grenswaarde wordt voorgesteld, de wijze waarop de betreffende stof wordt gebruikt en het belang dat er in het maatschappelijke verkeer aan wordt toegekend kan de totstandkoming van een nieuwe grenswaarde soms lange tijd in beslag nemen. Soms gaat er wel een paar jaar overheen voordat een MAC kan worden vastgesteld. Er kan overigens niet altijd een grenswaarde worden vastgesteld van een stof waarvoor dat wel gewenst is. Indien er onvoldoende wetenschappelijke gegevens beschikbaar blijken te zijn over de effecten van de betreffende stof, besluit de Gezondheidsraad om géén advies uit te brengen. Haalbaarheid: De haalbare waarde is niet altijd dezelfde als de gezondheidskundige advieswaarde. Als de gezondheidskundige advieswaarde zo laag is dat er problemen ontstaan voor de haalbaarheid op de werkplek, dan kan er door de subcommissie MAC-waarden besloten worden af te wijken van deze advieswaarde. En dan stellen zij een hogere grenswaarde voor. Dit gebeurt niet voordat de onhaalbaarheid voldoende is aangetoond met meetgegevens uit de praktijk. Hierbij moet er inzicht zijn dat de voorgestelde gezondheidskundige advieswaarde, rekening houdend met de stand-der-techniek voor de eerste drie niveaus van de arbeidshygiënische strategie (vervanging, ventilatie, afscherming van de mens) niet haalbaar is. Met andere woorden, een MAC-waarde moet haalbaar zijn zonder dat de noodzaak aanwezig is om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Als er door belanghebbenden geen reacties over een onhaalbare grenswaarde worden ingediend, gaat de Subcommissie MAC-waarden ervan uit dat de voorgestelde grenswaarden acceptabel zijn en dat dit voor de betrokken bedrijven niet tot onoverkomelijke problemen leidt. De subcommissie zal dan adviseren de getoetste grenswaarde in te voeren. Het komt in een beperkt aantal gevallen voor dat voor een specifieke toepassing van een stof een (tijdelijke) uitzondering wordt verleend. Voor deze toepassing is het dan toegestaan om tijdelijk aan een hogere concentratie te worden blootgesteld. In principe heeft de staatssecretaris de mogelijkheid om af te wijken van het SER-advies. In de praktijk komt dit zelden voor. Bestuurlijke grenswaarden Naast wettelijke grenswaarden worden ook bestuurlijke grenswaarden vastgesteld. Het gaat hierbij om uit het buitenland overgenomen grenswaarden waarvoor de Subcommissie MAC-waarden van de SER op eigen initiatief heeft geadviseerd zonder betrokkenheid van de Commissie WGD. Dergelijke waarden worden door SZW als bestuurlijke grenswaarden vastgesteld. De subcommissie gaat daarbij uit van de grenswaardenlijsten van Duitsland, Groot-Brittannië en Zweden. Voor deze drie landen is gekozen omdat zij een werkwijze voor de vaststelling van grenswaarden volgen die op dit moment in grote lijnen overeenkomt met de Nederlandse werkwijze. Niet uit te sluiten valt dat door internationale samenwerking in de toekomst ook van grenswaardenlijsten van andere landen gebruik zal worden gemaakt Verschillende typen MAC-waarden Bij de MAC (als wettelijke én bestuurlijke grenswaarde) wordt onderscheid gemaakt tussen drie typen: een MAC-tgg 8 uur, een MAC-tgg 15 minuten en een MAC-C.
MAC-tgg 8 uur: De MAC-TGG 8 uur is de MAC als tijdgewogen gemiddelde (tgg) blootstellingconcentratie voor een 8 urige werkdag en maximaal 40 uur per week. Over een 8-urige
90
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
werkdag mag de gemiddelde concentratie niet boven deze MAC uitkomen. Indien een werkdag langer dan 8 uur duurt dan dient de gemiddelde concentratie evenredig te worden verlaagd.
MAC-tgg 15 minuten: Om kortdurende overschrijdingen van de MAC te voorkomen is er voor sommige stoffen naast de MAC-tgg 8 uur tevens een MAC als tijdgewogen gemiddelde (tgg) concentratie voor 15 minuten vastgesteld. Over elke willekeurige periode van 15 minuten mag de gemiddelde concentratie niet boven deze waarde uitkomen. Deze kortdurende blootstelling wordt ook wel piekblootstelling genoemd. Voor een beperkt aantal stoffen of mengsels is een MAC-tgg 15 minuten vastgesteld en weergegeven in de Nationale MAC-lijst. Voor de overige stoffen wordt de vuistregel gehanteerd van een grens van tweemaal de MAC-tgg 8 uur.
MAC-C: De MAC-C (MAC-Ceiling) is een grenswaarde waarboven de blootstelling nooit mag uitkomen. Deze plafondwaarde wordt gehanteerd voor stoffen met een snel optredende toxische werking, zoals sterk irriterende stoffen. Voor 32 stoffen is de MAC-tgg 8 uur tevens de MAC-C. Voor oplosmiddelblootstelling heeft de Gezondheidsraad geadviseerd een maximum grens te hanteren voor een kortdurende (momentane) piekblootstelling van 10 x de MAC-tgg 8 uur.
MAC-H: Aanvullend op het tijdgebonden onderscheid, heeft ongeveer een kwart van stoffen in de nationale MAC-lijst een zogenaamde huidnotatie: een H die is toegevoegd aan de MAC-waarde en is bedoeld als algemene waarschuwing voor de schadelijke gevolgen bij huidcontact. De MAC-waarde, de concentratiegrens in de omgevingslucht, is hier de getalsnorm. Het gaat dan niet om lokale effecten op de plaats waar de stof met de huid in contact komt, zoals de irriterende, etsende of sensibiliserende werking van een stof of preparaat, maar om de systemisch toxische werking van de stof. Het uitgangspunt bij toekenning van een H aan een stof is dat de opname van de stof door de huid ten minste 10% bedraagt van de totale opname (die veelal grotendeels via inademing plaatsvindt). Kankerverwekkende stoffen Voor zover mogelijk worden ook voor kankerverwekkende stoffen grenswaarden vastgesteld. Voor genotoxisch kankerverwekkende stoffen, dat wil zeggen stoffen die een directe verandering in de DNAstructuur veroorzaken waardoor kanker kan ontstaan, is op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten geen veilige grenswaarde aan te geven waaronder geen kankervorming meer optreedt. Om elk risico uit te sluiten zou een absoluut verbod moeten gelden. Zolang bedoelde stoffen onmisbaar zijn, althans de maatschappij om toepassing van dergelijke stoffen vraagt (bijvoorbeeld cytostatica), is kans op blootstelling en dus een risico op kanker niet uit te sluiten. Bij de vaststelling van grenswaarden voor deze stoffen wordt een systematiek van risiconiveaus gehanteerd, zoals vastgelegd in het advies van de Arboraad van 1992 over de normstelling bij genotoxisch kankerverwekkende stoffen. De Arboraad adviseerde daarbij een zogenaamd verbodsrisiconiveau (per stof geen hoger extra risico op kanker dan 10-4 per jaar te accepteren) en een streefrisiconiveau (10-6 per jaar per stof) te hanteren. Voor de nietgenotoxisch kankerverwekkende stoffen is in principe wel een veilige grenswaarde vast te stellen. Deze grenswaarden verschillen niet van de grenswaarden voor de ‘gewone’ gezondheidsschadelijke stoffen. De piek, de MAC en oplosmiddelen Over het exacte mechanisme van een kortdurende hoge blootstelling aan oplosmiddelen in praktijksituaties is nog onvoldoende bekend, maar desondanks meent de Gezondheidsraad dat piekblootstelling moet worden opgevat als een mogelijk belangrijke additionele vorm van blootstelling en dus dat vermindering van die bron kan bijdragen aan een verlaging van het risico op OPS (CTE). De commissie adviseert het bestaande voorschrift voor kortdurende blootstelling in de richtlijnen van de Arbeidsinspectie als volgt te preciseren: • Een piekblootstelling is een gemiddeld hoge blootstelling over een periode van 15 minuten; • Een piekblootstelling hoger dan tweemaal de MAC-waarde mag niet voorkomen; 91
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
• •
Binnen een piekblootstelling mogen zich geen momentane concentraties hoger dan tienmaal de MACwaarde voordoen; Er mogen niet meer dan vier piekblootstellingen per dag optreden, en de periode daartussen dient minimaal één uur te bedragen.
De MAC en mengsels Het gebruik van de MAC heeft beperkingen als er blootstelling aan meer stoffen tegelijk plaatsvindt, zoals dat bij reinigingsactiviteiten meestal het geval is. Voor een mengsel of voor een gelijktijdige blootstelling aan verschillende stoffen is het mogelijk een gecombineerde MAC af te leiden. Het uitgangspunt hierbij is dat de betreffende MAC wel op hetzelfde effect gebaseerd moet zijn: C1 C2 Cn 1 = + + ... + MAC comb. MAC1 MAC 2 MACn Ci = fractie van component i in het product; MACi = Maximaal Aanvaarde Concentratie van component i (mg/m-3)
Dit geldt bijvoorbeeld voor veel organische oplosmiddelen, die een neurotoxisch effect als kritisch effect hebben. Als de stoffen echter op verschillende organen inwerken, dan kan bovenstaande vergelijking niet zonder meer worden gebruikt. De MAC zegt immers alleen iets over het effect dat het eerste optreedt. Voor een oplosmiddel waarvan de MAC is gebaseerd op de irriterende eigenschappen betekent dit, dat blootstelling aan een concentratie onder de MAC waarschijnlijk niet tot enig schadelijk effect leidt. Als de concentratie echter hoger dan de MAC is, kan naast irritatie ook een ander effect optreden. Meer algemeen: elke verbinding zal, afhankelijk van de opgenomen dosis, meerdere gezondheidseffecten kunnen veroorzaken. Voor mengsels van stoffen kan daarom wel een gecombineerde MAC worden bepaald, mits voor elke component is vastgesteld welke toxische effecten kunnen optreden en bij welke concentratie dit gebeurt. Voor elke component zouden dan meerdere grenswaarden moeten worden vastgesteld, onder andere voor irritatie en neurotoxiciteit. Onderstaand voorbeeld kan het berekenen van een gecombineerde MAC wellicht verduidelijken. Voorbeeld De twee stoffen A en B in onderstaande afbeelding zijn zowel irriterend als neurotoxisch. De MAC van stof A (100 ppm) is gebaseerd op de irriterende eigenschappen van deze stof De concentratie waarbij stof A neurotoxische effecten kan veroorzaken ligt hoger, namelijk bij 200 ppm. Voor stof B is de MAC 50 ppm, gebaseerd op de neurotoxiciteit van de stof. Bij 300 ppm is stof B irriterend. Voor een product dat gelijke hoeveelheden A en B bevat, kan een irritatie-grenswaarde van 150 ppm worden berekend, namelijk
CA CB 0,5 0,5 + = + = 150 ppm MACirritatie, A MACirritatie, B 100 ppm 300 ppm Voor hetzelfde product ligt de neurotoxische grenswaarde echter lager:
CA CB 0,5 0,5 + = + = 80 ppm MACneurotoxiciteit, A MACneurotoxiciteit, B 200 ppm 50 ppm De MAC voor dit mengsel is 80 ppm en is gebaseerd op het neurotoxisch effect van product. Als geen onderscheid zou worden gemaakt tussen het eindpunt waar de MAC op is gebaseerd, dan zou voor het mengsel een MAC worden berekend van 67 ppm, namelijk CA CB 0,5 0,5 + = + = 67 ppm MAC A MAC B 100 ppm 50 ppm
92
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
De berekende MAC waarbij geen onderscheid wordt gemaakt in effect zou worden berekend is dus lager dan de effectspecifieke MAC van 80 ppm.
grenswaarde ppm
300
irritatie 250
neurotoxiciteit 200
150
realistische MAC
MAC 100
MAC
berekende MAC
50
0
A
B
A+ B 1:1
Uit dit voorbeeld blijkt dat de berekende MAC voor een productmengsel meestal lager zal zijn dan de realistische grenswaarde. Een gewogen MAC levert daarmee dus meer veiligheid voor de gebruiker dan strikt noodzakelijk en kan hiermee worden gezien als een ‘worst-case’ benadering. Bedrijfsnormen Stoffen worden op verschillende werkplekken gebruikt onder sterk uiteenlopende omstandigheden. Zo kunnen ze worden toegepast onder een verhoogde temperatuur, in combinatie met een hoog geluidsniveau, terwijl zware lichamelijke arbeid wordt verricht, over een langere aaneengesloten periode dan de 8-urige werkdag, of bij het werken in ploegendienst. In al die gevallen waar sprake is van een afwijking van de standaard situatie zou men de MAC aan kunnen passen aan de bedrijfsspecifieke omstandigheden. Voor lang niet alle afwijkende situaties bestaat echter een standaard aanpassing. Voor flexibele werktijden, en waarbij sprake is van: 1. irriterende, of sensibiliserende stoffen, stoffen met een MAC-C of kankerverwekkende stoffen, 2. stoffen met een acuut gezondheidsschadelijk effect, 3. stoffen die door accumulatie schade kunnen veroorzaken, 4. stoffen die zowel acuut als door accumulatie gezondheidsschade kunnen veroorzaken, kan de MAC-8uur tgg aangepast worden volgens de Wet van Haber. Afhankelijk van de indeling, worden aanpassingsfactoren Afd of Afw toegepast. De aanpassingsfactoren Afd en Afw zijn omschreven als:
Af d =
8 uur uren daadwerkelijk gewerkt gedurende de dag
Af W =
40 uur uren daadwerkelijk gewerkt gedurende de week
93
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Tabel
Aanpassingsfactoren
Categorie 1 2 3 4
Aanpassingsfactor Geen aanpassing Afd Afw Kleinste waarde van Afd en Afw
Het model van Brief en Scala corrigeert niet enkel voor de extra werktijd op een dag of in de week, maar tevens voor de verminderde recuperatietijd doordat er minder uren tussen de werkdagen zitten (minder dan 16 uur). Hier ziet de correctiefactor er als volgt uit:
Af =
8 uur uren vrijaf × uren gewerkt 16 uur
Wordt er echter gebruik gemaakt van een dienstrooster waarbij in een aaneengesloten periode van minimaal 7 dagen wordt gewerkt, dan past men de grenswaarde aan met gebruikmaking van de aanpassingsfactor Afw:
Af W =
40 uur uren vrijaf × uren gewerkt 168 uur
Duidelijk zal zijn dat bij beide methodes de eventuele aanpassing bij een gewijzigde werktijd niet enorm groot zal zijn. Bij een verlengde werktijd van twee uur per dag zit men in de orde van grootte correctiefactor van 0,7. Bij zware lichamelijke arbeid kan sprake zijn van een sterk verhoogd adem-minuut volume. De opname van stoffen uit de lucht kan daardoor sterk verhoogd zijn. Een correctie op de gehanteerde MAC kan volgens onderstaande tabel vorm krijgen: Tabel
Activiteit Zitten Staan Lopen Lichamelijke arbeid Zware lichamelijke arbeid
Minuut volume (l/min) 6 8 14 25 65-100
Sommige oplosmiddelen hebben een op het eerste gezicht wonderlijke interferentie met andere blootstelling. Zo blijkt tolueenblootstelling in combinatie met een hoog geluidsniveau een verhoogde gehoorschade teweeg te kunnen brengen. In meer kwantitatieve zin is hier echter weinig van te zeggen, zodat “correctie van de MAC” in dit opzicht een weinig aanbevelenswaardige methode is. Ploegendienst, ofwel een verstoord dag-nacht ritme is van invloed op de stofwisselingsprocessen in het lichaam. Op verschillende tijdstippen van de dag kan de stofwisselingsactiviteit sterk verschillen, waardoor de omzetting en uitscheiding van toxische stoffen vertraagd kan zijn, waardoor het gehalte 94
HANDBOEK VUIL VOOR ORSIMA
in het lichaam sterker toe zou kunnen nemen dan onder niet-verstoorde omstandigheden. Het is bekend uit chronofarmacologisch onderzoek, waarbij medicijngebruik bij ploegendienst werd bestudeerd, dat de dosering van medicijnen sterk moet worden aangepast. Ook uit proefdieronderzoek bleek bijvoorbeeld dat de mutageniteit van bepaalde stoffen afhankelijk was van het tijdstip van de dag waarop dosering plaatsvond. Er is van de meeste stoffen echter onvoldoende farmacokinetische kennis beschikbaar om dit toe te passen in het arbobeleid. Producentennormen Voor lang niet alle stoffen die op het werk worden gebruikt en waaraan blootstelling mogelijk is, is een MAC-waarde beschikbaar. Bovendien is het vanwege de zorgvuldigheid, en daardoor traagheid, waarmee nieuwe MAC-waarden tot stand komen onverstandig om te wachten met het bepalen van het blootstellingrisico tot er eindelijk een MAC-waarde beschikbaar komt. Binnen ideevorming rondom de ketenverantwoordelijkheid en binnen ideevorming rondom een vernieuwing van het grenswaardenstelsel bestaan er dan ook plannen om te komen tot “producentennormen”. Voor stoffen (of producten) waarvoor geen MAC-waarden bepaald zijn zou de producent dan een advieswaarde moeten geven, die het de gebruiker mogelijk zou moeten maken op een veilige wijze met het product of de stof te werken. Vanzelfsprekend is dit voor de producenten geen eenvoudige taak, en afspraken over de wijze waarop producentennormen tot stand zouden kunnen komen en de mate van fundering van de producentennormen zijn ook nog niet gemaakt. Op eigen initiatief heeft de ESIG (‘de European Solvents Industry Group’), de Europese vereniging van oplosmiddelproducerende bedrijven, enige jaren geleden richt waarden (‘Guidance Values’) gepubliceerd voor veelgebruikte oplosmiddelmengsels. Gebaseerd op openbare toxicologische gegevens, aangevuld met hun eigen data, komen zij tot de volgende advieswaarden.
Tabel
ESIG Guidance Values for Hydrocarbon Mixtures
Aantal C-atomen C5-C8 C9-C15 C7-C8 C9 C10-C15 Others
Koolwaterstof Alifatische en cycloalifatische koolwaterstoffen Alifatische en cycloalifatische koolwaterstoffen Aromatische koolwaterstoffen Aromatische koolwaterstoffen Aromatische koolwaterstoffen n-hexaan naftaleen
Guidance Value 1500 mg/m3 1200 mg/m3 200 mg/m3 100 mg/m3 200 mg/m3 176 mg/m3 52 mg/m3
Een opmerking moet hierbij overigens wel gemaakt worden. Voor een aantal stoffen, behorende tot de mengsels lijken de voorgestelde guidance values aan de hoge kant. De Gezondheidsraad adviseerde in 2000 om voor nonaan (alifaat, C9) de huidige bestuurlijke MAC te verlagen van 1400 mg/m3 tot 100 mg/m3. Dit vanwege neurotoxische eigenschappen. Voor cyclohexaan (een cycloalifatisch C6 koolwaterstof) bestaat in Nederland een MAC van 875 mg/m3. De MAC voor n-hexaan is geruime tijd geleden vastgesteld op 90 mg/m3. Voor tolueen (aromaat, C6) is enige tijd geleden de MAC verlaagd tot 150 mg/m3.
95
IVAM RESEARCH AND CONSULTANCY ON SUSTAINABILITY
Buitenlandse normen Wanneer in Nederland geen MAC-waarde beschikbaar is, kan eventueel worden uitgeweken naar een grenswaarde uit het buitenland. Te denken is vooral aan de Duitse MAK en de Amerikaanse TLVwaarden. Hierbij moet worden bedacht dat deze niet in alle gevallen zo uitvoerig zijn onderbouwd als in de Nederlandse procedure (in het bijzonder geldt dit voor de TLV). Herziening van het grenswaardenstelsel Het grenswaardenstelsel in Nederland bestaat ruim 25 jaar en er is veel ervaring mee opgedaan. Ook is de context waarbinnen het stelsel functioneert ingrijpend veranderd. Eén en ander is aanleiding om het grenswaardenstelsel nog eens grondig te bekijken, en na te gaan waar en op welke wijze aanpassing wenselijk en mogelijk. Als directe aanleiding voor het streven naar verbetering worden de volgende aspecten genoemd: • de te lage productiviteit van het systeem (180 nieuwe MAC-waarden in 25 jaar); • de relatief lange tijd die nodig is om tot een MAC-waarde te komen; • de niet altijd duidelijke prioriteitsstelling; • de lopende discussies over de rapportages van de Gezondheidsraad; • het gebrek aan internationale afstemming en samenwerking, met inefficiënties (o.a. doublures) als gevolg; • de veranderingen in het wettelijke kader sinds de tijd dat het stelsel is ontworpen; • de ontwikkelingen op nationaal en Europees niveau (waar onder de initiatieven om te komen tot een nieuw stoffenbeleid: SOMS en REACH), met wellicht nieuwe of verdergaande mogelijkheden om kennis te vergaren en stoffenrisico’s te beheersen en te minimaliseren. De vorm die een nieuw stelsel zal krijgen is anno 2005 nog volop in ontwikkeling. De contouren voor een nieuw stelsel zijn in 2004 in een openbare discussie afgetast en verwacht wordt dat in 2005-2006 een meer definitieve vorm bekend zal worden.
96