Handboek
voor de implementatie van Best Practices
Bijdrages:
Dit project is tot stand gekomen met steun van de Europese Commissie. Deze uitgave geeft slechts de mening van de auteur weer en de Commissie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor enig gebruik van de informatie uit de inhoud. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Inhoud
3
1. Inleiding
5
1.1 Over het project
5
1.2 Over het handboek
5
2. Theoretisch gedeelte
7
2.1 Het belang van taal en interculturele taalvaardigheden binnen Europa 7 2.2 Het belang van innovatief talenleren
20
2.3 Ideeën voor mogelijke netwerken
26
2.4 Hoe breng je het talenleren in de publiciteit
28
2.5 De opzet van beoordelingen en het volgen van leerresultat
33
3. De leerder motiveren
47
4. Praktisch gedeelte – voorbeelden van Best Practice
53
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
1. Inleiding
1.1 Over het project “Het beste onderwijs is het onderwijs waar je niets van merkt” (“La meilleure education est celle dont on ne s’aperçoit pas”) - Citaat van de Franse schrijver André Malraux (1901-76).
“Young Europeans Love Languages” is een netwerk van Europese instellingen dat talenleren wil bevorderen als een sleutelcompetentie van een leven lang leren. Wij vinden dat speelse, aantrekkelijke en non-conventionele vormen van talenleren aan bod moeten komen niet alleen in het formele onderwijs maar ook in non-formele en informele contexten en ontspanningsactiviteiten. Ons netwerk wil een aantal instrumenten benoemen om mensen bewust te maken en te overtuigen van het belang van talenleren, om daarmee bij te dragen aan de verhoging van de effectiviteit van taalonderwijs. Onze doelen zijn: Eerdere projecten op te zoeken waar innovatieve en bruikbare technieken voor talenleren zijn ontwikkeld die niet langer in gebruik zijn, en deze, waar mogelijk, nieuw leven in te blazen en ze aan te passen voor gebruik met jonge mensen in non-formele en informele omgevingen Het leerprocess zinvol en speels te maken, d.w.z. talenleren als een aspect van sport, sociale en culturele activiteiten. Een pakket van taalleertechnieken tot stand te brengen die zodanig zijn aangepast dat ze geintegreerd kunnen worden in andere sociale, culturele en sportactiviteiten voor jonge mensen.
1.2 Over het handboek
Dit handbook is een van de resultaten van het project YELL. Het biedt docenten, cursusleiders en relevante stakeholders inzicht in hoe best practices te implementeren bij het bewustmaken van culturele diversiteit en het motiveren van jonge mensen om vreemde talen te leren We hopen dat dit handbook voor iedereen aanleiding zal zijn om deze best practices te gaan uitproberen en hopelijk een weg te vinden om jonge mensen te motiveren een taal te leren. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Sommige delen van het handbook zijn bedoeld voor stakeholders en beleidsmakers, andere voor docenten, cursusleiders, mentoren. In onderstaand schema kunt u vinden welke hoofdstukken voor u van belang kunnen zijn. Hoofstuk
Onderwerp
Doelgroep
1
Inleiding
Alle
2.1
Het belang van taal en interculturele taalvaardigheden
Stakeholders/ beleidsmakers
2.2
Het belang van innovatief talenleren
Alle
2.3
Ideeën voor mogelijke netwerken
Bestuurders/ Uitvoerders
2.4
Hoe breng je het talenleren in de publiciteit
Docenten, cursusleiders, mentoren
2.5
Het opzetten van de beoordeling en de controle van de leerresultaten
Docenten, cursusleiders, mentoren
3
De leerder motiveren
Docenten, cursusleiders, mentoren
4
Praktisch gedeelte - voorbeelden
Alle
Meer informatie over het project kunt u vinden op www.yell-project.eu
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
2. Theoretisch gedeelte
2.1 Wat is het belang van taal- en interculturele vaardigheden.
Talen zijn de basis voor het adequaat leren begrijpen en tolereren van verschillende culturen – en dit niet alleen op taalniveau. De taallessen van tegenwoordig zijn gedurende de laatste decennia erg veranderd. In plaats van louter leerinstellingen voor nieuwe woorden en grammatica hebben veel scholen en cursuscentra zich tegelijkertijd ontwikkeld tot informatieve culturele raadgevers. Maar nog lang niet alles is gedaan om de noodzaak van een meertalige opvoeding in alle delen van de EU en de rest van de wereld over te brengen. Er moet nog veel werk gedaan worden. De Afdeling Taalbeleid van De Raad van Europa onderzoekt dit onderwerp al jaren en heeft enkele belangrijke bevindingen over taalleerpatronen verwerkt in haar verbetervoorstellen die nog voortdurend bijgesteld worden. Meertaligheid werd zelfs al in 2002 onderdeel van politieke portfolio’s. Hieronder wordt duidelijk gemaakt waarom talenleren zo belangrijk is in onze 21ste eeuwse maatschappij, met name voor de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, samenwerking op wereldniveau en internationale dialoog.
2.1.1 De invloed van talenleren op de geschiktheid voor de arbeidsmarkt
Wat betekent precies geschiktheid voor de arbeidsmarkt? Het ELSIE(English Language Skills Initiative for Employability) projectteam maakt onderscheid tussen geschiktheid voor de arbeidsmarkt en werkgelegenheid “… [geschikt zijn voor de arbeidsmarkt] is een levenslang proces waarin de kennis, vaardigheden, bekwaamheden, behoeftes en wensen van het individu voortdurend evalueerd worden via een proces van reflectie. Geschiktheid kan gezien worden als een set van prestaties, inzichten en persoonlijke eigenschappen die het individu beter in staat stellen werk te vinden en succesvol te zijn in het gekozen beroep. 1 Een andere stelling uit het ELSIE project luidt: Meertalige en meerculturele vaardigheid verwijst naar het vermogen talen te gebruiken met als doel te communiceren en deel te nemen aan interculturele interactie, waarin een person, die beschouwd wordt als een sociale persoonlijkheid, in wisselende mate vaardigheid heeft in verschillende talen en ervaring met meerdere culturen (...).” 2 In onze moderne en wereldwijd verweven maatschapij is het belang van meertalige 1 ESECT 2005 gebaseerd op een definitie van Peter Sewell, UCLan, http://www.elsieproject.org.uk/ 2 http://www.elsieproject.org.uk/
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
competenties in industrie, handel en politiek overduidelijk. Er is een toenemende behoefte aan arbeidskrachten en beslissers die in staat zijn zich te redden in werkgerelateerde situaties in en met vreemde landen, en daarom kunnen steeds meer bedrijven met klanten of leveranciers in het buitenland niet zonder personeelsleden die tenminste één vreemde taal spreken. Het onderwijs van tegenwoordig moet vanaf het begin aan deze behoefte voldoen, zeker nu de tendens naar nog meer industriële wereldnetwerken goeit. Met personeel dat goed getraind zijn vreemde talen spreekt neemt de waarde van een bedrijf enorm toe. Zoals John Canning van de University of Southampton het onder woorden brengt: “Globalisering betekent dat het zakenleven zich steeds meer afspeelt op internationaal niveau. (…) Werkgevers hebben gediplomeerde schoolverlaters nodig die de taal/talen spreken van het land waar zij van invloed willen zijn. Meer diepgaande analyses spreken van de interculturele competentie en communicatieve vaardigheden ontwikkeld door moderne talen … schoolverlaters en hoe deze vaardigheden hen zeer geschikt maken voor de arbeidsmarkt, zelfs wanneer talenkennis niet door de werkgever vereist wordt.” 3 Volgens een studie van de Universiteit van Manchester zijn de eigenschappen die samengaan met een goede taalvaardigheden onder andere communicatieve vaardigheden (effectief samenwerkingsvermogen, vermogen tot ondersteunen en motiveren) zelfstandigheid (time-management, zelfvertrouwen) Interpersoonlijke vaardigheden (leiderschap, bewustzijn van culturele diversiteit) Intellectuele en cognitieve vaardigheden (..vermogen om te denken onder druk, vaardigheden op het gebied van interferentie en kritisch oordelen, meningen goed onder woorden brengen, algemene kennis van gerelateerde onderwerpen Practische en toegepaste vaardigheden (gebruik van referentiemateriaal, bibliotheek onderzoek, zelfbewuste onafhanklijke taalleerders) 4 Deze verschillende capaciteiten maken dat zulke sollicitanten zeer gewaardeerd 3 John Canning, University of Southampton: “Examination of employability and the study of modern foreign
languages”, in “Journal of Employability and the Humanities Issue 3”, Summer 2009 4 Catherine Franc, University of Manchester, Study „EBL and employability“, (www.campus.manchester.ac.uk) 5 Catherine Franc, University of Manchester, Study „EBL and employability“, (www.campus.manchester.ac.uk) 6 Archer and Davidson, UK Survey, 2008
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
worden in een onderneming die op wereldniveau opereert. In dezelfde studie werd gesteld dat “sollicitanten die in een taal afgestudeerd zijn meer kans maken op de arbeidsmarkt dan afgestudeeren in andere geesteswetenschappen.” 5. Taalvaardigheden worden beschouwd als onderdeel van communicatieve vaardigheden. Volgens een Engels onderzoek onder werkgevers worden deze vaardigheden in hoge mate gewaardeerd bij sollicitanten. De volgende grafiek laat in percentages de waardering zien van werkgevers voor de verschillende vaardigheden:
m
ic un
Com
ve
atie
n
ede
igh
rd vaa
s
Sam
ing erk enw
n
ede
igh
rd vaa
t
itie
egr Int
ctu
elle Int
n
oge
rm
ve eel
n we rou
t Ver
Pe
er/ akt Kar ing
nn
Pla
d
hei
lijk
on rso
en
e
sch
ri ato
s ani org
n
eid eid gh gh rdi rdi a a a a v env uit esl Rek nb e n oge erm gsv d
hei
ede
igh
rd vaa
dig aar ijfv
r
Sch
rin
yse
al An
Wanneer we kijken naar geschiktheid voor de arbeidsmarkt volgens taalvaardigheden moeten we onderscheid maken tussen: a. moedertaalsprekers die zowel hun eigen werkveld als dat van het bedrijf kunnen vergroten door hun kennis van de vreemde talen te gebruiken (see 2.1.1.1) en b. migranten die hun taalvaardigheden ontwikkelen om deel te kunnen nemen aan de lokale arbeidsmarkt. In Europa heeft men geprobeerd deze mensen de gelegenheid te geven enige basisvaardigheden te verwerven in de taal van het land waar ze wonen. Zo moeten bijvoorbeeld sinds januari 2005 migranten in Duitsland een ‘DTS test’ doen (toets Duits voor Nieuwkomers) om het recht te verwerven in het land te blijven en er te werken. Het doel is hun voldoende beheersing van de Duitse taal bij te brengen, zodat ze gemakkelijker kunnen integreren. Het pad dat leidt tot een succesvol examen bestaat uit een modulair cursussysteem gebaseerd op het Europees Referentiekader voor Vreemde Talen, dat geintrodeceerd is in 2001 om nauwkeurige omschrijvingen van taalleerdoelen te geven. Het is ontwikkeld door de Afdeling Taalbeleid van de Raad van Europa is bedoeld om de ontwikkeling van meertaligheid en multicultureel bewustzijn in Europa te bevorderen. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Het probleem dat zich vaak voordoet bij immigranten is dat zij in het begin vaak weinig contact hebben met de lokale bevolking. Taalcursussen kunnen helpen om aan dit risico van isolering te ontkomen en hen te steunen meer voet aan de grond te krijgen in de samenleving. Om een succesvolle loopbaan te kunnen beginnen moet taalachterstand vanaf het begin aangepakt worden voordat deze mensen het gevaar lopen in een sociale kloof te belanden waar hun kansen op de arbeidsmarkt beperkt blijven tot de laagste, slechtst betaalde banen.
2.1.1.1 Vreemde talen als een eerste vereiste voor de concurrentiepositie van een bedrijf op de wereldmarkt “Sinds 2004 is het budget voor vertalingen en taalwerk in de EU gestegen met 20%, dat is 1% van de totale begroting. Dat betekent dat elke burger 2,60 euro per jaar betaalt voor taalgerelateerde uitgaven. En toch is bijna 50% van de burgers nog steeds ééntalig”. 7
Omdat ze zich bewust werden van bovenstaande feiten zijn bijvoorbeeld in Duitsland veel bedrijven begonnen hun hele communicatie te voeren in het Engels, zelfs wanneer geen van de betrokken werknemers vaardigheden heeft in andere talen dan het Duits, hun moedertaal. Met name in internationale bedrijven die nauw samenwerken met partners waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in het buitenland of die moederbedrijf zijn van internationaal opererende filialen hebben deze experimenten uitstekende resultaten gehad. Zij begonnen met het houden van vergaderingen uitsluitend in het Engels en pasten deze benadering daarna toe op andere bedrijfsactiviteiten. Dit soort initiatieven werkt goed als het gaat om internationale bedrijfscontacten, het levert een groot aantal standaard woorden voor het vakgebied waarin men werkt, waardoor men bepaalde projecten en procedures beter kan uitleggen. De frequentie van het Engels spreken had ook een positief effect op het vermogen van de medewerkers om zich uit te drukken op internationale bijeenkomsten, in telefoongesprekken en andere communicatieve activiteiten. Verder heeft het allerlei verschillende discussies aangewakkerd. Toch zijn er maar enkele bedrijven die deze initiatieven echt waarderen. Sommige tegenstanders vinden het een teken van weinig gevoel van eigenwaarde van een bedrijf als het zijn eigen taal verwaarloost. Het leidt ook tot precies die overgewaardeerde positie van de Engelse taal als ‘lingua franca’ die de Europese Raad wil tegengaan. 7 Alia Papageorgiou (woordvoerder van Leonard Orban, de Europese commissaris voor Meertaligheid) in “How many
languages does a European need?”, (http://www.neurope.eu/articles)
10
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
In het Verenigd Koninkrijk lijkt men ervanuit te gaan dat internationale zakelijke contacten altijd over een goede beheersing van de Engelse taal beschikken, wat geleid heeft tot een zekere verwaarlozing van het vreemde talen onderwijs. “De veronderstelling dat Engels dé ínternationale taal is wordt door Engelse werkgevers aangevoerd als reden waarom het spreken van vreemde talen niet nodig is.” 8 Het belang van een direct en nauwkeurig begrip van een taal zonder de tussenkomst van een tolk/vertaler is duidelijk. Er zal altijd een verschil in begrip blijven tussen de originele versie van een idee en het idee zoals dat door de tolk/vertaler wordt overgebracht. Bovendien, hoe vaker een presentatie vertaald moet worden, hoe saaier het wordt en hoe minder oorspronkelijk de informatie is als die bij de toehoorder aankomt. Daarom wordt steeds meer nadruk gelegd op verbetering van de meertalige vaardigheden van het bedrijfspersoneel en worden er steeds minder tolken ingezet bij de verschillende bedrijfscontacten. De internationale markt vereist meertalige communicatiestrategieen die vaak op maat ontwikkeld moeten worden om aan de eisen van een bedrijf te voldoen. Het doel moet zijn clienten zo efficient en effectief mogelijk te bereiken. Daarom is het niet alleen maar een voordeel als men direct kan communiceren door de taal en de culuur van de verschillende landen van zakenpartners heel goed te kennen, het is bijna een eerste vereiste voor goede internationale verkopers en ook voor het gemiddelde administratieve personeel. En hoewel laagopgeleide werknemers taalvaardigheden niet echt nodig hebben voor hun werk komen zij soms toch in situaties waarin de kennis van een taal heel nuttig kan zijn, bijvoorbeeld in gebruiksaanwijzingen, handboeken, werkbeschrijvingen en instructies, die niet in hun eigen moedertaal vertaald zijn. Een niet representatief ad hoc onderzoek in enkele bedrijven in Cham, Duitsland, toont dezelfde resultaten als die hierboven beschreven uit het Verenigd koninkrijk, maar hier werd de aandacht vooral gericht op taalvaardigheden en niet op communicatieve vaardigheden in het algemeen. Het zijn absoluut geen constante cijfers, omdat het belang van communicatieve vaardigheden in zowel de moedertaal als in verschillende andere talen nog steeds elk jaar toeneemt tegelijk met de stijgende behoefte aan internationale zakelijke contacten op de vrije wereldmarkt. Het overzicht was bedoeld voor een personeelsfunctionaris om bij het aannemen van een sollicitant de verschillende factoren te beoordelen, daarbij onderscheid makend tussen soorten werk en werkplek: 8 Sidnick, The Impact of Foreign Languages on British Business- Part 1, 2003, p.1
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
11
Onderhoud, geschoolde arbeiders Productie Algemene vaardigheden
Samenwerking Zelfstandig Één vreemde in een team werken taal
Twee of meer Zelfvertrouwen Goeode Uiterlijk vreemde taalvaardigheid talen in de moedertaal
Administratie/verkoop/ inkoop/logistiek
De grafiek laat zien dat taalvaardigheden bij verkoop, inkoop en logistiek zelfs nog hoger gewaardeerd worden dan algemene vaardigheden en samenwerkingsvermogen. In de productie echter is de behoefte aan talen nog steeds vrij laag.
In een ander onderzoek naar de effecten op de Europese economie van gebrek aan vreemde talenkennis in ondernemingen (ELAN), in opdracht van het Directoraatgeneraal voor onderwijs en cultuur van de Europese commissie in December 2005 en uitgevoerd door het CILT, het Engelse Nationaal Centrum voor Talen, in samenwerking met een internationaal team van onderzoekers, komt men tot de conclusie “[…]dat taalvaardigheden de exportresultaten van Europese bedrijven beduidend kunnen verbeteren. Kleine en middelgrote ondernemingen (SMEs) die een taalbeleid hebben en investeren in de taalvaardigheden van hun personeel blijken 44% meer exportverkoop te behalen dan bedrijven die dat niet doen.” 9 Terwijl multinationale bedrijven altijd al personeel met talenkennis hadden voor speciale doelstellingen, kunnen tegenwoordig zelfs de kleine en middelgrote ondernemingen al niet meer zonder internationale contacten. Om te kunnen blijven concurreren moeten zij steeds meer een internationale klantenkring opbouwen en daarvoor hebben ze werknemers nodig met voldoende taalvaardigheid. Door middel van internetportals kan elke onderneming – klein, middelgroot, groot en multinational - wereldwijd opgespoord worden en de kans dat zakenmensen van over de hele wereld contact met hen zoeken wordt steeds groter. Daarom is tenminste het kunnen voeren van telefoongesprekken en het verwerken van emails in een vreemde taal een toenemende uitdaging voor zelfs het kleinste productiebedrijf. Als zij de hoge kosten van tolken en vertalers willen vermijden zullen ze ervoor moeten zorgen dat hun personeel op tijd de vereiste talen leert. Ook 9 CILT, the UK National Centre for Languages et al, Effects on the European economy of shortages of foreign language skills in
enterprise (ELAN), (http://www.llas.ac.uk/news/2772#)
12
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
nieuwe sollicitanten zullen moeten beschikken over deze vaardigheden als zij bij het bedrijf willen komen werken. Voor CEO’s, managers en vertegenwoordigers geldt dat zij op een internationale werkplek alle zakelijke vaardigheden moeten kunnen toepassen in alle vreemde talen. Dat betekent dat iemand niet alleen door de kennis van veel woorden en uitdrukkingen een goede vertegenwoordiger van het bedrijf wordt, maar ook door het vermogen om zijn gedachten en ideeen uit te drukken, het doel van het bedrijf weer te geven, bedrijfsbewustzijn en persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen in de betreffende taal, kortom, de persoon moet denken in de taal en plannen en strategieen ontwikkelen binnen de context van verschillende culturen, en dat betekent meer dan alleen maar woorden uit het hoofd leren. Zij die met success hogerop willen komen in hun carriere moeten deze vaardigheden verwerven als ze die nog niet hebben. En met vertalers en tolken die tussen u en de toekomstige klanten in staan blijft u altijd het probleem houden dat u volkomen moet vertrouwen op hun deskundigheid en kunt u nooit met de situatie omgaan zoals u gewend bent; vooral wanneer u in uw eigen taal een welbespraakt onderhandelaar bent kan dit een groot nadeel zijn. Volgens het hierboven genoemde ELAN rapport heeft onderzoek uitgewezen dat
“er aanzienlijk veel zaken verloren gaan voor Europese ondernemingen als gevolg van het gebrek aan taalvaardigheden. Op basis van het [onderzochte] voorbeeld loopt naar schatting 11% van de exporterende Europese SME’s (945.000 bedrijven) het risico zaken te verliezen vanwege de genoemde communicatiebarrieres. Analyse van de resultaten van het onderzoek toont een duidelijk verband aan tussen talen en exportsucces. Vier factoren van taalmanagement bleken verband te houden met succesvolle exportresultaten: De aanwezigheid van een taalbeleid Het aanstellen van moedertaalsprekers Het werven van personeel met taalvaardigheden Het inzetten van vertalers en tolken Er zou in de hele Europese economie veel winst te halen zijn als alle exporterende SME’s deze maatregelen zouden toepassen […] Het onderzoek van SME’s toont aan dat aanzienlijk veel zaken verloren gaan als gevolg van gebrek aan taalvaardigheden. Bij de bijna 2000 onderzochte bedrijven had 11% van de respondenten (195 SME’s)een contract gemist als gevolg van gebrek aan taalvaardigheden. Hiervan hadden 37 bedrijven feitelijke contracten verloren met een totale waarde tussen 8 en 13,5 miljoen euro. Nog eens 54 bedrijven hadden mogelijke contracten verloren met een waarde van Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
13
in totaal 16,5 tot 25,3 miljoen. Tenminste 10 bedrijven hadden contracten van meer dan 10 miljoen euro verloren. Volgens deze berekeningen is het gemiddelde verlies per bedrijf 325 miljoen euro over een periode van 3 jaar. Het mag duidelijk zijn dat het onderzoek alleen die situaties benoemt waarin bedrijven zich daadwerkelijk bewust waren van het verlies of het mogelijke verlies en dat de werkelijke cijfers nog veel hoger kunnen zijn. SME’s ervaren zowel interculturele barrieres als taalbarrieres wanneer zij opereren in het buitenland. In de meeste landen was meer dan 10% van de respondenten zich ervan bewust multiculturele problemen te hebben ondervonden.” 10 Een toenemende bereidheid zich bewust te zijn van deze invloed op het bedrijfsleven is beslist een uitdaging voor toekomstige ondernemingen. Uit dit alles kunnen we gemakkelijk concluderen dat behoorlijk talenonderwijs met goede cijfers de deur kan openen naar een goede beroepsopleiding met de kans om daarna aangenomen te worden en promotie te maken. Veel scholen organiseren ook uitwisselingen met partnerscholen in het buitenland en gastgezinnen die de leerlingen enige tijd in huis nemen. Op sommige scholen, met name in het voortgezet onderwijs, is het al mogelijk om het Cambridge Business English examen af te leggen, waardoor men zich in ieder geval verzekert van een goede beheersing van het Engels, en een toenemend aantal leerlingen maakt dankbaar gebruik van deze mogelijkheid. Ook in andere talen kunnen dergelijke examens afgelegd worden, bijvoorbeeld het Italiaanse CILS, het Russische TRKI, het DELF en DALF in het Frans, het DELE in het Spaans, in China het HSK en in Japan het JLPT certificaat, om er maar eens enkele te noemen. Meer gedetailleerde informatie over deze examens is te vinden bij de instellingen voor talenonderwijs of op de betreffende internet websites. Naast verbale en non-verbale communicatie, onderhandelen, presenteren en het kunnen samenwerken houden taalvaardigheden ook in dat men zich in een vreemd land correct kan gedragen en pijnlijke situaties weet te vermijden. Maar we hebben niet altijd oog-in-oogcontact waarbij we lichaamstaal op de juiste manier kunnen interpreteren. Het internet als middel om met één muisklik contact te maken met de hele wereld heeft ongetwijfeld de meest ingrijpende invloed gehad op onze 21ste eeuwse zakenwereld, en wanneer het gaat over wereldwijde samenwerking moeten we daar rekening mee houden. Sterker nog, het is het meestgenoemde onderwerp wanneer gevraagd wordt naar het belang van talenkennis in de context van wereldwijde samenwerking. Mensen uit de hele wereld ontmoeten elkaar in de digitale wereld, en ook hier vinden we zelfs een vorm van “cultuur” en “(n)etiquette)”. 10 CILT, the UK National Centre for Languages et al, Effects on the European economy of shortages of foreign language skills in
enterprise (ELAN), (http://www.llas.ac.uk/news/2772#) , (ELAN, http://www.cilt.org.uk).
14
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Culturele verschillen tussen individuele personen en de digitale cybercultuur kunnen leiden tot grote misverstanden, meer nog dan in face-to-face situaties. “Het gebrek aan elementen die vanzelfsprekend zijn in oog-in-oog communicatie bemoeilijkt de interculturele communicatie online nog extra doordat het de mogelijkheden van gezichtsuitdrukking en nonverbale boodschappen beperkt.” 11 De internetwereld is op een bepaalde manier een ongrijpbaar spook waar we mee moeten leren omgaan, en dit maakt het resultaat van de communicatie soms onvoorspelbaar. Toch zullen internet- en webvergaderingen steeds meer deel gaan uitmaken van het zakenleven en moeten we de problemen daarvan overwinnen. Het is het tegenwoordig het meest gebruikte middel om in contact te komen met bedrijven, klanten, leveranciers enzovoort over de hele wereld. Gepast woordgebruik helpt ongewenste resultaten van communicatieve benadering voorkomen. Communicatie wordt sneller en sneller, besluiten moeten soms binnen een half uur genomen worden en zelfs de tijd om een email te beantwoorden is erg kort. Er is vaak weinig tijd om na te denken over de juiste toon en goede taalvaardigheden zijn hierbij onmisbaar. Maar is de algemene opvatting dat Engels de enige echt geschikte internettaal is, wel terecht? Het is in de laatste decennia welliswaar de meest gebruikte taal geworden, maar we kunnen het belang van Japanse, Chinese, Spaanse en Duitse websites op de wereldmarkt niet ontkennen. Als bijdrage voor een nieuwsgroepdiscussie is het rapport “Engels – de wereldtaal op het internet?” opgesteld, waarin beweerd wordt dat vanuit taalkundig oogpunt het Engels eigenlijk niet geschikt is als wereldwijde internettaal en op het internet wordt al vaak onderscheid gemaakt tussen “Internetgebruikers en Internet-ongeletterden” 12. Het is veel aannemelijker om te streven naar een meertalige benadering, omdat allerlei verschillende talen steeds belangrijker worden op de internationale wereldmarkt en zelfs minderheidstalen zouden op het web meer gewaardeerd moeten worden. In de toekomst zullen meertalige vaardigheden nog essentieler worden voor wereldwijde samenwerking. Het ziet ernaar uit dat in een wereld waarin meer autonome landen hun nationale zelfbewustzijn ontwikkelen, de trend naar slechts enkele internettalen zal ombuigen naar een veelheid aan talen. 11 Mackie Chase, Leah Macfadyen, Kenneth Reeder en Jörg Roche: “Hard Technologies Meet Soft Skills” 12 http://www.cs.tut.fi/~jkorpela/lingua-franca.html
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
15
2.1.2 Interculturele dialoog Als je tegen een man praat in een taal die hij begrijpt, gaat het naar zijn hoofd. Als je tegen hem praat in zijn eigen taal, gaat het naar zijn hart.” (Nelson Mandela)
In de 27 EU landen zijn er momenteel, afgezien van een groot aantal minderheidstalen, 23 officiele talen, terwijl dat er in 2004 maar 11 waren. Het principe van het behoud van de diversiteit aan culturen, tradities en geloven, inclusief de talen is het enige uitgangspunt waarop de EU gebaseerd is. Er moet een duidelijk begrip voor verschillende manieren van denken, geloven en leven ontwikkeld worden en de verschillen in cultuur moeten gewaardeerd en getolereerd worden zodat ideeen en gewoontes uitgewisseld kunnen worden voor een vruchtbare samenwerking in de toekomst. Slechts door ervoor open te staan en te accepteren dat we van elkaar kunnen leren kan een bi- en multilaterale dialoog zijn doel treffen. In de “Living Together as Equals in Dignity” staat dat interculturele dialoog “[…] ons in staat stelt samen vooruit te gaan, constructief en democratisch om te gaan met onze verschillende identiteiten op basis van gedeelde universele waarden. Om de interculturele dialoog te bevorderen […] zouden interculturele vaardigheden geleerd moeten worden [….]. De EU ziet het gebruik van de taal van de burgers als een van de factoren om die dialoog transparanter, rechtmatiger en efficienter te maken […]. Het vermogen om te communiceren in meer dan één taal– wat al een dagelijkse werkelijkheid is voor de meerderheid van de wereldbevolking – is een wenselijke levenscompetentie voor alle Europeanen. Het leren en spreken van andere talen moedigt ons aan meer open te staan voor anderen, hun culturen en opvattingen; het verbetert cognitieve vaardigheden en versterkt de vaardigheden in de moedertaal; het stelt ons in staat gebruik te maken van de vrijheid te werken en te studeren in andere lidstaten.“ 13 Leonard Orban, Europees commissaris voor Meertaligheid, beweerde: “Wij hebben concrete uitwisselingen en wederzijds begrip nodig, niet alleen tussen de vertegenwoordigers van de gemeenschap maar ook tussen degenen die zij vertegenwoordigen: de gewone mensen. Hat zal een meer samenhangende en duurzame maatschappij opleveren. Dialoog is daarbij het sleutelwoord. Het is de gist die onze maatschappij laat rijpen – van multicultureel naar intercultureel […] talen behoren tot de meest praktische instrumenten die we voor dit doel kunnen bieden. […]” 14 13 European Government, een bijdrage van Jürgen Kurtz, Karlsruhe University of Education, Germany, “White Paper on
Intercultural Dialogue”, “Living Together as Equals in Dignity”, http://europa.eu/languages/en/ - Europa languages portal, Strasbourg 2008 14 Leonard Orban, Europees commissaris voor meertaligheid, Lezing: “Multilingualism – and intercultural dialogue” gehouden voor het Forum on Multilingualism in the EU in Bratislava in 2008
16
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Het commissarieel rapport over multiculturalisme richt zich tot migranten en tot hen die nieuwe talen net zo goed willen leren als hun moedertaal, om ze te stimuleren de talen voor meer doeleinden te gebruiken dan alleen communicatie; dat wil zeggen dat ze er toleranter van worden, meer open staan voor en zich bewust zijn van overeenkomsten en verschillen. Het idee van het Europese project wordt uitgedrukt in het motto: ‘Eenheid in diversiteit’. Dit betekent dat we vooral niet moeten denken dat verschillen ons verdelen, omdat ze ons juist dichter bij elkaar kunnen brengen. Om intolerantie tegen te gaan is de beste benadering niet te doen alsof alle mensen hetzelfde zijn, maar in plaats daarvan de verschillen te erkennen en die tegelijkertijd te leren begrijpen op zowel taalkundig als cultureel niveau. Naast taalvaardigheden heeft het leren van andere talen nog andere grote voordelen: het zich bewustzijn van verschillen, de mogelijkheid om naar andere landen te gaan en de verschillen te leren kennen door er te reizen en te werken. Onderzoeken tonen aan dat de grootste belemmering om iets nieuws te proberen, ideeen uit te wisselen en te gaan wonen in onze Europese buurlanden, het gebrek aan taalvaardigheden is. Het gevoel van een Europese identiteit kan alleen ontstaan als we ons openstellen voor de andere Europese culturen.
Talen verhogen de levenskansen van onze burgers. Zij geven de burgers meer keus op de banenmarkt; en meer gelijke toegang tot diensten en rechten. Ze kunnen bepalend zijn in onze externe relaties. En ze kunnen bijdragen aan de bloei van Europese ondernemingen in een nieuw geo-politiek klimaat.” 15
2.1.3 Voorbeelden uit het onderwijs en het bedrijfsleven, loopbaanontwikkeling.
Waar zien we in de taallessen van tegenwoordig het groeiende belang van kans op werk, internationale samenwerking en werelddialoog terug? Onderzoek door LACE (Languages and cultures in Europe) heeft geleid tot de volgende bevindingen:
53,1 % van de respondenten van een online onderzoek zegt ongeveer
80 % van de lestijd te besteden aan het taalleren, en
20 % van de lestijd aan het ontwikkelen van interculturele competenties,
en maar liefst 32,9% besteedt 15 Leonard Orban, Europees commissaris voor meertaligheid, Lezing: “Multilingualism – and intercultural dialogue”
gehouden voor het Forum on Multilingualism in the EU in Bratislava in 2008 Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
17
60 % van de lestijd aan taalleren en
40 % aan het ontwikkelen van interculturele conmpetenties.16
Wat we hieruit kunnen afleiden is dat er in de klas aanzienlijk veel aandacht geschonken wordt aan de ontwikkeling van interculturele competenties, wat overeen blijkt te komen met de positie van interculturele competenties zoals die in de verschillende leerplannen zijn opgenomen. Interculturele vaardigheden zijn onderdeel geworden van de leerplannen voor vreemde talen, hoewel ze nog steeds minder nadruk krijgen dan taal- en communicatievaardigheden. Met nieuwe didactische en methodologische methodes op scholen en talencentra worden interculturele competenties ontwikkelend. Dit zijn vaak TV programma’s, nieuws op TV, DVDs en dergelijke, kranten, tijdschriften, lezingen, songteksten, teksten van het internet en nog veel meer. In het “White paper on Intercultural Dialogue” (Strassbourg, 2008) kwam de raad van Europese ministers van Buitenlandse Zaken overeen dat “[..] de Raad van Europa hulp zal bieden en aanbevelingen zal doen om autoriteiten in staat te stellen hun onderwijsbeleid ten aanzien van alle talen in het onderwijssysteem te herzien. Zij zal ook richtlijnen en instrumenten aangeven voor het vastleggen van algemene Europese Standaardeisen voor taalcompetenties.” 17 Sinds die tijd zijn allerlei pogingen in die richting gedaan: Europese programma’s voor jongeren om in direct contact te komen met taal en cultuur 18 Europese programma’s voor studenten 19 Daarnaast bieden steeds meer op wereldniveau opererende ondernemingen hun leerlingen en andere personeelsleden aan een tijd in een filiaal in het buitenland te gaan werken om zowel de taal als de culturele achtergrond van deze landen te leren kennen. Deze achtergrondkennis maakt hen in hoge mate onmisbaar voor toekomstige samenwerking. Deze inspanningen leiden niet alleen tot een beter begrip van collega’s onderling in transnationale operaties, maar versterken ook het grensoverschrijdende 16 www.lace2007.eu
17 European Government, een bijdrage van Jürgen Kurtz, Karlsruhe University of Education, Germany, “White Paper on
Intercultural Dialogue”, “Living Together as Equals in Dignity”, http://europa.eu/languages/en/ - Europa languages portal, Strasbourg 2008 18 Voor meer informatie: European Centre for Global Interdependence and Solidarity in Lissabon, the European Centre for Modern Languages in Graz, en de twee Europese Jeugdcentra Strasbourg and Budapest 19 Voor meer informatie: ESY (European Study Year) http://www.studyeurope.org/
18
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
gevoel van gezamenlijke identiteit. Het besef dat taalvaardigheden de basis vormen voor wereldwijd ondernemen is in de meeste ondernemingen inmiddels doorgedrongen en beroepsopleidingen houden steeds meer rekening met deze eisen. Ook zijn er zogenaamde m o b i l i te i t s p ro gra m m a’s opgezet om leerlingen en stagiaires de mogelijkheid voor een stageplek in het buitenland te bieden, maar nog maar weinig van hen maken gebruik van dat aanbod, hoewel programma’s als Leonardo da Vinci mobiliteit van studenten en stagiaires sterk aanbevelen 20. Maar met de toenemende behoefte aan meertalige vaardigheden zal deze houding in de toekomst zeker veranderen. Sommige jongeren en jongvolwassenen hebben misschien wat tijd nodig om zich bewust te worden van het belang van talen voor hun loopbaan en als ze van school af zijn is het echt nog niet te laat om de ontbrekende vaardigheden te ontwikkelen. Instellingen voor volwassenenonderwijs en talencursussen via internet leiden tot een hoog taalniveau en kunnen indien gewenst met een examen afgerond worden. Uit ons onderzoek blijkt dat er duidelijk een toenemende behoefte is aan talenleren voor onszelf, voor wereldwijde samenwerking in bedrijfsleven en politiek en voor een goede vooruitgang in interculturele communicatie. De vraag is niet of talen een geschikte basis zijn voor een succesvol wereldnetwerk, maar meer hoe taalvaardigheden op een adequate manier kunnen worden overgebracht op leerders. De eerder genoemde nieuwe leerstrategieen binnen het Europees Referentiekader voor Talen die in de afgelopen decennia zijn ontwikkeld volgen de uitkomsten van modern psychologisch, biologisch en neurologisch onderzoek. Daardoor werden taallessen en taalboeken zowel op scholen als in de volwasseneducatie aangepast om de toegang tot talen voor iedereen gemakkelijker te maken. De vele verschillende mogelijkheden die deze innovatieve taalleermethodes bieden worden in het volgende hoofdstuk beschreven.
20 Voor meer informatie: “Mobility of apprentices and trainees across the EU: case study of the chemical industry”,
http://www.europe-move-it.eu Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
19
2.2 Waarom innovatief talenleren belangrijk is …
Een vreemde taal leren is een verrijkende ervaring voor iedereen. Het betekentveel meer dan grammatica en spreekoefeningen in tekstboeken. Taal is niet alleen een communicatiesysteem, het is ook een culturele code die complexe informatie overbrengt over culturele normen, warden, tradities en gedragsregels. Vreemde- talencompetenties geven zo dieper inzicht in andere culturen en levensstijlen, ze verbreden onze horizon, bevorderen interculturele communicatie en helpen ons persoonlijke en nationale belemmeringen te overwinnen. In het tijdperk van de globalisering en internationalisering van politieke, sociale en economische betrekkingen wordt het steeds belangrijker om verschillende talen vloeiend te spreken. Taal dient als communicatievorm tussen mensen, als een middel voor samenwerking tussen mensen. We gebruiken taal om onze gedachten, gevoelens en wensen te delen, maar ook kennis over onszelf en de wereld door gebruik te maken van symbolische beelden, categoriale waarnemingen en conceptuele ideeen. Voor intellectuelen als like Wilhelm von Humboldt, Martin Heidegger en Ernst Cassirer is taal bij uitstek een middel om gedachten en wereldbeeld te vormen. Volgens hen is elke waarneming van voorwerpen en situaties in de wereld taalkundig gestructureerd. Zo betreft taal altijd de gehele person: zijn/haar waarneming en gedachten, maar ook zijn/haar gevoelens en handelingen. Taal omvat een persoon in zijn/haar lichamelijke-emotionele-intellectuele totaliteit (Segermann 2000). Dit geldt natuurlijk ook in het talenonderwijs en het leren van vreemde talen. Daarom is een holistische benadering van het talenleren belangrijk om leerders te stimuleren, motiveren en steunen in hun leerproces, ongeacht hun leeftijd of waarom ze een vreemde taal willen leren. Deze opvatting is niet alleen gebaseerd op pedagogische principes: ook psychologisch, biologisch en neurologisch onderzoek toont het belang aan van een holistische benadering van leerders en de ontwikkeling van innovatieve onderwijs- en leermethodes.
2.2.1 Onderzoeksresultaten van sociale- en gedragswetenschappen
Onderzoek uitgevoerd in het veld van sociale- en gedragswetenschappen gaat over de structuren en regelmatigheden die ten grondslag liggen aan het menselijke denken en handelen. Sociale en gedragswetenschappen richten zich niet alleen op de biologische voorwaarden van het leren, zij houden ook rekening met de individuele levensgeschiedenis, culturele tradities en institutionele structuren die elk leerproces beinvloeden en vormen. Er zijn altijd meerdere factoren en uiteenlopende dimensies die van invloed zijn op de onderwijsresultaten van leerders. Door rekening te houden met dit belangrijke 20
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
gegeven worden wetenschappers ervan weerhouden te blijven steken in een biologisch determinisme dat elke menselijke handeling en beslissing toeschrijft aan neurologische en biologische omstandigheden. Daarom kunnen we stellen dat onderzoek uitgevoerd vanuit sociale- en gedragswetenschappen gekenmerkt wordt door een breder, meeromvattend perspectief vergeleken met onderzoek dat zich alleen richt op biologische en neurologische aspecten van het leren. Talrijke studies hebben aangetoond dat onderwijsresultaten van leerders bepaald worden door factoren als taalcompetenties, ouderlijke ondersteuning, socioeconomische achtergrond, etnische subcultuur, aanwezigheid van rolmodellen, onderwijsen beroepsinformatie, geslacht, schoolsysteem, institutionele belemmeringen, enz. Kinderen‘erven’ bijvoorbeeld vaak de lage onderwijs- en beroepspositie van hun ouders. 21
Innovatieve maatregelen betekenen ook groepswerk, discussies, activiteiten om kennis te generaliseren en aan elkaar over te brengen, ideeen met elkaar uit te proberen en te combineren en te begrijpen wat ze leren, bezig te zijn met zelfsturend leren en reflectie als belangrijke methode. Helaas blijkt uit zeer recente waarnemingen dat leerders in lage socio-economische scholen maar weinig gelegenheid hebben om tijdens de lessen te discussieren (Corden, 200122; Nystrand, 199623; Weber, Maher, Powell & Lee, 200824). De good practice voorbeelden van het YELL project zouden in die gevallen innovatief material kunnen bieden. Enkele voorbeelden van Good Practice die de deelnemers van het YELL project gevonden hebben en die gebaseerd zijn op sociale interactie wanneer jonge mensen vreemde talen leren zijn:
Het theater als spiegel van de samenleving (in Belgie) Het project omvat het lezen en repeteren van een script, het maken van kostuums en decors, theateroptreden, adverteren, teamvorming gedurende de verschillende fases van het project, het maken van videofilms tijdens het werkproces en van het eindproduct, een taalcursus, het organiseren van een tentoonstelling, 21 In Oostenrijk bijvoorbeeld bereikt 52% van de leerlingen hetzelfde niveau als hun ouders, 26% lukt het een hoger niveau te
behalen als hun ouders, terwijl 22% een nog lager niveau bereikt. Zo is het opleidingsniveau van de ouders van beslissende invloed op de onderwijsloopbaan van hun kinderen. Hoe hoger de formele opleiding van de ouders is, hoe langer de kinderen in het onderwijssysteem blijven. In Wijs, H. and Unterwurzacher, A. (2007): ’Soziale Mobilität durch Bildung? – Bildungsbeteiligung von MigrantInnen’, in H. Fassmann (ed.) 2. Österreichischer Migrations- und Integrationsbericht. 2001-2006. Klagenfurt: Drava, pp 227-241. 22 Corden, R.E. (2001). Group discussion and the importance of a shared perspective: Learning from collaborative research.
Qualitative Research, 1(3), 347-367.
23 Nystrand, M. (1996). Openingsrede: Understanding the dynamics of language and learning in the English classroom. New
York: Teachers College Press.
24 Weber, K., Maher, C., Powell, A., & Lee, H.S. (2008). Learning opportunities from group discussions: Warrants become the
objects of debate. Educational Studies in Mathematics, 68 (3), 247-261. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
21
bezichtigingen, presentaties van de verschillende aspecten van het leven in Bulgarije en Italië, presentaties over Bulgaarse en Italiaanse schrijvers, hun tijdperk en stijl en presentaties over de theaterkunst in beide landen. Soortgelijk projecten zijn: het leren van een vreemde taal door middel van drama of festivals in Lithouen, “Van roman naar toneelstuk (The curious Incident of the Dog in the Nighttime)”in Nederland en Film- of Schrijfworkshops in Spanje. http://www.yell-project.eu/en/top-menu-en/virtual-documentation-center/vdc Wandelen en praten (in Duitsland) Cursus Nordic walking voor jong volwassenen, waarbij deelnemers tegelijkertijd bijvoorbeeld Engels spreken onder begeleiding van een trainer. Al wandelend door het bos leren kinderen onder begeleiding van een docent over bomen en dieren en spelen ze met elkaar. http://www.yell-project.eu/en/top-menu-en/virtual-documentation-center/vdc ePals (een van de voorbeelden van Good Practice uit Noorwegen) Een van de oudste en sterkste online instrumenten voor het stimuleren van interactie tussen schoolklassen in meerdere landen, met een geschiedenis van meer dan 10 jaar. Het is nog steeds de grootste wereldwijde site voor uitwisselingen tussen klassen en sinds 2009 maken ruim 210 Noorse klassen gebruik van ePals, veel van hen uitdrukkelijk om de taal te leren. http://www.yell-project.eu/en/top-menu-en/virtual-documentation-center/vdc Het mag duidelijk zijn dat sociale- en gedragswetenchappen worden gekenmerkt door een interdisciplinaire benadering die verschillende dimensies van het menselijk bestaan betreft (biologisch – individueel – sociaal – politiek – economisch – cultureel – structureel). Volgens wetenschappers is het belangrijk om naar zowel biologische als sociaal-culturele aspecten van cognitieve processen te kijken. Kennis is niet een puur biologisch verschijnsel maar wordt altijd mede gevormd door culturele gewoontes en normen.
2.2.2 Strategieën ter bevordering van succesvolle leerprocessen
Zowel neurobiologische als sociale- en gedragswetenschappen zoals hiervoor beschreven benadrukken het belang van holistische leerconcepten gebaseerd op het idee van leren als een holistisch rijpingsproces van geest, lichaam en ziel. Na een beschrijving van de basisprincipes van holistisch leren wordt het concept toegepast op het voorbeeld van talenleren. 22
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Holistische banadering van het leren. In cognitieve processen spelen aandacht en concentratie een belangrijke rol. Om het bewustzijn te verbeteren moeten associaties en connotaties worden opgeroepen. Daarom is het altijd nuttig om bestaande kennis te activeren en te gebruiken bij het verwerven van nieuwe kennis. Visuele prikkels moeten verbonden worden met taalcodes. In het algemeen is het belangrijk informatie en kennis te zien in een bredere context en niet als geïsoleerde en onsamenhangende begrippen. Het stimuleren van gecombineerd denken is een onmisbaar vereiste voor succesvolle leerprocessen. Hoe meer zintuigen worden gestimuleerd (door prikkels voor zien, horen, voelen, ruiken), des te meer kans is er dat de hersenen de informatie beter kunnen verwerken, memoriseren en associëren.
Biochemist en schrijver Frederic Vester , overleden in 2003, wordt in sommige kringen nog steeds beschouwd als de “personificatie” van het gecombineerde denken (StanglTaller2009b25). Hij introduceerde het principe van het holistisch denken dat nog steeds wordt toegepast in onderzoek, economie en onderwijs. Maar Vester was niet de eerste die het belang onderschreef van gecombineerd en holistisch denken voor de geestelijke ontwikkeling van kinderen. Als een van de eerste pedagogen wees Amos Comenius (1592-1670) er al op dat kennis is gebaseed op zintuiglijke waarneming. De filosoof John Locke (1632-1704) was van mening dat iets niet intellectueel verwerkt kan worden als het niet eerst is waargenomen. En Jean-Jacques Rousseau (17121778) wijdde een hoofdstuk van zijn beroemde “Emile” aan de “Oefening van organen en zintuigen”. Pedagoog Johann Heinrich Pestalozzi (1746-1827) introduceerde de uitdrukking “denken met hoofd, hart en handen”. Ook Maria Montessori’s levenswerk kan gezien worden in nauwe samenhang met het concept van holistisch leren (Liebertz 200126). Charmaine Liebertz van de Duitse “vereniging voor holistisch leren” (Gesellschaft für ganzheitliches Lernen e.V.) vat de sleutelbegrippen van holistisch leren als volgt samen: Onderzoeken en ontdekken met plezier en nieuwsgierigheid De wereld begrijpen en waarnemen met alle zintuigen Eigen concrete ervaringen opdoen Ruimte geven aan sport en beweging In evenwicht komen met jezelf en je omgeving 25 Stangl-Taller, Werner (2009b): Lerntypentheorie – eine Kritik. http://arbeitsblaetter.stangl-taller.at/LERNEN/
Lerntypen.shtml (access: 15/01/10)
26 Liebertz, Charmaine (2001): Warum ist ganzheitliches Lernen wichtig? http://www.
kindergartenpaedagogik.de/419.html (access: 15/01/10)
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
23
Bevorderen van concentratie en ontspanning Ontwikkelen van denkstructuren Bevorderen van individualiteit en gedifferentieerd leren Ontwikkelen van het samen leren en persoonlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheid Leren met hoofd, hart en handen (vertaald van Liebertz 200127)
Leren wordt gezien als een holistisch rijpingsproces van geest, lichaam en ziel. Het is een proces van voortdurende interactie tussen zintuiglijke waarnemingen, geestelijke en intellectuele prestatie, lichamelijke bewegingen en gevoelens. Talenleren. Een vreemde taal leren wordt saai als woordenschat en grammatica gedrild worden. In de zeventiger jaren had de zogenaamde “communicative wending” in de vreemdetalendidactiek plaats. Het talenonderwijs is nu gebonden aan het onderwijsdoel de communicatieve vaardigheden te versterken en het creatieve aspect van taalgebruik te bevorderen. Een andere component die in dit verband steeds belangrijker wordt is interculturaliteit. Alles bij elkaar is talenleren niet in de eerste plaats gericht op het overbrengen van kennis, maar op het ontwikkelen van vaardigheden. Volgens Krista Segermann (2000) echter vormen de ingewikkelde regels waaruit elke taal bestaat,vooral de grammaticaregels, vaak een belemmering voor creatieve onderwijsmethodes op school. Over het algemeen wordt aangenomen dat de basiskennis van de taal, zoals basisgrammatica, woordenkennis, uitspraak en luistervaardigheid eerst geleerd moeten worden voordat deze vaardigheden kunnen worden toegepast in de praktijk, d.w.z. op communicatief niveau. Op basis hiervan hebben docenten de neiging woordenschaten grammaticaoefeningen aan te bieden die ver van de realiteit afstaan en weinig te maken hebben met de feitelijke interesses en behoeftes van de leerders. Maar dit is niet echt nodig want er bestaan strategieen die gericht zijn op het gebruik van innovatieve methodes voor talenonderwijs en talenleren. Enkele voorbeelden van Good Practice die de deelnemers aan het YELL poject hebben gevonden en die talendocenten kunnen helpen hun leerlingen te motiveren en die laten zien hoe de ontwikkeling van andere vaardigheden hand in hand kan gaan met talenleren: 27 Liebertz, Charmaine (2001): Warum ist ganzheitliches Lernen wichtig? http://www.kindergartenpaedagogik.de/419.html
(access: 15/01/10)
24
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Spelend leren Genoemd als voorbeeld van good practice uit Oostenrijk waar organisaties toneelstukken, evenementen, cursussen, gespreksproepen en creatieve workshops aanbieden in combinatie met talencursussen voor 16 tot 24- jarige jongeren met een sociale achterstand. http://www.yell-project.eu/en/top-menu-en/virtual-documentation-center/vdc “Plan Langues” in België. Populaire liedjes in het Engels (of een andere taal) worden door zgn. native speakers uitgesproken en tegelijkertijd vertaald in het Frans (de moedertaal van de leerders) en uitgezonden op belangrijke Franstalige radiozenders (Pure fm, Clasic21). De liedjes worden samen met interviews met de uitvoerende artiesten (video) ook gepubliceerd op de website en in de nieuwsbrief Le Soir en er zijn pagina’s op Facebook en MySpace met ondertitelde interviews met artiesten. http://www.yell-project.eu/en/top-menu-en/virtual-documentation-center/vdc Engelse koffie (in Spanje als Café ingles) - Woensdag om 19.00 uur. Deze activiteit bestaat uit de vertoning van een film. Na de film wordt een bijeenkomst in het Engels georganiseerd. Of “In life” (En Vivo) – Elke tweede dinsdag om 21.00 uur. Deze activiteit bestaat uit een diner gebaseerd op “tapas”. Na het diner worden enkele activiteiten en spelletjes georganiseerd voor de studenten. De uitgave van een wekelijks online tijdschrift El Eco, met een aanbod van nieuws en activiteiten dat elke maandag per email aan geïnteresseerde studenten toegestuurd wordt. http://www.yell-project.eu/en/top-menu-en/virtual-documentation-center/vdc
2.2.3 Tenslotte: innovatief talenonderwijs om het complexe leerproces te ondersteunen.
De neurobiologie toont aan hoe belangrijk het is dat voor taalverwerving beide hersenhelften geactiveerd worden. Voor het proces van het overbrengen van informatie van ons korte-termijn-geheugen naar het lange-termijn-geheugen moeten verschillende zintuigen gestimuleerd worden, waarbij het nuttig kan zijn verschillende oefenvormen toe te passen. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
25
Een andere belangrijke factor voor het leerproces is dat het onderwerp voor de leerder interessant moet zijn, d.w.z. gebaseerd op zijn actuele interesses. Als een leerder bijvoorbeeld geboeid is door een bepaald onderwerp zal het voor hem gemakkelijker zijn kennis te verwerven als uitgegaan wordt van het hierboven genoemde leerproces. Leren heeft ook veel te maken met relaties. Verschillende sociale- en gedragswetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat sociale interactie een belangrijke stimulans is bij het leren. Docenten moeten een sfeer scheppen van wederzijds respect en vertrouwen, zodat leerders hun vaardigheden kunnen ontwikkelen en groeien in de taak die zij uitvoeren. Negatieve gevoelens zoals angst, bezorgdheid of tegenzin belemmeren een effectief leerproces. Ook spanning vermindert het leerresultaat.
2.3 Ideeen voor mogelijke netwerken
Een groeiende wereldeconomie en multiculturele samenleving hebben invloed op ons dagelijks leven en het is belangrijk dat we ons aanpassen aan de veranderingen die deze groei met zich meebrengt. Een van de meest voorkomende en algemene uitdagingen die we hierbij tegenkomen is de taal, of misschien de talen, die we gebruiken bij het uitvoeren van onze dagelijkse bezigheden. Bij het starten van een project voor innovatief talenleren is het raadzaam netwerken te gebruiken om belangstelling te wekken of ideeën te verspreiden. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn de vakgroepen van talendocenten in uw omgeving, vrienden die u betrekt bij het uittesten van cursussen, een facebookgroep of –netwerk of online groepen en forums over talenleren, toeristische organisaties, enz. Er zijn in uw omgeving hoogstwaarschijnlijk wel ‘native speakers’ te vinden, inwoners of misschien toeristen. U zou bijvoorbeeld een advertentie op kunnen hangen bij het plaatselijke VVV, waar men zich aanbiedt als gratis stadsgids om de taal die men aan het leren is te oefenen. Een ander idee is om contact te zoeken met instellingen die taalcursussen geven aan buitenlanders en aan te bieden uw eigen taal met hen te oefenen, en zij helpen u door hun eigen taal met u oefenen. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld: inschrijven voor een correspondentievriend of -vriendin, een (gesproken) chatgroep, schrijvende chatgroepen, skypegesprekken en soortgelijke internetactiviteiten.
2.3.1 Veranderingen
Sinds de zestiger jaren zijn talendocenten getuige geweest van een ingrijpende verandering van de manier waarop talen worden onderwezen. De kern van het onderwijs 26
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
is verbreed van het aanleren van strakke grammaticale structuren naar het bevorderen van communicatieve vaardigheden. Persoonlijke creatieve expressie is belangrijker geworden dan het eenvoudigweg opzeggen van een uit het hoofd geleerde dialoog uit het boek. Taalbegrip en communicatie zijn nu belangrijk geworden en ook cultuur komt in beeld. Het oude talenlab is langzamerhand vervangen door mediacentra en talenleren per computer. Netwerken kan een van de vele nuttige manieren zijn om talenleren te verbeteren in innovatieve projecten. Een op netwerken gebaseerd systeem om talen te leren is een computernetwerk, waar studenten hun computers met elkaar verbinden in een lokaal (intern) of in een wereld- (extern) netwerk. Traditionele op de computer gebaseerde methodes (CALL) bestonden uit theorielessen, simulaties, spellen, toetsen, enz. Met een netwerk komt de mens-tot-mens communicatie centraal te staan.
2.3.2 Voorbeelden van good practice met Netwerken
In het programma Youth in Action van de Europese Unie is het interculturele aspect van ontmoeting met andere Europese jeugd een centraal punt. In projecten als NGO’s, jongerenclubs en vrijwilligersorganisaties bevat de voorbereidende fase vaak een taalleerelement . In Noorwegen waren bij een recent project “In de voetsporen van de Vikingen” vier landen betrokken: Noorwegen, België, Estland en Turkije. Om goed voorbereid te zijn voor de ontmoeting besloten de Noren zich op het gebied van taal goed voor te bereiden door het gebruik van netwerken want er was geen geld voor taalvoorbereiding. Het opfrissen van mondeling Engels gebeurde door contact op te nemen met een school voor hoger voortgezet onderwijs om te kijken of enkele van hun beste studenten gedurende drie avonden wilden helpen met het verbeteren van hun taalvaardigheden. De school had toevallig een groep Engelse studenten op bezoek vanwege een Comeniusproject, en zo ontstond het idee om de NGO jongeren en de Engelse jongeren drie avonden bij elkaar te brengen voor sociale interactie, waar het talenleren zou plaatsvinden in een informele context. Daarna nam de Noorse NGO contact op met de plaatselijke Turkse Vereniging die Turkse immigranten bijstaat en vroeg hen om hulp. De Turken kwamen met een vroegere docent Engels die nu werkte als schoonmaker in een plaatselijke school. Hij wilde zich wel twee avonden beschikbaar stellen waarbij hij gebruik maakte van CLIL methodes (talenleren gebaseerd op integratie van inhoud en taal) om ze eenvoudige uitdrukkingen te leren die de hun goed van pas zouden komen bij de uitwisseling in Istanboel. Tenslotte besloot de groep nog zich te verdiepen in de overeenkomsten tussen het Duits (Duits sprekend Belgie) en het Noors. Om dit te kunnen doen stuurde de NGO een email Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
27
naar alle mensen die zij kenden en vroeg hun of zij iemand kenden die Duits sprak of uit Duitsland kwam. Toevallig werkte een oom van een van de leden van het Vikingproject met een Duitser die in zijn vrije tijd aan judo deed. Dus werd contact opgenomen met de Duitser en werd hem gevraagd de jongeren zelfverdediging te leren waarbij een mix van Duits en Noors gesproken werd. Na elke bijeenkomst maakten zij een samenvatting van overeenkomende woorden en uitdrukkingen om te laten zien dat Duits gemakkelijk te leren was als tweede of derde vreemde taal. Al deze activiteiten om talen te leren vonden plaats via netwerken, waarbij familie, vrienden en bekenden werden benaderd om iemand te vinden die kon helpen met zijn/ haar moedertaal. Geen van de activiteiten vond plaats in de traditionele omgeving van het klaslokaal. Het hele talenleren was non-formeel of informeel.
2.3.3 Online netwerken voor talenleren
Een voorbeeld van online talennetwerken voor talenleren is Babble.com, wat eigenlijk een website is waar je met de ingebouwde taalherkenningsfunctie je uitspraak kunt testen en oefenen. Het werkt direct van de browser. Je hebt alleen een microfoon nodig en de meest recente Flash-Player. Verder organiseert een slim systeem alle nieuwe woorden die je geleerd hebt. Je krijgt een uitgebreid overzicht van alles wat je bestudeerd hebt en het signaleert wat je probleemwoorden zijn zodat je weet wat je nog moet oefenen. Dit loopt naadloos over naar de Babble Refresh desktop applicatie, die je persoonlijke Woordenlijst gebruikt om te berekenen wat je daarna het best kunt herhalen en hoe vaak. Wow – over nuttig gesproken! Voeg bij dit alles Babble’s sociale netwerkfuncties, o.a. de mogelijkheid aan te haken bij andere gebruikers die geïnteresseerd zijn in het delen en uitwisselen van taalvaardigheden en je hebt een dynamisch Zweeds onderwijsplatform dat de hele basis beslaat.
2.4 Hoe breng je het talenleren in de publiciteit
De huidige literatuur over psychologie en bedrijfsleven staat vol met de term “stakeholder”. Een stakeholder is een actief deelnemer in een organisatie wiens stem gehoord wordt door de gezaghebbenen en die gevolgen heeft in het klaslokaal. Een stakeholder kan ook iemand zijn van buiten de leeromgeving, die bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor onderwijsbeleid. Het belang van relaties met stakeholders speelt een essentiële rol bij elk project, nu en in de toekomst. De reputatie van een project wordt ontleend aan hoe stakeholders denken over het project, de communicatie, het optreden naar buiten. Stakeholders 28
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
zijn de mensen achter de reputatie van de organisatie en vertegenwoordigers van het image van de organisatie. De reputatie van een project of een organisatie is dus om meerdere redenen van essentieel belang; niet in de laatste plaats omdat medewerkers op alle niveaus ambassadeurs van de organisatie zijn. Werknemers kunnen de reputatie van een bedrijf beïnvloeden door positieve of negatieve berichten over te brengen aan anderen, zowel binnen als buiten de organisatie. Dus het is essentieel zich ervan te verzekeren dat de reputatie van een project te allen tijde hooggehouden wordt. De dynamiek van de relatie met stakeholders mag nooit ondermijnd worden. De opbouw van een goede samenwerkingsband met stakeholders moet ingebed zijn in alle communicatiestrategieën. Daardoor kunnen goede relaties opgebouwd en onderhouden worden met stakeholders en lange-termijn- investeerders, wat op zijn beurt weer kan leiden tot groeimogelijkheden en bewustmaking van een project. Ideeën voor een effectieve relatie met stakeholders 1. Ontwikkel een communicatiestrategie voor stakeholders 2. Bepaal een werkwijze voor de uitvoering van strategieën 3. Blijf voortdurend betrokken, werven en feedback geven 4. Verplaats je in de stakeholder en de rol die hij speelt; ken de beschikbare communicatiemiddelen en benoem de berichten die doorgespeeld moeten worden naar de diverse media 5. Onderzoek de middelen om relaties met verschillende stakeholders uit te breiden Als bongenoot zijn stakeholders de beste mond tot mond reclame voor een project of organisatie. Als vijand kunnen ze u en uw ideeën de grond in boren. Voor de groei en bloei van naamsbekendheid is het altijd belangrijk een goede relatie te onderhouden tussen een organisatie en zijn stakeholders. Zorg vanaf het begin van het project voor een goede ondersteuning door stakeholders en houd de belangrijkste stakeholders voortdurend op de hoogte en betrokken bij het project.
2.4.1 Publicity
Er zijn 5 verschillende belangrijke publiciteitsgebieden als het gaat om talenleren: Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
29
Nationale publicaties Lokale publicaties Publicaties m.b.t. talenleren Online publicaties Sociale media Dit is de communicatie die een medewerker tot stand brengt of probeert te krijgen in verband met een gebeurtenis of activiteit. Publiciteit kan bestaan uit een gesprek, een speciale gebeurtenis, diner, demonstratie, tentoonstelling, interview, conferentie, nieuwsbericht, hoofdartikel, of fotoreportage. Het enige wat de lijst beperkt is de fantasie en de ijver van de projectmedewerker. Een nuttige manier om publiciteit te krijgen zou zijn op een zaterdag ergens in het stadscentrum een tafeltje neer te zetten met informatie en de gelegenheid om verschillende manieren van talenleren uit te proberen. Een heel zorgvuldig gepland evenement zoals hierboven beschreven waarbij ook de pers wordt uitgenodigd zou nog twee keer zoveel publiciteit op kunnen leveren. Over het algemeen is het heel nuttig je eigen netwerk te gebruiken via facebook, linkedin en dergelijke om het idee van talenleren te verspreiden onder andere potentiële deelnemers.
2.4.2 Het gebruik van persberichten om publiciteit te krijgen
Persberichten van organisaties, bedrijven en reclamebureaus zijn een essentieel onderdeel van elke krant. Een persbericht over uw activiteiten naar de plaatselijk krant levert meestal wel een artikel over dat onderwerp op. Een van de meest kostenbesparende middelen om uw boodschap naar buiten te brengen is het schrijven van artikelen voor tijdschriften, vakbladen, websites en kranten die door de doelgroep gelezen worden. Ook als u geen echte schrijverskwaliteiten hebt, als u pakkende onderwerpen kunt aanleveren die problemen van lezers oplossen zijn er altijd wel redacteurs die uw ideeen willen publiceren. En het mooiste van dit alles is dat u daarmee tienduizenden lezers GRATIS bereikt. Uw kosten bestaan alleen uit de tijd die u nodig hebt om de artikelen te schrijven. Wat leveren gepubliceerde artikelen u op? U wordt gezien als deskundige op uw gebied. Academici zijn zich hier sterk van bewust, zij staan vaak onder druk van hun eigen mantra “publiceren of creperen”. Bij een talenproject geldt hetzelfde voor de deelnemers van het project en voor 30
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
het begrip talenleren. De waarde van uw deskundigheid hangt af van de mate waarin u bij het publiek bekend bent als deskundige. Een gepubliceerd artikel betekent dat u inderdaad een deskundige bent omdat uw kennis en ideeen het waard zijn gepubliceerd te worden. Ze geven het idee van goedkeuring door derden. Als een tijdschrift of krant bereid is kostbare ruimte te wijden aan uw artikel dan móet het wel belangrijk zijn wat u zegt, nietwaar? Dat is tenminste de conclusie die lezers daar onbewust aan verbinden. Ze zorgen ervoor dat naar u verwezen kan worden. Gepubliceerde artikelen maken van uw clienten de beste verkopers. Zij zullen bijvoorbeeld zeggen: “Ik weet voor jou de perfecte plek om talen te leren. Hier is een artikel dat ze geschreven hebben over talenleren en innovatieve methodes”.
2.4.3 Publiciteit in het bijzonder met betrekking tot talenleren
Er bestaan verschillende ideeen over hoe men de juiste publiciteit kan krijgen voor het talenleren. Nu de sociale media een groot deel van de aandacht van jonge mensen overgenomen hebben van kranten en tijdschriften, kan men het best een Facebook pagina aanmaken over talenleren. De aandacht moet daarbij gericht zijn op onderwerpen die jongeren aanspreken zoals mode, auto’s, artiesten, computeronderwerpen, enz. Naast een Facebook pagina kan een blog geopend worden, ook weer gericht op mogelijkheden en ideeen om talen te leren voor jongeren en jongerenleiders. Ook hier moeten de onderwerpen aantrekkelijk zijn. Als een jongere deze sites ontdekt zal hij/zij ze ‘taggen’ en zijn vrienden erop wijzen, die op hun beurt weer anderen attent maken, en de gebruiksmogelijkheden van deze sites zullen zich in korte tijd aanzienlijk vermeerderen. De meeste jongerenclub en niet-gouvernementele organisaties voor sport en cultuur hebben zelf ook een website, blog od Facebook pagina. Deze organisaties zouden informatie over cursussen en activiteiten op hun sites kunnen plaatsen of links kunnen opnemen naar de betreffende pagina’s waar jongeren informatie kunen krijgen. Omdat digitale media de voorkeur hebben kan men ook een humoristische podcast of mini videofilm maken over de initiatieven voor informeel talenleren. Die kunnen op You Tube of de schoolsite geplaatst worden en zo voor verdere verspreiding zorgen. Binnen de EU kan het programma- initiatief Youth in Action gebruikt worden om een project op te zetten waarbij een groot aantal Europese jongeren uitgenodigd wordt voor een talenbeurs waar activiteiten en talenleren hand in hand gaan. Die kunnen ook speciaal gericht zijn op verschillende voor jongeren interessante onderwerpen of Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
31
op één thema dat van tevoren als hoofdthema vastgesteld wordt. Dit soort initiatieven waarbij veel jongeren uit verschillende landen bij elkaar komen krijgt vaak publiciteit in de plaatselijke kranten. Het resulaat ervan is gratis publiciteit en heel veel aandacht voor informeel talenleren.
2.4.4 Een blog maken over talenleren
Zet een blog op en voeg regelmatig nieuwe berichten toe, minstens tweemaal per week. Neem uzelf voor andere bloggers toe te voegen aan de lijst van mensen die u op de hoogte houdt van uw activiteiten. Sommigen hebben bazen die niet geïnteresseerd zijn in bloggers of wat ze schrijven. Het enige waarin uw baas is geïnteresseerd is vermelding op de voorpagina van het plaatselijke dagblad. Het wordt tijd om uw baas op te voeden. Vermelding in de media is geweldig als het lukt. Maar niet iedereen die wat wil weten over uw talenproject, cursus of ideen voor talenleren leest de krant, tenminste niet de papieren versies. Wat TV publiciteit betreft, zelfs als je 15 minuten uitzendtijd krijgt op de regionale nieuwszender of bij welk ander programma dan ook, is het alleen de publiciteit van dat moment, morgen is het weer voorbij. Bloggers daarentegen hebben de gelegenheid nieuws over u snel te verspreiden. En wat zij zeggen blijft maanden en zelfs jaren online staan, totdat het gevonden wordt door mensen die op zoek zijn naar informatie over een onderwerp dat te maken heeft met jouw activiteit.
2.4.5 Waarom blogs zo sterk zijn voor publiciteit
De redenen waarom het publiceren via invloedrijke bloggers je veel meer publiciteit kan geven dan traditionele media: Bloggers schrijven gewoonlijk over specifieke onderwerpen. Dus als je een evenement voor talenleren opzet kun je het doorspelen naar bloggers die bloggen over onderwijs en dit onderwerp. Je boodschap als een laserstraal rechtstreeks op het doel richten bespaart je veel tijd. Anders dan websites worden blogs heel regelmatig bijgewerkt. Daarom zijn blogs ook populair bij de zoekmachines en staan ze vaak hoog in de lijst van zoekresultaten die je ziet als je naar een bepaald onderwerp zoekt. Dit heet de organische zoeklijst. Vier van de tien journalisten zeggen dat ze blogs lezen voor verhaalideeën of onderzoek voor hun artikelen. Veel journalisten starten zelfs hun eigen blog. Anders dan journalisten linken bloggers vaak door naar bijdrages van andere bloggers. Dus als één invloedrijke blogger over uw idee schrijft, kunnen andere bloggers er naar doorlinken, en op die manier ontstaat een steeds verdergaande publiciteit en bereikje publiek waarvan je niet eens wist dat het bestond. 32
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
2.4.6 Waar begin je met je blog onderzoek
Als je zover bent dat je je evenement wilt publiceren kun je beginnen met het zoeken naar geschikte bloggers via Technorati, een zoekmachine voor blogs, of gewoon Google. Je typt gewoon een onderwerp in de zoekbalk, drukt op Enter, en Technorat/Google komt met een lijst van blogs die informatie bevatten over dat onderwerp. Als je eenmaal een blog hebt gevonden die geschikt lijkt te zijn voor jouw bericht moet je enige tijd besteden aan het lezen ervan zodat je een goede indruk krijgt van waar de blogger zoal over schrijft. Let in het bijzonder op of de blogger ook reageert op mensen die hem een email gestuurd hebben om hem over iets te informeren. Dat is een goede indicatie of de blogger openstaat voor andere inzendingen. Een van de beste manieren om de aandacht van een blogger te krijgen voordat je zelf een bericht instuurt is een reactie te schrijven op een onderwerp waarover op de blog gediscussieerd wordt. Waarom? Omdat je wilt dat de blogger je naam herkent als hij je bijdrage ontvangt.
2.4.7 Voorbeeld van een bloglijst
http://oedb.org/library/features/top-100-education-blogs
2.5 De opzet van de beoordeling en het volgen van leerrsultaten
Samenvatting: het hoofdstuk geeft enkele suggesties voor de beoordeling van het leren van vreemde talen in een nonformele en informele leeromgeving. Uitgangspunt is dat beoordeling belangrijk is om de “toegevoegde waarde” van het zelfstandig leren aan te geven, en dat zelfbeoordeling bepaalde aspecten kan bevatten die de traditionele toetstechnieken doorgaans, of altijd, weglaten. Om betrokkenheid bij het talenleren te bevorderen is het belangrijk om studenten te stimuleren om spontaan de taal te gebruiken als zij ideeen, gevoelens en meningen communiceren informele buiten-de klas ervaringen met talenleren te benoemen Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
33
studenten te vragen hun vorderingen te evalueren in termen van verbetering van hun functionele vaardigheid. De motivatie van een student om een taal te leren neemt toe als ze het verband zien tussen wat ze in de klas doen en wat ze in de toekomst met de taal hopen te doen. Hun aandacht neemt toe als de activiteiten in de klas aansluiten bij hun andere interesses. Een goede manier om taallessen relevant en interessant te maken voor studenten is na te gaan welke vakken of onderwerpen zij bestuderen, of waarin ze geïnteresseerd zijn, en daar lees- en spreekmateriaal bij te zoeken, daarbij hoeven teksten en gesprekken niet altijd over serieuze problemen of academische onderwerpen te gaan. Studenten vinden het leuk om te praten over films en tv programma’s, vakantieplannen, beroemde mensen en andere populaire culturele onderwerpen. Als de interesse van de studenten afneemt is het beter een onderwerp te laten vallen en hun te vragen voorstellen te doen voor andere onderwerpen. Wanneer studenten weten dat ze invloed kunnen hebben op wat ze doen in de klas, nemen ze dat als betrokken leerders op zich. Studenten die een taal leren beschikken over twee soorten kennis die ze daarbij kunnen gebruiken: De kennis van hun moedertaal De kennis van leerstrategieën, de mechanismes die ze gebruiken, bewust of onbewust, om de nieuwe stof op te kunnen nemen. Voor een deel verschillen studenten als talenleerders van elkaar vanwege hun leervermogen, motivatie en inspanning, maar een belangrijk verschil ligt in hun kennis over en vaardigheid in het gebruik van “leertechnieken”, d.w.z. leerstrategieën. Verschillende onderzoeken tonen de rol van leerstrategieën voor effectief talenleren aan:
Goede leerders kunnen de beste strategie voor een bepaalde taak benoemen, zwakke leerders hebben moeite met het kiezen van de beste strategie voor een bepaalde opdracht; Goede leerders zijn flexibel in hun aanpak en stappen over op een andere strategie als de eerste niet werkt; zwakke leerders zijn beperkt in hun strategieën en houden vast aan de eerste strategie ook als die niet werkt; Goede leerders hebben vertrouwen in hun leervermogen; zwakke leerders hebben dat vertrouwen niet. Goede leerders gaan ervan uit dat ze slagen, voldoen aan die verwachting, en raken nog meer gemotiveerd; zwakke leerders verwachten slechte resultaten van zichzelf, voldoen aan die verwachting en verliezen hun motivatie. 34
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Het leren communiceren in een andere taal kost veel tijd. Het is waarschijnlijk een van de meest uitdagende taken die studenten op zich nemen en ze kunnen gemakkelijk ontmoedigd raken en er genoeg van krijgen. Om gemotiveerde leerders te worden moeten studenten begrijpen dat een taal leren niet hetzelfde is als over een taal leren. Als studenten de taal zien als één van de vele schoolvakken, leren ze misschien wel heel veel over de woordenschat, grammatica en zins- en gespreksstructuur, maar de taal wordt geen echt communicatiemiddel en zal hen niet erg bezighouden. Studenten moeten begrijpen dat een taal leren betekent dat ze die taal kunnen gebruiken om te verstaan, communiceren en denken zoals ze dat in hun eerste taal doen. Studenten moeten ook begrijpen dat talenleren gebeurt in fases. Receptieve vaardigheden (luisteren, lezen) ontwikkelen zich veel sneller dan productieve vaardigheden (spreken, schrijven), en de vaardigheid die studenten het liefst willen beheersen – de tweede taal vloeiend spreken – heeft het meeste tijd nodig om te groeien. Alle taalleerders moeten zich door een reeks van “tussen” versies heen werken , de zogenaamde tussentalen (ILs), waarvan elke versie staat voor een bepaald niveau van de doeltaal. Kennis van de kenmerken van de “tussentalen” kan docenten en leerders helpen het proces van het talenleren beter te begrijpen en te volgen. Docenten kunnen studenten op verschillende manieren helpen het proces van de ontwikkeling van taalvaardigheden te begrijpen Richt je op tussentaal als een natuurlijk onderdeel van talenleren; herinner hen eraan dat ze hun eerste taal zo geleerd hebben. Wijs erop dat het systmatische karakter van tussentalen de studenten kan helpen te begrijpen waarom ze fouten maken. Ze kunnen vaak voorspellen wanneer ze fouten gaan maken en wat voor fouten ze zullen maken. Blijf in de klas het doel van communicatie voor ogen houden, niet het corrigeren van fouten. Gebruik openlijke correctie alleen bij gestructureerde opdrachten. Leer je studenten dat je van je fouten kunt leren. Als ze door hun fouten niet goed kunnen communiceren, moeten ze strategieën ontwikkelen om misverstanden die daardoor ontstaan recht te zetten. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
35
Als we steeds voor ogen houden dat fouten een natuurlijk onderdeel zijn van het leren creeren we een ondersteunende leeromgeving waar studenten bereid zijn te proberen de taal te gebruiken ook als ze die nog niet zo goed beheersen. Hoewel onder taaldoenten de belangstelling voor zelfstandig leren momenteel snel toeneemt is er nog weinig aandacht besteed aan de beoordeling ervan. De discussies over zelfstandig leren zijn duidelijk filosofisch en ideologisch van aard; men vindt het vanzelfsprekend dat zelfstandig leren “iets goeds” is, het bevrijdt de leerders van de tirannie van de docent in het klaslokaal. Er zijn nog maar weinig studies over de invloed van programma’s voor zelfstandig leen over een langere periode. Het ontbreken van een beoordeling van de vooruitgang bij zelfstandig leren is niet moeilijk te verklaren. Op de eerste plaats blijven leerders met zo’n programma doorgaans toch nog wel contact houden met docenten of met een of andere vorm van klassikaal onderwijs. Veeleer wordt het centrum voor zelfstandig leren ( of “open leercentrum) meer gebruikt om het aantal docent-contacturen te verminderen. Dit is eerder een verschuiving in de programmastructuur dan een radicale verandering. Het is daarom moeilijk vast te stellen hoeveel van het geleerde kan worden toegeschreven aan zelfstandige studie en hoeveel aan de lessen met de docent. Het is moeilijk instrumenten te ontwikkelen die kleine stappen in de vooruitgang kunnen meten, en als we het al moelijk vinden de vooruitgang in taal te meten over een korte periode is het nog moeilijker te benoemen waardoor eventuele meetbare vooruitgang tot stand kwam. Een volgend probleem hierbij is de vraag of het geleerde moet worden beoordeeld als een product: wat de leerder kan aan het eind van een leerprogramma, of dat leren gezien moet worden als een proces: hoe de leerder de opdrachten binnen een zelfstandigleerprogramma aanpakt. Kijken naar het proces kan bestaan uit een evaluatie van het verschil tussen het begin- en eindpunt, maar kan ook gewoon een beoordeling zijn van inspanning, ijver en groei in het vermogen om zelfstandig te leren. Als we van het laatste uitgaan is elke beoordeling anders dan de kwalitatieve en subjectieve mening van de onderwijsassistent overbodig. Maar dat zou alleen opgaan voor programma’s die niet met een diploma afgesloten worden. Beoordeling is echter ook nodig om de “toegevoegde waarde” die zelfstandig leren zou 36
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
opleveren te kunnen uitdrukken. Maken leerders (meer) vooruitgang als ze kunnen beschikken over een openleercentrum? Pas als deze vraag beantwoord kan worden kunnen we de vraag van de “toegevoegde waarde” oppakken en onderzoeken wat we zinvol kunnen beoordelen in een programma voor zelfstandig talenleren met een diploma-afsluiting. Studenten actief betrekken bij hun eigen leren en gericht zijn op hoe we studenten kunnen leren meer zelfstandige leerders te worden is een zeer belangrijk onderwijsdoel in de meeste Europese landen. Met het ERK wilde de Raad van Europa voor het talenleren, onderwijzen en beoordelen de diversiteit en de kenmerken van het talenleren in Europa benoemen en beschrijven. Met een verwachte toename van de mobiliteit van werknemers onderkende zij de noodzaak voor talenleerders om communicatieve taalvaardigheden te verwerven; dat betekent in staat zijn geschreven en gesproken taal in voldoende mate te begrijpen en te gebruiken. Deze vaardigheden omvatten niet alleen formele taaldoelen zoals verbeterde uitspraak, grotere woordenschat e.d. maar ook sociale en culturele taalvaardigheden en het vermogen om verschillende compenserende communicatieve strategieën (zoals parafraseren) te gebruiken als taalmiddelen ontoereikend zijn. Formele of traditionele taaltoetsen worden zelden gebruikt als het enige instrument bij plaatsing, diagnose en het meten van buiten de onderwijsinstellingen behaalde resultaten. In plaats daarvan wordt de beoordeling van taal steeds authentieker en directer waarbij studenten opdrachten moeten uitvoeren die ze normaal ook zouden moeten doen, bijvoobeeld alledaagse communicatieve activiteiten op de werkvloer: je mening uiten, informatie geven, vragen stellen en beantwoorden, betekenis afleiden bij lezen en luisteren, verslagen schrijven enz. In deze situaties vindt voortdurend beoordeling plaats en deze is instructief, zowel formatief als summatief, meer procesgericht dan productgericht. Of, met de woorden van Gipps28, “Beoordeling wordt onderdeel van het leerproces en een manier om het te ondersteunen.” Zoals elk ander leerproces kan het talenleren alleen plaatsvinden als de ervaring van de leerder hierbij betrokken en benadrukt wordt. Elke ervaring is in feite een kans om te leren, maar het leidt niet zonder meer tot leren als er geen actieve betrokkenheid van de student zelf uitgaat. Elke leerder heeft in zijn of haar actuele ontwikkelingsfase een innerlijk bewustzijn van wat hij of zij al weet en kan. Nog niet verworven vaardigheden blijven “op afstand” voor de leerder, ofwel omdat ze voor de leerder misschien niet relevant lijken ofwel omdat de ervaring onbekend is. Leren vindt plaats op het raakvlak van bekende en onbekende kennis. Zelfbeoordeling helpt de student in belangrijke 28 GIPPS C.V., Beyond Testing: Towards a Theory of Educational Assessment, The Falmer Press, 1994; zie ook HAMBLIN A.C.,
Evaluation and control of training, McGraw-Hill, London, 1974. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
37
mate om de betekenis van de nieuwe ervaring te ontdekken en om een optimaal prestatieniveau te bereiken. Misverstanden die bijvoorbeeld het gevolg zijn van een of andere taalfout – formeel, cultureel of sociaal – leiden hopelijk tot een sterkere motivatie om te leren dezelfde fout in de toekomst te voorkomen. Bij het inleveren van een opdracht of na een examen vragen de meeste studenten zich af of ze geslaagd zijn met betrekking tot wat ze denken dat er van hen gevraagd is, maar zelfbeoordeling (of zelfevaluatie) is in dit verband systematischer. Het is zowel een proces als een activiteit. Het is het vermogen een realistische beoordelaar te zijn van de eigen prestatie en het eigen leerproces te volgen en te controleren. Zo’n zelf-volgsysteem is een voorbeeld van het psychologische proces van metacognitie; het bewustzijn van het eigen leren en het vermogen erop te reflecteren. Het vertegenwoordigt de kennis die de leerder heeft over zijn of haar eigen gedachten en de factoren die van invloed zijn op zijn of haar denken en begrijpen. Het gebruik van zelfbeoordelingsoefeningen in de klas helpt deze vaardigheden te ontwikkelen en de eigen verantwoordelijkheid van de leerder te bevorderen. Het stimuleert leerders om zelf de leiding te nemen in hun leerproces, om autonome leerders te worden in plaats van afhankelijk te zijn van het oordeel van hun docenten of andere leerders en extrinsieke motivatie in de vorm van cijfers of complimenten. In plaats van algemene cursusdoelen aan te bieden moet de docent studenten helpen zelf leerstof en leersituaties te zoeken op precies het goede niveau om zich verder te kunnen ontwikkelen. De ervaring mag niet helemaal voorspelbaar zijn. Het moet voor leerders op een bepaalde manier een uitdaging zijn t.o.v. eerdere ervaringen waardoor ze zichzelf opnieuw kunnen beoordelen. Door studenten te vragen hun eigen leren te beoordelen bevordert de docent hun zelfstandigheid door ze te leren zich bewust te worden van hun eigen leerprocessen. Dit helpt de studenten zich de vereiste criteria voor voldoende prestaties eigen te maken zowel wat betreft de leerstof als de praktijksituaties en leidt tot een meer realistische kijk op hun werkelijke vaardigheden. Als een student zich bewust is van bepaalde taalstructuren of sociale gebruiksregels bijvoorbeeld zal hij of zij deze kenmerken eerder herkennen in de taal waarin hij aangesproken wordt en ze daardoor gemakkelijker leren. Onderzoek heeft aangetoond dat een belangrijk verschil tussen effectieve en minder effectieve leerders het vermogen tot zelfcorrectie is en het is daarom een belangrijke factor bij het talenleren. Het proces van het leren leren, inclusief het stellen van doelen en zelfbeoordeling, geeft leerders de mogelijkheid zelf verantwoordelijkheid te nemen voor en beslissingen te nemen over hun eigen leren als het gaat om wat goed is, wat verbeterd moet worden en waar zij zich daarna op moeten richten. Studenten met verschillende leerstijlen zijn in het voordeel, omdat zij zich bewust worden van hoe ze het best leren. Op 38
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
deze manier worden zelfkennis en zelfvertrouwen vergroot omdat studenten leren metacognitieve strategieën toe te passen om hun vaardigheden om talen te leren te verbeteren. Door dit proces kunnen studenten partners worden van hun docent bij het nemen van beslissingen die hun eigen leren sturen en stimuleren. “Toegang tot metacognitieve processen kan voor leerlingen ontstaan uit een proces van begeleide of gezamenlijke zelfbeoordeling, waarin de leerling zich bewust wordt van zijn of haar eigen leerstrategieën en –effectiviteit. Er zijn nog veel andere methodes waarmee de cognitieve ontwikkeling en het leerproces van de studenten ontwikkeld kunnen worden. Er zijn bijvoorbeeld andere vormen van beoordelingen door de docent zoals gesprekken waarbij de docent en de student samen het leerproces bespreken aan de hand van een werkstuk, en portfolio’s waarbij het hele werk van de student onderwerp is van leren en beoordelen. Daarnaast worden andere studenten en groepsgenoten bij beoordelingen betrokken om te reflecteren en te oordelen over de prestaties en het werk van de student. Alle vormen van beoordeling zijn belangrijk maar als men werkt met verschillende projecten voor talenleren, zoals taakgericht leren en probleemgericht leren (PBL) die buiten de “traditionele” klassikale methodes vallen, kan de traditionele beoordeling in de vorm van door de docent gemaakte toetsen en examens maar een onderdeel zijn van het totale leer- en beoordelingsproces. De filosofie van het probleemgerichte onderwijs is de student te helpen zich te richten op de functie van zijn of haar eigen werk, de oorzaken van gemaakte fouten en naar aanleiding daarvan op specifieke, nieuwe leerdoelen. Onderzoek toont aan dat leerders die het beginniveau voorbij zijn hun eigen leren even nauwkeurig kunnen beoordelen als met andere beoordelingsmethodes. Hoewel zelfbeoordeling subjectief is, kan het ook bepaalde gebieden bestrijken die traditionele toetstechnieken gewoonlijk, of altijd, buiten beschouwing laten (om heel begrijpelijke redenen). Een voorbeeld daarvan is het vemogen te functioneren in taalsituaties uit het werkelijke leven. Enkele aspecten echter die van invloed kunnen zijn op het vermogen van de student om zijn eigen talenleren te evalueren, zijn hun interpretatie van wat geëvalueerd moet worden, hun achtergrond en ervaring met talenleren en hun gevoel van eigenwaarde. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
39
Taakgericht leren en probleemgericht leren is afhankelijk van de mate waarin de student zijn verantwoordelijkheid neemt en actief betrokken is bij het leerproces. Het lijkt onmogelijk voor de studenten op deze manier te werken zonder een bepaalde vaardigheid verworven te hebben in autonome en voortdurende evaluatie van hun eigen resultaten. Bij het werken met het probleemgericht leermodel of het taakgericht leren is het natuurlijk heel belangrijk dat de evaluatie van het eindproduct pas aan het einde van het leerproces plaatsvindt. Regelmatige zelfbeoordelingsoefeningen d.m.v. vragenlijsten of besprekingen tijdens de projectperiode moeten daarentegen de studenten beter bewust maken van wat zij aan het doen zijn en hoe het gaat. Een groeiend bewustzijn van hun handelwijze en de effecten daarvan zal hun vaardigheid en zelfvertrouwen als student vergroten. Tijdens het proces moeten positieve en negatieve oordelen vermeden worden ten gunste van een dialoog tussen docent en studenten. Door algemene beoordelingen van docenten worden studenten eerder afhankelijk van de mening van hun docenten en hechten ze te veel waarde aan extrinsieke beoordeling van hun werk. Een gesprek waarbij specifieke informatie wordt gegeven of een specifiek leerdoel wordt uitgelicht zal daarentegen de vaardigheid en de intrinsieke leermotivatie van de student versterken. Eenmaal autonoom kan de student bij alle feedback bepalen of hij die nuttig vindt of juist niet van toepassing voor zijn of haar leerproces. Opdrachten voor zelfbeoordeling moeten gericht zijn op de aspecten die de kern vormen van het totaal aan gewenste leerresultaten, bijvoorbeeld de specifieke doelen en doelstellingen van de taalcursus of de specifieke opdracht of het PBL ‘probleem’ waaraan gewerkt wordt. Die moeten niet alleen aan het eind van de cursus aan de student gegeven worden maar ook aan het begin, en daarna voortdurend tijdens de gehele cursus, om zelfreflectie tot een gewoonte te maken en om de studenten te helpen een bewustzijn te ontwikkelen van de doelen die gesteld zijn en ook van hun eigen vorderingen op weg naar deze doelen. Andere vormen van voortdurende oefening in de leeromgeving om zelfreflectie te bevorderen voor zowel docenten als studenten zijn dagboeken, leerdagboeken en logboeken waarin reflecties over het lesgeven en leren worden opgenomen, portfoliowerk en besprekingen. Meer introspectief materiaal ter bevordering van het vermogen van de leerder een inschatting te maken van wat hij of zij begrijpt van zijn eigen talenleren zijn vragenlijsten over verschillende taalstrategieën die gebruikt worden door individuele personen en/of in de groep. Een kenmerk van elke leeractiviteit die de zelfreflectie van een student moet bevorderen is dat leerders voelen dat ze bezig zijn aan een opdracht die gericht is op leren en die zo ontworpen is dat hij duidelijk ruimte laat voor eigen keuzes. Regelmatige vragen 40
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
voor zelfevaluatie als onderdeel van een traditionele door de docent gemaakte toets en een bewuste gerichtheid op zelf leren en anderen leren in individueel projectwerk kan een begin zijn. Het stellen van doelen is een ideale strategie om studenten te begeleiden bij het leren kennen van hun sterke kanten, hun behoefte aan instructie en de weg die hun leren moet volgen. Om doelstelling en prestatie te bevorderen moeten studenten eerst leren hun werk kritisch te bekijken, het te beoordelen volgens een beoordelingsmodel wat ze begrijpen en wat ze misschien zelfs mee hebben ontwikkeld. Als ze dit eenmaal begrijpen kunnen ze beslissen welke aspecten van hun werk verbeterd moeten worden en hun eigen leren te bepalen. Bij het plannen van zelfsturend leren is het belangrijk ervoor te zorgen dat de leerder zich altijd bewust is van zijn of haar kennis en/of taalcapaciteiten, de leerder te helpen zich realistische doelen te stellen die de moeite waard zijn, geschikte leerstof te zoeken en gebruik te maken van oefeningen voor zelfbeoordeling. Zelfbeoordeling kan bijdragen tot: Gedeelde beoordelingsverantwoordelijkheid en meer actieve betrokkenheid van de student, De sterkere bereidheid van leerders om de doeltaal te gebruiken Een hoger niveau van bewustzijn voor talenleren en een diepere intrinsiek gemotiveerde benadering van het leren Betere beschrijving van doelen voor doceren en leren En door reflectieve oefeningen meer nadruk op de autonomie van de student en een sterker vermogen om te leren hoe je talen moet leren. Als de succesvolle taalleerder iemand is die kan slagen voor toetsen en goede cijfers kan halen hoeft hij alleen maar te leren over de taal en succes wordt bepaald in termen van beheersing van regels en vormen. Als de succesvolle taalleerder iemand is die de taal kan gebruiken om zijn communicatiedoelen te bereiken wordt succes bepaald in termen van het eigen maken van de taal. Om ervoor te zorgen dat studenten de hierboven genoemde manier van evaluatie begrijpen is kun je de studenten ermee laten oefenen. De docent deelt een voorbeeld van een schrijf- of spreekopdracht uit. Met de groep bepalen de studenten wat Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
41
beoordeeld moet worden en wat de criteria moeten zijn voor een geslaagd resultaat van de communicatieopdracht. Dan geeft de docent de studenten een voorbeeld van een uitgevoerde opdracht. Studenten beoordelen de opdracht aan de hand van de criteria die ze hebben ontwikkeld, en ze bepalen hoe ze duidelijke feedback kunnen geven aan de denkbeeldige student. Voor effectieve evaluatie door medestudenten moet de leeromgeving ondersteuning bieden. Studenten moeten zich op hun gemak voelen en elkaar vertrouwen om eerlijke en opbouwende feedback te kunnen geven. Docenten die vaak gebruik maken van groepswerk en beoordeling door medestudenten kunnen studenten helpen vertrouwen op te bouwen door ze aan het begin van het semester in kleine groepen te verdelen en ze de hele periode lang in dezelfde groepen te laten werken. Hierdoor raken ze meer vertrouwd met elkaar en dit leidt tot betere feedback voor elkaar. Studenten kunnen betere taalleerders worden als ze zich actief bezighouden met de vraag wat ze leren en hoe ze dat leren. Bij dit soort reflectie trekken studenten zich even terug uit het leerproces om na te denken over hun taalleerstrategieen en hun vooruitgang als taalleerder. Zo’n zelfbeoordeling stimuleert studenten zelfstandige leerders te worden en kan hun motivatie versterken. Succesvol gebruik van zelfbeoordeling door studenten hangt af van drie sleutelelementen: Het stellen van doelen Begeleid oefenen met beoordelingsinstrumenten Portfolio’s Het stellen van doelen is essentieel omdat studenten hun vooruitgang duidelijker kunnen evalueren als ze doelen hebben geformuleerd waaraan ze hun prestaties kunnen meten. Bovendien neemt hun motivatie om te leren toe als ze zelfgedefinieerde en daarmee relevante leerdoelen hebben. Studenten leren niet uit zichzelf hun leren te volgen of te beoordelen; ze moeten 42
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
strategieën aangeleerd krijgen voor het volgen en beoordelen van hun eigen vooruitgang. Technieken voor het aanleren van deze strategieën zijn gelijk aan het aanleren van leerstrategieën. De docent doet de techniek voor (bijvoorbeeld het gebruik van een checklist of rubriek); dan proberen de studenten de techniek zelf; tenslotte bespreken de studenten of en hoe goed de techniek werkte en wat ze de volgende keer anders moeten doen. Naast checklists en rubrieken voor specifieke communicatieopdrachten kunnen studenten ook bredere beoordelingstechnieken gebruiken om te reflecteren op onderwerpen die ze bestudeerd hebben, vaardigheden die ze geleerd hebben, hun studiegewoontes, en het besef van hun algemene sterke en zwakke kanten. Studenten kunnen hun zelfbeoordeling delen met een medestudent of in een kleine groep, met instructies dat ze hun mening moeten vergelijken met andere criteria zoals toetsscores, docent-evaluaties, en de mening van medestudenten. Dit soort oefeningen maakt studenten bewust van hun eigen leren. Ook geven ze de docent informatie over hoe de studenten denken over hun eigen vooruitgang en feedback over de inhoud van de cursus en de instructie. Portfolio’s zijn nuttige, georganiseerde, systematische verzamelingen van het werk van studenten die het verhaal vertellen van de inspanningen van de student, zijn vooruitgang en zijn prestaties op bepaalde gebieden. De student neemt zelf deel aan de selectie van de portfolio-inhoud, de ontwikkeling van richtlijnen voor selectie en het benoemen van criteria voor de beoordeling. Portfoliobeoordeling is een gezamenlijk proces van docent en student. Portfoliobeoordeling legt de nadruk op de evaluatie van de vooruitgang, de processen en de prestaties van de student in de loop van de tijd. Een portfolio moet allerlei opdrachten bevatten die leiden tot zowel spontane als geplande taaluitingen voor allerlei doelen en verschillend publiek, waarbij rubrieken gebruikt worden bij de beoordeling van prestaties, waarin reflectie op het leren te zien is, inclusief doelstellingen, zelfbeoordelingen en beoordelingen van medestudenten. De alternatieve beoordelingsmethode maakt gebruik van activiteiten die laten zien wat studenten kunnen met taal, waarbij de nadruk ligt op hun sterke in plaats van op hun zwakke kanten. Alternatieve beoordelingstechnieken zijn niet alleen anders ontworpen en opgebouwd dan traditionele toetsen, maar worden ook anders gewaardeerd en becijferd. Omdat alternatieve beoordeling is gebaseerd op de uitvoering helpt het docenten te benadrukken dat zinvolle communicatie bet belangrijkste doel is van talenleren. Alternatieve beoordelingsmethodes werken goed in een omgeving waar de leerder centraal staat, omdat ze gebaseerd zijn op het idee dat studenten hun eigen leren kunnen evalueren en van het evaluatieproces kunnen leren. Deze methodes geven Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
43
leerders de kans te reflecteren op zowel hun taalontwikkeling als hun leerprocessen (waar leren ze van en waar zouden ze beter van kunnen leren). Alternatieve beoordeling geeft docenten zo de gelegenheid om beoordeling te verbinden met een bespreking van de leerstrategieën. De belangrijkste kenmerken van alternatieve beoordeling zijn: De beoordeling is gebaseerd op authentieke opdrachten waarmee de leerder kan aantonen dat hij de communicatieve doelen behaald heeft Docent en leerders richten zich op communicatie, niet op goede en foute antwoorden Leerders helpen met het opstellen van de criteria voor een succesvolle afronding van communicatieopdrachten Leerders hebben de mogelijkheid zichzelf en hun medestudenten te beoordelen. Voor een succesvol gebruik van alternatieve beoordeling zijn uitvoeringsopdrachten nodig waarmee de student kan laten zien wat hij echt kan met de taal. Gelukkig zijn veel activiteiten die plaatshebben in een communicatieve omgeving geschikt voor dit soort beoordelingen. Deze activiteiten bootsen de uitdagingen na die de leerder tegenkomt in de communicatie buiten de leeromgeving en geven ook ruimte voor dergelijke oplossingen. 44
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
De volgende criteria omschrijven belangrijke authentieke beoordelingsactiviteiten: Ze zijn opgebouwd rond een onderwerp of probleem wat voor de studenten interessant is Ze bootsen communicatiecontexten en -situaties uit het echte leven na Ze bevatten gefaseerde opdrachten en echte problemen die meer een creatief gebruik van de taal vereisen dan simpele herhaling. Ze eisen van leerders dat zij bij de uitvoering een kwaliteitsproduct leveren De evaluatiecriteria en -regels zijn bij de student bekend Er is interactie tussen de beoordelaar (docent, medestudenten, student zelf ) en de beoordeelde persoon Ze laten ruimte voor zelfevaluatie en zelfcorrectie tijdens het leerproces Bij alternatieve beoordeling wordt van studenten verwacht dat ze actief deelnemen bij de evaluatie van zichzelf en van elkaar. Leerders die gewend zijn aan traditionele klaslokalen met de docent op de centrale plek hebben nog nooit de verantwoordelijkheid voor de beoordeling hoeven nemen en hebben misschien tijd nodig om aan deze nieuwe rol te wennen. Docenten moeten studenten voorbereiden op het gebruik van alternatieve beoordeling en de tijd nemen om ze te leren hoe ze het moeten gebruiken, zodat alternatieve beoordeling een effectieve bijdrage wordt aan het leerproces. Voer alternatieve beoordeling geleidelijk in terwijl de meer traditionele beoordelingsmanieren nog gebruikt worden. Begin met zelf checklists en rubrieken te gebruiken; stap langzamerhand over op zelfbeoordeling en beoordeling door medestudenten Creëer een ondersteunende omgeving in het klaslokaal waar studenten zich op hun gemak voelen; leg de redenen voor alternatieve beoordeling uit Betrek studenten in een gesprek over beoordeling. Vraag hoe zij denken over de waarde en de beperkingen van traditionele beoordelingsvormen en help ze in te zien hoe alternatieve beoordeling de evaluatie van wat leerders kunnen doen met taal kan verbeteren. Begeleid studenten in hoe ze moeten reflecteren op hun eigen prestaties en die van anderen en hoe ze die moeten evalueren (zie specificaties in de paragrafen over beoordeling door medestudenten en zelfbeoordeling)
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
45
Uiteindelijk zullen taaldocenten door de toenemende vraag naar gebruik van zinvolle (authentieke) beoordelingen waarbij taalstudenten zelf betrokken worden bij selectie en reflectie op hun leren een groter aanbod van materiaal ter beschikking hebben waarmee ze kunnen beoordelen of studenten competente, doelbewuste taalgebruikers worden. Het betekent ook dat taalprogramma’s meer tegemoet zullen komen aan de verschillende leerstijlen van studenten en de diversiteit daarvan respecteren. Tenslotte zullen taalprogramma’s die zich richten op alternatieve beoordeling de student waarschijnlijk levenslange vaardigheden voor kritisch denken opleveren die een basis leggen voor het leren in de toekomst en hen in staat stellen te evalueren wat ze zowel binnen als buiten de taallessen leren.
46
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
3. Leerders motiveren Motivatie is de kern van succesvol talenleren en veel Europeanen zijn al gemotiveerd door de vele persoonlijke en beroepsmatige voordelen die de kennis van een andere taal oplevert. Maar het is belangrijk ook te begrijpen waarom veel anderen niet voortdurend met talenleren bezig zijn. Misschien beschouwen ze talenleren als niet belangrijk voor hun leven, te intellectueel, te tijdrovend, te saai, of misschien zijn ze teleurgesteld door vroegere schoolervaringen. Wat de reden ook is, er zijn fantasierijke oplossingen nodig om hun tegenzin voor het leren te overwinnen. Door het proces zinvol en plezierig te maken hopen we dat mensen hun persoonlijk belang bij het leren van een nieuwe taal gaan inzien. Wat kunnen vreemdetalendocenten doen om hun studenten te motiveren? In een tijd waarin veel studenten het leren van een tweede taal (T2) zo snel mogelijk laten vallen en zich zelfs passief of actief verzetten tegen pogingen van docenten om hen te betrekken bij T2 activiteiten, is het te hopen dat motivatietheorieën T2 docenten zullen helpen hun studenten te stimuleren. Over het algemeen proberen motivatie theorieën te verklaren waarom en hoe personen de verschillende activiteiten kiezen, uitvoeren en voortzetten, maar ze zijn uiteindelijk ook bedoeld om inzicht te verschaffen aan hen die zich voor hun werk bezighouden met het motiveren van anderen. Docenten zijn zelfs meer geïnteresseerd in hoe ze het gebrek aan leermotivatie van studenten kunnen oplossen dan in verklaringen waarom er zoveel verschillende niveaus in taalbeheersing zijn (waar onderzoek zich voornamelijk mee bezighoudt). Docenten zijn met name heel hard op zoek naar manieren om bij studenten de kwantiteit en de kwaliteit van de betrokkenheid bij hun leeractiviteiten te verhogen; immers door actieve deelname in de klas kan iedereen efficiënter leren en wordt het leven in de klas een stuk plezieriger. Bevordering van betrokkenheid bij de activiteiten in de klas is met name belangrijk in de context van het leren van een vreemde taal (in tegenstelling tot de context van het leren van een tweede taal) omdat communicatie in de T2 zelden buiten het klaslokaal voorkomt. Toch vormen een lage leermotivatie voor T2 in het voortgezet onderwijs en daarmee weinig betrokkenheid bij de activiteiten in de klas een belangrijk probleem, dat nog vergroot wordt door het verplichte karakter van de meeste T2 lessen. Studenten klagen vaak dat T2 niet belangrijk is voor hen en beschrijven het vaak als saai en moeilijk (Chambers 1999). Het is moeilijk voor te stellen dat docenten hiervoor geen verantwoordelijkheid zouden dragen. Motivatie speelt een belangrijke rol in het proces van het leren van een taal. Taaldocenten Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
47
kunnen geen effectieve taallessen geven als ze het verband tussen motivatie en het effect op taalverwerving niet begrijpen. De kern van motivatie is wat we ‘passie’ kunnen noemen, wat te maken heeft met iemands intrinsieke doelen en wensen. Succesvolle personen kennen hun voorkeuren, hun sterke en zwakke kanten, en zij gebruiken hun sterke kanten om hun zwakke kanten te compenseren. Succesvol taalleren heeft te maken met de passie van de leerder. En docenten moeten manieren vinden om aan te sluiten op deze passie. Creëer een vriendelijke leeromgeving Schep een vriendelijk klimaat waarin alle studenten zich erkend en gewaardeerd voelen. Veel studenten voelen zich meer op hun gemak om mee te doen met groepsactiviteiten als ze hun docent en klasgenoten wat beter kennen. Het creëren van een veilige en aangename omgeving waar iedereen zich deel van het geheel voelt is een van de belangrijkste factoren bij het versterken van de motivatie. Dit kan enige tijd duren omdat studenten zich eerst moeten aanpassen aan een nieuwe omgeving Aan het begin van het schooljaar kunt u uw studenten ontvangen in een vrolijk kleurrijk klaslokaal met foto’s en foto’s van projecten van studenten uit het voorgaande jaar. Dit geeft studenten de indruk dat het leren van de doeltaal gemakkelijk en leuk is. Het geeft studenten ook de kans te leren van wat er al is in de omgeving. Zoiets is natuurlijk ook mogelijk in een informele taalleersituatie. Vanaf het begin kan al gewerkt worden in tweetallen en in groepjes, waardoor de druk van de interactie tussen docent en student minder wordt en studenten zich erkend kunnen voelen door hun medestudenten. Het gevoel een deel van het geheel te worden is een van de krachtigste motiverende factoren aan het begin van het school- of cursusjaar. Een ijsbreker die u zou kunnen gebruiken om dit proces in gang te zetten is het “bijnamenspel”. Studenten/taalcursisten bedenken een bijnaam (of misschien hebben ze al een bijnaam) en schrijven die op. De studenten zitten in een kring en staan om de beurt op om een verklaring te geven voor hun bijnaam. Zo stellen ze zichzelf voor en tegelijkertijd geeft deze leuke activiteit studenten een kans een vriendelijke en flexibele sfeer te scheppen in de klas. Stimuleer studenten hun leeromgeving persoonlijker te maken Een leeromgeving waarin de student centraal staat en zich veilig voelt heeft grote 48
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
invloed op de taalverwerving. Een persoonlijke omgeving kan de studenten op hun gemak stellen en de vriendelijke sfeer bevorderen, waardoor hun wens om te leren en taalvaardigheden te ontwikkelen toeneemt. Studenten die zich veilig en op hun gemak voelen durven meer; zij zijn sterker gemotiveerd om hardop voor te lezen in de klas of een opstel te schrijven zonder bang te zijn om kritiek te krijgen. Creëer situaties waarin studenten het gevoel krijgen dat ze iets bereikt hebben Het gevoel iets bereikt te hebben is een belangrijke factor in de motivatie van taalleerders. Zorg ervoor dat u positieve feedback geeft en de student aanmoedigt. Dit kan de tevredenheid van de student verhogen en positieve zelfevaluatie bevorderen. Een student die het gevoel heeft iets bereikt te hebben zal beter in staat zijn zijn eigen studie en leerresultaten te sturen. Motivatie wordt zowel door positief als negatief commentaar beïnvloed, maar uit onderzoek blijkt steeds weer dat positieve feedback en succes meer invloed op studenten hebben. Door lof bouwen studenten zelfvertrouwen, vaardigheid en een gevoel van eigenwaarde op. Positieve feedback moet echter niet verward worden met het verbeteren van fouten zonder daar uitleg bij te geven. Sommige docenten verbeteren de fouten van hun studenten zonder daarbij uit te leggen waarom ze dat doen. Het is heel belangrijk dat docenten de goede punten van het werk van de student aangeven en een duidelijke uitleg geven van zijn of haar fouten. Studenten waarderen de mening van de docent als ze het gevoel hebben dat hun goede punten worden gewaardeerd en dit stimuleert hen zichzelf te gaan evalueren voor verdere studie. Stimuleer leerders hun eigen kortetermijndoelen te stellen Taalleerders kunnen successen behalen door hun eigen doelen te stellen en hun studie te sturen in de richting van hun eigen verwachtingen. Studenten kunnen zichzelf helpen met het bereiken van die doelen door hun eigen taalbehoeftes te bepalen en te omschrijven waarom ze de taal willen leren. Het hebben van doelen en verwachtingen leidt tot sterkere motivatie, wat vervolgens weer leidt tot een hoger niveau van taalvaardigheid. Wij als docenten moeten studenten stimuleren om specifieke kortetermijndoelen te stellen zoals het kunnen communiceren met Engels sprekende mensen of het lezen van Engelse boeken. Wat die doelen ook mogen zijn, wij moeten studenten helpen bij het stellen en nastreven ervan. Activiteiten in tweetallen en in groepjes om het zelfvertrouwen van de leerders te ontwikkelen. Studenten leren door te doen, maken, schrijven, ontwerpen, creëren en op te lossen. Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
49
Passiviteit vermindert de motivatie en de leergierigheid. Het enthousiasme van de studenten, hun betrokkenheid en hun bereidheid om mee te doen hebben invloed op de kwaliteit van klassengesprekken als kans om te leren. Opdrachten in kleine groepjes of tweetallen geven de student veel zelfvertrouwen en zijn uitstekende motivatiebronnen. Met groepswerk krijgen stillere studenten meer kans hun mening en gevoel over een onderwerp te uiten omdat ze het gemakkelijker vinden te praten tegen een groepje van drie of vier personen dan tegen een hele klas. Als studenten eenmaal in een klein groepje gepraat hebben, worden ze meestal wat vrijer om in de hele klas te praten. Door groepsopdrachten kunnen studenten niet alleen hun ideeën uiten maar ook leren samenwerken, en dat versterkt de samenhang in de klas en daardoor de motivatie. Een voorbeeld hiervan is een woordenschatoefening waarin de studenten ingedeeld worden in groepjes van vier. Deel flashcards met woorden uit en elke student kiest een van de flashcards zonder het woord aan de anderen in de groep te laten zien. Dan omschrijft elke student zijn of haar woord door drie aanwijzingen te geven zonder het woord zelf te noemen. Met die aanwijzingen moeten de andere studenten een tekening maken waarin de betekenis van het woord duidelijk wordt. Deze opdracht geeft studenten de gelegenheid andere vaardigheden te gebruiken voor hun taalontwikkeling. Ook geeft het stillere studenten een kans zich te uiten binnen hun groepje, ook als ze dat niet durven voor de hele klas. Vooral bij het informeel talenleren is het gemakkelijk groepsopdrachten te bedenken waarin iedereen actief kan zijn. Voorbeelden van dit soort activiteiten zijn een talencafé waar studenten elkaar helpen hun taalvaardigheden te ontwikkelen en allerlei taalactiviteit en die met sport te maken heeft. Laat het talenleren aansluiten bij de interesses van de student buiten de klas. In de huidige high-tech leeromgeving zou het oneerlijk zijn de studenten te beperken tot traditionele methodes. Als we studenten aansporen hun ervaringen in de klas te laten aansluiten bij hun interesses en bezigheden buiten de klas wordt het ontwikkelen van taalvaardigheden aantrekkelijker. Zo kan talenleren op de computer bijvoorbeeld verbonden worden met het spelen van computerspelletjes of met computerprogramma’s die studenten graag gebruiken. Luisteren naar Engelse liedjes, kijken naar Engelstalige films of video’s, en Engelse websites bezoeken kan studenten ertoe bewegen het perspectief van hun taalverwervingsproces te verbreden.
50
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Motiverende onderwijsstrategieën als deze kunnen het motivatieniveau van talenleerders gemakkelijker verhogen. Het idee dat motivatie een persoonlijkheidskenmerk van de student is en dat studenten óf gemotiveerd óf ongemotiveerd zijn, is onjuist. Zonder voldoende motivatie kunnen zelfs mensen met de meest bijzondere talenten hun langetermijndoelen niet behalen. Als instructeur zijn we misschien wel de belangrijkste factor die de motivatie van onze studenten beïnvloedt, en dat is een sleutelelement in het taalverwervingsproces. Docenten moeten zich bewust zijn van de ervaringswereld van hun studenten en proberen het gebruikte materiaal hieraan aan te passen. Ons Virtuele Documentatie Centrum is ingedeeld in verschillende themagroepen, gebaseerd op de mogelijke interesses van taalleerders. U kunt de categorieën vinden op www.yell-project.eu
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
51
52
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
4. Voorbeelden van best practice In dit hoofdstuk vindt u enkele voorbeelden van good practice op het gebied van innovatieve en creatieve manieren van talenleren in non-formele en informele context, geselecteerd door de partners van het YELL project. De volledige selectie van good practices kan geraadpleegd worden op www.yell-project. eu, een digitaal documentatiecentrum, waar u met verschillende zoekopdrachten interessante taalmethodes, leermiddelen of ideeën kunt opzoeken. Op de eerste plaats zijn de geselecteerde voorbeelden van good practice ingedeeld in 10 categorieën van originele en innovatieve manieren van talenleren door middel van: Kunst: theater, verhalen vertellen, muziek, film, musea, tentoonstellingen Campagnes en evenementen Groepsvorming, sociale cohesie Wedstrijden en competities, spellen, amusement Taalmethodes, woordenboeken, onderwijstijdschriften Media, pers en multimedia (TV, radio, websites, e-mail, blogs, sociale netwerksites …) Taalclubs, kampen, lessen/cursussen, scholen Gastronomie Sport Toerisme, reizen, vervoer Maar u kunt ook originele voorbeelden van talenleren opzoeken door middel van (een combinatie van) de volgende zoekopdrachten: Voorbeeld van good practice: zoekt u een good pratice die een concept, idee of methode voor talenleren of lesgeven beschrijft, of misschien meer een materiaal voor talenleren of lesgeven (papieren versie, digitaal of een combinatie)? Doeltaal: u zoekt ideeën voor het leren van een specifieke doeltalen (officiële taalcodes, bijv. FR, EN, IT, DE, RU, alle) Context van de doeltaal: U wilt meer weten over good practices voor het leren van en lesgeven in: Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
53
- T1/L1 (voor de verbetering van de moedertaal of thuistaal) - T2/L2 (voor nieuwkomers/immigranten die de officiële taal of de taal van de gemeenschap willen leren - VT/FL (om een vreemde taal te leren die vooral in een ander gebied of land gesproken wordt Taalcompetenties: de good practices die voor u het meest interessant zijn, zijn gericht op: - R:
Leesvaardigheid
- L:
Luistervaardigheid
- W:
Schrijfvaardigheid
- S:
Spreekvaardigheid
- I:
Gesprekken voeren
- All:
Alle
Competentieniveau volgens het ERK: u zoekt insprirerende ideeën voor talenleren voor beginners, halfgevorderden en gevorderden: - A1 - A2 - B1 - B2 - C1 - C2 Zoeken met trefwoorden U kunt ook heel gemakkelijk good practices opzoeken door een trefwoord in te vullen. Bijvoorbeeld, u wilt talenleren combineren met voetbal. U typt “voetbal” in de zoekbalk, klikt op “Toon documenten” en u ziet een lijst met good practices voor talenleren die gekoppeld zijn aan voetbal. Klik op het pdf file rechts voor meer informatie over de good practices in de lijst. Op deze pagina’s vindt u ook links naar websites, contactinformatie, praktische tips voor het gebruik of de implementatie van een methode of leermiddel en eventueel ook directe links naar de gebruikte onderwijsmiddelen. Klik op de leermiddelen om ze te downloaden. De symbolen achter elke beschrijving van een good practice geven u een zeer snel overzicht van de hierboven beschreven criteria. Op de volgende pagina’s wordt van elke categorie één good practice beschreven. 54
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Kunst: theater, verhalen vertellen, muziek, film, musea, tentoonstellingen
Een vreemde taal leren door middel van drama Als de studenten nog beginners zijn in de vreemde taal krijgen zij een toneelstuk dat ze van buiten leren en dan op het podium uitvoeren. Als de studenten meer gevorderd zijn schrijven ze zelf een stuk en voeren het dan op. Soms is het zelfs mogelijk meerdere talen in een stuk te combineren. Categorie: Kunst: theater Leeftijd doelgroep: vanaf 10 jaar Doeltaal: EN, DE, FR Context taal: VT/FL Taalcompetentie: R, L, S, I Competentieniveau ERK: A2 – C2 Mensen vinden het leuk op het toneel te staan (enkele uitzonderingen daargelaten natuurlijk). Het is heel belangrijk om voor iedereen een rol te vinden waarmee hij of zij blij is en zich prettig voelt. Bij drama hoort ook zingen, dansen, kostuums maken en make-up, dus er worden een heleboel vaardigheden gecombineerd in één activiteit. Het is een geweldige manier om te socialiseren tijdens het voorbereidingsproces en in de feestelijkheden na afloop. Mensen van verschillende leeftijden en competentieniveaus kunnen hierbij samenwerken.
URL: LV_Learningthroughdrama.doc Organization: Grobina Gymnasium Contactpersoon : Indra Kalniņa E-mail :
[email protected] Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
55
Campagnes en evenementen
Campagnes en evenementen De Europese Dag van de Talen, ieder jaar op 26 september, is de dag waarop Europese landen Europa’s rijke taalgeschiedenis vieren. Het doel van de viering is om publiek bewustzijn te kweken omtrent de talen die worden gebruikt in Europa, culturele en linguistische diversiteit te promoten en mensen aan te moedigen talen te leren. Individuen zowel als groepen (vanuit bijvoorbeeld organisaties of vriendengroepen) en alle leeftijdscategorieën kunnen meewerken aan de dag. Op de website van de Raad van Europa zijn links te vinden naar de Europese Dag van de Talen, men kan daar voorbeelden van evenementen vinden georganiseerd voor verschillende groepen in verschillende landen.
KCategorie: campagnes en evenementen Leeftijd doelgroep: alle leeftijden Doeltaal: Alle Context taal: Alle Taalcompetentie: Alle Competentieniveau ERK: A1-A2, B1-B2, C1-C2
De evenementen/campagnes kunnen zeer simpel zijn (zoals het organiseren van een filmavond waarbij films in diverse talen worden getoond of een talencafé waar specialiteiten uit diverse landen worden geserveerd) of meer intensief qua voorbereiding (bijv. media evenementen). Op de EDL website is een kalender met alle evenementen georganiseerd sinds 2002 te vinden, een bron van inspiratie. Elk jaar stuurt de Raad van Europa posters, stickers en ander promotiemateriaal rond met daarop illustraties die diverse Europese talen promoten. De materialen worden centraal verspreid naar nationale informatiecentra die verantwoordelijk zijn de verspreiding binnen hun eigen land
URL: http://edl.ecml.at/ Organisatie The Council of Europe Contactpersoon National Contact Points Beschikbare brontalen:
[email protected] Beschikbare leermiddelen: Get inspired 56
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Groepsvorming, sociale cohesie
Nederlands voor het dagelijks leven – pictogrammenboeken De non-profit organisatie ‘De rand’ wil voornamelijk het gebruik van de Nederlandse taal in de Vlaamse periferie rondom Brussel bevorderen en speelt een rol in de ontvangst en integratie van anderstalige nieuwkomers. Het organiseert gespreksgroepen waar volwassenen elkaar op informele wijze kunnen ontmoeten en in het Nederlands over allerlei onderwerpen kunnen praten. Het ondersteunt de productie van stimulerende taalleermiddelen voor o.a. culturele verenigingen. Hun pictogrammenboeken voor anderstalige nieuwkomers bevatten vocabulaire en dialogen/ uitdrukkingen voor alledaagse activiteiten en vrije tijd. Zo zijn er thema’s als boodschappen doen en winkelen (kleding, groente en fruit, brood, kranten, bloemen, café, restaurant postkantoor, bank, (openbaar) vervoer, apotheek, kapper), wonen, schoonmaken, het menselijk lichaam, de dokter, de tandarts, het ziekenhuis, de politie, de bibliotheek, vrij tijd, cultuur, toerisme, huisdieren …
Categorie: groepsvorming, sociale cohesie Leeftijd doelgroep: vanaf 18 jaar Doeltaal: NL Context taal: L2 Taalcompetentie: spreken, luisteren Competentieniveau ERK: B1 – B2
De pictogrammenboeken kunnen heel gemakkelijk aangepast worden voor andere talen. Dit leermiddel richt zich op een heel concrete woordenschat die nodig is in het dagelijks leven. (wonen in een Nederlands sprekende gemeenschap). Omdat het gaat over de woordenschat die ze heel vaak nodig hebben, motiveert het boek de nieuwkomers om Nederlands te gebruiken in plaats van hun moedertaal tijdens het winkelen, in het café en bij het sporten. Een vertaling is niet nodig, de beelden spreken voor zichzelf. URL: http://www.derand.be, © De Rand Organisatie non-profit organisation De Rand
[email protected] Beschikbare brontalen :NL, FR, EN, DE Beschikbare leermiddelen: http://www.yell-project. eu/uploads/vdc/Tools/BE_pictogrambooks_1.pdf
http://www.yell-project.eu/uploads/ vdc/Tools/BE_pictogrambooks_2.pdf http://www.yell-project.eu/uploads/ vdc/Tools/BE_pictogrambooks_3.pdf http://www.yell-project.eu/uploads/ vdc/Tools/BE_pictogrambooks_4.pdf Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
57
Wedstrijden en competities, spellen en amusement
AMICITIAS
(Ambient Intelligence as a Compelling Instructional Tool for Inter-linguistic and Intercultural Skills) Amicitias is een serieus spellenproject gebaseerd op taal en cultuur. Het spel kan gespeeld worden met gewone mobiele telefoons, op zes werkelijk bestaande locaties door heel Europa. Het spelt fungeert als gids en docent van de locatie, maar de speler wordt meegenomen op een denkbeeldige reis door de plaats die ze bezoeken. Het spel bevat beelden, animaties, audio- en interactieve elementen die naast het leren ook helpen bij de beoordeling van de vooruitgang. De speler wordt beloond met trofeeën en punten en door de locatie doelen / taalopdrachten uit te voeren.
Categorie: Wedstrijden, spellen, amusement Leeftijd doelgroep: jong volwassenen Doeltaal: EN, ES, IT, AR Context taal: Vreemde taal Dit bevordert het leren buiten het klaslokaal Taalcompetentie: Alle in een tempo dat past bij de speler. Het Competence level CEFRL: A1-A2 geeft ook een extra dimensie van culturele interactie die niet mogelijk zou zijn met andere technische middelen omdat het op basis van context is. Dit is een interessant leermiddel, het versterkt de motivatie van jonge mensen om talen te leren.
URL: http://www.amicitias.com Organisatie School of Informatics, University of Bradford Contactpersoon David Robison E-mail:
[email protected] Beschikbare middelen: tegen betaling, zie website 58
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Taalmethodes, woordenboeken, onderwijstijdschriften
DIVIS – Digitale videostreaming en meertaligheid Dit project werd ingegeven door de opvatting dat vreemde talen leerders uiteindelijk voordeel kunnen behalen uit de benadering van taal d.m.v. video. Het project ontwikkelde een uitgebreide website, een praktisch gids online én op papier om begeleiders te helpen vertrouwd te raken met het gebruik van digitale media en video producties. Deze praktische benadering motiveerde jonge mensen om talen te leren. In de videogallery staan veel voorbeelden (door de leerders zelf gemaakt) die de creatieve benadering demonstreren.
Categorie: Taalmethodes, woordenboeken, onderwijstijdschriften Leeftijd doelgroep: Alle Doeltaal:DE,EN,NL,IS,CAT,ES,RO,FR Contexttaal: Alle Taalcompetentie: Spreken, Luisteren, schrijven, interactie Competentieniveau ERK: A1-A2, B1-B2, C1-C2
Dit is leuk en erg toegankelijk. Je hebt geen uitgebreide middelen nodig, je kunt elk draagbaar apparaat gebruiken, zoals mobiele telefoon, camera, camcorder. Jonge mensen zijn bekend met dit soort technieken. Op YouTube kunnen ze hun meesterwerken met anderen delen. URL: http://www.divisproject.eu Organisatie: Kulturring in Berlin e.V. Contactpersoon Armin Hottmann E-mail:
[email protected] Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
59
Media, pers en multimedia
(Nieuws uit Vlaanderen) Niouzz de Flandre Nieuwsprogramma voor kinderen, “A la rencontre de nos voisins” gemaakt door het Centre d’Animation en Langues (ondertiteling) en RTBF (nationale TV zender) en het Jeugdjournaal voor jonge Walen, in het Nederlands gepresenteerd door Vlaamse kinderen en ondertiteld in het Frans. Korte nieuwsonderwerpen van 3 minuten. Na afloop worden de kijkers uitgenodigd naar de website te gaan en vragen te beantwoorden om te testen of zij het goed begrepen hebben
Categorie: Media, pers Leeftijd doelgroep: 6 tot 12 Doeltaal: NL Contexttaal: VT/FL Taalcompetentie: Luisteren Competentieniveau ERK: A1 – A2
Dit idee maakt gebruik van videoclips, een aantrekkelijk vorm voor jongeren. De nieuwsonderwerpen over het gebied aan de ander kant van de grens zijn uitstekend geschikt om passieve taalvaardigheden te verwerven en te proeven van de vreemde cultuur. Kan gemakkelijk toegepast worden op andere brontalen (vertalingen van de liedjes) en doeltalen.
URL: http://www.talenanimatie.be Organisatie Centre d’Animation en Langues Contactpersoon Amaryllis Luyten Beschikbare brontalen : FR, NL Beschikbare middelen: website, gratis 60
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Taalclubs, kampen, lessen/cursussen, scholen
DEVAM Hindi Taalcursussen – kleine groepen (4-5 mensen)gegeven door een taaldocent van de Universiteit Sofia. Hindi lessen voor beginners: de lesthema’s liggen niet vast volgens een bepaalde methode maar zijn voornamelijk gericht op Categorie: Taalclubs, kampen, lessen/cursussen, het leren van conversatie Hindi en het lezen scholen Leeftijd doelgroep: 16+ en schrijven van het Devanagari schrift. Doeltaal: HI Grammatica komt ook aan de orde, maar Contexttaal: VT/FL het doel is dat leerlingen eenvoudige Taalcompetenties: Alle vragen kunnen stellen, over zichzelf kunnen Competentienivau ERK: A1 – A2, B1 – B2 vertellen, hun belangrijkste wensen en behoeftes kunnen uiten en zich op hun gemak voelen als zij nieuwe mensen leren kennen, reizen, omgaan met menen op de markt, het vliegveld en het station. De les omvat ook het leren van wiegeliedjes, kijken naar Hindi films, de rijke traditie en cultuur van India leren kennen en uit eten gaan in een Indiaas restaurant. De lessen zijn vooral bedoeld voor mensen die aan yoga doen, die gemotiveerd zijn om meer over India, de tradities en de cultuur te leren. Het idee kan aangepast worden voor het leren van andere talen door andere culturen te onderzoeken. Organisatie: Privé cursus. De leerlingen kennen elkaar van de yoga groep Adres: Bulgarije, Sofia Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
61
Gastronomie
In Vivo - eten en drinken in het Engels InVivo is een Ameikaanse organisatie die een ontmoetingscentrum voor studenten heeft opgezet in Salamanca. Gedurende het schooljaar organiseren zij regelmatig activiteiten zoals: Remix bijeenkomst (Tertulia Remix): organisatie van een zelfgemaakte lunch met daarna verschillende activiteiten en toneelstukken die opgevoerd worden in het Engels. English coffee (Café Ingles): een filmvoorstelling met daarna een bijeenkomst in het Engels In het Leven (En Vivo): organisatie van een diner met ‘tapas’. Na het diner worden enkele activiteiten en spellen georganiseerd voor de studenten. Uitgave van een wekelijks online tijdschrift El Eco, met nieuws en een activiteitenaanbod voor die week, per email verzonden aan geïnteresseerde studenten.
Categorie: Gastronomie, Media, Pers en Multimedia Leeftijd doelgroep: 18+ Doeltaal: EN Contexttaal: FL Taalcompetenties: S, I Competentieniveau ERK: ….
Dit leerconcept kan heel gemakkelijk aangepast worden voor andere talen, eetculturen en locaties. Probeer moedertaalsprekers te betrekken bij de activiteiten.
URL: http://www.en-vivo.org Organisatie : Universidad de Salamanca, En Vivo Adres Calle de los Placentinos 3, 37008 Salamanca Tel.: 923 21 95 17 62
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
Handboek voor de implementatie van Best Practices
Sport
Arsenal Football Club Double Club’s Programme De voetbalclub Arsenal heeft een programma gedraaid waarbij talenleren en voetbaltraining gecombineerd werden als manier om contact te zoeken met de plaatselijke bevolking en mensen van daarbuiten, en de kinderen te motiveren te leren via hun passie voor voetbal. Het programma wordt ook gebruikt in weekend clubs, in vakantieprogramma’s, in gevangenissen en als onderdeel van alternatieve onderwijsprogramma’s. Oudere leerlingen en plaatselijke studenten assisteren in de begeleiding van de Double Clubs. Deze vrijwilligers dragen in hoge mate bij aan het succes van het programma. Het programma is gericht op het motiveren en ondersteunen van slecht presterende leerlingen.
Categorie: Sport Leeftijd doelgroep: 8 – 15 Doeltaal: FR, DE, ES Contexttaal: VT/FL Taalcompetenties: luisteren, spreken, interactie Competentieniveau ERK: A1 – A2
Het hele concepten en de link met een voetbalteam is een sleutelfactor. Het motiveert leerlingen duidelijk een vreemde taal te leren via een niet traditionele weg op een speelse en informele manier. De methodologie kan aangepast worden voor andere sporten, met name teamsporten. URL: http://www.arsenal.com/the-club/ community/community-news/arsenal-doubleclub-language-days Organisatie: Arsenal Football Club Contactpersoon: Scott Cohen E-mail:
[email protected] Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001
63
Toerisme, reizen, vervoer
Non formele activiteiten in een talencentrum Valladolid University School of Languages biedt cursussen aan in heel veel verschillende talen: Engels, Frans, Duits, Italiaans, Portugees, Arabisch, Chinees, Japans en Russisch. Naast het formele talenleren wordt een reeks aanvullende informele taalleeractiviteiten georganiseerd: Film Workshops, Schrijfworkshops, Luisteren naar Spaanse muziek, bezoeken aan de musea of tentoonstellingen in de stad , excursies, Tapasreis, conversatiepartners, 4 x 4 taaluitwisseling, Mercadillo Solidario en een Culturele Week.
Categorie: Gastronomie, Musea, Tentoonstellingen, Toerisme, Sociale Cohesie Leeftijd doelgroep: 16+ Doeltaal: ES Contexttaal: FL Taalcompetenties: Alle Competentieniveau ERK: A1-A2, B1-B2
Dit leerconcept kan heel gemakkelijk worden aangepast voor andere talen, eetculturen en plaatsen.
URL: http://www.curesp.com/ Organisatie: University of Valladolid General Foundation Adres :Plaza de Santa Cruz 5. 47002 Valladolid
Lijst van Good Practices beschikbaar in het virtuele documentatiecentrum: www.yell-project.eu 64
Project number 143337-LLP-1-2008-1-DE-KA2-KA2NW – Grant agreement number 2008-4283 / 001-001