TEKSTEN EN COMMENTAAR ALLE VOORSCHRIFTEN PER BOUWWERK TOEGELICHT
HANDBOEK VERGUNNINGVRIJ BOUWEN IR. R. BLEEKER IR. H.C.M. VAN EGMOND
EDITIE 2011
Handboek Vergunningvrij bouwen
ir. R. Bleeker ir. H.C.M. van Egmond
Meer informatie over deze en andere publicaties vindt u op www.sdu.nl of bij onze afdeling Klantenservice: Sdu Klantenservice Postbus 20025 2500 EA Den Haag tel.: 070 - 378 9880 www. sdu.nl/service
Sdu Uitgevers BV Den Haag, 2011
Vormgeving omslag: SD Communicatie, Rotterdam Zetwerk: www.az-gsb.nl, Den Haag
VOORWOORD
Tot 1 oktober 2010 moest voor iedere uitbreiding aan een bedrijfspand een bouwvergunning1 worden aangevraagd, moest een beetje schuur op 1 meter afstand van de buren gebouwd worden en was een vlaggenmast bouwvergunningplichtig. Een uitbouw mocht je soms zonder vergunning bouwen, terwijl voor het vergroten van een kozijn in dezelfde gevel wel een vergunning nodig was. Het vergunningsvrij bouwen dat in 2003 is ingevoerd was een hele verbetering ten opzichte van de situatie daarvoor, maar kende toch nog aardig wat (soms vreemde) knelpunten.
ISBN 978-90-12-57309-2 NUR 955
© 2011 Sdu Uitgevers BV, Den Haag Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, tel.: 023-7997810. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurswet dient men zich te wenden tot de stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, tel.: 023-7997809. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without prior written permission from the publisher. While every effort has been made to ensure the reliability of the information presented in this publication, Sdu Uitgevers neither guarantees the accuracy of the data contained herein nor accepts responsibility for errors or omissions or their consequences.
Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn ook de regels rondom het vergunningvrij bouwen veranderd. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er niet veel is veranderd. Niets is echter minder waar! Naast de oude vertrouwde bouwwerken uit het Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) vindt de lezer veel nieuwe bouwwerken en een geheel nieuwe systematiek. Een kleine greep uit de wijzigingen laat zien dat vergunningvrij bouwen: – ook is toegestaan bij bedrijven en andere gebouwen, – ook is toegestaan tijdens de (nieuw)bouw, – in sommige gevallen wel getoetst wordt aan het bestemmingsplan, en – soms afhangt van het welstandsbeleid van een gemeente. Allemaal zaken die voor 1 oktober 2010 geen rol speelden. De nieuwe regels voor vergunningvrij bouwen zijn weliswaar ruimer dan de oude, maar zeker niet eenvoudiger. Dit handboek beschrijft, uitgaande van de te bouwen bouwwerken, aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om vergunningvrij te mogen bouwen en wat daarbij aandachtspunten zijn. De verschillende bouwwerken zijn toegelicht met voorbeelden, afbeeldingen en foto’s. Het handboek is daarmee zowel voor gebouweigenaren, architecten, aannemers als ook voor gemeenteambtenaren een praktisch hulpmiddel in hun dagelijkse praktijk. Een deel van de illustraties uit dit handboek is afkomstig uit het voorlichtingsmateriaal en met toestemming van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geplaatst. Deze afbeeldingen zijn terug te vinden via de supportsite van de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. De overige foto’s en illustraties zijn van de auteurs zelf, tenzij specifiek naar een bron wordt verwezen. Waar u ook begint met lezen in dit boek, te allen tijde geldt dat ‘vergunningvrij’ slechts wil zeggen dat u mag bouwen zonder dat vooraf door de gemeente naar het bouwplan is gekeken. Eens te meer wordt daarmee duidelijk dat de opdrachtgever er zelf voor
1. Met de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 is de term ‘bouwvergunning’ komen te vervallen. We spreken nu van een ‘omgevingsvergunning voor het bouwen’.
5
INHOUD
moet zorgen dat aan alle voorschriften wordt voldaan. Ook kunnen er nog andere toestemmingen nodig zijn naast de omgevingsvergunning voor het bouwen. Vergunningvrij is niet regelvrij! Maart 2011, Rick Bleeker Hajé van Egmond
Voorwoord
DEEL I
11
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Lastig, die vergunning! Hoe is de nieuwe regeling tot stand gekomen? Leeswijzer
13 13 14 15
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7
De systematiek van het vergunningvrij bouwen Inleiding Wettelijk kader Definities Vergunningvrij bouwen volgens artikel 2 Vergunningvrij bouwen volgens artikel 3 Bijzondere bepalingen Overgangsrecht Samenhang tussen de artikelen Toetsen van een bouwwerk Niet ‘shoppen’ in de regels Vergunningvrij = vergunningvrij Nieuwe voorwaarden voor vergunningvrij bouwen Geen redelijke eisen van welstand van toepassing Omgevingsloket online Toekomstige ontwikkelingen vergunningvrij bouwen
17 17 17 18 19 19 20 21 21 23 23 23 24 24 25 26
3 3.1 3.2 3.2.1
Aandachtspunten bij het vergunningvrij bouwen Inleiding Vergunningvrij bouwen tijdens nieuwbouw Nieuwbouw en het Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken Nieuwbouw en het Besluit omgevingsrecht, bijlage II Vergunningvrij bouwen tijdens de nieuwbouw en het Bouwbesluit Vergunningvrije bouwwerken en de aanvraag omgevingsvergunning Overige vergunningen en toestemmingen Vergunningvrij, niet regelvrij Bouwtechnische voorschriften: het Bouwbesluit Bestemmingsplan Welstand Bouwverordening
29 29 29
3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5
6
ALGEMEEN
5
29 29 30 32 33 33 33 34 35 36
7
inhoud
3.3.6 3.3.7 3.3.8
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.5 4.5.1 4.6 4.6.1 4.6.2
Vergunningvrij bouwen en de buren Monumenten Overige vergunningen: brandveilig gebruik, aanleg, milieu, waterwet, inrit, reclame, flora en fauna, slopen
37 38
inhoud
7
Kozijn of gevelpaneel plaatsen of veranderen
84
8
Zonwering, rolluik of rolhek
87
9
Privacyscherm
89
10
Tuinmeubilair
92
11
Sport- of speeltoestel
94
12
Erf- of perceelafscheiding
97
13
Grondkering of damwand
100
14
Vlaggenmast
103
15
GSM-antenne
106
16
C2000-antenne-installatie
110
17
Schotel- en overige antennes
112
18 18.1 18.2 18.3 18.4 18.5 18.6
Infrastructurele of openbare voorzieningen Bouwwerken ten behoeve van verkeer, infrastructuur of openbare voorziening Bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van verkeer of infrastructuur Ondergrondse buis- en leidingstelsels Container voor inzamelen van huishoudelijk afval Elektronische sirene voor het waarschuwen van de bevolking Straatmeubilair
115 115 116 118 120 121 122
19
Magazijnstelling
123
20
Hulpconstructies bij de bouw
125
21
Klein bouwwerk op een erf
128
38
Definities Inleiding Openbaar toegankelijk gebied Groen Wegen Openbaar water Hoofdgebouw Wat hoort niet bij het hoofdgebouw Enige aanwezige bouwwerk, toch geen hoofdgebouw Meerdere gebouwen aanwezig, en dan? Erf en achterfgebied Erf Achtererfgebied Snippergroen in relatie tot openbaar toegankelijk gebied Bijbehorend bouwwerk Functionele verbondenheid Meten van vergunningvrije bouwwerken Oppervlakte Hoogte
42 42 42 42 44 45 46 46 46 47 48 48 49 50 51 51 52 52 52
DEEL II VERGUNNINGVRIJE BOUWWERKEN
55
0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
Inleiding Opzet van deel II Wat als een bouwwerk niet genoemd wordt? Monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten Overige voorwaarden voor vergunningvrij bouwen Combinatie van bouwwerken of een deel van een bouwwerk bouwen
57 57 57 58 58 58
1
Gewoon onderhoud
60
22
Bouwwerken voor recreatief nachtverblijf
130
2
Bouwen naar aanleiding van handhaving
63
23
Zwembad, whirlpool, jacuzzi of vijver
132
3
Bijbehorend bouwwerk
65
24
Bouwwerk met agrarische functie
134
4
Dakkapel
73
25
Overige veranderingen van een bouwwerk
136
5
Daglichtvoorziening
78
6
Zonnepaneel of -collector
81
8
9
inhoud
DEEL III WET- EN REGELGEVING EN JURISPRUDENTIE
141
1
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3 Artikel 2.3a
143 143 146 148 149
2
Besluit omgevingsrecht (Bor) Artikel 2.3. Bouwen en planologische gebruiksactiviteiten
150 150
3
Bijlage II van het Bor
151
4
Het Burenrecht in het Burgerlijk Wetboek Burgerlijk Wetboek – Boek 5: Zakelijke rechten Titel 4 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven Titel 5 Mandeligheid Titel 6 Erfdienstbaarheden
192 192 192 196 197
Over de auteurs
201
TREFWOORDENREGISTER
203
10
Deel I Algemeen
1
Inleiding
1.1
Lastig, die vergunning!
Als je, zoals wij, voor je werk ‘iets’ doet in de bouwregelgeving dan gaat er geen verjaardag voorbij zonder dat er stevig gemopperd wordt over een bouwplan dat niet door mocht gaan of over de aanbouw van de buren die zo belachelijk dicht tegen de tuin is aangebouwd. Over bouwregelgeving en vergunningvrij1 bouwen heeft iedereen een mening en iedereen vindt dat hij of zij toch zelf wel kan bepalen wat er nu wel of niet gebouwd mag worden. “Het is tenslotte mijn eigen tuin!” Wat veel mensen inmiddels zijn vergeten is dat het nog niet zo heel lang geleden is dat het niet of nauwelijks toegestaan was om vergunningvrij te bouwen. De Woningwet maakt het vanaf 1962 voor gemeenten zelf mogelijk om in hun bouwverordening categorieën van bouwwerken aan te wijzen die ‘ondergeschikt van aard’ waren en daarmee bouwvergunningvrij. Eind 1992 kwam daar het Besluit meldingplichtige bouwwerken (Bmb) bij en werd er in de Woningwet, in artikel 43, een landelijk geldende lijst van bouwwerken van ondergeschikte aard opgenomen. Het vergunningvrij bouwen bleef onder de Woningwet beperkt tot bouwwerken lager dan 1 meter en kleiner dan 2 m2, carports, schotelantennes, beperkte verbouwingen en enkele andere bouwwerken. Het Bmb bestond uit een meldingsplicht voor kleine bouwwerken, zoals aan- of uitbouwen, bijgebouwen, dakkapellen en nutsvoorzieningen. Ondanks dat het Bmb een ‘melding’ was, werden de bouwwerken getoetst aan welstand en kon in bepaalde gevallen ook het bestemmingsplan het ‘meldingplichtige’ bouwen nog verhinderen. Het idee achter het Bmb leek erg veel op de lichte bouwvergunning, die in 2003 werd ingevoerd. Sinds 2003 heeft het (voormalige) Ministerie van VROM de vergunningvrije bouwmogelijkheden fors uitgebreid. Een grote stap is gemaakt in 2003, waar de introductie van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) niet alleen een fors aantal bouwwerken bouwvergunningvrij maakte, maar ook een categorie licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken introduceerde. Het Bblb was niet alleen een forse verruiming, maar betekende (noodzakelijkerwijs) ook de intrede van de automatisering in de uitleg van de wetgeving. Door Bouwvergunning Online (oorspronkelijk nog op cd-rom aan alle gemeenten in Nederland verspreid) werd de complexe regelgeving van het Bblb redelijk eenvoudig toepasbaar.
Bmb
Bblb
Dit handboek beschrijft de regels zoals ze gelden vanaf 1 oktober 2010 onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en zijn vastgelegd in het Besluit omgevingsrecht (Bor), in bijlage II. Deze regels zijn de volgende stap in het vergunningvrij bouwen. De lichte bouwvergunning is komen te vervalen en er is een striktere splitsing gemaakt tussen bouwen (veiligheid, gezondheid) en planologisch gebruik (ruimtelijke
1. De lezer is het inmiddels wellicht opgevallen dat bouwen zonder vergunning onder het Bblb vergunningsvrij werd genoemd, terwijl we onder het Bor spreken van vergunningvrij bouwen.
13
deel i
1.2
algemeen
inleiding
kwaliteit). Eenvoudiger is het zeker niet geworden, wel biedt de huidige regeling beduidend meer ruimte dan de oude regeling. Met dit handboek hopen wij aan de lezer duidelijk te kunnen maken hoe de complexe regels werken en welke bouwwerken dus zonder vergunning gebouwd mogen worden. 1.2
Uitkomsten evaluatieonderzoek
Jurisprudentie en de regels voor vergunningvrij bouwen De nieuwe regels voor vergunningvrij bouwen zijn deels tot stand gekomen door aanpassingen als gevolg van rechterlijke uitspraken. Een bijgebouw werd uitgelegd als een op zichzelf staand bouwwerk, zonder directe verbinding met een hoofdgebouw: – Uitspraak 1: een bijgebouw mag ook tegen een hoofdgebouw worden gebouwd. – Uitspraak 2: een bijgebouw hoeft in architectonisch opzicht niet afwijkend te zijn van het hoofdgebouw. – Uitspraak 3: een bijgebouw mag een verbinding hebben met een hoofdgebouw. – Uitspraak 4: een bijgebouw mag fundering en dak delen met een hoofdgebouw. Resultaat van deze uitspraken is dat er juridisch geen verschil meer bestaat tussen een bijgebouw en een aanbouw. In het Bor is dat verschil dan ook niet meer aanwezig.
14
Rigide toepassing van regels Uit informatie van de Helpdesk Bouwregelgeving bleek dat sommige gemeenten de regels wel heel letterlijk interpreteerden: – Het Bblb stond bijgebouwen tot 30 m2 en 3 meter hoog toe. – Het Bblb kende een categorie ‘kleine bouwwerken’: 1 meter hoog en 2 m2 groot. Een aantal gemeenten stond op grond hiervan klikobak-ombouwen van 1,20 hoog niet toe. Die zijn immers hoger dan 1 meter en zijn niet voor mensen toegankelijk, dus geen bijgebouw.
Hoe is de nieuwe regeling tot stand gekomen?
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Bblb in de Eerste Kamer is toegezegd om vijf jaar na inwerkingtreding (in 2008) een grootschalig evaluatieonderzoek uit te voeren naar de ervaringen met het vergunningsvrij bouwen. De evaluatie bestond uit een enquête over de ervaringen met het Bblb onder architecten, aannemers en bouwers. Daarnaast is gebruikgemaakt van de vragen (en klachten) die waren binnengekomen bij de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. De belangrijkste punten die uit de evaluatie naar voren kwamen, zijn: 1. De regeling werkt, er is geen sprake van een (vooraf gevreesde) toename van het aantal burenruzies of schadegevallen. 2. Het Bblb heeft nauwelijks geleid tot een afname van het aantal aangevraagde bouwvergunningen. Enerzijds komt dit door de toename van het aantal bouwprojecten, maar kennelijk vielen die dus allemaal buiten de regels voor vergunningvrij bouwen. 3. De markt heeft behoefte aan een verruiming van de regeling als het om de afmetingen gaat. Er moet naar de mening van de geënquêteerden te vaak vergunning worden aangevraagd voor voldoende praktische bruikbaarheid: “In een aanbouw van 2,5 meter buitenmaat passen net geen 4 keukenkastjes.” 4. Vergunningvrij bouwen bij niet-woningen wordt gemist. 5. Een aantal aspecten is (mede als gevolg van jurisprudentie) nauwelijks meer uit te leggen: wat is bijvoorbeeld nog het verschil tussen een aanbouw en een bijgebouw, en waarom mag wel een groot gat gemaakt worden in een gevel voor een doorbraak ten behoeve van een aanbouw, maar mag een kozijn niet groter worden gemaakt? 6. Een analyse van de ‘juridische houdbaarheid’ van de regeling laat zien dat het verbod op vergunningsvrij bouwen tijdens de bouw niet of nauwelijks handhaafbaar is en dat de ‘verandering van niet ingrijpende aard’ steeds ruimer wordt uitgelegd. Tevens bleek vergunningsvrij bouwen bij illegale woningen een probleem op te kunnen leveren.
1.3
Op basis van de resultaten van de evaluatie en een wensenlijstje vanuit de politiek en de markt, is een nieuwe regeling ontworpen die in het voorjaar van 2008 in concept gepubliceerd is. Kern van de regeling was dat bij ieder oorspronkelijk hoofdgebouw maximaal 100 m2 gebouwd zou mogen worden en de maten voor vergunningvrije bouwwerken zouden worden ‘opgerekt’ van 2,5 naar 4 meter. De genoemde 100 m2 was gebonden aan een aantal strikte randvoorwaarden en omvatte het totaal aan alle bouwwerken op een erf (vergunningvrij en vergunningplichtig). Ondanks deze randvoorwaarden is de regeling naar buiten toe vertaald als ‘iedereen mag 100 m2 vergunningvrij bouwen’. De discussie die dit losmaakte, heeft uiteindelijk geleid tot de motie Boelhouwer / Wiegman. Zij verzochten de regering om meer aan te sluiten bij de regels van het Bblb en het bestemmingsplan leidend te laten zijn bij de eventuele verruiming van het vergunningvrije bouwen:
Motie Boelhouwer / Wiegman
Overwegende dat, … verzoekt de regering de voorgestelde verruiming van vergunningvrij bouwen mogelijk te maken waarbij de in het bestemmingsplan geboden mogelijkheden qua oppervlakte en maatvoering het maximum zijn, en gaat over tot de orde van de dag. De motie is met algemene stemmen aangenomen en heeft ertoe geleid dat het Ministerie van VROM de regeling heeft aangepast tot wat nu in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is opgenomen. De uitbreidingen naar niet-woningen en de nieuwe bouwwerken zijn gebleven. De 4 meter diepe aanbouw en de maximaal 100 m2 aan bouwwerken zijn vervangen door de 2,5 meter en 30 m2 vergunningvrije bouwwerken uit het Bblb. Er is nog wel een verruiming doorgevoerd, die is opgenomen in artikel 3, van bijlage II van het Bor. Deze bouwwerken moeten passen binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. Zie hoofdstuk 2 voor de uitleg van de nieuwe systematiek. 1.3
Leeswijzer
Het handboek bestaat uit drie delen: In deel I wordt de systematiek van het vergunningvrij bouwen onder de Wabo uitgelegd. Hoofdstuk 2 beschrijft het wettelijk kader en de verschillen tussen ‘artikel 2’ vergunningvrij en ‘artikel 3’ vergunningvrij. Hoofdstuk 3 gaat in op enkele belangrijke aandachtspunten die voortvloeien uit de nieuwe regeling: hoe om te gaan met vergunningvrij bouwen tijdens de bouw, de relatie met andere wet- en regelgeving en de voor-
15
deel i
1.3
algemeen
waarden waaraan vergunningvrij bouwen moet voldoen. Hoofdstuk 4 bespreekt de definities uit bijlage II van het Bor. Deel II beschrijft per bouwwerk de voorschriften die gelden voor het vergunningvrij mogen bouwen van die bouwwerken. Hierbij hebben wij gekozen om geen onderscheidt naar artikel te maken maar alle voorschriften te koppelen aan de bouwwerken. Bij ieder bouwwerk zijn technische en ruimtelijke aandachtspunten opgenomen die relevant zijn voor het betreffende bouwwerk. Deel III bevat de voor het vergunningvrij bouwen relevante wetgeving. Bijlage II van het Bor is volledig, inclusief de toelichting opgenomen. Ook zijn enkele artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, het zogenoemde ‘Burenrecht’, opgenomen. In het Burenrecht zijn de regels opgenomen waarmee rekening gehouden moet worden bij het bouwen op of nabij de erfgrens. Betekenis vergunningvrij
We willen de lezer als laatste nog meegeven dat de term ‘vergunningvrij’ onder de Wabo al snel tot spraakverwarring leidt. Daar waar in dit handboek gesproken wordt over ‘vergunningvrij’ wordt bedoeld vergunningvrij voor het onderdeel bouwen en soms voor het onderdeel ‘bestemmingsplan’2. Vergunningvrij op grond van de voorschriften voor bouwen wil niet zeggen dat de overige wettelijke kaders (zowel binnen als buiten de Wabo) niet van toepassing zijn. Ook al is er geen omgevingsvergunning nodig voor het bouwen, vaak is alsnog een omgevingsvergunning nodig voor een andere activiteit. De kruimelgevallen op grond van artikel 2.7 van het Besluit omgevingsrecht en artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht worden in dit handboek verder buiten beschouwing gelaten.
2
De systematiek van het vergunningvrij bouwen
2.1
Inleiding
Voor al het bouwen is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in principe een vergunning nodig. Bouwen zonder of in afwijking van een verkregen vergunning is dus niet toegestaan. Op deze regel uit de Wabo wordt in artikel 2.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een uitzondering gemaakt. Op het moment dat een bouwwerk voldoet aan de voorwaarden uit bijlage II van het Bor, is geen omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het wettelijk kader: hoe zijn de regels voor vergunningvrij bouwen opgenomen in de wetgeving, welke verschillende vormen van vergunningvrij bouwen zijn er en hoe grijpen de regels hiervoor in elkaar. Ofwel: de systematiek van het vergunningvrij bouwen wordt uitgelegd. Dat er geen vergunning nodig is voor het bouwen, houdt niet in dat er verder geen regels zijn waar het bouwwerk aan moet voldoen. Hier gaat hoofdstuk 3 verder op in onder de kop ‘vergunningvrij, niet regelvrij’. 2.2
Wettelijk kader
Figuur 2.1 geeft het wettelijk kader voor het vergunningvrij bouwen schematisch weer. Uit dit schema valt af te lezen dat het bij vergunningvrij bouwen niet alleen om het bouwen gaat, maar ook om het ruimtelijk kader (bestemmingsplan, beheersverordening, etc.). Bij het vergunningvrij bouwen onder de Wabo is het namelijk soms wel en soms niet toegestaan om vergunningvrij te bouwen in strijd met het ruimtelijk kader. In de volgende paragrafen wordt de systematiek nader uitgelegd.
2. De Wabo spreekt van het ‘handelen in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening’. In dit boek wordt het ruimtelijk kader aangeduid met de term ‘bestemmingsplan’.
16
17
deel i
2.2.1
Figuur 2.1:
algemeen
Schema wettelijk kader vergunningvrij bouwen
de systematiek van het vergunningvrij bouwen
2.2.2
2.2.3
Vergunningvrij bouwen volgens artikel 2
Alle bouwwerken die in artikel 2 genoemd staan, zijn vergunningvrij voor zowel het bouwen (artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wabo) als het handelen in strijd met het ruimtelijk kader3 (artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wabo). Een bouwwerk dat voldoet aan alle voorwaarden die genoemd staan bij het betreffende bouwwerk mag zonder omgevingsvergunning gebouwd worden, ook al past dat bouwwerk niet binnen het bestemmingsplan. Deze vorm van vergunningvrij bouwen komt overeen met het vergunningvrij bouwen zoals dat voor het inwerkingtreden van de Wabo was opgenomen in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). Bij een bijbehorend bouwwerk (zie Deel II, hoofdstuk 3) wordt een maximum gesteld aan de vergunningvrij te bouwen oppervlakte. Dit is inclusief de oppervlakte aan vergunningvrij gebouwde bouwwerken dat voor 1 oktober 2010 gebouwd is. Dus als onder het Bblb een schuur van 10 m2 gebouwd is, dan mag onder bijlage II van het Bor nog maximaal 20 m2 aan bijbehorende bouwwerken gebouwd worden. Bij de voorwaarden voor het vergunningvrij bouwen van bouwwerken is een aantal veranderingen doorgevoerd ten opzichte van het Bblb. Deze veranderingen worden behandeld bij de bouwwerken in deel II van het boek. De volgende bouwwerken zijn geheel nieuw: – grondkering of damwand; – vlaggenmast; – bouwketen en andere bouwplaatsinrichting. 2.2.3
Vergunningvrij bouwen volgens artikel 3
Artikel 3 van bijlage II van het Bor introduceert een geheel nieuwe categorie van vergunningvrije bouwwerken. Bouwwerken die in dit artikel genoemd worden zijn vergunningvrij voor het bouwen, maar moeten wel binnen het bestemmingsplan passen.
2.2.1
Definities
Het eerste artikel van bijlage II van het Bor bevat drie leden. Het eerste lid bevat alle definities die van toepassing zijn op het vergunningvrij bouwen. Het tweede en het derde lid beschrijven de wijze waarop vergunningvrije bouwwerken gemeten moeten worden. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de belangrijkste definities en de meetwijze.
Met deze nieuwe vorm van vergunningvrij bouwen is het dus aan de gemeente om te bepalen wat de ruimte voor vergunningvrij bouwen is. Het bestemmingsplan bepaalt namelijk of een bouwwerk al dan niet geheel vergunningvrij gebouwd mag worden. Op het moment dat een bouwwerk voldoet aan alle voorwaarden die in artikel 3 genoemd staan, is geen vergunning nodig voor het bouwen. Als het bouwplan niet binnen het bestemmingsplan past, is wel een omgevingsvergunning nodig voor het handelen in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening. Daarbij zal het mede afhankelijk zijn van het gemeentelijke beleid of deze vergunning wel of niet verleend zal worden. Als de vergunning niet verleend wordt, mag er niet gebouwd worden. Voordat met de bouw mag worden gestart, moeten namelijk alle vereiste toestemmingen zijn verkregen. Omdat deze nieuwe categorie afhankelijk is van de ruimte die het bestemmingsplan biedt, lijkt het voordeel misschien beperkt. Het is daarbij echter belangrijk om te beseffen dat voor het bouwwerk in artikel 3 geen vergunning voor het bouwen aangevraagd
3. In de meeste situaties bestaat het ruimtelijk kader alleen uit het bestemmingsplan of een beheersverordening.
18
19
deel i
2.2.4
algemeen
hoeft te worden. Mocht een vergunning nodig zijn voor het handelen in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening, dan geldt een beperkte lijst met indieningsvereisten. De gemeente mag het bouwplan namelijk niet bouwtechnisch toetsen. Indieningsvereisten strijdig gebruik
Voor een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening gelden de volgende indieningsvereisten, naast de algemene indieningsvereisten als naam, adres, etc.: – het toekomstige en het huidige gebruik van de gronden en de bouwwerken; – de gevolgen van het toekomstige gebruik voor de ruimtelijke ordening; – als het bestemmingsplan dit vereist: een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein is vastgesteld; – een situatietekening van de bestaande toestand en een situatietekening van de nieuwe toestand met daarop de afmetingen van het perceel en bebouwd oppervlak, de situering van bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrenzen en de wegzijde, de wijze waarop het terrein ontsloten wordt, de aangrenzende terreinen en de daarop voorkomende bebouwing en het beoogd gebruik van het terrein behorende bij het voorgenomen bouwwerk; – als wordt afgeweken van het exploitatieplan: de reden waarom en de mate waarin wordt afgeweken. 2.2.4
Verbod vergunningvrij bouwen
Bijzondere bepalingen
In artikel 5 t/m 7 staan een aantal bijzondere bepalingen die van toepassing zijn bij het vergunningvrij bouwen. De meeste van de bijzondere bepalingen houden in dat in een bepaalde situatie het vergunningvrij bouwen niet is toegestaan. Artikel 5 Artikel 5 bevat een aantal algemene bijzondere bepalingen die op vrijwel alle vergunningvrij te bouwen bouwwerken uit artikel 2 en 3 van toepassing zijn. Vergunningvrij bouwen is niet toegestaan: 1. Als het aantal woningen niet hetzelfde blijft. Een verbouwing waarbij twee woningen worden samengevoegd is dus altijd vergunningplichtig voor het bouwen. Ook het splitsen van een woning in meerdere woningen (appartementen) is altijd vergunningplichtig. 2. Bij illegale bouwwerken. Dit betreft ‘illegaal’ in ruime zin en niet alleen illegaal als het gaat om de bouwvoorschriften. Ook bij illegaal gebruik is sprake van een verbod op vergunningvrij bouwen. 3. Op, aan of bij rijks-, proviciaal- en gemeentelijk beschermde monumenten en voorbeschermde monumenten.4 4. In door het Rijk aangewezen beschermde stads- en dorpsgezichten. Op deze bijzondere bepaling geldt een uitzondering bij inpandige verbouwingen die niet van buitenaf zichtbaar zijn. Deze uitzondering heeft alleen betrekking op ‘overige veranderingen aan een bouwwerk’, artikel 3, onderdeel 8, van bijlage II van het Bor. Alle andere bouwwerken zijn nooit volledig inpandig.
de systematiek van het vergunningvrij bouwen
2.2.6
5. In risicozones. Deze uitzondering is alleen van toepassing op bijbehorende bouwwerken in artikel 2. Een risicozone is altijd aangegeven in het bestemmingsplan of de beheersverordening. Daarin staat dan meestal aangegeven dat er sprake is van een A-zone, een B-zone, een zone rondom een munitieopslag of een zone rondom een inrichting met ontplofbare stoffen. In geval van twijfel of er sprake is van een risicozone of niet is het altijd raadzaam om te informeren bij de gemeente. 6. bij een bestemmingsplan met regels in het kader van de archeologische monumentenzorg. Deze uitzondering is van toepassing op bijbehorende bouwwerken en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf groter dan 50 m2. Op het moment dat het bouwwerk groter is dan 50 m2 en in het bestemmingsplan zijn regels opgenomen in het kader van de archeologische monumentenzorg, dan is een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. Via deze vergunningplicht kan er dan voor gezorgd worden dat er, indien nodig, maatregelen getroffen worden om de archeologische monumenten te beschermen. Artikel 6 Artikel 6 bevat een tweetal specifieke voorwaarden rond het bepalen van het achtererfgebied bij agrarische percelen. Dit artikel wordt verder behandeld in paragraaf 4.4 (Erf en achterfgebied) Artikel 7 Artikel 7 bevat een bepaling die alleen van toepassing is op het bijbehorende bouwwerk en aangeeft welke voorwaarden van toepassing zijn op bijbehorende bouwwerken gebouwd binnen en buiten de ‘2,5 meter zone’. Zie Deel III, hoofdstuk 3 van dit boek voor een nadere toelichting. 2.2.5
Overgangsrecht
In artikel 8 van bijlage II van het Bor is het overgangsrecht voor het vergunningvrij bouwen opgenomen. Dit overgangsrecht had alleen nog kort na het in werking treden van de Wabo nut. Het overgangsrecht ziet namelijk alleen op bouwwerken waarvan de bouw al was begonnen voor het in werking treden van de Wabo. De meeste van deze bouwwerken zullen naar verwachting inmiddels voltooid zijn. Het overgangsrecht is met name relevant voor die gevallen waarin gebouwd wordt op een deel van een erf dat gekeerd is naar openbaar toegankelijk water. Onder het Bblb was het toegestaan om op een dergelijk erfdeel te bouwen. Het Bor schaart openbaar water onder ‘openbaar toegankelijk gebied’, wat er toe leidt dat bouwen op een naar openbaar water gekeerd zijerf niet meer zonder vergunning is toegestaan. Dit is de enige situatie waarbij iets wat vergunningvrij was onder het Bblb vergunningplichtig is geworden onder de Wabo. 2.2.6
Beperking vergunningvrij bouwen t.o.v. Bblb
Samenhang tussen de artikelen
Voor het toetsen of een bouwwerk vergunningvrij gebouwd kan worden of niet, kan gebruik worden gemaakt van het schema zoals in figuur 2.2 is weergegeven.
4. Op het moment van het schrijven van dit boek is een voorstel voor wijziging van het Bor in voorbereiding dat het vergunningvrij bouwen bij monumenten en in rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten aanzienlijk moet vergroten. Op dit moment is echter nog niet duidelijk wanneer en in welke vorm deze wijziging plaats zal gaan vinden.
20
21
deel i
2.2.6
Figuur 2.2:
algemeen
Schema samenhang artikelen Bor bijlage II
de systematiek van het vergunningvrij bouwen
2.3
Toetsen van een bouwwerk
Een bouwwerk dient altijd in zijn geheel getoetst te worden aan de voorwaarden voor het vergunningvrij bouwen uit het betreffende artikel. Alleen als er duidelijk sprake is van twee afzonderlijke bouwwerken kunnen deze los van elkaar getoetst worden. Op het moment dat er bijvoorbeeld sprake is van het bouwen van een dakkapel op het achterdakvlak en het vervangen van kozijnen in de zijgevel, is sprake van twee afzonderlijke bouwwerkzaamheden die los getoetst mogen worden. Wat onder het Bor wel is toegestaan, maar onder het Bblb niet was toegestaan, is het vergunningvrij bouwen tijdens de nieuwbouw. Het is dus mogelijk om bijvoorbeeld een vergunningvrije dakkapel te bouwen op een nieuw te bouwen dakopbouw. Dit wordt verder toegelicht in paragraaf 3.2 2.4
2.5
Opknippen werkzaamheden
Niet ‘shoppen’ in de regels
In artikel 2 en artikel 3 staan een aantal bouwwerken specifiek genoemd en is ook nog een restcategorie opgenomen: de ‘verandering van een bouwwerk’. Op het moment dat duidelijk is in welke categorie een bouwwerk valt, dan mag het bouwwerk alleen aan de voorwaarden uit die categorie getoetst worden. Als niet aan de voorwaarden voldaan wordt, mag niet alsnog naar de restcategorie gekeken worden of het bouwwerk dan mogelijk wel vergunningvrij zou kunnen zijn. Een op zich vergunningplichtige wijziging van een kozijn kan dus nooit vergunningvrij zijn op grond van de ‘verandering van een bouwwerk’. 2.5
Voorbeeld: een dakkapel op een voordakvlak. 1. Eerst wordt getoetst aan artikel 2. Daarin blijkt de dakkapel niet te passen. Een dakkapel op een voordakvlak wordt namelijk niet genoemd in artikel 2, onderdeel 4 van bijlage II van het Bor. 2. Vervolgens wordt doorgekeken naar artikel 3, onderdeel 3 van bijlage II van het Bor, waarin de dakkapel op het voordakvlak wel wordt genoemd5. De dakkapel voldoet aan alle voorwaarden van artikel 3. 3. Voor toepassing van artikel 3 moet getoetst worden aan het ruimtelijk kader (bestemmingsplan). De dakkapel blijkt te passen binnen het bestemmingsplan. 4. Als laatste moet dan nog naar de bijzondere voorwaarden uit artikel 5 t/m 7 worden gekeken. Wordt de dakkapel gebouwd ten behoeve van het splitsen van een pand in appartementen, dan wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat het aantal woningen niet wijzigt. Het plaatsen van de dakkapel is in dat geval dus vergunningplichtig voor het bouwen.
5. Het betreffende voorschrift kent ook nog een bepaling inzake welstand. Hier komen we in paragraaf 2.6 op terug.
22
Vergunningvrij = vergunningvrij
Op het moment dat een bouwplan voldoet aan alle voorwaarden voor het vergunningvrij bouwen, dan is geen vergunning voor het bouwen nodig. Dit houdt in dat alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een vergunningvrij bouwplan zonder vergunning uitgevoerd mogen worden. Een voorbeeld: een woning wordt vergunningvrij uitgebouwd. De uitbouw voldoet aan alle voorwaarden voor vergunningvrij bouwen van een bijbehorend bouwwerk.6 Bij de bouw wordt ook de dragende achtergevel verwijderd. Dit zorgt er echter niet voor dat het bouwplan toch weer vergunningplichtig wordt. De dragende gevel mag in deze situatie dus ook zonder vergunning worden verwijderd, terwijl het los verwijderen van een dragende binnenmuur wel vergunningplichtig is. De doorbraak moet natuurlijk wel zo worden uitgevoerd dat het geheel aan het Bouwbesluit voldoet.
Constructieve ingrepen
6. Een aanbouw valt onder het Bor in de categorie ‘bijbehorende bouwwerken’, zie ook paragraaf 4.5.
23
deel i
2.6
Figuur 2.3:
algemeen
De gevel achter deze vergunningvrije aanbouw mag zonder vergunning worden verwijderd
de systematiek van het vergunningvrij bouwen
den gemaakt wil een bouwwerk aan deze voorwaarde kunnen voldoen. Als de welstandsnota niet helder is op dit punt, is het raadzaam met de gemeente te overleggen of het bouwwerk al dan niet vergunningvrij gebouwd kan worden. 2.6.2
Omgevingsloket online
Op grond van artikel 7.6 van de Wabo is de minister van Infrastructuur en Milieu verplicht om een voorziening te verzorgen waarmee aanvragen om omgevingsvergunning kunnen worden ingediend bij het bevoegd gezag: het Omgevingsloket online. Via www.omgevingsloket.nl kunnen alle toestemmingen onder de Wabo digitaal worden aangevraagd. Het omgevingsloket bestaat uit de vergunningcheck, een aanvraagmodule voor het indienen van een aanvraag en een behandelmodule voor het bevoegd gezag. Figuur 2.4:
Welstand
2.6
Nieuwe voorwaarden voor vergunningvrij bouwen
2.6.1
Geen redelijke eisen van welstand van toepassing
Vergunningcheck
Openingsscherm Omgevingsloket online
Deze voorwaarde houdt in dat op de locatie waar gebouwd gaat worden geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn op het betreffende bouwwerk. Deze voorwaarde is opgenomen zodat de gemeente bepaalde bouwwerken wel of niet vrij kan geven op basis van de gewenste beeldkwaliteit. Deze nieuwe vorm van voorschriften is van toepassing op dakkapellen, erf- of perceelafscheidingen en bijbehorende bouwwerken. Om de bouwwerken vergunningvrij te laten zijn, heeft de gemeente twee mogelijkheden: 1. een gebied geheel welstandsvrij verklaren; 2. het bepaalde type bouwwerk expliciet uitsluiten van welstand, bijvoorbeeld: “op een erf- of perceelafscheiding zijn geen redelijke eisen van welstand van toepassing”. Om te controleren of een bouwwerk voldoet aan deze voorwaarde moet dus in de welstandsnota van de gemeente gekeken worden. In veel welstandsnota’s zijn algemene bepalingen opgenomen die niet specifiek aan een bouwwerk gekoppeld zijn. Op het moment dat een bouwwerk niet specifiek genoemd staat, maar er zijn wel algemene welstandseisen van toepassing, dan gelden die voorwaarden voor alle bouwwerken. Vrijwel altijd zal er dus een specifieke uitzondering voor een bouwwerk moeten wor-
24
2.6.2
De vergunningcheck biedt de mogelijkheid om via vraag en antwoord te bepalen of een vergunning nodig is voor een bepaalde activiteit. Als blijkt dat inderdaad een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd, dan kan dat direct digitaal worden gedaan. Als de aanvrager niet digitaal wil indienen is het ook mogelijk om een aanvraagformulier op papier uit te draaien. Bij een digitale aanvraag wordt de aanvrager een maatwerkformulier voorgelegd, waarna de benodigde gegevens kunnen worden toegevoegd en de aanvraag kan worden ingediend.
25
deel i
2.7
algemeen
Het grote voordeel van gebruik van het Omgevingsloket online boven indienen op papier is de eenvoud (alleen de van toepassing zijnde vragen worden getoond) en het feit dat direct wordt ingediend, waardoor de termijnen meteen gaan lopen. Het Omgevingsloket online is nog lang niet gereed. Op dit moment bekende geplande toevoegingen zijn: het inbouwen van de watervergunning, de melding op grond van het Activiteitenbesluit en de koppeling aan diverse basisregistraties. Voordat het zo ver is, zullen eerst de kinderziektes en performanceproblemen moeten worden opgelost. 2.7
Modernisering monumentenzorg
Buisleiding Het Besluit externe veiligheid buisleidingen wijzigt per 1 juli 2011 de voorschriften op grond waarvan ondergrondse buis- en leidingstelsels zonder omgevingsvergunning voor het bouwen mogen worden gebouwd. De wijziging betreft het schrappen van buis- en leidingstelsels bestemd of gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, met de daarbij behorende voorzieningen uit artikel 2. In artikel 3, van bijlage II van het Bor, wordt een nieuw onderdeel 7 ingevoegd dat dit soort leidingstelsels vergunningvrij maakt indien het bestemmingsplan dit toelaat. Deze wijziging is bij het ter perse gaan van dit boek al gepubliceerd en daarom al meegenomen in de toelichting op artikel 2, onderdeel 18. Modernisering Monumentenzorg Op 1 februari 2011 heeft de Tweede Kamer het Wetsvoorstel wijziging Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht i.v.m. modernisering monumentenzorg aangenomen. Dit wetsvoorstel betekent een verruiming voor het vergunningvrij bouwen op, aan of bij monumenten en in door het Rijk aangewezen stads- of dorpsgezichten. De belangrijkste voorgenomen wijzigingen zijn: – Voor gewoon onderhoud is niet langer een omgevingsvergunning voor het veranderen van een monument nodig. Dit ‘gewoon onderhoud’ kent wel een andere definitie dan het gewone onderhoud bij het vergunningvrij bouwen (zie Deel II, hoofdstuk 1): niet alleen het uiterlijk mag niet veranderen, het materiaal moet ook identiek zijn. – Interne verbouwingen van niet-monumentale delen worden vergunningvrij voor zowel bouwen als het veranderen van het monument. – Verbouwingen en veranderingen in door het Rijk aangewezen beschermde stads- en dorpsgezichten worden vergunningvrij voor het onderdeel bouwen indien de bouwwerkzaamheden niet zichtbaar zijn vanaf het openbaar toegankelijk gebied. De geplande wijzigingen leiden tot behoorlijk wat discussie, omdat er een discrepantie lijkt te zijn tussen de bedoeling van het Ministerie van OCW en de letterlijke tekst van het Bor na inwerkingtreding van deze wijziging. Daar waar OCW voorbeelden geeft van het aanlassen van rotte kozijnen etc., geeft de tekst van het Bor de mogelijkheid om monumentale onderdelen door identieke (nieuwe) onderdelen te vervangen. Daarnaast stelt OCW dat bouwactiviteiten die ‘zichtbaar’ zijn, niet vergunningvrij zijn. Dit
26
2.7
terwijl de tekst van het wetsvoorstel uitgaat van dezelfde uitgangspunten als het huidige vergunningvrij bouwen (voor-en-achterkantbenadering, waarbij het achtererfgebied wel degelijk zichtbaar mag zijn vanaf het openbaar toegankelijk gebied). Naar de mening van de auteurs zal er nog behoorlijk geschaafd moeten worden aan het wetsvoorstel om de wet aan te laten sluiten bij de bedoelingen van OCW. De geplande inwerkingtreding van deze wijziging is 1 januari 2012. De wijzigingsvoorstellen en de factsheet van OCW zijn terug te vinden in de module Wabo op www.omgevingindepraktijk.nl/wabo.
Toekomstige ontwikkelingen vergunningvrij bouwen
In de komende tijd zijn een aantal aanpassingen gepland in de voorschriften voor vergunningvrij bouwen. Dit betreft, naast een correctie van fouten in de huidige regeling, aanpassingen in het kader van verdere deregulering. De belangrijkste worden hieronder toegelicht.
Gevaarlijke stoffen
de systematiek van het vergunningvrij bouwen
Mantelzorgwoningen Een mantelzorgwoning is een kleine, zelfstandige woning, die geplaatst kan worden bij een bestaande woning. Een mantelzorgwoning maakt het mogelijk om bijvoorbeeld dichtbij huis voor je ouders te zorgen, terwijl ze toch zelfstandig blijven wonen. Een aantal leveranciers levert kant en klare mantelzorgwoningen van ca. 50 m2. In het oorspronkelijke wetsvoorstel vergunningvrij bouwen (april 2009) was het mogelijk om zonder omgevingsvergunning voor het bouwen een mantelzorgwoning bij een woning te plaatsen. Door de aanpassingen als gevolg van de motie Boelhouwer / Wiegman werd het aantal vierkante meters vergunningvrij te plaatsen bouwwerk teruggedraaid naar 30 m2. De mantelzorgwoning werd daardoor vergunningplichtig, tenzij een dergelijke woning past binnen artikel 3 van bijlage II van het Bor. In de meeste gevallen is op een perceel slechts één woning toegestaan, zodat een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik vrijwel altijd noodzakelijk is. Dit leidt tot zeer veel vertraging, terwijl mantelzorg vaak op korte termijn noodzakelijk is.
Mantelzorg
De motie Pieper c.s.7 en de motie Linhard c.s.8 roepen beide de regering op om in deze situatie snel verandering te brengen, hetzij door aanpassing van de mogelijkheden voor ‘ontheffing’ van het bestemmingsplan, hetzij door aanpassing van de regels voor vergunningvrij bouwen. Het is de verwachting dat per 1 januari 2012 de voorschriften hierop zullen zijn aangepast en dat een mantelzorgwoning vergunningvrij mogelijk wordt. Overige wijzigingen De komende jaren zal, onder druk van verdere deregulering en lastenverlichting, het vergunningvrij bouwen naar verwachting verder worden verruimd. Op dit moment zijn hiervoor nog geen plannen bekend. Wel zullen naar alle waarschijnlijkheid een aantal ‘schoonheidsfoutjes’ in bijlage II van het Bor worden hersteld. Naar de mening van de auteurs komen de volgen punten in ieder geval voor herstel in aanmerking: – In de voorschriften bij artikel 2, onderdeel 5 (daglichtvoorzieningen) wordt gesproken van een afstand van 0,5 meter vanaf de zijkant. Hiermee wordt ook bedoeld de onder en bovenzijde in geval van een hellend dak. – Artikel 2, onderdeel 7 (kozijn en gevelpaneel) staat toe dat de kozijnen van een bijbehorend bouwwerk zonder omgevingsvergunning vervangen mogen worden. Een bijbehorend bouwwerk kan echter ook een erker of een ander bouwwerk aan de voorzijde zijn. De bedoeling van de wetgever was om kozijnwijzigingen aan de achterzijde vergunningvrij te maken, dus achter de voorgevel. Ook was het de bedoeling
‘Schoonheidsfoutjes’
7. Kamerstukken II, 2009/2010, 32 123 XI, nr. 34 8. Kamerstukken II, 2009/2010, 32 123 XI, nr. 38
27
algemeen IR. R. BLEEKER
IR. H.C.M. VAN EGMOND
om kozijnwijzigingen in bijgebouwen vergunningvrij te laten. De introductie van HANDBOEK VERGUNNINGVRIJ BOUWEN het bijbehorend bouwwerk heeft hier volgens de auteurs tot een onbedoelde samenloop van regels geleid. Herstel op dit punt is te verwachten. – Op grond van artikel 3, onderdeel 1 is het mogelijk om een vergunningvrij dakterras te maken op een bijbehorend bouwwerk. Dit zou in theorie ook een parkeerdek op de uitbouw van een supermarkt kunnen zijn. Het lijkt verstandig om de voorschriften voor bouwen onder artikel 3 op dit punt gelijk te stellen aan die in artikel 2. TEKSTEN EN COMMENTAAR
TEKSTEN EN COMMENTAAR
HANDBOEK VERGUNNINGVRIJ BOUWEN
deel i
BLEEKER VAN EGMOND
2.7
HANDBOEK VERGUNNINGVRIJ BOUWEN
ALLE VOORSCHRIFTEN PER BOUWWERK TOEGELICHT
EDITIE 2011
Of en wanneer deze (en andere) punten worden hersteld is op het moment van schrijven van dit boek nog niet bekend. De voorschriften in dit boek zijn derhalve gebaseerd op de regelgeving zoals die per 1 juli 2011 geldt. Met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 oktober 2010 zijn de regels voor vergunningvrij bouwen veranderd. Het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken is vervallen. De regels voor vergunningvrij bouwen zijn nu opgenomen in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. De nieuwe regels bieden meer ruimte om vergunningvrij te bouwen. Twee belangrijke veranderingen zijn dat vergunningvrij bouwen nu ook is toegestaan bij andere gebouwen dan woningen en dat vergunningvrij bouwen tijdens de nieuwbouw meteen mag worden meegenomen. Daarnaast is een nieuwe categorie vergunningvrij bouwen, die past binnen de grenzen van het ruimtelijk kader, aan de regeling toegevoegd. De nieuwe regeling is op onderdelen behoorlijk complex geworden. Zonder voorbeelden en aanvullende toelichting zijn de regels vaak moeilijk te doorgronden. De lezer vindt in dit boek een duidelijke toelichting op de regels per bouwwerk, aangevuld met voorbeelden. Ook worden tips en aandachtspunten bij het bouwen gegeven. Dit boek is geschreven door Hajé van Egmond en Rick Bleeker, die nauw betrokken zijn (geweest) bij de totstandkoming van de regeling, het Omgevingsloket online en de Helpdesk bouwregelgeving en brandveilig gebruik.
EDITIE 2011
ISBN 9789012573092
IR. R. BLEEKER IR. H.C.M. VAN EGMOND
EDITIE 2011
ISBN 978 90 12 57309 2 € 27,83 (excl. btw)
Bestel nu
Sdu Klantenservice Postbus 20014, 2500 EA Den Haag Telefoon: 070 – 378 98 80 Fax: 070 – 378 97 83 E-mail:
[email protected]
28