Handboek kwaliteitsborging duurzaam bouwen EOS LT: TRANSEP-DGO (Transitie in energie en proces voor duurzame gebiedsontwikkeling) Bijlagerapport 09
Publicatie: februari 2009 Handboek kwaliteitsborging duurzaam bouwen is een studie uitgevoerd in opdracht van de gemeente Delft. Vanwege haar relevantie is zij ingebracht in het project Transitie in energie en proces voor duurzame gebiedsontwikkeling (EOS LT: TRANSEP-DGO). De samenwerkende partijen in dit project zijn Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling Woningbouw, ECN, TNO, IVAM, Erasmus Universiteit (DRIFT), TU Delft, Hogeschool Zuyd, BuildDesk en Cauberg-Huygen. Het project valt onder de EOS-LT subsidieregeling. Auteurs: Ruud van Vliet, Ria Jharap en Pieter Klep, BuildDesk Meer informatie over het project Transitie in energie en proces voor duurzame gebiedsontwikkeling is te vinden op de website www.duurzamegebiedsontwikkeling.nl
Handboek Kwaltiteitsborging Duurzaam Bouwen Vragen om, sturen op en controleren van duurzame kwaliteit in de bouwpraktijk
Eindrapport
Ruud van Vliet Ria Jharap Pieter Klep
Rapportnummer: 1003 BuildDesk Benelux B.V., Delft Delft, 23 februari 2009
COLOFON
BuildDesk Benelux B.V., Delft Postbus 2960, 2601 CZ Delft Oude Delft 49, Delft Telefoon: 015 - 2150215 Telefax: 015 - 2150216 E-mail:
[email protected] Internet: www.builddesk.nl
Projectnummer: 70241002 Projecttitel: Handboek Kwaliteitsborging Duurzaam Bouwen Opdrachtgever: gemeente Delft
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch op geluidsband of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BuildDesk Benelux BV.
Inhoudsopgave 1
Inleiding......................................................................................................................1 1.1 Aanleiding ..............................................................................................................1 1.2 Doel ......................................................................................................................1 1.3 Aanpak en opzet van dit handboek.............................................................................2 1.4 Leeswijzer ..............................................................................................................2
2
Wat is kwaliteitsborging.................................................................................................3 2.1 Inleiding ................................................................................................................3 2.2 Hoe definieer je kwaliteit?.........................................................................................4 2.3 Instrumenten ten behoeve van kwaliteitsborging .........................................................5
3
Kwaliteitsborging per fase ..............................................................................................7 3.1 Initiatieffase ...........................................................................................................7 3.2 Definitiefase ...........................................................................................................9 3.3 Ontwerpfase ......................................................................................................... 10 3.4 Planfase ............................................................................................................... 12 3.5 Bouwfase ............................................................................................................. 14 3.6 Oplevering ........................................................................................................... 16 3.7 Overige Procesvoorwaarden .................................................................................... 17 3.8 Rol van de gemeente ............................................................................................. 21
4
Kwaliteitsborging op maatregelniveau............................................................................ 22 4.1 Energie ................................................................................................................ 22 4.2 Water .................................................................................................................. 25 4.3 Afval ................................................................................................................... 27 4.4 Materialen ............................................................................................................ 29 4.5 Gezondheid .......................................................................................................... 31 4.6 Integrale woonkwaliteit .......................................................................................... 33
Bijlagen: Bijlage 1: Productsheet maximalisatiemethode Bijlage 2: Benodigd instrumentarium inspectie Bijlage 3: Projectorganisatie en samenwerking incl. enkele voorbeelden van contractmodellen (bron: Inleiding Bouwmanagement, onder redactie van J.W.F. Wamelink; Delft 2007)
BuildDesk Benelux
i
BuildDesk Benelux
ii
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De gemeente Delft participeert in het SESAC-project (Sustainable Energy Systems in Advanced Cities), een onderdeel van het bredere Europese CONCERTO programma. In het SESAC-project demonstreren de deelnemende gemeenten (Delft, Grenoble en Växjö) hoe energiebesparing en de toepassing van duurzame energie in zowel nieuwbouw als bestaande woningbouw kan worden verbeterd, onder andere door middel van procesinnovaties. In het kader van het SESAC-project heeft een workshop plaatsgevonden, waarbij de projectpartners hebben afgesproken vorm te willen geven aan de kwaliteitsborging van duurzaam bouwen tijdens de bouwfase. Achterliggende gedachte is dat tijdens het bouwproces onvoldoende aandacht is voor duurzaam bouwen kwaliteit. Bovendien heeft landelijk onderzoek aangetoond dat in 25% van de gevallen de EPC berekeningen bij de vergunningaanvragen niet correct bleken en dat na realisatie bijna 50% van de gebouwen niet voldoen aan de wettelijke EPC-eisen1. Dit feit geeft duidelijk aan dat kwaliteitscontrole van groot belang. Dit brengt behoorlijk wat faalrisico’s en herstelkosten met zich mee en zet bovendien duurzaam bouwen onterecht in een negatief daglicht. 00% 25% 80%
47%
60% 40%
voldoet niet voldoet
75% 53%
20% 0% toetsing berekening EPC
praktijktoetsing EPC
Figuur 1: resultaten EPC-toetsing uit onderzoek Nieman
Delft heeft een klimaatplan vastgesteld dat aanstuurt op verdergaande energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Ook in dat kader is het wenselijk om te voorzien in kwaliteitsborging, zodat beoogde besparingen daadwerkelijk worden gerealiseerd.
1.2
Doel Met het gebruik van dit document beoogt de gemeente Delft de kwaliteit van duurzaam bouwen beter te borgen in het ontwikkel- en bouwproces, waardoor het afgesproken kwaliteitsniveau daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dit gebeurt zowel op procesmatig niveau als op het niveau van het toepassen van de maatregelen.
1
BuildDesk Benelux
Eindrapportage Woonkwaliteit Binnenmilieu in Nieuwbouwwoningen (2007: Bureau Nieman B.V.)
1
Dit handboek heeft tot doel om alle in het bouwproces betrokken partijen een handvat te bieden om maatregelen met betrekking tot duurzaam bouwen (dubo) kwalitatief goed tot uitvoering te brengen in de bouwpraktijk. Met een goede kwaliteitsborging is het mogelijk om wat vooraf door de betrokken partijen is afgesproken, aan het einde van het bouwproces in de praktijk gerealiseerd te zien.
1.3
Aanpak en opzet van dit handboek In dit kwaliteitshandboek wordt beschreven hoe de kwaliteitsborging voor duurzaam bouwen binnen een bouwproces in de gemeente Delft geregeld kan worden. Om dit handboek goed aan te laten sluiten op de behoeften van de huidige bouwpraktijk en voldoende draagvlak voor het handboek te creëren onder de betrokken partijen, zijn een aantal interviews bij deze partijen afgenomen. De resultaten van deze interviews zijn vervolgens als input gebruikt voor het opstellen van dit handboek. Het kwaliteitshandboek is tweeledig opgesteld: Allereerst wordt ingezoomd op de procesmatige aspecten die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit en waar met behulp van monitoring/controlemomenten de afgesproken duurzaam bouwen kwaliteit en daarmee natuurlijk ook de kosten beter kunnen worden beheerst. Daarnaast zal ook uitgebreid worden ingegaan op de toe te passen duurzaam bouwen maatregelen die tijdens het bouwproces aan de orde komen. Puntsgewijs worden deze maatregelen besproken op hun gevoeligheid en tevens wordt aangegeven hoe de wijze van controle kan plaatsvinden
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt nader toegelicht wat verstaan wordt onder “kwaliteitsborging”, waarna in hoofdstuk 3 ingegaan wordt op de procesmatige kwaliteitsborging. Hierbij komen onder andere de verschillende fasen in het ontwikkeling- en bouwproces aan de orde en de belangrijke beslismomenten. Ook beschrijven we de aanvullende randvoorwaarden die van belang zijn in het totale ontwikkel- en bouwproces om de kwaliteit van begin tot eind te waarborgen, zoals contractvormen en de rol van de gemeente. Hoofdstuk 4 zal vervolgens ingaan op de kwaliteitsborging op maatregelniveau, waarbij uitvoeringsgevoelige maatregelen besproken worden. In diverse bijlagen is aanvullende informatie gegeven die gebruikt kan worden in de bouwpraktijk. We verwijzen daarbij ook naar andere initiatieven voor kwaliteitsborging.
BuildDesk Benelux
2
2
Wat is kwaliteitsborging
2.1
Inleiding Kwaliteitsborging wordt conform de ISO9001 beschreven als: 'het aspect van kwaliteitsmanagement gericht op het geven van vertrouwen dat aan kwaliteitseisen zal worden voldaan' De Codex Hammurabi is één van de oudste en best bewaarde wetboeken die wij tot nu toe kennen. De tekst is op kleitabletten in spijkerschrift genoteerd en is waarschijnlijk in 1780 v, Chr. opgesteld. In deze codex is de volgende tekst te lezen: “wanneer een architect voor iemand een huis gebouwd heeft, waarvan de constructie niet stevig genoeg is, zodat het huis instort en de dood van de bouwheer veroorzaakt, dan moet deze architect gedood worden.” Dit soort rigide regelgeving kennen wij gelukkig niet, maar het geeft aan dat kwaliteitsborging in de bouw al sinds de oudheid als belangrijk wordt ervaren.
Het woord vertrouwen in de definitie is van groot belang. Een bekend spreekwoord zegt: Vertrouwen komt te voet en gaat te paard! Met andere woorden: het kost veel moeite om vertrouwen op te bouwen, maar het is heel gemakkelijk verspeeld. Bij het opbouwen van vertrouwen gaat het om de wijze waarop mensen communiceren, op de hoogte zijn van de meest actuele informatie en in hoeverre sprake is van samenwerking. Het geven van vertrouwen vraagt dus veel zorgvuldigheid en continu onderhoud. Vertrouwen in de kwaliteit van een bouwwerk ontstaat op het moment dat betrokkenen (vooral de opdrachtgever en de gebruiker) inzicht heeft in de opzet van de projectorganisatie, het verloop van het ontwerp- en bouwproces en kennis heeft van de inhoudelijke keuzes die zijn gemaakt. Bovendien hebben de betrokkenen behoefte aan het meten van de kwaliteit en het afrekenen ervan. Vandaar dat kwaliteitsborging te maken heeft met zowel proces als techniek. De kwaliteitsborging op procesniveau vraagt naast meetinstrumenten vooral een integrale processturing, waarbinnen de diverse meetinstrumenten toegepast kunnen worden. Bij zo’n integrale aanpak werkt men vanuit een gedeelde visie, creëert men een gezamenlijk belang en staat goede samenwerking en intensieve communicatie centraal. Vanuit de gedeelde visie wordt een vertaalslag gemaakt naar een dynamisch programma van eisen dat de basis vormt van het ontwerpproces. Vervolgens moet het definitieve ontwerp volgens de bedoelingen van het ontwerp worden vertaald naar een bestek en uiteindelijk realisatie. Een integrale verantwoordelijkheid is daarbij cruciaal.
Figuur 2: schematische weergave geïntegreerd ontwerpproces
BuildDesk Benelux
3
Dat betekent dat bij aanvang van een ontwikkelproces voor een gebouw helder moet zijn wat de te realiseren kwaliteit is en wie deze gedurende het proces bewaakt. Tijdens het totale proces dient tussen elke faseovergang een controlemoment te zijn om vast te stellen of het resultaat klopt met de uitgangspunten en afspraken. Afwijkingen die worden vastgesteld vragen om oplossingen of aanpassing van de uitgangspunten.
2.2
Hoe definieer je kwaliteit? Kwaliteit van gebouwen wordt vaak in drie dimensies gevat2: 1
Het streven naar degelijkheid en duurzaamheid, te vatten onder de term technische kwaliteit.
2
Het streven naar bruikbaarheid en comfort, te vatten onder de term functionele kwaliteit.
3
Het streven naar architectonische waarde en schoonheid, te vatten onder de term: esthetische kwaliteit.
Een andere manier om kwaliteit te definiëren is het benoemen van prestatievelden waar een gebouw aan moet voldoen. Deze prestatievelden kunnen vervolgens verder gedetailleerd worden in specifieke kwaliteiten die daar onderdeel van zijn. Per project kan deze definitie op unieke wijze nader worden gespecificeerd en dekken met elkaar de drie eerder genoemde kwaliteitsdimensies. Meestal worden de volgende acht prestatievelden onderscheiden: 1
Architectuur exterieur (de buitenkant van het gebouw, uitstraling, relatie met omgeving, buitenruimte);
2
Architectuur interieur (de indeling en inrichting, bouwconstructie);
3
Financiën (investering en exploitatie);
4
Comfort (temperatuur, geluid, luchtkwaliteit, licht, enz.);
5
Energie (energiezuinigheid, duurzame energie);
6
Materialen (milieubelasting, gezondheidsaspecten);
7
Flexibiliteit (aanpasbaarheid, uitbreidbaarheid);
8
Veiligheid (brand, trappen, drempels, politiekeurmerk).
Kwaliteit kan voor een deel objectief worden vastgesteld, maar kent ook een subjectieve kant. De objectieve aspecten zijn vaak ontleend aan wettelijke eisen en ontwerprichtlijnen en in kwantitatieve eisen vertaald, zoals de Energieprestatienorm, geluidsnormen, CO2-gehalte, lichtsterkte enz.. Dit zijn meetbare kwaliteitsaspecten die vooral van technische aard zijn. Kwaliteit is een oordeel over de eigenschappen van een product. Naast de objectieve, kwantitatieve aspecten kan ook een oordeel worden gevormd over bijvoorbeeld de esthetische en functionele kwaliteit van een gebouw. Daar kunnen de meningen over verdeeld zijn.
2
Uit: “Woningbouw inspiratie en ambities, kwalitatieve grondslagen van de sociale woningbouw in
Nederland” (dissertatie N. de Vreeze, TU Delft), Almere (Nationale Woningraad)
BuildDesk Benelux
4
Ook prijs is een eigenschap waar kwaliteit aan gerelateerd wordt. Een redelijke prijs voor een gebouw kan op diverse manieren worden ingevuld en is onder andere afhankelijk van de positie van degene die het oordeel vormt en de marktomstandigheden. Een redelijke prijs kan dus per periode verschillen voor eenzelfde product. Het uitvoeren van kwaliteitsborging gedurende alle fasen van het bouwproces kan bijdragen tot het beter beheersen van kwaliteit en het voorkomen van faalkosten.
Wat zijn faalkosten in de bouw? Faalkosten zijn alle kosten die onnodig ten behoeve van het eindproduct zijn gemaakt. Faalkosten worden veroorzaakt doordat het bouwproces onnodig inefficiënt verloopt, het eindproduct niet aan de afgesproken kwaliteitseisen voldoet dan wel door het feit dat er zaken moeten worden hersteld of vervangen. Faalkosten kunnen soms oplopen tot 10% van de bouwsom (bron SBR).
2.3
Instrumenten ten behoeve van kwaliteitsborging Kwaliteitsborging in het bouwproces gaat primair over het vaststellen of afspraken voldoende zijn vertaald in het ontwerp en de realisatie van het (woon)gebouw. Om afspraken te kunnen handhaven dienen deze te zijn vertaald in meetbare factoren. Voor een groot deel zal dat te vinden zijn in specifieke eisen ten aanzien van bijvoorbeeld luchtkwaliteit, energiegebruik, afmetingen van ruimten enz..Daarnaast kunnen checklisten worden gebruikt om vast te stellen of bepaalde aspecten zijn meegenomen in het gebouw. Voor het thema veiligheid bestaat een uitgebreide lijst op basis waarvan o.a. het politiekeurmerk kan worden verstrekt. Voor duurzaam bouwen zijn diverse instrumenten op de markt om de duurzame kwaliteit van een gebouw meetbaar te maken, zoals GPR-gebouw3 . Deze instrumenten maken gebruik van de bestaande kwantitatieve en kwalitatieve eisen en vertalen dit in een rapportcijfer. Deze instrumenten zijn vooral bedoeld om de duurzame kwaliteit van het gebouw tijdens de ontwerpfase verder te detailleren. Kwaliteitsborging in de bouwfase kan voor een deel plaatsvinden op basis van certificaatsystemen, maar vraagt daarnaast goed toezicht en opleveringscontroles. Hoofdstuk 4 beschrijft de meest belangrijke technische maatregelen die voor de duurzaam bouwen kwaliteit het meest relevant zijn en geeft aan wat de gevoeligheid van de maatregel is en op welke wijze de controle kan plaatsvinden. In het begin van dit hoofdstuk werd al genoemd dat kwaliteitsborging te maken heeft met vertrouwen.
3
GPR-gebouw: (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn) is een softwarepakket dat de gemeente Delft gebruikt voor het
bepalen van de mate van duurzaamheid van een project. Het wordt in eerste instantie gebruikt om te bepalen in hoeverre het ontwerp voldoet en wat het effect is op de score wanneer voor bepaalde maatregelen wordt gekozen. GPR-gebouw dient zo vroeg mogelijk in het ontwerpproces te worden gebruikt.
BuildDesk Benelux
5
Het vertrouwen dient gedurende het gehele ontwikkel- en realisatieproces van een bouwproject aanwezig te zijn en ontstaat al in een zeer vroeg stadium. Hier ligt een belangrijke taak van de opdrachtgever die in de opdracht de visie op het te bouwen object definieert. Van belang is ook wie er toetst en de legitimatie daarvan; dit moet door de betrokken partijen worden afgesproken.
BuildDesk Benelux
6
3
Kwaliteitsborging per fase Dit hoofdstuk beschrijft per fase hoe de kwaliteit kan worden geborgd. De fasering komt overeen met de fases die over het algemeen worden gehanteerd in ontwikkelprojecten. Per fase is aangegeven wat de kwaliteitsborging inhoudt, welke aandachtspunten en randvoorwaarden belangrijk zijn, welke instrumenten ingezet kunnen worden en welke partijen betrokken zijn. Wij onderscheiden zes projectfasen:
Bij de eerste vier fasen zijn vooral de procesaspecten relevant. Vanaf de bouwfase worden de meer praktische aspecten belangrijk, maar ook in die fasen dient aandacht te zijn voor de wijze waarop alle uitvoerende partijen samenwerken en communiceren.
3.1
Initiatieffase
3.1.1
Inleiding Deze fase is de start van de ontwikkeling van een gebouw of een wijk. Hierin wordt de basis gelegd voor het vervolg en vandaar dat het van groot belang is in deze fase ook de aanzet te geven voor de kwaliteitsaspecten van het gebouw of de wijk. In de initiatieffase wordt het idee voor een bouwproject bedacht en start het ontwikkelproces en daarmee tevens de kwaliteitsborging.
3.1.2
Aandachtspunten
Zorg voor een heldere visie op het te ontwikkelen project. Beantwoord daarbij de volgende vragen:
o
Welke functie krijgt het gebouw/project?
o
Voor wie is het gebouw/project bedoeld?
o
Zijn de toekomstige gebruikers al bekend?
o
Wat moet de sfeer zijn van het gebouw/de wijk?
o
Welke kwaliteit is meest belangrijk in het gebouw/project?
Formuleer op basis van deze en aanvullende vragen een visie, waarin naast de gebruikelijke aspecten zoals functie, tijd en geld ook de kwaliteit van het gebouw of de wijk in globale termen is beschreven. Neem daarin ook omgevingsfactoren mee om te voorkomen dat het gebouw onvoldoende aansluit op de buurt.
Bij de visievorming is het van belang voldoende speelruimte te behouden om in een latere fase tot definitieve keuzes te komen. Een visie geeft een wensbeeld en is een concept, geen eindbeeld. Het moet leiden tot inspiratie en ideeën.
BuildDesk Benelux
7
Visievorming vraagt tijd en energie, maar levert duidelijkheid op over de bedoelingen van de opdrachtgever. Men moet bereid zijn hierin te investeren. Uiteindelijk betaalt het zich uit in een beter resultaat en tevreden gebruikers/bewoners.
Visievorming vraagt creativiteit en de ruimte om buiten de gebaande paden te denken. Kies zorgvuldig de mensen uit die in deze fase meewerken aan de visievorming.
Ga in deze fase niet teveel in details. Dat is iets voor de definitiefase.
Zorg voor een Integraal Project Kwaliteitsplan (IPKP), waarin alle relevante aspecten voor alle bouwpartijen helder zijn beschreven en op basis waarvan de opdrachtgever de kwaliteitscontrole kan uitvoeren. Per fase kan de hoofdverantwoordelijkheid bij andere partijen liggen. Zorg ervoor dat de verantwoordelijkheid goed wordt overgedragen van de ene fase naar de volgende. Het IPKP is hiervoor een goed hulpmiddel.
3.1.3
3.1.4
Randvoorwaarden
Draagvlak voor visievorming in de organisatie is essentieel.
Geef ruimte aan de ideeën maar zorg tijdig voor structuur.
Instrumenten Voor visievorming zijn diverse instrumenten mogelijk:
Creatieve werkvormen: visievorming kan het beste plaatsvinden samen met toekomstige gebruikers. Bij de visievorming moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de creativiteit van de betrokkenen. Indien deze nog niet bekend zijn kunt u gebruik maken van een referentiegroep die representatief zijn voor de toekomstige gebruikers. Voor ontwikkelaars kan dit in de vorm van een consumentenpanel: een groep bewoners van een bestaande wijk die in een tweetal sessies betrokken worden bij de visievorming. Corporaties kunnen hun huurders uitnodigen een bijdrage te leveren aan de visievorming van de toekomstige wijk. Betrek bij de ontwikkeling van utiliteitsgebouwen de toekomstige gebruiker.
Voorbeeldprojecten: wanneer elders al ervaring is opgedaan met een vergelijkbaar project is het raadzaam van de opgedane ervaringen gebruik te maken. Een excursie naar zo’n project helpt goed voor de visievorming van het eigen project.
Maximalisatiemethode: met deze werkvorm kan de opdrachtgever met diverse deskundigen werken aan het vormgeven van de visie op het te bouwen object of wijk. Deze methode maakt het mogelijk interdisciplinair te werken, structurerende thema’s en prioriteiten inzichtelijk te maken en zorgt voor een goede voorbereiding van het ontwerpproces. Deze methode leidt tot een beter resultaat (zie voor extra uitleg bijlage 1).
Nota van Uitgangspunten: dit is een beslisdocument waarin de visie voor het project is vormgegeven en omschreven op conceptueel niveau. Het geeft daarmee richting aan de uitwerking in de vervolgfase en kan gebruikt worden om de resultaten van de definitiefase te toetsen. Voorkom dat in de Nota van Uitgangspunten teveel details worden opgenomen. Dit levert beperkingen op voor de definitiefase, terwijl in die fase juist ruimte moet zijn voor het verkennen van kansen en mogelijkheden.
BuildDesk Benelux
8
3.2
Definitiefase
3.2.1
Inleiding In de definitiefase wordt de visie in detail uitgewerkt in een Programma van Eisen (PvE). Ook wordt de organisatie van het ontwerpproces vormgegeven. In het PvE zijn de wensbeelden van de visie vertaald naar specifieke eisen op het gebied van de technische, functionele en ethische kwaliteit. Het bevat bovendien de beheersaspecten van het project:
3.2.2
kwaliteit
tijd
geld
organisatie informatie en communicatie
mensen
hulpmiddelen
Aandachtspunten
Het PvE is de basis voor de ontwerpfase en vraagt dus veel zorgvuldigheid. Ga bij het opstellen van het PvE uit van het principe van integraal ontwerpen (zie paragraaf 3.3 voor nadere uitleg).
Zorg voor een dynamisch PvE. Dat wil zeggen dat nog niet alle oplossingen in het PvE zijn omschreven. Het geeft wel zicht op het eindbeeld, maar laat ook ruimte over om in de ontwerpfase keuzes te maken.
Het PvE is het toetsingskader voor de ontwerpfase. Neem hiervoor concrete kwantitatieve en kwalitatieve eisen op waaraan het ontwerp moet voldoen. Ontleen de kwantitatieve eisen aan bijvoorbeeld wet- en regelgeving. Verder zijn er voor veel onderdelen richtlijnen opgesteld door o.a. ISSO en andere instanties.
Definieer met behulp van bijvoorbeeld GPR de kwalitatieve eisen en vetaal dit in de score die behaald moet worden. Beschrijf tevens de wijze van toetsing en op welke momenten dit dient te geschieden.
Het PvE is vaak de basis voor een aanbesteding van het ontwerpproces. Neem daarom in het PvE ook de procesvoorwaarden mee die van belang zijn in het ontwerpproces (zie paragraaf 3.3). Houdt bij de selectie van het ontwerpteam rekening met de competenties voor integraal ontwerpen, waarbij de bereidheid tot samenwerking en communicatievaardigheden de meest essentiële zijn.
Betrek de gebruikers bij de uitwerking van het PvE om vooral de functionele eisen goed uit te werken.
BuildDesk Benelux
9
3.2.3
Randvoorwaarden
Voldoende financiële middelen om haalbaarheidsonderzoeken te financieren en bepaalde externe deskundigheid in te zetten.
3.2.4
Instrumenten
Maak gebruik van GPR, BREEAM of GreenCalc om de duurzaam bouwen eisen nader uit te werken.
Workshops met betrokkenen zorgt voor verdieping van kennis. Biedt de deelnemers de ruimte elkaar vragen te stellen over ieders expertise en kennis te delen. Daarmee komt meer informatie op tafel die u kunt gebruiken in het PvE.
Energievisie: geeft inzicht in de mogelijkheden voor efficiënte en/of duurzame energietechnieken. Vooral geschikt voor gebiedsontwikkeling.
3.3
Ontwerpfase
3.3.1
Inleiding De huidige ontwerppraktijk is veel complexer dan vroeger. Naast de wettelijke eisen wordt de kwaliteit van een gebouw van steeds groter belang. Gezondheid, duurzaamheid en veiligheid zijn kwaliteitsaspecten die leiden tot complexe ontwerpopgaven. Om de gewenste duurzaam bouwen resultaten te bereiken is een integraal proces, waarbij alle relevante partijen worden betrokken, noodzakelijk. Een “traditioneel” ontwerpproces ziet er in theorie rechtlijnig uit: stap voor stap wordt gewerkt aan het resultaat. De werkelijkheid is dat de meeste processen meer iteratief verlopen: twee stappen vooruit één stap achteruit. Bovendien wordt een probleem vaak geïsoleerd bekeken en opgelost, zonder te checken wat het effect van de oplossing is op het
Figuur 3: weergave verloop ontwerpproces
geheel. Daardoor worden andere problemen vaak veroorzaakt die soms niet eerder dan in de gebruiksfase zichtbaar worden. Een geïntegreerd ontwerpproces kent een cyclisch verloop, waarbij continu het geheel wordt beschouwd en de tussenresultaten worden getoetst aan de uitgangspunten.
3.3.2
Aandachtspunten
Selecteer het ontwerpteam op basis van kennisniveau en competenties Bijvoorbeeld op het gebied van samenwerking en geïntegreerd ontwerpen. Die competenties zijn cruciaal om tot goede samenwerking te komen. Door daar al bij de selectie aandacht aan te besteden, zorgt u dat het team goed is samengesteld en ook dat de leden van het team aangesproken kunnen worden op de afspraken rond samenwerking.
BuildDesk Benelux
10
De samenwerking kan extra gestimuleerd worden door naast een projectmanager ook een procesbegeleider toe te voegen aan een ontwerpteam. De rol van de procesbegeleider kan relevant zijn, omdat deze persoon geen belang heeft in het uiteindelijke resultaat en alleen let op de wijze waarop alle betrokken adviseurs met elkaar samenwerken. Daar waar de samenwerking moeizaam verloopt, zal de procesmanager ingrijpen om de oorzaak ervan helder te krijgen en tot oplossingen te komen.
Formuleer op basis van het PvE een duidelijke opdracht en creëer een gezamenlijk belang Samenwerken lukt alleen wanneer alle betrokkenen ook echt samen iets willen bereiken. Eigen belangen dienen hiervoor te wijken. Uiteraard binnen zekere grenzen, maar wanneer iedereen in staat wordt gesteld die grenzen aan te geven bij aanvang van het proces weet ook het hele team waar die grenzen liggen en kan daarmee rekening worden gehouden. Door bij de start van de ontwerpfase stil te staan bij de geformuleerde opdracht en van elkaar te vernemen hoe deze door alle adviseurs wordt geïnterpreteerd ontstaat helderheid in ieders perceptie en kan het team werken aan het nader definiëren van de opdracht.
Creëer een gemeenschappelijk begrippenkader Naast het creëren van een gezamenlijk belang dient het ontwerpteam ook een gezamenlijk begrippenkader te ontwikkelen. Ogenschijnlijk lijkt dat een overbodig aspect, maar de praktijk leert dat iedereen een eigen beeld vormt bij bepaalde termen. Het voorkomt dat de deelnemers hun eigen insteek kiezen voor ontwerpvragen en een verkeerde insteek kiezen voor bepaalde onderdelen Zo zijn er meer termen en ook normen
Tijdens een startworkshop van een ontwerpteam van een multifunctionele accommodatie kwam de term transparantie ter sprake. De architect had deze term vertaald in een schetsontwerp waarop een gebouw te zien was met een glazen gevel. De perceptie van de architect was heel letterlijk: een gebouw waar je in en doorheen kunt kijken. Een stedenbouwkundige die deelnam aan de discussie gaf aan dat hij dat niet bedoelde met de term transparant en dat hij geen glazen gebouw wil op de beoogde locatie. Transparant betekende voor hem dat het gebouw zich makkelijk laat “lezen”: dat het duidelijk is waar de ingang is en dat je direct ziet waar je moet zijn wanneer je het gebouw binnenkomt. Het uiteindelijke ontwerp was mede door deze discussie totaal anders dan het schetsontwerp.
waar expliciet bij stilgestaan moet worden bij aanvang van het ontwerpproces om te voorkomen dat de betrokken ontwerpers en adviseurs voorstellen maken die niet op elkaar passen. Een goede sessie levert in
die zin veel tijdwinst op. Betrek de toekomstige gebruiker bij het ontwerpproces Als het om vertrouwen gaat dan is de betrokkenheid van de toekomstige gebruiker cruciaal. Zij weten over het algemeen heel goed wat zij nodig hebben om hun taken uit te voeren. Het is de taak van het ontwerpteam deze kennis naar boven te halen en daar goed notie van te nemen. Middelen om dit te doen zijn: o o
interviews individuele ontwerpsessies
o
gezamenlijke ontwerpsessies
BuildDesk Benelux
11
Aangezien gebruikers over het algemeen leken zijn als het gaat om het ontwerpen van gebouwen en zij dat hooguit een enkele keer in hun carrière meemaken is het belangrijk middelen in te zetten die voor hen voldoende inzicht geven in het effect van bepaalde ontwerpkeuzes. Tegenwoordig gebruiken veel architectenbureaus zeer geavanceerde 3D-ontwerpprogramma’s, waardoor het een stuk eenvoudiger wordt een beeld te tonen van het gebouw.
3.3.3
Randvoorwaarden
Een dynamisch programma van eisen als basis.
Heldere afspraken over de te realiseren kwaliteit.
Voldoende tijd en ruimte om aanvullend onderzoek te doen naar alternatieve oplossingen voor ontwerpvragen.
3.3.4
Instrumenten
Gebruik GPR of een ander software programma als ontwerptool en niet alleen als toetsingsmiddel.
Organiseer een bijeenkomst met alle betrokkenen waarin het ontwerp wordt getoetst aan de uitgangspunten die zijn beschreven in de Nota van Uitgangspunten en zijn uitgewerkt in het PvE. Deze toets dient plaats te vinden aan het eind van de VO-fase (voorlopig ontwerp) en de DO-fase (definitief ontwerp). o
Wanneer het ontwerp voldoet, kan het door naar de volgende fase.
o
Indien het afwijkt van de uitgangspunten dient dit nader te worden toegelicht door het ontwerpteam. Wanneer de verklaring acceptabel is, dient het PvE op de aangepaste onderdelen te worden gewijzigd. Wanneer de verklaring onvoldoende wordt bevonden dient het ontwerpteam het ontwerp aan te passen.
3.4
Planfase
3.4.1
Inleiding In de planfase wordt het definitief ontwerp vertaald naar een bestek en werktekeningen. Op basis van het bestek kan een aanbesteding plaatsvinden voor de Bouwfase. De vertaling van de ontwerpkeuzes naar technische omschrijvingen in het bestek is cruciaal. Het gaat vooral om de vertaling van het ontwerp naar technische omschrijvingen. Onderdelen van het ontwerp worden tot in detail uitgewerkt. De keuzes die in deze fase worden gemaakt zijn bepalend voor de verdere realisatie. De aannemer biedt zijn prijs aan op basis van het bestek en afwijkingen kunnen leiden tot forse kostenverhogingen. Tevens wordt duidelijk in hoeverre in het ontwerp complexe details zitten.
BuildDesk Benelux
12
Over het algemeen wordt een bestek opgesteld door andere personen dan de ontwerpers. Dit brengt risico’s met zich mee: in hoeverre volgen de bestekschrijvers de uitgangspunten die het ontwerpteam heeft gebruikt; hebben de bestekschrijvers voldoende kennis om de afwijkende keuzes goed te vertalen naar bestekomschrijvingen? Een architect had een ontwerp gemaakt voor een functioneel gebouw. De constructie bestond volledig uit stalen balken en bevatte veel verschillende hoeken en krommingen. Het ontwerp bleek zo complex dat er voor bepaalde details geen werktekeningen gemaakt konden worden. De software was niet in staat de draaiingen die de architect voor ogen had te maken. Tussen de architect en de aannemer ontstond een conflict over wie het probleem moest oplossen en dat leidde tot veel vertraging in de bouwfase. Uiteindelijk heeft de aannemer op de bouwplaats de oplossingen ter plekke moeten maken.
Goede informatieoverdracht is van groot belang. Op basis van het bestek worden vaak de aannemers geselecteerd. Het bestek vormt dan de lijst met werkzaamheden op basis waarvan de aannemer de bouwsom kan bepalen. Door ook procesaspecten goed mee te nemen in het bestek voorkomt u dat tijdens het bouwproces discussie ontstaat over de aanneemsom. Dit kan in het uiterste geval leiden tot vertraging van het bouwproces, omdat de aannemer weigert extra tijd in te zetten voor o.a. overleg. In het bestek zullen ook de toetsingsmomenten en methoden expliciet beschreven moeten zijn. Dit zorgt ervoor dat de aannemers zich bewust zijn van hun risico’s wanneer zij niet overeenkomstig de afspraken opleveren. Daarmee komt de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit meer bij de bouwpartijen te liggen.
3.4.2
Aandachtspunten
Gebruik bij voorkeur een gestandaardiseerd bestekprogramma zoals STABU. Hierin zijn de meeste technische omschrijvingen al opgenomen en veel aannemers zijn bekend met deze termen. Zorg er wel voor dat de afwijkingen op het standaardbestek goed zijn uitgewerkt om misverstanden te voorkomen.
Begin de uitwerkingsfase met een goede overdracht van het ontwerp aan de bestekschrijvers. Zij zijn vaak niet betrokken geweest bij het ontwerpproces en kennen dus niet de achterliggende overwegingen die tot de ontwerpkeuzes hebben geleid. Een workshop waar de opdrachtgever samen met de architect en de bestekschrijvers het ontwerp bespreken kan hierbij zinvol zijn.
Neem in het bestek ook de procesaspecten op voor de uitvoeringsfase. Besteed vooral veel aandacht aan de communicatieaspecten. Tijdens de bouwfase kunnen afwijkingen ontstaan doordat bijvoorbeeld bepaalde ontwerpkeuzes in de praktijk onmogelijk blijken of om andere redenen. Zorg dat er een goed informatiesysteem wordt gehanteerd die voorkomt dat de diverse partijen met verschillende documenten werken, zoals aangepaste werktekeningen en meerwerklijsten. Ervaring leert dat dit vaak een oorzaak is van miscommunicatie.
Een voorbeeld van een dergelijk informatiesysteem is ProjectPlace
Controleer of de bestekschrijver de ontwerpkeuzes op een juiste wijze heeft vertaald
(www.projectplace.nl) en Hubble (www.hubble.nl). in de technische omschrijvingen.
BuildDesk Benelux
13
3.4.3
Randvoorwaarden
Goede kennisoverdracht van ontwerpers naar bestekschrijvers.
Controle van het bestek op de juiste vertaling van het ontwerp in de technische omschrijvingen.
3.4.4
Instrumenten
Een bestekprogramma, zoals STABU of RAW (de laatste is vooral geschikt voor grond, weg en waterbouwprojecten).
Een virtuele projectomgeving waarin alle geaccordeerde documenten in te vinden zijn waar de uitvoerende partijen mee moeten werken.
3.5 Bouwfase
3.5.1
Inleiding In de Bouwfase wordt uiteindelijk bepaald wat de kwaliteit van de woning wordt. Ook al heeft het ontwerpteam heel goed werk geleverd en is het ontwerp volledig volgens de verwachtingen afgrond, dan nog kan het in de bouwfase volledig mis gaan. Zoals in paragraaf 1.1 al te lezen is blijken de gebouwen die in Nederland worden gebouwd heel vaak niet te voldoen aan de wettelijke eisen, dus zeker niet aan de aanvullende eisen die gemeenten en ontwikkelaars stellen. Toezicht tijdens de bouwfase is van groot belang. De ontwikkelende partij is in essentie verantwoordelijk voor dat toezicht. Zij heeft ook het meest belang bij het correct en volgens de opgegeven eisen realiseren van het project. Gebrek aan toezicht is een belangrijke oorzaak van de faalkosten die in Nederland ongeveer vier tot acht miljard per jaar bedragen (bron: USP Marketing Consultants). In de gemeente Heerhugowaard is veel ervaring opgedaan met kwaliteitscontrole op de bouwplaats. De ontwikkelende partijen hebben veel onderzoek gedaan naar de technische eisen om woningen energieneutraal te bouwen. Op basis van de
Figuur 4: TNOkeurmerk Groenwoning
onderzoeksresultaten heeft men een protocol ontwikkeld voor de kwaliteitscontrole. TNO-Keur was betrokken in dat traject en heeft de ervaringen vertaald naar een certificaat Groenwoning.
3.5.2
Aandachtspunten
Zorg voor betrokkenheid van de geselecteerde bouwpartijen en maak hen bewust van hun verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde kwaliteit. Dit kan worden bereikt door een bijeenkomst te organiseren, waarbij de opdrachtgever samen met de architect en eventueel de bestekschrijvers de aannemers toelichting geeft op het te bouwen project. Geef hen ook gelegenheid vragen te stellen over het ontwerp en de gekozen uitgangspunten.
BuildDesk Benelux
14
Neem in de overeenkomsten met bouwpartijen (aannemers en onderaannemers) afspraken op over de te leveren kwaliteit, de wijze waarop deze kwaliteit wordt getoetst en welke consequenties verbonden zijn met het niet nakomen van de afspraken.
Eis per aannemer en/of onderaannemer een eigen kwaliteitsplan en verplicht hen deze te overleggen met de opdrachtgever.
Maak gebruik van de sancties die in het contract zijn afgesproken wanneer de afspraken onvoldoende zijn nagekomen. Het onverwijld toepassen van sancties zorgt voor meer bewustwording bij de bouwpartijen en dwingt hen de gemaakte afspraken na te komen.
Zorg voor correcte en duidelijke werktekeningen. Zorg dat alle partijen met de juiste versies werken.
Controleer regelmatig of de uitvoering correct is. Controle dient in ieder geval plaats te vinden op het moment dat bij de eerste woning: 1. De begane grondvloer ligt. 2. De verdiepingsvloer ligt. 3. De gevelelementen op de verdieping gemonteerd zijn. 4. De kap ligt/ start metselwerk. 5. De tweede slag is gemetseld. 6. De ‘proefopstelling’ is gemaakt van de installatie. 7. De leidingen op de vloer zijn aangelegd – dus nog net voor de cementdekvloer wordt aangebracht. 8. De binnenwanden en kokers zijn aangebracht. 9. Het tegelwerk is aangebracht. 10. Sprake is van vooroplevering.
Figuur 5: bouwplaatscontroles (Foto: VBM Ontwikkeling)
Zorg voor een goede planning van het bouwproces. Kwaliteit en bouwkosten hebben vaak te leiden van slechte planningen die er onder andere toe leiden dat beoogde bouwmaterialen te laat beschikbaar zijn en gekozen wordt voor alternatieven die vaak niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.
Voer een goede frisco-inventarisatie uit. In het bouwproces is sprake van afhankelijkheid van diverse aspecten. Een frisco-inventarisatie kan problemen vaak voorkomen en biedt alternatieven op het moment dat een probleem zich voordoet. Het uitvoeren van een frisco-inventarisatie maakt alle partijen bewust van de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen. (zie ook paragraaf 3.7.3 voor nadere toelichting op risicobeperking).
BuildDesk Benelux
15
3.5.3
Randvoorwaarden
Bouwpartijen die gewend zijn de eindverantwoordelijkheid te nemen voor de te realiseren kwaliteit.
Goede contracten waarin de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit expliciet is omschreven en toebedeeld.
3.5.4
Uitvoerbare sancties.
Instrumenten
Checklisten met de aanwijzingen voor de uitvoering van details. LET OP: vanwege de inzet van bouwvakkers uit andere EU-landen de checklisten eventueel ook in Engelse of Duitse taal beschikbaar maken.
Webbased projectarchief dat voor alle uitvoerende partijen beschikbaar is.
3.6
Oplevering
3.6.1
Inleiding Uiteindelijk zal het project gereed zijn en vindt de oplevering plaats aan bewoners of gebruikers. Veelal worden bepaalde gebreken vastgesteld bij de oplevering die de aannemer moet aanpassen of herstellen. Vandaar dat de oplevering van een bouwproject vaak fases gaat: een eerste voorlopige oplevering en uiteindelijk een definitieve oplevering met tussendoor mogelijk nog een tweede of derde oplevering. Bij de oplevering gaat het naast zichtbare ook om onzichtbare gebreken. De zichtbare gebreken kunnen meestal met een schouwing worden vastgesteld. De onzichtbare gebreken moeten door middel van specifieke meetapparatuur naar voren komen. Te denken valt aan luchtdichtheid van de woning en de eventuele aanwezigheid van thermische lekken in de gevel. Dit zijn twee belangrijke indicatoren om vast te stellen of aan de energieprestatie wordt voldaan. Het is van belang de aansprakelijkheid van geconstateerde gebreken goed in de contracten vast te leggen en wel zodanig dat ook na definitieve oplevering er nog mogelijkheden zijn de aannemer of ontwikkelaar de gebreken die tijdens de gebruiksfase naar voren komen te laten herstellen.
Figuur 6: voorbeeld van een thermografische meting (foto: VBM Ontwikkeling)
BuildDesk Benelux
16
3.6.2
Aandachtspunten
Loop alle bouwkundige zaken nauwgezet door met de aannemer en kijk vooral op plekken die niet direct in het zicht van de bewoner of de gebruiker liggen.
Maak gebruik van goede meetinstrumenten om afwijkingen vast te stellen. Bijlage 2 geeft een overzicht van mogelijke meetinstrumenten en de voorwaarden waaraan deze moeten voldoen.
Begin jaren 90 van de vorige eeuw was een gebouw opgeleverd, maar één ruimte kon men maar niet op temperatuur krijgen. De beheerder heeft van alles geprobeerd, maar het leverde geen resultaat op. Op een gegeven moment tilde een medewerker een tegel van het systeemplafond omhoog en zag daar tot zijn verbijstering een muur die niet was afgemetseld. Een gapend gat was zichtbaar en de wind en kou kon daar ongehinderd naar binnen stromen. Het “gebrek” was al die tijd niet opgemerkt.
3.6.3
Randvoorwaarden
Opleveringsaspecten dienen goed in de contracten te zijn opgenomen zodat partijen aangesproken kunnen worden op geconstateerde gebreken.
3.6.4
Instrumenten
Checklisten voor zichtbare gebreken.
Voor niet-zichtbare gebreken zijn diverse instrumenten mogelijk, zoals thermografische foto’s en luchtdichtheidsmetingen.
3.7
Overige Procesvoorwaarden
3.7.1
Betrokken partijen In een bouwproces zijn vele partijen betrokken. Sommige partijen gedurende het gehele traject, maar ook partijen die slechts in een beperkt aan tal fases hun bijdrage leveren. Het is van groot belang goed na te denken wie wanneer betrokken is en in welke rol. Het is zaak een slagvaardige projectorganisatie op te zetten en per fase te bepalen welke competenties nodig zijn. In de initiatieffase bijvoorbeeld is het van belang mensen te betrekken die abstract kunnen denken en zich niet direct verliezen in allerlei technische details. In het begin gaat het om de grote lijn en de visievorming. Later zijn de specialisten erg nodig die de visie kunnen vertalen naar een ontwerp en een bestek.
Maar van groot belang is dat de opdrachtgever van begin tot eind deelneemt aan het proces, maar wel per fase in de rol die hoort bij de opdrachtgever. Dat betekent een bepaalde afstand van de dagelijkse ontwikkelingen, maar bepalend bij alle besluiten die worden genomen. Daarnaast dient de toekomstige gebruiker vanaf het begin betrokken te zijn. Wanneer men nalaat de gebruiker in het traject te betrekken, loopt men het risico dat het gebouw uiteindelijk niet aansluit bij de wensen van de gebruiker. Vaak leidt dit tot aanpassingen tijdens de gebruiksfase en dus extra kosten. In veel gevallen moet de gebruiker veel moeite doen bij de opdrachtgever om de middelen voor het aanpassen van het gebouw beschikbaar te krijgen. Dit leidt tot irritatie en is niet bevorderlijk voor het werkklimaat.
BuildDesk Benelux
17
In onderstaande tabel is weergegeven wanneer welke disciplines betrokken zijn. De groene kleur betekent zeker betrokken; geel betekent mogelijk betrokken.
Initiatief
Definitie
Ontwerp
Plan
Bouw
Oplevering
Opdrachtgever Architect Adviseurs Gebruiker/bewoner Bestekschrijver/ technisch tekenaar Aannemers (inclusief installateurs e.d.) Bevoegd Gezag Tabel 1: overzicht betrokkenheid diverse deelnemers aan ontwikkelproces Groen betekent zekere betrokkenheid; geel betekent mogelijke betrokkenheid
3.7.2
Contractering De organisatie van het bouwproces is fors aan het veranderen. Zo is het nodig binnen complexe bouwopgaven te werken met nieuwe projectorganisatievormen en contractvormen. Bij de keuze voor een organisatiemodel zijn vier factoren van belang4:
invloed van de opdrachtgever;
scheiding tussen ontwikkeling en exploitatie;
onafhankelijkheid van beïnvloeding door de markt, politiek of omgeving;
integreren van de opbrengsten van het project in de uitbesteding.
Op basis van deze factoren zijn vier organisatiemodellen te benoemen: ontwerp en uitvoering;
projectontwikkeling of koop;
totaalontwikkeling;
strategische samenwerking.
Bij het kiezen van een contractmodel spelen vier factoren een belangrijke rol: verdeling van risico’s;
contractuele relaties en rechtsverhoudingen tussen partijen;
functionele verhoudingen tussen partijen;
fasering van het bouwproces en het tijdstip van deelname van partijen.
De keuze van het contractmodel hangt samen met de keuze voor het organisatiemodel. In bijlage 3 staan alle mogelijke contractmodellen nader beschreven.
4
Bijlage 3 bevat een kopie van hoofdstuk 5 uit de reader Inleiding Bouwmanagement van de TU-
Delft (Delft 2007). In dit hoofdstuk zijn de organisatiemodellen en contractvormen nader uitgewerkt. In deze paragraaf beperken we ons tot de hoofdonderwerpen uit deze bijlage
BuildDesk Benelux
18
Hoe complexer een project, des te belangrijker wordt de contractvorm. Uiteindelijk worden via de contracten alle risico’s bepaald die kunnen optreden tijdens het gehele traject. Borging van (duurzame) kwaliteit van een groot en complex project kan bijvoorbeeld prima worden geregeld via een contractvorm waarin de ontwikkelende partij(en) verantwoordelijk zijn voor zowel het ontwerp als de bouw en mogelijk zelfs de exploitatie en financiering van het project. Op die manier zal een aannemer altijd zelf last hebben van het niet nakomen van afspraken of de fouten die tijdens het traject worden gemaakt. Het dwingt partijen extra aandacht te besteden aan de kwaliteit.
3.7.3
Risicoanalyse Elk project kent risico’s. Het is van groot belang dat alle betrokken partijen zich bewust zijn van de mogelijke risico’s. Vandaar dat het tijdig uitvoeren van een risicoanalyse van groot belang is. Risico’s moeten “gemanaged” worden. De Stichting Bouwresearch heeft voor risicomanagement de volgende definitie opgesteld: “Risicomanagement is het onderkennen en beheersen van risico’s tijdens de realisatie van een project met als doel de kans op een succesvol verloop ervan te verhogen”. Risicomanagement draagt bij aan:
de bewustwording van risico’s;
het creëren van een proactieve houding ten aanzien van de risicobeheersing;
het ondersteunen van de communicatie binnen een projectorganisatie;
het ondersteunen van het onderhandelingsproces met andere partijen in
het ondersteunen van de besluitvorming, oftewel risicorespons;
het vergroten van het leervermogen door het evalueren van de risico’s en genomen
voorbereiding op een contract;
beheersmaatregelen ter voorkoming van risico’s. Risicomanagement bestaat grofweg uit vier stappen die achtereenvolgens worden uitgevoerd: risico-identificatie;
risicoanalyse;
risicorespons;
risicobeheersing.
Per fase kunnen deze stappen cyclische en meerdere malen worden uitgevoerd. Dit heeft onder andere te maken met continu veranderende omstandigheden. Risicorespons kan bestaan uit vier reacties: Vermijden
Reduceren
Overdragen
Accepteren
Figuur 7: proces risicomanagement ( Bron: SenterNovem)
Vermijden is de meest effectieve maatregel en doet men door de oorzaak van het risico weg te nemen. In het uiterste geval kan dat betekenen dat een project wordt stopgezet.
BuildDesk Benelux
19
Reduceren van risico’s is aan de orde wanneer een risico niet vermeden kan worden, maar het effect van het risico kan worden beperkt. Een voorbeeld is het uitvoeren van een bouwkostenadvies. Door meer inzicht te krijgen in de kosten van een project kan men tot maatregelen overgaan wanneer blijkt dat de kosten hoger zijn dan verwacht. Overdragen van risico’s is bedoeld om het risico bij die partij te leggen die beter in staat is het risico te beperken en maatregelen daarvoor te nemen. Dit leidt echter in de meeste gevallen tot hogere kosten. Accepteren van risico’s kan aan de orde zijn wanneer de omvang van het risico of het effect ervan beperkt is. Soorten risico’s in bouwprojecten zijn: Ruimtelijke ordeningsrisico (bezwaren in het kader van bestemmingsplannen of vergunningaanvragen) vertraging;
Saneringsrisico (mogelijkheid van vervuild grond(water)) kostenverhoging;
Inkooprisico (krappe markt, te laat bestellen) kostenverhoging, vertraging;
Ontwerprisico (fouten in het ontwerp) vertraging;
Realisatierisico (bouwfouten) vertraging, kostenverhoging (ook in exploitatiefase);
Afzetrisico (onverkoopbaar project) vertraging, leegstand;
Financieringsrisico (hogere kosten dan verwacht) kostenverhoging;
Afbreukrisico (project kan mogelijk worden geschrapt).
Om risico’s in kaart te brengen zijn diverse methodes mogelijk: Brainstorm: de betrokken partijen benoemen gezamenlijk alle mogelijke risico’s die zij met elkaar kunnen bedenken en bepalen de kans dat deze optreedt en wat het effect kan zijn.
Checklist: geeft de mogelijke risico’s die kunnen optreden en per project kan worden aangegeven welk van de genoemde risico’s kunnen optreden.
Foutenboom: een schematisch overzicht van oorzaken en de mogelijke effecten die deze met zich meebrengen. Vooral geschikt om de oorzaken van risico’s te identificeren en op die manier de juiste beheersmaatregelen te kiezen.
Gebeurtenissenboom: geeft inzicht in de gevolgen van risico’s. Een gebeurtenis treedt op en wordt gevolgd door een vervolggebeurtenis. Door systematisch in beeld te brengen vanaf een begingebeurtenis welke vervolgebeurtenis kan optreden worden de diverse risico’s inzichtelijk.
Risicomatrix: een tabel waarmee systematisch risico’s weergegeven kunnen worden.
Figuur 8: voorbeeld van een foutenboom
Een risicoanalyse geeft dus inzicht in de haalbaarheid van ontwerpkeuzes en dient tijdig plaats te vinden. Bij voorkeur al vanaf de initiatieffase en elke keer per fase opnieuw.
BuildDesk Benelux
20
3.8
Rol van de gemeente De gemeente kan tijdens een bouwproject verschillende rollen hebben: opdrachtgever
bevoegd gezag
Als opdrachtgever dient de gemeente dezelfde activiteiten uit te voeren als elke opdrachtgever die in dit rapport uitgebreid zijn beschreven. Wanneer de gemeente niet in de rol van opdrachtgever zit zijn er diverse rollen mogelijk: Kaderstellend: de gemeente formuleert beleid en wil dit beleid in ruimtelijke projecten vertaald zien. Het is daarbij van belang de diverse beleidsvelden en uitgangspunten op projectniveau te vertalen naar een integrale visie waarin de ambities zijn beschreven, prioriteiten zijn bepaald en synergie is gevonden.
Regisserend: vooral van belang bij complexe gebiedsontwikkeling in de bestaande stad. Bij dergelijke projecten spelen heel specifieke problemen waar vooral de gemeente een sturende rol dient te vervullen, zoals de aanpassing van de verkeersstructuur, het bepalen van een nieuwe bestemming van het gebied en het inpassen van de nieuwe ontwikkeling in de bestaande omgeving.
Faciliterend: de gemeente kan kiezen voor een actieve rol in een projectontwikkeling, bijvoorbeeld door het uitvoeren van haalbaarheidsstudies, zoals een energievisie. Bij een faciliterende rol richt de gemeente op het wegnemen van bepaalde belemmeringen in het project.
Participerend: de gemeente kan er voor kiezen risicodragend te participeren in een project en een vorm van PubliekPrivate Samenwerking (PPS) aan te gaan. Daarmee krijgt de gemeente meer invloed op de uitwerking van een project en wordt het mogelijk bepaalde risico’s te delen met de marktpartijen.
Naast deze rollen blijft de gemeente tevens bevoegd gezag: zij stelt het bestemmingsplan vast, zorgt voor de procedures daaromheen en verleent de bouwvergunning. Zoals in de inleiding al is geschetst valt vooral op dat laatste nog veel winst te behalen als het om de energieprestatie gaat van gebouwen. Om te zorgen dat het vergunning en handhavingstraject optimaal verloopt, zijn een aantal randvoorwaarden van belang: De bevoegde ambtenaren al vroeg in het proces informeren over het project en hen betrekken in het bepalen van de wettelijke en procedurele eisen waar de opdrachtgever rekening moet houden.
De gemeente dient voldoende deskundigheid te hebben om de wettelijke, maar ook bovenwettelijke eisen te controleren.
Voldoende capaciteit om op de bouwplaats controles uit te voeren.
Als laatste is bestuurskracht een belangrijk element dat bepalend is voor de uiteindelijke (duurzame) kwaliteit die gerealiseerd wordt. Het project “Stad van de Zon” in de gemeente Heerhugowaard laat zien dat een consistent en daadkrachtig bestuur gedurende langere periode één van de belangrijkste succesfactoren zijn geweest voor het slagen van het plan. Het heeft een wijk opgeleverd waar duurzaamheid tot op alle niveaus is waargemaakt.
BuildDesk Benelux
21
4
Kwaliteitsborging op maatregelniveau Procesmatig kan al veel worden geregeld om ervoor te zorgen dat wat vooraf door de opdrachtgever is gevraagd, als eindresultaat in de praktijk ook geleverd wordt. Toch zijn vaak alleen procesmatige afspraken en maatregelen niet voldoende om het gewenste eindresultaat te realiseren en is ook kwaliteitsborging op maatregelniveau nodig. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan materialen die specifiek gestelde voorwaarden moeten voldoen. Of aan deze voorwaarden ook daadwerkelijk wordt voldaan is pas tijdens het bouwproces of bij oplevering vast te stellen door middel van controles op de bouwplaats. Wel is in de praktijk gebleken dat de gevraagde kwaliteit, zoals de luchtdichtheid, vaker wordt geleverd wanneer vooraf is aangekondigd dat het gebouw of de woning bij oplevering gecontroleerd kan/zal worden. Zeker wanneer bij de uitvoerder bekend is wat de cruciale factoren zijn waar op gecontroleerd wordt, zal hier meer aandacht aan besteed worden. Wanneer op maatregelniveau naar een bouwwerk gekeken wordt, blijkt de ene maatregel gevoeliger voor een correcte uitvoering dan de andere. In dit hoofdstuk zijn deze gevoeligere maatregelen in thema’s ingedeeld en per gevoeligheid toegelicht. Per gevoeligheid staat beschreven wat hiermee bedoeld wordt en hoe controle op een correcte uitvoering kan plaats vinden. De thema’s zijn gekozen volgens de modulestructuur van GPR-gebouw versie 3.2, omdat GPR-gebouw een in de gemeente Delft veel gebruikt instrument is als afspraken en toetsingsmiddel. De volgende thema’s worden in GPR-gebouw onderscheiden:
Energie Water
Afval
Materialen
Gezondheid
Integrale woonkwaliteit
In de volgende paragrafen 4.1 t/m 4.6 worden de thema’s uitgebreid behandeld. Ten slotte zal in tabel 1 een overzicht worden gegeven van de gevoeligheden van de thema’s gekoppeld aan de fase(n) in het bouwproces.
4.1
Energie Niet goed uitgevoerde maatregelen die te maken hebben met energie en energietransport resulteren vaak in permanente hogere maandlasten voor de gebruiker of bewoner van het bouwwerk.
BuildDesk Benelux
22
Belangrijke maatregelen om dit te voorkomen zijn: Gevoeligheid:
Luchtdichtheid van de schil
Beschrijving:
Door lekken in de schil, plaatsen waar de gebouwschil niet volledig luchtdicht is, kan een groot verlies van warmteoptreden en kan hinderlijke tocht ontstaan. Het is dus belangrijk dat de kierdichting zorgvuldig wordt uitgevoerd.
Wijze van controle: De luchtdichtheid van de schil kan gecontroleerd worden door middel van een blaasproef. Hierbij wordt het bouwwerk op overdruk gezet (het gebouw wordt “opgeblazen”), waarna vervolgens gemeten wordt hoeveel lucht er door de schil ontsnapt en waar deze lucht ontsnapt. Gevoeligheid:
Warmteverlies door de constructie (thermische isolatie buitenschil)
Beschrijving:
Onzorgvuldige uitvoering in aanbrenging van de isolatie in de schil kan leiden tot warmtelekken (zgn. koudebruggen) en mogelijk zelfs tot het ontstaan van schimmelgroei. Zorg ervoor dat de isolatieplaten goed tegen elkaar aansluiten. Zo ook op het binnenspouwblad. Let op dat het juiste glastype wordt toegepast (juiste zijde naar binnen- en buitenkant). Dampremmende laag altijd aan de warme zijde plaatsen.
Wijze van controle: De controle van de warmte-isolatie kan plaatsvinden d.m.v. van infraroodfotografie. Gevoeligheid:
Energiezuinig verwarmen
Beschrijving:
Maak vroegtijdig een EPC berekening, opdat het juiste systeem geïntegreerd kan worden in het bouwkundig ontwerp. Controleer daarbij of de kans op oververhitting aanwezig is en neem de noodzakelijke maatregelen (zonwerend glas, minder of anders georiënteerd glasoppervlakken etc.). Afhankelijk van het toe te passen energiezuinig systeem (warmtepomp, HR-ketel, externe warmtelevering etc.) is het belangrijk de leidinglengtes zo kort mogelijk te houden.
Wijze van controle: Controleer bij oplevering de energiezuinige maatregelen, zoals het type glas, type verwarmingssysteem, de leidinglengtes en dikte daarvan. Gevoeligheid: Beschrijving:
Energiezuinig koelen Ook hier is het maken van een EPC berekening in een vroegtijdig stadium lonend. Bij oververhitting is het mogelijk het bouwkundig ontwerp aan te passen.
BuildDesk Benelux
23
Maak gebruik maken van thermische massa/ plaatsen van overstekken etc. .Maak gebruik van buitenzonwering. Voorzie leidingen, kraanhuizen en pompen voor koudetransport van aangepaste isolatie (www.bouwwijzer.nl). Probeer zoveel mogelijk te koelen door natuurlijke ventilatie als het buitenklimaat het toelaat (geen geluidsoverlast, vuile of stinkende buitenlucht, …). Belangrijk hierbij is dat in het gebouw een goed schouweffect wordt gecreëerd. Het voordeel van dit systeem is dat het volledig zonder energieverbruik werkt. Wijze van controle: Controleer de (ontwerp) tekeningen bij gebruik van thermische massa en oriëntatie van het gebouw. Controleer bij oplevering het gebruik van buitenzonwering. Gevoeligheid: Beschrijving:
Ventilatie(systemen) Daar waar mensen verblijven is een goed ventilatiesysteem noodzakelijk. Deze zorgt ervoor dat de buitenlucht (verse lucht) de woning wordt ingevoerd en verontreinigde binnenlucht wordt afgevoerd. Twee systemen:
Natuurlijke toevoer/mechanische afvoer; zorg ervoor dat de roosters/suskasten conform de fabrikantsaanwijzigingen zijn verwerkt in de gevel zodanig dat geen warmtelekken ontstaan. Een goede naaddichting is onontbeerlijk. Ga ook na of geen overdimensionering van de roosters/suskasten plaatsvindt. Op zo’n manier kan teveel aan koude ventilatielucht de woning inkomen, wat weer zorgt voor de nodige extra energie voor opwarming. Bij overdimensionering van de roosters/suskasten dat gedeelte dichtzetten wat niet noodzakelijk is in overleg met de betrokken (bouwfysisch)adviseur.
Balansventilatie (mechanische toevoer/ mechanische afvoer): zorg ervoor dat het ventilatiebalans conform de norm is opgesteld. Een teveel aan toevoer kan leiden tot hoger energieverbruik. Pas de juiste vermogens toe conform opgaaf fabrikant. Belangrijk is dat de toe- en afvoerventielen op de juiste plaats zijn aangebracht en dat het systeem juist is ingesteld. Toepassen van balansventilatie houdt ook in dat het gebouw voldoende luchtdicht is. Een zeer goede kier- en naaddichting is noodzakelijk; houdt daarmee rekening bij de uitwerking van de details. Het systeem vereist zorgvuldig ontwerp, uitvoering en onderhoud
Wijze van controle: Controleer de (ontwerp)tekeningen op het toepassen van de juiste ventilatievoorzieningen (type roosters, suskasten). Let bij het toepassen van balansventilatie dat de toe- en afvoerventielen op voldoende afstand van elkaar gelegen zijn, zodanig dat een goede ventilatiestroming in de ruimte ontstaat.
BuildDesk Benelux
24
Controleer bij oplevering de juiste ventilatievoorzieningen (eventueel met behulp van geluidmetingen). Let op dat bij balansventilatie de ventilatoren juist zijn afgesteld. Controleer bij oplevering de juiste ventilatiehoeveelheden met behulp van ventilatiemetingen. Gevoeligheid:
Actieve en passieve zonne-energie
Beschrijving:
Het gebruik van luifels en zonweringen, de plaatsing van zonnecollectoren en zonnepanelen en de aanbouw van glasafgeschermde ruimtes, vragen om zorgvuldige detaillering. Het gebruik van allerlei standaard bouwproducten is soms niet voldoende, omdat die de toepassing van zonne-energie kunnen beperken. Een voorbeeld is de realisatie van een schuine insteek bij kozijnen voor een optimale bezonning. De architect moet allerlei details nauwkeurig op tekening zetten om te bereiken dat een goed idee ook goed wordt uitgevoerd. Ook is het belangrijk ruimte te reserveren voor beplanting en het eventueel later aanbrengen van zonwering, zodanig dat in de praktijk de ontworpen toepassing van zonne-energie niet wordt belemmerd. Zorgvuldig detailleren: door muren aan de binnen- en buitenzijde naast een raamkozijn af te schuinen kan de zon gedurende een groter deel van de dag ruim naar binnen schijnen (www.senternovem.nl). Een goede integratie van de zonneboiler is mogelijk wanneer een woning een schuine kap tussen zuidoost en zuidwest heeft.
Wijze van controle: Bij toepassing van zonnepanelen/collectoren dient na gegaan te worden of ze op de juiste plek zijn gemonteerd. Let bij toepassing van een zonneboiler op dat de afstand tussen boiler en collector zo klein mogelijk is (is van invloed op het rendement).
4.2
Water Het thema water speelt op verschillende manieren een rol bij een bouwwerk. Hierbij zijn waterdichtheid van het bouwwerk, waterbesparing en het omgaan met regenwater drie belangrijke facetten. Maatregelen om hiermee goed om te gaan zijn: Gevoeligheid:
Plaatsen van standaard waterbesparende elementen
Beschrijving:
Om onnodig waterverbruik te voorkomen, worden standaard waterbesparende maatregelen aangebracht, zoals doorstroombegrenzers in de kranen, waterbesparende douchekoppen en stortbakken met een waterreservoir van vier tot 6 liter, voorzien van een spoelonderbreker.
BuildDesk Benelux
25
Bij tappunten mag de doorstroming niet meer dan acht liter water per minuut bedragen, bij douches niet meer dan negen liter water per minuut.Optioneel kunnen uiteraard verdergaande waterbesparende maatregelen worden genomen, zoals het plaatsen van een ecoplaysysteem voor hergebruik van bad- en douchewater. Wijze van controle: Zie onderstaande opsommingen
Bij oplevering (steekproefsgewijs) controleren van de doorstroming van tappunten en douche.
Bij oplevering controleren dat de geplaatste stortbak aan de eis voldoet. Indien een inbouw stortbak wordt geplaatst, dit al controleren in tekeningen en bestek.
Gevoeligheid:
Waterdichtheid van de woning
Beschrijving:
De woning dient volledig waterdicht te zijn, zowel waterdicht tegen regenwater, als tegen grondwater. Dit onder andere om schimmelvorming in de woning te voorkomen. Aansluitingen en naden moeten dus goed op elkaar aansluiten en waterdicht zijn en gebruikte materialen moeten goed waterkerend zijn. Ook permanente condensatie (onder normale voorwaarden van bewoning en gebruik) moet afwezig en waterafvoeren waterdicht
zijn. Wijze van controle: Zie onderstaande opsommingen
Gebruikte materialen zijn voorzien van een attest van
waterdichtheid. Controle gedurende de bouw door de opzichter op het zorgvuldig maken van aansluitingen en naden. Er mogen geen plaatsen ontstaan waar water zich kan ophopen.
Gevoeligheid:
Gebruik van regenwater voor toiletspoeling
Beschrijving:
Om schoon drinkwater te besparen kan regenwater worden ingezet voor de toiletspoeling. Hiervoor kan gekozen worden voor een systeem op basis van een pomp, of een systeem op basis van vrij verval. Een dergelijke maatregel bespaart ongeveer 35 liter water per persoon per dag. Regenwater kan ook ingezet worden voor gebruik door de wasmachine, het wassen van de auto of het sproeien van de tuin. Aandachtspunten bij het gebruik van regenwater zijn:
Het bladfilter en overige filters moeten bereikbaar zijn in verband met het schoonhouden ervan om verstoppingen te
voorkomen. Bereikbaarheid van de tank in verband met reiniging (onder andere het tegengaan van algengroei).
Strikt gescheiden leidingnet. Het regenwaterleidingnet mag nooit in contact staan met het drinkwaterleidingnet. Het hemelwatersysteem moet voorzien zijn van het KIWAkeurmerk.
BuildDesk Benelux
26
Vang regenwater alleen op daken met een geschikte, chemische neutrale dakbedekking op. Geschikt zijn dakbedekkingen als betonnen of keramische dakpannen, leisteen, glas en kunststof. Sterk vervuilde daken en bitumineuze dakbedekkingen zijn hiervoor niet geschikt.
Wijze van controle: Zie onderstaande opsommingen
Controle van tekeningen en bestekken op de geschiktheid van de dakbedekking voor de opvang van regenwater.
Controle van tekeningen op de bereikbaarheid van de filters en de tank.
Controle van tekeningen en bestekken op de scheiding van de twee leidingnetten.
Controle op aanwezigheid van het KIWA-keurmerk op het systeem, in verband met de veiligheid van het leidingsysteem.
Gevoeligheid:
Afkoppeling van regenwater
Beschrijving:
Met deze maatregel wordt bedoeld dat hemelwater niet op het riool wordt geloosd, maar zoveel mogelijk lokaal in de bodem infiltreert (waardoor verdroging wordt tegengegaan) of wordt afgevoerd naar een speciaal door gemeente aangelegd regenwaterriool (minder waterzuivering nodig). Indien de bodem ertoe geschikt is, kan het water van het dak naar een grindkoffer of infiltratiekrat worden geleid, waarna het in de bodem infiltreert. Dit kan op eigen terrein plaatsvinden, maar vindt ook vaak plaats op wijkniveau. Er kan ook gekozen worden om de woning te voorzien van een vegetatiedak. Dit buffert het regenwater tijdens een regenbui en geeft het water vervolgens geleidelijk weer af aan de omgeving. Ook kan dit regenwater worden opgevangen om voor gebruik in de tuin.
Wijze van controle: Controle van tekeningen en bestekken op de afkoppeling van regenwater naar infiltratiekrat of regenwaterriool.
4.3
Afval Zowel tijdens de bouw- en sloopfase, als tijdens het gebruik is de afvalstroom één van de grootste uitgaande stromen bij een bouwwerk. Iedere fase kent zijn eigen gevoeligheden, waar passend mee omgegaan moet worden. Het gaat hierbij om de volgende gevoeligheden: Bouw- en sloopfase: Gevoeligheid:
Demontabiliteit van bouwdelen
Beschrijving:
Demontabiliteit bevordert het hergebruik van bouwdelen in andere bouwprojecten, wanneer het bouwwerk op den duur gesloopt wordt. Door demontabele delen met kitten, PURspuit en dergelijke materialen te verlijmen, neemt de demontabiliteit sterk af en neem het risico dat het bouwdeel op de afvalberg terecht komt sterk toe.
BuildDesk Benelux
27
Een goede detaillering van het plan kan het risico op verlijmingsmiddelen al sterk reduceren. Ook levert dit minder afval op, door het verminderde aantal lege kitspuiten en PUR-bussen. Wijze van controle:
Gedurende de bouwfase gerichte controle op de bouwplaats op het gebruik van verlijmmiddelen bij demontabele bouwdelen.
Gevoeligheid: Beschrijving:
Afvalscheiding tijdens de bouw Zie onderstaande opsommingen
Opstellen afvalplan om afvalstromen en hoeveelheden inzichtelijk te maken, wat scheiding en vermindering van
bouwafval bevordert. Goed vullen van containers, bij goed vullen kan al vaak 30% meer afval in een container, waardoor er minder transportbewegingen nodig zijn. Instrueer medewerkers daarom over het met beleid storten van afval.
Leg een milieustraat aan: o
Zet de containers voor verschillende afvalstromen naast elkaar om de afvalscheiding makkelijker te maken, met de container voor ongesorteerd afval het verste weg (voorkomen van verleiding om afval snel te dumpen).
o
Zet de containers zoveel mogelijk langs de looproute naar de bouwkeet, dit scheelt extra loopwerk voor de medewerkers.
o
Dek containers af of gebruik gesloten containers, om
o
illegaal gebruik van omwonenden te voorkomen. Voorzie de containers van duidelijke, goed zichtbare borden waarop de inhoud van de container staat aangegeven (hout, metaal, plastic, etc.).
Maak duidelijke afspraken met medewerkers en onderaannemer over opruimen en afvalscheiding. Doe dit al aan het begin van het project.
Geef duidelijk aan wat wel en wat niet in een container thuishoort zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan.
Maak afspraken met onderaannemers over het zoveel mogelijk retour nemen van het eigen afval. Leg deze afspraken vast in contracten.
Wijs een milieucoördinator aan op de bouwplaats, met onder andere de volgende taken:
BuildDesk Benelux
o
aanspreekpunt voor personeel en directie
o
overleg voeren met afvalinzamelaar
o
bijhouden afvalregistratie
28
Wijze van controle:
Zie onderstaande opsommingen
Controleren van het afvalplan van de aannemer. Het goed vullen van de containers kan gecontroleerd worden door de afvalinzamelaar het gewicht per container te laten vaststellen. Vervolgens kunnen de kg per m3 worden vergeleken met de kengetallen uit de branche.
De milieucoördinator controleert elke container voor het ophalen op de juiste afvalscheiding en de aanwezigheid van gevaarlijk afval.
Inspecteer bij aanvang van de bouw de inrichting van de milieustraat.
Gebruiksfase: Gevoeligheid:
Faciliteren van afvalscheiding door bewoners
Beschrijving:
In het ontwerp van de woning kan al een hoop gedaan worden om het de toekomstige bewoners zo gemakkelijk mogelijk te maken om hun huishoudelijk afval te scheiden. Hierbij valt te denken aan een goed bereikbare opstelplaats van containers nabij de keuken en een keukenindeling die voldoende plaats biedt aan het probleemloos scheiden van afval gedurende het koken.
Wijze van controle: Controle van tekeningen op het optimaliseren van de opstelplaats voor de afvalcontainers en het doen van verbetervoorstellen waar deze mogelijk zijn om afvalscheiding te bevorderen. Dit is per plan verschillend.
4.4
Materialen Toegepaste materialen dienen afgestemd te zijn op hun beoogde functie en te voldoen aan de daarvoor opgestelde criteria, waarbij zo min mogelijk milieubelasting wordt veroorzaakt. Belangrijk hierbij zijn de volgende gevoeligheden: Gevoeligheid:
Gebruik van FSC-hout
Beschrijving:
Hoewel vaak het gebruik van FSC-hout wordt voorgeschreven, blijkt het daadwerkelijk gebruiken ervan in de praktijk minder vaak voor te komen. Dit heeft te maken met de langere levertijden die soms verbonden zijn aan het gebruik van FSChout. Vroegtijdigheid is dus een belangrijke factor. De aannemer moet zo snel mogelijk weten wat de benodigde hoeveelheden zijn en mag het bestellen ervan dan niet uitstellen. De langere levertijden, oftewel het te laat bestellen, is één van de meest gehoorde excuses om toch goedkoper fout hout in te zetten in een bouwproject. FSC-hout moet voor alle houten toepassingen gebruikt worden. Te vaak blijft het gebruik van FSC-hout beperkt tot alleen de buitenkozijnen, terwijl in een woning veel meer hout wordt toegepast. Ook dit hout moet voorzien zijn van een FSC-keurmerk.
BuildDesk Benelux
29
Bespreek vooraf wat de consequenties zijn van het gebruiken van “fout” hout in het bouwproject. Moet al het hout vervangen worden door FSC-hout, moet de aannemer een boete betalen die ten goede komt aan bijvoorbeeld aanplant van regenwouden, etc. Wees consequent en voer deze afspraken ook uit. Wijze van controle:
Zie onderstaande opsommingen
Zodra de benodigde hoeveelheden hout bekend zijn moet de aannemer dit gaan bestellen. Dit moet teruggekoppeld worden naar de projectmanager.
Van het bestelde hout dient een bewijs overlegt te worden dat het betreffende hout voorzien is van het FSC-keurmerk.
Controle van bestekken en bestelformulieren dat voor al het gebruikte hout FSC-hout wordt gebruikt en geen “fout” hout.
Maatregel:
Geen gebruik van lood, koper en zink
Beschrijving:
Lood, koper en zink zijn uitlogende materialen die schade toebrengen aan het oppervlakte water. Deze materialen worden traditioneel nog veel gebruikt in de bouw, ondanks het feit dat vele, goede alternatieven voorhanden zijn.
voor drinkwaterleidingen: PP (polypropyleen) en PE (polyetheen) logen niet uit en zijn goedkoper dan koper. Ook zijn ze minder diefstal gevoelig, lichter in gewicht en geven minder ruis.
voor dakbedekking: Als alternatief voor koper en zink als dakbedekking kan gekozen worden voor keramische of betonnen materialen, EPDM dakbedekking of een kunststoffolie zoals Sarnafil (Polyolefine). Indien het uiterlijk van zink verlangd wordt dan is Kalzip AluPlusZinc een alternatief dat niet uitspoelt.
voor dakgoten: In plaats van zink kan een dakgoot ook gemaakt worden van PP of PE, gecoat staal of aluminium, hout eventueel bekleed is met EPDM folie. Het is natuurlijk ook mogelijk om een dakgootloos ontwerp te maken.
voor regenpijpen: Deze kunnen gemaakt worden van kunststof, zoals PE of PP, of van de metalen aluminium of gietijzer.
voor loodslabben: In plaats van de bekende loodslabben kunnen ook DPC-slabben of gewapend EPDM gebruikt worden.
Tot slot kunnen materialen ook gecoat worden tegen uitlogen. Dit levert echter wel meer gebruik van schaarse metalen en chemicaliën op en de coating zal ook onderhouden moeten worden, omdat anders alsnog uitspoeling plaatsvindt. Wijze van controle:
Controle van tekeningen en bestekken op toepassing van lood, koper en zink. Controle tijdens de bouw op het niet alsnog toepassen van lood, koper en zink.
BuildDesk Benelux
30
4.5
Gezondheid Beperkte emissies uit bouwmaterialen, maar ook het voorkomen van geluidsoverlast zijn factoren die van groot belang zijn voor een gezonde woning, net als voldoende ventilatie en een goed binnenklimaat. Hierbij zijn van belang: Gevoeligheid:
Correcte aanleg van een balansventilatiesysteem
Beschrijving:
Balansventilatiesystemen met warmteterugwinning zijn de laatste tijd vaak negatief in beeld geweest. Het systeem zelf is een goed systeem, echter in de uitvoering en het onderhoud kan weleens het een en ander mis gaan. Dit kan problemen opleveren. Om het systeem zo goed mogelijk te laten functioneren zijn een aantal maatregelen te noemen: Plaats inblaasroosters op een goede en logische plaats, bij een onjuiste worp kan tocht en overmatige vervuiling ontstaan. Selecteer de inblaasventielen en de plaats van de ventielen zorgvuldig om een volledige doorspoeling van de ruimte te verzekeren. De toe- en afvoer moeten luchttechnisch voldoende gescheiden zijn.
Stem kanaaldiameters en roosters goed af op de benodigde luchthoeveelheden, liever met 1/3 overmaat voor de kanalen, om geluid in de kanalen te voorkomen. Bij geluid zullen bewoners sneller het systeem een stand lager zetten, waardoor het niet goed meer functioneert.
Plaats een gelijkstroomventilator, dit verbruikt de helft minder stroom dan een wisselstroomventilator.
Zorg voor voldoende luchtcirculatie in de woning. Dit is eenvoudig te garanderen door ventilatieroosters in de deuren aan te brengen, of onderaan de deuren een ruimte van minimaal twee cm open te houden.
De unit moet zowel in de keuken, als in de badkamer op de hoge stand geschakeld kunnen worden.
De wtw-unit moet voorzien zijn van een bypass-systeem. Zo kan in de zomer direct koelere buitenlucht toegevoerd worden. Dit wordt bij voorkeur automatisch bediend, waardoor de bewoners niet verkeerd met de installatie kunnen omgaan.
De buitenlucht moet vanaf de gevel of de dakrand (zuidwest) aangezogen worden. De afvoer vindt recht omhoog door het dak heen plaats.
Zorg ervoor dat bij oplevering de kanalen schoon zijn. Dit voorkomt dat bewoners nog lange tijd bouwstof hun huis in blazen. Kanalen moeten goed reinigbaar zijn, dit betekent niet meer dan één bocht in de vloer per kanaal en tussen ventiel en wtw-unit maximaal één aftakking. Ronde kanalen verdienen hierbij de voorkeur.
BuildDesk Benelux
31
Voorzie de gebruikers van een duidelijk gebruiksaanwijzing voor hun woning. De meeste problemen met de luchtkwaliteit in een woning ontstaan, omdat de gebruikers niet weten hoe hun huis werkt en hoe zij om moeten gaan met de aanwezige installatie. Op een eenvoudige wijze uitleggen hoe alles werkt kan een hoop problemen voorkomen. In deze gebruiksaanwijzing staat ook uitgelegd hoe alles onderhouden moet worden en wanneer de filters vervangen moeten worden. Zonder onderhoud kunnen bacteriën gaan groeien in de luchtfilters en gaat de luchtverversingscapaciteit achteruit. Door slijtage en vervuiling kan de capaciteit per jaar met vijf tot tien procent afnemen. Dit kan gezondheidsproblemen veroorzaken. Om gezondheidsproblemen te voorkomen moeten filters, roosters en ventielen regelmatig schoongemaakt en tijdig vervangen worden.
Ook bij balans ventilatie is het aan te raden om regelmatig te luchten, door bijvoorbeeld de ramen even open te zetten. Om het warmteverlies in de winter te beperken is het aan te raden dit niet langer dan een half uur te doen. Dit betekent dus dat kamers altijd voorzien dienen te zijn van te openen ramen.
Wijze van controle: Zie onderstaand punten Bij de oplevering van de woningen moeten de luchthoeveelheid en de geluidsproductie gecontroleerd worden. Zorg dat balansventilatie niet uitgezet kan worden door de gebruikers en dat de instellingen door hen niet gewijzigd kunnen worden. Het is verstandig om voor een systeem te kiezen met twee of drie standen, dat hooguit in een lage (nacht/niet thuis) stand gezet kan worden, maar niet uit kan. Controleer gedurende de bouw (wanneer de kanalen nog bereikbaar zijn) het geluidsniveau van de ventilatie. Wanneer de middenstand van de ventilatie gebruikt wordt moet het geluidsniveau vijf dB onder de norm zijn. Na oplevering mag het geluidsniveau in gestoffeerde toestand niet meer dan 30dB(A) bedragen.
Controleer tekeningen en bestekken op de onder “beschrijving” genoemde punten.
Controleer de aanwezigheid van een gebruikershandleiding bij oplevering van de woning.
BuildDesk Benelux
32
Gevoeligheid:
Voorkomen van oververhitting
Beschrijving:
Een te hete woning die niet voldoende gekoeld kan worden, kan zeker bij ouderen een gezondheidsrisico met zich meebrengen (heatstroke). Zorg er daarom voor dat de woning niet zodanig ernstig kan opwarmen. Middelen hiertoe zijn isolatie en/of massa in buitenwanden en daken, het aanbrengen van zonwering (overstek op het zuiden, reguliere zonwering op oost en west) en het zoneren en compartimenteren van de woning. Ook het aanbrengen van vloerkoeling helpt om een woning op energiezuinige wijze op
temperatuur te houden. Wijze van controle: Zie onderstaande punten
Voer een temperatuuroverschrijding berekening uit wanneer het ontwerp vastere vormen begint aan te nemen.
Controleer tekeningen op de integratie van zonwering in het ontwerp.
4.6
Integrale woonkwaliteit Integrale woonkwaliteit heeft veel te maken met de veiligheid en toekomstbestendigheid van een woning, zoals het voldoen aan het politiekeurmerk veilig wonen en de aanpasbaarheid van de woning. Gevoelige onderdelen hierbij zijn: Gevoeligheid:
Toekomst van de woning – flexibiliteit indeling
Beschrijving:
Kies voor een woning met een brede beukmaat en demontabel wanden. In de toekomst moet de woning kunnen blijven voldoen aan de wensen van de bewoners, ook als deze wensen veranderen. Met een brede beukmaat (ongeveer 6 meter) zijn vele verschillende indelingen mogelijk, niet alleen op de begane grond, maar ook op de etages. Installaties moeten hier ook op kunnen inspelen en dus aanpasbaar of uitbreidbaar zijn.
Wijze van controle: Controle van (ontwerp)tekeningen op gekozen beukmaat Controle van tekeningen en bestek op te plaatsen installaties. Gevoeligheid:
Toekomst van de woning – toekomstige plaatsing PV
Beschrijving:
Ontwerp daken zodanig dat in een later stadium de bewoner na oplevering altijd nog de mogelijkheid heeft om PV-panelen of een zonnecollector te kunnen plaatsen. Dit betekent dat dakvlakken zo optimaal mogelijk op zuidwest, zuid of zuidoost georiënteerd moeten zijn en er geen elementen in het zuidelijke dakvlak zijn opgenomen die beschaduwing van het dakvlak veroorzaken.
Wijze van controle: Controle van (ontwerp) tekeningen op de hierboven genoemde punten.
BuildDesk Benelux
33
Gevoeligheid:
Toekomst van de woning – aanpasbaarheid
Beschrijving:
De woning hoort zodanig ontworpen te zijn dat de bewoners in het eigen huis kunnen blijven wonen, ook als de situatie verandert en de bewoner bijvoorbeeld mindervalide raakt. Een trap dient dus geschikt te zijn voor de plaatsing van een traplift en deur openingen breed genoeg om een rolstoel door te laten. Ook in de maatvoering van toilet en badkamer moet hier al in het ontwerp rekening mee worden gehouden. Aanpassing van dergelijke ruimtes achteraf is aanzienlijk lastiger dan vooraf een juiste maatvoering aanhouden.
Wijze van controle: Controle van (ontwerp) tekeningen op juiste maatvoering badkamer (minimaal 2,15 m x 2,15 m, of 2,7 m x 1,7 m) en toilet (minimaal 1,2 m x 0,9 m, waarbij de deur in de lange wand is opgenomen), het minimaliseren van trappen, hellingen en drempels en de geschiktheid van de trap voor het plaatsen van een traplift. Gevoeligheid:
Veilige woning – politiekeurmerk veilig wonen
Beschrijving:
Een veilige woning heeft het politiekeurmerk veilig wonen. Meer informatie over het verkrijgen van keurmerk is te vinden op: www.politiekeurmerk.nl.
Wijze van controle: Woningen laten keuren door een gecertificeerde instelling. Gevoeligheid:
Voorlichting bewoners
Beschrijving:
Om ervoor te zorgen dat een huis goed functioneert en alle duurzame maatregelen duurzaam blijven is voorlichting van bewoners erg belangrijk. Zij moeten begrijpen hoe hun huis werkt en waarom bepaalde maatregelen genomen zijn. Dit voorkomt verkeerd gebruik, problemen en een verkeerd imago van duurzaamheid. De belangrijkste middelen om dit begrip te kweken zijn het leveren van een goede bewonershandleiding bij het huis en het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst voor de bewoners. De bewonershandleiding beschrijft hoe het huis “in elkaar zit”, welke installaties er aanwezig zijn, waar zijn voor dienen, hoe ze onderhouden moeten worden en wie er bij problemen gebeld moet worden. Deze handleiding dient bij het huis te blijven, ook bij verkoop. Omdat informatie vaak het beste aankomt wanneer het op meerdere wijzen wordt gebracht dient er over dit onderwerp ook een bewonersbijeenkomst te worden georganiseerd. Nieuwe bewoners krijgen deze instructie bij koop van een woning van de vereniging van eigenaren.
Wijze van controle: Controleer bij oplevering de aanwezigheid van een bewonershandleiding.
BuildDesk Benelux
34
T h ema's G PR
M aatre gelen
Bou w pr oces O ntwe rp
Uitwerk in g
Realis atie
G ebruik / B ehee r
arch ite ct
arch ite ct/ aan neme r
aa nnem er
Beh eerder/ B ew oner
E nerg ie afhan ke lijk v an mat eriaa lge bruik
zo rg vuldige k ier- en n aadd ic hting
W ar m tever lies do or d e constructie
co mpa ct bou we n
dim en sione er buiten sc hil op de ju is te d ik te is olatiem ateriaal/ pas h oogwa ardig e iso lat ie toe
inf ra ro odfot ografie
E nergie zui nig ver w arm en
E PC berek ening
inpas s en van ruim te/ le idinge n
let op juis te t ype glas , ty pe ve rwa rm in gs sy s tee m, de leidinglengt es en dik te daarv an
in pas s en v an ka nalen
ve ntilat oren g oed ins te llen
Luchtdichtheid v an de s chil
E nergie zui nig koel en
ge bru ik th ermis ch e m as sa
aa nwez ig heid v an z onwe ring
V en tilatie (system en) Zon ne-ener gie a cti ef en p as sief
afs tan d bo iler - co llec tor z o k le in mo gelijk
orienta tie
W ater do orst ro ming v an tapp unte n en dou ch e
P laa tse n van w a te rbespa rende elem e n te n go ede deta illering
W ater d ich th eid v an het bo uw w erk
s tortba k v oldoe t aan eis.
geen plaats en waar wate r zic h k an opho pen ges c hikt heid v an d ak bede kk ing
G ebr ui k va n rege n wa te r v oor to iletsp oel in g d etaillering; a fk oppe ling n aar infilt ra tie krat of reg enwat erriool
Afkopp elin g v an re ge nw ater
Afval go ede deta illering
De m on ta bi liteit va n dem on tabele bo uwde len
g een g ebruik va n v erlijm midde len afv alp lan aan nem er en inrich tin g m ilieus traat
Afvalsc h eid ing tijd en s de bo uw op ste lplaa ts afv alsc heiding
Fac iliter en van afvals cheiding d oo r b ew o ners
M aterialen G ebr ui k va n F SC-hou t G een g ebru ik van l ood, ko per en z in k
tijdig b es tellen
F SC ke urme rk
deta ille ring nalopen
c on trole op bouw
in pas s en v an ka nalen.
toe- en afv oerv entielen juist s itu eren e n inregelen
G ezo nd h eid Cor rec te aanle g balans ventilaties ys te em V oorko m e n van o v erve rhitting
s it uerin g v an ram en en o ve rs tek k en/ in tegrat ie van zo nwerin g in on twerp
a anwez ig heid v an geb ru ik ers hand leiding
tem parat uurov ersc hrijding berek ening bij k rit is c he g eva llen
In teg rale Toekom s t van de w oni n g Flexi biliteit i nde lin g
b re de b euk ma at o rienta tie dak v la k z uidwes t, zuid o f z uidoos t geen bes c hadu wing op dak vlak
To ekom stige p laatsing PV Aa npasbaar heid
juist e m aatv oe ring badk am er/ to ilet
ins ta llaties aan pas baa r/ uitbreidbaa r
plaat se n v an t ra plift m og elijk ke uring doo r gec ertif ic eerde in st ellin g
V eili g w o nen; Pol itiekeur m er k ve ilig w onen
bewo nersh andleiding a anwez ig
V oorlic hti ng bew oners
Tabel 2: gevoeligheden van de thema’s gekoppeld aan de fase(n) in het bouwproces
BuildDesk Benelux
35
BuildDesk Benelux
36
Bijlagen
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
Bijlage 1: Productsheet maximalisatiemethode
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
Maximalisatiemethode
Duurzaamheid als inspiratie voor het stedenbouwkundig ontwerp De Maximalisatiemethode is een stedenbouwkundige ontwerpmethode waarbij duurzaamheidthema’s in een vroeg stadium van de planvorming expliciet en structurerend worden ingezet. De methode helpt te analyseren welke specifieke mogelijkheden voor duurzaamheid in een gebied aanwezig zijn en verheldert de ecologische structuren. Met behulp van deze methode kunt u meer halen uit ruimtelijk structurerende thema’s, zodat u uw plan op een hoger duurzaamheidsniveau kunt tillen.
De methode De Maximalisatiemethode maakt het mogelijk om: • Interdisciplinair te werken; • Structurerende thema’s en prioriteiten inzichtelijk te maken; • Inzicht te bieden in het ontwerpproces; • Tot een beter resultaat te komen. De Maximalisatiemethode kent vier fasen. In de eerste fase, de inventarisatiefase, worden verschillende locatieaspecten en het programma van eisen geïnventariseerd. De tweede fase is de maximalisatiefase, waarin voor elk afzonderlijk duurzaamheidthema wordt nagegaan hoe het thema maximaal tot zijn recht kan komen. Hiermee worden de kansen voor en binnen een aantal specifieke structuren in beeld gebracht. In de optimalisatiefase worden de verschillende duurzaamheidthema’s gecombineerd, zodat zichtbaar wordt waar de maximalisaties elkaar versterken en waar deze conflicteren. Dit kan enerzijds betekenen dat een aantal mogelijke oplossingen afvallen en anderszijds leiden tot innovatieve oplossingen. Op basis van deze werkwijze kunnen keuzes gemaakt worden resulterend in een optimale duurzame onderlegger voor de stedenbouwkundige structuur. In de integratiefase krijgt deze duurzame onderlegger een plek in het integrale stedenbouwkundig plan. In het schema hiernaast zijn voorbeelden van mogelijke thema’s benoemd. Het is heel goed mogelijk andere thema’s toe te voegen. Hoe deze methode in te zetten? BuildDesk biedt u twee mogelijkheden om deze methode in te zetten in het proces van een planontwikkeling. • In workshopvorm om met de verschillende themadeskundigen bij elkaar te komen en gezamenlijk de globale structurerende uitgangspunten voor duurzaamheid op te stellen. Afhankelijk van de beschikbare tijd kunnen wij in de toelichtende presentatie duurzaamheid nader uiteenzetten en ondersteunen met inspirerende voorbeelden.
BuildDesk Benelux B.V. Vestiging Delft: Oude Delft 49 2611 BC Delft (015) 215 0 215
• Als begeleidend traject waarbij wij met de stedenbouwkundige en betrokken deskundigen de voorwaarden en kansen per thema duidelijk in kaart brengen om vervolgens ondersteuning te bieden bij de inbedding in het plan. Analyse / verkenning
Visie
Flora & fauna / Energie Locatie inventarisatie
Water Verkeer
Programma
Optimalisatie
Integratie
Bodem / Landschap Archeologie Afval
Inventarisatie
Maximalisatie
Optimalisatie
Integratie
De Maximalisatiemethode is in te zetten bij zowel nieuwbouw als herstructurering en is toepasbaar voor zowel woningbouwprojecten als voor bedrijventerreinen of functioneel gemengde gebieden. Meer weten? Neem contact op met Hanneke Manders, tel. (015) 215 0 252,
[email protected] of Sebas Veldhuisen tel. (015) 215 0 256,
[email protected]. De Maximalisatiemethode is naast de hierboven beschreven toepassing voor stedenbouwkundige plannen in aangepaste vorm eveneens te gebruiken voor het duurzaam ontwerpen van woningen en utiliteitsbouw.
Vestiging Arnhem: Gele Rijders Plein 11-2 6811 AN Arnhem (026) 353 72 72
www.builddesk.nl
BuildDesk Benelux
Bijlage 2: Benodigd instrumentarium5 Voor het uitvoeren van een inspectie is een aantal (meet)instrumenten nodig. Een aantal van deze instrumenten dient aan de volgende minimale specificaties te voldoen. Nr
Instrument
Specificaties
Kalibratie
Traploos regelbare ventilator die drukverschil kan handhaven tot 100 Pa.
1
Blowerdoor met randapparatuur
Een blowerdoor met een meetnauwkeurigheid
van minstens 2 Pa of een airflow-afwijking van maximaal 5%.
Eén keer in de 1,5 jaar
Meetdeur of meetraam mag zelf geen lekkage veroorzaken.
2
Visuele camera
Digitale opname, flitsmogelijkheid.
Combimeter 3
(Temperatuur,
Eén keer in de 1
luchtvochtigheid en
jaar
luchtsnelheid)
Nauwkeurigheid: lager of gelijk aan 0,06°C. 4
Infraroodcamera
Resolutie: minimaal 320*240 pixels.
Eén keer in de 1,5 jaar
Frequentiebereik: 8-14 μm. Meetbereik: +30.+130 dB(A). 5
6
7 8
Geluidsmeter
Nauwkeurigheid: klasse 3L ± 1.5 dB(A). Meetbereik:temperatuur 0-50 grC en 0,3-20 m/s.
Anonemeter (luchtsnelheidsmeter)
Nauwkeurigheid:0,5grC en 0,1m/s+1,5%van de meetwaarde.
Kompas Meetlint/rolmaat of gelijkwaardig
5
BuildDesk Benelux
Minimaal drie meter.
Bron: www.bouwtransparant.nl
Eén keer in de 1 jaar
Eén keer in de 1 jaar
Ervaringseisen Fouten van inspecteurs kunnen nooit uitgesloten worden. Om deze te beperken worden er minimale kennis- en ervaringseisen gesteld aan de inspecteur. Op basis van het curriculum vitae worden inspectierechten toegekend. Het is dus mogelijk dat op het gebied van kennis en ervaring twee inspecteurs elkaar aanvullen en gezamenlijk de verschillende inspectieonderdelen voor hun rekening nemen. Kennis en ervaring
MBO-niveau Bouwkunde of gelijkwaardig,
Basisopleiding
eventueel aangevuld met de BWT-cursus van SenterNovem
Onderdeel inspectie Bouwkundige gegevens (exclusief infiltratie en infraroodfotografie) Verwarming en hulpenergie, warm
Aanvullende opleiding (1)
Energiebeheer certificaat post-
tapwater, ventilatie, ventilatoren,
HBO (Phoe) of gelijkwaardig
zonnecollectoren, PV-systemen en koeling
Aanvullende opleiding (2)
Level I infrarood certificaat en cursus Blowerdoor
Ervaring op het gebied van
Vier jaar, waarvan bij
bouwkundige en
infraroodfotografie en
installatietechnische in de
luchtdichtheidsmeting minimaal
woningbouw
twee jaar
Infiltratie en infraroodfotografie
Licentierechten Naast opleidings- en ervaringseisen is de inspecteur ook verplicht licentierechten te hebben voor het rekenprogramma NPR 5129 van het Nederlands Normalisatie Instituut. Dit dient te worden aangetoond met een factuur van het Nederlands Normalisatie Instituut. Wanneer deze rechten nog niet in bezit zijn, kan het programma worden aangeschaft bij het Nederlands Normalisatie Instituut
BuildDesk Benelux
.
Bijlage 3: Projectorganisatie en samenwerking (bron: Inleiding Bouwmanagement, onder redactie van J.W.F. Wamelink; Delft 2007)
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux