Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan Wat is bedrijfshulpverlening? Bedrijfshulpverlening is het door het bedrijf georganiseerde verlenen van hulp door werknemers bij gevaarlijke situaties. Het doel hiervan is om de nadelige gevolgen van calamiteiten, zoals brand en ongevallen, zo veel mogelijk te voorkomen, dan wel te beperken. In deze procedure staat beschreven hoe de bedrijfshulpverlening binnen ...is georganiseerd. De voornaamste taken van een bedrijfshulpverlener zijn: • in noodsituaties alarmeren en evacueren van de in het gebouw aanwezige medewerkers, cliënten en bezoekers; • alarmeren van en samenwerken met brandweer en andere hulpverleningsorganisaties bij calamiteiten; • verlenen van eerste hulp bij ongevallen; • beperken en bestrijden van een beginnende brand. Het BHV-plan In het BHV-plan staan de specifieke risico’s op calamiteiten en de maatregelen ter preventie en beperking omschreven. Bij ...zijn de voorzieningen over meerdere locaties verspreid die onderling sterk van elkaar verschillen (gebouw, faciliteiten, brandrisico’s, aantal en zelfredzaamheid aanwezigen), daarom dient er voor elke voorziening een apart BHV plan te zijn. Het BHV-plan beschrijft de directe maatregelen bij incidenten en de taken hierbij van de betrokken medewerkers. Het BHV-plan functioneert als een soort draaiboek bij calamiteiten. De leidinggevende is er verantwoordelijk voor dat er voor zijn/haar voorzieningen een specifiek BHV-plan is. In deze procedure is een opzet voor het BHV-plan opgenomen die als leidraad gebruikt kan worden. Bij het opstellen van een nieuw BHV-plan kan de leidinggevende een beroep doen op de arbo-coördinator/P&O adviseur. Bij het opstellen van een plattegrond wordt geadviseerd om op alle voorzieningen gebruik te maken van dezelfde logo’s. Wettelijke eisen aan de bedrijfshulpverlening Een werkgever is verplicht om bedrijfshulpverlening te organiseren, deze verplichting is opgenomen in de Arbo-wet. De Arbo-wet geeft aan dat de werkgever doeltreffende maatregelen moet nemen op het gebied van bedrijfshulpverlening en zich daarbij moet laten bijstaan door werknemers die door hem zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners. De bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, zijn zodanig in aantal en georganiseerd, dat zij de BHV-taken naar behoren kunnen vervullen. Doel en beschrijving van de BHV procedure ...wil een veilige werk- en woonomgeving bieden aan haar medewerkers, cliënten en bezoekers. Een goede en praktisch uitvoerbare BHV-organisatie draagt hieraan bij. Binnen ...zijn decentraal BHV-ers actief. Als zich ergens in de organisatie een situatie voordoet die direct gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers, cliënten of derden, zullen de BHV-ers letsel en schade zo veel mogelijk proberen te voorkomen en/of beperken. De BHV-ers hebben een voorpostfunctie, zij zijn op de werkplek aanwezig en kunnen dus snel reageren. Daarnaast zijn zij bekend met de locatie en de daar aanwezige installaties. Als de deskundigheid en hulpmiddelen van de BHV-ers niet toereikend zijn (bijvoorbeeld bij een grote brand) dienen zij de hulp in te roepen van externe hulporganisaties, zoals brandweer en ambulance.
©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
1/7
Versiedatum: augustus 2008
Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan In de tussentijd doen de BHV-ers zelf datgene wat mogelijk is om gevaar en letsel te beperken. Over reanimatie en de verwachtingen van medewerkers hieromtrent is meer te vinden in het Reanimatiebeleid van De Parabool. Het aantal benodigde BHV-ers, de hulpmiddelen en maatregelen worden per voorziening vastgesteld aan de hand van de aanwezige risico’s. Bij het bepalen van het aantal BHV-ers wordt rekening gehouden met vakanties, uitval door ziekte etc., zodat er altijd minimaal 1 BHV-er per locatie aanwezig is. Voor het cluster Wonen geldt dat iedere medewerker die slaapdiensten werkt BHV-er is. Bij voorzieningen waar sprake is van extra risico’s, bijvoorbeeld door het gebruik van machines, dient extra aandacht te zijn voor eerste hulp bij ongelukken. Al deze zaken worden vastgelegd in het BHV-plan van de betreffende voorziening. Op basis van de geïnventariseerde risico’s van de betreffende voorziening wordt vastgesteld welke hulpmiddelen er nodig zijn om adequaat te kunnen handelen als er een calamiteit optreedt. Hierbij wordt in ieder geval gedacht aan: • aanduiding vluchtwegen etc.; • brandblusmiddelen; • alarmsysteem; • EHBO trommel met voldoende inhoud; • specifieke medicijnen (bijvoorbeeld voor epilepsie); • evacuatiemiddelen. Er is vastgesteld, dat op de voorzieningen waar gekookt wordt een blusdeken aanwezig moet zijn. Let bij de EHBO trommel op de houdbaarheid en de aanwezigheid van de verschillende producten. Per voorziening wordt hiervoor één persoon verantwoordelijk gesteld. Deze controleert jaarlijks de EHBO trommel op houdbaarheid en aanwezigheid van de producten en vervangt en vult aan wanneer nodig. Voor meer informatie over de inhoud van een goedgekeurde EHBO trommel kun je terecht bij de arbo-coördinator/P&O adviseur. Borging van de BHV organisatie De BHV-plannen staan ieder jaar in de maand maart op de rolagenda en worden doorgenomen op actualiteit. Indien nodig worden de wijzigingen hierin opgenomen. De arbocoördinator/P&O adviseur ontvangt jaarlijks in de maand april van iedere voorziening een actuele versie van het BHV-plan. Indien tussentijds een wijziging in de omstandigheden plaatsvindt, is het de verantwoordelijkheid van de leidinggevende dat dit wordt verwerkt in het BHV-plan. Het BHV-plan is te allen tijde beschikbaar binnen de voorziening op een voor alle aanwezigen bekende en toegankelijke plaats. Nieuwe medewerkers ontvangen het voor hen relevante BHV-plan en dit wordt met hen doorgenomen. Tijdens de opleidingsinventarisatie in oktober van elk jaar geeft de leidinggevende het aantal nieuw op te leiden BHV-ers in het BT op. De arbo-coördinator/P&O adviseur organiseert op basis hiervan de basistraining BHV. Eens in de twee jaar volgen de BHV-ers een herhalingstraining. Ontruimingsoefening Op alle voorzieningen (ook op de kleinschalige woonvormen) wordt twee keer per jaar een ontruimingsoefening gehouden. Dit wordt geëvalueerd en schriftelijk vastgelegd. In de evaluatie wordt aandacht besteed aan wat er goed ging, wat de knelpunten zijn en hoe deze opgelost kunnen worden. Per locatie wordt vastgesteld waar deze verslaglegging bewaard wordt (b.v. BHV logboek). Denk bij het bekendmaken en houden van het BHV-plan en het ontruimen, voor zover mogelijk en wenselijk, ook aan de instructie van cliënten. Op het CB wordt één keer per jaar een ontruimingoefening gehouden. ©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
2/7
Versiedatum: augustus 2008
Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan Opstellen van een nieuw BHV plan Bij het in gebruik nemen van een nieuw pand, wordt zo snel mogelijk een BHV-plan opgesteld. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de invulling van het BHV-plan en legt het concept plan voor aan de arbo-coördinator. Deze toetst het plan aan de wettelijke en stichtingsnormen. Na goedkeuring wordt het BHV-plan ingevoerd. De leidinggevende bespreekt het BHV-plan in een werkoverleg waar alle betrokken medewerkers bij aanwezig zijn. Is dit niet mogelijk dan zorgt de leidinggevende ervoor dat de afwezige medewerkers de informatie op een andere manier krijgen. Zo snel mogelijk na invoering van het BHV-plan wordt een ontruimingsoefening gehouden, waar alle betrokkenen aan mee doen. Kleinschalige woonvormen Voor kleinschalig wonen geldt dat wanneer er geen gebruiksvergunning is vereist, een BHVplan door de gemeente niet noodzakelijk wordt geacht. Wel wordt op de kleinschalige woonvormen, net als op de andere voorzieningen, twee keer per jaar een ontruimingsoefening gehouden. Daarnaast zorgt de leidinggevende ervoor dat een instructiekaart ontruiming wordt ingevuld voor de betreffende kleinschalige woonvorm. Hierop staat vermeld hoe te handelen in geval van brand. Een opzet voor de instructiekaart ontruiming wordt op het intranet beschikbaar gesteld. Bij kleinschalige woonvormen waar geen brandmeldinstallatie aanwezig is, zorgt ...voor rookmelders. Ambulante dienstverlening ...is niet verantwoordelijk voor bedrijfshulpverlening bij cliënten van Ambulante Dienstverlening, die niet bij ...wonen. Deze cliënten wordt wel aangeraden zelf een rookmelder te (laten) plaatsen. Indien de cliënt hier behoefte aan heeft, kan er een instructiekaart ontruiming worden gemaakt. Referentie en informatiedragers Bijlage: Leidraad BHV-plan en toelichting Reanimeerbeleid (concept)
©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
3/7
Versiedatum: augustus 2008
Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan Leidraad BHV-plan Naam voorziening: ……..…………………………………………………………………………………… 1. Beschrijf het gebouw en hoe het gebruikt wordt (grootte, ligging, activiteiten etc.): Neem de plattegrond op in het BHV plan! ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... 2. Beschrijf de aanwezige risico’s en de mogelijke calamiteiten …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... 3. Beschrijf de aanwezige hulpmiddelen: …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………...
©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
4/7
Versiedatum: augustus 2008
Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan 4. Beschrijf de BHV taken per calamiteit (brand, ontruiming, ongeval, blikseminslag), wie ervoor verantwoordelijk is en in welke volgorde ze gedaan moeten worden: …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... 5. Overzicht van de BHV-ers en hun werkdagen en tijden (het laatste indien mogelijk) …………………………………………………………. …………………………………………………………. …………………………………………………………. …………………………………………………………. 6. Contactgegevens van relevante personen / instanties: …………………………………………………………. …………………………………………………………. …………………………………………………………. 7. Noteer de afspraken met externe (hulpverlenings)instanties: …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………...
8. Beschrijf de eventuele specifieke afspraken m.b.t. cliënten en de wijze van handelen in geval van een calamiteit: …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………...
©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
5/7
Versiedatum: augustus 2008
Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan Toelichting bij de leidraad BHV-plan
1. Beschrijving gebouw en gebruik Beschrijf het gebouw of de gebouwen die gezamenlijk de voorziening vormen. Betrek daarbij de gege percelen. Neem in het BHV-plan een plattegrond op waarop de volgende zaken staan aangegeven: • de hoofdingang; • de nooduitgangen; • de brandblusmiddelen; • overige waterpunten voor bluswater; • water- en gasleidingen; • de afsluiters voor gas, elctriciteit en water; • de plaats van systemen voor brandmelding en alarmmelding; • de plaats van EHBO middelen • de verzamelplaats buiten het pand bij ontruiming Maak op de plattegrond en in het gebouw gebruik van gestandaardiseerde/duidelijk herkenbare pictogrammen. Beschrijf hoe het gebouw gebruikt wordt (dagactiviteitencentrum, woonvorm etc.), hoeveel mensen er doorgaans aanwezig zijn en de mate van zelfredzaamheid van deze mensen. 2. Beschrijving risico’s en mogelijke calamiteiten Inventariseer de risico’s voor de voorziening en de mogelijke calamiteiten die zich binnen de voorziening kunnen voordoen. De calamiteiten kunnen voortkomen uit: • de omgeving: bijvoorbeeld een blikseminslag, overstroming etc.; • het gebouw zelf, denk hierbij aan brand door bijvoorbeeld kortsluiting; • de aard van de werkzaamheden en activiteiten; • de gebruikers, hierbij spelen onder andere de mate van zelfredzaamheid en eventueel bestaande ziektebeelden van cliënten een rol. Bepaalde ziektebeelden, kunnen in een crisissituatie tot heftige reacties leiden. 3. Beschrijving hulpmiddelen Aan de hand van de bij punt 2 geïnventariseerde risico’s kan worden nagegaan welke hulpmiddelen nodig zijn om in geval van een calamiteit adequaat te handelen. Hierbij kun je denken aan: brandblusmiddelen, plattegronden, EHBO trommel, evacuatiemiddelen etc. 4. Beschrijving BHV taken De uit te voeren taken in geval van een calamiteit vloeien voort uit de inventarisatie van het gebouw en gebruik en de bestaande risico’s. Beschrijf per mogelijke calamiteit heel concreet wat er moet gebeuren, in welke volgorde en wie er verantwoordelijk is. Stel korte overzichtelijke instructies op, zodat iedereen weet of snel kan achterhalen hoe te handelen in geval van brand, ontruiming en ongevallen of een noodsituatie bij een cliënt. Zorg dat de instructies in elke ruimte van het gebouw onder handbereik liggen. Voor cliënten kunnen aangepaste instructies worden opgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van pictogrammen. Hieronder een overzicht van voorkomende taken (dit betreft geen volledig overzicht): • alarmeren en evacueren van alle aanwezigen; • alarmeren, informeren en samenwerken met externe hulpverleningsinstanties (brandweer, politie etc.);
• • •
beperken en bestrijden van brand; voorkomen en beperken van ongevallen; verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
6/7
Versiedatum: augustus 2008
Handboek Rubriek 5 Personeel P05.02.2 Bedrijfshulpverlening en leidraad BHV-plan • • •
uitvoeren van levensreddende handelingen (zoals stelpen slagaderlijke bloeding); communicatie met alle betrokkenen; alle overige punten die voortvloeien uit het gebouw , gebruik en risico’s.
5. Overzicht van de BHV-ers Noem in het BHV-plan de medewerkers die binnen de voorziening zijn opgeleid als BHV-er. Als dit mogelijk is kun je noemen wanneer de verschillende BHV-ers werken. Per voorziening wordt één persoon hiervoor verantwoordelijk gesteld, zodat dit gedeelte actueel blijft en iedereen weet wie de BHV-ers zijn. 6. Contactgegevens relevante personen/instanties Neem de namen, adressen en contactgegevens op van relevante personen/instanties (alarmnummer, huisartsen posten, directie etc.). 7. Afspraken met externe hulporganisaties Noteer in het BHV-plan ook de eventueel gemaakte afspraken met externe hulpverleningsorganisaties zoals de huisartsenpost. 8. Vastleggen specifieke zaken cliënt Leg eventuele specifieke zaken m.b.t. een cliënt en de wijze van handelen in geval van een calamiteit vast en neem deze op in het BHV-plan.
©… Documenteigenaar: Hoofd P&O Documentbeheerder: P&O adviseur
7/7
Versiedatum: augustus 2008