HANDBOEK
internet voor juristen> MR. J.G.L. VAN DER WEES > ING. W.G. RENDEN > DRS. M. HERTZBERGER > RECHT.NL
DEEL 1 - ZOEKEN OP INTERNET DEEL 2 - INTERNET VOOR JURISTEN DEEL 3 - BETER INTERNETGEBRUIK
2006
2
HANDBOEK
internet voor juristen> 2006
MR. J.G.L. VAN DER WEES > ING. W.G. RENDEN > DRS. M. HERTZBERGER > RECHT.NL
RECHT.NL Den Haag - 2006 Ontwerp/layout omslag en binnenwerk: Aangenaam Ontwerp visuele communicatie, Utrecht
3
VOORWOORD Het internet als massamedium bestaat nog maar een jaar of dertien. In de jaren '60 van de vorige eeuw werd weliswaar een voorloper van het World Wide Web ontworpen door het Amerikaanse ministerie van Defensie, maar pas toen in 1993 gebruiksvriendelijke browsers op de markt kwamen, kreeg het internet grote publieke belangstelling. Juristen begonnen gebruik te maken van het web toen rond 1998 de eerste echte verzamelingen juridische informatie op het internet verschenen: Rechtspraak.nl voor jurisprudentie en Overheid.nl voor officiële overheidspublicaties bijvoorbeeld. Er zijn sinds die tijd meer en meer onmisbare elektronische bronnen voor juristen ontstaan, waardoor het internet een steeds groter potentieel krijgt. Potentieel. Want dezelfde ontwikkelingen hebben gezorgd voor een dusdanige toename van beschikbare informatie dat de gemiddelde jurist moeite heeft met het zoeken en vinden van bruikbaar materiaal. Voor wie weet waar Abraham de mosterd haalt, kan het internet echter beschouwd worden als volwaardige bron van (juridische) informatie. Dit e-book biedt u dan ook een overzicht van wat er voor u (veelal kosteloos) aan juridische informatie op het web te halen valt. Mr Leo van der Wees, ing.Wijnand Renden en drs. Maurits Hertzberger zullen u rondleiden over het internet, waarbij onder andere aandacht zal worden besteed aan de fijne kneepjes van het zoeken met zoekmachines, tientallen juridische websites de revue zullen passeren en uitgelegd zal worden hoe u de ‘gevaren’ van het web (virussen en dergelijke) het hoofd kunt bieden.
4
5
INHOUD DEEL 1 - ZOEKEN OP INTERNET
1
Voorwoord
3
Wat is het internet? 1.1 Inleiding 1.2 De stappen van systematisch zoeken
9 9 11
2 Stap 1: het formuleren van uw informatievraag 2.1 De structuur van webadressen
12 13
3 Stap 2: het verkennen van de inhoud van het internet 3.1 Google 3.2 Waarom Google veel juridische infomatie niet kan vinden 3.3 Zoeken binnen websites 3.4 Booleaanse logica: ‘operatoren’ AND, OR, en NOT
16 19 21 22 24
4 Stappen 3 en 4: evaluatie van gevonden informatie en het bewaren van tekst 4.1 Stap 3: evaluatie van gevonden informatie 4.2 Stap 4: het opslaan van geschikt bevonden informatie 4.2 Resumerend en afsluitend
28 28 29 32
6
DEEL 2 - WEBSITES VOOR JURISTEN Inleiding
40
5 Wet & Regelgeving 5.1 Parlando 5.2 Officiële Publicaties (Overheid.nl) 5.3 Eerste Kamer 5.4 Staatsblad (Overheid.nl) 5.5 Wetten.nl (Overheid.nl) 5.6 Overige wettensites 5.7 Bewaren informatie van Wetten.nl, Officiële publicaties, Parlando
41 41 43 45 48 49 53 54
6 Jurisprudentie 6.1 Rechtspraak.nl 6.2 Overige Rechtspraaksites 6.3 Bewaren van informatie van Rechtspraak.nl, HvJEG, EHRM
56 56 62 64
7 Verdragen 7.1 Tractatenblad (Overheid.nl) 7.2 Verdragen (Overheid.nl) 7.3 Ministerie van Buitenlandse Zaken 7.4 Overige verdragensites
66 66 66 67 69
8 Europa 8.1 EUR-Lex 8.2 Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 8.3 Overige Europa-sites
72 72 77 81
9 Commerciële databanken 9.1 Kluwer Navigator Advocaat 9.2 Sdu Wet & Recht 9.3 Sdu Commentaar Arbeidsrecht 9.4. Attendering.nl
84 84 87 90 93
10 Portaalsites
96
11 Citeren van elektronische bronnen 11.1 Vuistregels 11.2 Algemene regels betreffende het citeren van webadressen 11.3 Standaard-verwijsmethode
101 102 104 108
7
DEEL 3 - BETER INTERNETGEBRUIK Inleiding
114
12 Het veranderende medialandschap 12.1 Van analoog naar digitaal; van consument naar producent 12.2 Generatiekloof 12.3 Privacy 12.4 De veranderingen Geschreven / gedrukte media Geluid Beeld 12.5 Conclusie
115 115 116 116 118 118 119 120 121
13 Veilig op het internet 13.1 Bescherm uw computer tegen virussen 13.2 Bescherm uw computer tegen spyware 13.3 Laat uw gegevens niet aftappen 13.4 Vermijd spam. Ga zorgvuldig met uw e-mail adres om 13.5 Installeer updates van uw software 13.6 Bouw een muur 13.7 Koop geen marktleiders 13.8 Laat zo min mogelijk sporen na 13.9 Maak regelamatig een back-up van uw gegevens 13.10 Laat u door deze lijst niet afschrikken
122 123 125 126 128 130 130 131 132 132 132
14 Onmisbare software 14.1 Antivirus software 14.2 Spyware verwijderings-software 14.3 Firewalls 14.4 Audio bestanden beluisteren: iTunes 14.5 Bewegende beelden bekijken: Real Player 14.6 PDF-documenten lezen: Adobe Reader 14.7 Chatten: Windows Live Messenger 14.8 Afbeeldingen bekijken: Irfan View 14.9 Software, films en muziek uitwisselen:eMule 14.10 Online onderwijs: Blackboard
134 134 136 137 139 140 141 142 144 145 146
Appendix
147
Trefwoordenregister
150
8
DEEL 1
zoeken op internet>
1
9
# 1.
WAT IS HET INTERNET
1
1.1 Inleiding Het internet is een wereldwijd netwerk van computernetwerken. Communicatie tussen deze duizenden netwerken en miljoenen computers is mogelijk vanwege een serie technische afspraken over de data-uitwisseling. Op die manier spreken alle computers ‘dezelfde taal’ en is gegevensuitwisseling mogelijk. In 1957 bedacht het Amerikaanse ministerie van Defensie dat men een eventuele nucleaire aanval van de Russen beter zou kunnen doorstaan, indien men computers aan elkaar zou koppelen. Men wilde voorkomen dat er verbindingen tussen steden uit zouden vallen, als een communicatieknooppunt gebombardeerd zou worden. Door het aanleggen van een netwerk zou de informatiestroom in een dergelijk geval omgeleid kunnen worden via andere knooppunten (zie figuur 1). Figuur 1
A
B
C
Indien stad B gebombardeerd wordt is stad C onbereikbaar geworden
C
A
B
D
E Indien stad B gebombardeerd wordt, zorgt het netwerk ervoor dat stad D nog steeds bereikbaar is via steden C of E.
Het Advanced Research Projects Agency (ARPA) kreeg de opdracht zo’n netwerk te bouwen. Begin jaren ’70 was het ARPAnet een feit. De Amerikaanse defensie had daarmee de beschikking over een betrouwbare netwerktechnologie die goede diensten zou kunnen bewijzen in tijden van oorlog. In 1973 werd de eerste internationale ARPAnet-verbinding, (tussen de VS en Londen) gerealiseerd. De Britse koningin stuurde haar eerste e-mailtje aan de president van de VS.
10 Toch heeft het nog tot het begin van de jaren ’90 geduurd alvorens internet echt doorbrak. In 1992 werd namelijk het World Wide Web 'uitgevonden' door Tim Berners-Lee, werkzaam bij CERN (een Europese organisatie voor nucleair onderzoek) in Genève. Tot op dat moment bestond het internet nog slechts uit de mogelijkheid berichten te versturen en die berichten beschikbaar te maken door ze op te slaan. Tim Berners-Lee bedacht echter de hyperlink, of beter gezegd: het systeem van hypertext. Met hypertext wordt het mogelijk teksten aan elkaar te koppelen. Op die manier is het internet niet langer een verzameling van losse stukken informatie, maar kan al die informatie aan elkaar gekoppeld worden: het wordt een web. Berners-Lee schreef het protocol voor hypertext, het HyperText Transfer Protocol, kortweg HTTP. Maar tot op dat moment was het web niet gebruikersvriendelijk (men moest behoorlijk van de programmeerkaas gegeten hebben om te kunnen surfen) en vooral heel saai: er was op het web uitsluitend tekst te vinden. In 1993 veranderde dat door de uitvinding van de eerste grafische web-browser (‘bladeraar’): Mosaic. Hierdoor werd het World Wide Web getransformeerd van een tekstsysteem in een systeem dat afbeeldingen kon bevatten, eenvoudig pagina’s kon weergeven en daarmee gebruikt kon gaan worden door mensen die weinig meer van computers hoefden te begrijpen. De browser is het computerprogramma op uw computer dat de ‘taal van webpagina’s spreekt’ (HTTP). Zoals u met uw Word-programma tekstdocumenten van anderen kunt openen, zo kan uw computer webpagina’s lezen met behulp van de browser. Met dit computerprogramma kunt u dus door het web bladeren, ofwel ‘over het web surfen’. Vanaf 1993 (en vooral na 1996, toen Microsoft Internet Explorer introduceerde, dat door 95% van de internetters gebruikt wordt) toog de halve wereld aan het werk om diensten en producten op het internet aan te bieden. En niet zonder resultaat. Onderzoekers van de Universiteit van Berkeley, Californië (VS) becijferden onlangs dat het web 170 terabyte aan opgeslagen gegevens herbergt; ongeveer 17 keer de omvang van de grootste papieren bibliotheek ter wereld, de Amerikaanse Library of Congress.
1
11
1.2 De vier stappen van systematisch zoeken Als het internet vergeleken wordt met een (enorme) bibliotheek, dan moet geconstateerd worden dat het een bibliotheek met enige beperkingen betreft. Van een bibliotheek wordt bijvoorbeeld verwacht dat aankopen niet lukraak gedaan worden, maar dat collecties doelgericht en professioneel samengesteld worden door vakreferenten. Een bibliotheek heeft daarnaast catalogi, helpdesks, een logische structuur en duidelijke bewegwijzering. Een bibliotheek is dus niet alleen een ruimte met boeken, maar is een dienstverlenende instantie die een ruimte met boeken toegankelijk en doorzoekbaar maakt. De minimale service die een bibliotheek biedt, is het zodanig indexeren van aanwezige informatie dat die informatie makkelijk en snel te lokaliseren is. Betere bibliotheken leveren bovendien nog veel meer diensten aan gebruikers; hebben state-of-the-art zoekmogelijkheden, attenderen gebruikers op relevante nieuwe aanwinsten, ondersteunen hen bij het gebruik van al deze diensten enzovoort. Als u naar informatie zoekt in een (papieren) bibliotheek, dan gaat u systematisch te werk. Een traditionele bibliotheek is echter een begrensde verzameling van informatie, terwijl het internet geen grenzen heeft, geen logische structuur en geen centrale autoriteit. Daarom is het, meer nog dan in traditionele bibliotheken het geval is, noodzakelijk bij het zoeken op het internet systematisch te werk te gaan. Dit voorkomt onder andere dat u zich tijdens het surfen zult laten afleiden door de honderdduizenden andere interessante onderwerpen en sites die u zult tegenkomen. Een gestructureerde zoekactie op het WWW kent vier stappen: 1 het formuleren van een informatievraag en het bedenken waar te (beginnen met) zoeken; 2 het verkennen van de inhoud van het internet; 3 evaluatie van gevonden informatie en; 4 het opslaan van geschikt bevonden informatie. In de volgende hoofdstukken zullen deze stappen een voor een behandeld worden.
1
12
# 2.
STAP 1 / HET FORMULEREN VAN UW INFORMATIEVRAAG
Zoeken naar informatie (of dat nu offline of online gebeurt), begint bij het formuleren van uw informatievraag: Wat zoekt u eigenlijk? De aard van de gezochte informatie bepaalt namelijk grotendeels waar u het beste kunt gaan zoeken en met welke trefwoorden u het meeste succes zult hebben bij zoekmachines. Het omschrijven van een informatievraag is minder rechtlijnig dan het lijkt. Zoekmachines zoeken namelijk uitsluitend op de letterlijke zoekterm(en) die u opgeeft; niet automatisch ook op synoniemen, spellingsvarianten, bredere termen enzovoort. Onjuiste keuze van trefwoorden levert daarom een ongewenst of onvolledig resultaat op! Met het trefwoord ‘faillissementsrecht’ vindt u bijvoorbeeld geen documenten waarin het woord ‘insolventierecht’ gebruikt wordt en met trefwoord ‘failissementsrecht’ vindt u slechts die documenten waarin exact dezelfde typfout gemaakt wordt. Zoekmachines kennen de betekenis van woorden niet; gezocht wordt slechts op de opeenvolging van lettertekens. We komen daar in het hoofdstuk over zoekmachines op terug. Ook het doel van uw onderzoek is van belang. Door namelijk vóór het zoeken te bedenken wát u eigenlijk gaat zoeken, kunt u de plaats waar u moet gaat zoeken, bepalen. Dat werkt op het web niet anders dan in de materiële wereld. Als u een telefoonnummer nodig heeft, dan haast u zich immers niet naar de openbare bibliotheek, maar dan pakt u het telefoonboek. Online is dat precies zo. Om de definitie van een woord te achterhalen is Google niet de eerst aangewezen website: <www.vandale.nl> helpt u in dat geval beter. Een heel groot deel van de informatie die het internet de professionele jurist (kosteloos) te bieden heeft, is te vinden op een handjevol websites. Deze sites staan beschreven in het tweede deel van dit boek. Het doel daarvan is dat u, de volgende keer dat u een bepaalde Europese Richtlijn zoekt, niet als een kip zonder kop naar Google gaat, maar onmiddellijk naar de meest geschikte bron: de website van de Europese Unie. Indien u een (juridische) informatievraag heeft die niet via de tien belangrijkste Nederlandse juridische websites te beantwoorden is, dan loont het zich om (voordat u naar Google gaat) eerst te bedenken welke instanties zich bezighouden met het onderwerp waarnaar u zoekt. Tien tegen één dat de websites van die instanties u van dienst kunnen zijn.
2
13 Zoekt u bestuursrechtelijke jurisprudentie? In het geval van bestuursrechtspraak ligt zoeken op de website van de Raad van State bijvoorbeeld voor de hand. En waar anders is de Raad van State online te vinden dan via <www.raadvanstate.nl>? Zoekt u een Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Rotterdam? Als die via <www.rotterdam.nl> niet te vinden is, dan vindt u ‘m waarschijnlijk nergens! Heel vaak zult u (zeker als u het web vaker gebruikt) niet lang na hoeven te denken over mogelijke vindplaatsen van informatie. Vraag betreft Telefoonnummer Bestuursrechtelijke jurisprudentie APV gemeente Rotterdam
Wat is de bron? Telefoongids Raad van State Gemeente Rotterdam
Dus ik surf direct naar... Telefoongids.nl Raadvanstate.nl Rotterdam.nl
2.1 De structuur van webadressen Elke pagina en ieder document op het internet heeft zijn eigen unieke adres. De officiële benaming voor webadressen is Uniform Resource Locator (‘URL’). In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe URL's in elkaar zitten. Als u namelijk een idee heeft van de logica achter URL’s, dan wordt het vinden van webpagina’s een stuk makkelijker. Normaal gesproken bestaan URL’s uit de volgende onderdelen: 1
http://www. – geeft aan dat het HTTP-protocol (HyperText Transfer Protocol, zie boven) van toepassing is. Dit gedeelte van URL’s is onbelangrijk (en ‘http://’ hoeft u zelfs niet eens in te typen, dat vult uw computer vanzelf aan);
2 de naam van de website – na het voorvoegsel ‘www.’ volgt de naam van de website. Uit die naam is meestal goed af te leiden van wie de website is (‘Heineken.nl’) of wat het onderwerp van de site is (‘Puppy.nl’); 3 .nl, .com, org, .net – na de naam van de site volgt de zogenoemde ‘top-level extensie’. Deze extensie kan nietszeggend zijn (.com, .net, .info, .biz), maar kan ook de geografische oorsprong van de website weergeven (bijvoorbeeld .nl, .fr, .uk) of iets zeggen over het soort instelling van wie de website is (bijvoorbeeld .gov, .org, .int, .eu, .mil).
2
14 De top-level extensies kunnen dus een indicator zijn voor de herkomst van de informatie die u online aantreft. Zo is juridische informatie die u aantreft op een ‘.be‘-website is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid Belgische juridische informatie. Er zijn 247 landen-extensies en 14 anderssoortige extensies. Hierna een paar voorbeelden.
.be – België .de – Duitsland .fr – Frankrijk .it – talië .lu – Luxemburg .nl – Nederland .an – Antillen .aw – Aruba .sr – Suriname .uk – Verenigd Koninkrijk
.int – betreft een website van een internationale organisatie .eu – betreft een website van de Europese Unie .org – betreft een website van een non-profitorganisatie .edu – betreft een website van een Amerikaanse onderwijsinstelling .gov/.mil – betreft een website van de Amerikaanse overheid .com – is van oorsprong bedoeld om aan te geven dat het een commerciële website (webwinkel) betreft, maar in de praktijk betekent het dat een dergelijke site allerlei informatie kan bevatten. .net, .biz, .info – kan eveneens allerlei informatie bevatten; zegt niets over de herkomst van de website
Meer extensies? Surf naar <www.iana.org>
4 het ‘pad’dat gevolgd wordt binnen de website – indien achter de top-level domeinextensie een schuine streep (/, ‘slash’, duitse komma) én nadere indicaties volgen, dan betekent dat dat u zich ‘dieper’ in een website bevindt. Aan de URL ‘http://www.volkskrant.nl/binnenland.html’ is bijvoorbeeld onmiddellijk (zonder naar de pagina in kwestie te hoeven surfen) te zien dat het gaat om de sectie ‘binnenland’ op de website van de Volkskrant; 5 .html / .doc / .mp3 (enzovoort) – het webadres eindigt vaak met informatie over het bestandstype (‘formaat’) van het (web)document in kwestie. Dit is precies zoals met documenten op uw eigen computer: ‘.doc’ is een Worddocument,‘.ppt’ een PowerPoint-presentatie, ‘.xls’ is een Excel-spreadsheet enzovoort. Hiermee weet uw computer welk programma hij moet aanroepen om een bestand te kunnen openen.
2
15 De naam van de website en de top-level extensies zijn echter het belangrijkst: die zeggen vaak iets over het onderwerp of de maker van de informatie en over het land waar de informatie vandaan komt. Het webadres als indicator van betrouwbaarheid van gevonden informatie Bij het bepalen van betrouwbaarheid van op het internet gevonden informatie kan het webadres een rol spelen. Zo zijn sites van internationale organisaties (.int) en non-profitorganisaties (.org) over het algemeen betrouwbaarder dan commerciele sites (.com). Een verdragstekst afkomstig van de webstek van het Asser Inistituut <www.asser.nl> of de Verenigde Naties <www.un.int> zal zonder twijfel betrouwbaar zijn. Van belang is dan nog wel te achterhalen hoe actueel de daar gevonden informatie is. Betreft het de meest recente versie van het verdrag?
2
16
# 3.
STAP 2 / HET VERKENNEN VAN DE INHOUD VAN HET INTERNET
Als u de door u gewenste informatie niet meteen kunt vinden op websites die u kent, of als u niet weet waar u moet beginnen met zoeken, dan zult u te rade moeten gaan bij een zoekmachine.
3 In een ideale wereld zouden zoekmachines precies begrijpen wat uw bedoeling is en ondanks uw (per definitie beperkte) zoekvragen tóch met de juiste informatie terugkomen. Maar helaas, machines begrijpen u niet. In dit hoofdstuk staat de systematiek van zoekmachines centraal. Net als in een reguliere bibliotheek loont het zich om niet lukraak, maar om met enige achtergrondkennis over het systeem van opslag en ontsluiting van informatie te gaan zoeken. Er zijn grofweg twee soorten zoekmachines: algemene zoekmachines die ‘het gehele internet’ doorzoeken (bijvoorbeeld Google, Ilse, Yahoo) en zoekmachines die één specifieke website of databank ontsluiten (bijvoorbeeld Overheid.nl of Rechtspraak.nl). Iedere algemene zoekmachine maakt gebruik van computerprogramma’s die geheel automatisch het web afstruinen en alle pagina’s die zij op hun weg tegenkomen, indexeren. Deze programmaatjes heten ‘spiders’ of ‘crawlers’. Spiders herkennen alle zelfstandige naamwoorden die op een bepaalde website voorkomen, pakken die eruit en rapporteren de resultaten aan de zoekmachine. Op die manier onstaat een trefwoordenlijst (c.q. index), te vergelijken met een trefwoordenlijst achterin een boek. Hetzelfde geldt voor zoekmachines binnen een bepaalde website. De zoekmachine van Overheid.nl doorzoekt bijvoorbeeld uitsluitend de door de overheid beschikbaar gestelde overheidsdocumenten en de zoekmachine van Rechtspraak.nl doorzoekt slechts de binnen Rechtspraak.nl aanwezige jurisprudentie. Deze zoekmachines ontsluiten dus ‘slechts’ alle informatie binnen een bepaalde website, maar werken technisch bezien op dezelfde manier als zoekmachines die het (gehele) internet indexeren. Als een trefwoord vaak op een webpagina voorkomt, dan gaat de zoekmachine ervan uit dat die webpagina veel informatie bevat over en rondom dat trefwoord.
17 Op die manier wordt bepaald welke sites belangrijk zijn en welke niet. Zo zal het woord ‘recht’ op juridische sites vaak voorkomen en op medische websites minder. Zoekt men in een zoekmachine op het woord ‘recht’, dan staan de door de zoekmachine geïndexeerde juridische websites bovenaan. Ctrl-F Indien er op één bepaalde pagina die u op uw scherm hebt staan (of het nu een Word-document betreft of een webpagina) een grote lap tekst staat waarbinnen u naar een bepaald woord of een bepaalde zinsnede wilt zoeken, toets dan Ctrl +F (‘Control Find’) in. Er verschijnt dan een zoekschermpje in uw beeld. Erg handig!
Bij de modernste zoekmachines, zoals Google, wordt ook gekeken naar het aantal links naar websites die geplaatst zijn op andere websites: hoe meer links er vanuit het internet naar een bepaalde website verwijzen, hoe belangrijker die site vermoedelijk is. Als dertig websites met het woord ‘recht’ erin allemaal linken naar één andere website, dan betekent dat blijkbaar dat die ene site een ‘spin in het web’ is. Die site zal bij de zoekresultaten (‘hits’) van Google bovenaan staan. Zoekmachines halen dus die pagina’s op waarin de door u opgegeven trefwoorden voorkomen. Zijn dat hele specifieke trefwoorden (‘moeder-dochterrichtlijn’), dan is er een redelijke kans dat u snel vindt wat u zoekt. Zoekt u echter op algemene, veel voorkomende trefwoorden (‘richtlijn’), dan krijgt u te veel treffers. Zoekmachines zoeken uitsluitend op de letterlijke zoekterm(en) die u opgeeft; niet automatisch ook op synoniemen, spellingsvarianten, bredere termen enzovoort. Onjuiste keuze van de zoekterm levert een ongewenst of onvolledig resultaat op. Daarom is het belangrijk de woorden waarmee u zoekt goed te spellen en/of te zoeken op meerdere spellingsvarianten.
3
18 ‘Wat u moet onthouden over zoekmachines’ • Zoekmachines zoeken alleen op de precieze lettercombinatie die u intypt. • Zoekmachines kennen geen woorden, maar slechts opeenvolgingen van letters. Een typfout resulteert in het vinden van documenten waarin diezelfde typfout is gemaakt. • Zeer vaak voorkomende woorden zoals lidwoorden en voorzetsels worden niet door zoekmachines geïndexeerd. Een zoekvraag dient dan ook in hoofdzaak te bestaan uit zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, persoons- en plaatsnamen. • Bij sommige zoekmachines maakt het uit of u hoofd- dan wel kleine letters gebruikt. Let er daarom op dat u in de regel kleine letters gebruikt, behalve als u bijvoorbeeld zoekt naar informatie met behulp van zaak- of documentnummers ('Publicatieblad EG, 2002 L 309’). Gebruik dan de voorgeschreven notatiewijze (hoofdletter L). • Bij sommige zoekmachines maakt het uit of u een spatie achter of voor uw trefwoord laat staan. Let er daarom op dat die er niet staat. • Zoekmachines doorzoeken niet het hele internet, maar slechts de door hen geïndexeerde (‘gespiderde’) websites of documenten. Als u via een zoekmachine niet kunt vinden wat u zoekt, dan wil dat niet zeggen dat de door u gevraagde informatie niet bestaat. Zoeken binnen websites van relevante instanties kan alsnog tot succes leiden. Vraagt u zich bij het gebruiken van een zoekmachine af: welke verzameling informatie doorzoekt deze zoekmachine eigenlijk? • Zoekmachines hebben allemaal een eigen gebruiksaanwijzing, die meestal te vinden is onder de link ‘Help’. Zeker als u niet bekend bent met de zoekmachine of portaalsite, is het aan te raden eerst de helppagina's te raadplegen. De tijd die u hierin investeert, verdient u via betere zoekresultaten terug. Gebruik een minuut om een uur te besparen! • Voor actuele informatie, zoals het nieuws, moet u niet bij een zoekmachine zijn. De kans dat dergelijke berichten zo kort na publicatie reeds door zoekmachines geïndexeerd zijn, is klein. U kunt zich voor nieuws beter tot gespecialiseerde nieuwssites wenden. • Lees goed wat er bij de verschillende vakken (‘velden’) en knoppen van de zoekmachine staat. Het maakt wat uit of u ‘zoekt in de titel’ of ‘zoekt in de tekst’ van documenten!
3
19
3.1 Google Er zijn honderden zoekmachines die het internet ontsluiten. Veel van deze zoekmachines doen hun werk uitstekend. Desondanks hebben wij ervoor gekozen om in dit boek slechts één algemene zoekmachine te behandelen: Google, <www.google.com>. Google is namelijk niet voor niets de meest gebruikte zoekmachine ter wereld – het is zonder twijfel de beste en makkelijkste zoekmachine van dit moment, vanwege zijn snelheid en de hoge mate van relevantie van de gevonden sites. Google werd in 1998 opgericht door twee studenten van de Universiteit van Stanford (VS). De naam ‘Google’ is afgeleid van het woord 'googol', de term die wiskundige Edward Kasner in 1938 bedacht voor een 1 gevolgd door honderd nullen. De belangrijkste Zoekopties van Google U kunt natuurlijk gewoon (min of meer lukraak) uw trefwoorden in het zoekveld op de homepage van Google intypen. Negen van de tien keer werkt dat goed en vindt u (zelfs) op die manier wat u zoekt. Is dat niet zo, dan kan dat twee redenen hebben: de door u gezochte informatie zit niet tussen de zoekresultaten (‘hits’), of er zijn veel te veel zoekresultaten om allemaal te kunnen bekijken. In het eerste geval dient u verder te zoeken met andere trefwoorden: wellicht dat die wél iets opleveren. In het tweede geval kunt u Google’s geavanceerde zoekfunctie gebruiken. U vindt deze functie door rechts naast het zoekveld op de homepage te klikken op ‘geavanceerd zoeken’
‘Eenvoudig’ zoeken via het zoekveld op de homepage van Google
3
20 Via het formulier dat u op de ‘Geavanceerd zoeken’-pagina aantreft, kunt u uw zoekresultaten inperken, door bijvoorbeeld taal, domein (.nl/.com/.edu enzovoort), bestandsformaat en termen die wel of niet op de pagina mogen voorkomen, te definiëren.
3
Geavanceerd zoeken met Google
Zo kunt u Google gebruiken om slechts één bepaalde website te doorzoeken, door het adres van de homepage van de website die u wilt doorzoeken, te zetten in het veld ‘alleen resultaten weergeven van de site of het domein’. Vult u daar bijvoorbeeld ‘europa.eu’ in, dan doorzoekt u enkel en alleen de website van de Europese Unie. Een andere handige functie van Google is het zoeken naar afbeeldingen. Op de homepage van Google ziet u boven het zoekveld een link met de naam ‘Afbeeldingen’. Klikt u daarop, dan kunt u zoeken naar plaatjes, illustraties en foto’s (het woord zegt het eigenlijk al). Ook deze optie beschikt over een Geavanceerd zoeken-functie, waar u uw zoekresultaten kunt inperken op bijvoorbeeld kleur en formaat. Ten tweede ziet u onder het zoekveld de op het eerste gezicht raadselachtige knop ‘Ik doe een gok’. Geeft u een trefwoord in en drukt u op die knop, dan surft u direct naar de website die anders als eerste in de lijst van treffers zou hebben gestaan. Tot slot iets over twee elementen van de zoekresultaten die Google u voorschotelt. Achter iedere treffer die u bij het zoeken met Google te zien krijgt, ziet u altijd een linkje met de tekst ‘Gelijkwaardige Pagina’s’ en een linkje met de tekst ‘In Cache’ staan.
21
Een willekeurig zoekresultaat uit de 4,3 miljard webpagina’s die Google geïndexeerd heeft
3 Door op ‘Gelijkwaardige Pagina’s’ te klikken zoekt Google automatisch naar (wat hij beschouwt als) verwante pagina's. Klikt u op 'In Cache', dan komt u terecht bij een kopie van de gevonden website, zoals Google die in zijn database heeft opgeslagen. Het voordeel hiervan is dat een pagina bij Google nog beschikbaar is, indien de originele pagina om wat voor reden dan ook van het web verdwenen is. Zoeken met Google spreekt, zoals gezegd, eigenlijk voor zich. Veel lastiger is het effectief gebruiken van minder geavanceerde zoekmachines – die in de overgrote meerderheid zijn.
Voor gevorderden: de Google Toolbar Na installatie van de Google Toolbar in uw browser (gratis, ga naar
) hoeft u niet meer steeds (actief ) naar de website van Google toe, om uw zoekvragen uit te voeren. U hoeft na installatie van de ‘Toolbar’ namelijk nog slechts een woord dat u aantreft op een website te selecteren en op ‘zoek’ bovenaan uw scherm te klikken. Handig voor wie vaak zoekt.
3.2 Waarom Google veel juridische informatie niet kan vinden Het onzichtbare web is de wereld van websites die niet door zoekmachines geïndexeerd kunnen worden en die daardoor buiten het bereik van de standaard zoekmachines op het internet vallen. Hiervoor werd kort uitgelegd hoe zoekmachines het web indexeren: middels ‘spiders’ die van hyperlink naar hyperlink springen en trefwoorden halen van alle pagina’s die zij op hun weg tegenkomen.
22 Nu wil het feit dat lang niet alle internetpagina’s via hyperlinks bereikbaar zijn. Neem de online telefoongids: er is weliswaar een hyperlink naar <www.telefoongids.nl>, maar er zijn geen hyperlinks naar alle individuele telefoonnummers die de telefoongids bevat. Met Google kunt u dus de online telefoongids vinden, maar u kunt met Google niet naar telefoonnummers zoeken, omdat de spiders van Google de telefoongids niet ‘in kunnen’.
3 Hetzelfde geldt voor catalogi van bibliotheken. Met Google kunt u de website van een bibliotheek localiseren, maar niet zoeken in de bibliotheekcatalogus zelf. Want daar kan Google niet bij. Dit soort databanken worden het onzichtbare Web genoemd, omdat deze niet geïndexeerd kunnen worden door de grote zoekmachines. De omvang van het ‘onzichtbare’ web wordt zelfs talloze malen groter geschat dan het ‘zichtbare’ web. Andere voorbeelden van voor Google onvindbare informatie zijn de ontelbare intranetten en tienduizenden elektronische tijdschriften waartoe alleen abonnees toegang krijgen, evenals ‘dynamische’ informatie zoals ANWB file-meldingen, NS treintijden of real time beurskoersen. Om deze informatie te kunnen bereiken, moet u dus gaan zoeken in de desbetreffende databanken zelf. Voor u als jurist is dit van vitaal belang, want juist voor u bevat het onzichtbare web de nuttigste informatie. De wettendatabank van Overheid.nl en de jurisprudentie van Rechtspraak.nl behoren namelijk tot deze categorie. Evenals vrijwel alle andere verzamelingen jurisprudentie (EHRM, HvJEG enzovoort) en databanken als het Octrooiregister of de Kamer van Koophandel. Het heeft met andere woorden geen zin om met Google naar wet- en regelgeving te gaan zoeken. Hiervoor moet u direct bij de bron zijn, dat wil zeggen bij de wettenzoekmachine van Overheid.nl:
. Als jurist loont het zich om te leren waar Abraham de mosterd haalt. Daar gaat deel 2 van dit boek over.
3.3 Zoeken binnen websites Vrijwel iedere zichzelf respecterende website heeft een eigen zoekmachine. Het probleem met deze zoekmachines is echter dat deze meestal een eigen taal spreken (de Booleaanse Logica), dat de ene zoekmachine die taal weer nét even
23 anders spreekt dan de andere en dat uw zoekvraag (‘query’) jammerlijk mislukt als u taalfouten maakt. Op het eerste gezicht lijken alle zoekmachines op elkaar. Of het nu om de zoekmachine van de online boekwinkel Amazon.com gaat, of om commerciële internetzoekmachines zoals Google: het draait steeds om een zoekveld waarin zoektermen ingetypt kunnen worden. Maar schijn bedriegt! In de evolutie van zoekmachines worden grofweg twee generaties onderscheiden. De eerste generatie zoekmachines werkt met zogenoemde Booleaanse operatoren (AND, OR en NOT, waarover hierna meer). Tot deze eerste generatie zoekmachines behoort bijvoorbeeld de Nederlandse wettenzoekmachine
en de zoekmachine voor officiële overheidspublicaties, <www.overheid.nl/op>. Modernere zoekmachines vullen de Booleaanse operatoren automatisch voor u in. Zoeken met deze zoekmachines is makkelijk en snel. Maar helaas zijn deze geavanceerde zoekmachines in de minderheid. Een ander goed voorbeeld van het verschil tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ zoektechnologie, is het feit dat het bij eerste generatie zoekmachines verschil maakt of u hoofdletters of kleine letters gebruikt en zelfs of er spaties voor of achter uw zoekterm staan. De zoekmachine van het Europese Hof van Justitie bijvoorbeeld (, zie verderop in dit boek) vindt geen arresten als u achter uw trefwoord of zaaknummer per ongeluk een spatie laat staan. De beste tip in dit geval is om goed op te letten. Bekijk voordat u een zoekmachine gaat gebruiken die u nog niet kent, eerst even op de link ‘help’, ‘zoektips’ of ‘handleiding. Internetportalen Naast zoekmachines zijn startpagina’s (portaalsites) de beste sites om een zoektocht naar informatie op het internet te beginnen. Portaalsites, ook wel virtual libraries, subject catalogues of onderwerpsgidsen genaamd, zijn door experts samengestelde en geordende overzichten van webpagina’s op één of meerdere specifieke onderwerpsgebieden. Portaalsites bestrijken over het algemeen minder webpagina's dan zoekmachines, maar zijn door de menselijke selectie vaak beter van kwaliteit. De opgenomen links zijn bovendien vaak voorzien van een beschrijving en evaluatie.
3
24 Meestal vindt u op de homepage van portaalsites een klein aantal zeer brede categorieën. Klikt u op zo'n categorie, dan krijgt u een overzicht van subcategorieën binnen die categorie te zien. Elke subcategorie bevat ook weer specifiekere deelonderwerpen. Door dit soort vertakkingen van breed naar specifiek komt u bij steeds preciezere onderwerpen en de daarbij horende websites terecht.
3 Startpagina.nl (<www.startpagina.nl>) is de bekendste en grootste Nederlandse portaalsite voor de consument. De nadruk bij Startpagina ligt op populaire onderwerpen (‘ruimtevaart’) en commerciële informatie (‘tweedehands auto’s’). Voor specifiek juridische informatie is Startpagina geen goed adres, maar daarmee is de site niet minder nuttig als algemeen naslagwerk. Startpagina is te vergelijken met de Gouden Gids. De site bevat bevat ruim 1.800 subpagina's, de zogenoemde dochters, waarop per pagina een onderwerp wordt uitgewerkt door het geven van rubrieken met relevante links.
3.4 Booleaanse logica: ‘operatoren’ AND, OR en NOT Booleaanse operatoren zijn afkomstig uit de (wiskundige) logica en genoemd naar de Engelse negentiende eeuwse wiskundige George Boole. Booleaanse operatoren maken het mogelijk met meerdere trefwoorden tegelijkertijd te zoeken. Dat is handig, want als u zoekt naar Groningse natuurgebieden is het wel zo makkelijk op ‘Groningen’ en op ‘natuurgebied’ tegelijkertijd te kunnen zoeken: het zoekwoord ‘natuurgebied’ alleen, zal immers heel veel natuurgebieden buiten Groningen opleveren. De belangrijkste Booleaanse operatoren zijn AND, OR en NOT. Zoals gezegd vullen sommige zoekmachines de operatoren automatisch voor u in. Als u bij Google ‘natuurgebied Groningen’ intypt, dan interpreteert Google dat automatisch als ‘natuurgebied AND Groningen’. Als AND wordt geplaatst tussen twee zoektermen, dan wordt er naar documenten gezocht waarin zowel de ene als de andere term voorkomt: zoekopdracht ‘natuurgebied AND Groningen’ levert documenten op waarin zowel het woord ‘natuurgebied’ als het woord ‘Groningen’ voorkomt. Het zwarte vlak in onderstaand Venn-diagram geeft de verzameling documenten aan die dan gevonden wordt.
25
natuurgebied
groningen
Figuur 5 – ‘AND’
3 Als OR wordt geplaatst tussen twee zoektermen dan wordt naar documenten gezocht waarin óf het ene óf het andere woord voorkomt: zoekopdracht ‘natuurgebied OR Groningen’ levert documenten op waarin ten minste één van beide trefwoorden voorkomt:
natuurgebied
groningen
Figuur 6 – ‘OR’
Als NOT wordt geplaatst tussen twee zoektermen, dan wordt gezocht naar documenten waarin het eerste zoekwoord voorkomt, maar worden documenten waarin tevens het tweede zoekwoord voorkomt, weggelaten. Met NOT geeft u dus aan dat een zoekterm niet in een pagina voor mag komen. ‘Natuurgebied NOT Groningen’ levert een lijst met treffers op waarin alle natuurgebieden van de wereld buiten Groningen mogen voorkomen.
natuurgebied
groningen
Figuur 7 – ‘NOT’
AND is, zoals u wellicht aanvoelt, de nuttigste Booleaanse operator. De andere twee zult u in de praktijk nooit gebruiken; wij noemen OR en NOT hier eigenlijk slechts voor de volledigheid.
26 Booleaanse operatoren moeten bij veel zoekmachines in hoofdletters getypt worden. Maar niet bij allemaal. En om het ingewikkelder te maken dan nodig is, gebruiken veel zoekmachines nét even andere Booelaanse operatoren. Naast AND, OR en NOT kan dus voorkomen: and, or, not. Maar ook: EN, OF, NIET (in het geval van Nederlandse zoekmachines). Hierbij dient herhaald te worden dat het lezen van de vrijwel altijd bij zoekmachines geboden ‘Help’-pagina tot aanbeveling strekt (zie onderstaand voorbeeld).
3
27 Het komt vaak voor dat zoekresultaten tegenvallen. En eigenlijk zijn er geen andere vuistregels te geven om dit te verbeteren dan: wees creatief (probeer verschillende combinaties van trefwoorden, denk na op welke sites u het best terecht kunt) en let goed op (lees de gebruiksaanwijzingen op het scherm, sla acht op spelling van trefwoorden en dergelijke). Vraagt u zich, indien u bij het zoeken geen of te weinig treffers krijgt, bovendien af waaróm dat zo is. Heeft u een spelfout gemaakt? Een hoofdletter gebruikt, of een spatie laten staan? Is uw trefwoord te breed, of juist te eng? Het feit dat u geen documenten vindt die naar uw zin zijn, wil vaak nog niet zeggen dat de documenten die u zoekt er niet zijn! Phrase search Erg praktisch en makkelijk is het zoeken op precieze zinnen, zinsneden of combinaties van woorden. Dit wordt ‘phrase searching’ genoemd. Door het plaatsen van aanhalingstekens voor en achter een aantal zoektermen wordt er gezocht op die exacte woordcombinatie. U vindt dan alleen die documenten waarin alle zoektermen in de opgegeven volgorde aanwezig zijn. Zoekt u bijvoorbeeld op ‘Europees parlement’, dan krijgt u pagina’s voorgeschoteld waarin ook echt de term ‘Europees parlement’ voorkomt. Er wordt dan dus niet gezocht naar documenten waarin de woorden ‘Europees’ en ‘parlement’ los van elkaar voorkomen.
3
28
# 4.
STAPPEN 3 EN 4 / EVALUATIE VAN GEVONDEN INFORMATIE EN HET BEWAREN VAN TEKST
4.1 Evaluatie van gevonden informatie We hebben de eerste en tweede stap van een systematische zoektocht naar informatie op het internet besproken: het formuleren van de zoekvraag en het (be)zoeken van websites. Stap 3 bestaat uit het evalueren van de gevonden informatie. Het web biedt juridische professionals veel en makkelijk te vinden informatie van over de hele wereld. Maar omdat er zoveel informatie beschikbaar is en omdat iedereen zelf vrijwel anoniem informatie kan publiceren op het internet, is het noodzakelijk om verkregen informatie voortdurend te kritisch te evalueren op herkomst, objectiviteit en actualiteit. Hierin verschilt het internet van een reguliere bibliotheek (waar de evaluatie van informatie echter vóór aankoop, door bibliothecarissen en vakreferenten is uitgevoerd). Indien u informatie tegenkomt waarvan u de betrouwbaarheid betwijfelt, is er een aantal criteria op grond waarvan u die kunt inschatten. Herkomst De auteur is, naast de feitelijke beoordeling van de inhoud van de gevonden informatie (taalgebruik, presentatie enzovoort), waarschijnlijk de belangrijkste maatstaf. Indien de auteur een 'grote naam' is, dan is de informatie hoogstwaarschijnlijk betrouwbaar. De kans is echter groot dat u de auteur van het stuk niet kent. In dat geval kunt u kijken naar de context van de informatie. Welke organisatie is verantwoordelijk voor de informatie? Rechtspraak.nl wordt bijvoorbeeld verzorgd door de Rechterlijke Macht zelf en Justitie.nl door het ministerie van Justitie. In dat soort gevallen kan vrijwel klakkeloos van de autoriteit van informatie worden uitgegaan. Dit maakt de websites van vrijwel alle op juridisch gebied bekende en gewaardeerde organisaties tot goede startpunten van zoekacties.
4
29 Twijfelt u, zoek dan naar de link ‘about us’, of ‘over deze website’ (of iets dergelijks). Staat een dergelijke link er niet, c.q. is dergelijke informatie over de herkomst niet te vinden, dan is de informatie op de website waarschijnlijk onbetrouwbaar! Dit komt echter zelden voor. Objectiviteit De instelling of auteur die voor de informatie verantwoordelijk is kan weleens een bepaalde invalshoek of mening vertegenwoordigen die niet 'neutraal' is. Soms blijken op het eerste gezicht betrouwbare wetenschappelijke artikelen eigenlijk uitsluitend reclame te maken voor een bepaald product of een bepaalde dienst, blijkt een wetenschapper een betoog te houden dat door de rest van de wetenschappelijke wereld als 'kul' zou kunnen worden afgedaan, of blijkt een auteur er een (zeer) eenzijdige (politieke?) mening op na te houden. Wordt er een betoog gehouden waarbij meningen of zienswijzen tegen elkaar afgezet worden of wordt één bepaalde zienswijze besproken? Hangt de auteur een algemeen geaccepteerde theorie aan of wijkt hij daarvan af? Objectiviteit is dus ook een criterium. Actualiteit Wat is de ‘publicatiedatum’ van de informatie? Publicatiedatum is voor elektronische informatie een rekbaar begrip, omdat informatie wanneer dan ook veranderd kan worden. Soms staat op een website een ‘Laatst bijgewerkt’-datum of wordt de datum dat een bericht geplaatst is expliciet vermeld. Vaak wordt echter geen publicatiedatum genoemd op websites. In dat geval is het extra uitkijken. Is de informatie actueel genoeg? U kunt zich, samenvattend, een aantal vragen stellen ter beoordeling van informatie: - Wie heeft het geschreven? - Met welk doel is het geschreven? - Voor wie is het geschreven? en - Wanneer is het geschreven?
4.2 Stap 4: het opslaan van geschikt bevonden informatie Tot besluit van het eerste deel van dit boek beschrijven wij graag hoe u elektronische informatie kunt bewaren. Vier methoden worden hieronder beschreven: het toevoegen van websites aan uw ‘favorieten’, het knippen/plakken van tekst in een Word-document, het printen van tekst en het op uw eigen computer bewaren van een webpagina.
4
30 Toevoegen van websites aan uw ‘favorieten’ In feite kan een kind de was doen: u kunt een website die u makkelijk opnieuw wilt kunnen bezoeken, toevoegen aan uw ‘favorieten’ (of ‘bookmarks’), door geheel bovenaan uw scherm in uw browser op ‘Favorieten’ (1) te klikken en vervolgens op ‘Toevoegen aan favorieten...’ (2).
4
De links naar de websites die u op die manier bewaart staan allemaal onder de knop ‘Favorieten’. Wilt u één van die pagina’s opnieuw bezoeken, klik dan op ‘Favorieten’ en vervolgens op de naam van de door u gewenste (eerder aan uw favorieten toegevoegde) website. Knippen/plakken van tekst in Word Een tweede methode om informatie van het internet op uw eigen computer te bewaren, is het knippen/plakken van tekst in Word. Dat lijkt eveneens makkelijker dan het is. Kopieert u namelijk lukraak een stuk tekst van een webpagina, dan is de kans groot dat u (zonder dat te zien) tevens elementen kopieert die zorgen voor een bepaalde layout. Plakt u die tekst ‘zomaar’ in een document, dan verschijnen hinderlijke inspingingen, marges en randen van tabellen. De oplossing voor dat probleem is de ‘plakken speciaal’-functie (Word 97+).
31 Dat werkt als volgt: 1 selecteer met uw muis de tekst staan die u wilt bewaren (door op de tekst te gaan staan, uw linker muisknop ingedrukt te houden en te ‘slepen’); 2 kopieer de geselecteerde tekst door voor ‘Kopiëren’ te kiezen onder ‘Bewerk’ (bovenaan uw scherm), of onder uw rechter muisknop; 3 ga naar of open een Word-document; 4 klik op ‘Plakken speciaal’ onder ‘Bewerk’ bovenaan uw scherm; 5 kies voor ‘Ongeformatteerde tekst’ en klik op ‘OK’. Printen van webpagina’s Ook als u een webpagina uitprint (wat met drie muisklikken kan: klik op ‘Print’ onder ‘Bestand’ bovenaan uw scherm en vervolgens op ‘OK’) komt u het probleem tegen dat allerlei (ongewenste) layout-elementen van de webpagina in kwestie meegeprint worden. Dit kunt u voorkomen door de tekst voordat u gaat printen eerst in een Worddocument te plakken (en vervolgens vanuit Word te printen). Het op uw eigen computer bewaren van een webpagina Als vierde en laatste methode om informatie van het internet te bewaren op uw eigen computer noemen wij de ‘Bewaren als’-functie die u aantreft door geheel linksbovenaan uw browser-scherm te klikken op ‘Bestand’. Erg aantrekkelijk is deze methode niet: op uw computer worden namelijk automatisch alle elementen van de webpagina gekopieerd (inclusief navigatie-menu’s, web-layout enzovoort). Het bewaren van illustraties / afbeeldingen U kunt afbeeldingen ‘los’ bewaren door met uw muis op een afbeelding te gaan staan, op uw rechter muisknop te klikken en voor ‘Afbeelding bewaren als’ te kiezen. Ook kunt u afbeeldingen kopiëren (en bijvoorbeeld plakken in Word-documenten), door op de afbeelding te gaan staan en onder uw rechter muisknop te kiezen voor ‘Kopiëren’. Vervolgens kiest u in Word voor ‘Plakken’ (onder ‘Bewerken’ bovenaan uw scherm, of uw rechter muisknop).
4
32
4.3 Resumerend In dit eerste deel van Internet voor Juristen zijn de vier stappen van een structurele zoekactie naar juridische informatie op het web behandeld. U kunt zoekacties op twee manieren beginnen: door direct naar een website te gaan waarvan u weet (of kan vermoeden) dat de door u gewenste informatie aanwezig zal zijn, of door gebruik te maken van een algemene zoekmachine (zoals Google). Als u gebruik maakt van de zoekmachines die slechts één website doorzoeken (zoals de zoekmachines van Wetten.nl, Overheid.nl enzovoort), dan kunnen zoektermen helaas niet (zoals dat bij Google wel kan) ‘lukraak’ worden ingevoerd. Bij de meeste zoekmachines is het zaak ‘Booleaanse operatoren’ te gebruiken en eerst even de gebruiksaanwijzing te lezen. Zoekmachines zijn handige hulpmiddelen bij het zoeken naar informatie. Maar veel van de miljarden webpagina’s op het web zijn niet zomaar te bereiken. Deze pagina's blijven onzichtbaar, waardoor men ook wel van het Invisible web spreekt; dat deel van het internet dat niet door zoekmachines ontsloten is. Dat komt omdat zoekmachines alleen informatie kunnen indexeren die via hyperlinks bereikbaar is. En de wetten binnen Wetten.overheid.nl en arresten binnen Rechtspraak.nl zijn niet via hyperlinks bereikbaar, maar uitsluitend via de eigen zoekmachines van de sites in kwestie. Zo zult u met Google geen wetten vinden die op Wetten.overheid.nl staan en geen arresten die op Rechtspraak.nl staan. Deze twee belangrijke juridische websites zijn voor zoekmachines ondoorgrondelijke, afgesloten databanken. Maar ook informatie uit commerciële databases (sites waar u moet inloggen), zoals de juridische databanken van de grote uitgevers, is niet goed vindbaar met algemene zoekmachines. Informatie vinden op het web is dus niet slechts een kwestie van goed met zoekmachines om kunnen gaan: het is ook een kwestie van weten waar u moet zijn. In het tweede deel van dit boek worden dan ook de belangrijkste juridische websites voor de juridische professional in detail besproken.
4
33
Ga naar één van de belangrijkste juridische websites (bijv. Wetten.nl, Rechtspraak.nl, EUR-Lex, Recht.nl) of ga direct naar de websites van de bronorganisatie (bijv. OM.nl, WIPO.int, Asser.nl, Minez.nl...) Formuleer uw informatievraag en bedenk bij welke websites (van organisaties?) u het beste kunt beginen met zoeken
4
Let bij het gebruiken van zoekmachines die slechts één website doorzoeken op de Booleaanse logica
Niet gevonden wat u zocht? Probeer het via een algemene zoekmachine (bijv. Google)
Niet gevonden wat u zocht? Heeft u typfouten gemaakt? Wellicht lukt zoeken met synoniemen of andere spellingswijzen? Kunt u andere trefwoorden bedenken? Het is mogelijk dat de informatie die u zoekt niet op het web te vinden is. Dit geldt vooral voor informatie van vóór 2000.
Figuur 8 - Systematisch zoeken naar juridische informatie op het internet
Gevonden wat u zocht? Evalueer de informatie en sla eventueel op