magazine van de Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging
chaMpignons werk
2 ‘Slecht nieuws voor Nederlandse champignontelers’ 8 5 Open dag zet jubilerend dekaardebedrijf verder 10 op de kaart 11 12 6 Dekaardebedrijf CNC: 15 vijftig jaar kwaliteit op maat Zevende jaargang - nummer 3 - oktober 2011
Rob Leenders: ‘Overleven is onderscheiden’ MPF-update: ‘Er moet een ‘wij-gevoel’ ontstaan’ In memoriam: André Boudewijns Fair Produce-keurmerk krijgt verder vorm Drukke beursmaand voor Lutèce
actueel
coöperatiezaken
Walkro in Ierse handen
‘Slecht nieuws voor Nederlandse champignontelers’ Half oktober is Walkro in handen gekomen van de Ierse champignongrootmacht Monaghan en een Belgische investeringsmaatschappij. Godert Tegelberg, directievoorzitter van C4C: “Dat is slecht nieuws voor Nederlandse champignontelers. Een geduchte buitenlandse concurrent is nu in de positie om sturing te geven aan de grondstoffenvoorziening van Nederlandse telers.” Hoewel Tegelberg het jammer vindt dat C4C niet als winnaar uit de overnamestrijd is gekomen, is hij reëel over de uitkomst van de maandenlange, intensieve onderhandelingen. “We hebben een realistisch bod gedaan op Walkro. Meer konden we niet
Ledengeld geeft coöperatie kracht ook het versterken van de positie van C4C in de verwerking en in de grondstoffensector is belangrijk om onze doelstellingen te realiseren. Hiertoe zijn uitbreidingen en nieuwe acquisities noodzakelijk.”
doen, dat zou niet verantwoord en niet haalbaar zijn.” Wel is hij trots op het open en constructieve proces dat de directie met de leden heeft doorlopen om tot zo’n bieding te komen, en het vertrouwen dat zowel banken, leden en adviseurs in C4C gesteld hebben. Ondertussen richt hij zijn blik al weer vooruit. “Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Daarmee wil ik zeggen dat de overname van Walkro niet de enige manier is om onze strategie gestalte te geven. In de toekomst dienen zich ongetwijfeld nieuwe mogelijkheden en kansen aan. Verder zijn er ook veel andere activiteiten in gang gezet die zowel C4C als de Nederlandse champignonsector sterker maken. Helemaal hetzelfde kan de toekomst natuurlijk niet zijn, maar de hoofdlijnen blijven gewoon staan.”
Waarom is een Doelgebonden Achtergestelde Leden-lening (DAL-lening) een goed instrument om nieuwe investeringen te financieren? Simon Hoenderop: “Voor de balanspositie van C4C is het niet gunstig om grote investeringen volledig zelf te financieren. Met een DAL-lening vergroten we de solvabiliteit, waardoor de bank mee wil financieren en de balanspositie van C4C gezond blijft. Concreet houdt dit in dat we, naast de reguliere bankfinanciering, achtergesteld geld aantrekken bij onze eigen leden en eventueel ook bij een financiële investeerder.”
Wat is een achtergestelde lening precies? Simon Hoenderop: “Dat is een lening waarbij diegene die het geld uitleent in geval van faillissement wordt achtergesteld op andere schuldeisers. Het gaat wel voor op de verschaffers van
Strategie Orange
‘We geven de hoge rente liever aan onze leden dan aan een financiële investeerder’
Doelstelling van strategisch plan ‘Clockwork Orange’ is het versterken van Nederland als champignonland. Om deze doelstelling te verwezenlijken, zijn actiepunten voor de bedrijven van C4C opgesteld en actiepunten waaraan in overleg met de Nederlandse champignonsector invulling wordt gegeven. Actiepunten plan Orange in samenwerking met de Nederlandse champignonsector: • Het versterken van de marktpositie van champignontelers door te werken aan meer balans in de markt • Voortzetting van het promotieprogramma om de consumptie van champignons te stimuleren • Een gezamenlijke onderzoeksagenda om teeltkosten te reduceren en het onderscheidend vermogen van champignons in de markt te vergroten Actiepunten plan Orange voor de bedrijven van C4C: • Versterking van de positie in de Nederlandse champignonverwerking met onder andere aandacht voor de groeimarkten foodservice en levensmiddelenindustrie • Versterken van de positie in de Nederlandse grondstoffensector • Verdere interne kostenreducties • Investeringen in R&D om de toegevoegde waarde van champignons te verhogen
Met het strategisch plan ‘Clockwork Orange’ zet C4C Holding in op het versterken van Nederland als champignonland en dan met name de marktpositie van CNC-leden. De Doelgebonden Achtergestelde Leden-lening (DAL-lening) is een nieuw financieel instrument dat kansen biedt om deze strategie handen en voeten te geven. De leden van CNC spelen hierin een sleutelrol. Een gesprek met CNC-voorzitter Frans Brienen en financieel directeur Simon Hoenderop van C4C. Welke investeringen vergt het strategisch plan Orange? Frans Brienen: “Doel van de strategie is de marktpositie van CNC-leden te versterken. Dit bereik je door te focussen op onderzoek en ontwikkeling en op deze manier teeltkosten te reduceren en onderscheidend vermogen te creëren. Daarnaast is promotie belangrijk om de consumptie te stimuleren. Maar
eigen vermogen maar staat achter bijvoorbeeld de bank, de fiscus, leveranciers en in ons geval de ledenlening 1 en 2. Je loopt dus een groter risico dan wanneer je geld op een gewone spaarrekening zet. Maar daar krijg je ook iets voor terug, namelijk een hoge rente - meestal tussen de 8 en 12 procent per jaar. Het geld kan dus een zeer interessant rendement opleveren. Vandaar ook dat we, indien zich een investering aandient, onze leden de kans willen geven mee te doen aan deze achtergestelde lening. We geven de hoge rente liever aan hen dan aan een financiële investeerder, waar je ook achtergesteld geld kunt lenen. Daarmee blijft het geld binnen de sector. De DAL-lening is een bekende constructie, maar binnen de coöperatieve wereld is hij uniek.”
Een dergelijk hoog rentepercentage is normaliter niet beschikbaar voor particulieren? Simon Hoenderop: “Een rente als deze ontvang je normaal gesproken alleen wanneer je investeert in bedrijven of speciale investeringsfondsen. Maar dan praat je normaliter over hele grote bedragen. Het grote voordeel voor CNC-leden is echter dat ze zelf hun inleg kunnen bepalen en dat ze investeren in een bedrijf, in een sector die ze kennen. Dit maakt het risico overzichtelijker.”
Wie kan meedoen aan de DAL-lening? Frans Brienen: “Leden en oud-leden van CNC. Bij oud-leden van Lees verder op pagina 4.
2
3
coöperatiezaken
CNC gaat het om mensen die de laatste vijf jaar hun lidmaatschap hebben opgezegd. Dit omdat de Autoriteit Financiële Markten als voorwaarde stelt dat het om een definieerbare groep gaat; je moet kunnen aantonen dat iemand betrokken is of was bij CNC. Leden kunnen een bedrag inleggen vanaf 2.500 euro, voor oud-leden ligt het minimum op 50.000 euro. We willen het bedrag bewust laag houden, zodat de lening voor veel leden toegankelijk is.”
Hoe vindt uitbetaling van de rente plaats? Simon Hoenderop: “Normaal gesproken wordt, indien mogelijk, een deel van rente contant uitbetaald en een deel wordt bijgeschreven bij de hoofdsom. Wanneer C4C de jaarlijkse contante
open dag
rente niet kan betalen, wordt deze bijgeschreven tot het moment dat we deze wel kunnen voldoen.”
Wat betekent het DAL-instrument voor de gewone ledenleningen? Frans Brienen: “Helemaal niets, ledenlening 1 en 2 blijven bestaan zoals dit nu het geval is. Wel is de DAL-lening achtergesteld op deze ledenleningen. Overigens verwachten we niet dat leden door het DAL-instrument minder geld gaan steken in de gewone ledenleningen. De reguliere rente is weliswaar lager dan bij de DAL-lening, maar de nieuwe ledenlening vormt ook de basis voor de winstverdeling van CNC. Hierdoor kan het rendement op deze lening uiteindelijk veel hoger zijn.”
Teler John Jacobs uit Kessel:
‘DAL-instrument vergroot betrokkenheid’ “Ik vind het een goede zaak dat C4C, voor het vreemd vermogen dat nodig is om eventuele investeringen te realiseren, een beroep wil doen op de leden van CNC. Als er leden en oud-leden zijn die geld over hebben, waarom zou je hen dan niet dat hoge rendement gunnen? Dan blijft het geld binnen de sector, kunnen de leden hiervan profiteren in plaats van dat het naar derden gaat. Daarmee vergroot je ook de betrokkenheid bij de coöperatie, wat voor mij een voorwaarde is voor een gezonde toekomst. Maar het is niet alleen goud wat er blinkt. De leden die meedoen aan de DAL-lening zijn hun geld een aantal jaren kwijt en kunnen hier dus niet mee werken. Daarnaast loop je met een achtergestelde lening een behoorlijk risico. Daar staat tegenover dat je investeert in een bekende sector. En persoonlijk heb ik vertrouwen in onze sector, hoe moeilijk het de laatste jaren ook is.”
4
Open dag zet jubilerend dekaardebedrijf verder op de kaart
Het dekaardebedrijf van CNC Grondstoffen bestaat 50 jaar - reden voor een feestje! Daarom was er op zaterdag 17 september een open dag. Ruim 500 belangstellenden dompelden zich onder in de wereld van de dekaarde. Naast informatief was de open dag ook vooral gezellig. De open dag werd bezocht door kwekers, medewerkers en door familie, vrienden en kennissen van de medewerkers. Daarnaast was er veel belangstelling van buurtgenoten. “Zij waren benieuwd wat er nu precies gebeurt op een dekaardebedrijf - de meesten hadden geen idee”, vertelt Theo van der Venne, hoofd van het dekaardebedrijf. Op het achterterrein van het dekaardebedrijf - dat er voor deze gelegenheid spik en span bijlag - was een tent neergezet. Hier werden de bezoekers ontvangen met koffie en gebak.
Vervolgens kregen zij een boekje dat uitleg gaf over de diverse stadia van het productieproces en konden zij een rondgang maken over het bedrijf; langs de grondstoffen, de menglijn met zeefinstallatie, de diversen soorten dekaarde en de laadlijn. Medewerkers van CNC gaven desgewenst uitleg. Vooral voor de vulmachine met het gevulde stuk teeltbed was veel belangstelling. Bij terugkomst in de tent was er gelegenheid voor een (champignon)hapje en een drankje. Iedereen die naar huis ging ontving een gegraveerde pennenset als aandenken. Theo van der Venne kijkt met een goed gevoel terug op de open dag. “Het was een geweldige dag, we hebben kunnen laten zien wat we in huis hebben. En de reacties van de mensen waren enorm positief. Zij gaven vooral aan verbaasd te zijn dat er zo veel komt kijken bij de productie van dekaarde. Ook was het bedrijf veel groter dan ze vaak dachten. De open dag heeft het dekaardebedrijf van CNC verder op de kaart gezet.”
5
jubileum
Vijftig jaar kwaliteit op maat Het dekaardebedrijf van CNC bestaat 50 jaar. Al een halve eeuw levert het bedrijf in Milsbeek kwalitatief hoogwaardige dekaarde. De belangrijkste drijfveer van weleer geldt nog steeds: maatwerk voor elke champignonteler. Gesjouw met Maasslib, heen en weer rijden met paard en wagen en mengen van grondstoffen met een schop. Het klaarmaken van de dekaarde was in het midden van de vorige eeuw een terugkerende, zware klus op alle champignonkwekerijen. “Dat kan en dat moet efficiënter,” dachten enkele leden en het bestuur van de coöperatie CNC rond 1960. Zij maakten een plan voor een centrale grondmengerij en legden dit voor aan de achterban. Na enige aarzeling en discussie gingen alle leden akkoord met het plan. Met een lening van de bank werd een fabriek in Middelaar gebouwd. Op 1 juli 1961 werd het dekaardebedrijf van CNC officieel in gebruik genomen en wijdde de pastoor uit het dorp het bedrijf in.
Foto: Marije Kroonenburg
Het dekaardebedrijf vanuit de lucht, 2009.
Gestage groei De oprichting van een gezamenlijke grondmengerij bleek een goede beslissing. In het eerste jaar werd 175 m3 dekaarde per week geproduceerd, nog geen jaar later volgde al een uitbreiding en werd gestart met de productie van meerdere soorten dekaardemengsels. De vraag bleef gestaag groeien, onder andere omdat CNC ook een eigen compostbedrijf opende in 1964. Het gevolg was dat na enkele jaren de capaciteit van de fabriek in Middelaar ontoereikend bleek. Bijna tien jaar na de oprichting werd besloten om een nieuw dekaardebedrijf te beginnen in Milsbeek. Daar is Theo van der Venne, het huidige hoofd van het dekaardebedrijf, zo’n vijftien jaar geleden komen werken. Hij vertelt: “We zijn met een kleine, heel erg betrokken groep medewerkers.
Dekaardeproductie anno 2011. De mensen hebben passie voor hun vak. Sommigen hebben ook nog in de oude fabriek in Middelaar gewerkt.” In Milsbeek is de dekaardeproductie in de loop van de jaren verder uitgebreid met een grotere loods en een achterterrein. De productie steeg in de topjaren tot een weekomzet van 4.500 m3.
Passie voor kwaliteit
Dekaardeproductie tijdens de beginjaren in Milsbeek.
6
In de jaren tachtig kreeg het dekaardebedrijf te maken met serieuze concurrentie. Er werd daarom besloten om de productielijn te optimaliseren zodat de efficiëntie van de bedrijfsvoering omhoog ging en de kwaliteit verder verbeterde. Van der Venne: “In 1991 is de menglijn in de loods in gebruik genomen. Dat betekende een enorme verbetering. Die lijn bestond uit vier afzonderlijke veenbunkers, een zeefdek van vijf meter en diverse mengpunten. Ook was het daarmee mogelijk om de kalk veel nauwkeuriger te doseren en om verontreinigingen van bijvoorbeeld drainagemateriaal uit het veen te zeven. Er kon vanaf dat moment een meer constant product worden geleverd.” Dat streven naar kwaliteit staat ook nu nog voorop. Tegenwoordig vragen champignontelers vooral naar zwaardere types dekaarde. En het veen komt niet langer uit Nederland maar uit Duitsland. “We hebben zeven verschillende basissoorten. Het mengsel ‘reuze grof’ is in 1998 ontwikkeld en doet het nog steeds erg
goed. Naast onze standaard recepten maken we ook mengsels op verzoek. We kunnen elke gewenste grofheid leveren,” aldus het hoofd van het dekaardebedrijf. Samen met RHP, CNC en de overige twee Nederlandse dekaardeproducenten is in 2003 een
‘De mensen die hier werken hebben passie voor hun vak’ keurmerk ontwikkeld voor dekaarde en daarnaast is het hele bedrijf ISO-gecertificeerd. Momenteel is een punt van discussie of er wel of geen formaline aan de dekaarde moet worden toegevoegd. “Zo’n zeventig procent van de dekaarde wordt nu zonder toevoeging van formaline geleverd. Dat is beter voor het milieu en er zijn geen problemen in de productie,” aldus Van der Venne.
Veenvervangers Anno 2011 bedraagt de weekomzet zo’n 3.300 m3 aan dekaarde en is CNC wat dit betreft marktleider in eigen land. De vraag uit het buitenland is de laatste jaren echter sterk toegenomen. Er rijden nu dagelijks vrachtwagens vanuit Milsbeek naar CentraalEuropa, Engeland en Spanje. “We zetten in op groei van de export. Hier in Nederland neemt het aantal champignontelers af.
‘Laden en lossen steeds preciezer’ Snelheid en behoud van structuur, dat zijn de belangrijkste zaken waarop chauffeur Enes Ajnadzic let bij het lossen van dekaarde. “De moderne vrachtwagens zijn ingericht met een speciale doseerkast aan de achterzijde. Vroeger hadden we een klein machientje achterop de wagen. Dat was allemaal veel minder nauwkeurig en het laden en lossen kostte toen veel meer tijd.” De chauffeur, die uit Bosnië komt, rijdt inmiddels bijna vijftien jaar dekaarde voor CNC. Hij vindt het mooi werk: “Ik heb veel contacten met telers en ik kom overal in Nederland, België en Duitsland. De ene champignonteler is de andere niet, in Limburg gaat het er bijvoorbeeld veel gemoedelijker aan toe en daar moet ik nog steeds wennen aan het accent. Waarin alle champignontelers op elkaar lijken, is dat ze kwaliteit willen. En dat kunnen wij leveren. Dekaarde laden en lossen luistert heel nauw.”
We hebben de expertise in huis als het gaat om het maken van goede dekaarde. We moeten er nu voor zorgen dat het buitenland onze dekaarde wil gebruiken.” Een andere ontwikkeling waar het dekaardebedrijf op dit moment aan werkt is het vinden van veenvervangers. Van der Venne: “Het is duidelijk dat er alternatieven moeten komen voor natuurlijk veen - dit wordt steeds schaarser - maar daarover kan ik op dit moment nog niets zeggen. Ga er maar van uit dat we met een heel goed alternatief gaan komen.”
7
bedrijfsreportage
‘Overleven is onderscheiden’ Met de paplepel ingegoten
In Mariahout kweekt Rob Leenders champignons voor de industrie. Als ergens geldt ‘samen sterk’ dan is dat wel op dit bedrijf. Tien jaar geleden werd Leenders geveld door een ernstige darmziekte. Dankzij de inzet van zijn familie én het personeel bleef de kwekerij overeind. Nu loopt het bedrijf voorop met innovatie.
Foto’s: Fotopersburo van de Meulenhof BV
De coöperatieve gedachte is Rob Leenders met de paplepel ingegoten. “Vroeger waren we als koeienboeren lid van CHV en Campina. Toen we overstapten op champignons was het voor ons gewoon logisch om lid te worden van de CNC,” zegt de champignonteler. “Voor mij en mijn bedrijf geldt ‘samen sterk’. Ik denk dat we in de toekomst alleen kunnen overleven door krachten te bundelen binnen de champignonsector. Dat zal hard nodig zijn.”
De volautomatische snijmachine van Rob Leenders in bedrijf.
“Kijk, dit is onze volautomatische snijmachine. Ik ben misschien wel de enige champignonteler in de wereld met een machine met USB-aansluiting. Deze machine snijdt de steeltjes van de champignons precies op maat met camera’s. Ik vind het nog steeds kicken als ‘ie aan het werk is.” Rob Leenders is apetrots op de machine, waaraan hij samen met machinebouwer Havatec meer dan een jaar heeft gewerkt. “Het was een heel gedoe om de instelling voor elkaar te krijgen. Collega’s waren erg sceptisch, maar het is gelukt.” Dit doorzettingsvermogen is kenmerkend voor de champignonteler. Zonder die karaktereigenschap was zijn bedrijf niet geworden wat het nu is. Tien jaar geleden werd bij hem een chronische darmontsteking geconstateerd. Dat leidde tot drie zware operaties en zeven ziekenhuisopnames. “Dat was een idiote tijd. We hadden twee kleine kinderen en we waren juist bezig met een uitbreiding. In een ziekenhuis ver weg heb ik offertes zitten vergelijken. Mijn broer Maarten, zus Jeanette, mijn vrouw Jannie, haar vader en ons personeel hebben toen een prachtige klus geklaard.” Nog steeds is Leenders niet volledig hersteld.
8
Het team van kwekerij Leenders (van voor naar achteren): Maarten, Jeanette, Rob en Jannie Leenders en Gerard van Vijfeijken. Dat neemt niet weg dat hij vol gaat voor de hoogste kwaliteit. “Er mag niks fout gaan. De temperatuur en de vochtigheid van zowel de compost als de lucht komt heel precies. We werken volgens het traditionele schema, twee vluchten in vijf weken. Als ergens een instelling niet optimaal is, merken we dat direct aan de productie. Groeien is verdampen, dat luistert heel nauw,” stelt de kweker. Hij volgt alle instellingen in de cellen dan ook nauwkeurig in de computer. Elke afwijking in een grafiek wordt opgemerkt en geanalyseerd. In Excel berekent hij vervolgens de prestaties van elke cel.
Melkquotum ingeruild De geschiedenis van het bedrijf gaat terug tot 1984. In dat jaar bouwde vader Leenders de eerste cellen voor zijn zonen. “De gedachte van mijn vader was dat hij een zekere toekomst wilde voor zijn zes kinderen. In de melkveehouderij zag hij te weinig toekomstmogelijkheden. Goed beschouwd hebben we melkquotum omgewisseld voor champignons.” Rob Leenders startte samen met zijn broer Jos en ze leerden zichzelf het vak.
“De zaken liepen goed en al gauw konden we het oppervlak verdubbelen. Maar twee kapiteins op één schip, dat werkte niet. In 1989 ben ik daarom voor mijzelf begonnen. We hebben toen hier op deze plek 1.320 m2 aan cellen gebouwd.” In 2000 werd besloten om te stoppen met plukken en te gaan snijden; een uitbreiding naar tien cellen van 340 m2 was daarvoor noodzakelijk.
levert Leenders ook aan Lutèce. “Champignons in een glazen potje moeten perfect zijn. De lengte van de steeltjes komt echt heel precies. Dankzij de nieuwe machine kunnen we aan de gestelde eisen voldoen.” De snijmachine is door telersvereniging Funghi geplaatst. Hiervoor is GMO-subsidie verkregen. Dat geldt ook voor het nieuwe bodemenergiesysteem van kwekerij Leenders. “Sinds augustus werken we met warmte-koude opslag in de bodem. In de zomer kunnen we zo beter ontvochtigen en slaan we de warmte op in een aquifer (een ondergrondse watervoorraad, red.). In de winter gaan we deze oppompen. De kwaliteit kan hiermee aanzienlijk worden verbeterd en we hopen flink op gas te kunnen besparen,” aldus de teler. “Een mooi systeem, maar de vergunningenprocedure bij de provincie is echt vreselijk. Dat duurt allemaal zo lang.”
Zorgen om sector Leenders is voortdurend bezig met innoveren. “Techniek is mooi,” zegt hij. Maar dat is voor hem niet de enige drijfveer. “Ik voorzie dat Polen een steeds sterkere concurrent wordt. We moeten er hier in Nederland echt alles aan doen om de
‘We moeten er in Nederland alles aan doen om de productiekosten binnen de perken te houden en de allerbeste kwaliteit te leveren’ “Toen al hadden wij het idee dat we het alleen van de Polen kunnen winnen met een efficiëntere bedrijfsvoering. Er kwamen machines en de cellen moesten worden verlengd zodat deze beter waren afgestemd op de inhoud van de vrachtwagens.”
GMO-subsidie De kwekerij draait nu volgens plan en de productie bedraagt 20.000 kilo per week. Tot voor kort was alles bestemd voor de diepvriesmarkt, maar sinds de automatische snijmachine er is,
productiekosten binnen de perken te houden en om de allerbeste kwaliteit te leveren. Ons product moet zich onderscheiden om te overleven.” Een andere zorg die de champignonteler bezighoudt, is de opvolging binnen de bedrijven: “Ik vraag me af wie er een opvolger heeft. De sector is hard aan verjonging toe.” Voor zijn eigen situatie heeft hij echter nog geen concrete plannen. “Tja zeg, ik ben pas 46, de kinderen zijn nog jong. Voorlopig hoef ik gelukkig nog niet na te denken over dat soort dingen,” grinnikt hij.
9
in memoriam
promotie
‘Er moet een ‘wij-gevoel’ ontstaan’ n o n g i t p e m k a k a Ch p f l e z t e h k e e w K
In samenwerking met het blad Kidsweek biedt de MPF Kweek-het-zelf-pakketten aan aan basisscholen.
De promotiecampagne van de Mushroom Promotion Foundation (MPF) draait bijna twee jaar. Met succes: de eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar. “Om echte slagen te kunnen maken en de consumptie daadwerkelijk te verhogen, is meer geld nodig. Een breder draagvlak binnen de sector is een must.” Even het geheugen opfrissen: de basis voor de EU-promotiecampagne werd gelegd in 2008. C4C Holding, in de personen van Frans Brienen en Godert Tegelberg, stond aan de basis hiervan. “Consumentenonderzoek - op kosten van CNC - liet zien dat er werk aan de winkel was”, vertelt Godert Tegelberg, directeur van C4C Holding. “Champignons worden laag gewaardeerd, vooral onder jong volwassenen en mensen met kinderen. Dat wij in Europa bijvoorbeeld ecologisch verantwoord telen en dat het product positieve gezondheidseffecten heeft, weten de meeste mensen niet. Gebeurt er niets, dan gaat het helemaal mis.”
10
2,4 miljoen per jaar Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten ontwikkelde C4C een promotiecampagne. Een eerste verzoek om EUsubsidie - dat werd ingediend samen met vijf andere EU-landen - werd afgewezen op vormfouten. Spanje, Frankrijk en Nederland probeerden het in 2010 opnieuw. Met succes: de EU stelde 4,2 miljoen beschikbaar voor een campagne van drie jaar in vijf verschillende landen, de champignonsector in de diverse landen bracht eenzelfde bedrag bij elkaar. “De MPF wordt ingezet voor de uitvoering in Nederland, België en Duitsland en
voor coördinatie van zaken die in EUverband spelen”, geeft Tegelberg aan. Per jaar heeft de MPF 2,4 miljoen euro tot haar beschikking. De helft hiervan komt van de EU-subsidie, de andere helft wordt bij elkaar gebracht door de sector. Concreet betekent dit dat C4C Holding een bedrag van 0,75 miljoen euro inlegt, dat Funghi-telers 0,1 miljoen euro bijdragen en dat andere sectorpartijen (onder meer Topterra, Bas van Buuren, Sylvan, Prime Champ, Limax, Banken Champignons, Walkro en Verhoeckx en Zn.) garant staan voor 0,35 miljoen euro. “Naar verhouding draagt C4C dus significant veel bij”, concludeert Tegelberg.
Eerste resultaten zichtbaar Inmiddels draait de promotiecampagne bijna twee jaar - het eerste jaar heeft de MPF met Funghi-geld al de nodige activiteiten uitgevoerd - en zijn er veel
activiteiten ontplooid. “Met succes: de eerste resultaten beginnen zichtbaar te worden”, geeft MPF-programmadirecteur Dick Roodhuyzen de Vries aan. “Onderzoeken laten zien dat consumenten de campagne-elementen herkennen.
en begint te wennen aan het stimuleren van de overeenkomsten en het gemeenschappelijk belang in plaats van te struikelen over de verschillen!”
Kracht van de herhaling Om blijvend resultaat te boeken is volgens Tegelberg en Roodhuyzen de Vries echter een breder en langduriger draagvlak nodig, is het belangrijk dat meer sectorpartijen een financieel steentje bijdragen. “Nu lopen we tegen barrières aan”, zegt Roodhuyzen de Vries. “Zo kan het promotiemateriaal niet worden uitgerold in bepaalde winkelketens, omdat hun handelspartner niet meedoet aan de campagne. Op deze manier genereer je niet de maximale winst.” Tegelberg haakt hierop in: “Drie jaar is niet voldoende; om echt een omslag teweeg te brengen, moet je de consument triggeren gedurende een langere periode. Dan profiteer je van de kracht van de herhaling en zullen mensen uiteindelijk ook echt meer champignons gaan kopen. Dat bewijzen Australië en Nieuw-Zeeland: hier loopt al tien jaar lang een promotiecampagne voor champignons en is sprake van een consumptiestijging van meer dan 10 procent. Dat kunnen wij ook bereiken, maar dan moeten we als sector wel samen optrekken.”
‘Om echt een omslag teweeg te brengen, moet je de consument triggeren gedurende een langere periode’ Of dat zich al vertaalt in een hogere consumptie is niet te zeggen; daarvoor is het nog te vroeg.” Ook Tegelberg is positief: “We zijn nu echt onderweg en het gaat de goede kant op. Het feit dat we samenwerken binnen de sector en de consument actief wordt benaderd is op zich al een grote winst. En we leren elke dag uit de metingen hoe we de uitingen nog effectiever kunnen maken. Daarbij heb ik het idee dat de sector steeds meer de noodzaak inziet
Om een breder draagvlak te creëren, gaat de MPF ook de overige sectorpartijen actief benaderen om mee te doen. Ook is de samenstelling van de Raad van Toezicht van de MPF aangepast. Tegelberg: “Alle segmenten binnen de sector komen hierin nu aan bod. Er moet een ‘wij-gevoel’ ontstaan.”
André Boudewijns Op 9 juli jongstleden bereikte ons het droevige bericht dat André Boudewijns, lid van de Raad van Commissarissen van C4C Holding, op 56-jarige leeftijd is overleden. Eind mei hoorden we dat André ernstig ziek was. Desondanks was hij toch aanwezig bij de vergadering van de Raad van Commissarissen op 1 juni - dit tekende zijn betrokkenheid bij C4C. Daarna ging André’s gezondheid snel achteruit, waardoor hij er helaas niet bij kon zijn tijdens de Algemene Ledenvergadering. Hoewel André pas sinds juni 2010 deel uitmaakte van de Raad van Commissarissen van C4C Holding heeft hij een duidelijk stempel op onze organisatie gedrukt. Hij was een zeer bekwaam commissaris, met een nuchtere kijk op de zaken. Ook was André vasthoudend, duidelijk en kon hij een stukje humor zeer waarderen. We zullen André in herinnering houden als een deskundige, integere maar vooral een gewaardeerde en betrokken collega. Wij wensen zijn vrouw Lenie en de kinderen veel sterkte bij het verwerken van dit grote verlies. Raad van Commissarissen C4C Holding
Een compleet overzicht van alle MPFcampagnematerialen is te vinden op www.champignonidee.nl/mediatheek
11
certificering
Fair Produce-keurmerk krijgt verder vorm keurmerk in de steigers te zetten. Een van de belangrijkste zaken was het vaststellen van de normen waaraan teelt- en handelsbedrijven moeten voldoen om het keurmerk te verkrijgen. In deze normen worden eisen gesteld aan het personeelsbeleid van de organisatie en aan de productstromen. Dit houdt onder meer in dat telers de Nederlandse arbeidswetgeving in acht moeten nemen en na een eventuele overgangsperiode alleen zaken mogen doen met Fair Produce-gecertficeerde collegatelers en handelaren en met NEN 4400-01 gecertificeerde uitzendbureaus. Volgens teler Mariëlle van Lieshout uit Liessel - zij had zitting in de werkgroep die de normen vaststelde - zijn de eisen niet eenvoudig, maar zeker wel haalbaar. “Voor telers die werken volgens de wettelijke regels, moet het keurmerk redelijk makkelijk te verkrijgen zijn. Hier en daar kost het wel extra werk; je moet buitenlandse werknemers bijvoorbeeld zowel een contract aanbieden in het Nederlands als in hun eigen taal. Ook moet elke teler 1500 euro betalen voor het uitvoeren van de audits, voor bedrijven zonder personeel ligt dit bedrag lager. En voor de eerste 50 bedrijven is 700 euro subsidie beschikbaar. Maar het keurmerk geeft onze sector een ‘license to produce’, ik zie het als een voorwaarde om te kunnen blijven ondernemen.”
Afgelopen voorjaar werden de plannen gepresenteerd voor een ketenkeurmerk voor de eerlijke oogst van champignons. Sindsdien hebben de betrokken partijen niet stilgezeten: de normen zijn vastgelegd en de Stichting Fair Produce Nederland is officieel opgericht. Telers en handelaren kunnen zich sinds kort aanmelden voor de audits.
goed en fair ondernemerschap in de breedste zin van het woord. Het kan niet zo zijn dat iemand het Fair Produce-keurmerk draagt en goed scoort op het gebied van arbeid, maar wat betreft milieu bijvoorbeeld niet goed bezig is. Daartoe zullen andere keurmerken wellicht geïntegreerd moeten worden in het Fair Produce-verhaal.” Zover is het echter nog niet; voorlopig richt het Fair Producekeurmerk zich alleen op de paddenstoelensector en op een sociaal personeelsbeleid. Sinds enkele weken kunnen telers en
‘Het keurmerk geeft onze sector een ‘license to produce’’ handelaren zich aanmelden voor een audit, die wordt uitgevoerd door een onafhankelijk bureau en elk jaar moet worden herhaald. Zij zijn hierover geïnformeerd via een e-mail. Inmiddels zijn de eerste aanmeldingen binnen; volgens projectleider Peter Baltus valt de animo zeker niet tegen. “Het zijn vooral plukkers die interesse hebben, maar ook onder snijders leeft het keurmerk. Desondanks zijn er ook nog telers die eerst de kat uit de boom kijken of die Fair Produce als een bedreiging zien. Goed informeren en communiceren is en blijft daarom van essentieel belang; de neuzen moeten in dezelfde richting gaan wijzen.”
Bart Jan Krouwel als voorzitter Ook in andere opzichten is het ketenkeurmerk op de rit gezet. Zo is een logo ontwikkeld, een website gelanceerd en ligt er een communicatieplan. Daarnaast werd de Stichting Fair Produce Nederland op 6 september jongstleden officieel opgericht. Voorzitter van de stichting is Bart Jan Krouwel; medeoprichter en eerste directeur van de Triodos Bank, voormalig directeur Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij Rabobank Nederland en momenteel ook voorzitter van onder meer het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE). “Ik zie het als een uitdaging om het keurmerk in te bedden in de champignonsector. Ook omdat dit alles te maken heeft met maatschappelijk verantwoord ondernemen, een onderwerp waarmee ik veel ervaring heb.” Het succes van het keurmerk staat of valt volgens Krouwel echter met de medewerking van de retail. “Het streven is dat de retail uiteindelijk alleen nog Fair Produce-champignons in de schappen wil. Dit zal dan ook resulteren in een betere productprijs. Binnenkort gaan we met diverse retailorganisaties om tafel. Via via is ons al ter ore gekomen dat zij graag met ons in gesprek gaan- de voortekenen zijn dus positief.”
Bart Jan Krouwel, voorzitter van de Stichting Fair Produce Nederland.
Het ketenkeurmerk Fair Produce NL, een initiatief van onder meer Lutèce, garandeert dat teelt- en handelsbedrijven een sociaal personeelsbeleid voeren en dat geen sprake is van ondoorzichtige buitenlandse arbeidsconstructies. Bedrijven die hun zaken goed op orde hebben, kunnen zich met het keurmerk onderscheiden in de markt. Duidelijk is
12
nu al dat Lutèce uiteindelijk alleen nog zal gaan inkopen bij telers die Fair Produce-gecertificeerd zijn. Het afgelopen half jaar hebben diverse partijen, waaronder de vereniging voor groothandelaren in groenten en fruit (Frugi Venta), CNV vakmensen, FNV Bondgenoten en de Vakgroep Paddenstoelen van LTO Nederland, hard gewerkt om het
Over de Stichting Fair Produce Nederland De Stichting Fair Produce Nederland wordt bestuurd door LTO Nederland, Frugi Venta, FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en drie onafhankelijke bestuursleden, waaronder voorzitter Bart Jan Krouwel. Het bestuur wordt ondersteund door een projectleider, een projectondersteuner en een communicatiemedewerker. Ook komt er een Raad van Advies; deze kan het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. Een commissie van beroep zal bezwaren tegen bestuursbesluiten afhandelen.
Eerste aanmeldingen Krouwel stelde bij zijn aantreden ook een tweetal voorwaarden. Zo wil hij dat het Fair Produce-keurmerk op termijn wordt uitgerold in de gehele agri- en foodsector en dat dit uiteindelijk verder gaat dan alleen arbeid. “Het keurmerk moet staan voor
13
kort nieuws
Try Fine Food-keurmerk voor CNC-champignons De firma BiegPol uit het Poolse Wolsztyn heeft als eerste champignonkwekerij het kwaliteitskeurmerk ‘PDZ Poznaj Dobrą Żywność’ Try Fine Food ontvangen voor zowel haar witte champignons als haar kastanjechampignons. De laatste worden geteeld op grondstoffen van CNC. Het Try Fine Food-progamma is in het leven geroepen door de Poolse overheid en bedoeld om consumenten te helpen bij de keuze voor kwalitatief hoogwaardige, gezonde en veilige voedingsproducten. Alle ondernemers in de agribusiness -
beurzen niet alleen in Polen, maar in alle EU-lidstaten - kunnen aan het programma deelnemen. Bedrijven die in aanmerking willen komen voor het keurmerk moeten voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van onder meer teelt, productieproces en grondstoffen. In dit kader werd de CNC-compost van Biegpol onder andere getest op ziektedruk. Ook werd de smaak van de champignons onder de loep genomen. Biegpol hoop dat het keurmerk het imago van de champignon zal verbeteren en de afzet zal stimuleren. Ter ere van de toekenning van het keurmerk bood Magdalena Bieganska van Biegpol op 18 juni jongstleden de eerste ‘Try Fine Food-kastanjechampignons’ aan aan de Poolse premier Donald Tusk (rechts op de foto) en de Poolse Minister van Landbouw Marek Sawicki (links op de foto). Dit werd live uitgezonden op de Poolse televisiezender TVP-1.
Drukke beursmaand voor Lutèce Lutèce gaf afgelopen maand acte de présence op drie beurzen: eind september stonden de Private Label Middle Easy (PLME) in Dubai en de PIR in Moskou op de agenda en van 8 t/m 12 oktober maakte Lutèce haar opwachting op de ANUGA in Keulen.
Om haar internationale expansiestrategie verder vorm te geven was Lutèce van 18 tot en met 20 september voor het eerst vertegenwoordigd op de PLME-beurs in Dubai. Hier werden veel interessante contacten opgedaan in de Arabische wereld. Van 27 tot en met 30 september stond de PIR in Moskou op het programma; een beurs die vooral werd bezocht door vertegenwoordigers van cafés, restaurants en pizzeria’s.
Internationale belangstelling De ANUGA was voor Lutèce de belangrijkste beurs van 2011. Daarom werd groots uitgepakt met een stand van 106 m2. Hoofdthema was ‘Lutèce, the world’s leading manufacturer of preserved mushrooms and key player in de mushroom chain’. Ook zusterbedrijf FLM Food Ingredients - gespecialiseerd in halfconserven en diepvrieschampignons - nam deel aan de ANUGA. Volgens Maikel van Bakel, Sales Director bij Lutèce, was de beurs zeer succesvol. “Veel potentiële nieuwe klanten in de retail en de foodservice deden onze stand aan; vooral vanuit Noord- en Zuid- Amerika en het Midden-Oosten was veel belangstelling. Men ziet ons steeds meer als een wereldmarktspeler en is positief over onze aanpak, bijvoorbeeld wat betreft tracking & tracing en duurzaamheid. Ook het feit dat onze stand bemand was met meerdere nationaliteiten sprak aan. Nu moeten we ervoor zorgen dat alle geïnteresseerden ook daadwerkelijk klant worden bij Lutèce!”
een groeiende populariteit en meer vraag naar gemaksvoeding. De omzet van witte champignons groeide met 2,3%, die van bruine champignons met 5,8%. De omzet van speciale paddenstoelen steeg met 9,3%. Bron: MissetHoreca
14
helpen bij het verbeteren van de effectiviteit van de huidige behandelingen. “Het grote probleem van deze behandelingen is dat er altijd resten van tumoren overblijven, die immuun zijn voor de therapie”, zegt Ling. “Als je je op die resterende tumoren kunt richten, kun je de overlevingskans van patiënten verbeteren.” Bron: AGF.nl, 26-05-2011
De kop ‘Drukke tijden’ refereert aan de vele zaken die op dit moment spelen binnen CNC en waar wij als bestuur en Raad van Commissarissen veel tijd aan spenderen. Het gaat hierbij met name om zaken die samenhangen met de uitvoering van onze ‘Clockwork Orange’ strategie. Naast besluitvorming over de opvolging van en de invulling van de taken van Frans Brienen, die volgend jaar afscheid neemt, zijn we ook druk met de situatie rond telersvereniging Funghi.
Persoonlijk maak ik de benodigde extra tijd graag vrij. En dit enthousiasme proef ik ook bij de rest van ons bestuur en de Raad van Commissarissen; we zetten ons allemaal voor meer dan 100 procent in om de vraagstukken en problemen die verband houden met de genoemde issues op een goede en verantwoorde wijze op te lossen. En dat mogen leden ook van ons verwachten. Een goede toekomst voor de Nederlandse champignonteelt en voor de leden van CNC, dat is onze inzet. We bevinden ons op een keerpunt!
Medicijn uit champignons biedt hoop tegen prostaatkanker Volgens onderzoeker dr. Patrick Ling van de Queensland University of Technology (QUT) kunnen eetbare paddenstoelen, die in Azië worden gebruikt vanwege hun geneeskrachtige werking, hoop bieden in de strijd tegen prostaatkanker. Ling zegt dat de chemische stof PSP uit de paddenstoelen kan worden geëxtraheerd; deze stof remt de groei van prostaatkankercellen bij muizen. De verbinding zou daarom kunnen
Drukke tijden
Dit alles brengt met zich mee dat we regelmatig extra vergaderingen hebben. Voor de ontwikkelingen rondom Funghi zijn bijvoorbeeld werkgroepen geformeerd rondom de thema’s organisatie & management en financiële & juridische zaken. Daarnaast is er de stuurgroep telers-vereniging, waar ik zelf deel van uitmaak, die de bevindingen van alle werkgroepen coördineert en de voortgang bewaakt.
Meerdere marketingfactoren verhogen champignonverkoop Volgens cijfers van de Californische Mushroom Board is de verkoop van paddenstoelen in 2010 voor het derde jaar op rij gestegen. De omzet steeg met 3,3% naar $ 810 miljoen en het volume nam 3% toe tot een niveau van 200 miljoen pond. Deze stijging is te danken aan vier factoren: focussen op de voedingswaarde, een groter aanbod van specialiteiten,
column
De stand van Lutèce op de ANUGA in Keulen.
Cor Beerepoot, bestuurslid CNC
15
product in beeld
Kastanjechampignons De kastanjechampignon (Agaricus Bisporus)is de lichtbruine variant van de witte champignon. In de westerse wereld is deze champignon, na de witte champignon, de meest gegeten paddenstoel. Kastanjechampignons maken sinds begin 2010 onderdeel uit van het assortiment van Lutèce. Met deze champignon speelt Lutèce in op de nationale en internationale vraag naar smaakvolle en gezonde conservenproducten. De kastanjechampignons, die als hele champignons en in schijfjes worden verkocht in glazen van 314 en 370 ml en
Colofon Champignonswerk is een uitgave van de Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersvereniging U.A. en verschijnt vier keer per jaar.
blikken van 0,5 en 1 liter, worden met name afgezet in Nederland, Duitsland, Frankrijk en Griekenland. Door hun bruine kleur zijn gebakken kastanjechampignons zeer geschikt om te verwerken in bepaalde vlees- of wildgerechten of in donkere sauzen. Maar kastanjechampignons onderscheiden zich ook door hun smaak; ze hebben een aromatische en licht nootachtige smaak. Deze komt het beste tot zijn recht wanneer de champignons kort gebakken worden. Ook is het vruchtvlees steviger dan bij een witte champignon, wat zorgt voor een stevige bite.
Redactie Aad Albers (C4C), Anne Rottink (C4C), Frans Brienen (CNC) Manon Meijers (Lutèce), Marion Vrijaldenhoven (CNC), Ank van Lier (freelance redacteur), Florentine Jagers (freelance redacteur) Productie Ontwerpbureau SIS, Nijmegen Drukwerk SHD Grafimedia, Swalmen Overname van artikelen is toegestaan na goedkeuring van CNC U.A. en met bronvermelding.
CNC U.A. Postbus 13 6590 AA Gennep T 0485 516541 F 0485 517823 E
[email protected]
CNC U.A. is 100% aandeelhouder van C4C Holding. De volgende bedrijven zijn onderdeel van C4C Holding:
CNC Grondstoffen B.V.
CNC Exotic Mushrooms B.V.
CNC Agricompost B.V.
CNC Quality Products Sp.z o.o.
AMCO B.V.
Bromyc B.V.
Lutèce Holding B.V.
Lutèce B.V.
FLM Foodingredients Holding B.V.