Halve knieprothese Oxford unicompartimentele knieprothese
Uw behandelend arts heeft aangegeven dat u in aanmerking kunt komen voor een operatie waarbij de binnenzijde van het kniegewricht wordt vervangen door een kunstgewricht. Deze operatie wordt een Oxford unicompartimentele knieprothese genoemd. Deze folder geeft u informatie over de prothese en de operatie.
Het kniegewricht De knie is een gewricht tussen het dijbeen (femur) en het scheenbeen (tibia). Het kuitbeen (fibula) zit lager aan het scheenbeen vast. In de spierpees aan de voorzijde van het kniegewricht bevindt zich de knieschijf (patella) die met het dijbeen scharniert. Omdat deze twee gewrichten binnen een gewrichtskapsel liggen, wordt het functioneel als één gewricht gezien. Het oppervlak van deze beide gewrichten is bekleed met kraakbeen. Dit kraakbeen is glad en verend, waardoor het gewricht soepel kan bewegen.
Artrose Is er bij u artrose vastgesteld van uw knie? In het dagelijkse leven wordt het ook wel slijtage of een versleten knie genoemd. Deze artrose is aanwezig aan de binnenkant van uw knie. Artrose is een degeneratieve aandoening van een gewricht waarbij het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit gaat en op den duur zelfs geheel kan verdwijnen. Het normale kraakbeen is glad en verend, waardoor een gewricht soepel kan bewegen.
Oorzaken Artrose van de knie is een veelvoorkomende aandoening bij oudere mensen. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen en ontstaat er kans op slijtage. Ook op jongere leeftijd kan dit veroorzaakt worden door bijvoorbeeld overbelasting, standafwijkingen van het kniegewricht of ten gevolge van een ongeval. Tevens is het mogelijk dat een X- of O-been ontstaat. 2
Klachten Pijn is de meest voorkomende klacht bij artrose van de knie. De pijn treedt meestal op bij lang(er) staan of (trap)lopen. Ook komen de pijnklachten bij slapen en opstarten in de ochtend voor. In de regel levert fietsen veel minder klachten op.
Wanneer is een operatie nodig? De klachten nemen toe als de artrose zich uitbreidt. Als de conservatieve behandeling (niet-operatief) met bijvoorbeeld medicijnen, kniebrace en fysiotherapie niet meer toereikend is, kan een operatie overwogen worden. De Oxford unicompartimentele knieprothese is een enkelzijdige knieprothese die alleen bij artrose aan de binnenkant van de knie geplaatst wordt.
De voordelen van een enkelzijdige knieprothese Alleen de door artrose aangedane gewrichtoppervlakken aan de binnenzijde van de knie worden vervangen. De knie hoeft niet in zijn geheel vervangen te worden. De niet aangedane oppervlakken aan de buitenzijde van de knie blijven behouden. De plastic kunstmeniscus van de prothese zit niet vast aan de metalen prothesedelen, maar kan meebewegen (respectievelijk naar achteren en voren) bij het buigen en strekken van de knie. Hierdoor is er altijd een optimaal contact tussen de prothesedelen en wordt de slijtage tot een minimum beperkt. In vergelijking met de operatietechniek van een totale knieprothese zorgt de mini-open operatietechniek bij een enkelzijdige knieprothese ervoor dat u minder pijn heeft na de operatie. De complete revalidatie verloopt snel en de knie kunt u na de operatie weer goed buigen. Tevens is een spoedig ontslag uit het ziekenhuis mogelijk.
3
Welke verdoving? Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze operatie wordt meestal met plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik uitgevoerd. Een heel enkele keer wordt, indien nodig, gekozen voor algehele narcose. Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. Over de wijze van verdoving kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesiologie’ van het Maasziekenhuis Pantein. Tijdens het preoperatief spreekuur ter voorbereiding op de operatie kunt u uw keuze met de anesthesioloog bespreken.
Opname en verblijf in het ziekenhuis Voorbereiding op de operatie De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u nuchter moet blijven. Wij raden u ook aan gedurende 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet gedurende de dag van de operatie. Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u voor u naar het ziekenhuis komt te douchen of te baden, eventuele nagellak te verwijderen en geen crème of make-up te gebruiken. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. U kunt wel een bril meenemen, die u tijdens de operatie kunt dragen. Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met uw behandelend arts via de poli Orthopedie. Deze bekijkt of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken. Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op, zoals afgesproken met uw behandelend arts en de anesthesioloog (zie ook de folder ‘Anesthesiologie’). In de folder ‘Wegwijzer bij opname’ kunt u meer lezen over de opname en de voorbereiding hierop.
4
Medicatie De anesthesioloog vertelt u tijdens het preoperatief spreekuur welke medicijnen u mag doorgebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen. Bloedverdunners zoals clopidogrel (Plavix®), dipyridamol (Persantin®), acenocoumarol (Sintrommitis®) of fenprocoumon (Marcoumar®) moeten enkele dagen voor de operatie worden gestopt. Acetylsalicylzuur (Ascal®, Acetosal®) mag u gewoon blijven gebruiken. De dag van opname In het ziekenhuis meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij stelt u een aantal vragen en beantwoordt mogelijke vragen van u. Tussen de aankomst op de verpleegafdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. Wij proberen deze tijd zo kort mogelijk te houden. U zou wat kunnen lezen of televisie kijken. Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten.
De operatie De verpleegkundige komt ongeveer een half uur voordat de ingreep plaatsvindt bij u met een operatiejasje. Voordat u zich omkleedt, raden wij u aan nog even naar het toilet te gaan. Als u het operatiejasje aantrekt, kleedt u zich eerst helemaal uit. U trekt het jasje aan en neemt plaats in bed. Als u nog sieraden of contactlenzen draagt, doet u die nu uit. U krijgt nu de pre-medicatie (dit is voorgeschreven door de anesthesioloog). Meestal is dit een combinatie van een pijnstiller en een slaaptablet. De verpleegkundige brengt u in bed naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Hier krijgt u een muts op om uw haren te bedekken. Van hieruit gaat u naar de operatiekamer waar u vanaf uw bed plaats neemt op een operatiebed. U krijgt een molton deken over u heen gelegd. Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsoppervlakken aan de binnenkant van uw knie verwijderd en vervangen door metalen prothesedelen. Deze prothesedelen worden bevestigd met botcement. Tussen de 5
metalen prothesedelen wordt een plastic kunstmeniscus geklemd, welke een optimaal contactoppervlak tussen de twee metalen prothesedelen bewerkstelligt. De Oxford unicompartimentele knieprothese kan in vergelijking met een totale knieprothese via een veel kleinere operatiewond geplaatst worden. De eerste dagen na de operatie heeft u een drukverband om het geopereerde been en krijgt u goede pijnstilling. Ook heeft u een infuus en bij de wond zit een drain (Bellovac® ABT) om bloed en wondvocht af te voeren. Dit bloed kunt u gedurende beperkte tijd via het infuus terug krijgen om uw bloedgehalte (Hb) te verhogen.
Na de operatie Door de mini-open operatietechniek kan het herstel van de functie van de knie gemakkelijk zijn. De eerste revalidatieperiode duurt ongeveer zes weken. Dit wordt standaard na de operatie afgesproken. De dag na de operatie begint u met oefenen onder begeleiding van de fysiotherapeut. Het revalidatieproces bestaat vooral uit het buigen en strekken van de knie. Meestal mag u na vier dagen naar huis. Wanneer het nodig is, kan de pijnstilling thuis voortgezet worden. U mag thuis na ongeveer twee weken gaan oefenen op de hometrainer in een laag verzet.
Complicaties Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch nog complicaties optreden zoals: Infectie van de knieprothese of het gebied eromheen; Nabloeding.
6
Adviezen voor thuis Als u na de operatie weer thuis bent, wilt u natuurlijk weten wat u wel en niet kunt doen met uw nieuwe knie. Hieronder vindt u een aantal leefregels: Probeer te lopen op de manier die u door de fysiotherapeut is aangeleerd. De eerste twee weken na de operatie zult u nog wel wat pijn hebben aan uw nieuwe knie. Dit is normaal. Het betekent dus niet dat de knieprothese loszit of niet goed werkt. De pijn wordt vanzelf minder en na een maand of drie zult u weinig last meer hebben. U zult merken dat uw been de eerste weken dat u weer thuis bent geleidelijk minder dik wordt. ’s Avonds is uw been meestal het dikst. Om de zwelling te verminderen, is het verstandig om ‘s morgens en ’s avonds een uur lang met uw benen omhoog te zitten. Ook is het belangrijk dat u regelmatig de oefeningen doet die u van de fysiotherapeut leert. Als uw been overdag erg dik is, is het raadzaam om een steunkous te dragen. Het is voldoende als u drie keer per dag gedurende tien minuten oefeningen doet. Uw fysiotherapeut zal u hier verder in adviseren. Na 2 weken mag u gaan fietsen op een hometrainer in een laag verzet, dus veel rondjes, weinig duwen. De eerste weken na de operatie moet u op krukken lopen. Daarna kunt u nog zes weken met één kruk lopen, aan uw niet-geopereerde kant. U kunt weer onder de douche als de operatiewond vrijwel genezen is en eventuele hechtingen verwijderd zijn. Het verwijderen van de hechtingen gebeurt meestal twee weken na de operatie. Als u eerder wilt douchen, kunt u een plastic zak om de geopereerde knie doen, zodat de wond niet nat wordt. De operatiewond moet schoon en droog blijven. U kunt de wond het beste alleen met water van boven naar beneden wassen, en niet van links naar rechts. Ook kunt u de wond het beste met uw handen wassen, in plaats van met een washandje. Tevens is het belangrijk dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt. De huid rondom de hechtingen zal er de eerste twee weken wat geïrriteerd uitzien. Als er hechtingen verwijderd moeten worden, zal de roodheid na het verwijderen daarvan minder worden. Als het wondgebied rood blijft, of erg gezwollen is, of er komt vocht uit, kunt u het beste contact opnemen met uw orthopeed of de poli Orthopedie. De eerste zes weken na de operatie moet u een bloedverdunnend middel gebruiken om trombose te voorkomen. Mocht dat in uw geval 7
anders zijn, dan hoort u dit tijdens de opname van de verpleegkundigen. Als u al bloedverdunnende middelen gebruikte voor de operatie, moet u daar na die zes weken gewoon mee doorgaan. Als u op uw rug slaapt, moet u geen kussen onder uw knie leggen. Verder zijn er geen beperkingen. Als u weer voldoende controle heeft over uw geopereerde been, kunt u in principe na zes weken weer autorijden. In verband met eventuele problemen met uw verzekeringsmaatschappij in geval van ongeluk, kan het verstandig zijn om met autorijden te wachten tot u geen krukken meer nodig heeft. Om zeker te weten wat in uw geval geldt, kunt u het beste de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij raadplegen. Als u andere sporten wilt beoefenen dan fietsen overleg dan eerst met uw orthopedisch chirurg. U kunt het beste schoenen dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Schoenen met hoge hakken en slippers zijn de eerste drie maanden na de operatie ongeschikt. Het is belangrijk dat u geen springbewegingen maakt. Door te springen zou de knie namelijk teveel worden belast.
Leven met een knieprothese Na plaatsing van een knieprothese is de pijn meestal verdwenen en de loopfunctie sterk verbeterd. Meestal kunt u de knie niet veel verder dan tot negentig graden (‘haaks’) buigen. Fietsen is meestal wel mogelijk. Knieprothesen zijn tegenwoordig van hoogwaardige kwaliteit en er wordt voortdurend gewerkt aan perfectionering. De levensduur bedraagt gemiddeld vijftien jaar. Voorzichtigheid blijft echter geboden. Een knieprothese kan bijvoorbeeld los gaan zitten. Vaak is dan het plaatsen van een nieuwe prothese wel mogelijk. In sommige gevallen leidt een infectie elders in het lichaam tot ernstige infectie rond de prothese. Het wordt afgeraden de ‘nieuwe knie’ in werk en sport zwaar te belasten. De orthopedisch chirurg kan u hierover adviseren.
8
Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis? In de volgende gevallen dient u contact op te nemen met de behandelend arts: Als de wond gaat lekken; Als de wond dik wordt en/of meer pijn gaat doen; Als uw been erg pijnlijk of warm aanvoelt; Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit eerst goed mogelijk was. Wanneer zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neem dan contact op met de poli Orthopedie via 0485-84 53 50. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.
Belangrijk Als knieprothesedrager blijft de kans op infectie ook in de toekomst bestaan. U moet uw huisarts, tandarts of specialist van tevoren inlichten als operaties of andere inwendige ingrepen vanwege infecties verricht worden. U moet tijdens deze ingrepen beschermd worden met antibiotica om zo het gevaar van infectie te vermijden. Normale tandheelkundige behandelingen kunnen zonder voorzorgsmaatregelen worden uitgevoerd.
Poliklinische controle De poliklinische controle vindt plaats een tot twee weken na de ingreep, op advies van uw arts. Soms is er een tweede controle nodig, als de genezing nog niet optimaal is.
9
Relevante websites www.maartenskliniek.nl www.zorgvoorbeweging.nl
Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruikmaakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. De Sint Maartenskliniek beschikt verder onder meer over een gespecialiseerde apotheek, een sportmedisch centrum en een pijnbehandelcentrum. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en u kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website www.maartenskliniek.nl.
10
11
Meer informatie of vragen
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neemt u contact op met de poli Orthopedie op telefoonnummer (0485) 845 350.
Colofon
Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. Orthopedie. November 2015
Bestelcode
001604670
Bezoekadres Postadres Telefoon Telefax Internet
Dokter Kopstraat 1, 5835 DV Beugen Postbus 55, 5830 AB Boxmeer (0485) 845 000 (0485) 845 300 www.maartenskliniek.nl