Conference
Grond Kleur (zie foto's)
Grondkleur afwijking
versie: 27-10-11
Bronskleur is geen keurcriterium
hol en open Fles vuchtvlees beschadigin vorming bruin gen - Rot/ (peer > 2,5 stek - Scald lengte:1 - kurkstip diameter)
Verruwing (foto's)
Licht beginnende Taaie Slappe nekken (zie foto's)
Schilschade: schuurs-windvorst-schade / Kneuzingen/ Drukplekken/ schurft
hagelschade (geen open)
sorteerschade ( > dan 24 uur na sortering)
“zwart” bij peren
gebroken stelen mits vruchtvlees in tact (zie foto's)
Sortering
gem. hardheid
individuele hardheid (ondergrens)
tolerantie hardheid individueel
gem. Suiker
5% (max 10% van het opp.)
10%v.h. vruchtopp. in lichte mate en 0% v.h. vruchtopp. in zwaardere mate
10%
10% onder bovenmaat
> 5 kg/cm2
> 4,5 kg/cm2
5%
> 11,5
> 10,5
5%
Perenbladvlo
individuele tolerantie suiker Suiker (ondergren individueel s)
De som van deze afwijkingen mag niet hoger zijn dan 10% in totaal. Deze 10% mogen een afwijking hebben van max 2 keer de vastgestelde norm in zijn kwaliteitsklasse
Klasse 1.1
kleur 1
5% kleur 2
2%
2%
2%
10% vd Vruchten max 20% netverruwing en max 5% opstaande verruwing van het vruchtopp.
5%
5% vd vruchten 5% vd vruchten met een max opp. met een max van 1 cm2 (schurft opp. van 0,5 cm2 max 0,25cm2)
Klasse 1.2
kleur 1
30% kleur 2
2%
2%
5%
25% vd Vruchten max 20% netverruwing en max 5% opstaande verruwing van het vruchtopp.
10%
10% vd vruchten 10% vd vruchten 10% vd vruchten met een max opp. met een max met een max van 1 cm2 (schurft opp. van 0,5 cm2 opp. van 1 cm2 max 0,25cm2)
10% (max 10% van het opp.)
20%v.h. vruchtopp. in lichte mate en 0% v.h. vruchtopp. in zwaardere mate
25%
10% onder bovenmaat
> 5 kg/cm2
> 4,5 kg/cm2
10%
> 11,5
> 10,5
10%
Klasse 1.3
kleur 1
50 % kleur 2
2%
2%
10%
Vruchten max 20% netverruwing en max 5% opstaande verruwing van het vruchtopp.
10%
vruchten met een max opp. van 1cm2 (schurft max 0,25cm2)
vruchten met een 25% vd vruchten max opp. van met een max 1cm2 opp. van 1cm2
10% (max 20% van het opp.)
20%v.h. vruchtopp. in lichte mate en 5% v.h. vruchtopp. in zwaardere mate
50%
10% onder bovenmaat
> 4,5 kg/cm2
> 4 kg/cm2
10%
> 11
> 10
10%
Klasse 2.1
kleur 1- 2
50 % kleur 2
2%
2%
30%
Vruchten max 30% netverruwing en max 10% opstaande verruwing van het vruchtopp.
20%
vruchten met een max opp. van 1cm2 (schurft max 0,25 cm2)
vruchten met een 50% vd vruchten max opp. van met een max 1cm2 opp. van 1cm2
20% (max 20% van het opp.)
30%v.h. vruchtopp. in lichte mate en 10% v.h. vruchtopp. in zwaardere mate
50%
10% onder bovenmaat
> 4,5 kg/cm2
> 4 kg/cm2
10%
> 11
> 10
10%
Klasse 2.2
kleur 2
100 % kleur 2
2%
2%
100%
50% vd vruchten max 50% netverruwing en max 33% opstaande verruwing van het vruchtopp.
30%
vruchten met een max opp. van 1cm2 en 50% vd vruchten met een max opp. van 2,5cm2 (schurft max 1cm2)
vruchten met een vruchten met max opp. van een max opp. 1cm2 en 50% vd van 1cm2 en vruchten met een 50% vd vruchten max opp. van met een max 2,5cm2 opp. van 2,5cm2
30% (max 20% van het opp.)
50%v.h. vruchtopp. in lichte mate en 20% v.h. vruchtopp. in zwaardere mate
70%
10% onder bovenmaat
> 4 kg/cm2
> 3,5 kg/cm2
10%
> 10,5
> 9,5
10%
Klasse 2.3
kleur 2-3
100 % kleur 3
2%
2%
100%
vruchten max 50% netverruwing en max 33% opstaande verruwing van het vruchtopp.
50%
vruchten met een max opp. van 2,5cm2 (schurft max 1 cm2)
vruchten met een max opp. van 2,5cm2
50% (max 30% van het opp.)
50%v.h. vruchtopp. in lichte mate en 33% v.h. vruchtopp. in zwaardere mate
100%
10% onder bovenmaat
> 4 kg/cm2
> 3,5 kg/cm2
10%
> 10,5
9.5
10%
5% vd vruchten met een max opp. van 1 cm2
vruchten met een max opp. van 2,5cm2
Kwaliteitskaarten Conference Klasse 1.1 -Kleur: 1 afwijking 5% kleur 2 -Hol/ Bruin: 2 % -Open beschadigingen: 2% -Flesvorming: 2% (definitie flesvorm)
Klasse 1.2 -Kleur: 1 afwijking 30% kleur 2 -Hol/ Bruin: 2 % -Open beschadigingen: 2% -Flesvorming: 5% (definitie flesvorm)
Klasse 1.3 -Kleur: 1 afwijking 50% kleur 2 -Hol/ Bruin: 2 % -Open beschadigingen: 2% -Flesvorming: 10% (definitie flesvorm)
Klasse 2.1 -Kleur:1-2 afwijking 50% kleur 1(foto) -Hol/ Bruin: 2 % -Open beschadigingen: 2% -Flesvorming: 30% (definitie flesvorm)
Klasse 2.2 -Kleur:1-2 afwijking 100% kleur 2 -Hol/ Bruin: 2 % -Open beschadigingen: 2% -Flesvorming: 100% (definitie flesvorm)
Klasse 2.3 -Kleur:2-3 afwijking 100% kleur 3 -Hol/ Bruin: 2 % -Open beschadigingen: 2% -Flesvorming: 100% (definitie flesvorm)
-Verruwing: 10% vd vruchten 20% net en 5% opstaande verruwing. -Beginnende taaie nekken: 5% -Schilschade: 5%vd vruchten max opp. van 1cm2 (schurft max 0,25 cm2) -hagelschade: 5% vd vruchten max opp. van 0,5 cm2 -Sorteerschade: 5% vd vruchten max
-Verruwing: 25% vd vruchten 20% net en 5% opstaande verruwing. -Beginnende taaie nekken: 10% -Schilschade: 10%vd vruchten max opp. van 1cm2 (schurft max 0,25 cm2) -hagelschade: 10% vd vruchten max opp. van 0,5 cm2 -Sorteerschade: 10% vd vruchten max
-Verruwing: Vruchten met 20% net en 5% opstaande verruwing. -Beginnende taaie nekken: 10% -Schilschade: Vruchten met een max opp. van 1cm2 (schurft max 0,25 cm2) -hagelschade: Vruchten met een max opp. van 1 cm2 -Sorteerschade: 25% vd vruchten max
-Verruwing: Vruchten met 30% net en 10% opstaande verruwing. -Beginnende taaie nekken: 20% -Schilschade: Vruchten met een max opp. van 1cm2 (schurft max 0,25 cm2) -hagelschade: Vruchten met een max opp. van 1 cm2 -Sorteerschade: 50% vd vruchten max
-Verruwing: 50% vd vruchten met 50% net en 33% opstaande verruwing. -Beginnende taaie nekken: 30% -Schilschade: Vruchten met een max opp. van 1cm2 en 50% max 2,5 cm2 (schurft max 1cm2) -hagelschade: Vruchten met een max opp. van 1 cm2 en 50% max 2,5 cm2 -Sorteerschade: Vruchten met een max opp.
-Verruwing: 50% vd vruchten met 50% net en 33% opstaande verruwing. -Beginnende taaie nekken: 50% -Schilschade: Vruchten met een max opp. 2,5 cm2 -hagelschade: Vruchten met een max opp. van 2,5 cm2 -Sorteerschade: vruchten met een max
opp. van 1 cm2 -Perenbladvlo: 5% max 10% v.h. opp. -Peren “zwart” : 20% van opp. in lichte mate en 5% in zwaardere mate. -Gebroken steel: 10% -Sortering: 10% onder-bovenmaat. -Hardheid: Gem. >5 kg/cm2 ( individueel > 4,5 met 5% tolerantie) -Suiker: gem. > 11,5 ( individueel > 10,5 met 5% tolerantie.
opp. van 1 cm2 -Perenbladvlo: 10% max 10% v.h opp. -Peren “zwart” : 20% van opp. in lichte mate en 0% in zwaardere mate. -Gebroken steel: 25% -Sortering: 10% onder-bovenmaat. -Hardheid: Gem. >5 kg/cm2 ( individueel > 4,5 met 5% tolerantie) -Suiker: gem. > 11,5 ( individueel > 10,5 met 5% tolerantie.
opp. van 1 cm2 -Perenbladvlo: 10% max 20% v.h opp. -Peren “zwart” : 20% van opp. in lichte mate en 5% in zwaardere mate. -Gebroken steel: 50% -Sortering: 10% onder-bovenmaat. -Hardheid: Gem. >4,5 kg/cm2 (individueel > 4 met 10% tolerantie) -Suiker: Gem. >11 (individueel > 10 met 10% tolerantie)
opp. van 1 cm2 -Perenbladvlo: 20% max 20% v.h opp. -Peren “zwart” : 30% van opp. in lichte mate en 10% in zwaardere mate. -Gebroken steel: 50% -Sortering: 10% onder-bovenmaat. -Hardheid: Gem. >4,5 kg./cm2 (individueel > 4 met 10% tolerantie) -Suiker: Gem. >11 (individueel > 10 met 10% tolerantie)
van 1 cm2 en 50% max 2,5cm2 -Perenbladvlo: 20% max 20% v.h opp. -Peren “zwart” : 50% van opp. in lichte mate en 20% in zwaardere mate. -Gebroken steel: 70% -Sortering: 10% onder-bovenmaat. -Hardheid: Gem. >4 kg/cm2 (individueel > 3,5 met 10% tolerantie) -Suiker: Gem. >10,5 (individueel >9,5 met 10% tolerantie)
opp. van 2,5 cm2 -Perenbladvlo: 30% max 20% v.h opp. -Peren “zwart” : 50% van opp. in lichte mate en 33% in zwaardere mate. -Gebroken steel: 100% -Sortering: 10% onder-bovenmaat. -Hardheid: Gem. >4 kg/cm2 (individueel > 3,5 met 10% tolerantie) -Suiker: Gem. >10,5 (individueel 9,5 met 10% tolerantie)
Vruchtkleur
Foto 1: Optimale vruchtkleur - grondkleur 1
Voor Conference wordt op het moment van verkoop een groene grondkleur (grondkleur 1) verlangd. Bovenstaande foto's tonen de grenzen die nog aan grondkleur 1 voldoen
Foto 2: Iets getinte vruchtkleur - grondkleur 2
Voor Conference kan een deel van de vruchten een iets minder groene grondkleur vertonen dan grondkleur 1. Voor klasse 1 mag een deel van de vruchten iets getint zijn. Vruchten met een lichte tint, worden omschreven als grondkleur 2. Voor klasse 2 liggen de eisen lager. Bovenstaande foto's tonen de grenzen die aan grondkleur 2 voldoen
Foto 3: Volledig getinte vruchtkleur grondkleur 3
Sterk getinte peren worden voor de afzet van Conference gezien als kwalitatief matige vruchten. Voor klasse 1 en voor klasse 2.1 en 2.2 worden getinte vruchten niet getolereerd. Voor klasse 2.3 mogen de vruchten getint zijn. Bovenstaande foto's tonen de grenzen die aan grondkleur 2 voldoen
Vruchtvorm
Foto 1: Optimale vruchtvorm
Vruchtvorm heeft typische peervormig uiterlijk Lengte - breedteverhouding is is circa 2:1 (peer is grofweg 2x zo lang als hij breed is)
Foto 2: Flesvormig uiterlijk
Conference kan last hebben van een bepaalde misvorming die aangeduid wordt met 'flesvorm' De vruchten missen de typische peervorm De lengte-breedteverhouding is groter of gelijk aan 2,5:1 Binnen de diverse klassen wordt een verschillend aandeel flesvormige peren getolereerd
Foto 3: Iets misvorming, maar voldoet nog wel aan klasse 1, geen fles
Een lichte misvorming wordt niet tot 'fles' gedeklasseerd. Bij deze licht misvormde peren is de lengte-breedteverhouding nog gewoon 2:1
Verruwing
Foto 3: opstaande verruwing
Foto 1: Bronskleur is gewenste eigenschap
Bij Conference is de schil van nature in meer of mindere mate gebronsd. Dit is een gewenste eigenschap. Een peer die gedeeltelijk bronskleurig is, wordt veelal beter gewaardeerd dan een volledig groene vrucht. De mate van bronskleur wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het seizoen, het spuitschema en het type Conference dat geteeld wordt.
Foto 2: Lichte opstaande verruwing
Een min of meer schubvorming verruwing is echter niet gewenst. Voor de diverse kwaliteiten zijn er verschillen in tolerantie wat betreft opstaande verruwing. Ook netvormige verruwing wordt als ongewenste kwaliteitseigenschap gezien. Hiervoor is een grotere mate van tolerantie dan wat betreft opstaande verruwing.
Foto 4: Netvormige verruwing
Beschadigingen (1)
Foto 1: Slappe nekken(volgt)
Door vochtverlies tijdens de bewaring kan een peer enigszins rimpelig worden. Dit verschijnsel treedt vooral op bij de nek van de peer. Om deze reden wordt dit verschijnsel aangeduid met 'slappe nek'
Foto 2: Slappe nekken (volgt)
Er is een lichte tolerantie op slappe nekken, welke afhankelijk is van de klasse waarvoor gesorteerd wordt (zie specificaties)
Foto 3: Drukplekken (volgt)
In de bewaring kunnen vruchten iets in elkaar gedrukt worden. Dit verschijnsel ontstaat met name bij een te hoge mate van vochtonttrekking in de koeling.
Beschadigingen (2)
Foto 1: Lichte schuurschade
Tijdens de teelt kan bij peren die tegen een tak, paal of draad hangen al snel enige schuurschade optreden.
Vooral bovenin de boom kan de mate van schuurschade vrij ernstig zijn.
Een zeer beperkte mate van schuurschade wordt in de klasse 1 getolereerd. In klasse 2 wordt iets meer schuurschade getolereerd (zie specificaties)
Foto 2: Zware schuurschade
Beschadigingen (3)
Foto 1: Schurftaantasting
Schurft is één van de belangrijkste schimmelziekten in de perenteelt.
Binnen klasse 1 wordt schurftaantasting niet of nauwelijks getolereerd. In klasse 2 liggen de eisen iets lager.
Foto 2: Schurftaantasting
Foto 3: Schurftaantasting
Gebroken stelen
Foto 1: Gebroken steel
Indien in een partij een hoog percentage gebroken stelen aanwezig is, dan wordt dit veroorzaakt door onzorgvuldig plukken.
Gebroken stelen veroorzaken bij de oogst, bij sortering en op de winkelvloer, zeer veel beschadiging van peren. De steel prikt immers gemakkelijk andere vruchten aan, waardoor meer rot optreedt.
Foto 2: Gebroken steel
een tweede nadeel van gebroken stelen is dat de vruchten meer vocht verliezen en gemakkelijker slappe nekken vertonen. Ook verkleuren de stelen zwart, waardoor de vuchten minder vers lijken.
Foto 3: Gebroken steel
Gezien de nadelen van gebroken stelen, liggen de toleranties op gebroken stelen binnen de specificaties van S2F, strenger dan gebruikelijk. De mate van tolerantie op gebroken stelen, hangt af van de klasse waarvoor gesorteerd wordt.
Schoon en vrij van vreemde bestanddelen
Foto 1: lichte roetdauwschade door zomeraantasting bladvlo
Bladvlo is de belangrijkste plaag in de perenteelt. Dit insect zuigt aan de bladeren en vruchten en scheidt daarbij honingdauw uit. Op deze honingdauw kan zich een zwarte roetdauw vormen, die tot aan de oogst blijft zitten. Dergelijke schade leidt tot de verschijnselen zoals op foto 1 en foto 2.
Foto 2: zware roetdauwschade door zomeraantasting bladvlo
Foto 3: Vervuiling door uitwerpselen oorwormen
Bij klasse 1 peren wordt slecht een zeer beperkte mate van bladvlo aantasting getolereerd. Bij klasse 2 peren liggen de toleranties wat hoger (zie specificaties).
Naast eerder genoemde schade door bladvlo, kunnen ook andere insecten enige vervuiling veroorzaken. De meeste peren worden echter bij het sorteer- en inpakproces gewassen, waardoor dergelijke vervuilingen verdwijnen
Deze roetdauw is niet afwasbaar en blijft dus ook na sortering aanwezig op de vrucht.
Sorteerbeschadiging
Foto 1: lichte sorteerbeschadiging
Foto 2: lichte sorteerbeschadiging
Conference is gevoelig voor een lichte verkleuring van de schil, welke na sortering ontstaat. Om dit te voorkomen is het belangrijk om de vruchten zeer voorzichtig te sorteren en met de hand in de eindverpakking te rapen. Het is bij het sorteren belangrijk dat de peren opgewarmd zijn tot tenminste 5°C.
In de periode september tot en met maart is de gevoeligheid voor sorteerschade nog vrij beperkt. Na maart wordt de gevoeligheid steeds groter. Kwalitatief sterke partijen zijn minder gevoelig voor dergelijke verkleuringen dan zwakkere partijen.
Foto 3: zware sorteerbeschadiging (volgt nog)
Voortschrijdende gebreken (maximaal 2% tolerantie)
Foto 1: Open beschadigingen
Bij de pluk, maar vooral ook tijdens het sorteerproces kunnen open beschadigingen optreden. Dit komt doordat bijvoorbeeld stelen door de schil prikken of doordat iemand met zijn nagels door de peer drukt.
Foto 2: Holle peer (volgt)
Bepaalde omstandigheden tijdens het begin van de bewaring, kunnen resulteren in holtes in het vruchtvlees. Hoe rijper de peren geoogst worden, hoe gemakkelijker dit verschijnsel in de bewaring optreedt.
Foto 3: Inwendig bruin (volgt)
Peren die in sterke mate beginnen af te leven, kunnen ouderdomsbederf vertonen. Dit is te herkennen door de bruinverkleuring rond het klokhuis
Hagelschade
Foto 1: Vroege hagel, lichte schade
Lichte hagelschade die in de eerste 6-8 weken na de bloei is ontstaan. De hagel is goed vergroeid tot kleine wratjes. In geringe mate wordt dergelijke schade nog getolereerd in klasse 1 (zie specificaties)
Foto 2: Vroege hagel, zware schade
Zware schade die in de eerste 6-8 weken na de bloei is ontstaan.
De wonden zijn goed vergroeid, maar vormen nog steeds duidelijke putten.
In beperkte mate is dergelijke goed vergroeide schade toegestaan in klasse 2.
Foto 3: Late hagel, zware schade
Late hagel kenmerkt zich door wonden die niet geheel vergroeid zijn. Als de wonden nog echt open zijn, dan is het vergelijkbaar met open beschadigingen en dus niet getolereerd voor klasse 1. Zijn de wonden goed verkurkt, dan is dergelijke schade in beperkte mate getolereerd in klasse 2 (zie specificaties)