T. Eimers M. Roelofs
Haalbaarheid regionalisering leerplicht en RMC subregio Utrecht-Zuid Bijlagen
ISBN 978 90 77202 59 3 NUR 840
HAALBAARHEID REGIONALISERING LEERPLICHT EN RMC SUBREGIO UTRECHT-ZUID
Haalbaarheid regionalisering leerplicht en RMC subregio Utrecht-Zuid Bijlagen
T. Eimers M. Roelofs augustus 2012
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt
KBA Nijmegen Professor Molkenboerstraat 9 6524 RN Nijmegen Tel. 024- 382 32 40 /
[email protected]
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG T. Eimers M. Roelofs Haalbaarheid regionalisering leerplicht en RMC subregio Utrecht-Zuid. Bijlagen/ ISBN 978-9077202-64-7 NUR 840 2012 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt te Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
2
Inhoud
1
Inleiding
1
2
Normatief model Leerplicht 2.1 Overzicht Lekstroomgemeenten en gemeente Utrecht 2.2 Gemeente Nieuwegein 2.3 Gemeente Houten 2.4 Gemeente IJsselstein 2.5 Gemeente Vianen 2.6 Gemeente Lopik 2.7 Gemeente Utrecht
1 5 8 11 14 18 21 25
3
Overzichten subregio per gemeente 3.1 Formatie Leerplicht en RMC 3.2 Overzicht verdeling VO-leerlingen per gemeente 3.3 Overzicht resultaten VSV-reductie per gemeente
29 29 33 36
4
Overzicht interviews 4.1 Overzicht van geïnterviewde personen: gemeenten 4.2 Overzicht van geïnterviewde personen: (externe) stakeholders
39 39 40
1 Inleiding
De RMC-subregio Utrecht-Zuid is één van de vier subregio’s van de RMC-regio Utrecht. Binnen de subregio werken vijf gemeenten samen: Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Vianen en Lopik. De gemeente Nieuwegein is de contactgemeente van de subregio Zuid en vertegenwoordigt de vijf gemeenten in bestuurlijk en ambtelijk overleg in de regio Utrecht. In de individuele gemeenten zijn leerplichtambtenaren werkzaam die zich richten op de begeleiding van leer-/kwalificatieplichtige jongeren tot 18 jaar. De trajectbegeleiding RMC voor jongeren tussen 18 en 23 jaar is subregionaal georganiseerd. Verschillende ontwikkelingen (VSV-convenant, invoering van het IB-verzuimloket) hebben geleid tot een intensievere samenwerking tussen gemeenten en scholen en tot een versterking van de aanpak gericht op het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. De gemeenten in de subregio willen verkennen of de huidige, vooral lokale, organisatie van leerplicht in combinatie met de RMC-functie maximaal bijdraagt aan de regionale VSV-opdracht (het zorgen voor een sluitend systeem voor jongeren van school, werk en zorg) met als uiteindelijke doel het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) heeft een onderzoek uitgevoerd naar de huidige situatie met betrekking tot leerplicht/RMC en naar de haalbaarheid van regionalisering van leerplicht/RMC. De rapportage bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het eigenlijke onderzoeksrapport met de belangrijkste bevindingen en de afweging van vier verschillende scenario’s voor regionale samenwerking. Het voorliggende tweede deel omvat de bijlagen, met als belangrijkste onderdeel de overzichten op basis van de quick scan per gemeente. In een apart hoofdstuk zijn enkele overzichten voor de subregio als geheel opgenomen, namelijk de formatie voor leerplicht en RMC, de spreiding van VO-leerlingen binnen en buiten de subregio en de resultaten in de VSV-aanpak. De basis van het onderzoek bestaat uit een quick scan, uitgevoerd bij alle zes gemeenten, waarmee per gemeente is gekeken op welke punten de uitvoering van de leerplicht verder zou kunnen worden verbeterd. In de quick scan komen zeventien onderwerpen met betrekking tot leerplicht aan bod. Per onderwerp is bekeken hoe de uitvoering in de gemeente zich verhoudt tot een bepaalde norm. De norm is gebaseerd op landelijke richtlijnen, zoals van Ingrado en het ministerie van OCW, op wettelijke taken en op meer algemene noties van kwaliteit, zoals met name op het punt van de samenhang tussen beleid en uitvoering.
1
De uitkomsten van de quick scan zijn gebaseerd op gesprekken met tenminste een leerplichtambtenaar, beleidsambtenaar, afdelingshoofd en wethouder per gemeente. In de gemeente Nieuwegein is daarnaast gesproken met de RMC-coördinator en een RMC-trajectbegeleider van de subregio Utrecht-Zuid. Naast de interviews met gemeentevertegenwoordigers is ook gesproken met verschillende andere betrokkenen. Een lijst van de geïnterviewde personen is opgenomen in de bijlagen.
2
2 Normatief model Leerplicht
In deel 2 zijn de rapportages van de zes afzonderlijke gemeenten opgenomen. Voorafgaand aan de gegevens over de gemeenten wordt eerst het zogenaamde normatieve model leerplicht gepresenteerd in de vorm van vragen en antwoorden. De norm is een streefdoel, dat past bij een zo goed en duurzaam mogelijke inrichting en uitvoering van de leerplichtfunctie. Het normatief model geeft de richting aan die voor leerplicht en RMC wenselijk wordt geacht, op basis van wetgeving (wettelijke taken), richtlijnen en ervaringen (onderzoek, good practices). Hoofdelementen daarin zijn inpassing in een beleidscyclus, methodisch werken, systematisch evalueren en een professionele organisatievorm. Op onderdelen van het model is discussie mogelijk. Zo zijn verschillende organisatie- en aansturingvormen denkbaar. De richting is echter die van een beleidsmatig, professioneel en organisatorisch sterke leerplicht- en RMCorganisatie. Voor elk van de gemeenten is gekeken hoe de huidige situatie zich verhoudt tot het normatieve model. Hoe zijn respectievelijk beleid, taken, organisatie en resultaten ontwikkeld in de gemeente? Voor het antwoord op die vraag is per gemeente een quick scan uitgevoerd. Er is gesproken met wethouders, leidinggevenden, beleidsmakers en uitvoerders. De uitkomsten van de gesprekken zijn kort weergegeven. De korte omschrijving doet uiteraard niet volledig recht aan de vaak meer complexe en genuanceerde achtergrond en ontwikkeling per gemeente. Ze zijn dan ook vooral bedoeld als indicatie voor de punten waarop de gemeente de eigen leerplicht- en RMC-functie zou kunnen versterken. De scores worden per onderwerp weergegeven. Er zijn 17 onderwerpen. Elk onderwerp wordt op verschillende punten beoordeeld. De score per onderwerp omschrijven we als een fase van ontwikkeling. We onderscheiden ruwweg vier fasen: Fase I = nog zwak ontwikkeld, op vrijwel alle punten nog niet volgens de norm Fase II = in ontwikkeling, op minder dan de helft van de punten (bijna) volgens de norm Fase III = in ontwikkeling, op meer dan de helft van de punten (bijna) volgens de norm Fase IV = op alle punten volgens norm Het gaat daarbij, nogmaals, om aan te geven waar actie zinvol en noodzakelijk is – niet om de precieze score als maat voor de ontwikkeling.
1
Een belangrijk doel van het werken met een gemeenschappelijk normatief model is het creëren van een gelijkgerichte ontwikkeling in de vijf gemeenten. Wanneer de gemeenten, eventueel in verschillende snelheden, zich in gelijke richting ontwikkelen, dan wordt de huidige en toekomstige samenwerking en uitwisseling vele malen nuttiger en effectiever. Wat is de vraag?
Wat is de norm?
Beleid 1. Is er beleid geformuleerd op het gebied van onderwijs en jeugd? Is daarin aangegeven wat de rol van Leerplicht moet zijn?
1. In het beleid is aangegeven hoe problemen rondom onderwijs en jeugd (verzuim, uitval) aangepakt worden en wat de rol van Leerplicht/RMC daarbinnen is.
2. Is er specifiek voor Leerplicht beleid geformuleerd? Denk aan: - welke taken, welke prioriteiten - doelstellingen voor LP - afspraken met onderwijsveld
2. Er is een duidelijk beleidskader voor Leerplicht, waarin is aangegeven welke taken en doelstellingen gerealiseerd moeten worden, welke prioriteiten gesteld worden in de taken/doelen. Op beleidsmatig en bestuurlijk niveau worden afspraken gemaakt met het onderwijsveld over bijv. preventie, melding. Vergelijkbare afspraken zijn er omtrent schoolmaatschappelijk werk en verwante werksoorten.
3. Wordt regelmatig gekeken wat het beleid 3. Het beleid met betrekking tot Leerplicht heeft opgeleverd (evaluatie) en hoe het beleid doorloopt een beleidscyclus en wordt periobijgesteld moet worden? diek beoordeeld en bijgesteld. 4. Wordt het beleid inzake Leerplicht afgestemd met andere partijen, zoals de andere gemeenten in de (sub)regio, het onderwijsveld, hulpverlening?
4. Bij de vaststelling en herijking van het beleid betrekt de gemeente de andere gemeenten in de (sub)regio om het beleid onderling af te stemmen. Bij de vaststelling en herijking van het beleid worden relevante partijen, zoals het onderwijs en de hulpverlening, betrokken.
Taken 5. Welke taken worden uitgevoerd? - preventieve taken - curatieve taken - repressieve taken (procesverbaal) - administratieve taken - overige taken
5. De leerplichtuitvoering omvat drie kerntaken: preventie, curatie en repressie. Onder dat laatste wordt verstaan de juridische kant van het werk. Aan elk van de taken wordt uitvoering gegeven. Preventie en curatie/repressie wegen even zwaar.
6. Is er sprake van samenhang in de taken? Zijn er prioriteiten in de uitvoering van de taken? Hoe worden die prioriteiten gesteld?
6. De taken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is sprake van een integrale taakuitvoering, waarbij alle instrumenten op het gebied van preventief, curatief/repressief werken ingezet worden.
2
Taken 7. Hoe is het werk georganiseerd? - hoe wordt de werklast verdeeld (caseload) - welke werkmethodieken worden gebruikt - hoe wordt samenwerking vormgegeven
7. Er is een duidelijk systeem voor bepaling van de werklastverdeling (normering per activiteit, monitoring caseload per medewerker). Er wordt gewerkt volgens afgesproken methodieken, waardoor het werk overdraagbaar en beter beheersbaar wordt. Er wordt gewerkt met protocollen, zodat er een zekere uniformiteit in de aanpak is. Er is een goede informatie-uitwisseling en werkoverdracht.
8. Wat is de kwaliteit van de taakuitvoering? - wat zijn knelpunten - wat blijft er liggen - wat zijn sterke punten
8. Er is altijd een spanning tussen de taken en ambities en de feitelijke mogelijkheden om die te realiseren. Knelpunten zijn bekend. Er is een plan om knelpunten aan te pakken. Er worden duidelijke keuzes gemaakt welke knelpunten wel of niet aangepakt worden. Sterke punten worden herkend en gewaardeerd.
Organisatie 9. Hoe is de afdeling/medewerker Leerplicht 9. Er is een inhoudelijke keuze gemaakt voor de gepositioneerd binnen de gemeentelijke orpositionering van de afdeling/medewerker ganisatie? Waar is Leerplicht ondergebracht? Leerplicht. De positionering is zo gekozen dat Leerplicht goede verbindingen heeft met de relevante beleidsafdeling(en). 10. Hoe is de aansturing/management van Leerplicht vormgegeven?
10. Het management van Leerplicht is zowel inhoudelijk als organisatorisch verantwoordelijk. Er is continuïteit in de aansturing. Het management is inhoudelijk op de hoogte en betrokken. Het management stuurt daadwerkelijk op beleid en taakuitvoering.
11. Hoeveel formatie is er beschikbaar voor Leerplicht? Hoeveel voor RMC? Wat is de feitelijk bezetting van de beschikbare formatie (ziekte, onvervulde vacatures)?
11. De omvang van de formatie voldoet tenminste aan de richtlijn van Ingrado. Voor preventieve taken en professionalisering is (tijdelijk) additionele formatie beschikbaar. De formatieplaatsen zijn daadwerkelijk ingevuld en de bezetting heeft continuïteit.
12. Wat is de professionaliteit van de uitvoering? - zijn medewerkers geschoold - zijn alle medewerkers BOA - is er een plan voor professionalisering
12. In een professionele Leerplicht-organisatie zijn de medewerkers geschoold en toegerust voor hun taak. Medewerkers zijn breed inzetbaar en kunnen elkaar vervangen. Alle Leerplichtmedewerkers zijn BOA. Er wordt planmatig gewerkt aan verder professionalisering.
13. Is er, op uitvoeringsniveau, afstemming of samenwerking met andere gemeenten binnen de (sub)regio?
13. Leerlingen zitten niet altijd binnen de eigen gemeente op school. Er is een goede samenwerking met andere gemeenten in de regio. Er zijn duidelijk afspraken over hoe zaken worden opgepakt. Er is regelmatig afstemming over de uitvoering.
3
Resultaten 14. Is de signalering van verzuim en uitval 14. Zicht op de werkelijk aard en omvang van dekkend? Is van alle kinderen/jongeren in het probleem is de eerste stap naar een opde gemeente bekend of zij naar school gaan lossing. Er zijn duidelijke afspraken met de en/of zij een startkwalificatie hebben bescholen over signalering en melding. De afhaald? Is de melding van scholen dekkend spraken worden nageleefd. Leerplicht heeft en accuraat? een compleet overzicht van de scholingssituatie van alle inwoners die binnen de Leerplicht/Kwalificatieplicht en RMC-regelgeving vallen. 15. Wat zijn de ‘prestatiecijfers’ van Leerplicht 15. Er wordt gewerkt met heldere indicatoren (schooljaar 10/11)? die aangeven hoeveel en wat voor werk 1 - totale caseload Leerplicht verzet is door Leerplicht. De cijfers zeggen - totaal aantal absoluut verzuim niet alles over de inhoud, de zwaarte en het - totaal aantal relatief verzuim werkelijk succes van het werk. Zij geven - totaal aantal vrijstellingen echter wel houvast bij het bepalen welke - totaal aantal vervangende leerplicht doelen belangrijke en haalbaar zijn. - aantal PV’s De cijfers worden vergeleken met die van andere gemeenten om te zien waar afwijkingen zijn en wat de achtergrond daarvan is. 16. Wat zijn de structurele effecten van Leer- 16. Leerplicht behandelt niet louter individuele plicht? gevallen. Er wordt met samenwerkingspart- opbouw preventieve structuur ners gebouwd aan een goede structuur voor - opbouw curatieve structuur preventie in het onderwijs en aan een structuur voor opvang van verzuimers/uitvallers in samenwerking met onder meer de hulpverlening en partijen zoals Jongerenloket, CWI. 17. Wat zijn de kwantitatieve effecten van 17. Uiteindelijk wordt het resultaat van LeerLeerplicht? plicht bepaald door de mate waarin verzuim - terugdringen verzuim en uitval teruggedrongen zijn. Leerplicht zijn - terugdringen voortijdig schoolverlaten daarin wel een belangrijke, maar niet de meest bepalende partij. Dat is het onderwijs. Het behalen van succes of het uitblijven daarvan zijn beide niet louter aan Leerplicht toe te rekenen. Wel wordt er periodiek een analyse gemaakt, samen met de partners, over de bereikte effecten en ieders bijdrage daarin.
1 Caseload: totaal aantal cases waarbij een actie is ondernomen door de leerplichtambtenaar in de vorm van een contactmoment met of over de jongere (gesprek, mail).
4
2.1
Overzicht Lekstroomgemeenten en gemeente Utrecht
De volgende tabel geeft een samenvatting van de scores van de gemeenten op de zeventien onderwerpen. In de paragrafen hierna worden de scores per gemeente nader toegelicht. De letters in de tabel geven de verschillende gemeenten weer: N = Nieuwegein H = Houten IJ = IJsselstein V = Vianen L = Lopik U = Utrecht
Beleid
Fase I
Fase II
V
N
H
IJ
L
U
2
V
N
H
IJ
L
U
3
V
N
H
IJ
N
H
IJ
Taken
6 L
7 8
H
IJ
V
H
IJ
V
H
IJ
V
U
L
U
L
N
L
N
U
N
U
N
U
L
N
9 10
L V
IJ
5
Organisatie
Fase IV
1
4
V
H
H
L
IJ
V
IJ
V
U
L
U
H
N N
11 12 13
Resultaten
Fase III
14 15
L
V
L L
N
H
IJ
V
N
H
IJ
V V
H
IJ
H
IJ
V
L
U
U U U
L
16 17
N
U
L
N
H
IJ
N
H
IJ
V
U
N
H
IJ
V
L
U U
5
Stand van zaken leerplicht/RMC per thema Beleid Voor wat betreft het beleid scoren de Lekstroomgemeenten in fase 2 of lager: er is wel jeugd- of onderwijsbeleid, maar leerplicht wordt daarin niet expliciet uitgewerkt en er is geen leerplichtbeleid geformuleerd. De gemeente Utrecht heeft leerplicht/RMC expliciet in de beleidskaders opgenomen en uitgewerkt. Taken De meeste gemeenten hebben een brede taakopvatting van de leerplichtuitvoering en de meeste slagen er ook in aan alle aspecten (curatie, preventie, repressie) uitvoering te geven. De uitvoering van de leerplichttaken is veelal gebonden aan de (individuele) professionaliteit van de leerplichtambtenaren. In Nieuwegein is, mede door de grotere omvang van het team, sprake van een meer systematische en methodische benadering. Utrecht neemt een afwijkende positie in vanwege de omvang en faciliteiten van het team. De omvang laat een vergaande vorm van taakverdeling en specialisatie zien. Bovendien wordt er systematisch gemeten en geëvalueerd. Organisatie De meeste gemeenten kennen een relatief goede verbinding tussen uitvoering en beleid op basis van persoonlijke contacten. Alleen in Nieuwegein is er een coördinator specifiek voor leerplicht. Utrecht heeft een teammanager met integrale bevoegdheden. In Houten is bewust gekozen voor een model zonder directe coördinatie, maar met eigen verantwoordelijkheid voor de leerplichtambtenaren en met een senior beleidsmedewerker die met de leerplichtambtenaren overlegt. Alle gemeenten hebben een leerplichtformatie die voldoet aan de Ingrado-norm. De afstemming in de subregio op uitvoeringsniveau is aanwezig, maar functioneert niet optimaal. De afstemming tussen de subregio's Utrecht-Zuid en Utrecht is er vooral op RMC-niveau. Resultaten Over het algemeen is er bij de vijf Lekstroomgemeenten redelijk goed zicht op de resultaten van de leerplichttaak. Alle gemeenten scoren laag op signalering en melding (punt 14) vanwege de problemen met de leerplichthandhaving in het mbo. Op dat punt ontbreekt inzicht in de problematiek en is er onvoldoende mogelijkheid om het meldgedrag van de mbo-scholen te beïnvloeden. Utrecht heeft de zaken qua melding en controle redelijk goed op orde, maar worstelt nog met de VSV-problematiek in het mbo, mede doordat veel mbo-studenten van buiten de stad komen.
6
Stand van zaken leerplicht/RMC per gemeente Gemeente Nieuwegein De gemeente Nieuwegein heeft een relatief sterke uitvoeringsorganisatie met een eigen, inhoudelijke leidinggevende. Er is sprake van methodisch werken. De beleidsmatige inbedding van leerplicht is daarentegen tamelijk zwak ontwikkeld. Dat geldt voor het beleid en voor de samenwerking tussen uitvoering en beleid. Net als de andere gemeenten heeft Nieuwegein problemen met de leerplichtuitvoering in het mbo. Gemeente Houten De leerplichtuitvoering in de gemeente Houten kenmerkt zich door de inzet van professionele leerplichtambtenaren, die in onderling overleg hun taken uitvoeren. De kwaliteit van het werk is geborgd in de professionaliteit van de uitvoerders en minder in een vastgelegde methodiek en organisatie van werken. De samenwerking tussen uitvoering en beleid is goed, maar ook hier is er geen sprake van een systematische inbedding van leerplicht in het (bredere) beleid. Zwak punt is de leerplichtuitvoering in het mbo. Gemeente IJsselstein Net als in Houten geldt ook hier dat de leerplichtuitvoering sterk gekoppeld is aan de professionaliteit van de uitvoerders. Voor IJsselstein geldt, vergelijkbaar met Houten, dat de samenwerking met beleid aanwezig is, maar dat er geen uitwerking van de rol van leerplicht in het beleid is. Net als in Vianen en Lopik is de uitvoering kwetsbaar bij het (tijdelijk) wegvallen van één van de uitvoerders. Gemeente Vianen De gemeente Vianen scoort relatief zwak op de beleidsmatige context voor de leerplichtuitvoering. Een ander zwak punt is het nagenoeg ontbreken van sturing aan de leerplichtuitvoering, anders dan door de uitvoerders zelf. Voor het overige is er sprake van professionele uitvoerders met een goed netwerk. Net als in de andere gemeenten is er niet of nauwelijks zicht op de verzuimproblematiek in het mbo. Gemeente Lopik Hoewel de formatie voor leerplichtuitvoering voldoet aan de Ingrado-norm is de uitvoeringscapaciteit zeer beperkt. Dat maakt het erg moeilijk om het werk professioneel te organiseren en op alle aspecten van de uitvoering voldoende te scoren. Gemeente Utrecht De gemeente Utrecht heeft er voor gekozen om leerplicht en RMC te integreren in één bureau. Met andere taken erbij omvat het bureau meer dan 30 fte. Er is een professionele organisatie. Er wordt veel gemeten, gecontroleerd en geëvalueerd. Beleid en uitvoering zijn structureel nauw met elkaar verbonden.
7
2.2
Gemeente Nieuwegein
Bevindingen Gemeente Nieuwegein Beleid
Toelichting
1. Rol leerplicht in beleid
Leerplicht maakt wel onderdeel uit van het bredere jeugd- en onderwijsbeleid, maar is daarin niet verder uitgewerkt.
II
2. Specifiek leerplicht-beleid
Er is geen eigen VSV-beleid in de gemeente. Er is geen specifiek beleid voor leerplicht. De ambtsinstructie uit 1994 is recent aangepast.
II
3. Evaluatie en bijstelling beleid
Er is geen systematische evaluatie en terugkoppeling naar beleid. Er vindt geen terugkoppeling op basis van streefdoelen/resultaten naar de Raad plaats. Dat gebeurt bijv. wel met betrekking tot de aanpak van problemen bij Roma-kinderen in de gemeente. Daarvan is een groot deel bij leerplicht belegd.
II
4. Afstemming leerplicht-beleid met andere partijen
Er is een subregionaal afstemmingsoverleg (Strategisch Beleidsoverleg) en er zijn goede werkcontacten met partijen (onderwijs, hulpverlening) binnen de gemeente. De andere gemeenten in de regio, onderwijs en hulpverlening worden echter niet structureel betrokken bij de vaststelling en herijking van het beleid.
II
Taken
Toelichting
5. Uitvoering taken
De leerplichtuitvoering richt zich op alle taken (preventie, curatief handelen en repressie). Aanpak luxeverzuim heeft een lagere prioriteit. Relatief veel aandacht voor preventief werken (spreekuren op scholen, deelname ZAT). De administratie is op orde (Key2onderwijs - Centric).
III
6. Samenhang in taken, prioriteit in uitvoering van taken
De leerplichtambtenaren bepalen samen waaraan zij prioriteit geven (zelfstandig team). Het team heeft een eigen coördinator. Er is geen planmatige manier van werken gebaseerd op vooraf bepaald beleid.
III
7. Organisatie werk (werklastverdeling, caseload, werkmethodieken)
Er is gekozen voor een breed werkpakket per LPA, alleen het mbo ligt specifiek bij twee personen. Werkprocessen liggen vast. Er wordt een globale werkverdeling/toedeling gemaakt, waarbij wel tussentijds in de gaten wordt gehouden hoe het gaat. Voor de Roma-kinderen is extra formatie beschikbaar. Er is duidelijke regie op de verdeling van deze werkzaamheden i.v.m. belasting en benodigde specifieke kennis.
III
8. Kwaliteit taakuitvoering (knelpunten, sterke punten)
Er is regelmatig werkoverleg en feedback op het functioneren binnen het team. Met name de samenwerking rondom verzuim en uitval in het mbo tussen scholen en gemeenten vormt een aandachtspunt.
III
8
Fase
Fase
Organisatie
Toelichting
9. Positionering leerplicht binnen gemeentelijke organisatie
Leerplicht is ondergebracht in een dienst waar ook andere uitvoeringstaken zijn onder gebracht. Er is een beleidsambtenaar met ook VSV in het pakket, maar dat is slechts een klein onderdeel en krijgt relatief weinig tijd. De afstemming tussen onderwijsbeleid en leerplichtuitvoering/–beleid is daardoor beperkt. Er wordt niet planmatig samengewerkt.
II
10. Aansturing van leerplicht
Er is een coördinator voor het team leerling-zaken (leerplicht). Het afdelingshoofd is formeel manager van het team.
IV
11. Formatie beLeerplichtuitvoering totaal 7 fte (inclusief extra inzet t.b.v. Romaschikbaar voor kinderen): leerplicht en RMC 187 uur LPA (5,2 fte), inclusief coördinatie Ca. 65 uur leerplichtadministratie (1,8 fte)
IV
12. Professionaliteit uitvoering (medewerkers geschoold, BOA, plan professionalisering)
De LPA-en zijn BOA en hebben de vakopleiding leerplicht gevolgd. Zij zijn toegerust voor de leerplichttaken. Hoewel niet planmatig wordt voldoende aandacht besteed aan professionalisering en zijn er verschillende cursussen gevolgd. De LPA-en zijn zelf verantwoordelijk voor verdere professionalisering en daar is ook ruimte voor.
III
13. Afstemming / samenwerking met andere gemeenten binnen (sub)regio op uitvoeringsniveau
Er is periodiek een subregionaal afstemmingsoverleg leerplicht (Platform Leerplicht), waarin onder andere gesproken wordt over het op elkaar afstemmen van de werkwijze. Dat wordt als te vrijblijvend ervaren, te lage prioriteit. Er is geprobeerd tot gezamenlijke visieontwikkeling te komen, maar dat was niet succesvol.
II
9
Resultaten
Toelichting
14. Signalering verzuim en uitval, melding scholen
Er is goede samenwerking met de scholen en door de aanwezigheid van LPA-en op de scholen is de melding van verzuim verbeterd. De verzuimmeldingen uit het mbo zijn beter dan voorheen, maar die kunnen en moeten nog veel beter. Er zijn nog grote verschillen tussen afdelingen, personen en locaties.
II
15. ‘Prestatiecijfers’ De ‘prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 10/11) zijn als volgt: van leerplicht - totale caseload leerplicht: 692 (schooljaar 10/11) - totaal aantal absoluut verzuim: 30 - totaal aantal relatief verzuim (incl. luxe verzuim): 350 - totaal aantal vrijstellingen: 25 - totaal aantal vervangende leerplicht: - aantal PV’s: 122
III
16. Structurele effecten van leerplicht (preventief, curatief)
In het PO en VO is de aanwezigheid van leerplicht structureel en effectief. Speciale aandacht is er voor de doelgroep van Romakinderen. Structurele effecten zijn zichtbaar in de versterking van de zorgstructuur op de scholen, betere signalering en melding en betere samenwerking in geval van zwaardere problematiek.
III
17. Kwantitatieve effecten van leerplicht/ RMC (terugdringen verzuim en VSV)
Kwantitatieve effecten in termen van het terugdringen van verzuim en uitval zijn redelijk in beeld. De VSV-cijfers zijn bekend en vormen een maatstaf voor het effect van leerplicht. Er is geen structurele monitoring van resultaten en geen expliciete cyclus van doelen, beleid, aanpak en resultaten. De aanpak voor de Roma wordt wel nauwgezetter gevolgd.
III
10
2.3
Gemeente Houten
Bevindingen Gemeente Houten Beleid
Toelichting
1. Rol leerplicht/ RMC in beleid
De gemeente heeft wel jeugd-/onderwijsbeleid. Leerplicht wordt daarin wel genoemd, maar heeft geen specifieke rol in beleid.
II
2. Specifiek leerplicht/ RMCbeleid
Er is nog geen duidelijk beleidskader specifiek voor leerplicht, waarin is aangegeven welke doelstellingen gerealiseerd moeten worden en welke prioriteiten gesteld worden in de taken.
II
3. Evaluatie en bijstelling beleid
Prestaties van leerplicht worden incidenteel wel bekeken (jaarverslag), maar er is geen systematische, concrete evaluatie en koppeling naar beleid.
II
4. Afstemming leerplicht-beleid met andere partijen
Er is een subregionaal afstemmingsoverleg (Strategisch Beleidsoverleg) en er zijn goede werkcontacten met partijen (onderwijs, hulpverlening) binnen de gemeente. De andere gemeenten in de regio, onderwijs en hulpverlening worden echter niet structureel betrokken bij de vaststelling en herijking van het beleid.
II
Taken
Toelichting
5. Uitvoering taken
De uitvoering van leerplicht bestaat met name uit een goede/snelle opvolging van (signaal)meldingen. (Verbalisering n.a.v.) luxeverzuim heeft geen prioriteit. Er is ook aandacht voor preventieve taken (deelname ZAT, zorgnetwerk), maar verdere investering in preventie is wenselijk. De administratie is redelijk op orde, maar het lukt onvoldoende om de benodigde (management)informatie uit het systeem (Key2onderwijs - Centric) te genereren.
III
6. Samenhang in taken, prioriteit in uitvoering van taken
De leerplichtambtenaren bepalen samen waaraan zij prioriteit geven (zelfstandig team). Er is geen planmatige manier van werken gebaseerd op vooraf bepaald beleid. Er is geen directe aansturing op de uitvoering van het werk door een leidinggevende.
II
7. Organisatie werk (werklastverdeling, caseload, werkmethodieken)
Het werk wordt in onderling overleg verdeeld. Een ambtsinstructie, opgestelde werkprocessen en goede informatie-uitwisseling tussen de leerplichtambtenaren (zitten bij elkaar op de kamer) leiden tot een uniforme aanpak.
II
8. Kwaliteit taakuitvoering (knelpunten, sterke punten)
Er zijn enkele knelpunten (genereren informatie uit registratiesysteem, ontbreken van interne en subregionale afspraken omtrent omgang met beperkt aanbod tussentijdse instroommogelijkheden ROC’s). De knelpunten zijn bekend, maar de aanpak ervan verdient extra aandacht.
II
11
Organisatie
Toelichting
9. Positionering leerplicht binnen gemeentelijke organisatie
Een van de leerplichtambtenaren houdt zich naast de leerplichtuitvoering ook bezig met het leerplicht-beleid. Het onderwijsbeleid wordt uitgevoerd door een andere medewerker. De afstemming tussen onderwijsbeleid en leerplichtuitvoering/–beleid is er vooral door persoonlijke contacten. Er wordt niet planmatig samengewerkt.
III
10. Aansturing van leerplicht
Het hoofd van de afdeling Welzijn staat op relatief grote afstand van het inhoudelijke leerplichtwerk. Houten heeft bewust gekozen voor een model waarin de LPA-en veel eigen verantwoordelijkheid dragen. Een senior (beleids)medewerker vormt de schakel tussen het afdelingshoofd en leerplicht. Leerplicht heeft maandelijks overleg met deze senior. Tijdens dit overleg wordt ingegaan op de stand van zaken en eventuele problemen waar de leerplichtambtenaren tegenaan lopen. De senior heeft een advies/bemiddelingsfunctie. Hij stuurt leerplicht niet aan (leerplicht is zelfsturend).
III
11. Formatie Totaal 88 uur per week voor leerplicht: beschikbaar voor - 70 uur LPA (1,94 fte) leerplicht en RMC - 18 uur leerplichtadministratie (0,5 fte) De leerplichtambtenaren verzorgen naast de leerplichttaken ook de kwalificatieplicht, coördinatie en beleidstaken leerplicht.
IV
12. Professionaliteit uitvoering (medewerkers geschoold, BOA, plan professionalisering)
De LPA-en zijn BOA en hebben de vakopleiding leerplicht gevolgd. Zij zijn toegerust voor de leerplichttaken. Hoewel niet planmatig wordt voldoende aandacht besteed aan professionalisering en zijn er verschillende cursussen gevolgd. De LPA-en zijn zelf verantwoordelijk voor verdere professionalisering en daar is ook ruimte voor.
III
13. Afstemming / samenwerking met andere gemeenten binnen (sub)regio op uitvoeringsniveau
Er is periodiek een subregionaal afstemmingsoverleg leerplicht (Platform Leerplicht), waarin onder andere gesproken wordt over het op elkaar afstemmen van de werkwijze. Een LPA van de gemeente neemt deel aan dit overleg.
II
12
Resultaten
Toelichting
14. Signalering verzuim en uitval, melding scholen
Er is geen goed zicht op verzuim in het mbo. Er kan geen goed zicht verkregen worden op het aantal VSV’ers. De VSV-cijfers van de gemeente verschillen van de landelijke cijfers. De leerplichtmedewerkers zijn (vooralsnog) onvoldoende toegerust om de mogelijkheden van het registratiesysteem volledig te benutten. Het systeem is daarom (nog) niet ondersteunend aan de leerplichtuitvoering.
II
15. ‘Prestatiecijfers’ De ‘prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 10/11) zijn als volgt: van leerplicht - totale caseload leerplicht: 502 meldingen (360 jongeren); 308 (schooljaar 10/11) leerplichtigen, 123 kwalificatieplichtigen, 71 jongeren ouder dan 18 jaar. - totaal aantal absoluut verzuim: 15 - totaal aantal relatief verzuim: 203 - totaal aantal vrijstellingen: 8 - totaal aantal vervangende leerplicht: 3 - aantal PV’s: 27 Het jaarverslag wordt opgestuurd naar de andere gemeenten in de subregio, maar de LPA-en krijgen geen jaarverslag van de andere gemeenten terug.
III
16. Structurele effecten van leerplicht (preventief, curatief)
Er zijn goede, directe lijnen met de instellingen en scholen binnen de gemeente. Leerplicht investeert samen met verschillende partijen in preventie (zorgnetwerken, ZAT’s). Verder is er nauwelijks sprake van een echte structuur van preventieve of curatieve samenwerking.
III
17. Kwantitatieve effecten van leerplicht/ RMC (terugdringen verzuim en VSV)
Kwantitatieve effecten in termen van het terugdringen van verzuim en uitval zijn redelijk in beeld. Er kan echter geen goed zicht verkregen worden op het aantal VSV’ers. De VSV-cijfers van de gemeente verschillen van de landelijke cijfers. Er wordt niet periodiek, samen met de partners, een analyse gemaakt over de bereikte effecten en ieders bijdrage daarin.
III
13
2.4
Gemeente IJsselstein
Bevindingen Gemeente IJsselstein Beleid
Toelichting
1. Rol leerplicht/ RMC in beleid
De gemeente heeft beleid geformuleerd, waarin onder andere aandacht is voor onderwijs en jeugd (onder andere Collegeprogramma 2010-2014, Kadernota 2012). Er is echter geen specifieke integrale beleidsvisie op onderwijs en jeugd. Leerplicht wordt wel genoemd in beleid, maar er is geen sprake van een duidelijk uitgewerkte rol/taak voor leerplicht.
II
2. Specifiek leerplicht/ RMCbeleid
In de genoemde beleidsnota’s is aangegeven welke prioriteiten gesteld worden in het kader van Programma Onderwijs (o.a. terugdringen VSV). Leerplicht wordt hierin genoemd als partij en er wordt ingezet op extra formatie. Er zijn echter geen specifieke eigen beleidsdoelen geformuleerd voor leerplicht.
II
3. Evaluatie en bijstelling beleid
Jaarverslag leerplicht verschijnt jaarlijks. Er is geen systematische evaluatie en koppeling naar beleid.
II
4. Afstemming leerplicht-beleid met andere partijen
Er is een subregionaal afstemmingsoverleg (Strategisch Beleidsoverleg) en er zijn goede werkcontacten met partijen (onderwijs, hulpverlening) binnen de gemeente. De andere gemeenten in de regio, onderwijs en hulpverlening worden echter niet structureel betrokken bij de vaststelling en herijking van het beleid.
II
14
Taken
Toelichting
5. Uitvoering taken
Preventie in PO en VO is goed ontwikkeld. Spreekuren op scholen en actieve deelname in ZAT’s en zorgnetwerken (12- en 12+). Aanpak luxeverzuim blijft liggen, omdat prioriteit gegeven wordt aan terugdringen VSV (16/17-jarigen). Vanwege de hoeveelheid werk moeten keuzes gemaakt worden. De administratie is op orde, maar het lukt onvoldoende om de benodigde (management)informatie uit het systeem (Key2onderwijs–Centric) te genereren (administratief medewerker krijgt hierbij ondersteuning).
II
6. Samenhang in taken, prioriteit in uitvoering van taken
Prioriteiten in de uitvoering worden door de leerplichtambtenaren voorgesteld aan de coördinator. Vanwege de hoeveelheid werk moeten keuzes gemaakt worden. Inzet op prioriteiten betekent minder aandacht voor andere taken, waardoor een deel van het werk blijft liggen.
II
7. Organisatie werk (werklastverdeling, caseload, werkmethodieken)
De leerplichtambtenaren verdelen het werk in onderling overleg. In oktober 2011 is de ambtsinstructie aangepast n.a.v. opgetreden wetwijzigingen, convenantafspraken en nieuwe inzichten gevoed door praktijkervaringen. Tevens hebben de leerplichtambtenaren een protocol vastgesteld en sinds kort zijn er procesbeschrijvingen (gemaakt door kwaliteitsmedewerker).
II
8. Kwaliteit taakuitvoering (knelpunten, sterke punten)
Er zijn enkele knelpunten (te weinig tijd waardoor taken blijven liggen, te weinig aandacht voor beleid, knelpunten wat betreft genereren informatie uit registratiesysteem). Om deze knelpunten op te lossen wordt onder andere extra formatie beschikbaar gesteld en gekeken naar een nieuwe wijze van registreren. De effecten van deze inzet zijn nog niet zichtbaar.
II
15
Organisatie
Toelichting
9. Positionering leerplicht binnen gemeentelijke organisatie
Vanwege reorganisaties is leerplicht de afgelopen jaren onderdeel geweest van verschillende afdelingen. Nu is leerplicht ondergebracht bij het Klantcontactcentrum. Er is een goede verbinding met beleid. De afstemming en samenwerking wordt vooral gevormd door persoonlijke contacten. Om een goede interactie tussen beleid en uitvoering te garanderen, vormt de ‘Coördinator uitvoering Sociale Zaken’ de schakel tussen LPA - beleid en LPA - ‘Afdelingshoofd Beleid en Strategie’.
III
10. Aansturing van leerplicht
De Coördinator stuurt procesmatig, maar niet vakinhoudelijk aan. De LPA-en hebben regelmatig overleg met de Coördinator (waar leggen we prioriteiten, waar zetten we de beschikbare tijd op in). Soms schuift bij dit overleg ook het Afdelingshoofd aan.
II
11. Formatie beTotaal 93 uur per week voor leerplicht: schikbaar voor - 74 uur LPA (2,05 fte) leerplicht en RMC - 20 uur leerplichtadministratie (0,53 fte) De formatie voor LPA omvat tevens een deel voor operationeel beleid. De formatie voor leerplichtadministratie omvat tevens een deel voor applicatiebeheer.
IV
12. Professionaliteit uitvoering (medewerkers geschoold, BOA, plan professionalisering)
De LPA-en zijn BOA en hebben de vakopleiding leerplicht gevolgd. Zij zijn toegerust voor de leerplichttaken. Hoewel niet planmatig wordt voldoende aandacht besteed aan professionalisering en zijn er verschillende cursussen gevolgd. Er zijn scholingsmogelijkheden als daaraan behoefte bestaat.
III
13. Afstemming / samenwerking met andere gemeenten binnen (sub)regio op uitvoeringsniveau
Er is periodiek een subregionaal afstemmingsoverleg leerplicht (Platform Leerplicht), waarin onder andere gesproken wordt over het op elkaar afstemmen van de werkwijze. Een LPA van de gemeente neemt deel aan dit overleg.
II
16
Resultaten
Toelichting
14. Signalering verzuim en uitval, melding scholen
Door gesprekken met schooldirecteuren in het PO, de invoering van het digitaal verzuimloket en spreekuren op scholen in VO/MBO is het melden verbeterd. Met name melding door het MBO kan nog veel beter (eerder). De leerplichtmedewerkers zijn (vooralsnog) onvoldoende toegerust om de mogelijkheden van het registratiesysteem volledig te benutten. Het systeem is daarom (nog) niet ondersteunend aan de leerplichtuitvoering.
II
15. ‘Prestatiecijfers’ De ‘prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 10/11) zijn als volgt: van leerplicht - totale caseload leerplicht: 242 (in behandeling genomen mel(schooljaar 10/11) dingen) - totaal aantal absoluut verzuim: 9 - totaal aantal relatief verzuim: 159 - totaal aantal vrijstellingen: 5 - totaal aantal vervangende leerplicht: - aantal PV’s: 9
III
16. Structurele effecten van leerplicht (preventief, curatief)
Er zijn goede, directe lijnen met de instellingen en scholen binnen de gemeente. Leerplicht investeert samen met verschillende partijen in preventie (zorgnetwerken, ZAT’s), maar er is nog geen brede, samenhangende aanpak ontwikkeld.
III
17. Kwantitatieve effecten van leerplicht/ RMC (terugdringen verzuim en VSV)
Kwantitatieve effecten in termen van het terugdringen van verzuim en uitval zijn redelijk in beeld. Er wordt niet periodiek, samen met de partners, een analyse gemaakt over de bereikte effecten en ieders bijdrage daarin.
III
17
2.5
Gemeente Vianen
Bevindingen Gemeente Vianen Beleid
Toelichting
1. Rol leerplicht/ RMC in beleid
Er is in de gemeente wel aandacht voor vraagstukken rondom jeugd en onderwijs, maar er is geen concreet onderwijs- of leerplichtbeleid.
I
2. Specifiek leerplicht/ RMCbeleid
Er is geen specifiek leerplichtbeleid. In een kleine gemeente hebben ook de beleidsambtenaren brede takenpakketten. Andere zaken hebben vaak een hogere prioriteit. Leerplicht maakt eigen keuzes en daarmee feitelijk eigen beleid. Bij vraag om uitbreiding van de formatie voor leerplicht wel ondersteuning van beleidsambtenaar.
I
3. Evaluatie en bijstelling beleid
Er is geen systematische evaluatie van beleid. Er is weinig aandacht voor leerplicht in de gemeenteraad.
I
4. Afstemming leerplicht-beleid met andere partijen
Er is een subregionaal afstemmingsoverleg (Strategisch Beleidsoverleg) en er zijn goede werkcontacten met partijen (onderwijs, hulpverlening) binnen de gemeente. De andere gemeenten in de regio, onderwijs en hulpverlening worden echter niet structureel betrokken bij de vaststelling en herijking van het beleid.
II
Taken
Toelichting
5. Uitvoering taken
Het takenpakket omvat alle aspecten van de leerplichtfunctie, met het accent op maatschappelijke zorg. Proces verbaal wordt ingezet als het nodig is. De administratie is redelijk op orde. De gemeente Vianen gebruikt als enige van de Lekstroomgemeenten het systeem Civision Onderwijs - Pinkroccade.
III
6. Samenhang in taken, prioriteit in uitvoering van taken
De beide leerplichtambtenaren bewaken samen de uitvoering: wat wordt eerst opgepakt. Daarbij wordt altijd voorrang gegeven aan de leerlingen die gemeld worden. Er blijven nooit meldingen liggen.
II
7. Organisatie werk (werklastverdeling, caseload, werkmethodieken)
Er is geen directe aansturing op de uitvoering van het werk door een leidinggevende. De leerplichtambtenaren verdelen onderling het werk. Eén van de LPA-en werkt al 16 jaar in de functie en heeft dus veel ervaring. De andere is tijdelijk (ziektevervanging). Er is verder geen planmatige manier van werken gebaseerd op vooraf bepaald beleid.
II
8. Kwaliteit taakuitvoering (knelpunten, sterke punten)
De uitvoering loopt op zich goed. Soms zijn er pieken in het werk, maar als er verder geen bijzonderheden zijn, dan is de huidige formatie toereikend. Zorg is wel dat de uitvoering kwetsbaar is. Bij uitval door ziekte blijft noodgedwongen werk liggen. Uitvoering van het mbo-deel van de taak is lastig vanwege de soms stroeve contacten met de scholen.
II
18
Organisatie
Toelichting
9.
Leerplicht is onderdeel van de afdeling Ondersteuning en participatie. Leerplicht vormt binnen die afdeling een apart, klein groepje. De lijnen met beleid en andere uitvoeringstaken zijn binnen de gemeente kort.
III
10. Aansturing van leerplicht
De leerplichtambtenaren functioneren relatief zelfstandig, zonder directe aansturing.
I
11. Formatie beschikbaar voor leerplicht en RMC
De formatie is uitgebreid met inzet van de extra Rijksmiddelen i.h.k.v. de kwalificatieplicht. De huidige formatie geldt tot eind 2012 en wordt dit jaar geëvalueerd. Totaal leerplichtuitvoering: 1,5 fte: - 45 uur LPA (1,25 fte) - 16 uur leerplichtadministratie (0,44 fte), waarvan 8,7 uur (0,24 fte) voor leerplicht
IV
12. Professionaliteit uitvoering (medewerkers geschoold, BOA, plan professionalisering)
De LPA-en zijn BOA en hebben de vakopleiding leerplicht gevolgd. Zij zijn toegerust voor de leerplichttaken. Er is geen specifiek programma voor scholing of bijscholing.
II
13. Afstemming / samenwerking met andere gemeenten binnen (sub)regio op uitvoeringsniveau
Er is periodiek een subregionaal afstemmingsoverleg leerplicht (Platform Leerplicht), waarin onder andere gesproken wordt over het op elkaar afstemmen van de werkwijze. Een LPA van de gemeente neemt deel aan dit overleg. Dat overleg wordt als positief ervaren: er wordt gesproken over het gezamenlijk optrekken, maar de praktijken liggen te ver uiteen. Wel is men de laatste jaren meer naar elkaar toegegroeid.
II
Positionering leerplicht binnen gemeentelijke organisatie
19
Resultaten
Toelichting
14. Signalering verzuim en uitval, melding scholen
Er is de nodige aandacht besteed aan het verbeteren van de meldingen door scholen, onder meer door alerter te reageren op luxeverzuim en door het houden van spreekuren op een school gericht op het terugdringen van te laat komen.
II
15. ‘Prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 10/11)
De ‘prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 08/09) zijn als volgt: - totale caseload leerplicht: 130 (in behandeling genomen meldingen) - totaal aantal absoluut verzuim: 5 - totaal aantal relatief verzuim: 99 - totaal aantal vrijstellingen: - totaal aantal vervangende leerplicht: - aantal PV’s: -
II
16. Structurele effecten van leerplicht (preventief, curatief)
Door jarenlange ervaring is er een goede structurele samenwerking opgebouwd met onderwijs en andere partijen. Er zijn netwerken 12en 12+ waarin leerplicht participeert. De meldingen en contacten bij het mbo lopen nog niet goed. Er komt weinig van de ROC’s en het is vaak ook moeilijk om contact te leggen.
III
17. Kwantitatieve effecten van leerplicht/ RMC (terugdringen verzuim en VSV)
Vianen is een kleine gemeente met relatief weinig VSV. De afgelopen jaren zijn de aantallen VSV wel afgenomen. Er wordt niet periodiek, samen met de partners, een analyse gemaakt over de bereikte effecten en ieders bijdrage daarin.
III
20
2.6
Gemeente Lopik
Bevindingen Gemeente Lopik Beleid
Toelichting
1. Rol leerplicht/ RMC in beleid
Er is een nota jeugdbeleid (2009-2012). Leerplicht wordt wel genoemd, maar nadere uitwerking van de specifieke rol van leerplicht is een aandachtspunt.
II
2. Specifiek leerplicht/ RMCbeleid
Er is nog onvoldoende een duidelijk beleidskader specifiek voor leerplicht, waarin is aangegeven welke doelstellingen gerealiseerd moeten worden en welke prioriteiten gesteld worden in de taken/doelen.
II
3. Evaluatie en bijstelling beleid
Prestaties van leerplicht worden incidenteel wel bekeken (jaarverslag), maar er is geen systematische, concrete evaluatie en koppeling naar beleid.
II
4. Afstemming leerplicht-beleid met andere partijen
Er is een subregionaal afstemmingsoverleg (Strategisch Beleidsoverleg) en er zijn goede werkcontacten met partijen (onderwijs, hulpverlening) binnen de gemeente. De andere gemeenten in de regio, onderwijs en hulpverlening worden echter niet structureel betrokken bij de vaststelling en herijking van het beleid.
II
21
Taken
Toelichting
5. Uitvoering taken
Er is, behalve participatie in ZAT (VO), nauwelijks ruimte voor preventieve taken. Door beperkte capaciteit (één LPA) wordt met name aandacht besteedt aan een goede/snelle opvolging van meldingen en niet aan spreekuren op scholen en deelname in (gemeentelijke) zorgnetwerken. De administratie is redelijk op orde, maar het lukt onvoldoende om de benodigde informatie uit het systeem (Key2onderwijs–Centric) te genereren (inmiddels wel ondersteuning bij aanbieder applicatie gevraagd). De LPA is BOA en schrijft, als nodig, een proces verbaal uit.
II
6. Samenhang in taken, prioriteit in uitvoering van taken
De LPA bepaalt zelf waaraan zij prioriteit geeft. Er is geen planmatige manier van werken gebaseerd op vooraf bepaald beleid. Er is geen directe aansturing op de uitvoering van het werk door een leidinggevende.
II
7. Organisatie werk (werklastverdeling, caseload, werkmethodieken)
De leerplicht wordt uitgevoerd door één medewerker en de gemeente is daardoor kwetsbaar voor situaties van uitval bij de uitvoering van leerplichttaken. De continuïteit van leerplicht is niet gewaarborgd. De LPA functioneert als ‘kleine zelfstandige’. De uitvoering van het werk is gebaseerd op eigen inzicht en ervaring. Er is vooralsnog geen sprake van een meer systematische, methodische manier van werken. Er wordt echter (in 2012) geïnvesteerd in het opstellen van werkprocessen voor de uitvoering van leerplicht.
I
8.
Het belangrijkste knelpunt is de beperkte uitvoeringscapaciteit. Daardoor kan onder andere weinig aandacht besteedt worden aan preventie. Het knelpunt is bekend (ervaren toen LPA ziek was), maar is tot nu toe niet structureel aangepakt.
II
22
Kwaliteit taakuitvoering (knelpunten, sterke punten)
Organisatie
Toelichting
9. Positionering leerplicht binnen gemeentelijke organisatie
Afstemming tussen beleid en uitvoering is er vooral door persoonlijke contacten. Er wordt (nog) niet echt planmatig samengewerkt.
III
10. Aansturing van leerplicht
Er is één afdelingshoofd voor een ‘grote’ afdeling (Inwonerszaken), waar leerplicht onder valt. De verantwoordelijke leidinggevende blijft wel graag op de hoogte, maar de directe betrokkenheid bij leerplicht is beperkt en er is geen gerichte aansturing op leerplicht.
I
11. Formatie beTotaal 27 uur per week voor leerplicht: schikbaar voor - 21 uur LPA (0,58 fte) leerplicht en RMC - 4 uur leerplichtadministratie (0,11 fte) Vanwege ziekte van de LPA heeft de bezetting weinig continuïteit gehad.
IV
12. Professionaliteit uitvoering (medewerkers geschoold, BOA, plan professionalisering)
De LPA is BOA en heeft de vakopleiding leerplicht gevolgd. Zij is toegerust voor de leerplichttaken. Er wordt niet planmatig gewerkt aan verdere professionalisering. Er zijn individuele scholingsmogelijkheden als daaraan behoefte bestaat.
II
13. Afstemming / samenwerking met andere gemeenten binnen (sub)regio op uitvoeringsniveau
De samenwerking met andere gemeenten wordt als positief ervaren. Er is periodiek een subregionaal afstemmingsoverleg leerplicht (Platform Leerplicht), waarin onder andere gesproken wordt over het op elkaar afstemmen van de werkwijze. De LPA neemt deel aan dit overleg. Wel blijft het moeilijk goed functionerende werkafspraken te maken.
II
23
Resultaten
Toelichting
14. Signalering verzuim en uitval, melding scholen
Vanuit het VO krijgt de LPA meldingen (te) laat (pas na 15 keer verzuim). Vaak is de jongere dan al op spreekuur geweest (bij andere LPA) en heeft hij al meerdere waarschuwingen gehad. In het PO is er vermoedelijk sprake van veel verzuim, maar dat wordt vaak niet gemeld. Er wordt wel gesproken met de schooldirecteuren over het belang van verzuimmeldingen. De LPA is (vooralsnog) onvoldoende toegerust om de mogelijkheden van het registratiesysteem volledig te benutten. Het systeem is daarom (nog) niet ondersteunend aan de leerplichtuitvoering.
I
15. ‘Prestatiecijfers’ De ‘prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 10/11) zijn als volgt: van leerplicht - totale caseload leerplicht: 100 (naar schatting) (schooljaar 10/11) - totaal aantal absoluut verzuim: 2 - totaal aantal relatief verzuim: 48 - totaal aantal vrijstellingen: 17 - totaal aantal vervangende leerplicht: - aantal PV’s: -
II
16. Structurele effecten van leerplicht (preventief, curatief)
Door de kleinschaligheid zijn er goede, directe lijnen met de instellingen en scholen binnen de gemeente. De LPA kan daardoor snel en effectief handelen als er een probleem wordt gemeld (LPA ‘zit er dicht op’). De inzet is echter met name curatief en dat gaat ten koste van de aandacht voor preventie. De deelname in (bovenschoolse) zorgnetwerken heeft geen prioriteit.
III
17. Kwantitatieve effecten van leerplicht/ RMC (terugdringen verzuim en VSV)
Kwantitatieve effecten in termen van het terugdringen van verzuim en uitval zijn niet goed in beeld (ligt deels aan onbekendheid met mogelijkheden registratiesysteem). Er wordt niet periodiek, samen met de partners, een analyse gemaakt over de bereikte effecten en ieders bijdrage daarin.
II
24
2.7
Gemeente Utrecht
Bevindingen Gemeente Utrecht Beleid
Toelichting
1. Rol leerplicht/ RMC in beleid
Er zijn verschillende beleidskaders (zowel voor de gemeente als voor de regio) waarin de problemen rondom verzuim en VSV aan de orde zijn en waarin ook de rol van leerplicht en RMC expliciet wordt benoemd.
IV
2. Specifiek leerplicht/ RMCbeleid
Er is VSV-beleid, zowel strategisch als gericht op uitvoering. Er is beleid voor RMC en leerplicht.
IV
3. Evaluatie en bijstelling beleid
Het beleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Op basis van maandcijfers wordt de uitvoering gemonitord.
IV
4. Afstemming leerplicht-beleid met andere partijen
De gemeente is actief en vaak leidend als het gaat om de afstemming met andere gemeenten in de regio. Utrecht is centrumgemeente voor de RMC-regio. De afstemming tussen de gemeenten in de regio is nog niet optimaal.
III
Taken
Toelichting
5. Uitvoering taken
Leerplicht en RMC zijn ondergebracht in één team. Binnen het team worden alle taken uitgevoerd. Het bureau leerling-zaken heeft een eigen ‘bedrijfsbureau’ voor de taken financiën, leerlingenvervoer, administratie en applicatiebeheer.
IV
6. Samenhang in taken, prioriteit in uitvoering van taken
Binnen het team is er sprake van een taakverdeling, waarbij bijvoorbeeld het mbo een taakgebied vormt. De taken worden in samenhang uitgevoerd en er wordt regelmatig, op basis van evaluaties en gesprekken, gekeken naar de prioritering in het werk.
IV
7. Organisatie werk (werklastverdeling, caseload, werkmethodieken)
Er wordt gewerkt met een caseload per medewerker op basis van ervaringsgegevens en belastbaarheid. De caseload verschilt per taakgebied. In het PO en VO wordt wijkgericht gewerkt, in het MBO schoolgericht. Er zijn duidelijke kaders/methodieken voor de uitvoering, met een zekere marge voor persoonlijke verschillen.
IV
8. Kwaliteit taakuitvoering (knelpunten, sterke punten)
De taakuitvoering is goed op orde. Er wordt permanent gekeken naar verbetermogelijkheden. Zo wordt nu nagedacht over mogelijkheden om de gegevensstroom verder te digitaliseren en om het aantal administratieve handelingen voor LPA-en terug te dringen.
IV
25
Organisatie
Toelichting
9. Positionering leerplicht binnen gemeentelijke organisatie
Het bureau is onderdeel van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente. Strategisch beleid wordt gemaakt door de teammanager van het bureau, samen met team onderwijs (beleidsambtenaar). Beleid en uitvoering zitten in één pand, de afstand is letterlijk en figuurlijk klein. Operationeel beleid wordt door de teammanager leerling-zaken zelf gemaakt.
IV
10. Aansturing van leerplicht
Bureau Leerling-zaken heeft een eigen teammanager, die integraal verantwoordelijk is.
IV
11. Formatie beTotaal 497 uur per week voor leerplicht: schikbaar voor - 349 uur LPA (9,7 fte) leerplicht en RMC - 148 uur leerplichtadministratie (4,1 fte) Utrecht heeft leerplicht, kwalificatieplicht en RMC geïntegreerd in één team. De totale formatie voor leerplicht (incl. overige taken) bedraagt 16,2 fte, voor RMC 7,1 fte en voor andere taken (o.a. leerlingenvervoer, VVE) 7,4 fte. In het totaal 30,8 fte.
IV
12. Professionaliteit uitvoering (medewerkers geschoold, BOA, plan professionalisering)
Alle nieuwe medewerkers volgen een cursus. Voor na- en bijscholing is er een structureel budget beschikbaar. Er zijn geen opleidingsplannen per persoon of voor het team. Er is gekozen om niet alle LPA-en BOA te laten worden. BOA is binnen het team een specifieke taak, die door bepaalde medewerkers wordt uitgevoerd.
III
13. Afstemming / samenwerking met andere gemeenten binnen (sub)regio op uitvoeringsniveau
De gemeente Utrecht vormt één subregio binnen de RMC-regio. Er is regelmatig overleg met de andere subregio's en gemeenten. Utrecht neemt vaak het initiatief om meer samenwerking tot stand te brengen, met wisselend succes.
III
26
Resultaten
Toelichting
14. Signalering verzuim en uitval, melding scholen
Er is veel geïnvesteerd om alle kinderen/jongeren goed in beeld te krijgen. De verzuimadministratie van scholen wordt regelmatig gecontroleerd om te kijken of verzuim goed wordt geregistreerd en de meldingen goed worden gedaan. In het PO en VO is het nu goed op orde. In het MBO nog niet, maar wordt het nu wel snel beter.
IV
15. ‘Prestatiecijfers’ De ‘prestatiecijfers’ van leerplicht (schooljaar 10/11) zijn als volgt: van leerplicht - totale caseload leerplicht: 2.808 (schooljaar 10/11) - totaal aantal absoluut verzuim: 123 - totaal aantal relatief verzuim: 2.250 - totaal aantal vrijstellingen: 175 - totaal aantal vervangende leerplicht: - aantal PV’s: 181
IV
16. Structurele effecten van leerplicht (preventief, curatief)
Leerplicht is nauw betrokken bij het onderwijs om verzuim en uitval te voorkomen. In de uitvoering wordt wijkgericht (PO/VO) of schoolgericht (MBO) gewerkt. Er is regelmatig overleg met de scholen op managementniveau om te kijken hoe de aanpak nog beter kan. Er wordt door de gemeente (in beleid en middelen) zwaar ingezet op het terugdringen van VSV.
IV
17. Kwantitatieve effecten van leerplicht/ RMC (terugdringen verzuim en VSV)
Leerplicht is "onder controle". Aandachtspunten zijn nu verzuim en uitval van 18-plussers. VSV ligt nog altijd te hoog. De gemeente werkt nauw samen met de grote mbo-instellingen in de stad. Moeilijkheid is dat meer dan de helft van de studenten in het mbo van buiten de gemeente Utrecht komen.
III
27
3 Overzichten subregio per gemeente
3.1
Formatie Leerplicht en RMC
De formatie leerplicht omvat verschillende taken en functies. De formatierichtlijn van Ingrado uit 2007 onderscheidt naast de functie leerplichtambtenaar (LPA) ook administratie, coördinatie, beleid en applicatiebeheer. Als globale richtlijn hanteert Ingrado 1 fte leerplichtfunctie op 3.800 leerplichtigen per gemeente. De richtlijn kan worden verfijnd aan de hand van de specifieke situatie per gemeente. Tabel 1 geeft inzicht in het aantal jongeren in Utrecht-Zuid in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar per gemeente.
Tabel 1 – Aantal jongeren per gemeente naar leeftijdscategorie 5 t/m 17 jaar 5 t/m 17 jaar Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopik Totaal Utrecht-Zuid
8.882 9.111 6.301 3.231 2.755 30.280
Bron: CBS, geregistreerde bevolking, peildatum 1 januari 2011.
We hanteren de richtlijn van Ingrado als een indicatie voor het niveau van de huidige formatie in de vijf gemeenten. We kijken daarbij in eerste instantie naar de formatie voor LPA en voor administratie. Om rekening te houden met de feitelijke taaklast in de gemeente stelt Ingrado een berekenwijze voor die is gebaseerd op de bestaande caseload van de LPA-en in de gemeente. In het onderstaande schema is de formatieberekening uitgevoerd volgens de Ingrado-formatierichtlijn. Na het schema volgt een verdere toelichting.
29
Tabel 2 – Berekening leerplichtformatie op basis van caseload (volgens Ingradorichtlijn) Nieuwegein
Houten
IJsselstein
Vianen
Lopik
Relatief verzuim Absoluut verzuim Vrijstelling Vervanging Totaal curatieve taken Ophoogfactor preventieve taken Totaal caseload
350 30 25 405 1,66
203 15 23 3 244 1,66
159 9 5 173 1,66
99 5 104 1,66
48 2 17 67 1,66
672
405
287
173
111
Eigen opgave caseload
692
431
242
130
100
5,13 3,08 1,28
3,19 1,92 0,80
2,13 1,28 0,53
1,28 0,77 0,32
0,82 0,49 0,21
Totaal fte obv Ingrado-norm waarvan LPA (=60%) waarvan administratie (=25%)
Uitgangspunt voor de berekening is de verhouding 1 fte leerplichtfunctie per 3.800 leerplichtigen, met een aanpassing voor de feitelijk caseload. Op die manier kan een zwaardere leerplichtproblematiek meegewogen worden in de formatieberekening. De caseload kan op twee manieren worden bepaald: - Via een berekeningsformule, waarbij de curatieve taken (absoluut en relatief verzuim, vrijstelling, vervanging) worden vermenigvuldigd met een factor 1,66 voor preventieve taken. In het overzicht is dit de Totale caseload. - Via de eigen opgave van de gemeente. Gemeenten houden ook zelf hun eigen caseload bij. In het overzicht is dit de Eigen opgave caseload. Op basis van de caseload kan nu de formatie berekend worden (aan de hand van de Ingrado-richtlijn). Wat opvalt, is dat bij de twee grotere gemeenten Nieuwegein en Houten de eigen opgave (iets) hoger ligt dan de berekende caseload. Bij de drie kleinere gemeenten ligt de eigen opgave juist lager. Het verschil is waarschijnlijk te verklaren uit het effect van de ophoogfactor voor preventief werk. Die is door Ingrado bepaald op 1,66 op basis van een landelijk gemiddelde. Kleinere gemeenten doen gemiddeld wat minder aan preventieve taken. In het overzicht is gekozen om de Eigen opgave caseload van gemeenten als uitgangspunt voor de berekening te nemen bij Nieuwegein en Houten, met als reden dat de eigen opgave van deze gemeenten waarschijnlijk een nauwkeuriger beeld geeft. Voor de drie andere gemeenten is de berekening van de caseload volgens de Ingrado-formule aangehouden. Die valt iets hoger uit en geeft daarmee beter weer wat de omvang van de caseload is inclusief de preventieve taken. In de laatste drie regels van het overzicht is de uitkomst van de berekening weergegeven, respectievelijk het totaal aantal fte voor de gehele leerplichtfunctie, het aantal
30
fte voor alleen LPA (60% van het totaal) en het aantal fte voor de administratie (25% van het totaal). In tabel 3 en tabel 4 is de beschikbare formatie voor respectievelijk de leerplichtambtenaren en de leerplichtadministratie binnen de gemeenten afgezet tegen de berekende formatie op basis van de Ingrado-norm.
Tabel 3 – Vergelijking feitelijke formatie voor leerplichtambtenaren (LPA) per gemeente met berekende formatie op basis van Ingrado-norm,uitgedrukt in fte’s Berekening Ingrado¹
Fte’s feitelijk*
Verschil
Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopik
3,08 1,92 1,28 0,77 0,49
5,20 1,94 2,05 1,25 0,58
+2,12 +0,02 +0,77 +0,48 +0,09
Totaal Utrecht-Zuid
7,54
11,02
+3,48
* Als een gemeente de beschikbare tijd voor de leerplichtuitvoering aangaf in aantal uren is het aantal fte berekend op basis van een 36-urige werkweek. 1 Gebaseerd op het aantal leerplichtigen (jongeren van 5 t/m 17 jaar per 1 januari 2011, CBS) in een gemeente.
Uit de vergelijking blijkt dat alle gemeenten voldoen aan de Ingrado-formatierichtlijn. De formatie LPA voor Nieuwegein ligt boven de richtlijn als gevolg van de extra formatie die is ingezet voor de aanpak van problemen bij Roma-kinderen. De formatie voor Vianen ligt iets boven de richtlijn vanwege de toerekening van aanvullende taken (conform besluit College B&W 16 maart 2012). Voor de overige gemeenten komt de huidige formatie overeen met de richtlijn. In IJsselstein is de formatie in 2012 verhoogd.
31
Tabel 4 – Vergelijking feitelijke formatie voor leerplichtadministratie per gemeente met berekende formatie op basis van Ingrado-norm,uitgedrukt in fte’s Fte’s Ingrado¹
Fte’s feitelijk*
Tekort/overschot fte’s
Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopik
1,28 0,80 0,53 0,32 0,21
1,80 0,50 0,56 0,24 0,11
+0,52 -0,30 +0,03 -0,08 -0,10
Totaal Utrecht-Zuid
3,14
3,21
+0,07
*
Als een gemeente de beschikbare tijd voor de leerplichtuitvoering aangaf in aantal uren is het aantal fte berekend op basis van een 36-urige werkweek. 1 Gebaseerd op het aantal leerplichtigen (jongeren van 5 t/m 17 jaar per 1 januari 2011, CBS) in een gemeente.
Voor wat betreft de administratieve formatie geeft de richtlijn voor Houten een hoger advies dan de huidige omvang. Voor Nieuwegein geldt het omgekeerde. Voor de overige drie gemeenten zijn de verschillen gering. De formatie voor administratieve taken is minder scherp af te bakenen dan die van de LPA. Vaak is er een overlap in administratieve taken voor bijvoorbeeld leerplicht en leerlingenvervoer. RMC Ook voor de verschillende functies binnen de RMC-functie bestaan richtlijnen voor de benodigde formatieomvang. De geadviseerde formatie, waarmee de problematiek van het voortijdig schoolverlaten optimaal kan worden aangepakt bedraagt 1 fte coördinatie per 31.068 jongeren, 1 fte trajectbegeleiding per 7.816 jongeren, 1 fte administratie per 20.040 jongeren en 1 fte registratie/automatisering per 94.630 jongeren. Tabel 5 geeft inzicht in het aantal jongeren in Utrecht-Zuid in de leeftijd van 16 tot en met 22 jaar per gemeente.2
2 In de richtlijnen van Ingrado worden de 16-17 jarigen voor de formatieberekening zowel voor Leerplicht, als voor RMC meegeteld.
32
Tabel 5 – Aantal jongeren per gemeente naar leeftijdscategorie 16 t/m 22 jaar 16 t/m 22 jaar Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopik
4.922 4.432 2.854 1.684 1.292
Totaal Utrecht-Zuid
15.184
Bron: CBS, geregistreerde bevolking, peildatum 1 januari 2011.
Vergelijkbaar met de leerplichtformatie kan ook de feitelijke RMC-formatie afgezet worden tegen de Ingrado-richtlijn. In tabel 6 zijn de resultaten weergegeven.
Tabel 6 - Toepassing richtlijnen RMC subregio Utrecht-Zuid Functie Coördinatie Trajectbegeleiding Administratie Registratie-automatisering Totaal Utrecht-Zuid 1
Fte nu beschikbaar
Ingrado fte’s¹
0,75 (27 uur) 2,42 (87 uur)
0,49 1,94 0,76 0,16
+0,26 +0,48
3,35
+0,32
0,50 (18 uur) 3,67 (132 uur)
Verschil
-0,42
Gebaseerd op het aantal jongeren van 16 t/m 22 jaar (per 1 januari 2011, CBS) in een gemeente.
Voor de RMC-coördinatie is 16 uur vast beschikbaar en 11 uur tijdelijk (tot 1 januari 2013), voor trajectbegeleiding is 27 uur vast beschikbaar en 60 uur tijdelijk (tot 1 januari 2013) en voor administratie is 18 uur vast beschikbaar. Per 1 september 2012 wordt, door verschuiving van taken, de coördinatie met vier uur teruggebracht en de trajectbegeleiding met vier uur verhoogd. Ook voor de uitvoering van de RMC-functie in de subregio geldt dat de formatie voldoet aan de Ingrado-richtlijn.
3.2
Overzicht verdeling VO-leerlingen per gemeente
In de navolgende tabellen is per gemeente aangegeven naar welke vijf scholen de meeste leerlingen gaan. Bij elke school is de locatie vermeld, waarbij de locaties buiten de subregio Utrecht-Zuid in rood zijn vermeld.
33
De onderste rij in de tabellen vermeldt het percentage leerlingen buiten de subregio. Het percentage heeft alleen betrekking op de top vijf van scholen. Op de voorlaatste rij staat het percentage leerlingen dat op de top vijf van scholen zit.
Gemeente Nieuwegein Top 5 scholen
Locatie school
%
1. 2. 3. 4.
Nieuwegein/IJsselstein Nieuwegein/Vianen Nieuwegein IJsselstein Locaties VAVO Lyceum: Zeist, Amersfoort, Utrecht, Veenendaal*
38 29 22 3 1
RK SGM Cals College Oosterlicht College Anna van Ryn College Praktijkschool De Baanbreker
5. ROC Midden Nederland Totaal top 5
93
Totaal buiten subregio
1
* Op één na (participatieopleiding) volgen alle leerlingen een VAVO-opleiding op ROC Midden Nederland.
Gemeente Houten Top 5 scholen
Locatie school
%
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Houten Houten Nieuwegein/Vianen Culemborg Utrecht/Rotterdam/Amsterdam/Wierden Nieuwegein/IJsselstein
43 10 7 6 5 5
College De Heemlanden Houtens* Oosterlicht College ORS Lek en Linge De Passie RK SGM Cals College
Totaal top 5
76
Totaal buiten subregio
11
* De school Houtens is een groeischool met nu alleen nog de eerste twee jaren.
34
Gemeente IJsselstein Top 5 scholen
Locatie school
%
1. 2. 3. 4.
Nieuwegein/IJsselstein Nieuwegein Nieuwegein/Vianen Vestiging Houten (1 leerling), vestiging Montfoort (51 leerlingen)* IJsselstein
55 24 12
RK SGM Cals College Anna van Ryn College Oosterlicht College Wellantcollege (vmbo)
5. Praktijkschool De Baanbreker Totaal top 5
2 2 95
Totaal buiten subregio
2
* Op één na volgen alle leerlingen een vmbo-opleiding op Wellant, locatie Montfoort (buiten subregio).
Gemeente Vianen Top 5 scholen
Locatie school
%
1. 2. 3. 4. 5.
Nieuwegein/Vianen Nieuwegein/IJsselstein Nieuwegein Culemborg Culemborg
41 24 11 7 4
Oosterlicht College RK SGM Cals College Anna van Ryn College ORS Lek en Linge Koningin Wilhelmina College
Totaal top 5
87
Totaal buiten subregio
11
Gemeente Lopik Top 5 scholen
Locatie school
%
1. 2. 3. 4. 5.
Schoonhoven Schoonhoven Nieuwegein/IJsselstein Gouda/Leiden/Lekkerkerk Nieuwegein/Vianen
30 30 12 10 7
SGM Willem De Zwijger Het Schoonhovens College RK SGM Cals College Driestar College Oosterlicht College
Totaal top 5
89
Totaal buiten subregio
70
35
3.3
Overzicht resultaten VSV-reductie per gemeente
Tabel 1 – Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters per gemeente, schooljaar 2010/2011* VO
Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopik Totaal Utrecht-Zuid
MBO
VO&MBO
VSV
Ambitie
VSV
Ambitie
VSV
Ambitie
45 34 24 8 17 128
41 31 21 10 12 115
157 67 74 40 15 353
95 63 44 37 21 260
202 101 98 48 32 481
136 94 65 47 33 375
* De cijfers van 2010/2011 zijn voorlopig.
Tabel 2 – Behaalde reductie nieuwe voortijdig schoolverlaters ten opzichte van schooljaar 2005/2006, per gemeente VO
Nieuwegein Houten IJsselstein Vianen Lopik Totaal Utrecht-Zuid Regio Utrecht Landelijk
36
MBO
VO&MBO
N
%
N
%
N
%
-23 -17 -11 -9 -3 -63
-34 -33 -31 -53 -15 -33 -25 -41
-2 -38 0 -21 -20 -81
-1 -36 0 -34 -57 -19 -12 -21
-25 -55 -11 -30 -23 -144
-11 -35 -10 -38 -42 -23 -16 -27
Tabel 3 – Resultaten trajectbegeleiding 18-23 jarigen RMC subregio Utrecht-Zuid, schooljaar 2010/2011 Nieuwegein Houten Totaal: Verzuim + VSV Naar school Naar werk Naar zorg Overig Verzuimtrajecten Resultaat: School Werk Zorg Overig VSV-dossiers Uitstroom: School Werk Zorg Overig
IJsselstein
Vianen
Lopik
393
146
161
145
64
168
72
86
54
134 12 2 20 225
58 1 4 9 74
67 3 2 14 75
67 69 28 61
23 29 10 12
30 24 4 17
Totaal
11
909 467 207 59 176 391
100% 51% 23% 6% 19% 100%
40 6 0 8 91
8 1 1 1 53
307 23 9 52 518
79% 6% 2% 13% 100%
24 35 5 27
16 27 3 7
160 184 50 124
31% 36% 10% 24%
Verklaring van de categorieën Verzuimtraject: RMC-traject van jongere die wel ingeschreven staat op school, maar veelvuldig spijbelt; VSV (voortijdig schoolverlater): Het totaal aan VSV-meldingen en de uitstroomreden; School: Fulltime naar school (bol) of opleiding in combinatie met werk (bbl). Indien nodig in combinatie met coaching of hulpverlening; Werk: Meer dan 12 uur per week, zonder (bekostigde) opleiding. Indien nodig in combinatie met hulpverlening; Zorg: Zonder opleiding/betaald werk. Wajong, WIJ-voorziening etc. valt hier ook onder. Jongeren die hulpverlening krijgen naast school/werk, staan geregistreerd onder opleiding of werk; Overig: Alle resultaten die niet onder de andere drie categorieën vallen: nog in begeleiding, verhuisd, heeft al startkwalificatie, verkeerde melding, wil geen begeleiding, detentie, hoogst haalbare al bereikt. Een deel van deze groep zal op een later moment alsnog uitstromen naar school, werk of zorg.
37
4 Overzicht interviews
4.1
Overzicht van geïnterviewde personen: gemeenten
Naam
Organisatie
Functie
Mevr. H. van den Berg Dhr. R. Brouwer Mevr. P. Dijkhuizen Mevr. A. den Haas Mevr. M. Vader Mevr. E. Poort Mevr. C. Westerman
Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein
Wethouder Onderwijs Afdelingshoofd Leerplicht/RMC Beleidsadviseur Onderwijs Leerplichtambtenaar Leerplichtambtenaar RMC-coördinator RMC-trajectbegeleider
Mevr. N. Teeuwen Dhr. F. Rijkens Mevr. J. van Eggermont Mevr. M. van de Ruit Mevr. A. van Rijsbergen Mevr. L. Joosse
Gemeente Houten Gemeente Houten Gemeente Houten Gemeente Houten Gemeente Houten Gemeente Houten
Wethouder Afdelingshoofd Beleidsmedewerker Leerplichtambtenaar Leerplichtambtenaar Leerplichtambtenaar, beleidsmedewerker
Mevr. M. Stolk Dhr. M. Verweij Mevr. C. Creveld Dhr. H. Burggraaf
Gemeente Vianen Gemeente Vianen Gemeente Vianen Gemeente Vianen
Mevr. M. van Brenk Mevr. R. Schuurman Dhr. M. de Graaf
Gemeente Vianen Gemeente Vianen Gemeente Vianen
Wethouder Wethouder Sectorhoofd Dienstverlening Afdelingsmanager Ondersteuning en participatie Beleidsmedewerker Leerplichtambtenaar (Plv.) Leerplichtambtenaar
Mevr. M. van Beukering Mevr. M. Gadella – Van Gils Dhr. R. van Dijk Dhr. M. van Zon Mevr. A. Kersten
Gemeente IJsselstein Gemeente IJsselstein Gemeente IJsselstein Gemeente IJsselstein Gemeente IJsselstein
Wethouder Afdelingshoofd Beleid en Strategie Coördinator uitvoering Sociale Zaken Beleidsmedewerker Leerplichtambtenaar
Mevr. I. de Korte Dhr. A. van Nieuwpoort Mevr. J. van Delden
Gemeente Lopik Gemeente Lopik Gemeente Lopik
Mevr. P. Bijeman
Gemeente Lopik
Wethouder Hoofd afdeling Inwonerszaken Beleidsmedewerker Onderwijs en Kinderopvang Leerplichtambtenaar
Dhr. O. Blok Dhr. S. van Dam
Gemeente Utrecht Gemeente Utrecht
RMC-coördinator Utrecht Manager Leerlingzaken gemeente Utrecht
39
4.2
Overzicht van geïnterviewde personen: (externe) stakeholders
Naam
Organisatie
Functie
Dhr. K. van der Horst Dhr. H. van Beusekom Mevr. J. Kloosterman Mevr. J. Kwaaitaal Mevr. I. van de Berg Dhr. K. Saarloos Mevr. R. Rutten Dhr. J. de Jong
O.B.S. Tijl Uilenspiegel Eben Haezer Benschop en Regenboog College De Heemlanden Houten Cals College Nieuwegein Cals College IJsselstein ROC ASA ROC Midden Nederland LZVO (Samenwerkingsverband VO Utrecht-Zuid) Jongerenloket Lekstroom CJG Vianen CJG Houten
Directeur Directeur Teamleider havo 3, 4 en 5 Verzuimcoördinator Verzuimcoördinator Beleidsadviseur Onderwijs Programmamanager VSV Directeur
Mevr. J. Jongepier Mevr. A. Noorlander Mevr. T. de Waard
40
Coördinator Coördinator Coördinator