HOOGHEEMRAADSCHAP D E STICHTSE
RIJNLANDEN
notulen vergadering commissie Watersystemen 1 oktober 2008 Plaats Van Aanwezig Mede aanwezig Afwezig Voorzitter Secretaris Notulist
: Houten, bestuurszaal 30 00 : 9. –12. uur : G.P. Beugelink; J. Folkerts; drs. E. van der Vorm-Gouman; ir. G. van den Hoeven; mw. drs. A.M. de Bruijn; J. Verheul; A.W. Versteeg; ir. T.F.M.S. van Keulen; H.A.P. van der Maat; N. Maas; drs.ing. G.G.J. Rouhof. : de heren ir. N.J.M. Ypma; ir. C.J.M. van Vliet en E. Lodder : : : :
ir. J.P. Verweij; ing. J. van der Kuip A.W. Versteeg drs.ing. G.G.J. Rouhof Notuleerbureau Voorneman Van Weerd
1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en neemt de berichten van verhindering door. Hij neemt vervolgens kort de wijzigingen voor de excursie van die middag door. 2. Vaststelling conceptnotulen vergadering d.d. 16 juli 2008 De tekst van de notulen wordt met inachtneming van de volgende wijzigingen conform het concept vastgesteld. Mevrouw Van der Vorm meldt dat op pagina 3 een zin staat die niet is afgemaakt. Aan het eind van de derde regel bij punt 6 moet 'presentatie' worden toegevoegd. Bij de lijst van acties/toezeggingen stelt de heer Beugelink voor om data te vermelden in plaats van 't.z.t.' of 'z.s.m.' De voorzitter zegt toe dat hiernaar gekeken zal worden en dat tijdens de volgende vergadering duidelijke richtlijnen zullen worden aangegeven. Op 8 oktober a.s. zullen de onderwerpen Herijking maatregelen Oude Rijngebied en Stimuleringsregeling natuurvriendelijke oevers op de agenda van de algemene commissievergadering staan. Daarnaast zal de gedachtewisseling over het beleid ten aanzien van de steigers en beschoeiingen nog dit jaar plaatsvinden. De heer Rouhof meldt dat hij geen tijd heeft gehad om aandacht te kunnen besteden aan het ondernemen van actie richting AGV over de verwarrende berichtgeving over de tarieven in beheergebied De Stichtse Rijnlanden. Hij laat weten dat elk waterschap echter de vrijheid heeft om hier aandacht aan te besteden. Hij zal dit alsnog nagaan. De voorzitter stelt voor om het agenderen van 'natte- en droogteschade' door te schuiven naar 2009. Afsluitend meldt hij dat voor het punt 'verspreiden lijst van vertegenwoordigingen in commissies, stichtingen, etc.' een datum is afgesproken met de secretaris om dit nader te bespreken. Dit wordt teruggekoppeld naar de commissie. 3. Mededelingen/Ingekomen stukken De voorzitter meldt dat in één van de laatste vergaderingen van het Dagelijks Bestuur is besloten om € 70.000,-- beschikbaar te stellen voor de schoorsteen in gemaal Teylingens. Dit geld was reeds in de begroting opgenomen. Hij verzoekt de commissie om hieraan haar goedkeuring te geven, zodat deze werkzaamheden nog dit jaar uitgevoerd kunnen worden. Hij doet een kort verslag van de situatie bij gemaal Teylingens. De heer Van den Hoeven vraagt of het mogelijk is om dit gemaal voor de recreatie te gebruiken. De voorzitter antwoordt dat dit onderzocht en besproken moet worden. De voorzitter constateert dat de commissie akkoord gaat met het voorstel om € 70.000,-- voor de schoorsteen van dit gemaal beschikbaar te stellen. 1
De heer Van Keulen laat weten dat op 30 september 2008 de commissie Langbroekerwetering is opgeheven. Deze commissie is opgegaan in de Stichting Kromme Rijn. Een dag eerder is de stuurgroep Kromme Rijnlandschap bij elkaar gekomen. Zij hebben laten weten dat zij nog één jaar aanblijven. De heer Ypma meldt dat aanstaande vrijdag een oploopvergadering plaatsvindt voor Midden Utrecht Zuid. Dit betreft een AVP-gebied van Rijnenburg en Haarzuilen tot Vianen. De heer Beugelink vraagt welk deel van het programma van de Langbroekerwetering is gerealiseerd en welk deel nog moet worden gerealiseerd. De heer Van Keulen wijst erop dat de hele uitvoering van de plannen van de commissie Langbroekerwetering op basis van vrijwilligheid is geweest. Veel projecten zijn wel gerealiseerd. Hij betreurt het echter dat het fietspad Leersum - Wijk bij Duurstede(?) niet is gerealiseerd. De heer Verheul laat weten dat hij hoopt dat er de volgende keer weldegelijk inhoud wordt gegeven aan de term 'Vitaal Platteland'. Hij meent dat het tot op heden alleen een praatgroep is geweest en dat de resultaten nihil waren. De heer Van Keulen deelt deze mening niet. Hij laat weten dat de betrokken gemeenten op dit moment goed met elkaar samenwerken. Er wordt binnenkort een streekhuis geopend, dat met veel energie is opgezet. De heer Verheul laat weten dat zijn mening is gebaseerd op opmerkingen over de AVP De Venen, waarin wordt gezegd dat 'ze nu echt gaan beginnen'. Hij wijst erop dat deze AVP reeds 15 jaar bestaat. 4. Burap 2008-I De heer Beugelink maakt zijn complimenten over het voorliggende stuk. Hij heeft nog slechts enkele vragen. Hij vraagt zich af waarom HDSR zo graag de Hollandse IJssel wil hebben. Aansluitend merkt hij op dat het Waterbeheerplan en het Stroomgebiedbeheerplan van de KRW tegelijkertijd ter inzage liggen. De periodes van de ter inzagenlegging verschillen echter. Om de consequenties van deze plannen te zien, is het noodzakelijk dat beide plannen gezamenlijk worden bekeken. Hij vraagt zich af of het mogelijk is dat deze periodes op elkaar afgestemd worden. Op pagina 33, Watergebiedplan Zegveld, citeert spreker: 'Het algemene beeld voor vrijwillige medewerking is sterk wisselend.' Spreker geeft aan dat dit reeds de verwachting was. Hij vraagt zich af hoe HDSR hier mee omgaat. Mevrouw Van der Vorm sluit zich aan bij de complimenten van de heer Beugelink. Zij constateert dat er veel subsidie voor de KRW is. Zij is hier zeer tevreden over. De heer Van der Maat vraagt zich af of bij doelstelling 10/11 geen nieuwe einddoelstelling geformuleerd dient te worden. Volgens hem was er een afspraak om een conceptovereenkomst met de fruittelers te sluiten om dit ook voor de toekomst te regelen. De heer Verheul sluit zich ook aan bij de gemaakte complimenten. Hij spreekt zijn waardering uit voor het feit dat er vooral kleine afwijkingen zijn ten opzichte van de geprognosticeerde winst. Bij het lezen van dit stuk was spreker vooral benieuwd naar de watergebiedplannen. Hij heeft met de uitvoering van deze watergebiedplannen te maken, doordat hij midden in een gebied woont. Hij leefde in de veronderstelling dat er nog wel enige zorgen bestonden op dit gebied. Uit het verhaal op pagina 33 concludeert hij dat hij wellicht te somber was. Hij vraagt zich echter toch af of de tekst op pagina 33 misschien te optimistisch is. Afsluitend verbaast spreker zich over de veranderingen die optreden in de watergebiedplannen, nadat deze zijn vastgesteld in het Algemeen Bestuur. Graag zou hij hierop een toelichting ontvangen. De heer Van den Hoeven spreekt zijn angst uit over het blijven liggen van de moeilijke stukken baggergrond. Hij meent dat de verhouding tussen de dure stukken te baggeren grond en het beschikbare geld niet op te maken is. Hij heeft de indruk dat de dure stukken te baggeren grond blijven liggen en dat alleen de goedkopere stukken te baggeren grond worden uitgevoerd. Hierdoor zou HDSR in de periode van 2012 tot en met 2014 hoge kosten kunnen krijgen. Daarnaast adviseert spreker HDSR om in zijn omgeving rustig aan te doen bij het aankopen van grond voor het realiseren van werken. Hij zou dit graag combineren met de natte as of de robuuste verbindingszone. Dit zou gekoppeld moeten worden en er zou één plan voor gemaakt moeten worden. De voorzitter antwoordt dat er vorige week nog overleg heeft plaatsgevonden over het laatst genoemde punt. Tijdens dit overleg zijn goede afspraken gemaakt, onder andere over het van de baan zijn van de vernatte tweehonderd meter grens in de Meijepolder. Er zal een verslag gemaakt worden van dit overleg en dit zal bekrachtigd worden. Bij de invulling van de watergebiedplannen moet HDSR zo flexibel mogelijk zijn. Om het plan, dat op papier staat, zo goed mogelijk uit te voeren, moet het regelmatig aangepast worden. 2
Het krediet dat hiervoor beschikbaar gesteld wordt, moet gehandhaafd worden. Dit betreft een raamkrediet. Er bevindt zich binnen dit krediet wel enige ruimte. Bij wezenlijke veranderingen is het de afspraak dat de verantwoordelijke in het Dagelijks Bestuur op de hoogte wordt gesteld. Spreker geeft aan dat hij echter zeer weinig over de watergebiedplannen hoort. De heer Ypma vult aan dat de watergebiedplannen verder uitgewerkt dienen te worden. Tijdens de uitvoer van het watergebiedplan dienen er echter niet voortdurend wezenlijke veranderingen toegepast te worden. Hollands IJssel. De voorzitter geeft aan dat de Hollandse IJssel midden in het gebied van HDSR ligt. Als HDSR de Hollandse IJssel overneemt, kan zij ook zelf het beleid voeren. Bij deze overname zal de grens tussen de gemeenten en HDSR duidelijk zijn. Voor de invulling van het watergebiedplan Linschoten is de Hollandse IJssel belangrijk. Het is altijd de intentie van het Algemeen Bestuur geweest om de Hollandse IJssel over te nemen. De commissieleden zijn van mening dat op dit moment misschien het moment is aangebroken om deze overname van de Hollandse IJssel te heroverwegen. RWS heeft tot nu toe deze overname gestagneerd. De heer Rouhof geeft aan dat HDSR kwaliteitsbeheerder van de Hollandse IJssel is. De KRW-maatregelen moeten ook in de Hollandse IJssel getroffen worden. Deze KRW maatregelen worden aan de kwaliteitstaak van HDSR gehangen. Dit is de verantwoordelijkheid van HDSR. Er wordt besloten om dit onderwerp opnieuw binnen het Dagelijks Bestuur te bespreken, waarna een terugkoppeling naar het Algemeen Bestuur zal plaatsvinden. De heer Rouhof laat weten dat de termijnen voor de ter inzage legging wettelijk bepaald zijn. Er is geprobeerd om continue een goede afstemming te hebben tussen het Stroomgebiedbeheerplan en het Waterbeheerplan. Het is echter mogelijk dat er wijzigingen aangebracht worden. De heer Beugelink pleit ervoor om in het Waterbeheerplan van HDSR een overzichtstabel van de maatregelen van het Stroomgebiedbeheerplan op te nemen. Hierdoor wordt het indienen van een zienswijze veel gemakkelijker. De heer Ypma wijst erop dat het Waterbeheerplan eind volgend jaar wordt vastgesteld. Hij vraagt zich af in hoeverre de zienswijzen die op het Stroomgebiedbeheerplan worden ingebracht in overweging worden genomen voor de uiteindelijke versie van het Waterbeheerplan. Bagger. De voorzitter laat weten dat de moeilijke stukken van de te baggeren grond zeker niet blijven liggen. Het is echter wel zo dat het rond krijgen van de vergunningen voor die stukken wel moeilijker is. Er zijn reeds moeilijke en minder moeilijke stukken baggergrond uitgevoerd. Er zal geprobeerd worden om een goede verdeling te maken voor 2015. Er zal hierover nog overleg gevoerd worden met de gemeenten. De heer Van Keulen vult aan dat de tijdelijke depots soms een probleem zijn. De bottleneck hierbij ligt volgens hem bij de gemeente. Nachtvorstbestrijding. De heer Van Keulen laat weten dat de heer Van der Maat hiermee inderdaad een punt heeft. Er zijn afspraken gemaakt met de bestaande fruitteelt. Er zouden ook afspraken gemaakt worden met de nieuwe fruitteelt. Hij wijst erop dat er inderdaad overleg wordt gevoerd. De LTO-NFO beraadt zich op dit moment. Hij vraagt zich af of het verstandig is om een nieuwe doelstelling te formuleren of dat de bestaande doelstelling uitgebreid moet worden, zodat dit ook voor de nieuwe fruitteelt kan gelden. Hij zal dit in het overleg meenemen. Mevrouw Van der Vorm constateert dat dit feitelijk in het Waterbeheerplan opgenomen zou moeten worden. De heer Beugelink vraagt hoe lang een bouwaanvraag voor het baggerdepot in Cothen zou moeten duren. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft een grote achterstand in het behandelen van de bouwaanvragen. De heer Van Keulen antwoordt dat deze aanvraag reeds twee jaar geleden is ingediend. Er wordt regelmatig overleg gevoerd, over onder andere dit punt. De gemeente Wijk bij Duurstede reageert hier echter niet op. De heer Maas vult aan dat voor deze aanvraag het bestemmingsplan gewijzigd moet worden, waarvoor de gemeente geen capaciteit heeft. De heer Beugelink is verbaasd over de gang van zaken. Hij wijst erop dat als de gemeente een wijziging van het bestemmingsplan nodig heeft, deze wijziging snel plaatsvindt. Hij vraagt zich af of het goed zou zijn om vragen te stellen in de gemeenteraad. Hierop wordt positief geantwoord. Samenvatting De heer Rouhof geeft een korte samenvatting van de bespreking van de Burap 2008-I. De commissie geeft een positief advies over de Burap. Er zijn twee opmerkingen vanuit de commissie. Ten aanzien van het nut en noodzaak Hollandse IJssel wil de commissie nadrukkelijk aandacht en in de Voorjaarsnota 2009 zal een nieuwe doelstelling voor de nieuwe fruitteelt opgenomen worden ten aanzien van de nachtvorstbestrijding. 3
Mevrouw Van der Vorm vult aan dat er ook de toezegging is gedaan dat de Hollandse IJssel wordt geagendeerd voor de volgende vergadering van het Algemeen Bestuur en dat de nachtvorstbestrijding ook in het Waterbeheerplan wordt meegenomen. De voorzitter zegt toe dat de Hollandse IJssel zal worden besproken tijdens een vergadering van het Algemeen Bestuur. Hij kan echter niet toezeggen dat dit in de volgende vergadering zal plaatsvinden. 5. Begroting 2009 De heer Lodder geeft een korte presentatie met een toelichting op de begroting 2009, waarbij een hand-out wordt uitgereikt, kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. De heer Beugelink maakt ook over de begroting zijn complimenten. Hij stelt voor om de tabel met de programma's ook in de samenvatting op te nemen. Er zou dan wel een kolom met de bedragen per programma aan toegevoegd moeten worden voor de overzichtelijkheid. Spreker vraagt of de effecten van het Waterbeheerplan in deze begroting zijn verwerkt. Op pagina 21 staat vermeld dat de doorgangsdepots Bagger bedrijfsmatiger gerund worden. Graag zou spreker hierop een toelichting ontvangen. Op pagina 24 citeert hij: 'Op de eigen terreinen past het waterschap geen schadelijke bestrijdingsmiddelen meer toe.' Spreker laat weten dat bestrijdingsmiddelen altijd een schadelijk effect dienen te hebben. Hier moet volgens hem 'schadelijke' komen te vervallen. Op pagina 26, in de tabel, is er een verschil tussen het naleefgedrag tussen de bedrijven (90 %) en de gemeenten (80 %) toegepast. Hij vraagt zich af waarom hiertussen onderscheid gemaakt wordt. Dit is volgens hem niet nodig. Op pagina 32 staan in de tabel de perceptiekosten van 2010, 2011 en 2012 niet ingevuld. Spreker vraagt zich af of dit is vergeten of dat er in die jaren geen perceptiekosten zijn. Mevrouw Van der Vorm sluit zich aan bij de complimenten die door de heer Beugelink zijn gemaakt over het voorliggende stuk. Bij de reserves was afgesproken dat per categorie de bandbreedtes zouden worden gehanteerd. Spreekster stelt voor om in de begroting de reserves per categorie op te nemen, zodat het verschil tussen de huidige situatie en de gewenste situatie waar te nemen is. Spreekster vraagt of de doelstellingen/indicatoren per jaar zijn aangegeven of dat deze cumulatief zijn. Voor de leningen wordt in de begroting een percentage van 4,8 % aangehouden. Spreekster vraagt zich af of dat op dit moment nog realistisch is. Ombuigingsvoorstellen. De heer Beugelink merkt op dat hierbij onder andere de deregulering Watertoets wordt genoemd. Naar aanleiding van berichten in Binnenlands Bestuur vraagt hij zich af of dit daadwerkelijk dient plaats te vinden. Publicatiekosten terugdringen. Hij meent dat deze kosten juist niet moeten worden teruggedrongen. Dit is volgens hem een belangrijk punt, waarvan een krantje een essentieel onderdeel uitmaakt. Mevrouw Van der Vorm voegt toe dat bij de ombuigingsvoorstellen zuiver op wettelijke norm gewerkt zou worden. Zij meent dat het goed is om te kijken waar bezuinigd kan worden. Dit moet echter wel naar aanleiding van de afspraken van het Waterbeheerplan en de KRW bekeken worden. De heer Folkerts wijst op de huidige bankcrisis. Hij vraagt zich af of het Dagelijks Bestuur zich reeds heeft beraden over de eventuele gevolgen van deze crisis. De komende depressie zou gevolgen kunnen hebben voor de rente. Hij vraagt zich af of in deze begroting reeds rekening is gehouden met de gevolgen van de crisis. Spreker is verheugd over het feit dat de begroting sluitend is. Hij maakt hiervoor zijn complimenten. Hij spreekt de hoop uit dat dit ook in de toekomst het geval zal blijven. Er heeft een flinke bezuinigingsoperatie plaatsgevonden. Hierover is spreker erg blij. Hij is echter teleurgesteld in het feit dat het Dagelijks Bestuur hier volgens hem niet goed mee omgaat. Hij meende dat deze bezuinigingsoperatie bedoeld was voor een matiging van de tarieven. De tarieven kunnen volgens hem naar aanleiding van de bezuinigingen een aantal jaar op hetzelfde niveau blijven. Wellicht zijn er zelfs meer bezuinigingen mogelijk. Op pagina 4 en 5 van de oplegnota klopt volgens spreker de berekening met betrekking tot de aansluiting tussen de Meerjarenbegroting en de voorliggende Begroting 2009 niet. Graag zou hij hierop een toelichting ontvangen. De heer Verheul maakt ook zijn complimenten over het voorliggende stuk. Hij is echter ook teleurgesteld over de ombuigingsoperatie. Hij meent dat het mogelijk moet zijn om binnen HDSR een ombuigingsoperatie van 4 % toe te passen. Hij pleit ervoor om bij de omvang van de ombuigingsoperatie de genoemde 4 % aan te houden. Hij vraagt de organisatie hier nogmaals nadrukkelijk naar te kijken. 4
Op pagina 23 wordt een opmerking gemaakt over Woerden en Utrecht in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Graag zou hij hierop een toelichting ontvangen. De heer Van der Maat vraagt zich in het algemeen af of tussen het genoemde in de ombuigingsoperatie ten aanzien van het personeel en de quickscan geen tegenstrijdigheid betreft. Graag zou hij hierop een toelichting ontvangen. Ombuigingsoperatie. Hij vreest dat er door het niet realiseren van veel zaken een tekort zal optreden op het eindresultaat. Bezuiniging fruitteelt. Dit wordt aangegeven als bezuiniging, waarbij zaken aan de sector zelf worden overgelaten, hetgeen volgens spreker niet wenselijk is. In de uitwerking liggen volgens hem kansen die niet genoemd worden. Bij de bedrijfsvoering op pagina 42 hoopt spreker dat de punten gerealiseerd kunnen worden zonder de inhuur van externe bureaus. Hierbij dient de nadruk op de eerste twee bolletjes gelegd te worden. De heer Van den Hoeven merkt op dat de reserves op pagina 11 gemiddeld op 21 % zitten. Dit zal in de toekomst per categorie gedaan worden. Hij vraagt zich af of dit percentage klopt. Hij vraagt zich daarnaast af waar het bestuur het geld vandaan gaat halen als het verkeerd gaat. Investeren in mensen. In de Begroting wordt aangegeven dat er geïnvesteerd zal worden in 'mondigere burgers'. Spreker is van mening dat een goed systeem uitgevoerd dient te worden. Dit is volgens hem niet afhankelijk van een investering op dat gebied. De heer Ypma bedankt de commissieleden voor de gemaakte complimenten. Het is veel werk geweest om de begroting in de nieuwe vorm te maken. Suggesties ter verbetering zijn altijd welkom. Programmakosten. Spreker vindt het een goed idee om het programmaoverzicht en de kosten van het programma op te nemen in de samenvatting. Hij zegt dit toe. Effect Waterbeheerplan. Hij wijst erop dat dit effect nog niet in deze begroting is opgenomen. De punten in het Waterbeheerplan hebben nog niet geleid tot nieuwe besluiten. De reeds genomen besluiten zijn echter wel in de Begroting opgenomen. Het effect van het Waterbeheerplan wordt pas met ingang van 2010 opgenomen in de Begroting. Spreker merkt op dat de gestelde doelstelling voor het naleefgedrag in stappen bereikt dient te worden. Het is hem niet duidelijk waarom de gemeenten op 80 % en de bedrijven op 90 % staan. De heer Beugelink meent dat het te zot is voor woorden dat de gemeenten een ander percentage krijgen dan de bedrijven. De overheid heeft hierin een voorbeeldfunctie en moet deze volgens spreker ook waarmaken. De heer Maas wijst erop dat een percentage van 90 % voor de gemeenten meer budget kost. In het kader van de capaciteitverdeling heeft het Dagelijks Bestuur besloten om deze verdeling toe te passen. De heer Beugelink vraagt zich vervolgens opnieuw af waarom de bedrijven 90 % en de gemeenten 80 % krijgen. De heer Verheul vraagt of er vóór de Algemeen Bestuurvergadering een overzicht kan komen met betrekking tot deze kosten om inzicht te krijgen in het verschil. De heer Ypma zegt toe dat hier nogmaals naar gekeken zal worden. Perceptiekosten. Hierbij zal eerst gekeken moeten worden naar de invloed van de Waterschapswet, voordat de kosten voor 2010, 2011 en 2012 ingevuld kunnen worden. Spreker wijst erop dat het gemiddelde van 21 % bij de reserves weldegelijk klopt. De heer Van den Hoeven merkt op dat er gestreefd wordt naar een reservepositie van 21 %, maar er gaat gewerkt worden met verschillende categorieën. Er bestaat een groot verschil tussen de verschillende categorieën. De heer Ypma benadrukt dat het gemiddelde van 21 %, een gewogen gemiddelde betreft. De heer Folkerts merkt op dat er geen overheveling tussen de categorieën plaatsvindt. Indien alle categorieën op 20 % worden gesteld, dient dit te gebeuren door de tariefstelling binnen de categorieën afzonderlijk. De heer Ypma bevestigt dit. Indicatoren. De heer Ypma laat weten dat de indicatoren per jaar worden aangegeven. Realistisch percentage leningen. Spreker meent dat de toekomst zal leren of het genoemde percentage van 4,8 % realistisch is. Hij geeft aan dat er geen B-plan bestaat met betrekking tot de crisis. Het gaat hierbij voornamelijk om de nieuwe leningen die moeten worden aangetrokken. De heer Maas wijst erop dat de meeste leningen worden afgesloten bij de Waterschapsbank. Deze leningen zijn sterk gekoppeld aan de verrekenrente van de Nederlandsche Bank. De verrekenrente is de laatste jaren met enkele tiendenprocenten aan het toenemen is. Op de markt zijn de algemene banken tegenwoordig meer bereid om tegen scherpere tarieven aan de overheid te lenen. De heer Folkerts meent dat de rentes, voor sparen en lenen, steeds hoger worden. De Waterschapsbank zal in de toekomst waarschijnlijk ook de rente moeten verhogen. De heer Maas laat weten dat HDSR een paar keer per jaar bij een aantal banken een lange termijnprognose opvraagt. Deze prognoses, ook de meest recente, kloppen volgens hem nog steeds met hetgeen in het systeem van HDSR staat. De heer Ypma merkt op dat er bij tegenvallende zaken naar de prioritering en fasering gekeken dient te worden. De heer Folkerts meent dat er in deze tijd een voorzichtig uitgavenbeleid op zijn plaats zou zijn. 5
Hierbij dient niet kosten wat het kost vastgehouden te worden aan de ambities en doelstellingen. Doorgangsdepot Bagger. De voorzitter geeft aan dat er gekeken wordt waar de bagger het beste gelaten kan worden en waar dit het goedkoopste is. Dit is niet nieuw. De heer Van Keulen laat weten dat HDSR in de laatste tien jaar de ervaring heeft opgedaan dat in de baggerwereld veel dingen snel veranderen. Hierop moet worden ingespeeld. Er zal tekstueel nogmaals naar de genoemde zin gekeken worden. De voorzitter geeft aan dat de wateropgave in Woerden zeer fors is. Er moet veel geld worden geïnvesteerd in Woerden om het water op orde te krijgen. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van HDSR. Ook de gemeente Woerden is hiervoor verantwoordelijk. Er worden hierover gesprekken gevoerd. In deze begroting zijn hiervoor echter nog geen posten opgenomen. Bestrijdingsmiddelen. Spreker laat weten dat HDSR in principe geen bestrijdingsmiddelen toepast. De heer Rouhof laat weten dat het woord 'schadelijke' eruit zal worden gehaald. Mevrouw Van der Vorm vraagt of het zuiveren tot de wettelijke norm ook daadwerkelijk kan in relatie tot de ambitie die HDSR heeft in het kader van de KRW en het Waterbeheerplan. Spreekster laat weten dat zij de investeringen in de mensen binnen de organisatie van HDSR van harte ondersteunt. De heer Verheul heeft in de eerste termijn gepleit voor een grotere bezuinigingsoperatie. Hierop zou hij graag een uitgebreidere reactie krijgen. De voorzitter laat weten dat deze keuze met betrekking tot de bezuinigingen na uitgebreid overleg binnen het Dagelijks Bestuur is gemaakt. Deze keuze wordt aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Hij zegt toe dat hier nogmaals binnen het Dagelijks Bestuur naar gekeken zal worden. De heer Verheul meent dat een omvang van bezuinigingen van 4 % vrij normaal is. Hij is teleurgesteld in het feit dat deze 4 % niet gehaald worden. De heer Ypma geeft aan dat er gekeken dient te worden naar een optimale insteek bij de zuivering tot de wettelijke norm. Hierbij zijn meerdere factoren van invloed. De resultaatsverplichting van de EKRW komt overeen met de besluiten van de wettelijke emissiegrondslagen. Dit hoeft niet tot extra zuivering te leiden. Mevrouw Van der Vorm concludeert dat als HDSR aan de KRW voldoet dat de gestelde bezuiniging overeind kan blijven. De heer Ypma bevestigt dit. Publicatiekosten. Het is mogelijk om de communicatie op een andere manier in te vullen dan in de vorm van een krantje. Dit zou ook minder kosten met zich meebrengen. Dit moet echter nog verder uitgewerkt worden. De heer Beugelink meent dat bij een deregulering de Watertoetspositie wordt prijsgegeven ten opzichte van gemeenten. De heer Ypma geeft aan dat er niet achteraf getoetst wordt. Er wordt meegedaan in de ontwikkeling. De Watertoets wordt absoluut niet prijsgegeven. De heer Beugelink laat weten dat in de Begroting wordt aangegeven dat er een aanzienlijk mindere kans bestaat om de waterdoelen van HDSR te behalen via het meeliften bij plannen van derden. Dit is volgens hem een zwaarwegende overweging. Het gaat hier om een bezuiniging van slechts € 30.000,--. Hij vraagt zich af of dit voor een dergelijk bedrag moet worden prijsgegeven. Hij meent dat de bezuiniging in dit geval niet opweegt tegen het voordeel. Hij vraagt of het Dagelijks Bestuur deze bezuiniging in heroverweging wil nemen. De heer Ypma laat weten dat dit onderwerp ook in de commissievergadering van 30 september jl. is besproken. Hierbij werd gevraagd om een overzicht te maken van de afwijkingen van de mening van het Dagelijks Bestuur ten opzichte van de mening van de ambtelijke organisatie. Dit overzicht is gisteren toegezegd en zal aan de commissieleden worden toegestuurd. Mondigere burger. De voorzitter constateert dat de burgers tegenwoordig mondiger zijn dan 30 jaar geleden. Over het algemeen weten zij de ambtenaren goed te vinden. Hierop wordt door HDSR ingespeeld. Samenvatting De heer Rouhof concludeert dat de commissie een positief advies uitbrengt ten aanzien van de Begroting 2009. Daarnaast zullen de thema's en het programma ook in de samenvatting worden opgenomen. De capaciteitverdeling ten aanzien van het naleefgedrag zal nogmaals kritisch bekeken worden. Er zal een overzicht gemaakt worden van de gevolgen van een andere verdeling dan die in de begroting wordt voorgesteld. Er zal ook een heroverweging van de deregulering Watertoets plaatsvinden. 6
6. Rondvraag De heer Van den Hoeven laat weten dat hij vindt dat de buitendienstmedewerkers beter in de gaten moeten houden wat er speelt, bijvoorbeeld op het gebied van de waterkwaliteit. De oplettendheid van de buitendienstmedewerkers zou volgens spreker veel beter kunnen zijn. Hij geeft een voorbeeld. Hij betreurt het dat er door de buitendienstmedewerkers altijd gewacht wordt totdat er geklaagd wordt, voordat zij overgaan tot actie. De voorzitter laat weten dat voor de werkzaamheden vergunningen bestaan, maar dat er weldegelijk naar de waterkwaliteit gekeken moet worden. De buitendienstmedewerkers moeten volgens hem ook een beetje beschermd worden tegen bepaalde zaken. Deze mensen moeten functioneren binnen het gebied, ook nadat de werkzaamheden voltooid zijn. De heer Van den Hoeven geeft aan dat dit niet is wat hij bedoelt. Hij meent dat de buitendienstmedewerkers naar meer zaken tegelijk kunnen kijken. Er moeten ook vergunningen gecontroleerd worden. De heer Rouhof is ervan overtuigd dat de buitendienstmedewerkers goed werk leveren. Als het bestuur van mening is dat dit beter of anders kan, zou hij dit graag vernemen. De heer Van den Hoeven deelt de mening dat de buitendienstmedewerkers goed werk leveren. Het zijn slechts de kleine puntjes waar meer aandacht aan besteed kan worden, zonder dat dit vooraf gemeld moet worden. Mevrouw De Bruijn heeft bij binnenkomst veel taarten bij de receptie zien staan. Zij had verwacht dat deze zouden worden uitgedeeld tijdens de vergadering. Ook zou ze graag van de commissieleden vernemen wie zich herkiesbaar stelt. Zij zal zichzelf niet herkiesbaar stellen, maar is wel aangesloten bij een partij. Spreekster maakt haar excuses voor haar regelmatige afwezigheid tijdens de commissievergaderingen. Zij zal de komende vijf weken op eigen titel verhalen schrijven over het waterschap in de stadskrant 'Ons Utrecht'. De onderwerpen die zij zal aansnijden zijn: − Waterschappen algemeen − RWZI's − Natuurvriendelijke oevers − Stad − Cultuur, recreatie en kunstwerken Er zal afstemming plaatsvinden met de afdeling Communicatie voor het plaatsten van foto's. De leden van de commissie geven aan of zij wel of niet verkiesbaar zullen zijn. De taarten die bij de receptie stonden worden binnen de organisatie uitgedeeld in verband met het ingaan van de nieuwe organisatie met ingang van 1 oktober 2008. De heer Beugelink heeft de fietstocht van de commissie Water en Milieu van de gemeente Utrecht meegereden. Het is hem opgevallen dat er weinig mensen van de gemeente en het waterschap aanwezig waren. De kennis over het water was ook zeer beperkt. Het is volgens hem een leuke manier om gemeenteraadsleden te betrekken bij het waterbeleid. Een dergelijk evenement dient volgens hem opgenomen worden in het communicatieprogramma van de komende jaren. Dit is veel effectiever dan een papieren document. De voorzitter heeft eenzelfde ervaring met een fietstocht in Harmelen. Het verbaast hem dat er zo weinig animo voor een dergelijke fietstocht bestaat. 7. Sluiting De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng. Niets meer aan de orde zijnde sluit hij de vergadering.
Vastgesteld in de vergadering van 5 november 2008, Voorzitter,
A.W. Versteeg.
Secretaris,
drs.ing. G.G.J. Rouhof
7