HEERLIJKHEDEN
INHOUD Van het bestuur • Grote projecten voor de VOHB in het verschiet • Verslag van de Algemene ledenvergadering van de VOHB, 11-5-2006 Evenementen • Uitnodiging voor de excursie naar Den Bosch op zaterdag 2 september 2006 • Nadere kennismaking met Meer en Bosch, verslag van de excursie op 22 april 2006 Heemstede • Soeka Brentie en enkele andere huizen aan de Herenweg • Crisis op de Heemsteedse woningmarkt, interview met Ton Smit • Toen en nu: Stalhouderij Van Schagen van 1890 Bennebroek • J.J. van der Werff, gemeentebode van Bennebroek en kunstschilder/tekenaar • Nollenburg, het verhaal van een verdwenen hofstede, deel 3: Nollenburg in de 18e en 19e eeuw Vaste rubrieken • Historische actualiteiten • Nieuwe leden • Uit voorraad leverbaar
blz
107 108
106 129
114 121 125
138 141
133 151 152
Illustratie voorzijde: omslag van de woninggids ‘Heemstede Vooruit’ van september-oktober 1937, uitgegeven door het Heemsteedsch Woning- en Taxatiebureau Smit. Meer hierover leest u op pagina 121 van dit nummer, in een interview met de heer Ton Smit.
HeerlijkHeden
105
HEERLIJKHEDEN
EXCURSIE NAAR ’S-HERTOGENBOSCH OP 2 SEPTEMBER Wij nodigen u van harte uit voor de jaarlijkse grote excursie op zaterdag 2 september a.s. Wij gaan die dag samen met de gidsen van Kring Vrienden van ‘s-Hertogenbosch de schoonheid van deze van oorsprong middeleeuwse stad ontdekken. We zullen de prachtige monumenten van de Brabantse hoofdstad lopend kunnen bewonderen, maar ook varend over de Binnendieze. U kunt genieten van het oude en het nieuwe culturele erfgoed en het Bourgondische karakter van deze imposante vestingstad.Visitekaartje is de laat gotische kathedrale basiliek Sint Jan, gebouwd tussen 1380 en 1530 en in de 19e en 20e eeuw ingrijpend gerestaureerd. Met het grote aantal luchtboogbeelden (of hemelbestormers) is de Sint Jan een van rijkst gedecoreerde bouwwerken van Nederland. Programma 08.15 u Vertrek per bus vanaf het Raadhuisplein (let op afwijkende vertrektijd!) 10.15 u Aankomst in ‘s-Hertogenbosch. Koffie (zelfgebrand) met verassing. De groep wordt in tweeën verdeeld; groep 1 gaat wandelen, groep 2 varen; ‘s middags is de volgorde andersom. 11.00 u Cultuurhistorische stadswandeling (90 minuten) (groep 1) 11.20 u Historische route: varen over de Binnendieze (50 minuten) (groep 2) 12.30 u Lunch 13.20 u Historische route: varen over de Binnendieze (50 minuten) (groep 1) 13.30 u Cultuurhistorische stadswandeling (90 minuten) (groep 2) 15.30 u Terug naar Heemstede 17.00 à 17.30 u Aankomst Raadhuisplein Overige informatie Zoals u in het programma kunt lezen gaan we flink wandelen. Het is belangrijk dat u goed kunt lopen en vooral goede wandelschoenen meeneemt! Instappen in de fluisterbootjes kan alleen via een steile trap. Die kan een obstakel zijn voor mensen die slecht ter been zijn. De kosten van de excursie bedragen € 32,50 voor leden of een deelnemend gezinslid. Introducés zijn welkom als er genoeg plaats is in de bus. Zij betalen € 37,50. In deze prijs zijn de kosten voor vervoer per bus, koffie, lunch, rondleiding, rondvaart en fooien inbegrepen. U kunt zich opgeven bij mevrouw Theo Jonckbloedt, 023-5294499, bij voorkeur na 17.00 uur. Betalen kunt u, na telefonische opgave, door het bedrag over te maken op postbanknummer 27.35.06 t.n.v. ‘Penningmeester VOHB’, Heemstede, onder vermelding van ‘zomerexcursie’. Het bedrag dient vóór 20 augustus op de rekening ontvangen te zijn. Het maximale aantal deelnemers is 50 personen. De evenementencommissie
106
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
BESTUUR
GROTE PROJECTEN VOOR DE VOHB IN HET VERSCHIET Nadat wij in de vorige aflevering van HeerlijkHeden de saillante punten uit het collegeprogramma van Heemstede hadden vermeld, is de gemeentelijke besluitvorming in een stroomversnelling geraakt op het gebied van de ruimtelijke ordening. Wij hebben gesprekken gevoerd met de wethouders in beide gemeenten, met als doel uit eerste hand de plannen van de nieuwe colleges te vernemen. Allereerst is in Heemstede besloten alle bestemmingsplannen te herzien en tegelijkertijd het aantal plannen terug te brengen van 37 naar 7. Een gigantische operatie die mede is ingegeven door wettelijke maatregelen die sancties inhouden indien herziening niet tijdig plaatsvindt. Maar ook zonder die wettelijke noodzaak was er al voldoende aanleiding om tot sanering over te gaan. De VOHB krijgt volop gelegenheid om de aspecten karakterbehoud en beeldkwaliteit in te brengen zodra de gemeente per bestemmingsplan een startnotitie publiceert waarin het ruimtelijk beleid is opgenomen. Wij zullen onze constructieve inbreng leveren op basis van de beschikbare cultuurhistorische en architectuurhistorische gegevens en daartoe een cultuurhistorische ordekaart van het grondgebied van Heemstede vervaardigen. Dat doen we overigens ook voor Bennebroek, waar het bestemmingsplan voor het gehele grondgebied ter discussie staat en nu ernst wordt gemaakt met de totstandkoming van een gemeentelijke monumentenlijst. Het voordeel van een dergelijk basisdocument is dat in één oogopslag inzichtelijk is welke de gevoelige gebieden/locaties zijn waar de vereniging op moet letten.
Omstreeks 1985 werd de Binnenweg in Heemstede ook gereconstrueerd. Hier verwijdert de toenmalige wethouder Baar de eerste klinkers, als start van de werkzaamheden.
HeerlijkHeden
107
HEERLIJKHEDEN
Een tweede grote operatie die met de eerste samenhangt betreft de herinrichting van de Binnenweg. Daarbij streeft de gemeente naar een integrale benadering van de aspecten straatbeeld, straatmeubilair, reclame-uitingen, verkeer en bestemmingsplanvoorschriften. (Is de stedenbouwkundige visie op de Binnenweg uit het verleden nog steeds actueel? Hoe kan het dorpse karakter behouden blijven?) De VOHB is uitgenodigd om samen met o.a. de winkeliersvereniging te participeren in een klankbordgroep die zo mogelijk met eensluidende standpunten zou moeten komen. Onze brochure Reddingsplan Karakteristiek Centrum Heemstede zal de basis van onze inbreng zijn. In Bennebroek worden wij betrokken bij de stedenbouwkundige ontwikkeling van de Oude Kern en de opstelling van de gemeentelijke monumentenlijst. Het bestuur heeft inmiddels met het oog op de vele projecten besloten tot het instellen van een werkgroep karakterbehoud, die het totale werkterrein kan overzien en zowel de zich voordoende structurele als incidentele projecten op een professionele wijze ter hand kan nemen. De werkgroep wordt gevormd door Michel Bakker, Gerard Brand, Ron van Straalen en Maarten van Voorst van Beest. Gerard Brand
VERSLAG VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE VOHB DONDERDAG 11 MEI 2006, GEMEENTEHUIS TE HEEMSTEDE Aanwezig: het voltallige bestuur en ca 70 leden. 1 Opening door de voorzitter, drs G. Brand. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. 2 Mededelingen en ingekomen stukken. Behalve enige berichten van verhindering zijn er geen mededelingen; alleen ten aanzien van agendapunt 8 is een stuk ingekomen. 3 Verslagen van de ALV. - Verslag van de ALV d.d. 19 mei 2005 (gepubliceerd in HeerlijkHeden 125, augustus 2005. - Verslag van de ALV d.d. 8 december 2005 (gepubliceerd in HeerlijkHeden 127, februari 2006). Noch de tekst, noch de inhoud van beide verslagen geeft aanleiding tot opmerkingen en ze worden derhalve als zodanig vastgesteld.
108
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
4 Jaarverslag VOHB over 2005 (opgenomen in HeerlijkHeden 128). Niet alle evenementen van de Evenementencommissie blijken te zijn vermeld. De voorzitter vraagt de commissie voortaan zelf een overzicht te geven van alle evenementen, opdat deze correct in het jaarverslag kunnen worden opgenomen. Het jaarverslag wordt voorts voor kennisneming aangenomen. 5 Financieel jaarverslag 2005 (opgenomen in HeerlijkHeden 128). Het financieel jaarverslag is opgenomen in HeerlijkHeden en wordt tevens geprojecteerd. De penningmeester geeft een toelichting bij het jaarverslag. Er wordt een vraag gesteld over de post ‘Opbrengst verkopen’ € 550,53. Deze verschilt van het saldo van de opbrengsten en kosten van Monumentenboek II van -/- € 483,72. De penningmeester legt uit dat verschil voortkomt uit het feit dat € 550,53 niet alleen het resultaat is van de verkoop van Monumentenboek II, maar dat daar tevens de opbrengsten van verkopen uit voorraad in zitten (Monumentenboek I, overige publicaties). Een andere vraag betreft de hoogte van de kosten voor ICT. Deze post is beduidend hoger dan in 2004. De penningmeester verklaart dat dit komt doordat de VOHB, gezien de ontwikkelingen in de ICT, zich genoodzaakt zag om een ander systeem aan te schaffen om de website te onderhouden en te vernieuwen (Content Management System). De VOHB voorziet dat de uitgaven voor ICT de komende jaren zullen stijgen, omdat internet een steeds belangrijker informatiemedium is. Dit is nu al merkbaar aan het toenemend aantal vragen dat via e-mail wordt gesteld. Ook kan de website een belangrijke rol spelen bij in de PR (contact met ‘overzeese’) leden en bij het bereiken van nieuwe doelgroepen zoals jongeren. 6 Verslag van de kascommissie en decharge van de penningmeester. De kascommissie, bestaande uit de heren ’t Hooft en Buiter, heeft de financiële stukken over het boekjaar 2005 gecontroleerd en in orde bevonden. De kascommissie stelt vast dat de penningmeester de administratie zorgvuldig heeft gedaan en heeft voorgelegd aan de kascommissie. Zij stelt voor penningmeester en bestuur decharge te verlenen. De vergadering stemt hiermee in met applaus. 7 Verkiezing van een lid van de kascommissie. Aangezien de heer ’t Hooft aftredend is, dient een nieuw kascommissielid te worden benoemd. De heer Bensdorp stelt zich kandidaat; zijn benoeming wordt bevestigd door applaus van de vergadering. Voorstel tot verhoging van de contributie met ingang van 1 januari 2007. De penningmeester geeft een korte toelichting op de noodzaak van deze kostenverhoging; de toelichting die aangekondigd was in HeerlijkHeden 128 is helaas weggevallen.
HeerlijkHeden
109
HEERLIJKHEDEN
De noodzaak tot verhoging van de contributie komt voort uit een toename van de druk- en verzendkosten van het blad, dat het merendeel van de kosten van de VOHB uitmaakt.Verder zijn er extra kosten voor activiteiten voor de leden. Een verhoging van een euro per jaar maakt dat de VOHB wat ruimer kan beschikken over gelden; bijvoorbeeld ook voor het jubileumjaar 2007, waarin de VOHB 60 jaar bestaat. De voorzitter leest een ingekomen brief voor van de heer Bensdorp, die aangeeft dat een dergelijke verhoging hem wat mager voorkomt. Waarom niet een verhoging met drie euro, onder de toezegging dat de contributie dan gedurende drie jaar niet verhoogd wordt. Dat is weliswaar procentueel een sterkere verhoging, maar in absolute bedragen is het nog niet hoog. De vergadering geeft met applaus haar instemming met de inhoud van deze brief en met de door de indiener gegeven toelichting De voorzitter vraagt of er leden zijn die zich niet kunnen verenigen met het voorstel om de contributie te verhogen tot minimaal 18 euro per jaar. Geen van de leden blijkt tegen te zijn, waarmee dit voorstel is aangenomen. 9 Toelichting op bestuursactiviteiten. Leden van bestuur en commissies geven een korte toelichting op bestuurlijke activiteiten uit het afgelopen jaar. Algemeen bestuursbeleid De VOHB wil een stevig geluid laten horen in de lokale samenleving van Heemstede en Bennebroek. Daarbij komt de VOHB uiteraard in aanraking met gemeentelijke besluitvorming: met B en W, de betrokken wethouders, de gemeenteraad en de ambtenaren. In dat kader maakt de VOHB gebruik van de volgende mogelijkheden: - het inspreken bij de gemeenteraad of de commissie; - het leveren van schriftelijk commentaar bij gemeentelijke voornemens; - het indienen van eigen plannen over karakterbehoud en beeldkwaliteit; - het incidenteel ondersteunen van comités van omwonenden; - het voorbereidend technisch overleg met ambtenaren. De VOHB zoekt bewust de publiciteit: de vereniging zoekt steeds vaker de pers en ook het omgekeerde is het geval, zodra er zaken aan de orde zijn die binnen het bereik van de VOHB vallen. We hebben inmiddels goede contacten met de regionale pers (Haarlems Dagblad) en de lokale pers (huis aan huisbladen) en uiteraard gebruiken wij HeerlijkHeden (1100 gezinnen) voor het verspreiden van onze boodschap. Dit alles moet ertoe leiden dat wij van een incidentele inbreng over beeldkwaliteit en nieuwbouwprojecten komen tot verankering en versterking van de positie van de VOHB. Nu hebben we nog regelmatig te maken met een informatieachterstand. We zullen de gemeente vragen deze achterstand zo klein mogelijk te maken of, nog beter, volledig in te lopen of voor te zijn. Bijvoorbeeld door structureel overleg met Wethouder/staf RO, door lidmaatschap van de
110
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Welstandscommissie of de Monumentencommissie en door vroegtijdig overleg met de gemeente over bouwplannen die van invloed zijn op de beeldkwaliteit. Doel van onze vereniging is immers om structurele aandacht van overheden en derden te vragen voor karakterbehoud en beeldkwaliteit in de gemeenten. Dat kan door het doorlichten en aanpassen van bestemmingsplannen, door het vaststellen en aanpassen van een monumentenlijst, door het kritisch toetsen van bouwplannen en het toepassen van de welstandscriteria en door het omzetten van de goede voornemens uit de collegeprogramma’s 20062010 in daden. Zo wordt door alle betrokkenen respect getoond voor het karakteristieke en waardevolle van Heemstede en Bennebroek. We streven naar een versterking van het imago van de VOHB, gerespecteerd door bewoners en overheid. Een breder draagvlak is daarbij wenselijk, bijvoorbeeld door een uitbreiding en verjonging van het ledenbestand; het bestuur streeft naar een groei van 1100 leden in 2006 naar 2000 leden in 2010. Om dat te bereiken wordt een Commissie PR-ledenwerving in het leven geroepen. Door in 2007 op scholen educatieprogramma te beginnen zoeken we aansluiting bij de jeugd en hun ouders, beide jongere doelgroepen. Educatie van de jeugd sluit ook aan bij een van de doelstellingen van de VOHB: het vergroten van de kennis over en respect voor onze directe woonomgeving. De VOHB wil op korte termijn een Commissie Karakterbehoud in het leven roepen met daarin juridische en architectuurhistorische expertise, inzicht in politieke besluitvorming en gezond verstand. Deze commissie krijgt tot taak om met name de statutaire doelstelling van de VOHB ten aanzien van het behoud van het historisch erfgoed van de beide gemeenten inhoud te geven. Tot slot is het van belang om de naamsbekendheid van de vereniging te verbeteren. Het huidige imago van de Vereniging Oud Heemstede-Bennebroek lijkt wat ouderwets te worden. Het woord ‘oud’ suggereert niet een bloeiende vereniging met hedendaagse ideeën over beeldkwaliteit en straatbeeld. We krijgen signalen van leden, PR-deskundigen en omstanders dat de huidige naam gevoelsmatig niet meer de lading dekt. Veel zusterverenigingen heten ‘Historische Vereniging’ en wij zullen u binnenkort voorstellen om de statuten aan te passen en de naam te wijzigen in ‘Historische Vereniging Heemstede- Bennebroek’. HeerlijkHeden In de vacature in de redactie, ontstaan door het vertrek van Cees Peper, is voorzien door de benoeming van Marloes van Buuren. De redactie is nog steeds op zoek naar een correspondent voor Bennebroek. Het zal niemand ontgaan zijn dat de vormgeving van het blad geheel is vernieuwd sinds het aprilnummer van 2005. Er is een nieuw formaat, een logischer opmaak, er zijn grotere foto’s en sinds februari 2006, als dat zo uitkomt, kleurenfoto’s op de omslag. Ook in de inhoud heeft de redactie enige wijzigingen doorgevoerd. De redactie blijft alert op een goede indeling, op vaste rubrieken, en op aandacht
HeerlijkHeden
111
HEERLIJKHEDEN
voor taal en correcties. Opmerkingen daarover zijn altijd welkom bij de redactie. Tot slot: de redactie heeft (bijna) altijd voldoende kopij, maar zoekt toch naar wegen om ook uit andere bronnen kopij te verkrijgen en wil daartoe de leden activeren, hetzij door spontaan ingeleverde inhoudelijke bijdragen, hetzij door de beschikbaarheid voor interviews over het recente verleden van Heemstede en Bennebroek. Onderwijsproject De VOHB is bezig met een een project rond het historisch erfgoed op de basisscholen van Heemstede. Historisch erfgoed omvat alles waarvan mensen vinden dat het voor de toekomst bewaard moet blijven. Dit kunnen voorwerpen, gebouwen of kunstwerken zijn, maar erfgoedonderwijs gaat verder dan alleen de geschiedenis van de monumenten en archeologische vondsten. Ook bijvoorbeeld archieven, foto’s, brieven, liedjes en dergelijke horen daarbij.Voor kinderen is het leuk om te onderzoeken wat bepaalde objecten van vroeger betekenen voor het leven van nu. Zo ontwikkelen zij historisch besef en leren zij hoe het heden voortkomt uit het verleden. Bij erfgoededucatie gaat het om samenwerking tussen het onderwijs en erfgoedinstellingen, zoals de VOHB. Scholen hebben vaak al een overvol lesprogramma en zitten soms niet te wachten op weer iets nieuws. Dit project is echter een antwoord op een vraag vanuit het onderwijs zelf: Wat kan de VOHB voor het erfgoedonderwijs betekenen? Met zo’n gerichte vraag kunnen wij aansluiten bij de methodes en de doelen van de scholen en wordt de samenwerking zinvol. Bijna vanaf het begin wordt de VOHB hierin ondersteund door het Erfgoedbureau, een onderdeel van Stichting Historisch en Museaal Perspectief. De gemeente Heemstede heeft ook bijgedragen in de vorm van een subsidie. Als eerste project is gekozen voor een lesproject rond Binnenweg, Raadhuisstraat en Raadhuisplein voor groep 6. Op dit moment zijn drie scholen het materiaal aan het uitproberen en daarna wordt het aan alle scholen aangeboden. Als het goed gaat volgen ook nog lesprojecten voor groep 7 en 8. Jubileum ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan in 2007 In 2007 viert de VOHB het feit dat zij 60 jaar bestaat. De oprichting vond plaats op12 maart 1947 en het bestuur wil aan dit jubileum aandacht besteden in de volgende vorm: - een premie in het najaar van 2006, die door alle leden van de VOHB nog jarenlang kan worden gebruikt; - een jubileumnummer van HeerlijkHeden in februari 2007; - speciale evenementen (de Leidsche Trekvaart bestaat volgend jaar 350 jaar en het is 300 jaar geleden dat Linnaeus is geboren); - overwogen wordt een fietstocht te organiseren inclusief bezoek aan enige horeca-gelegenheden; - de internetsite wordt aangepast; - op de Open Monumentendag wordt aandacht besteed aan monumenten van de 20e eeuw; - er wordt gezocht naar een mogelijkheid tot een voorstelling van foto en filmmateriaal uit het verleden van Heemstede en Bennebroek, die wellicht ook op DVD wordt gezet.
112
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
10 Verkiezing van een lid van het bestuur Door het vertrek van de heer Hans Krol is er een vacature ontstaan in het bestuur. Het bestuur stelt voor om de heer Marc de Bruijn uit Heemstede te benoemen. Marc de Bruijn stelt zich kort voor aan de vergadering. Hij is geboren in Bennebroek, woont in Heemstede, is van oorsprong historicus, maar momenteel werkzaam in het bankwezen. Zijn belangstelling voor historie en karakterbehoud heeft hij de laatste jaren mede vorm gegeven door zijn voorzitterschap van de Vereniging Omwonenden Meer en Bosch, met als doel bij de nieuwbouwactiviteiten op dit terrein het goede te bewaren. De vergadering bekrachtigt de verkiezing van Marc de Bruijn met applaus. 11 Afscheid van bestuurslid Hans Balink De heer Hans Balink heeft het bestuur laten weten dat zijn dagelijkse werkzaamheden zoveel tijd kosten, dat zijn inzet voor het bestuur daaronder gaat lijden. Hij betreurt dat, maar vindt dat hij plaats dient te maken voor een nieuw bestuurslid dat zich wel ten volle kan inzetten voor de VOHB. Hij sluit niet uit dat hij na enige tijd zich nog eens beschikbaar stelt voor activiteiten voor de VOHB. De voorzitter memoreert dat Hans Balink zeven jaar bestuurslid is geweest en zich als bouwkundige speciaal heeft bezig gehouden met bouwkundige zaken (te Bennebroek). Hij betreurt het vertrek van de heer Balink, die altijd een zeer prettige en loyale collega is geweest in het bestuur. Ter herinnering aan de afgelopen jaren biedt hij hem als geschenk het boek 100 kanjermonumenten aan. De vergadering uit haar waardering voor de heer Balink met applaus. 12 Rondvraag en sluiting van het formele gedeelte Aangezien geen van de leden behoefte heeft gebruik te maken van de rondvraag, sluit de voorzitter het formele gedeelte van de ledenvergadering en nodigt de leden ‘op de koffie’. Na de pauze volgt de lezing van Hans Krol, Van Diaconessenhuis en Mariastichting tot Spaarneziekenhuis. Over een aantal onderwerpen uit deze lezing heeft u kunnen lezen in HeerlijkHeden 128.
HeerlijkHeden
113
HEERLIJKHEDEN
‘SOEKA BRENTIE’ EN ENKELE ANDERE HUIZEN AAN DE HERENWEG Langs de Herenweg, ter hoogte van landgoed het Manpad, hebben vanaf de 18e eeuw verschillende buitens gestaan. Over deze huizen, hun bewoners en bijzondere elementen in de tuinen leest u in dit artikel.
Soeka Brentie Schuin tegenover landgoed het Manpad, in een uithoek van het grondgebied van de hofstede Meer en Berg aan de oostzijde van de Herenweg, lag in de 19e eeuw de villa Soeka Brentie. De naam is Maleis en betekent ‘Rust na arbeid’, ook wel vertaald als ‘Rust wat’. De villa Soeka Brentie werd gebouwd voor de industrieel Paul van Vlissingen (1797-1876). F. Allan schreef in zijn uitvoerige geschiedenis van Haarlem en omgeving, na Huis te Manpad te hebben verlaten: “Hoe schilderachtig ligt dáár aan onze linkerhand, op het Keukenduin (dus noemt men die hoogte en hare naaste omgeving), de villa ‘Soekabrentie’, waarvan de eerste steen op den 11den Juli 1863 gelegd werd door den eigenaar, den Heer P. van Vlissingen.” (1) Lang heeft het grote herenhuis er niet gestaan. Een kwart eeuw later werd het al weer afgebroken, nadat elders in het bos de villa Dennenheuvel (1888) was gebouwd.
1: Zuiderkruis. Manpadshoek lag daarnaast, maar is afgebroken; 2: Dennenheuvel; 3: Soeka Brentie; 4: Huis te Manpad.
114
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Helaas is er geen afbeelding bekend van Soeka Brentie. Van Vlissingen was oprichter van de Amsterdamsche Stoomvaart Maatschappij en van een machinefabriek, het latere Werkspoor. P.H. Witkamp schreef in het tijdschrift Nederlandsch Magazijn van1863: “Geen nood echter, zoo lang Holland mannen bezit als de wakkere Paul van Vlissingen, de eerste nijvere in ’t nijver Amsterdam. Soeka Brentie is zijne stichting, en door hem toebetrouwd aan de leiding van den verdienstelijken tuin-architect Zocher, belooft het een sieraad te worden in Heemsteê’s lustwarande. Moge Soeka Brentie – rust na arbeid – voor den stichter een werkelijk soeka brentie zijn!” De houten tuinmanswoning in chaletstijl aan de Kadijk op nummer 29 dateert eveneens uit 1863.Vier jaar later werd er aan de zuidkant een paardenstal aangebouwd. Dat Paul van Vlissingen voor een Indische naam koos is goed verklaarbaar. Hij begon zijn carrière bij de administratie van het Indische leger. In 1821 had de gouverneur-generaal van Soerakarta hem benoemd tot assistentresident, waarbij hij de opdracht kreeg een studie te maken van taal, zeden en gewoonten van de Javanen en tevens een systeem te ontwerpen om het Javaanse lettertype geschikt te maken voor de drukpers. Daarbij wist Van Vlissingen het aantal lettertekens, dat tot die tijd 14.600 bedroeg, terug te brengen tot 325. De stempels voor een Javaanse drukkerij zijn destijds gesneden door de firma Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem. In 1868 vestigde de Amsterdamse industrieel in ruste zich definitief in zijn nieuwe buitenhuis Soeka Brentie te Heemstede. Om onbekende redenen verhuisde hij al na korte tijd naar een pand aan de overkant van de Herenweg, genaamd Manpadshoek, dat hem beter leek te bevallen. Allan noemt in zijn historie van Haarlem en omgeving (deel 2, 1877) Paul van Vlissingen als bewoner van dit buiten nabij de Manpadslaan. De pionier van de Hollandse stoomvaart was toen echter al op 3 april 1876 in ditzelfde huis overleden. Kopie van het graf van Jean Jacques Rousseau Jacob Abraham van Lennep (1752-1828) was van 1791 tot aan zijn overlijden eigenaar van Meer en Berg. Het ontwerp van de tuinen in Franse formele stijl was in 1730/1732 gemaakt door Daniel Marot. In 1794 liet Van Lennep de restanten van dat ontwerp door tuinarchitect Jan David Zocher senior transformeren tot de toen in zwang zijnde Engelse landschapsstijl. Een opmerkelijk element daarin was een nabootsing van het ‘Graf van Jean Jacques Rousseau’. Het graf van Rousseau lag sinds 1778 in het park van Ermenonville, tussen Parijs en Arras. In een natuurlijk vijvertje van het Keukenduin stak een landtong uit, beplant met overhangende treurwilgen, berken en een spar. Deze landtong moest het zogeheten populiereneiland van Ermenonville in herinnering brengen. Er werd, net als in Ermenonville, een tombe geplaatst met daarop in dit geval een lege urn ofwel ‘lijkbus’. (2) De Heemsteedse situatie is getekend door F.A. Milatz en door Adriaan Loosjes als titelvignet gebruikt voor zijn boek Hollands Arkadia of de wandelingen in de omstreken van Haarlem (1804). In een tweede wandeling laat Loosjes één van de hoofdpersonen, Cornelis, zeggen:
HeerlijkHeden
115
Afbeelding van de nabootsing van het graf van Rousseau. Ets van Franciscus Milatz in het boek ‘Hollands Arkadia’ van Adriaan Loosjes (1804).
“Rousseau, een Fransch wijsgeer van grooten naam, die door zijn bevallige en stoutse schrijfwijze de aandacht van geleerden en ongeleerden had opgewekt, op het Buiten van den Marquis Girardin, een zijner grootste hoogachters, gestorven zijnde, liet deze zijn overschot, op een Eilandje in die lustplaats, Ermenonville geheten, begraaven. Op dat Eilandje eerst het PopulierenEilandje daarna Elysium genoemd, heeft dezelfde Marquis een witte marmeren Graftombe doen oprichten met de Lijkbus van de Overledene. Daar nu de plaats [te Heemstede], welke het Graf van Rousseau hier genoemd wordt, in het kleine vrij wat overeenkomst heeft, met dat Eilandje, heeft dezelve dien naam niet onaartig gekreegen.” Nadat de bus op zekere dag door “baldadige knapen” aan stukken was gesmeten is hij vervangen door een antieke vaas met dansende saters en nimfen. Cornelis van Lennep, de grootvader van schrijver Jacob van Lennep, schreef op één van de scherven: ‘Zie hier het deerlijk overschot Van een gebroken oliepot’. Om het verlies als gevolg van vandalisme te markeren zou zijn oom Jacob Abraham volgens Jacob van Lennep op het voetstuk de volgende regel hebben aangebracht: ‘Eh! Qui n’a pas pleuré quelque perte cruelle?’
116
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Cornelis van Lennep, bewoner van Huis te Manpad, zou hiernaast geschreven hebben: ‘Zie ’s waerelds wisselvalligheden: Men lacht omhoog; men treurt beneden.’ Ten slotte zou diens neef, vriend en buurman J.A. van Lennep het basreliëf hebben overgepleisterd met een nieuw opschrift: ‘Hoe schielijk snelt, helaas! Alle aardsche vreugde heen; Het lachen is voorbij: het weenen blijft alleen.’ De berken rond de vijver zijn bij de hevige pinksterstorm van 1860 ten dele omgewaaid, net als de vaas die zwaar geschonden bleek. De hoge spar werd omgehakt. Eén jaar eerder had J.H. Morrien van de restanten van het ‘graf’ een tekening gemaakt, die als houtgravure in 1863 verscheen in Nederlandsch Magazijn. In het Noord-Hollands Archief (locatie Jansstraat) bevinden zich behalve de krijttekening van Milatz een krijt- en penseeltekening van C. van Heurn (1807) en een krijttekening uit 1810.Verder beschikt de topografische atlas van het archief over een potloodtekening uit circa 1863 van de omgevallen tombe van Rousseau op het Keukenduin. In 1877 noteerde Allan dat de aanleg intussen totaal was veranderd en van de lijkbus slechts enkele brokstukken resteerden. Dennenheuvel Over Dennenheuvel lezen we bij J. Craandijk in zijn Gids voor Haarlem en omstreken (1893): “Op een hoogte ligt het nieuwgebouwde huis van Soeka Brenti, thans Dennenheuvel, meer uitgestrekt, in dicht bewassen terrein.”
Huize Dennenheuvel nog in volle glorie omstreeks 1930.
HeerlijkHeden
117
HEERLIJKHEDEN 118
Na de afbraak van Soeka Brentie en de bouw van Dennenheuvel is de benaming Keukenduin verdwenen. De kasteelachtige villa Dennenheuvel, die na jonkheer Ernest van Loon, (weduwe) Lucassen en A.S. Berg (3) in 1925 in bezit kwam van F.R.U. Rhodius Bunge, is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer bewoond door de familie Rhodius. Zij hadden zich in het als logeerhuis gebouwde Bloemenoord gevestigd. Dennenheuvel werd in 1977 met 3 hectare grond verkocht. Het enorme pand was in een desolate staat en is uiteindelijk gesloopt om plaats te maken voor het in 1987/1988 opgetrokken gelijknamige appartementencomplex, ontworpen door de Heemsteedse architect W.J.Vercouteren. Manpadshoek en Zuiderkruis In het midden van de 19de eeuw is de villa Manpadshoek gebouwd. Deze lag aan de Herenweg ten noorden van de Manpadslaan, vlakbij de plaats waar tegenwoordig het huis Zuiderkruis staat, Herenweg nummer 13 (voorheen 11). Na de dood van Paul van Vlissingen richtte dr. Busken Huet uit Haarlem de ‘buitenplaats’ Manpadshoek in als gezondheidsoord voor welgestelde dames die volstrekte rust behoefden. Dankzij de ideale ligging, de schitterende omgeving en de afzondering was het voor dat doel een perfecte locatie. Een oude beschrijving van het sanatorium luidt: “Rondom in heerlijk groen schier verscholen, omringd door een tuin, vol schaduwrijke plekjes, is het een toonbeeld van rust en vrede en kalmte, die den naar lichaam en geest vermoeide behaaglijk en weldadig aandoet en Manpadshoek niet ten onrechte als een rustoord stempelen.” Uit de bouwmap, bewaard bij de sector Wonen van de gemeente Heemstede, blijkt dat het college van B. en W. op 18 mei 1889 vergunning gaf aan de Haarlemse bloembollenkweker C.G. van Tubergen “het buitenverblijf ‘Manpadshoek’, gelegen aan de Rijksstraatweg, te wijzigen.” Na aankoop van Manpadshoek gebruikte Van Tubergen de omliggende gronden voor uitbreiding van de productie. (4) Het naastliggende pand, Herenweg 13, fungeerde als bloembollenschuur. In 1912 gaf C.G. van Tubergen aan tuinarchitect Cornelis Springer opdracht een nieuw ontwerp te maken voor de tuin. Een tekening daarvan wordt bewaard in de bibliotheek van de Landbouwuniversiteit Wageningen, maar het ontwerp werd nooit uitgevoerd. In 1913 staat als nieuwe bewoner van het huis Herenweg 11 P.J. Eldering vermeld, die hier tot 1922 verbleef, waarna de weduwe Goemans er tot 1925 woonde. Een volgende eigenaar, J.J. Schretlen, verzocht in dat jaar toestemming om de serre te wijzigen en een nieuw hek met afscheiding om het perceel te plaatsen alsmede twee stenen pijlers. B. en W. berichtte op 2 april 1925: “Wij verzoeken u in verband met bovenstaand verzoek tevens te wijzigen op het plan ter verbetering van den Heereweg, dat tot plaatsing van bedoeld hek tevens vergunning moet worden gevraagd aan de Commissaris der Koningin in deze provincie.” In 1932 verhuisde Schretlen naar de Herenweg 158. Begin 1934 staat H.W. Aurik als bewoner in het bevolkingsregister. In datzelfde jaar werd
HeerlijkHeden
Manpadshoek gesloopt. De fundamenten bleven nog lang liggen en zijn pas in de jaren tachtig opgeruimd. In 1935 werd makelaar Willem Olivier eigenaar van het perceel. Op 18 augustus vroeg hij als directeur van de N.V. Bouw Maatschappij Union, Heemsteedse Dreef 90, vergunning tot het bouwen van een nieuwe villa met garage. De vrijstelling betrof het bouwen op meer dan10 meter van de straat. De bouwkosten werden geraamd op 12.000 gulden (en dat in de crisisjaren!). De ontwerptekeningen zijn tussen juni en augustus 1935 vervaardigd door de architecten Gerard Stad en W.J.C. Olivier. Bij een omnummering is het adres Herenweg 11 door de gemeente gewijzigd in 13. Op 15 juli 1974 is de kap van het pand door een uitslaande brand verwoest. Bij het blussen werd de Heemsteedse brandweer geholpen door de vrijwillige brandweer Bloemendaal. In die periode zijn op verzoek van R. Jetten plannen ontwikkeld door architect Bats uit Bennebroek om op dezelfde plaats en iets zuidelijker van Herenweg 13 een dubbel woonhuis te bouwen. De gemeente verleende geen medewerking vanwege de aanwezigheid van zeldzame planten (natuurgebied). In plaats daarvan is de villa met de naam Zuiderkruis in 1975 herbouwd, met als eigenaar de heer C.A. Oud, tegenwoordig woonachtig in Vogelenzang. In 1989 werd het woonhuis gerenoveerd onder architectuur van ir. P. van Duijn, in opdracht van de nieuwe eigenaar Tenrikyo Chinzei Nederland (5). Momenteel is het pand Zuiderkruis eigendom van organisatiebureau Bos en Partners b.v. en wordt er opnieuw verbouwd. De inrijpoort van Land- en Spaarnzicht (Binnenweg) staat nu aan de Herenweg Land- en Spaarnzicht was een kleine 18e eeuwse buitenplaats aan de huidige Binnenweg in Heemstede, die midden 19e eeuw eigendom was van de toenmalige burgemeester Jan Dólleman; het lag aan de Binnenweg tussen de huidige Cloosterlaan en de Spaarnzichtlaan. Het verwaarloosde pand werd ten slotte afgebroken om in 1908 plaats te maken voor een nieuw herenhuis van bollenkweker Jan van den Berg.Vermoedelijk is toen een nieuwe toegangspoort geplaatst, bestaande uit twee pilaren van baksteen met een hardstenen dekplaat, met aan de ene zijde de uitgehouwen woorden ‘Land en’ en de andere kant ‘Spaarnzicht’. Op een foto uit 1934 is één van de pilaren nog voor het huis te zien. In 1938 is het pand door het rijk gekocht met het oog op de bouw van
‘Land- en Spaarnzicht’ aan de Binnenweg met één van de twee pijlers op een foto uit 1934.
HeerlijkHeden
119
De achterzijde en de voorzijde van de poort van Zuiderkruis met achterop de oude vermelding Spaarnzicht en aan de voorkant staat ‘Manpadshoek’, ter herinnering aan het afgebroken gelijknamige buiten. (Foto’s Cees Peper)
een nieuw postkantoor. Voor het afgebroken werd, is het o.a. in gebruik geweest als Christelijk Militair Tehuis, als distributiekantoor tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna als kleuterschool. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het pand afgebroken en na een houten noodgebouw werd op 7 september 1959 het huidige postkantoor geopend. In 1996 ‘ontdekte’ wijlen de heer H. de Waal uit Bennebroek bij toeval dat de toegangszuilen van het voormalige Land- en Spaarnzicht nu staan bij de ingang van het pand op de Herenweg 13 met de inscripties ‘Land en Spaarnzicht’ aan de binnenzijde (eerder vermeld in HeerlijkHeden nr. 89, blz. 121). De nu wit geschilderde zuilen bevatten aan beide zijden van de straatkant het opschrift ‘Manpadshoek’. Toen de heer Oud omstreeks 1975 eigenaar werd van Zuiderkruis stond de inrijpoort daar al. Mogelijk is deze entree in of kort na 1938, toen Manpadshoek al was gesloopt en Land en Spaarnzicht niet meer particulier bezit was, verhuisd van de Binnenweg naar de Herenweg en is de naam ‘Manpadshoek’ als een herinnering aan het geruïneerde huis op de pijlers toegevoegd. Hans Krol Noten 1. Keukenduin was ook de naam van een “wildernisse” tussen Voorhout en Teylingen. In dat dicht beboste gebied leefde veel wild. De jachtbuit (konijnen, hazen, patrijzen e.d.) was in vroeger tijd bestemd voor de keuken en huishouding van het Slot Teylingen. 2. In Ermenonville bestaan de tombe en lijkbus nog altijd, echter zonder de stoffelijke resten van de Franse wijsgeer en pedagoog, die overgebracht zijn naar het Pantheon in Parijs. 3. A.S. Berg was oprichter en directeur van het internationale modehuis Hirsch en liet in 1920 Bloemenoord bouwen. 4. Van het bloembollenterrein van de firma C.G.van Tubergen jr. aan de Manpadslaan is een foto opgenomen in het boek Bloeiende Bedrijvigheid (Haarlem, 2002, bladzijde 67). 5. Tenrikyo is een van oorsprong Japanse levensbeschouwelijke organisatie met ongeveer twee miljoen leden, van wie naar schatting ongeveer 500.000 buiten Japan. Het Nederlandse kantoor is thans gevestigd op het adres Glipperweg 23, Heemstede.
120
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
CRISIS OP DE HEEMSTEEDSE WONINGMARKT LEEGSTAND EN LAGE HUREN IN JAREN ‘30-‘45 Als iemand veel weet van vooroorlogse huizen in Heemstede, dan is het Ton Smit. Zijn vader Gerard had sinds begin twintigste eeuw een woningbureau, het Heemsteedsch Woning- en taxatiebureau. Ton Smit begon in 1941 als jongste beëdigd makelaar van Nederland in het bedrijf van zijn vader, dat zich bevond aan het Raadhuisplein. Een niet al te gunstige periode: “Je verkocht niks in die tijd, want niemand had geld. Het was oorlog. Prachtige woningen werden daarom voor een laag bedrag verhuurd.” Toen Antonius Smit in 1920 geboren werd, bestond een groot deel van Heemstede nog uit hyacintenvelden. Het dorp telde 10.500 zielen. Hij weet zich goed te herinneren dat bouwers als Baalbergen & Volkers, Kreuger & Dijkmans, ‘Karoli’ (Cornelis Kwak), Brouwer en Van Sambeek in de jaren dertig nieuwe huizen in het dorp bouwden. Zo is Van Sambeek onder meer verantwoordelijk voor een aantal panden aan de Meer en Boschlaan, de Beethovenlaan en de Wagnerkade. Baalbergen & Volkers zetten in die periode huizen neer aan de Herenweg en de Heemsteedse Dreef en in de Raadspensionarissenwijk. Het waren goede bouwers die mooie, maar vooral ook kwalitatief goede woningen aan het bestand toevoegden. Het kantoor van Smit verkocht de huizen voor deze bouwbedrijven.Van dat geld werden weer nieuwe huizen gebouwd. Helaas konden veel woningen in de jaren dertig en begin jaren veertig niet verkocht worden. Smit vertelt:
Gerard Smit.
Ton Smit met zijn ouders en oudere broer bij de oude zandvaart achter de Raadhuisstraat. De vaart, later gedempt, liep door wat nu de Provinciënbuurt is.
HeerlijkHeden
121
HEERLIJKHEDEN
“Toen de crisis en de oorlog kwamen en het slecht ging, moesten de huizen tegen een laag bedrag verhuurd worden, anders zouden ze leeg komen te staan. Mooie woningen werden hierdoor veel te goedkoop verhuurd. De Duitsers voerden tijdens de bezetting een huurstop in, wat betekende dat de huren niet meer mochten stijgen. Na de oorlog hadden ze vrijgegeven moeten worden, maar dat is niet gebeurd. Met als gevolg dat veel mensen in betere tijden bleven profiteren van de veel te lage huren voor huizen die meer waard waren.” Toestemming van de koningin De bouwers wilden liever verkopen, zo kwam er weer geld om nieuwe huizen te bouwen. Soms ging een aannemer failliet, zodat de nog niet afgebouwde woningen in handen kwamen van schuldeisers, bijvoorbeeld de leverancier van hout. Maar ook die raakten de woningen aan de straatstenen niet kwijt. Smit: “Houthandelaar Bakker & Röpke uit Amsterdam kreeg op deze manier huizen aan de Cruquiusweg, voorbij de Javalaan, in bezit. Ze wilden er vanaf, het waren geen huisjesmelkers. Ze vroegen ons dan ook om de woningen na de oorlog aan de huurders te verkopen, waarvan er maar één gebruik maakte.” De familie Smit had zelf ook enkele aannemers voortgebracht. De grootvader van Ton, Theodorus, was aannemer/timmerman. Hij bouwde onder meer de huizen aan de Raadhuisstraat nummers 1, 3, 89, 91 en 95 (bakkerij Habermehl) en in de Spaarnzichtlaan. Het hout werd via een sloot achter de Raadhuisstraat per schuit aangevoerd. Ton werd op Raadhuisplein 1 geboren, het huis dat zijn opa bouwde. In 1933 verhuisde het gezin naar Raadhuisplein 25, waar vader Gerard kantoor aan huis had. Hij kreeg niet zomaar toestemming van de gemeente Heemstede om een garage met een kantoortje te bouwen op nummer 25. Uiteindelijk schreef hij een brief aan de koningin. Dat hielp. De gemeente verleende in 1921, een jaar na de aanvraag, de vergunning. Later kocht hij nummer 2 om er het woningbureau in te vestigen. Ook Gerard had enkele huizen gebouwd, soms samen met zijn broer Jac, onder andere aan de Spaarnzichtlaan, de Molenwerfslaan en in het Kleverpark te Haarlem. Woninggids ‘Heemstede Vooruit’ Een keer per maand gaf het Heemsteedsch Woning- en Taxatiebureau de woninggids Heemstede Vooruit, uit. Hierin stond welke huizen er te koop of te huur waren in Heemstede. De gids met een oplage van 1.000 exemplaren werd verspreid in Heemstede en omgeving. Gerard Smit schreef in het voorwoord van de uitgave van september 1937 dat belangstellenden zich voor informatie konden wenden tot “ons kantoor gelegen vlak bij het raadhuis, 2 minuten van het Wandelbosch Groenendaal met zijn moderne tennisbanen en lommerrijke wandeldreven. De Noord-Zuid-Hollandsche Electrische tram zet U vlak voor de deur van ons kantoor uit.” Op dat moment was de familie al veertig jaar werkzaam in de bouw als aannemer en had ze sinds 1933 het makelaarsbedrijf. Ton Smit vertelt dat de adverteerders van de Woninggids elke dinsdag bij hun kantoor aanklopten voor informatie over nieuwe bewoners. Zo wisten bedrijven aan de Raadhuisstraat, zoals bakker Habermehl, slager Van Amerongen, melkboer Cees van der Weiden en Zwarter Hygiënisch en Modern
122
HeerlijkHeden
Raadhuisplein en Raadhuisstraat. Helemaal links ligt het raadhuis, helemaal rechts op de hoek woningbureau Smit.
Levensmiddelenbedrijf, waar ze nieuwe klanten konden vinden. Dat gold ook voor verhuisbedrijf H. Wesseling (Binnenweg 56), schildersbedrijf Jac. van Noort (Raadhuisstraat 29) en woninginrichtingzaak Faber (Binnenweg 201).Via de advertenties bereikten deze bedrijven een grote kring van potentiële klanten. Uit de woninggids van september-oktober 1937 blijkt dat het niet zo goed ging met de woningmarkt. Er staan meer huurhuizen in dan koopwoningen. Het duurste huis moest 50.000 gulden opbrengen. In de beschrijving staat: “Van Merlenlaan [nr. 28 (IJland)], Landhuis, schitterend gelegen met centr. verw., garage, tennisbaan enz., bev. 11 kamers en allerlei comfort”. Het goedkoopste huis kostte zesduizend gulden: “Jac. van Ruysdaellaan, Heerenhuis om te aanvaarden”. Een vrijstaande villa aan de Heemsteedse Dreef, met negen kamers en een badkamer met ingebouwd bad en vaste wastafel, was op dat
Enkele advertenties uit de Woninggids van september-oktober 1937.
HeerlijkHeden
123
HEERLIJKHEDEN
moment 15.000 gulden waard.Volgens Smit waren het ook voor die tijd lage prijzen. Dat gold ook voor de huren, die kunstmatig laag gehouden werden om leegstand te voorkomen. Sociale huurwoningen in de Leidsebuurt in Haarlem brachten slechts een gulden per week op. Ton Smit reed op de fiets op maandag de hele omgeving af om de huur te innen. Onderduiken Voordat Ton Smit makelaar werd, stuurde zijn vader hem eerst naar de ambachtsschool om het timmervak te leren. “Een makelaar moet weten hoe een huis gebouwd wordt om het te kunnen beoordelen”, was zijn devies. Zo ging zijn zoon in de jaren dertig in de leer bij aannemer Thunnissen aan de Lanckhorstlaan 42 en werd hij aan de bouw gezet van de woningen op het Dr. Droogplein. Uit zijn jonge jaren herinnert Ton zich dat zijn vader de onderhandelingen voerde inzake grondverkoop voor P. Nelis & zn. Deze bollenkweker bezat de prachtige hyacintenvelden, op de plek van de huidige Provinciënbuurt en elders. Nelis woonde zelf aan de Herenweg. Helaas had de jonge makelaar de wind bepaald niet mee aan het begin van zijn loopbaan. Hij moest in de oorlog onderduiken. De Duitsers hebben hem in 1942 van zijn bed gelicht. “Ik werd opgepakt om niets”, vertelt hij. “Ze zochten jonge mannen voor de Arbeitseinsatz. Ik heb toen zes weken opgesloten gezeten in Vught. Uiteindelijk hebben ze me niet naar Duitsland gebracht.” Na 1945 Na de oorlog werd alles anders. De huizenmarkt trok enorm aan en er kwam weer geld om nieuwe woningen te bouwen. “Jammer genoeg bleven de huren laag”, zegt Smit. “Voor beleggers was het daardoor niet aantrekkelijk meer om nieuwe huurwoningen te blijven bouwen.” Dat begon weer een beetje op gang te komen in 1947 toen er weer bouwmaterialen kwamen. Gerard Smit stierf in 1977. Ton Smit zette, met onder anderen zijn dochters, Arnoldien en Monique, de zaak voort tot hij twintig jaar geleden met pensioen ging. Het bedrijf ging over naar makelaars Boonstra & Heijmeijer. “Nog steeds komen er mensen naar me toe met vragen over vooroorlogse woningen in Heemstede. Ik weet er nog alles van”, mijmert Smit. “Wie de goede bouwers waren en waar de kwalitatief goede woningen zijn neergezet in de jaren dertig. Die huizen staan er over honderd jaar nog. Laatst vroeg iemand me of ik niet een plattegrond wilde maken, met waar de degelijke jaren dertig woningen staan.” Hij zegt: “Behalve Van Sambeek, Kreuger & Dijkmans, Baalbergen & Volkers, had je ook goede bouwers als Nijman en Jonckbloedt, gebroeders Van den Putten, Lenferink en Blom. Dat zijn de mensen die Heemstede groot en voortvarend gemaakt hebben.” Pascale van der Vorst
124
HeerlijkHeden
STALHOUDERIJ VAN SCHAGEN VAN 1890
Woonhuis en stalhouderij omstreeks dertiger jaren.
Huidige situatie.
Door varen en rijden hebben hele volksstammen zich in de loop der eeuwen verplaatst, eerst te voet en vervolgens te paard. Daarna komt er en hele tijd niets en dan wordt het wiel uitgevonden. Dit betekende een revolutie in het verplaatsen. Allereerst met vrachten, daarna gecombineerd met personen. De simpele kar maakte een evolutie door naar comfortabeler vervoer: het rijtuig. Met paard en wagen -koets- kon men de hele wereld aan. Enorme afstanden werden overbrugd over een wegennet dat zeer primitief uit karrensporen bestond. Er bestaan kaarten waarop internationale en nationale routes staan aangegeven met de duur van de reis. Het regionale wegennet bestond in Kennemerland uit de belangrijke noord-zuidverbinding, waarvan de
HeerlijkHeden
125
HEERLIJKHEDEN
Herenweg deel uitmaakte, met aftakkingen naar vestigingsplaatsen als het dorp Heemstede. Achterweg,Voorweg, Camplaan en Binnenweg waren belangrijke secundaire wegen. Een ‘verkeersknooppunt’ vormde het Dorpsplein, zeker na de drooglegging van het Haarlemmermeer in 1855. Het Dorpsplein was het overstapstation vanuit de Meer op de stoomtram naar Haarlem en Leiden. Het Wapen van Heemstede, annex stalhouderij, speelde daarbij een rol. De stalhouderij werd omstreeks 1750 naast het logement Het Wapen van Heemstede gebouwd. In een koopakte wordt het geheel als volgt beschreven: “Logement met koffiehuis en uitspanning genaamd Het Wapen van Heemstede een geheel, met daaraan verheeld koetshuis en stallingen, afzonderlijk woning en verdere getimmerten, grond en erf evenals een perceel tuingrond achter het logement gelegen.” Het doel van een uitbreiding was het stallen van paarden en wagens voor gebruik ten behoeve van het logement en voor derden. Op 4 september 1890 werd de stalhouderij ontkoppeld van het logement en gehuurd door Jacobus Cornelius van Schagen. De huur “betreffende de afzonderlijke woning met erf, benevens het koetshuis met stallingen, tezamen voor zes gulden en vijftig cents per week.” Personenvervoer De stalhouderij had veertien rijtuigen, waaronder een trouw- en begrafenisrijtuig, en verder landauers, ook wel stadsrijtuigen genaamd. Vijf koetsiers waren in vaste en vijf in losse dienst. De laatsten werden ook wel ‘over de hand koetsiers’ genoemd. De veelzijdigheid van het bedrijf komt tot uiting in de diversiteit van de werkzaamheden.Van vastgestelde werkuren was vrijwel geen sprake.Voor het rijden van de dorpsdokters Colenbrander en Van Walsum moest men er vaak bij nacht en ontij op uit. De koetsiers hadden het land aan het rijden van doktersvisites, zeker ‘s nachts, wanneer de dokter lang visite moest maken bij
Met de arrenslee toen er nog winters en paarden waren.
126
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
een patiënt. De stalhouderij stond ook klaar om de notabelen van het dorp te rijden. Notaris, geestelijken en burgemeester Van Lennep maakten er veel gebruik van. Naast deze persoonlijke klanten, was er ook groepsvervoer door middel van de Jan Plezier, getrokken door een tweespan. Vrachtvervoer Ook het vrachtvervoer was van groot belang, onder andere verhuizingen en vervoer van bouwmaterialen. Per schuit werden de materialen aangevoerd en aan de haven gelost. Twaalf paarden en wagens zorgden voor vervoer naar de bouwplaats. Binnen het dorp zelf werd veel vracht vervoerd, maar ook naar Haarlem, Sassenheim, Leiden en Amsterdam. Het bloembollenvervoer nam bijvoorbeeld een belangrijke plaats in. Tot begin jaren dertig heeft Van Schagen het vrachtvervoer voor de gemeente Heemstede verzorgd.Voor paard, wagen en voerman betaalde de gemeente ƒ 4,75 per dag. De voerman verdiende minimaal ƒ 3,- per dag, zodat de winstmarge klein was. Maar in de crisisjaren was men als ondernemer blij met een dergelijke opdracht om het bedrijf draaiende te houden. In 1927 kwam een grondruil tot stand met de toenmalige eigenaresse van Het Wapen van Heemstede, mevrouw Guer. Het zogenaamde paardenveldje naast de stalhouderij werd geruild voor de gronden die achter Het Wapen lagen. Op de plek van het paardenveldje werd in 1927 een dubbel woonhuis gebouwd. Later werd dit verbouwd tot één woonhuis voor de heer Van Schagen. Op de gronden achter Het Wapen van Heemstede kon de firma zijn nieuwe bedrijfsruimtes laten bouwen die nodig waren naarmate het vervoer steeds meer gemotoriseerd werd. Op 13 juni 1929 kwam de stalhouderij in bezit van Floris van Schagen. Een geplande uitbreiding kon onder invloed van de crisisjaren maar ten dele verwezenlijkt worden. De zware wolken van de crisistijd en mobilisatie veranderden in donderwolken bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, die gevoelige gevolgen had voor de firma Van Schagen. Uitgerekend in 1940 bestond het bedrijf 50 jaar. De tijdsomstandigheden gaven echter geen aanleiding tot feestvieren. Nieuwe start Gevoelig waren de verliezen in de bezettingstijd. Paarden, wagens en twee nieuwe vrachtwagens werden gevorderd. Direct na het overlijden van Floris van Schagen in 1945 zijn er plannen gesmeed voor een totale modernisering van het bedrijf. Begin 1950 werd de stalhouderij opgeheven en in 1954 verscheen een klein benzinestation, terwijl in de lege bedrijfsruimten auto’s werden gestald. De nieuwe opzet was zo succesvol, dat in 1957 een moderne garage tot stand kwam voor stalling en service van cliëntenauto’s. In de eerste helft van de zestiger jaren verkreeg de firma het dealerschap voor Simca. Het oude koetshuis uit 1750 werd onder architectuur van Cees Dam geschikt gemaakt voor de verkoop van automobielen. Ook vond een ingrijpende
HeerlijkHeden
127
HEERLIJKHEDEN
verbouwing plaats van de gevel. Er werd een publieke doorloop gemaakt, omdat op die plek een trottoir ontbrak. Het kwam de verkeersveiligheid zeker ten goede. De onderneming ging crescendo en de beschikbare grond achter de woonhuizen aan de Achterweg 34-36 werd bebouwd met een hal voor tweedehands auto’s. Na het overlijden van mevrouw van Schagen-van Ophem, de vrouw van Floris, trad een nieuwe directie aan, die bestond uit Leen Bader voor de verkoop en Jaap van Schagen voor de techniek. In 1978 kwam het woon-winkelhuis van Piet van Wirdum, met de nodige gronden, vrij voor verkoop en werd het aan de bestaande bedrijfsruimten toegevoegd. De tuingronden werden benut voor het bouwen van een nieuwe werkplaats, nodig om het dealerschap van Peugeot te verkrijgen. Sindsdien is het bedrijfsterrein vanaf het Wilhelminaplein en Achterweg toegankelijk. Aanzien van de stalhouderij met aangebouwd woonhuis De beschrijving van de stalhouderij met aangebouwd woonhuis omstreeks 1750 luidde: een vrij langwerpig gebouw, een zogenaamde 18e eeuwse langsgevel, met achter elkaar gelegen koetshuis en paardenstal met daarboven de hooien slaapzolder. Onder hetzelfde dak een slaap- en woonkamer met aan weerskanten een bedstee. Het buitenlicht komt binnen door twee grote op en neer schuifbare ramen die met luiken gesloten kunnen worden. Het grondvlak is ongewijzigd gebleven, alleen zijn in vanaf 1889 nog aanbouwingen tot stand gekomen, waaronder een grote woonkeuken (praathuis) en enige voorzieningen voor het stallen en verzorgen van paarden en rijtuigen. Boven de entree van het koetshuis met daaronder de grote openslaande deuren stond tijdens en na de stalhouderijperiode een toepasselijke tekst in sierletters: Traditie Getrouw Bij Traditie Vermaard van Schagen’s Koets, van Schagen’s Paard. Later is deze tekst vervangen voor de huidige, die afkomstig is uit een gedicht van Jacob van Lennep: Aan Ruiter en Koetsier en Paard, een Pleisterplaats en Stalling Waard. Cees Peper, in samenwerking met Jaap C.M. van Schagen
Reliëf in staal ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan.
128
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
NADERE KENNISMAKING MET MEER EN BOSCH EXCURSIE OP 22 APRIL 2006
De kleine excursie die onze vereniging jaarlijks in het voorjaar organiseert ging deze keer naar de Heemsteedse vestiging van de SEIN (Stichting Epilepsie Instellingen Nederland), bij de meeste mensen beter bekend als Meer en Bosch.
De uitnodiging voor de excursie maakte me nieuwsgierig, want mijn kennis strekte niet veel verder dan dat Meer en Bosch een instituut voor epilepsiepatiënten is. Ik fietste, toen dat nog kon, wel eens over het terrein als ik een doorsteek wilde maken van de Glipper Dreef naar de Achterweg. Je kwam dan langs een bonte verzameling gebouwen van uiteenlopende stijlen en bouwjaren, het een prachtig, het ander foeilelijk. Leuk dus, om daar eens wat naders over te weten te komen. Ketelhuis De eerste verrassing is het niet zo voor de hand liggende begin van de excursie: een bezoek aan het ketelhuis, waar anders nooit iemand in mag. Vanuit dit vrijstaande gebouw aan de rand van het terrein (Voorwegzijde) werd vroeger de warmte voor de cv en het hete water voor alle gebouwen geleverd. Nu zijn er nog drie gebouwen die via het ketelhuis worden verwarmd en heeft de rest een eigen ketel. Na de waarschuwing absoluut geen hendels of knoppen aan te raken, krijgen we een rondleiding door Ron Bakker. Zijn dertig jaar ervaring met de stookketels van Meer en Bosch leveren een aantal smakelijk vertelde anekdotes op. Het ketelhuis is gebouwd rond 1900, de hoge schoorsteen (vermoedelijk niet de eerste) is uit 1954. Beide werden gebouwd voor het stoken op kolen. Die kolen lagen vroeger opgeslagen achter de Irenekapel en werden door de bewoners in karren over rails naar het ketelhuis geduwd. Later ging men over op oliestook waarvoor drie enorme tanks in de grond werden gegraven, één voor diesel en twee voor olie. Weer later werd de overgang naar gas gemaakt en in de jaren ’90 zijn de olietanks uit de grond gehaald. Dat was een klus die aanvankelijk helemaal niet goed verliep. De grote kraan die de eerste tank eruit moest takelen dreigde te kantelen. De kraandrijver zat met de handen in het haar, maar er kwam een oude man aanlopen die zei: “Dat lukt mij wel. Het enige wat ik nodig heb is water.” Hij liet de kuil vollopen met water, waardoor de lege tank ging drijven en daarna was het een simpele klus. Een jaar geleden is het ketelhuis ingrijpend gerenoveerd. Een speciaal team is twee weken bezig geweest om alle asbest uit het gebouw te verwijderen. Alles ziet er nu piekfijn uit, ook het ouderwets aandoende noodaggregaat dat op diesel loopt. Het wordt regelmatig getest en functioneert nog prima.
HeerlijkHeden
129
HEERLIJKHEDEN
“Het is net mijn lagere school” Na het ketelhuis wordt de groep in tweeën gesplitst en gaat de ene helft mee met Bas Stolk, die bij Meer en Bosch de voorlichting en pr verzorgt, en ‘onze’ helft met Ben Vledder. Vledder werkt al 37 jaar bij Meer en Bosch. Hij merkt op: “We hebben hier twee soorten werknemers, degenen die na korte tijd weer verdwenen zijn omdat het werk hen toch niet helemaal ligt en degenen die blijven en dan meestal voor heel lang.” Vledder vertelt dat er in Nederland zo’n 110.000 epilepsiepatiënten zijn. Maar liefst 95 % van hen kan met behulp van medicatie succesvol van aanvallen afgeholpen worden. Voor de overige 5 % is meer onderzoek en hulp nodig. Die specialistische hulp en begeleiding wordt gegeven bij de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN). Door het hele land heeft SEIN 600 plaatsen voor patiënten die voor kortere of langere tijd opgenomen moeten worden en tien poliklinieken. Eén van die poliklinieken is het Dr. A.M. Lorentz de Haas Laboratorium op het terrein van Meer en Bosch. Het is een gebouw in de stijl van de Amsterdamse
De Koningin Emmakliniek, geopend in 1934, werd in 1971 omgebouwd tot laboratorium en kreeg de naam Dr. A.M. Lorentz de Haas Laboratorium.
School, ontworpen door architect H. Korringa (1). De eerste steen werd op 30 augustus 1933 gelegd door Gerbert Henry Ledeboer, zoon van dr. B.Ch. Ledeboer die van 1931 tot 1954 geneesheer-directeur was. We gaan het gebouw binnen en diverse leden uit de groep maken dezelfde opmerking: “Het lijkt op mijn lagere school”. De stenen trappen, de metalen ramen verdeeld in kleinere ruiten en de granito vloeren zijn inderdaad elementen die doen denken aan menig schoolgebouw dat ongeveer uit dezelfde tijd stamt. De polikliniek werd oorspronkelijk gebouwd als ziekenpaviljoen en droeg de naam Koningin Emmakliniek. De officiële opening was op 31 mei 1934. Vledder neemt ons mee naar de zolder, waar nu moderne kantoorruimtes zijn, maar waar hij als broeder in opleiding zijn kamertje had. “We sliepen boven de paviljoens. De medicatie was in die tijd nog niet zo goed, dus we
130
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
moesten ’s nachts wel eens opdraven, ook wel voor mensen met psychiatrische problemen.” De huisregels waren streng, dus ’s avonds op tijd naar je kamer, maar daar hield niet iedereen zich altijd aan: “De vensterbanken en dakranden waren breed, dus menig broeder is ’s avonds naar buiten geklommen en kwam een paar uur later via dezelfde weg weer terug. In de sloot achter het gebouw lagen heel wat lege flessen!” Vanuit de ramen boven kunnen we de voormalige zusterflat aan de Meerweg zien, die in 1962-1963 werd gebouwd. Hij staat al jaren leeg en detoneert met alles wat er omheen staat. Niemand zal er rouwig om zijn als dat tegen de vlakte gaat, en dat is ook de bedoeling. Maar de enorme kosten die het vergt om alle asbest uit het pand te verwijderen hebben de sloop tot nu toe tegengehouden. Havermout of brinta We lopen weer naar buiten langs een aantal gebouwen die we niet van binnen bekijken. De Terp, De Schakel en Salem zijn, net als de Irenekapel, een aantal jaren geleden ingrijpend gerenoveerd. (2) Salem behield zijn karakteristieke houten veranda en, net als bij De Terp en De Schakel, bleven raampartijen en muurvlakken onveranderd. Maar van binnen werd het volkomen nieuw opgebouwd volgens de eisen van deze tijd. De bewoners hebben elk een eigen zit/slaapkamer, badkamer en toilet en een gemeenschappelijke keuken. Aan de uiteinden van Salem werden nieuwe vleugels aangebouwd. De Terp (oorspronkelijk Zonnehoek geheten) en De Schakel werden met elkaar verbonden en de serre van De Terp werd mooi gerestaureerd. Terwijl we langs De Terp lopen, wijst Vledder waar vroeger de keuken lag. “Daar kwam al het eten vandaan. Bij het ontbijt kon je kiezen tussen havermout en brinta. En de koffie was standaard met melk en suiker, of je dat nou lekker vond of niet.” Tegenwoordig worden alle maaltijden verzorgd door een cateringbedrijf. Als laatste gaan we naar het Herenhuis, het oudste gebouw op het terrein. Nu heet het Meer en Bosch, maar tot begin 19e eeuw was de naam Het Paradijs. Het is niet precies bekend wanneer de hofstede gebouwd werd. Het is een rijksmonument en volgens Monumentenzorg is het oudste deel, de voorgevel en het deel dat daarachter ligt, waarschijnlijk vroeg 18e eeuws. Door de statige hoofdingang komen we binnen in een lange gang die midden door het gebouw loopt. Dit is zo sinds een ingrijpende verbouwing in het begin van de 19e eeuw, waarbij het eerst vierkante huis naar achteren en opzij werd uitgebouwd. Vledder weet nog dat vroeger rechts de secretaresse zat. Bij haar moesten bezoekers zich melden. Links was de directiekamer, nu
De entree van het herenhuis Meer en Bosch. Houtsnede van F.A. van Emmerik, gemaakt voor het gedenkboek ‘Licht en schaduw’, 1932.
HeerlijkHeden
131
HEERLIJKHEDEN
gebruikt als vergaderruimte. We bewonderen onder meer de gedecoreerde plafonds en de lambriseringen. De reacties op moderne kroonluchter zijn verdeeld. Aan de wand hangt het portret van Freule Anna Johanna Maria Teding van Berkhout die aan de wieg stond van de epilepsiezorg in Nederland. In 1881 werd de Christelijke Vereniging voor de Verpleging van Lijders aan Vallende Ziekte opgericht. In 1885 kon de freule, mede dankzij een grote gift van een Haagse dame (3), het Heemsteedse buiten Meer en Bosch kopen. We eindigen onze wandeling op het punt waar we ook verzameld hadden, de Irenekapel. Daar krijgen we allemaal een mapje met daarin de algemene informatiebrochure van SEIN en het boekje Het verzet van de inrichtingen Meer en Bosch en Bethesda Sarepta te Heemstede en Haarlem gedurende de bezettingsjaren. Het is een indrukwekkend verhaal over de manier waarop beide inrichtingen hun met deportatie bedreigde bewoners uit handen van de Duitsers wisten te houden. Buiten wordt een groepsfoto gemaakt die bestemd is voor de interne website van personeel en bewoners van Meer en Bosch. Het slot van een geslaagde excursie.
De groep na afloop van de excursie voor de Irenekapel. De foto werd geplaatst op intranet, de interne website van Meer en Bosch.
Over de buitenplaats Meer en Bosch zijn vele publicaties verschenen. Historie hofstede het “Paradijs” later “Meer en Bosch” te Heemstede, in 1960 door Cees Peper voor onze vereniging geschreven, is nog verkrijgbaar (zie Uit voorraad leverbaar). Uiteraard kunt u ook in de bibliotheek terecht. De stichting SEIN heeft een heel verzorgde website www.sein.nl waarop u van alles kunt lezen over epilepsie, maar ook over de geschiedenis van de locatie Meer en Bosch. Marloes van Buuren Noten 1. H. Korringa (1877-1965) is ook de architect van de Nederlands Hervormde Kapel Nieuw Vredenhof aan de Van Oldenbarneveltlaan, tegen het H.F.C.-terrein aan. Deze kapel lag tijdens de bouw nog in Heemstede, maar werd gewijd in juni 1927 toen Haarlem inmiddels het Bosch en Vaartkwartier had geannexeerd. 2. Over de renovatie van de gebouwen Terp, Schakel, Salem en de Irenekapel en de schreef Cees Peper een uitgebreid artikel in HeerlijkHeden nr. 120 van april 2004. 3. Mej. Jochems uit Den Haag schonk f 15.000,- . De totale aankoopsom bedroeg f 25.000,-.
132
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
HISTORISCHE ACTUALITEITEN Archiefaanwinsten Van oud-bestuurslid Kees de Raadt, die nu in Den Haag woont, ontving de VOHB een exemplaar van een door een onbekende ‘W’ samengesteld dichtbundeltje Uit mijn Bloemhof. Het is in 1888 door H.B. Breijer in Arnhem uitgegeven “ten voordeele van de Christelijke School te Heemstede” en bevat 22 religieus getinte verzen. Het laatste is geschreven na afloop van een zilveren zendingsfeest op 4 juli 1888 te Boekenrode. In de voorrede schrijft C.S. Adama van Scheltema (grootvader van de gelijknamige socialistische volksdichter): ‘”De Christelijke School te Heemstede verkeert in dringende geldelijken nood, en nu is het een wensch van de schrijfster der volgende lieve versjes, dat gij haar door aankoop van dit boekje helpen wilt, om het bestaand tekort te dekken, en kon het zijn in een geruststellende bate voor de toekomst te herscheppen.” In 1981 verwierf de VOHB dankzij een schenking een gekalligrafeerde afscheidsuitgave aangeboden aan zuster (verpleegster) J. König “als blijk van waardering van hare werkzaamheden als wijkzuster te Heemstede; 1 juni 1902 tot 1 juli 1919.” Sinds kort zijn we ook in het bezit van een dergelijke uitgave van zuster J.B.A.M. van der Lugt (1905-1992). Van 1934 tot begin 1965 was zuster van der Lugt wijkzuster van het WitGele Kruis te Heemstede, al bleef ze daarna nog wel werkzaam in het Gezondheidshuis. Op 13 februari 1965 nam zij officieel afscheid in Minerva. Een album met alle namen en adressen van de personen die haar toen de hand drukten is mevrouw Jenny van der Lugt later aangeboden. Deze unieke uitgave hebben we onlangs op een boekenmarkt in Heemstede aangetroffen en ten behoeve van het archief aangeschaft. Van deze destijds alom bekende en gewaardeerde wijkzuster is ook het toepasselijke ex-libris bewaard gebleven. Via de heer Michiel Spoor, oud-voorzitter van zustervereniging Ons Bloemendaal, is het VOHB-archief verrijkt met een serie oude dia’s van Heemstede van de Zandvaart en omgeving. Recente publicaties Bij uitgeverij Aspekt verschijnt het boek Met stille trom vertrokken. Het is het geromantiseerde levensverhaal van auteur Guus Bauer (geboren in 1957) die van 1973 tot 1978 leerling was op het internaat van College Hageveld. Bij het 40-jarig jubileum van Clemens Hoevenaars op 1 mei 2006 is door ‘zijn’ Boekhandel Blokker een bundeltje van Louis Paul Boon uitgegeven:
HeerlijkHeden
133
HEERLIJKHEDEN
Eens mijn geliefde; vier gedichten voor jeanneke, voor later. Per 1 augustus is Hoevenaars met pensioen gegaan en daarmee is een einde gekomen aan zijn boekverkoperscarrière en die van zijn echtgenote Tosca Heyligers. Boekhandel Blokker gaat verder met twee nieuwe eigenaars. In de bijlage Boek & Geest van dagblad Trouw van zaterdag 8 april 2006 publiceerde cultuurhistoricus Léon Hanssen een uitvoerige bijdrage ‘De bankier, het schilderij en de dood’. De bedoelde bankier is Fritz Gutmann, die van 1924 tot 1944 op Huize Bosbeek woonde en bij Theresienstadt om het leven kwam. Het beschreven schilderij was een pronkstuk uit diens kunstcollectie, ‘De Verzoeking van de heilige Antonius door Hieronymus Bosch’, dat zich sinds 1983 bevindt in de National Gallery of Canada (Ottawa) en dat tot 7 mei van dit jaar te bezichtigen was op een tentoonstelling over melancholie in de Neue Nationalgalerie te Berlijn. De familienaam Van der Putten komt veelvuldig voor in Zuid-Kennemerland en stamt vermoedelijk grotendeels af van hervormde Vlamingen die na de val van Antwerpen (1582) zich in de Noordelijke Nederlanden vestigden. In Heemstede treffen we sinds eind 17e eeuw twee roomskatholieke families Van der Putten aan, die in de blekerijnijverheid werkzaam waren. Een beknopte stamreeks is gepubliceerd in het blad Gens Propia; mededelingenblad van de afdeling Kennemerland, nummer 44, december 2005 – 4, blz. 11-13. Drs. P.J. van der Ham, sociograaf en van 1978 tot 1994 wethouder van Bloemendaal, is de schrijver van een voortreffelijke studie onder de titel Vogelenzang, een eigenzinnig dorp in de gemeente Bloemendaal. Daarin staat de recente geschiedenis van 1945 tot heden centraal en is tevens aan de oorlogsjaren daarvoor een apart hoofdstuk gewijd. Dit boek is gebaseerd op archief- en literatuuronderzoek en gesprekken met een aantal ter plaatse bekende personen. Het is een uitgave van SpaarenHout in Haarlem, voor € 24,50 te koop in de meeste boekhandels in de regio. Activiteiten/evenementen In nummer 67 van ons blad (februari 1991) schreef de heer M.Verkaik over de Six-grenspalen op het grondgebied van Bennebroek, die vroeger de scheiding aangaven van het landbezit van jonkheer Six van Hillegom. De heer R.J. Mulder berichtte aan VOHB-secretaris Van Unnik over de miserabele toestand van grenspaal nummer 6 van Jan Six op het terrein van stichting De Geestgronden. De VOHB heeft hierover een brief geschreven aan de directie van deze instelling, die onmiddellijk actie ondernam.Volgens de heer Gerard de Waard, kenner bij uitstek van alle grenspalen in Kennemerland, zijn nog enkele palen zoek die op het terrein van De Geestgronden hebben gestaan, maar nummer 6 is gelukkig van de ondergang gered, “dankzij een stevige sokkel, die de paal verzekert van een rustig bestaan in dat plantsoentje”. Een grote teleurstelling is echter dat met zoutzuur of een dergelijke chemische stof is geprobeerd de kop schoon te maken met alle fatale gevolgen voor de
134
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
inscriptie van dien.Verder is Gerard de Waard met mevrouw Joan Patijn van Ons Bloemendaal op inspectie geweest. Bij die gelegenheid is helaas vastgesteld dat recentelijk drie historische grenspalen zijn verdwenen en twee andere bij de houten fietsbrug over de Leidsevaart (BennebroekVogelenzang) zijn vernield. Op zondag 7 mei jongstleden was tijdens de landelijke Open Kloosterdag zowel het huis van de Zusters Augustinessen Mariënheuvel te Heemstede als het klooster van de Zusters Franciscanessen in Bennebroek voor het publiek opengesteld. Het Sint Luciaklooster vanwege de beperkte opvang na opgave vooraf. Voor de deelnemers was het een geslaagde bijeenkomst. Intussen is meer bekend geworden over de toekomstige plannen ten aanzien van het kloostergebouw, wanneer de laatste nonnen in 2007 Bennebroek verlaten om zich in Wychen te vestigen. Het huidige plan van de projectontwikkelaars BAM Woningbouw BV en Vos Bouw- en Exploitatiemaatschappij BV voorziet in 31 appartementen in het bestaande gebouwencomplex. Daarnaast wil men nieuwbouw met 20 appartementen realiseren. Op verzoek van de Vereniging Meerwijk is door Bureau Matti & de Moor te Amsterdam een ‘Beschrijving en waardestelling St. Luciaklooster Bennebroek’ samengesteld (april 2006). Omdat het de bedoeling is dat de beelden van Sint Franciscus en Maria met kind in de tuin naar elders verhuizen, zijn ze gefotografeerd en hier afgebeeld.
Beeld van Franciscus in de tuin van het Sint Luciaklooster. Wordt binnenkort verplaatst.
Beeld van Maria met kind in de tuin van het Sint Luciaklooster. Wordt binnenkort verplaatst.
Dit jaar bestaat de firma Zwarter aan de Raadhuisstraat 125 jaar. Aan de historie van deze in 1881 gestarte brandstoffenhandel wordt in de eerstvolgende aflevering van HeerlijkHeden aandacht besteed.
HeerlijkHeden
135
Aanhanger voor een landkruiser voor de brandweer, in de 40er jaren ontworpen door de Heemsteedse ingenieur D.A. Bonhoff.
In de jaren veertig van de vorige eeuw woonde nabij het Huis te Manpad op het adres Herenweg 11c ingenieur D.A. Bonhoff, die een “aanhanger voor een landkruiser” voor brandweerdoeleinden ontwierp. Dat blijkt uit bijgaande foto, die op de veilingsite Qoop werd aantroffen. Wie van de lezers weet meer deze man en zijn werkzaamheden?
136
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Wie weet welk Heemsteeds huis dit is en of het nog bestaat?
Verder plaatsen we als zoekplaatje een anonieme foto zonder jaartal van een huis in Heemstede, met de vraag aan onze lezers wie dit (verdwenen) pand kan traceren. Een pluim voor gemeentebestuur Heemstede en ex-wethouder Gerard Braam De Heemsteedse begraafplaats wordt door kenners met recht als één van de fraaiste in ons land beschouwd. Hij werd in 1828 aangelegd op de voormalige buitenplaats Westermeer naar een ontwerp van tuinarchitect J.D. Zocher. Op de provinciale monumentenlijst zijn tot op heden de volgende drie graven opgenomen: 1. zerk met marmeren sarcofaag Van Verschuer-Brants (1847/1901); 2. de (gerestaureerde) grafkelder Van Vollenhoven (1847) en 3. de marmeren grafsculptuur door M. Giraud-Rivière “en souvenire de Jeanne van Lennep”. Ook het grafmonument van S.A. Müller-Rivet uit 1881 (een met doodskleed gesluierde obelisk in wit marmer, die het plotseling afgebroken leven symboliseert) zou op een monumentenlijst niet misstaan. De gemeente Heemstede heeft het initiatief genomen voor de aanleg van een grafstenentuin van ongeveer 200 vierkante meter. Daar worden bijzondere zerken van geruimde graven, zerken met een historische en/of architectonische waarde, bewaard voor het nageslacht. Een voorlopige inventarisatie telt 29 grafstenen.Voor de realisering van deze ‘laatste rustplaats’ voor grafmonumenten is een compliment aan het gemeentebestuur op zijn plaats. Een pluim óók voor oud-wethouder Gerard Braam van de gemeente Bennebroek voor zijn visionaire en weldoordachte bijdrage in de discussie over de toekomst van deze heerlijkheid. Mede op basis van de historische samenhang komt hij tot de conclusie dat een toekomstige samenvoeging met Heemstede het meest opportuun is. Hans Krol
HeerlijkHeden
137
HEERLIJKHEDEN
J.J. VAN DER WERFF (1783-1848), GEMEENTEBODE VAN BENNEBROEK EN KUNSTSCHILDER/TEKENAAR Johannes Jacobus van der Werff volgde in 1819 zijn vader op als gemeentebode van Bennebroek. Daarnaast was hij ook kunstschilder en tekenaar. Van zijn werk is, voor zover bekend, helaas maar weinig bewaard gebleven.
Johannes Jacobus van der Werff is op 29 mei 1783 geboren, vermoedelijk in Amsterdam. Hij was een zoon van de Bennebroekse gemeentebode Jacobus Johannes van der Werff die in 1819 overleed. De toenmalige schout en secretaris W. H. Gerlings stelde Arnoud David Willink, gehuwd met ambachtsvrouw Johanna Maria Nutges, meteen op de hoogte. Hij verzocht de ambachtsheer op 29 juli “in de voorziening van deze vacature te willen voorzien.” Deze schreef daarop aan het gemeentebestuur: “Wij inviteeren U.Ed. bij dezen aan ons een nominatie voor die post in te zenden, ten einde daaruit onze keuze te doen.” Het gemeentebestuur droeg drie personen voor: Jan van der Werff, timmermansknecht te Bennebroek, Cornelis van der Weiden, bode van Heemstede en M.Verhoeven, metselaarsknecht. A.D. Willink bericht op 19 september 1819 dat hij “uit de voordracht heeft geëligeerd (gekozen) Johannes van der Werff. Wij verlaaten ons op Uw attentie om gemelde persoon overeenkomstig zijne vereijschtens onden den eed te brengen.” Nadat de aanstellingsbrief was voorgelezen legde de nieuwe bode de eed af, aldus mr. J.W. Groesbeek in zijn boek over de historie van Bennebroek. Hoewel dit niet uit de officiële correspondentie blijkt, is vermoedelijk uit piëteit tegenover de overleden gemeentebode aan zijn zoon voorrang gegeven.
Gemeentewapen van Bennebroek.
138
HeerlijkHeden
J.J. van der Werff hoorde als bode in de gemeente Bennebroek tot de ambtenaren en bedienden met formele functies, samen met de burgemeester/ gemeentesecretaris W.H. Gerlings, veldwachter H. Fibbe, vroedvrouw Neeltje de Vries en turftonster (belast met het meten van turf) mevrouw P. Hemel. In 1819, het jaar van Van der Werffs benoeming, had de Hoge Raad van Adel in Den Haag besloten dat de gemeente Bennebroek het wapen van de oude heerlijkheid mocht voeren, “een schild van rood met een dwarsbalk van goud”. De gereformeerde Johannes Jacobus van der Werff was in 1798 gehuwd met Maria Catharina Bodegraven uit Heemstede, geboren in Nieuwveen. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren, in 1804 dochter Elizabeth en in 1809 zoon Jacobus van der Werff, die in 1841 zou trouwen met Aartje Hageman uit het Utrechtse Maarssen.
Tekening van een wintergezicht door Johannes Jacobus van der Werff.
Tekenaar en aquarellist Naast zijn werkzaamheden, eerst als timmerman, na 1819 als conciërge, ontwikkelde J.J.van der Werff zich tot een verdienstelijk kunstschilder en tekenaar, niet te verwarren met de Rotterdamse kunstschilders Adriaan van der Werff (1659-1722) en Pieter van der Werff (1661/’65-1722). Johannes Jacobus van der Werff schilderde en tekende voornamelijk stadsgezichten, maar ook landschappen en boerderijen. Uit de biografisch-kunsthistorische literatuur blijkt dat er veel misverstanden over hem in omloop zijn. Tijdgenoot Kramm (1842) meldt dat Van der Werff in zijn tijd nogal goed voor zijn werk betaald werd en dat hij “een zoon van dezelfden naam (zou hebben) nagelaten, die in 1818, aldaar, geboren werd, zich eerst met rijtuigschilderijen onledig hield, en daarna zich aan het kunstvak zijns vaders heeft gewijd.” J. Scheen liet nader onderzoek doen in de burgerlijke stand van Bennebroek en meldt in zijn standwerk (ten onrechte) dat J.J. van der Werff geen zoon had. Kramm meldde, ook onjuist, dat Jacobus (Johannes) van der Werff in 1818 zou zijn overleden, maar verwarde hem daarmee met de vader die zoals hierboven aangegeven in 1819 stierf. Het is niet onmogelijk dat Johannes Jacobus van der Werff als timmermansknecht ook rijtuigen heeft beschilderd, waarbij zijn aanleg voor de schilderkunst bleek. Hij overleed op 5 november 1848 in Bennebroek. Burgemeester Gerlings was intussen al in 1838 opgevolgd door de heer J. van Lith, tevens grootgrondbezitter en meestertimmerman. Schilderijen van J.J. van der Werff komen in 19e eeuwse kunstcatalogi niet of nauwelijks voor en het is zeer waarschijnlijk dat veel doeken in de loop van de tijd verloren zijn gegaan. In Bennebroek waren tenminste twee kunstwerken in bezit van de ambachtsheer. Bij de veiling in 1960 van de inboedel der laatste “ambachtsvrouw” Arnoldine Leonie Willink komen we in de veilingcatalogus onder de nummers 747 en 748 twee maal zijn naam tegen. Een aquarel in houten lijst, voorstellende een boerenwoning, ondertekend Joh. Jac. v.d. Werff en gedateerd 1821, bracht, samen met een anonieme aquarel, veertig gulden
HeerlijkHeden
139
HEERLIJKHEDEN
op. Een tweede aquarel van zijn hand, voorstellende een met twee paarden bespannen wagen, ging, samen met een onbekende aquarel, voor 48 gulden over naar een nieuwe eigenaar. Beide werken zijn door particulieren aangekocht. Het spreekt haast vanzelf dat de voormalige bode op het gemeentehuis van Bennebroek reeds lang in vergetelheid was geraakt. In 1976 is een tekening in grijsblauwe inkt geveild door het Haagse veilinghuis Van Marle en Bignell. Een reproductie bevindt zich in de collecties van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) te ’s-Gravenhage. Het is een tafereel van ijspret op een bevroren gracht met veel mensen, paarden, honden en diverse tenten, feestelijk versierd met vlaggen. Op de achtergrond zien we enkele vastgevroren driemasters. Het is een gesigneerde sepia van 33 centimeter hoog en 44 centimeter breed. Het stadsgezicht doet denken aan Rotterdam met de Laurenskerk op de achtergrond. Voor tips van lezers die ander werk van deze vrijwel vergeten Bennebroekse kunstenaar kennen houd ik mij aanbevolen. Hans Krol Bronnen Gemeentearchief Bennebroek; Digitale Stamboom Kennemerland; RKD. Den Haag; Kramm; Thieme-Becker; Wurzbach; Scheen. Catalogus Kunst- en Antiek en Inboedelveiling uitsluitend uit het bezit van wijlen Mejonkvrouw A.L.Willink, Ambachtsvrouwe van Bennebroek (in het Huis te Bennebroek onder directie van Paul Brandt van 25 tot en met 31 october 1950). J.W.Groesbeek, Bennebroek: beeld van een dorpsgemeenschap, 1982. A.Meddens, De tijden veranderen; burgemeesters van Heemstede en Bennebroek 1811-1997, Alkmaar, 1997.
140
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
NOLLENBURG, HET VERHAAL VAN EEN VERDWENEN HOFSTEDE DEEL 3: NOLLENBURG IN DE ACHTTIENDE EN NEGENTIENDE EEUW
De familie Sebel en de hofstede Nollenburg In de eerste helft van de achttiende eeuw behoorde de hofstede Nollenburg toe aan Johannes Sebel. In de door mij bestudeerde bronnen wordt zijn familienaam ook wel als ‘Cebel’ geschreven.Voor zover ik na kon gaan waren Johannes Sebel en zijn nakomelingen allen lidmaat van de Nederlands Hervormde kerk te Bennebroek. Hoewel in beide families de namen Jan, Adriaan en Anthonie (of Teunis) regelmatig voorkomen, is het op dit moment niet bekend of de Bennebroekse familie Sebel verwant was met de familie Sebel die in de zeventiende eeuw in de omgeving van Zoetermeer en Zegwaard woonde. Volgens een belastingkohier uit 1730 verhuurde Johannes Sebel de hofstede Nollenburg dat jaar in vijf gedeelten. (1) Helaas worden de namen van de huurders niet genoemd. De eerste twee delen werden verhuurd voor veertien gulden per jaar, het derde voor achttien gulden, het vierde voor zestien gulden en het vijfde deel voor tien gulden per jaar. Gezamenlijk betaalden de vijf huurders dus jaarlijks 72 gulden aan huur. Dat de glorietijd van Nollenburg in de eerste helft van de achttiende eeuw voorbij was, blijkt wel heel duidelijk uit de volgende aantekening in het belastingkohier uit 1730: “zijnde een oude ende vervallen huys [Nollenburg] ende te dugten dat in weynig jaren ’t gebouw van geen waardije [waarde] sal wesen”. Johannes Sebel had de hofstede Nollenburg geërfd via zijn vrouw Elisabeth Hendriksdr., dochter van Hendrik Gerritszn. Na het overlijden van Elisabeth hertrouwde Johannes met Willemijntje Willemsdr. de Groot.Veel geld om de vervallen hofstede Nollenburg op te knappen zal Johannes Sebel niet hebben gehad, want in een belastingkohier uit 1742 wordt van hem gezegd dat hij “leeft van sobere inkomen”. Hij woonde toen bij zijn zoon Anthonie Janszn. Sebel, die in Bennebroek werkzaam was als meestermetselaar (in het belastingkohier uit 1742
De Nederlands Hervormde kerk te Bennebroek
HeerlijkHeden
141
HEERLIJKHEDEN 142
wordt hij ook wel “metselaarsbaas” genoemd). Anthonie Janszn. Sebel was niet alleen meestermetselaar en schepen, maar ook diaken (1732-1737) en ouderling (1738-1740, 1742-1744, 1746-1748, 1750-1752 en 1755-1757) van de Nederlands Hervormde kerk te Bennebroek. Op 5 augustus 1735 verklaarde Johannes Sebel dat de hofstede Nollenburg in het noordoosten grensde aan het land van Anthonie van den Oever (timmermansknecht), in het zuidoosten en zuidwesten aan de Bennebroekervaart, en in het noordwesten aan het land van Jan Jacobszn. van Maarleveld. Het land van Anthonie van den Oever lag aan het einde van de Reek. De op dit land gebouwde woning werd in 1730 door Anthonie van den Oever in twee delen verhuurd. Ter hoogte van het huis van Anthonie eindigde in de achttiende eeuw ook het jaagpad langs de Bennebroekervaart. Het is op dit moment nog onduidelijk of dit jaagpad ooit verder heeft doorgelopen in de richting van het Haarlemmermeer. Het land van Jan Jacobszn. van Maarleveld was in de achttiende eeuw afgesplitst van de hofstede Nollenburg. Op 30 oktober 1717 werd dit stukje land in erfpacht gegeven aan de in Bennebroek woonachtige chirurgijn Willem Sweers (dus niet op 17 mei 1657, zoals ik in het vorige deel van mijn artikel abusievelijk schreef). Willem Sweers gebruikte dit land als tuinland om daarmee in zijn levensonderhoud te voorzien. Na zijn overlijden werd het stukje grond aan de Reek op 4 september 1721 voor 25 gulden verkocht aan Jan Jacobszn. van Maarleveld. Het perceel was toen nog altijd in gebruik als tuinland, maar in 1731 werd er door Jan Jacobszn. van Maarleveld een huis op gebouwd. Johannes Sebel overleed in het voorjaar van 1749 en werd op 25 april 1749 in Bennebroek begraven. Daarna werd de hofstede Nollenburg op 20 juni 1749 door zijn erfgenamen via een openbare verkoop verkocht in de herberg de Geleerde Man. Hoewel de hofstede eerder in vijf delen werd verhuurd, werd Nollenburg in 1749 slechts in vier delen verkocht. Blijkbaar had men twee woningen samengevoegd. Koper van het eerste deel was Willem Lotting, die daarvoor 50 gulden betaalde. Willem van Boekhorst (schepen van Bennebroek) was koper van het tweede deel, inclusief de bovenkamer die eerder door hem werd bewoond. Hij betaalde daarvoor 190 gulden. Het derde deel werd verkocht aan Jan Lotting voor het bedrag van 89 gulden. Anthonie Sebel (oud-schepen van Bennebroek) was koper van het vierde en laatste deel. Hij betaalde daarvoor 77 gulden. Hoewel er in de voorgaande jaren ook een Anthonie Adriaanszn. Sebel als schepen actief was in Bennebroek, gaat het in dit geval vermoedelijk om Anthonie Janszn. Sebel (de bovengenoemde zoon van Johannes Sebel). Op 6 oktober 1758 verkocht Anthonie Janszn. Sebel zijn deel van Nollenburg voor 150 gulden aan Klaas van Gerven. Hij wist dus een aardige winst op te strijken.
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Johannes Sebel († 1749) x (1) Elisabeth Hendriksdr. (2) Willemijntje Willemsdr. de Groot
1 Anthonie Sebel († 1773) x (1) Johanna van den Burg (2) Anna Kramer 1 Willemijntje Sebel († 1759)
1 Willem Sebel († 1745) x Jannetje Nieuwenbeek
Evert Sebel Willemijntje Sebel († vóór 1786) († na 1801) x x Margaretha Dekker Jan van Lingen
2 Jan Sebel († ca.1783)
Maria Sebel († ca. 1810)
Fragmentgenealogie van de familie Sebel.
Andere bezittingen van de familie Sebel in Bennebroek De in Bennebroek woonachtige familie Sebel was in de achttiende eeuw niet alleen eigenaar van de hofstede Nollenburg, maar bezat ook diverse andere percelen en huizen aan de Reek, Binnenweg en Bennebroekerlaan. De Reek Johannes Sebel had via zijn vrouw Elisabeth Hendriksdr. niet alleen de hofstede Nollenburg geërfd, maar ook nog een tweede aan de Reek gelegen woning. Op 5 augustus 1735 verklaarde hij dat dit huis in het oosten grensde aan het land van de ambachtsvrouwe van Bennebroek (Adriana Constantia Sophie Sohier de Vermandois), in het zuidoosten aan het land van Gerrit van Alkemade, in het zuidwesten aan de Bennebroekervaart, en in het noordwesten aan het land van Maria Adriaansdr. Schuyten. Omdat Nollenburg werd verhuurd, woonde Johannes Sebel in dit huis aan de Reek.Volgens het belastingkohier uit 1730 bewoonde Johannes slechts de helft van het huis en verhuurde hij de andere helft voor zestien gulden per jaar (de naam van de huurder wordt helaas niet genoemd). Als weduwnaar en erfgenaam van Elisabeth Hendriksdr. en Willemijntje Willemsdr. de Groot verkocht Johannes Sebel deze woning aan de Reek, die op erfpachtgrond stond, op 3 maart 1741 aan zijn zoon Anthonie Janszn. Sebel. Na de verkoop wilde hij graag in het huis blijven wonen zonder daarvoor huur te moeten betalen. In de transportakte eiste hij namelijk “een vertrek van het verkogte, daar hij tegenwoordig in woond, sonder eenige huure ofte vergoedinge, ook ingeval den voornoemde comparant [Johannes Sebel] uyt
HeerlijkHeden
143
HEERLIJKHEDEN
sijn nalatenschap niet begraven konde werden, het tekortkomende tot lasten van den voornoemde kooper [Anthonie Janszn. Sebel] koomen sal”. Johannes Sebel stelde dus ook meteen zijn begrafenis veilig. Anthonie ging hiermee akkoord, en volgens het eerder genoemde belastingkohier uit 1742 blijken Johannes en Anthonie Sebel dat jaar inderdaad in het zelfde huis aan de Reek te wonen. De gang van zaken rond de verkoop van het huis aan de Reek bevestigt de opmerking in het belastingkohier uit 1742 dat de financiële situatie van Johannes Sebel in deze tijd niet zo heel erg gunstig was. Voor zover bekend heeft Anthonie Janszn. Sebel vanaf 1741 altijd in dit huis aan de Reek gewoond. Anthonie Janszn. Sebel was aanvankelijk getrouwd met Johanna van den Burg. Zij werd op 28 september 1735 begraven in het graf met nummer 37 in de Nederlands Hervormde kerk van Bennebroek. Dit graf was vier dagen eerder door Anthonie gekocht.Voor zover ik na kon gaan kregen Anthonie Janszn. Sebel en Johanna van den Burg slechts één kind: Willemijntje. Zij werd op 25 december 1729 gedoopt, waarbij Johannes Sebel en Willemijntje Willemsdr. de Groot optraden als doopgetuigen. Willemijntje Sebel overleed op dertigjarige leeftijd en werd op 27 november 1759 begraven in het graf met nummer 37. Na het overlijden van Johanna van den Burg hertrouwde Anthonie Janszn. Sebel met Anna Kramer. Van dit laatste echtpaar zijn mij op dit moment geen kinderen bekend. Anthonie en Anna overleden kort na elkaar in 1773. Anthonie werd op 18 augustus begraven, en Anna op 16 september. Allebei vonden ze hun laatste rustplaats in het graf met nummer 37. Na het overlijden van Anthonie Janszn. Sebel en Anna Kramer werd hun woning aan de Reek op 23 oktober 1773 in de herberg de Zwarte Hond via een openbare verkoop verkocht. De koper was Hendrik van Beuningen, die op 11 juni 1773 door de ambachtsheer van Bennebroek tot chirurgijn was benoemd. (2) Hendrik was niet de eerste chirurgijn aan de Reek, want in de zeventiende eeuw was hier al een medische winkel gevestigd. (3)
De Reek
144
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Op 8 mei 1739 kreeg Anthonie Janszn. Sebel van Willem de Bruyn, ambachtsheer van Bennebroek, een strookje land in erfpacht in de boomgaard van diezelfde Willem de Bruyn. Deze boomgaard was gelegen in de buurt van de Reek naast het erf van Johannes Sebel. Het strookje land, met een breedte van 4¼ roede en een lengte van tien roeden, werd in het noordoosten begrensd door de nieuwe sloot, in het zuidoosten door het land van Cornelis Simonszn. van der Krul, in het zuidwesten door het land van Johannes Sebel en de erfgenamen van Maria Adriaansdr. Schuyten, en in het noordwesten aan het land van Willem de Bruyn. De jaarlijkse erfpacht bedroeg drie stuivers en diende te worden betaald op 1 februari. Anthonie Janszn. Sebel had in achttiende eeuw nog een ander perceel aan de Reek in eigendom. Op 5 juni 1772 verkocht hij namelijk een groot gebouw, “van ouds genaamt het pakhuys” voor 450 gulden aan Willem Janszn., schepen van Bennebroek. De oorsprong van dit gebouw gaat terug tot de zeventiende eeuw. Gezien de naam ‘het pakhuis’ zal het aanvankelijk als opslagruimte hebben gediend. In 1772 blijken er echter drie woningen in dit gebouw gevestigd te zijn. De Binnenweg Willem Janszn. Sebel kocht op 1 mei 1739 een huis aan de Binnenweg van de diaconie van Bennebroek. Dit huis grensde in het zuidwesten aan de woning van de chirurgijn van Bennebroek. In het belastingkohier uit 1742 wordt Willem Sebel “metselaarsknecht” genoemd. Mogelijk werkte hij in het bedrijf van zijn broer Anthonie, die zoals bekend meester-metselaar was. Willem Janszn. Sebel was schepen van Bennebroek in 1736. Er zijn geen aanwijzingen dat hij ooit kerkmeester, diaken of ouderling is geweest. Na het overlijden van Willem Janszn. Sebel raakte zijn weduwe Jannetje Nieuwenbeek in financiële moeilijkheden waardoor zij genoodzaakt was om op 6 september 1754 een bedrag van 500 gulden te lenen van de diaconie van Bennebroek. Ondanks deze financiële problemen hoefde de woning aan de Binnenweg niet te worden verkocht. Het gaat hierbij overigens om dezelfde woning (Binnenweg 10) waar in het vorige nummer van HeerlijkHeden door Hans Krol het één en ander over geschreven is. Na het overlijden van Jannetje Nieuwenbeek ging dit huis over in handen van haar zoon Evert Sebel. Diezelfde Evert kreeg op 5 augustus 1774 samen met zijn zus Willemijntje Sebel een stuk land in erfpacht van Johannes Nutges, ambachtsheer van Bennebroek. De erfpacht bedroeg één gulden, twee stuivers en acht penningen en moest ieder jaar op 1 juli aan de ambachtsheer worden betaald. Toen Evert Sebel was gestorven verkocht zijn weduwe Margaretha Dekker de woning aan de Binnenweg op 3 februari 1786 aan Elias van der Bron, die in Bennebroek werkzaam was als gerechtsbode. In de eerste helft van de jaren zestig van de achttiende eeuw was Elias van der Bron ook enige tijd diaken van de Nederlands Hervormde kerk te Bennebroek. In 1786 trad hij als weduwnaar in het huwelijk met Margaretha Dekker (de weduwe van Evert Sebel). Dat gebeurde enkele maanden na de verkoop van de bovengenoemde woning aan de Binnenweg. Elias van der Bron was vermoedelijk een zoon van Dirk van der Bron, schepen van Heemstede in 1734 en 1735, die op 16 juni 1743 optrad als
HeerlijkHeden
145
HEERLIJKHEDEN
getuige bij de doop van Evert Sebel, zoon van Willem Janszn. Sebel en Jannetje Nieuwenbeek. In navolging van zijn broer Willem, kocht Anthonie Janszn. Sebel op 8 januari 1745 eveneens een woning aan de Binnenweg. Dit huis stond ongeveer op dezelfde plek als de huidige woning Binnenweg 8. Lang heeft hij het niet in bezit gehad, want in 1746 verkocht Anthonie Janszn. Sebel zijn huis aan de Binnenweg alweer door aan Willem Janszn. van Alkemade, presidentschepen van Bennebroek, kerkmeester, diaken en ouderling van de Nederlands Hervormde kerk te Bennebroek. De Bennebroekerlaan Op 7 september 1736 kocht Anthonie Janszn. Sebel van de in Hillegom woonachtige leerlooier Dirk Simonszn. van Bourgondiën voor 1150 gulden een kleerblekerij aan de Bennebroekerlaan met een omvang van 235 roeden (ongeveer 0,33 hectare). Hiervan lagen 172 roeden op erfpachtgrond. Dirk Simonszn. van Bourgondiën trad tijdens deze verkoop op uit naam van zijn echtgenote Maria van Opmeer. Maria was volgens de hier behandelde transportakte een dochter van Jannetje Gijsbertsdr. van der Laan en Cornelis Thielemans van Opmeer. In de trouwakte van 17 september 1690, die door de schout en schepenen van Heemstede was opgesteld, wordt echter gesproken over Cornelis Govertszn. Thielemans. De toevoeging ‘Van Opmeer’ duidt vermoedelijk op de plaats waar (de familie van) Cornelis oorspronkelijk vandaan kwam. Gijsbert Dirkszn. van der Laan - de grootvader van Maria van Opmeer had de kleerblekerij aan de Bennebroekerlaan op 18 februari 1672 gekocht (vermoedelijk van zijn broer Anthonie Dirkszn. van der Laan, die deze kleerblekerij had opgericht). De kleerblekerij ging eerst nog over in handen van Dirk Gijsbertszn. van der Laan, maar vererfde later op Maria van Opmeer. Volgens de transportakte uit 1736 grensde de kleerblekerij in het noordoosten aan de Bennebroekerlaan, in het zuidoosten aan het land van schoolmeester en bleker Pieter du Rieu, in het noordwesten aan het land van Gerrit Pieterszn. van der Putten en in het zuidwesten aan de wildernis. De kleerblekerij aan de Bennebroekerlaan is tot 1763 eigendom geweest van Anthonie Janszn. Sebel. Verbrokkeling van de hofstede Nollenburg Hoewel de hofstede Nollenburg in de jaren dertig en veertig van de achttiende eeuw in vijf delen werd verhuurd, vond de werkelijke verbrokkeling pas plaats in 1749. Tot die tijd had Nollenburg namelijk één eigenaar. Na het overlijden van Johannes Sebel werd de hofstede in vier delen verkocht en waren er dus ook vier verschillende eigenaars. Toch werd de band tussen deze vier delen niet meteen volledig verbroken. Tot 1806 werd er namelijk nog gebruik gemaakt van een gemeenschappelijke waterput die oorspronkelijk deel uit maakte van de hofstede Nollenburg.
146
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
De Katholieke schaal van Bennebroek Op 3 februari 1797 verkocht Jan Koorengel zijn deel van Nollenburg aan de Katholieke schaalvaders van Bennebroek. De door de ambachtsheer aangestelde schaalvaders werden ook wel armmeesters genoemd. Zij waren dus betrokken bij de armenzorg. Eén keer per twee maanden gingen zij met de schaal langs de deuren om geld in te zamelen voor de armen. Mede dankzij giften en legaten beschikte de Katholieke schaal van Bennebroek in de achttiende eeuw over een behoorlijk eigen vermogen. De financiële situatie was dermate gunstig, dat in 1797 een gedeelte van de voormalige hofstede Nollenburg kon worden aangekocht. Hiervan werd een deel verhuurd, en in het overgebleven deel werd een armenhuis gevestigd. Het armenhuis was bedoeld voor Katholieke armen die (tijdelijk) geen eigen woonruimte hadden. In twee belastingkohieren uit 1802 en 1803 worden de namen genoemd van de eigenaren van de vier delen van de voormalige hofstede Nollenburg. Het eerste deel behoorde in deze jaren toe aan Gerrit Weezel (hij betaalde één gulden en vijf stuivers aan belasting), het tweede deel was eigendom van een lid van de familie Van der Putten (die eveneens één gulden en vijf stuivers betaalde), het derde deel behoorde toe aan de “Roomse schaal” (die twee gulden en tien stuivers betaalde), en het vierde deel was eigendom van Jurriaan Koenderman (hij betaalde één gulden). Gezien de hoogte van de belastingaanslag, moet van alle vier de delen het aan de Katholieke schaal toebehorende deel toch wel het grootst zijn geweest.
De omgeving van de Reek in 1818 (detail van een kaart van landmeter F.J. Nautz).
In 1819 bedroegen de kosten voor het onderhoud van het armenhuis aan de Reek 63 gulden. Het jaar daarop (5 augustus 1820) verklaarden de Katholieke armmeesters van Bennebroek dat één persoon volledige steun van hen ontving en dat daarnaast zeven personen gedeeltelijk werden ondersteund. In 1822 legateerde de weduwe Koenderman haar aan de Reek gelegen woning aan de Katholieke schaalvaders van Bennebroek. (4) Volgens Maarten Verkaik lag deze
HeerlijkHeden
147
HEERLIJKHEDEN
woning naast de hofstede Nollenburg. Zoals gezegd was Jurriaan Koenderman in 1802 en 1803 eigenaar van een deel van de voormalige hofstede Nollenburg. Daarom lijkt het er op dat in 1822 niet een aparte woning, maar een deel van Nollenburg aan de Katholieke schaal werd gelegateerd. In dat geval beschikte de Katholieke schaal van Bennebroek vanaf 1822 over twee van de vier delen van de oude hofstede Nollenburg. Kleerbleker en raadslid Laurens Veldt Volgens de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel van het Kadaster waren de “Roomsch Catholijke Armen” van Bennebroek in 1832 alleen nog eigenaar van een stukje grond aan de Reek met een omvang van vijf vierkante roeden en 60 vierkante el. In het zogenoemde ‘Nederlandsch Metriek Stelsel’ (dat tussen 1820 en 1870 werd gehanteerd) was één vierkante roede gelijk aan één are en één vierkante el gelijk aan één centiare. (5) Het lijkt er op dat de Katholieke schaalvaders van Bennebroek (net als de andere eigenaars) hun delen van de voormalige hofstede Nollenburg tussen 1822 en 1832 van de hand hebben gedaan. Het grootste deel van het terrein in de knik van de Bennebroekervaart was in 1832 namelijk eigendom van de in Bennebroek woonachtige kleerbleker Laurentius (of Laurens) Veldt, die in 1811 en 1817 als raadslid betrokken was bij het gemeentebestuur. (6) Fragmentgenealogie van de familie Veldt.
Laurentius Veldt († 1833) kleerbleker/raadslid x Katharina Looijen Jan Veldt († ca. 1864) x Allegonda Cremers († 1822)
Jacobus Veldt († 1847) x Anna Brinkman († 1885)
Petrus Veldt († ca. 1870) x Maria Jansen
Willem Veldt († 1813) s.p.
Laurentius Hendricus Veldt Maria Louisa Veldt († 1896) x Hendricus Peeperkorn
Catharina Hendrica Margaretha Johanna Petronella Paulina Veldt Veldt Veldt († 1921) († 1912) († ca. 1900) x x x Johannes Gerardus Cornelis Hermanus Hendrik van der van der Horst Eldering Weiden
Anthonia Hendrica Veldt († 1839) 148
HeerlijkHeden
Laurentius Hendrikus Veldt († 1893)
Anthonius Hendrikus Veldt († ca. 1910)
HEERLIJKHEDEN
De aan de Reek gelegen bezittingen van Laurens Veldt bestonden uit drie stukken land die werden gebruikt als tuin en drie huizen. Waarschijnlijk gaat het daarbij onder andere om de hofstede Nollenburg. In 1832 woonde Laurens Veldt zelf aan de zuidkant van de Bennebroekerlaan (even ten oosten van de buitenplaats Duinlaan). Daar lagen ook zijn bleekvelden. De huizen aan de Reek werden waarschijnlijk verhuurd, maar het is niet bekend aan wie. Naast de bovengenoemde huizen van Laurens Veldt stond er in de knik van de Bennebroekervaart nog een andere woning. Dit huis was in 1832 eigendom van de in Bennebroek wonende arbeider Jan van Muijen. Mogelijk was dit de woning aan het einde van de Reek die in de achttiende eeuw toebehoorde aan Anthonie van den Oever. Enkele zonen van de Bennebroekse kleerbleker Laurens Veldt verhuisden aan het begin van de negentiende eeuw naar Heemstede. Eén van hen was Jacobus Veldt. Hij trouwde op 11 februari 1827 met de in Heemstede geboren Anna Brinkman (dochter van Anthonie Brinkman en Maria Hulsing). Diverse dochters van Jacobus en Anna traden vervolgens in het huwelijk met leden van bekende Heemsteedse families (zie bovenstaande fragmentgenealogie).(7) Het einde van de hofstede Nollenburg Op dit moment heeft mijn onderzoek nog geen gegevens opgeleverd over de sloop van de hofstede Nollenburg. Daarom is het helaas niet mogelijk om aan te geven wanneer Nollenburg uit het Bennebroekse straatbeeld is verdwenen. Net als het begin, is ook het einde van Nollenburg in nevelen gehuld. Het staat slechts vast dat er van deze hofstede geen materiële resten bewaard zijn gebleven.
Op de bovenstaande kaart van Bennebroek uit de Gemeente Atlas van Nederland zijn in de knik van de Bennebroekervaart twee gebouwen getekend. Indien dit de werkelijke situatie weergeeft, dan zou één van die gebouwen Nollenburg kunnen zijn. De Gemeente Atlas van Nederland werd in 1871 in Leeuwarden uitgegeven door Hugo Suringar. De kaarten voor deze atlas werden tussen 1865 en 1870 getekend door Jacob Kuyper (1821-
De omgeving van de Reek omstreeks 1865 (detail van een kaart uit de Gemeente Atlas van Nederland).
HeerlijkHeden
149
HEERLIJKHEDEN 150
1908), aardrijkskundige en cartograaf. Hoewel het er op lijkt dat Nollenburg omstreeks 1865 nog niet was gesloopt, vormt deze ene kaart een te wankele basis om degelijke uitspraken te kunnen doen over het moment waarop deze Bennebroekse hofstede uit het straatbeeld verdween. Volgens het onderschrift van de door Jacob Kuyper getekende kaart telde Bennebroek in deze tijd overigens 664 inwoners en bedroeg de totale oppervlakte van de gemeente 178 bunder (= 178 hectare). Maarten van Bourgondiën Noten 1. Noord-Hollands Archief, Archief van de Heerlijkheid Bennebroek, inv. nr. 100 (kohieren der verpondingen 1648-1803). 2. M. Verkaik, ‘Armenzorg in Bennebroek. Deel 3’, in: HeerlijkHeden 26e jaargang no. 99 (februari 1999) 32-40, aldaar 37. 3. M. Bakker, M. van Bourgondiën, F. Harm, H. Krol en C. Peper, Monumenten van Heemstede en Bennebroek. Opnieuw een keuze uit de parels van de Heerlijkheden (Heemstede 2005) 39. Hier wordt overigens (in navolging van mr. J.W. Groesbeek) nog abusievelijk vermeld dat Anthonie Sebel en Anna Kramer de woning aan de Reek zelf aan Hendrik van Beuningen hadden verkocht, terwijl het in werkelijkheid de uitvoerders van het testament van Anthonie en Anna waren. 4. M. Verkaik, ‘Armenzorg in Bennebroek II’, in: Nieuwsbrief VOHB 25e jaargang no. 98 (november 1998), 188-195, aldaar 195. 5. J.M. Verhoeff, De oude Nederlandse maten en gewichten (Amsterdam 2e druk 1983) 132. 6. Mr. J.W. Groesbeek, Bennebroek. Beeld van een dorpsgemeenschap (Zutphen 1982) 27 en 32. 7. http://www.haarlem.digitalestamboom.nl
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
NIEUWE LEDEN Heemstede Mw. A.B. de Rooij Dhr. R. Ates Dhr. E.M.Vargas Broekhof Fa. Cluwen Mw. M.M. Köller-Poldervaart Dhr. P. Schönhuth Mw. A.C. Zwaan Dhr. R.Vis Fam. Peperkoorn
Bennebroek Dhr. J.L. Hijmans Dhr. F. Vrieze Dhr. B.v.d. Bos Haarlem Mw. M.O. van Heijkoop-van Hees Dhr. M. Meuleman
koekSLAAN
Uit de jeugd van Gerard Smit van het Heemsteedsch Woningbureau, dus uit de tijd rond het jaar 1900, stamt deze foto. Hij is gemaakt tijdens een kermis op het Wilhelminaplein. De jonge man rechts met de knuppel staat klaar om het voorwerp op kruk, een koek, met een paar welgemikte slagen in stukken te slaan. Dit spel, het zogenaamde koekhakken, is al heel oud. Er zijn al afbeeldingen uit de 17e eeuw.Vroeger hakte men met een bijl, maar omdat daar geregeld ongelukken mee gebeurden, werd die vervangen door een knuppel. De koek was taai en stroperig en dus lang niet zo makkelijk door te slaan als de ontbijtkoek van nu. Wie won mocht de koek meenemen.
HeerlijkHeden
151
HEERLIJKHEDEN
UIT VOORRAAD LEVERBAAR De VOHB heeft voor de geïnteresseerde lezer nog een aantal uitgaven in voorraad die misschien nog niet allemaal in uw boekenkast staan.Vooral voor diegenen die nog niet zo lang lid zijn kan dit een welkome aanvulling zijn van datgene, dat u al wel heeft. Tussen haakjes staat het jaar van verschijnen. U kunt uw wens kenbaar maken aan mevrouw Anja Kroon (023- 5281008,
[email protected]). Verkoopprijs in euro De geschiedenis van het Huis te Heemstede (1952) (3 delen) 13,50 Deel 1 Schets van het leven van A. Pauw (1948) 4,50 Deel 2 Enkele gegevens omtrent Adriaan Pauw en het slot van Heemstede (1949) 4,50 Deel 3 Het huis en de Heren van Heemstede tijdens de Middeleeuwen (1952) 4,50 Wees- en armhuis te Heemstede 1796-1861(1952) 8,00 Geschiedenis van Onderwijs in Heemstede deel 1 1600-1800 (1953) 5,00 Geschiedenis van Onderwijs in Heemstede deel 2 1800-1954 (1954) 5,00 Historie hofstede Paradijs later Meer en Bosch (1960) 4,00 Bennebroek,Vogelenzang Blekersdorp (1965) 4,00 Poort van het Oude Slot (tekening P. Kapsenberg) (1980) 4,50 Zo zijn Heemstede en Bennebroek (1984) 4,00 Adriaen Pauw (1585-1653), staatsman en ambachtsheer (1985) 10,50 Verjaardagskalender met reproductie van oude prenten buitenplaatsen 1,00 De geschiedenis van het buitengoed Bosbeek in Heemstede en van het adellijk geslacht Van Merlen (1987) 6,00 Van achter de Blaeuwen Engel: Hervormd Heemstede in de 17e eeuw (1987) 6,50 Heruitgave plattegrond Heemstede van 1929 (1988?) 5,00 Eiland in de stroom, Hervormd Heemstede in de 18e eeuw (1988) 6,50 Heemstede-Bennebroek 1907-1931: een gids door de jaren (1988) 2,30 Gezondheidszorg in Heemstede (1988) 6,00 Heemsteedse Gemeentepolitiek in de jaren tussen omstreeks 1750 en 1900 (1989) 4,50 Zes reproducties van oude prentbriefkaarten (1990) 1,00 De geschiedenis van het orgel in de dorpskerk te Bennebroek (1992) 3,50 Heemstede, Berkenrode en Bennebroek; drie heerlijkheden in Zuid-Kennemerland (1992) 8,00 Het Huis te Bennebroek en zijn bewoners (1992) 6,50 Kroniek van het jaar 1895 Heemstede en Bennebroek (1994) 2,00 Vier constructies voor een plek (Oude Slot) (1994) 1,00 De ondergrondse pers in Heemstede 1940-1945 (1995) 2,50 De tijden veranderen: burgemeesters Heemstede en Bennebroek 1811-1997 (1997) 9,10 Vijftig jaar van oud naar nieuw 1947-1997 (1997) 4,00 Videoband: een wandeling door Heemstede en Bennebroek (1997) 6,50 Ons dorp Heemstede en Bennebroek. Geschreven voor de jeugd (1997) 2,50 Hartekampkaart uit 1706; facsimile-uitgave en een toelichting (1999) 2,50 Zorg aan de duinrand: Kennemeroord, Kennemerduin, Parkzicht, Westerduin (2000) 15,00 Vier eeuwen Voorkoekoek-Ipenrode; een historische buitenplaats in Heemstede (2001) 7,00 40 jaar Heemsteeds kunstkring (2002) 1,00 Facsimile van kaart van W.Blaeu uit 1631 van Rijnland en Amstelland (2004) 3,00 Monumenten van Heemstede: een keuze uit de parels van de Heerlijkheid (2004) 10,00 Monumenten van Heemstede en Bennebroek: opnieuw een keuze uit de parels van de Heerlijkheden (2005) 12,00
Verder zijn er van diverse afleveringen van het VOHB-tijdschrift HeerlijkHeden nog losse nummers beschikbaar voor € 2,50 euro per stuk.
152
HeerlijkHeden