HEERLIJK HEDEN
INHOUD
blz
Van het bestuur • Verslag van de ALV op 24-5-2007 in het Oude Slot • Kennismaking met de nieuwe voorzitter • Reactie VOHB op besluit gemeenteraad Binnenweg • Gezocht: sneeuwfoto’s van Bennebroek
118 121 123 120
Evenementen • Excursie naar Leiden op 15 september 2007 • Impressie van feestelijkheden in het jubileumjaar
125 126
Heemstede • Linnaeus’ vruchtbare jaren op de Hartekamp, deel 1 • Restaurant Landgoed Groenendaal 90 jaar • Jan van Heemstede, een grafelijk ambtenaar in diskrediet • Reactie op de foto ‘Koninginnedagviering 1945’ in HeerlijkHeden 132 • De Binnenweg in vroeger tijden, deel 1 • Gevonden in het VOHB-archief
151 154 158
Bennebroek • Expositie in het gemeentehuis
130
Vaste rubrieken • Historische actualiteiten • Reacties van lezers • Nieuwe leden
159 163 153
131 141 145
Illustratie voorzijde: het borstbeeld van Adriaan Pauw in de tuin van het Oude Slot. Het werd onthuld op 24 april 2007 als cadeau van de VOHB aan de inwoners van Heemstede en Bennebroek ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum van de vereniging. (Foto: Cees Peper)
HeerlijkHeden
117
HEERLIJK HEDEN BESTU UR
VERSLAG VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE VERENIGING OUD HEEMSTEDE-BENNEBROEK OP 24 APRIL 2007 (OUDE SLOT, HEEMSTEDE) Aanwezig: het bestuur van de VOHB en ca 120 leden. 1 Opening De voorzitter, drs G. Brand, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij stelt vast dat op deze feestmiddag een groot aantal leden belangstelling toont, niet alleen voor de feestmiddag, maar ook voor deze korte formele ledenvergadering. 2 Verslagen van de voorgaande ledenvergaderingen De verslagen van de algemene ledenvergadering d.d. 30 november 2006 en 11 mei 2006 worden beide, zowel wat de tekst als de inhoud betreft, zonder verdere opmerkingen door de Algemene Ledenvergadering goedgekeurd en vastgesteld. 3 Jaarverslag over 2006 Het jaarverslag over het jaar 2006 van de VOHB is gepubliceerd in HeerlijkHeden. De inhoud noch de tekst van de het verslag geeft de aanwezigen aanleiding tot het maken van opmerkingen of het stellen van vragen. Het verslag is hiermee vastgesteld. 4 Financieel jaarverslag over 2006 De penningmeester, Ton Bruseker, geeft een korte toelichting op het financieel verslag. Hij stelt vast dat het eigen vermogen van de VOHB is toegenomen. Een van de oorzaken daarvan is het feit dat de monumentenboeken goed zijn verkocht. Voorts stelt de heer Bensdorp, als voorzitter van de kascommissie, vast dat de (vorige) penningmeester, Alexander Koopman, professioneel heeft boekgehouden en de kas heeft beheerd. De kascommissie heeft zich laten leiden door de wens dat de activiteiten van de penningmeester zowel volledig, als transparant en betrouwbaar zouden zijn en heeft vervolgens geconstateerd dat dit ook is waargemaakt. Het beheer voldeed aan de hoogste eisen, als gevolg waarvan de voorzitter van de kascommissie voorstelt de penningmeester decharge te verlenen. De vergadering bekrachtigt dit met applaus. Tot nieuw lid van de kascommissie wordt benoemd mevrouw L. Postma.
118
HeerlijkHeden
Marc de Bruijn doet enige mededelingen over het programma van de VOHB voor het lopende jaar. Inmiddels heeft een expositie over de VOHB en het verleden van Heemstede en Bennebroek plaatsgevonden in de bibliotheken van Heemstede en Bennebroek. De feestmiddag (diezelfde dag in het Oude Slot) maakt ook deel uit van het jubileumprogramma. Op 17 juni (vaderdag) zal een historische fietstocht worden georganiseerd met een laagdrempelig karakter, gericht op vaders en kinderen maar uiteraard ook voor andere belangstellenden. De VOHB doet mee aan de Open Monumentendag begin september. Voor de najaarsbijeenkomst van de VOHB op 15 november worden kerst- en nieuwjaarskaarten ontworpen met historische foto’s van de beide gemeenten. In HeerlijkHeden wordt uitvoeriger op de rest van het programma teruggekomen. 6 Benoeming van twee leden in het bestuur
HEERLIJK HEDEN BESTU UR
5 Programma 2007
In verband met het aftreden van Gerard Brand is een vacature gesteld voor het voorzitterschap. Het bestuur heeft de heer drs. Jaap Verschoor voorgedragen als opvolger van de heer Brand. Na een korte toelichting van Jaap Verschoor over zijn achtergronden en zijn motivering om zich hiervoor kandidaat te stellen, benoemt de vergadering Jaap Verschoor met applaus tot voorzitter. Ook zal er eind van dit jaar een vacature ontstaan door het vertrek van Anja Kroon. Vooruitlopend op deze vacature benoemt de vergadering hierin Marloes van Buuren, die als lid van de Redactie van HeerlijkHeden als enige tijd betrokken is bij bestuurlijke activiteiten van de VOHB. Na zijn benoeming geeft Jaap Verschoor zijn zienswijze op een aantal zaken binnen de VOHB, waaraan zijns inziens meer gedaan kan worden. In de paar maanden waarin hij wat meer betrokken is bij de VOHB, heeft hij vastgesteld dat het een enthousiaste club is die veel goed werk doet. Voor de leden, maar ook (waar het gaat om de bemoeienis met bestemmingsplannen) in het algemeen belang. Toch moet de Vereniging zichtbaarder, tastbaarder en hoorbaarder worden voor de leden én de buitenwereld. Hij zou de leden graag meer willen betrekken bij de vereniging. Er zijn ruim 1000 leden, van wie er zo’n 25 echt actief zijn; dan moet beter kunnen. Een van de taken waarvoor de nieuwe voorzitter zich gesteld ziet is het vergroten van het clubgevoel van de leden onderling. Na deze woorden bedankt Jaap Verschoor zijn voorganger voor de drie jaren, waarin hij de Vereniging heeft geleid. Ook de secretaris spreekt enige woorden van dank en waardering voor de heer Brand en laat zijn goede wensen vergezeld gaan van een drietal historische boekwerken als dank voor de prettige samenwerking in het bestuur.
HeerlijkHeden
119
HEERLIJK HEDEN BESTU UR
7 Rondvraag en sluiting In de rondvraag wordt de vraag gesteld waarom de VOHB zich niet heeft bemoeid met de ‘toedeling’ van Bennebroek aan Bloemendaal. Met dit politiek besluit zou een historische fout gemaakt worden en wordt de unieke kans om Bennebroek en Heemstede na 353 jaar weer te verenigen vernietigd. Ad van Unnik deelt mede dat de VOHB ook in deze kwestie het standpunt heeft gehanteerd dat zij geen uitspraken kan doen over politieke zaken in de gemeente. Wel heeft hij - niet als secretaris van de VOHB, maar als privépersoon - ingesproken in de gemeenteraadsvergadering van Bennebroek. Gerard Brand, die nog de rest van deze dag als voorzitter zal optreden stelt vast dat er geen zaken meer aan de orde zijn en sluit de vergadering met een woord van dank aan alle aanwezigen. Ad van Unnik secretaris
GEZOCHT: SNEEUWFOTO’S VAN BENNEBROEK Zoals u in de inleg in dit blad heeft kunnen zien, is de VOHB is bezig met het maken van een set kerstkaarten. We zoeken hiervoor nog originele sneeuwfoto’s uit Bennebroek, bijvoorbeeld met de Oude Kerk erop. Als u een dergelijke foto (kleur of zwartwit) heeft, wilt u dan contact opnemen met Marc de Bruijn, 023 - 5291554. Wij scannen de foto dan in en vanzelfsprekend krijgt u hem onbeschadigd retour. Van Heemstede hebben we in principe genoeg, maar als u denkt het ultieme Heemsteedse wintertafereeltje te hebben, dan houden wij ons ook daarvoor van harte aanbevolen. Marc de Bruijn
120
HeerlijkHeden
Op 24 april 2007 droeg Gerard Brand de voorzittershamer over aan Jaap Verschoor. Wie er die dag van het jubileumfeest op het Oude Slot bij was, heeft de nieuwe voorzitter zichzelf horen introduceren. Voor alle anderen stelt hij zich ook graag hier in HeerlijkHeden aan u voor. Jaap, je bent een nieuw gezicht in de vereniging. Hoe ben je bij de VOHB gekomen? Ik ben in 1998 in Heemstede komen wonen. Daarvoor woonde ik in Haarlem, waar ik lid was van de Vereniging Haerlem. In Heemstede hebben we dat omgezet in het lidmaatschap van de VOHB. Maar ik was een beetje een ‘slapend’ lid. Ik las het blad, maar kwam nooit naar de ledenvergaderingen en ging ook niet mee met excursies. Door mijn achtergrond als historicus volg ik uiteraard wat er gebeurt op historisch gebied in de omgeving. Daarom ben ik in de loop der tijd de HeerlijkHeden wat kritischer gaan lezen en toen in het voorjaar van 2006 een oproep aan de lezers geplaatst werd om te reageren als zij suggesties hadden voor materiaal of andere ideeën, heb ik een behoorlijk uitgebreide brief geschreven. Mijn vermoeden was: als je met zulke gedetailleerde voorstellen komt, zal je wel uitgenodigd worden om eens te komen praten en volgt er wellicht een verzoek om lid te worden van de redactie.
HEERLIJK HEDEN BESTU UR
KENNISMAKING MET DE NIEUWE VOORZITTER
De nieuwe voorzitter van de VOHB, Jaap Verschoor. (Foto: Marloes van Buuren)
Het liep anders. Je werd niet uitgenodigd door de redactie maar gebeld door de voorzitter. Ja, na de bevestiging van de ontvangst van mijn brief bleef het enige tijd stil. Daarna bedankte de redactie mij voor mijn uitgebreide reactie en zegde toe een deel van mijn suggesties over te nemen. Weer enkele maanden later, in oktober of november, werd ik gebeld door voorzitter Gerard Brand. Naar aanleiding van mijn brief van mei wilde hij graag kennismaken, aangezien gebleken was dat ik wilde meedenken over de vereniging. Er volgde een afspraak en aan het einde van dat gesprek zei Gerard dat ze op zoek waren naar een voorzitter en vroeg hij of ik mijn circuit misschien iemand wist. Terloops voegde hij eraan toe: “Of zou je het zelf misschien willen? Denk er maar eens over na.”
HeerlijkHeden
121
HEERLIJK HEDEN BESTU UR
Wat was jouw reactie? Ik heb er goed over nagedacht, want er gaat natuurlijk aardig wat tijd in zitten. Na een paar weken heb ik laten weten dat ik het in principe wilde doen, maar dat ik eerst een paar vergaderingen wilde bijwonen, niet alleen van het bestuur, maar ook van de diverse commissies. Ik heb er ook bij gezegd dat ik vanwege mijn werk overdag niet veel tijd kan besteden aan het bestuurswerk en dat het dus vooral op de avonduren zou aankomen. De kennismaking met bestuur en commissies verliep heel prettig en al gauw concludeerde ik dat ik het erg leuk zou vinden om voorzitter te worden van de VOHB. Je hebt al gezegd dat je historicus bent. Kun je kort iets vertellen over je achtergrond en je werk? Ik heb geschiedenis gestudeerd in Utrecht en ben in 1984 afgestudeerd. Voor die tijd had ik in 1981 met een aantal studiegenoten Uitgeverij Matrijs opgericht. Matrijs geeft boeken uit op historisch gebied en is inmiddels in Nederland dé uitgeverij voor het beter verzorgde, geïllustreerde historische boek. Ik ben als voorzitter nog steeds betrokken bij Matrijs, maar het werk wordt gedaan door de mensen op het bureau. Na mijn studie ben ik via omzwervingen terecht gekomen bij uitgeverij Gottmer, toen nog gevestigd in Bloemendaal, tegenwoordig in Haarlem. Ik was daar verantwoordelijk voor de Dominicus reisboeken. In 1993 ben ik voor mezelf begonnen. Ik noem mezelf ‘boekmaker’. Ik werk voor verschillende uitgeverijen en bedrijven. Veel uitgeverijen houden zich tegenwoordig vooral bezig met marketing en het verkopen van boeken. Het daadwerkelijke maken, het proces van samenstellen, redigeren en vormgeving, besteden ze vaak uit. Ik verzorg met behulp van een heel netwerk van freelancers de hele opdracht van idee tot en met drukwerk of een deel uit dat proces. Mijn kantoor heb ik in de binnenstad van Haarlem. Het bestuur weet het al en de leden zullen het ook gaan merken: je hebt allerlei plannen voor de toekomst van de VOHB. Laat ik voorop stellen dat we niet alles op z’n kop gaan gooien. De vereniging heeft het blad, de excursies, de voor- en najaarsbijeenkomst, initiatieven als het onderwijsproject, Karakterbehoud, allemaal goede dingen die zullen blijven. Maar in het bestuur zijn we tot de slotsom gekomen dat het allemaal iets sprankelender kan. We willen graag voor leden én niet-leden zichtbaarder, hoorbaarder en ‘tastbaarder’ zijn. Tussen de vaste excursies en bijeenkomsten in willen we kleine, kortdurende initiatieven ontplooien: een historische wandeling op een zomeravond, kleine excursies, dingen in de buurt die ook voor mensen met kinderen interessant zijn. Is er nog iets dat je tot slot zou willen zeggen? Ja, ik wil benadrukken dat het karakterbehoud in Heemstede en Bennebroek mij na aan het hart ligt en dat dit hoog op de agenda blijft staan. En verder? Het voorzitterschap van de VOHB is een leuke en uitdagende taak, die ik, voor zover ik het nu kan bekijken, met plezier zal vervullen. Marloes van Buuren
122
HeerlijkHeden
UITSTRALING EN TOEKOMSTIG BESTEMMINGSPLAN BINNENWEG Voorgeschiedenis Nadat de VOHB in 2005 met de brochure Reddingsplan karakteristiek centrum Heemstede de algehele visuele achteruitgang van het winkelgebied bij het gemeentebestuur aan de orde had gesteld, heeft de gemeente op 31 mei j.l. op hoofdlijnen beslist over de toekomstige beeldkwaliteit van het winkelgebied. In de periode tussen de publicatie van het Reddingsplan en dit besluit heeft de VOHB vele malen overlegd met ambtenaren, wethouders en raadsfracties, teneinde de begrippen ‘dorps karakter’ en ‘beeldkwaliteit’ toe te lichten en aan de hand van concrete voorbeelden aan te geven dat bescherming van karakteristieke panden en het terugdringen van ontsierende uitbouwen en reclames het respect voor de dorpse architectuur kan terugbrengen. Bovendien zal sprake zijn van een positieve ontwikkeling voor het winkelbestand als Binnenweg en Raadhuisstraat zich door een exclusieve uitstraling onderscheiden in de regio.
HEERLIJK HEDEN K AR AKTERBEHOUD
REACTIE VOHB OP BESLUIT GEMEENTERAAD HEEMSTEDE OVER BINNENWEG
De feitelijke situatie was in ons nadeel omdat het geldende bestemmingsplan al te veel sloop en nieuwbouw mogelijk maakt en het gemeentebestuur slechts enkele panden op de inmiddels vastgestelde monumentenlijst had geplaatst.In de afweging van belangen (bijvoorbeeld die van de eigenaren) schermde het gemeentebestuur met het risico van planschade als de bouwvoorschriften voor wat betreft de mogelijkheden zouden verminderen. Dit leidde tot koudwatervrees in de gemeenteraad. Besluitvorming In de Klankbordgroep Binnenweg hebben wij recentelijk een laatste poging gedaan het gemeentebestuur op andere gedachten te brengen. Het antwoord van B en W is op zichzelf duidelijk: “De beoordeling van de individuele panden leidt in het algemeen tot de conclusie dat de onderzochte panden, die doorgaans bestaan uit èèn laag plus kap, een incident binnen hun ruimtelijke omgeving vormen en/of een zwakke of geen relatie hebben met de omliggende woonbebouwing.” Hieruit blijkt dat de in het huidige bestemmingsplan en de Startnotitie voor de Binnenweg opgenomen uitgangspunten (behoud van het dorpse karakter; kleinschaligheid; beeldkwaliteit) voor wat betreft de ‘kleine huisjes’ niet het door ons gehoopte resultaat heeft opgeleverd. In de voor ons cruciale vergadering van de Raad bleek opnieuw dat de gemeente geen financiële risico’s wil lopen (“We hebben geen geld voor de kleine, karakteristieke panden”). Voor de VOHB belangrijke besluiten Wethouder Van de Stadt vatte in diezelfde vergadering de voor de VOHB belangrijke besluiten als volgt samen: - Verlaging van de meest voorkomende bouwhoogte van 12 naar 11 meter,
HeerlijkHeden
123
HEERLIJK HEDEN K AR AKTERBEHOUD
waardoor een extra bouwlaag in de kap niet meer mogelijk is (zoals in het geval van de Pijp). - Als panden alsnog monumentwaardig worden geoordeeld, is opname op de gemeentelijke monumentenlijst bespreekbaar. - Er komt een puienbeleid, waardoor de karakteristieke uitstraling van gevels kan worden hersteld. - Het welstandsregime (regels m.b.t. luifels, vlaggen, reclame) wordt strenger. Kwaliteitsverbetering is een economisch belang. - De karakteristieke panden aan weerszijden van het voormalige postkantoor blijven behouden. Geen supermarkt aldaar. Kleinschalige winkels met bovenwoningen zijn wel een optie. (De VOHB heeft gepleit voor uitsluitend een woonbestemming op deze locatie.) - Geen supermarkt in de bibliotheek (is een gemeentelijk monument). Nader onderzoek over toekomst gewenst. - Eenrichtingsverkeer van zuid naar noord op de Binnenweg (een rustig straatbeeld). Visie VOHB op de besluitvorming 1. Op een enkele uitzondering na zullen de door ons ter bescherming voorgedragen karakteristieke panden op termijn ten prooi vallen aan sloop/nieuwbouw. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het ensemble Raadhuisplein 25 – Raadhuisstraat 1 t/m 7. De inwoners van Heemstede moeten er rekening mee houden dat het merendeel van de kleinschalige, dorpse bebouwing zal verdwijnen. Wel kan de verlaging van de maximale bouwhoogte, in combinatie met het laten vervallen van allerlei thans bestaande vrijstellingen, er voor zorgen dat nieuwbouw meer in harmonie met de omgeving tot stand komt dan thans het geval is (beeldkwaliteit). In de toelichting op de besluitvorming is door de wethouder een opening geboden voor nader overleg tussen B en W en de VOHB over de monumentenlijst. Daar kan dus nog wat ‘winst’ worden geboekt. 2. Positief is dat zowel het uiterlijk aanzien van gevels (puienbeleid) als het aanscherpen van het welstandsregime (exclusieve uitstraling; materiaalgebruik; tegengaan van detonerende architectuur) een serieus beleidsvoornemen is. Dit gedeelte uit onze brochure Reddingsplan is door het gemeentebestuur gehonoreerd. Als dit serieuze voornemen in samenspraak met alle belanghebbenden (o.a. in de klankbordgroep) tot resultaten leidt, dan heeft de Heemsteedse gemeenschap die slag gewonnen. In september gaat de Klankbordgroep verder met de uitwerking van de uitgangspunten voor Binnenweg en het bestemmingsplan Centrum en we zullen ons sterk blijven maken voor een aantrekkelijke Binnenweg en Raadhuisstraat waarin ook plaats is voor karakteristieke panden. Namens de werkgroep Karakterbehoud Gerard Brand
124
HeerlijkHeden
EXCURSIE NAAR LEIDEN OP 15 SEPTEMBER 2007
Het 350-jarig bestaan van de trekvaart tussen Haarlem en Leiden deed ons dit jaar kiezen voor Leiden als bestemming voor de grote excursie. Velen van u zullen Leiden één of meer keren bezocht hebben, maar het is alleszins de moeite waard deze prachtige stad met zijn rijke historie ook eens onder leiding van een ervaren gids te bekijken en nieuwe ontdekkingen te doen. Onze excursie biedt daarvoor volop gelegenheid.
De Korte Mare in Leiden waar vroeger de trekschuit vertrok. (Foto Arjen Amsen)
PROGRAMMA 9.00 u 9.15 u 9.45 u 11.00-12.30 u 13.00-14.30 u 14.30-16.00 u 16.30 u 17.00 u
Verzamelen op het Raadhuisplein (Heemstede) Vertrek per bus vanaf het Raadhuisplein. Aankomst in Leiden, koffie met verrassing bij Stadscafé van der Werff Het gezelschap wordt in twee groepen verdeeld. Groep 1: wandeling met gids, groep 2: tocht met een boot van rederij De Oude Rijn, opstappunt: de Beestenmarkt Lunch bij Stadscafé van der Werff Groep 2: wandeling met gids, groep 1: tocht met een boot van rederij De Oude Rijn, opstappunt: de Beestenmarkt Vertrek naar Heemstede Aankomst op het Raadhuisplein
HeerlijkHeden
125
HEERLIJK HEDEN EV ENEMENTEN
Opgeven Bij vorige gelegenheden zijn wel eens misverstanden ontstaan bij telefonisch aanmelden. Opgeven voor deze excursie kan dus uitsluitend schriftelijk. U doet het volgende: - stuur vóór 1 september een kaartje naar: Mw. T. Mascini-Maartense, Merwedeplantsoen 30, 2105 VM Heemstede - u vermeldt daarop: Excursie Leiden, uw naam, adres en telefoonnummer én het aantal personen dat meegaat. Betalen De kosten bedragen € 32,50 per persoon (zowel voor leden als voor een eventuele introducé). Maak het geld vóór 1 september (liever nog wat eerder) over op postbanknummer 27.35.06 t.n.v. penningmeester VOHB, Heemstede, onder vermelding van Excursie Leiden. Het maximale aantal deelnemers is 50. Bij overboeking kom u op de reservelijst.
IMPRESSIE VAN FEESTELIJKHEDEN IN HET JUBILEUMJAAR Wie dit lustrumjaar alle bijeenkomsten en feestjes van de VOHB bezoekt, heeft heel wat data in de agenda staan. Omdat niet iedereen overal bij kan zijn, geven we hier een kleine impressie in foto’s. Meer afbeeldingen vindt u op www.oudheemstedebennebroek.nl.
Binnen en buiten vertelde de gids veel wetenswaardigs over het gemaal en de drooglegging van het Haarlemmermeer. (Foto’s: Robin van de Poll)
Kleine excursie naar het Cruquiusmuseum, 14 april 2007 We rijden er allemaal regelmatig langs, maar voor de meeste deelnemers aan de excursie was het jaren geleden dat ze binnen waren geweest in Museum de Cruquius. De imposante machine, die na een restauratie van twintig jaar sinds 2002 weer kan draaien, hadden velen nog niet in werking gezien. 126
HeerlijkHeden
Opening van de grafstenentuin, 16 april 2007 Op een zonovergoten lentemiddag opende wethouder Christa Kuiper de Cultuurhistorische Grafstenentuin op de Algemene Begraafplaats in Heemstede. In deze tuin zijn grafstenen te zien die de moeite waard zijn om te bewaren, ofwel vanwege hun bijzondere uiterlijk ofwel vanwege het feit dat ze van bekende Heemstedenaren of andere Nederlanders zijn. Hans Krol heeft veel historische gegevens over de betrokken personen en nadere informatie over de grafmonumenten achterhaald. Restant van het grafmonument van J. Kamman (18701939). Kamman was onder meer regionaal voorzitter van de Nederlandsche Bond van Gemeenteambtenaren. Op het kalkstenen ornament staan onderaan de wapens van de elf provincies, daarboven elf kinderen die een bloemenhulde brengen. Het grafmonument werd gemaakt door kunstenaarbeeldhouwer P.W. Zwart. (Foto: Marloes van Buuren)
Jubileumbijeenkomst op het Oude Slot, 24 april 2007 De officiële viering van het jubileum van de VOHB vond plaats op 24 april. Na de korte Algemene Ledenvergadering volgde de feestelijke onthulling van het borstbeeld van Adriaan Pauw door de burgemeesters van Heemstede en Bennebroek. Gerard Brand was de initiator van dit geschenk van de VOHB aan de inwoners van beide gemeentes. Het beeld is gemaakt door kunstenares Ellen Wolff.
Mevrouw Marianne Heeremans en de heer Han van Leeuwen, burgemeesters van respectievelijk Heemstede en Bennebroek, onthullen het borstbeeld van Adriaan Pauw in de tuin van het Oude Slot. Gerard Brand kijkt met gepaste trots toe. (Foto: Cees Peper)
HeerlijkHeden
127
Het stralende weer én de prachtige locatie van het Oude Slot droegen bij aan de feestvreugde. (Foto: Cees Peper)
De beide burgemeesters met de maakster van het beeld, Ellen Wolff. (Foto: Cees Peper)
De 300e geboortedag van Linnaeus herdacht op de Hartekamp, 23 mei 2007 Met onder meer een kranslegging door de Zweedse ambassadeur bij het borstbeeld van Linnaeus op de Hartekamp en een informatieve lezing door de heer J. Mennema is op 23 mei de 300e geboortedag herdacht van de grondlegger van het nog steeds gebruikte systeem voor de naamgeving van planten en dieren. De VOHB organiseerde deze feestelijke bijeenkomst samen met de Hartekampgroep. Tip 1: Dezelfde dag kwam dit boekje uit: ‘Linnaeus in de tuin van Clifford. Een landschapshistorische wandeling over de Hartekamp en de Overplaats Heemstede’. Het is te bestellen door € 3,45 over te maken op postbankrekening 238008 t.n.v. KNNV Haarlem e.o., Santpoort. Of kijk op www.knnv.nl/haarlem. Tip 2: Naast het beeld van Linnaeus op de Hartekamp staat een opvallend oranje schotel met daarop de tekst: ‘Linnaeus was here, www. linnaeus2007.nl en het telefoonummer 06-3656000’. Als u dit nummer belt, krijgt u telefonisch uitleg over Linnaeus en de Hartekamp. Tip 3: w ww.george-clifford.nl is een prachtige site over het herbarium van Clifford en over Linnaeus.
De Zweedse ambassadeur in Nederland, de heer H. Magnusson, en Ad van Unnik staan klaar met de bloemen die de ambassadeur bij het borstbeeld van Linnaeus zal leggen. (Foto: Cees Peper)
HeerlijkHeden
129
Jonge deelnemers aan de VOHB-fietstocht op vaderdag. (Foto: Marc de Bruijn)
Jubileumfietstocht op Vaderdag, 17 juni 2007 Vaders en kinderen (en natuurlijk ook moeders en mensen zonder kinderen) konden op vaderdag een fietstocht maken door Heemstede en Bennebroek en kennismaken met mooie en historisch waardevolle plekjes in de eigen woonplaats. Door middel van de vragen kwamen de kinderen spelenderwijs van alles aan de weet. Diverse opa’s en oma’s hielpen bij de antwoorden. Onderweg kon je op diverse plekken wat eten of drinken tegen het ‘jubileumtarief’ van zestig eurocent. Fietstocht gemist? U kunt de route ophalen bij het redactiekantoor van De Heemsteder (Camplaan 35) of downloaden op www.oudheemstedebennebroek.nl
EXPOSITIE IN BENNEBROEK
130
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
“Twee volle heerlijke jaren heb ik in uw paradijs geleefd, alles vergetend, vaderland, vrienden en magen, vergetend ook al het doorstane leed en de zorg voor de toekomst” (Linnaeus in zijn dagboek, 1738, over George Clifford en de Hartekamp)
LINNAEUS’ VRUCHTBARE JAREN OP DE HARTEKAMP (1735-1737)
Deel 1
Het 300ste geboortejaar van de internationaal befaamde natuuronderzoeker Carl von Linné wordt wereldwijd gevierd. Op zijn 200ste geboortedag in1907 is in de tuin van de Hartekamp een borstbeeld geplaatst en net als in 1957 is de vermaarde Zweed ook dit jaar op 23 mei op deze plaats herdacht met o.a. een kranslegging door de Zweedse ambassadeur in ons land. (Zie ook blz. 129.) Linnaeus staat aan de basis van een wereldwijd gebruikt classificatieschema voor planten, dieren en mineralen. Als zodanig geldt hij als de grondlegger van de plantentaxonomie: de wetenschap die zich bezighoudt met de ordening, beschrijving en juiste naamgeving van planten. Hij was tussen 1735 en 1737 ruim twee jaar werkzaam op de buitenplaats van George Clifford als hortulanus ofwel prefect van de tuin, tevens van het aanwezige herbarium, het museum en de natuurwetenschappelijke bibliotheek. In deze bijdrage worden zijn werkzaamheden, in het bijzonder in Nederland en op de Hartekamp, nader beschreven.
Linnaeus in Laplands tenue op olieverfschilderij van Martinus Hofmann.
Opgeleid als medicus in Zweden en promotie in Harderwijk Carl Linné, na in de adelstand te zijn verheven Carl von Linné genoemd, is geboren in Rashult in de provincie Smaland, gelegen in het zuidoosten van Zweden. Zijn vader, die eigenlijk Nils Ingmarsson heette, was predikant en een enthousiaste amateur-botanicus/ tuinier. Hij had zichzelf de familienaam Linn gegeven als herinnering aan een reusachtige lindeboom, in het dialect van de streek ‘linn’ genoemd. Buiten Zweden is de natuurgeleerde vooral bekend geworden onder zijn verlatijnste naam Carolus Linnaeus. Voorbestemd om theologie te studeren gaf de jonge Carl, aangemoedigd door de arts Johan Rothman, de voorkeur aan een studie medicijnen en natuurlijke
HeerlijkHeden
131
HEERLIJK HEDEN
historie op de universiteit van Lund. Na een onderbreking wegens ziekte zette hij zijn studie voort in het ongeveer 400 kilometer noordelijker gelegen Uppsala. Met een briljante uiteenzetting over de voortplanting van planten viel hij op door de oorspronkelijkheid van zijn denkbeelden en legde hij de grondslag voor enkele van zijn belangrijkste werken, zoals de Systema Natura (1) Fundamenta Botanica, Critica Botanica en Genera Plantarum (opgedragen aan Boerhaave), allemaal voor het eerst uitgegeven in ons land in Leiden en Amsterdam. In Uppsala ontmoette Linnaeus de student Petrus Artedi. In 1735 werkte Artedi in Amsterdam aan een grondige studie over de vissen. Op de avond van de 28e september 1735, terugkerend van een diner bij de apotheker Albert Seba naar zijn logeerhuis, sloeg Artedi vermoedelijk in beschonken toestand in het donker een verkeerde weg in, viel in een gracht en verdronk. Linnaeus schreef in zijn itenarium zoveel als “Der vissen vriend is overleden in der vissen element.” Overigens meldde hij ook dat hij huilde toen hem het slechte nieuws op 30 september werd medegedeeld door zijn Zweedse reisgezel Claes Sohlberg, die in Leiden zou promoveren. Linnaeus spoedde zich van de Hartekamp naar het godshuis in Amsterdam waar zijn vriend lag opgebaard. De hospes van Artedi, Hendrik Jutting, had nog geld te goed en dreigde zijn schamele bezittingen te verkopen. Clifford was zo genereus de schuld te betalen, zodat het manuscript veilig kon worden gesteld. Linnaeus nam vervolgens de taak om Artedi’s werk Ichthologia, sive opera omnia de piscibus af te ronden en drukklaar te maken. Deze publicatie, grondslag van alle latere werken over vissen, is vervolgens in 1738 te Leiden uitgegeven. Reizen en promotie In 1731 was Linnaeus teruggegaan naar Smaland en een jaar later vertrok hij alleen te paard voor een etnografische en botanische studiereis van vier maanden naar het noorden van Zweden en Noorwegen ofwel Lapland. De plantkundige resultaten zijn in 1737 in Amsterdam uitgegeven onder de titel Flora Lapponica. Linnaeus’ oudste dagboek Iter Lapponica is pas in 1888 uitgeven, hoewel het al in 1811 in een Engelse vertaling was verschenen. Na zijn reis naar Lapland op zijn 25ste heeft Linnaeus nog drie reizen in Zweden gemaakt. Tussen juni 1735 en juni 1738 bezocht hij Nederland, met tussentijds een kort verblijf in Engeland. Voor hij naar zijn vaderland én zijn verloofde Sara Lisa Moraea terugkeerde, ontmoette hij enkele Franse natuurwetenschappers in Parijs. De voornaamste reden om naar Nederland te gaan was de mogelijkheid om te promoveren. In die periode was dat aan een universiteit in zijn geboorteland nog niet mogelijk. De Leidse Academie was als promotieplaats populair bij buitenlanders, bij armlastiger promovendi was dat vooral Harderwijk waar men voor weinig geld de doctorsgraad kon behalen. Een ondeugend versje luidde destijds: “Harderwijk is een plaats van negotie, Men verkoopt er bokking, blauwbessen en bullen van promotie.”
132
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
Linnaeus reisde naar Holland via Denemarken en Hamburg. Zijn proefschrift over de in de Zweedse moerasgebieden veelvuldig optredende intermitterende ofwel anderdaagse moeraskoortsen (malaria) was toen in manuscript gereed. Na aankomst met het schip de Godenwind in Amsterdam op 13 juni 1735 (kalender nieuwe stijl = 2 juni oude dagtekening) bezocht Linnaeus onmiddellijk de Hortus Medicus aan de Plantage en de volgende dag maakte hij zijn opwachting bij Johannes Burman, arts en hoogleraar in de botanie, die mede op basis van meegenomen manuscripten snel het belang van de jonge Zweed inzag en zijn privé-bibliotheek voor hem openstelde. Op15 juni had een bezoek plaats aan het beroemde naturaliënkabinet van apotheker Albert Seba. Al op17 juni volgde de reis naar Harderwijk waar Linnaeus zich meldde bij een hoogleraar in de mathematica. De volgende dag schreef hij zich in als student en ’s middags deed hij een toelatingsexamen bij de toenmalige rector Johannes de Gorter. Op 19 juni gaf deze hoogleraar na lezing van het manuscript zijn ‘imprimatur’ en in twee dagen is het proefschrift gezet, gecorrigeerd en gedrukt. Op 23 juni heeft Linnaeus zijn dissertatie verdedigd op twee stellingen van Hippocrates. Hij keerde met de beurtschipper terug naar Amsterdam waar Burman hem gastvrijheid verleende. Burman verzorgde persoonlijk de uitgave van Linnaeus’ Fundamenta botanica (1736), Biblioteca botanica (1736) en de Flora Lapponica (1737), alle drie in Amsterdam uitgegeven. Linnaeus was de één jaar jongere Burman behulpzaam bij de samenstelling van een flora van Ceylon. Via Burman, Boerhaave en Gronovius naar de Hartekamp Vanuit Amsterdam bezocht Linnaeus eenmaal de Hortus Botanicus van Utrecht en in Leiden stonden de Academie-Hortus, professor van Royen en de Academie-Bibliotheek op zijn programma. Van groot belang was zijn bezoek aan de destijds befaamde medicus-botanicus J.F. Gronovius, die al leverancier was van planten en zaden uit Virginia voor de Hartekamp. Deze was direct enthousiast over het manuscript van Systema Naturae, dat de basis zou vormen voor alle latere natuurlijke-historie-systematiek.
Tekening van vooraanzicht de Hartekamp uit 1773 door Hendrik Tavenier (in Noord-Hollands Archief).
HeerlijkHeden
133
HEERLIJK HEDEN 134
Het schematiseert een ordeningssysteem op grond van uiterlijke kenmerken, geschikt voor planten, dieren en mineralen. Gronovius corrigeerde de Latijnse tekst - zich in brieven beklagend over Linnaeus’ slordigheid - en zorgde voor publicatie in Leiden, waarbij zijn vriend, de gefortuneerde Schotse medicus Isaac Lawson, mede de kosten van drukken voor zijn rekening nam. Onder degenen die een presentexemplaar ontvingen was Herman Boerhaave, de beroemdste medicus van zijn tijd en een praktiserende botanist. Dankzij deze publicatie en op voorspraak van Burman en Gronovius kreeg Linnaeus entree bij hem. In Amsterdam bezocht de Zweed samen met Burman overdag bijna dagelijks de hortus. Daar ontmoette hij de vermogende bankier George Clifford, commissaris van deze tuin en bovendien eigenaar van buitenplaats de Hartekamp met menagerie, tuin, vier tropische kassen, herbarium, museum en natuurwetenschappelijke bibliotheek. Deze Clifford, wiens vader George Clifford Sr. in 1709 hofstede de Hartekamp inclusief tuin en oranjerie voor 22.000 gulden had gekocht van Johan Hinlopen, leed aan hypochondrie. Voor zijn depressies werd hij behandeld door Boerhaave die, gelet op de stand van de medische wetenschap, weinig meer kon doen dan het voorschrijven van een dieet, verstrekking van medicinale planten en het advies aan Clifford om zich zoveel mogelijk met zijn liefhebberijen bezig te houden. Volgens de overlevering raadde Boerhaave Clifford aan om Linnaeus als lijfarts en hortulanus in dienst te nemen. Intussen is onder andere via een brief bekend geworden dat het Jan Frederik Gronovius was die deze hint aan Clifford heeft gegeven, toen hij meedeelde dat hij een jonge en veelbelovende botanicus met uitzonderlijke capaciteiten kende, die waarschijnlijk de taak van supervisor van Clifford’s tuin en collecties van de Hartekamp op zich zou willen nemen (2). Op 13 en 14 augustus 1735 vond in gezelschap van Johan Burman een eerste bezoek plaats aan de Hartekamp en Linnaeus was verrukt van de natuurhistorische schatten die hij daar aantrof. (Zie blz. 140). Hoewel Burman Linnaeus liever in Amsterdam hield, zag hij direct in dat het aanbod van Clifford (vrije kost en inwoning, gebruikmaking van zijn koets en bedienden en een dukaat - ongeveer 3 gulden - per dag) voor Linnaeus buitengewoon aantrekkelijk was. Binnen vijf dagen kwam men tot een mondelinge overeenkomst en de formele aanstelling had plaats op 29 augustus. Twee weken later, op 13 september 1735, is Linnaeus met zijn werkzaamheden in Heemstede begonnen. In ruil voor zijn bemiddeling ontving Burman van Clifford het prachtwerk van de Engelse plantkundige Sir Hans Sloane, Natural History of Jamaica, dat Clifford in tweevoud bezat. Aan Linnaeus was opgedragen de planten uit tuin en kassen te catalogiseren, het herbarium en de bibliotheek te beschrijven, nieuwe planten te verwerven, evenals publicaties te schrijven, waarvoor Clifford als mecenas alle drukkosten zou betalen. Als hoofdtuinman was de bekwame Duitser Dietrich Nietzel in dienst, die Linnaeus later naar Zweden zou volgen als opzichter van de kruidtuin van de universiteit van Uppsala (3). Op 13 januari 1737 schrijft Boerhaave in het Latijn een brief aan Linnaeus waarin hij hem dankt voor de ontvangst van diens nieuwe publicatie Genera Plantarum, opmerkt op botanisch gebied nu al verre de mindere van Linnaeus te zijn en toegeeft dat
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
zijn eigen uit 1720 daterende hortuspublicatie Index alter plantarum wemelt van de fouten. Aan het slot wenst Boerhaave, die op dat moment al langere tijd ernstig ziek is, dat God aan Linnaeus gezondheid van lichaam en geest mag geven, opdat hij zal uitgroeien tot dé historicus van de natuur. Het dienstverband op de Hartekamp duurde tot 7 oktober 1737 toen Linnaeus’ hoofdwerk Hortus Cliffortianus, waaraan hij gedurende negen maanden bijna dag en nacht gewerkt had, in handschrift klaar was. Tussendoor heeft Linnaeus eenmaal het buiten Over-Holland aan de Utrechtse Vecht bezocht, toen in bezit van een andere Clifford-telg. Enkele keren reisde hij naar Gronovius in Leiden en naar Amsterdam. Verder verbleef hij vanaf 25 juli 1736 ongeveer twee maanden in Engeland, waar hij in Londen de geleerde botanicus en verzamelaar Sloane opzocht en Philip Miller, de toezichthouder van de Chelsea Physic Garden. Aan de universiteit van Oxford bezocht hij de uit Duitsland afkomstige hoogleraar Johann Dillenius. Voor de tuin op de Hartekamp nam hij gewassen en zaden mee en ten behoeve van de boekerij botanische publicaties. Voor de exotische planten kon hij dankzij relaties van Clifford, die zelf directeur was van de VOC-Kamer Amsterdam, gebruik maken van door VOC-schepen meegebracht materiaal. Toen een tijger in de menagerie overleed kwam het verzoek van dr. Lawson het lijk voor anatomische doeleinden te mogen onderzoeken. Naast zijn publicistische werk onderhield Linnaeus een briefwisseling met talrijke geleerden in de Westerse wereld, o.a. met de Zwitser Albrecht von Haller. Met de Duitse botanicus J.G. Siegesbeck, werkzaam in St. Petersburg, ruilde hij zaden en polemiseerde hij tijdens de Hartekamp-jaren tussen 1735 en 1737. Bloeiende bananenboom Natuurwetenschappers als Gaub, Albinus, Musschenbroek, Boerhaave, Van Swieten, Gronovius, Van Royen, Roëll en anderen bezochten de Hartekamp, o.a. om de bloei van de bananenboom met eigen ogen te bewonderen en ook andere gewassen en bomen, zoals de tulpenboom Lirondendron tulipifera. Een ‘hoogbejaarde’ nazaat van deze boom is nu nog te vinden ongeveer 20 meter rechts op het voorgazon van de Hartekamp, dicht bij de Linnaeusbuste. In de literatuur over Linnaeus staat veelvuldig te lezen dat het in Nederland niet eerder gelukt was een pisang- of bananenboom in bloei te krijgen en vrucht te laten dragen. Met name Boerhaave had dit ook geprobeerd. Linnaeus zou door nabootsing van tropische regenbuien in de vorm van emmers vol water op de voordien droge grond wel succes gehad hebben met het kweken van bananen in de oranjerie. Dit bericht klopt echter niet helemaal omdat Linnaeus naar eigen zeggen al bij zijn eerste bezoek aan de Hartekamp bloeiende pisangbomen aantrof (4). Linnaeus wijdde aan de Heemsteedse bananenboom een afzonderlijke publicatie, Musa Cliffortiana, en liet de illustratie hiervan vervaardigen door de Duitse schilder Martinus Hoffman. Op verzoek van Clifford beeldde Hoffman Linnaeus af ten voeten uit in Laplands kostuum van rendierleer met in zijn hand het plantje Linnaea borealis ofwel het Linnaeusklokje (5). Linnaeus, nog onbekend met de later door Darwin ontvouwen
HeerlijkHeden
135
evolutietheorie, ging uit van de schepping van alle leven op aarde door God en speculeerde dat met het ‘verboden fruit’ in het Oude Testament de banaan bedoeld was. Vandaar de wetenschappelijke naam voor de bananen- ofwel pisangboom - feitelijk een grassoort en de grootste kruidachtige plant - van ‘Musa paradisiaca’, bedoeld als een verwijzing naar de Hof van Eden.
Frontispice van boek ‘Hortus Cliffortianus’; gravure door Jan Wandelaar.
Hortus Cliffortianus Nog in 1737 kwam in Amsterdam een eenvoudige handleiding uit van 1.251 levende planten in de tuin, Viridarium Cliffortianum, speciaal geschreven voor zijn beschermheer. Linnaeus’ meest monumentale werk dat in 1737 gereed kwam, zoals op het titelblad gedrukt, maar tengevolge van vertraging bij de vervaardiging van de prenten pas in 1738 verscheen, werd de uitgave Hortus Cliffortianus, een meesterwerk in de botanische literatuur. De barokke titelpagina van deze foliant is van de hand van graficus en dichter Jan Wandelaar (1690-1759). 32 tekeningen zijn gemaakt door de Duitse plantentekenaar en -schilder Georg Dionysius Ehret (1708-1770) die vooral Engelse plaatwerken illustreerde en ongeveer een maand op de Hartekamp verbleef op weg naar zijn nieuwe vaderland Engeland. Voor de kopergravures is behalve Wandelaar ook A. van der Laan aangezocht. Deze maakte een gravure met een allegorische voorstelling op de botanie, met links het voorplein van de Hartekamp en in het verschiet daarvan de koepel in de overtuin. Dit vignet heeft als motto “Tantus Amor Florum” ofwel: Zo groot is de liefde tot de bloemen. Met name uitheemse planten uit Afrika, Azië en Amerika zijn in deze monumentale publicatie voor het eerst uitgebreid beschreven. Naar zijn beschermheer vernoemde Linnaeus een geslacht uit de rozenfamilie van het Kaapgebied: Cliffortiana. Het was de Amsterdamse hoogleraar Wilhem Roëll die de Hartekamp voorzag van Afrikaanse zaden. Het boekwerk omvat 501 pagina’s en beschrijft 2.536 gedroogde en levende planten in herbarium (6) en tuin. Aan het slot is op 17 ongepagineerde bladzijden de catalogus van 295 botanische boektitels afgedrukt. Als verklaring van het frontispice (de titelpagina) is door J. Wandelaar een 20-regelig gedicht afgedrukt, dat als volgt eindigt: “Dit tuigt inzonderheid de Pisang, welke Plant Het eerst op deze Plaats gewijd aan Nederland Hier, nevens duizenden, heer Cliffords yver loonen En, door Linnaeus Pen, zich aan de waereld toonen.”
136
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
De voorstelling op deze gravure is een allegorie op de teelt van exotische gewassen. Uiteraard is daarbij de pisang prominent afgebeeld. Vier personen vertegenwoordigen de vier werelddelen en bieden moeder Aarde uitheemse gewassen aan. Op een piëdestal is het borstbeeld van een gelauwerde George Clifford te zien. In het midden prijkt de gekroonde godin, moeder Aarde. De Griekse jonge god Apollo houdt in zijn linkerhand een toorts, verbeeldende dat deze licht brengt in een wereld van onwetendheid en met zijn rechterhand schuift hij een sluier van duisternis weg. In het gezicht is Linnaeus herkenbaar met een laurierkrans op zijn hoofd. Onder zijn voeten vertrapt hij de gedode draak van de onwaarheid en onwetendheid. Vooraan zijn enkele putti (engeltjes), een passer, thermometer (naar zijn Zweedse tijdgenoot Celsius genoemd), een pot met vuur (verwijzend naar het verwarmen van de kassen) en een plattegrond van de tuinen van de Hartekamp te zien. De 18e eeuwse schilder Jacob de Wit maakte een schilderij van het opengeslagen boek Hortus Cliffortianus, waarover de godin Flora en twee geleerden zich buigen. Dat kwam in bezit van de heer P. Schmidt van Gelder, die tussen 1904 en 1921 de Hartekamp bewoonde en het schilderij schonk aan het Linnéanum in Uppsala. De betekenis van Linnaeus’ Hortus Cliffortianus is, dat dit boek de basis vormt van latere werken. Talrijke plantenbeschrijvingen zijn letterlijk overgenomen in zijn Species Plantarum. De laatste maanden in Nederland Toen Linnaeus zijn belangrijkste taak, het ordenen van de Hartekamptuin, beëindigd achtte, zocht hij een nieuwe uitdaging en verlangde hij bovendien terug naar zijn geboorteland waar zijn verloofde op hem wachtte. “Ik leef als een monnik” schreef Linnaeus in een brief van maart 1737 en voegde daaraan toe “opgesloten met twee nonnen”, waarbij het onduidelijk is gebleven wat Linnaeus hiermee kan hebben bedoeld. Duidelijk is dat hij ondanks alle faciliteiten zich vaak eenzaam voelde en heimwee had naar zijn geboorteland
18e eeuwse tekening van de oranjerie op de Hartekamp met een door Linnaeus geplante tulpenboom (in Noord-Hollands Archief).
HeerlijkHeden
137
HEERLIJK HEDEN
en verloofde die uiteindelijk drie jaar op hem wachtte. Pogingen om hem voor ons land te behouden mislukten. Zo is getracht Linnaeus te interesseren voor een botanische reis naar de Kaapprovincie en is hem een hoogleraarsambt te Utrecht in het vooruitzicht gesteld. Een verzoek van de West-Indische Compagnie om als arts naar Suriname te reizen wees hij resoluut af. Wél heeft hij professor Adrianus Van Royen tot eind februari geholpen bij het herordenen van de Leidse Hortus-Academie volgens nieuwe botanische inzichten van het door Linnaeus bedachte ordeningssysteem, waarin bloemplanten zijn verdeeld in 24 klassen, geteld naar het aantal meeldraden in de bloemen.
De jonge Linnaeus door vermoeidheid in slaap gevallen. Steendruk van C. Desmaisons naar een schilderij van L.P. Roux.
Na dit werk in Leiden werd Linnaeus ziek. Hij leed aan heftige koortsen, volgens berichten uit die tijd vermoedelijk een soort cholera, al wordt ook niet uitgesloten dat zijn ziekbed een terugslag was na maandenlange ingespannen arbeid met weinig slaap en als gevolg daarvan een gebrek aan weerstand. Dr. Gerard van Swieten adviseerde hem te herstellen op de Hartekamp, waar hij tot genoegen van Clifford, die Linnaeus zijn onverwachte ontslag al weer vergeven had, nog enige tijd verbleef totdat hij in mei 1738 voldoende hersteld was. Na ongeveer een maand Parijs en omgeving bezocht te hebben om daar Franse tuinen te zien en de twee bekende Franse botanici De Jussieu te ontmoeten, keerde hij met de boot vanuit Le Havre terug naar Zweden. Op 28 juni 1738 kwam Linnaeus in de havenstad Helsingborg aan. Aanvankelijk vestigde hij zich als praktiserend arts in Stockholm en drie jaar later volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de medicijnen en botanie aan de Universiteit van Uppsala, waar hij afgezien van enkele binnenlandse reizen zou blijven wonen tot zijn overlijden in 1778 op 71-jarige leeftijd. In 1753 is Linnaeus’ Species Plantarum verschenen, volgens zijn nieuwe classificatie en binaire ofwel binomiale nomenclatuur (naamgeving) van alle tot dan toe ongeveer 6.000 bekende plantensoorten. Een ordening van de planten volgens een door hem ontworpen seksueel systeem naar het aantal en de 138
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
vorm en bouw van meeldraden en stampers. De indeling geschiedde op basis van een groeps- of geslachtsnaam (genus), gevolgd door een soortaanduiding (species). De tiende editie van zijn Systema Naturae uit 1758 bevatte bovendien circa 4.400 aan Linnaeus bekende dieren, ingedeeld in 6 klassen: zoogdieren, vogels, amfibieën, vissen, insecten en wormen. Na het vertrek van Linnaeus raakte de tuin van de Hartekamp snel in verval, vooral nadat mr. George Clifford op 10 april 1760 in zijn geliefde hofstede overleden was. Na de dood van zijn opvolger, zoon Pieter Clifford, vond in 1788 een grote veiling plaats. Na Bengt Ferner (1759) en J.J. Björnstähl (1775) hebben tot in onze tijd talrijke Zweedse inwoners op reis in Nederland vanwege het verblijf van Linnaeus een bezoek gebracht aan de Hartekamp. In deel 2 van mijn verhaal over Linnaeus komt de briefwisseling van George Clifford met Linnaeus uit de periode van 1736 tot 1742 aan de orde. Hans Krol Noten 1. Een eerste druk van ‘Systema Naturae’ uit de bibliotheek van de graaf van Macclesfield, een versie met slechts 12 foliobladzijden, is in 2004 bij Sotheby’s Londen afgehamerd op 285.600 pound ofwel 418.000 euro. Het boekje bevat een handgekleurde gravure, slechts bekend in drie exemplaren. De 12e druk van dit werk bevatte 2.300 bladzijden. 2. D at blijkt evident uit een brief van J.F. Gronovius van 1 september 1735 aan Linnaeus, waarin eerstgenoemde Clifford schriftelijk heeft aanbevolen de Zweed het toezicht te geven op de ‘Hortus Hartecampensis’, aan welk verzoek intussen is voldaan. In datzelfde schrijven opponeert Gronovius tegen het idee van Linnaeus om de mens (‘Homo sapiens’ – Homo is genus en sapiens onze soortnaam) bij de zoogdieren in te delen, weliswaar als hoogste klasse in het ‘Tabula zoologica’. De mens dient zijn inziens boven alle andere levende wezens uit te stijgen, als een afzonderlijke schepping door God. 3. D. Nietzel, in 1703 te Hamburg geboren, werkte van 1735 tot 1739 als tuinbaas van de Hartekamp en van 1739 tot zijn dood in 1756 bij Linnaeus in Uppsala. 4. B ijna drie eeuwen later, in augustus 2006, lukte het mevrouw Margareth van Straten in haar Heemsteedse tuin nabij het Oude Slot een bananenboom te kweken. 5. Tevens maakte hij twee kopieën. Tot de Hartekamp-veiling van 1901 was één portret aanwezig op de Hartekamp, toen aangekocht door natuurliefhebber Frans Blaauw die op ‘Gooilust’ in ’s-Graveland woonde. Tegenwoordig zijn de schilderijen van Linnaeus in Laps kostuum in het bezit van Museum Naturalis en Museum Boerhaave, beide te Leiden, en de Universiteit van Uppsala. Hendrik Hollander maakte bovendien circa 1853 naar het doek op de Hartekamp twee kopieën (olieverf op doek) met Linnaeus als halffiguur naar het tweede schilderij van M. Hofmann. Eén van deze kopieën bevindt zich in de Artisbibliotheek te Amsterdam (met de grootste collectie Linnaeana in Nederland), de tweede is voor zover bekend aanwezig is bij de Wetenschappelijke Akademie van Stockholm. George Clifford liet Hofmann in 1737 tevens een schilderij maken van Linnaeus rustend bij een tent in Lapland, nadien gegraveerd door A. van der Laan.
HeerlijkHeden
139
HEERLIJK HEDEN 140
6. De door Linnaeus van Clifford ontvangen en naar Zweden meegenomen duplicaten uit het herbarium zijn in 1791 door de Engelse natuurgeleerde Joseph Banks aangekocht en bevinden zich tegenwoordig in de Linnean Society te Londen. Verder kwamen ongeveer 500 specimina van door Clifford gedroogde planten terecht in de universitaire herbariacollecties van Leiden en Wageningen.
Bijlage Linnaeus’ eerste bezoek aan de Hartekamp In het voorwoord van het boek ‘Hortus Cliffortianus’ schreef Linnaeus wat hij tijdens zijn eerste bezoek op 13 augustus 1735 aantrof. Vertaald uit het Latijn in het Nederlands luidt zijn in plechtstatige stijl geschreven tekst: “Mijn ogen waren dadelijk verrukt van zovele door kunst ondersteunde meesterwerken der natuur, alleeën, bloemperken, standbeelden, vijvers en kunstig aangelegde heuvels en doolhoven. Mij betoverden Uw menagerieën vol tijgers, apen, wilde honden, Indische herten en geiten, Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse zwijnen; met hun geluiden vermengden zich andere van troepen vogels: Amerikaanse valken, verschillende soorten van papegaaien, fazanten, pauwen, parelhoenders, Amerikaanse korhoenders, Indische hoenders, zwanen, velerlei soorten ganzen en eenden, meeuwen en andere soorten zwemvogels, snippen, Amerikaanse kruisbekken, mussen in verschillende soorten, tortelduiven en andere duiven, benevens vele andere vogelsoorten, van wier kreten de tuin weergalmde. Ik schrok, toen ik de broeikassen betrad, vol als ze waren van zoveel planten, dat een zoon van het Noorden zich behekst moest voelen en niet meer wist naar welk vreemd werelddeel hij verplaatst was. In de eerste kas werden de bloemenscharen van ZuidEuropa gekweekt, gewassen uit Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië, Sicilië en Griekenlands eilanden. In de tweede vond men de schatten uit Azië, als gembergewassen, Poincianen, magistanen, kokos- en andere palmen en nog meer gewassen; in de derde Afrika’s eigenaardig gevormde, om niet te zeggen misvormde gewassen, zoals de talrijke Aloë- en Mesembrysanthenumgeslachten, aasbloemen, Euphorbiën, Crassula- en Proteasoorten enz. En in de vierde broeikas teelde men ten slotte de bekoorlijke inwoners van Amerika en de overige nieuwe wereld: grote groepen van cactusvormen, orchideeën, passiebloemen, yamswortel, magnolia’s, tulpenbomen, kalebasbomen, arrowwortel, Casia’s, acasia’s, tamarinden, pepers, Ananassoorten, Mancilla en talrijke andere – en omgeven door deze, pisangen, de statigste van alle gewassen ter wereld, de prachtige Hernandio’s, zilverglanzende Protea-soorten en kostbare kamferbomen. Toen ik later in de waarlijk Koninklijke woning kwam en in het uiterst leerzame museum, welks verzamelingen niet minder tot de roem van de eigenaar bijdroegen, voelde ik, vreemdeling, mij ganselijk betoverd, omdat ik nooit iets dergelijks gezien had. Mijn levendigste wens was, dat ik ter verzorging van dit alles de behulpzame hand zou mogen bieden.” HeerlijkHeden
RESTAURANT LANDGOED GROENENDAAL 90 JAAR
In 1913 kocht de Gemeente Heemstede het landgoed Groenendaal aan: een oude buitenplaats voorzien van geboomte, een paar vijvers, enkele lanen die het landgoed doorsneden en een paar paviljoentjes zoals de Belvedère en de Tuinkoepel. In het tijdschrift Eigen Haard werd de aanschaf uitgebreid beschreven. Op een van de foto’s komt het koetshuis voor “thans ververschingsplaats”. Op het voorplein staan eenvoudige tafeltjes en stoeltjes. De gemeente had de exploitatie van deze ‘ververschingsplaats’ in beheer. De Nieuwe Haarlemsche Courant schrijft over “de feestelijke openstelling van het wandelbosch”. Na een rondgang van de genodigden “werden in de koepel en op het Belvedère ververschingen aangeboden”, uiteraard alleen ‘s zomers.
Café Restaurant Groenendaal op een ansichtkaart die verstuurd werd in 1957.
Vier generaties Uitendaal In 1917 ging de exploitatie van het Ververschingshuis over in particuliere handen: de eerste van tot nu toe vier generaties Uitendaal deed zijn intrede. 1ste generatie: 1917; Joop Uitendaal en de twee gebroeders Arie en Kees Verdonschot. 2de generatie: 1942; Jan en Joop Uitendaal. 3de generatie: 1972; Jan en Hein Sr. Uitendaal. 4de generatie: Hein Uitendaal Jr. in de nabije toekomst, maar al vier jaar fulltime werkzaam in Groenendaal en sinds dit jaar lid van de directie.
HeerlijkHeden
141
HEERLIJK HEDEN
In 1917 werd het koetshuis gepacht van de gemeente door de eerste generatie. De samenwerking van het driemanschap eindigde in 1942. In die tussentijd gebeurde wel het een en ander. De jarenlang gebruikte naam Ververschingshuis dekte bij lange na niet de dekking van de activiteiten die daar ontwikkeld werden op het gebied van horeca. In een journaal uit 1917 schrijft Joop Uitendaal dat zij op de tweede Pinksterdag de grote toeloop van het aantal bezoekers niet aankonden en dat men op een slecht moment door de aardappelvoorraad heen was. Dat duidt er op dat er toen al warme maaltijden geserveerd werden. Goede raad was niet duur. Men schakelde over op gebakken biefstuk met brood! De Tweede Wereldoorlog lag op de loer en het Ververschingshuis dreigde gebruikt te worden voor de huisvesting van 200 Nederlandse militairen. Het bleek echter een ongeschikte locatie omdat het niet mogelijk was op het dak geschut op te stellen. Bovendien bleek het gebouw te koud om er militairen te laten verblijven. De voorzieningen die daarvoor getroffen moesten worden, werden op 2.000 gulden geraamd. Dat was kennelijk te duur, want het voorstel werd afgeblazen. Toen in 1942 de broers Jan en Joop Uitendaal het bedrijf gingen runnen was dat bepaald geen aantrekkelijke tijdsperiode. De horeca was toen een sobere toestand. In het journaal schrijft Joop Uitendaal: ‘weer eens een etentje’. Drie personen verzochten om een dinertje. De kok was niet meer in dienst en via de beurs (Arbeidsbureau) werd een kok gevonden met goede papieren voor 35 gulden in de week. Het diner kwam tot stand en hij kon meteen blijven. Echter, de papieren van de kok bleken beter dan zijn kookkunst. In augustus 1942 werd hij alweer ontslagen. De gebroeders Uitendaal hieven het glaasje op zijn vertrek!
De speeltuin van Groenendaal begin jaren ’50.
Speeltuin Een belangrijke attractie voor het bedrijf was een speeltuin die in 1932 werd aangelegd. Men kreeg de beschikking over een oude moestuin
142
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
gelegen aan de noordzijde van het restaurant met een oppervlakte van ongeveer 1300 m2. Door de werkverschaffing, het was immers crisistijd, werd het terrein geëgaliseerd. Volgens een krantenbericht werd “aan den Oostkant een waranda gebouwd van 28 meter lang, waaraan is gebouwd een consumptietent… Rond het terrein is een 5-tal zomerhuisje gebouwd met een gezellig zitje voor de ouders als hun kinderen zich vermaken op de verschillende toestellen. Aan dit materiaal is de grootste zorg besteed. De ijzerconstructie werd uitgevoerd door de smederij van de firma De Groot en Koppens. De draaiende toestellen lopen op kogels en lagers. Kortom het is zoo ingericht dat deze speeltuin met de besten in Nederland kan wedijveren”. Hein Uitendaal die als informant voor dit artikel optrad, weet zich nog te herinneren dat de speeltuin een geweldig succes was. Als 13-jarige knaap zorgde hij met zijn broer voor de fietsenstalling die naast de speeltuin lag, op feestdagen waren 1000-1200 fietsen geen uitzondering. De stalling kostte 10 cent en een band plakken 50 cent. Dit was midden vijftiger jaren. In 1990 is de speeltuin in andere handen overgegaan. Na-oorlogse tijd Na de oorlog werd het bedrijf weer langzaam opgebouwd. De voedseldistributie ging nog een tijd door. Het laatste artikel op de bon was suiker. Deze beperking werd in 1949 opgeheven. Een opluchting voor de horeca omdat suiker voor de desserts noodzakelijk was. Geleidelijk aan werd het vooroorlogse beleid voortgezet en verbeterd. Toen in 1949 de uitbreiding van het landgoed Groenendaal een feit werd met de aankoop van de buitenplaats Meer en Berg grepen de Uitendaals dit feit aan met de aanbieding van een speciaal menu bestaande uit maar liefst zeven gangen, afgesloten met koffie en likeur. Op de uitnodiging werd nog steeds de naam Verversingshuis gebruikt maar nu niet met “sch”. Moderne tijden braken aan! Jeugdige aanpak Hein Uitendaal Sr. begon op 15 jarige leeftijd in het bedrijf te werken. Aanvankelijk alleen ’s zomers. In de winters van 1959 en 1960 werkte hij voor f 32,- per week bij café restaurant Brinkman aan de Grote Markt in Haarlem. Daar deed hij ook ervaring op betreffende het restaurantbedrijf. Daarna nam hij volledig deel aan het familiebedrijf. Topactiviteiten waren de grote evenementen als de Flora’s die in het landgoed Groenendaal gehouden werden en zeker ook een groot internationaal bezoek trokken. In 1977 tijdens het 60-jarig bestaan werd de naam Verversingshuis via Café Restaurant Groenendaal gewijzigd in de tot nu toe geldende naam Restaurant Landgoed Groenendaal. Speciale gebeurtenissen waren onder andere een lunchbijeenkomst van prinses Beatrix tijdens een ruiterevenement. Ook bijzonder is de andijviestamppot op Koninginnedag 31 augustus, wat een tijd een traditie is geweest. Er namen wel een kleine honderd personen aan deel. Apart was het bezoek van de Pionier Automobiel Club, die tijdens een rally de lunch gebruikte in het restaurant, en het circuit in Zandvoort als einddoel had.
HeerlijkHeden
143
HEERLIJK HEDEN
Derde generatie Hein Sr. en zijn broer Jan namen in 1972 de leiding op zich. Naast een kopje koffie en thee bleef het restaurant een belangrijke financiële zekerheid. Plus het houden van bijeenkomsten, partijen en vergaderingen. In 1975 werd het Pannenkoekenhuis De Konijnburg bij de bedrijfsvoering betrokken. Het staat tot heden onder de leiding van de achterneef Marco Uitendaal. Nieuwe projecten werden opgezet zoals in 1990 toen de muziektent van de gemeente Heemstede werd overgenomen. Na een grondige renovatie van de tent begon een lange periode (1990-2005) waarin ruim 200 gratis toegankelijke concerten werden gegeven. Nu door een andere aanpak de muziektent geen functie meer heeft is de tent aan de Hartenkamp geschonken. Als vanouds Het voormalige koetshuis bestond aanvankelijk uit twee aparte gebouwen. Een diende als paardenstal, de ander als koetshuis met daarbij de koetsierswoning. De tussenbouw kwam voor 1913 tot stand. Op deze plek bevindt zich thans de entree en een deel van de Van Lennepzaal. Het interieur werd in de loop van de jaren gerenoveerd en ingericht naar de eisen en de smaak van de tijd. De veranda werd in 1965 dichtgemaakt en heeft sinds die tijd de functie van serre waar onder andere lunches geserveerd worden.In 2006 werd het interieur geheel gerestyled door de binnenhuisarchitect Bert Verwey. Dit voorjaar werd onder leiding van tuinarchitect Dick Beijer ook het terras geheel gerenoveerd. Bereikbaarheid Velen wisten Groenendaal in de loop van 90 jaar te bereiken. Per fiets, te voet, met de stoomtram, later de elektrische tram, per bus en auto. Ook menig huwelijksfeest vindt plaats in Restaurant Landgoed Groenendaal, waarbij het bruidspaar niet zelden arriveert in een Old Timer, als een ode aan het oude Ververschingshuis. Op de website Restaurant Landgoed Groenendaal.nl heeft Hans Krol een korte historische schets geschreven over het landgoed. Cees Peper
Het Verversinghuis met eenvoudige tafeltjes en stoelen onder de bomen op een ansichtkaart uit de jaren twintig.
144
HeerlijkHeden
JAN VAN HEEMSTEDE, EEN GRAFELIJK AMBTENAAR IN DISKREDIET
Reconstructie van de eerste versie van het Huis te Heemstede. De tekening werd ± 1948 gemaakt door Jaap Ypey van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Inleiding In 1433 werd hertog Filips de Goede als graaf van Holland en Zeeland ingehuldigd. In de hieraan voorafgaande jaren had hij zich echter al sterk met het graafschap Holland bemoeid. Op bestuurlijk en gerechtelijk gebied kwam dat tot uiting in de oprichting van de Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland op 3 juli 1428. Dit was de belangrijkste bestuurlijke en gerechtelijke instelling van Holland, Zeeland en West-Friesland. Hoewel de Raad geen volledig nieuwe instelling was, heeft zij na de Bourgondische machtsovername wel een meer definitieve en modernere vorm gekregen. De Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland hield zich bezig met de uitoefening van het bestuur en de rechtspraak en bestond uit de stadhouder (die als voorzitter optrad) en diverse raadsheren. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de bestuurlijke en gerechtelijke taken, werd de Raad wanneer zij dienst deed als gerechtshof op den duur ook wel ‘Hof van Holland’ genoemd. Uit de gerechtelijke archieven blijkt dat er in de loop van de vijftiende eeuw met enige regelmaat grafelijke ambtenaren voor dit gerechtshof werden gedaagd. [1] Het ging daarbij om beschuldigingen van corruptie, bevoegdheidsoverschrijding, afpersing, geweldpleging en nalatigheid. Eén van de grafelijke ambtenaren die in de vijftiende eeuw op het matje werd geroepen vanwege zijn wangedrag, was Jan van Heemstede, baljuw van Kennemerland. In dit artikel leest u over zijn achtergrond en de aard van de beschuldigingen die tegen hem werden geuit.
HeerlijkHeden
145
HEERLIJK HEDEN
Jan van Heemstede Jan van Heemstede was een zoon van heer Jan van Heemstede en jonkvrouw Hadewig van Borselen. Zijn oudere broer Gerrit van Heemstede was tussen 1437 en 1446 heer van Heemstede en Benthuizen. Jan en Gerrit hadden ook nog een zus Maria en een bastaardbroer Aatsert (zie mijn artikel over de bastaarden van de heren van Heemstede in HeerlijkHeden nr. 125). Net als zijn vader en grootvader bekleedde Jan van Heemstede het ambt van baljuw van Kennemerland. Als vertegenwoordiger van de graaf van Holland hield hij zich onder andere bezig met de hoge rechtspraak binnen zijn ambtsgebied. In tegenstelling tot de schout en schepenen van Heemstede mocht de baljuw van Kennemerland dus ook halsmisdrijven berechten en de doodstraf opleggen. De reguliere inkomsten uit het baljuwsambt waren vaak gering. Dat kon echter worden gecompenseerd via diverse neveninkomsten. Zo had de baljuw bijvoorbeeld recht op tweederde deel van de opgelegde boetes. Het zal duidelijk zijn dat dit vrij eenvoudig tot ambtsmisbruik kon leiden. De vroegste vermelding van Jan van Heemstede dateert uit 1438. Op 21 augustus van dat jaar werd hij namelijk beleend met het leengoed ‘Onsterland’ bij Hekelingen, na overdracht door zijn broer Gerrit van Heemstede. [2] Twee jaar later trad Jan van Heemstede voor het eerst op als baljuw van Kennemerland. Hij zou dit ambt uitoefenen tot 1469, toen hij werd vervangen door Klaas en Pieter van Ruiven. [3] Vervolgens werd Jan Janszn. van Heemstede na een korte onderbreking aan het eind van de jaren zeventig van de vijftiende eeuw opnieuw aangesteld als baljuw van Kennemerland. Tussen 1320 en 1470 bedroeg de gemiddelde ambtstermijn van de baljuw van Kennemerland drie jaar. De ambtsperiode van 29 aaneengesloten jaren van Jan van Heemstede vormt daarop een duidelijke uitzondering. Waarom juist hij zo lang het baljuwsambt bekleedde, is niet bekend. Overzicht van de baljuwen van Kennemerland 1384-1386 1401, 1402-1404 1405-1411 1411-1413 1413-1414 1414-1415 1415-1419 1419 1420 1423 1423-1430 1431-1433 1433-1440 1440-1469 1469-1475 1475-1477 1477-1479
146
HeerlijkHeden
Jan van Heemstede Arend, heer van Egmond Bartoud van Assendelft Dirk van Santhorst Dirk van Assendelft Gillis van Kralingen Jan van Heemstede Jan van Egmond IJsbrand van der Laan Otto van Egmond Gerrit van Alkemade Jan van Alkemade Otto van Egmond Jan van Heemstede Klaas en Pieter van Ruiven Klaas van Assendelft Jan van Heemstede
HEERLIJK HEDEN
Naast zijn werkzaamheden als baljuw was Jan van Heemstede ook actief als raadsheer. Tussen 1441 en 1475 nam hij deel aan diverse vergaderingen. Zijn neef Jan Gerritszn. van Heemstede was gedurende een deel van deze periode eveneens raadsheer. Daardoor is het niet altijd duidelijk wie van beide personen precies wordt bedoeld als er in de bronnen wordt gesproken over de raadsheer Jan van Heemstede. Jan van Heemstede († vóór 15 juni 1412) baljuw x N.N.
Maria van Heemstede x Jan van Blois
Jan van Heemstede († vóór 6 mei 1437) baljuw x (1) Hadewig van Borselen (2) Dirkloef van Hetterscheid
1 Gerrit van Heemstede († in of kort vóór 1446) x Machteld van Delft
1 Maria van Heemstede († na 1 april 1467) x Hendrik van Liesveld
1 Jan van Heemstede († na 26 april 1479) baljuw en raadsheer
Gerrit van Heemstede (jong gestorven)
Jan van Heemstede († na 25 okt. 1507 raadsheer
Haze van Heemstede († in of na 1501)
Fragmentgenealogie van het geslacht Van Heemstede (met vetgedrukt de ambachtsheren van Heemstede). In de Heemsteedse archiefstukken wordt op 6 juni 1450 en 12 juni 1463 melding gemaakt van baljuw Jan Janszn. van Heemstede. Het laatste levensteken stamt uit 1479. Jan Janszn. van Heemstede was toen voor de Grote Raad van Mechelen verwikkeld in een proces over de nalatenschap van zijn moeder. [4] In de processtukken wordt hij ‘Jan van Heemstede de oude’ genoemd. Daardoor staat het vast dat het in dit geval niet zijn jongere neef Jan Gerritszn. van Heemstede betreft. Volgens diezelfde processtukken bekleedde Jan van Heemstede de oude op 26 april 1479 het ambt van baljuw van Kennemerland. De deurwaarder trof hem die dag niet thuis aan, daarom overhandigde hij de documenten die hij had meegenomen op 30 april aan Simon Rembrandszn., de plaatsvervanger van de baljuw van Kennemerland. Eerder kwam ter sprake dat het soms onduidelijk is wie van beide Jannen
HeerlijkHeden
147
HEERLIJK HEDEN
wordt bedoeld als er wordt gesproken over de raadsheer Jan van Heemstede. Dankzij omschrijvingen als ‘Jan van Heemstede de oude’ en het feit dat hij in de bronnen regelmatig ‘Jan Janszn.’ wordt genoemd, bestaat er weinig twijfel over de identiteit van de in dit artikel behandelde baljuw van Kennemerland: dat was Jan Janszn. van Heemstede. Het is alleen niet helemaal zeker of hij ook in 1477 het baljuwsambt bekleedde. Volgens de “Generale Privilegien ende Hantvesten van Kennemerlandt ende Kennemerghevolgh” (uitgegeven in 1652) was Jan Gerritszn. van Heemstede in 1477 namelijk baljuw van Kennemerland. De lijst van baljuwen is echter verre van compleet en vertoont op diverse punten duidelijke afwijkingen ten opzichte van de lijst zoals die door dr. Antheun Janse is opgesteld in zijn boek over de ridderschap van Holland (waarop het in dit artikel gepubliceerde overzicht van de baljuwen van Kennemerland is gebaseerd). Op basis van zijn eigen bevindingen gaat Antheun Janse er vanuit dat Jan Janszn. van Heemstede in 1477 het ambt van baljuw van Kennemerland bekleedde (en niet zijn neef Jan Gerritszn. van Heemstede). Ambtsmisdrijven Na een eerdere rechtszaak in verband met het beledigen van de procureurgeneraal, werd Jan van Heemstede, baljuw van Kennemerland, in 1464 opnieuw voor de Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland gedaagd. De procureur-generaal legde hem nu diverse ambtsmisdrijven ten laste. Jan van Heemstede had met enkele getrouwen midden in de nacht een vermeende konijnenstroper gearresteerd. Deze “oude crancke man” werd vervolgens ongeveer een week lang vastgehouden in Heemstede. Er wordt niet gezegd waar hij precies werd opgesloten, maar mogelijk was dat ergens binnen het kasteel van Heemstede. Jan Gerritszn. van Heemstede (de neef van baljuw Jan) was binnen de grachten van zijn kasteel namelijk beleend met de hoge heerlijkheid (= de hoge rechtspraak). Volgens dr. Antheun Janse had de heer van een hoge heerlijkheid meestal ook een eigen gevangenis. Toen de
Deze foto is waarschijnlijk gemaakt in de jaren dertig van de vorige eeuw. De Pons Pacis, gebouwd in opdracht van Adriaan Pauw ter ere van de Vrede van Münster, lag toen nog bijna geheel in puin.
148
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
vrienden en “magen” (familieleden) van de gearresteerde man aanboden om zich borg te stellen, werd dat door Jan van Heemstede geweigerd. Daarmee handelde hij in strijd met de privileges van Kennemerland. Al in het uit 1389 daterende handvest van hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, wordt benadrukt dat gerechtsdienaren in Kennemerland (zoals de schout en de baljuw) verplicht waren iedere borgstelling te accepteren “oft men wil ofte niet”. [5] Daarnaast wordt in het handvest van Jacoba van Beieren uit 1426 verklaard dat “den bailliu [baljuw] is ghehouden borghtochte aen te nemen voor lijf ende goet”. Wanneer de baljuw dat weigerde, moest hij gevangen worden genomen en voor het gerecht worden gedaagd. Jan van Heemstede was dus duidelijk in overtreding. Hij maakte de zaak zelfs nog erger door de vermeende konijnenstroper met geweld tot een “compositie” en een schatting te dwingen. Een “compositie” was een regeling die een verdachte met de baljuw kon treffen. In ruil voor een financiële vergoeding ging de baljuw dan niet over tot vervolging: de zaak werd buiten de boeken gehouden en de baljuw legde geen rekenschap af voor zijn daden (iets wat hij eigenlijk wel hoorde te doen). [6] Door te dreigen met gevangenneming en pijniging kon de baljuw proberen een zo hoog mogelijke financiële vergoeding los te krijgen. In dit geval is Jan van Heemstede zelfs daadwerkelijk tot pijniging overgegaan. Op die manier wist hij een geldbedrag van in totaal 74 nobels af te persen (bijna 900 daglonen van een meester-ambachtsman). Het was overigens niet zozeer het folteren of pijnigen dat Jan van Heemstede werd aangerekend, maar het feit dat hij dat had gedaan zonder dat daarbij de door de wet voorgeschreven mannen of schepenen aanwezig waren. De Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland verklaarde in haar vonnis dat Jan van Heemstede de berechting van de vermeende konijnenstroper over had moeten laten aan de houtvester van de Haarlemmerhout. Jan van Heemstede verdedigde zich door te wijzen op het feit dat diverse andere edelen eveneens autonoom optraden en daarbij geen rekening hielden met de jurisdictie van deze houtvester. Zijn verweer werd echter door de Raad terzijde geschoven. Het werd Jan van Heemstede vooral zwaar aangerekend dat hij een verzoek om borgstelling had geweigerd en dat hij onbevoegd een gevangene had gepijnigd. Daarom moest hij een bedrag betalen van 300 gouden leeuwen (ongeveer 1800 daglonen van een meester-ambachtsman). Daarnaast diende Jan van Heemstede het geld dat hij had afgeperst terug te betalen aan het slachtoffer, met daarbij nog een schadevergoeding van 60 gouden leeuwen. Zoals gebruikelijk diende Jan van Heemstede als verliezende partij ook alle proceskosten te betalen (waaronder de proceskosten die de vermeende konijnenstroper had gemaakt).Toch mocht hij zich op één punt gelukkig prijzen. De Raad achtte het namelijk niet nodig om hem uit zijn ambt te ontslaan. Na het proces kon Jan van Heemstede zijn werkzaamheden als baljuw van Kennemerland dus gewoon doorzetten. Jan van Heemstede werd voor zijn misdragingen behoorlijk hard aangepakt. Hij vormt wat dat betreft een uitzondering, want over het algemeen werden grafelijke ambtenaren in dit soort gevallen slechts licht gestraft. Blijkbaar vond de Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland het in 1464 nodig om een duidelijk signaal af te geven dat dit soort praktijken niet werden getolereerd.
HeerlijkHeden
149
HEERLIJK HEDEN
Conclusie Het is niet duidelijk waarom Jan van Heemstede juist in dit geval zijn boekje te buiten ging. Het is ook niet bekend of dit de enige keer was. Andere slachtoffers hadden misschien niet de financiële middelen om een proces tegen hem aan te spannen of durfden dat niet. In ieder geval werd Jan van Heemstede door de Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland zwaar op de vingers getikt voor de ambtsmisdrijven die hij had gepleegd. Toch mocht hij ook na dit proces het ambt van baljuw nog gewoon blijven uitoefenen. Aan de eis tot ontslag werd door de Raad namelijk geen gehoor gegeven. Maarten van Bourgondiën Noten 1. Wim Blockmans, “Privaat en openbaar domein. Hollandse ambtenaren voor de rechter onder de Bourgondiërs”, in: J.-M. Duvosquel en E. Thoen (eds.) Peasants and townsmen in medieval Europe. Studia in honorem Adriaan Verhulst (Gent 1995) 707-719, aldaar 711. 2. J.C. Kort, “Repertorium op de lenen van de hofstede Putten 1229-1650”, in: Ons Voorgeslacht 34e jaargang nr. 284 (mei 1979) 189-237, aldaar 217. 3. Antheun Janse, Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late Middeleeuwen (Hilversum 2001) 389. 4. D r. J.Th. de Smidt & drs. Tony Lindijer, Haarlemmers voor de Grote Raad van Mechelen 145-1578 (Haarlem 1999) 25-26. 5. G enerale Privilegien ende Hantvesten van Kennemerlandt ende Kennemerghevolgh, waarvan afschriften zijn gepubliceerd: http://www.wintersteijn.nl/gp%20inhoud.htm . 6. Zie: http://www.dbnl.org/tekst/_lan006lang01_01/_lan006lang01_01_0007.htm .
Dit bord met informatie over het Oude Slot en de restanten van de fundamenten is gemaakt op initiatief van de VOHB. Het werd in 2005 geplaatst ter gelegenheid van de nieuwe exploitatie van het Oude Slot.
150
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
REACTIE OP DE FOTO ‘KONINGINNEDAGVIERING 1945’ IN HEERLIJKHEDEN 132 In de vorige aflevering van HeerlijkHeden stond op pagina 109 een foto met als bijschrift ‘De Bronsteeschool op 31 augustus 1945’. Wij ontvingen een uitgebreide reactie van de heer Oostenrijk die ons vertelt dat de foto bij de Nicolaas Beetsschool is genomen. Hij kent bovendien nog bijna alle kinderen op de foto en laat ons delen in zijn herinneringen. “Deze foto betreft een straatfeest in de BosboomToussaintlaan en niet de Bronsteeschool. Hij is toevallig genomen op het schoolplein van de Nicolaas Beetsschool vóór de ingang op no.18. De afgebeelde jongeren zijn allemaal inwoners van de Bosboom-Toussaintlaan en niet specifiek leerlingen van de Nicolaas Beetsschool. Op de achtergrond bevindt zich perceel no. 11. In de erker staat de zoon des huizes die nieuwsgierig toekijkt. Het verhaal gaat dat hij aan tuberculose leed en niet naar buiten mocht. In werkelijkheid bevindt hij zich ongeveer 9 meter achter de opgestelde groep; straat, stoep en voortuin scheiden hem van de rest. Speling van het lot plaatst hem nu naast de vrolijke jongelui. De Bosboom-Toussaintlaan telde in 1945 blijkbaar veel klein grut. Niet vreemd voor een straat die op no. 66 in de gevel pronkt met een tekst van Nicolaas Beets: “Ieder kind op aard geboren doet een nieuwe ster ontgloren.” De kleintjes gaan feest vieren. Ze hebben er zin in. Het valt op dat er geen obesitaslijdertjes bij zijn. Er zijn trouwens ook geen brillen en gebitsbeugels te zien! De oudere meisjes uit de straat zullen de leiding nemen bij de spelletjes. Helemaal rechts staat Riet Wentink en naast haar mijn zus Len Oostenrijk, die een map – waarschijnlijk met spelletjes – onder de arm geklemd houdt. Geheel links vooraan zit, gehurkt, Trees Wiegman en naast haar – op de knieën – Lydie de Graaf. Daarboven staat – met padvindershoed – Loek Esmeyer. Daarnaast – naar rechts de rij volgend – Jan Smit, Kees Oostenrijk (schrijver dezes, hier 12 en nu 74 jaren jong ); schuin daarboven: Niek Wentink; nu weer op de rij: Joop Heinsius en Evert van der Wende. Nu naar boven: Luuk Fabriek, een onbekende en dan Jaap Smit ; tenslotte schuin daaronder: Piet Wiegman. Van de kleintjes herken ik op de klompjes (voorste rij 5-de van links) Netty Klijn, mijn buurmeisje. Daarboven de twee blonde koppies van de tweeling Bob en Mick de Graaf. Schuin boven het jongetje met de matrozenkraag op de voorste rij zie ik Henk Klijn en daarboven – lachend met staartjes – mijn overbuurmeisje Janneke Krabbe. Tenslotte, naast het jongetje met de sjerp op de voorste rij staat meesmuilend Wilma Klijn.
Kinderen uit de BosboomToussaintlaan op koninginnedag 1945.
HeerlijkHeden
151
HEERLIJK HEDEN
Misschien is het wel aardig om hier een overzichtje te geven van de ‘straatjeugd’ uit de Bosboom-Toussaintlaan in en vlak na de Tweede Wereldoorlog (sommige oudsten zijn dan al in de 20!) Oneven straatnummers (westzijde) 9 Wentink, Zefa, Riet, Niek, Olga 13 De Graaf, Don, Lydie, Bob, Mick . 17 Frederiks, Jan 31 Santing, Niek 33 Esmeyer, Loek, Fransje 35 Wiegman: ?,Trees, Piet 49 Krabbe, Ankie, Janneke, Wim 51 Kroft, Theo, Riet, Corrie, Jopie, Henk, Jan,… 53 Bloemendal, Hetty, Tonnie,….. 55 Overmeer, Winny, 3 zusjes (?) Even straatnummers (oostzijde) 20 Ton, Vally 22 Van der Wende, ?, Evert 30 Smit, Henno, Kees, Jaap, Jan 36 Fabriek, Riet, Luuk, Ankie,… 38 Heinsius, Riet,Truus,Joop,Carla. 40 Cats: Blanche 48 V.d.Heyden, Anneke, Mies, Frans, …. 50 Koopman, Hans 52 Klijn, Suus, Henk, Wilma, Netty, Coby, Loes 54 Oostenrijk, Arend, Bertha, Len, Jilles, Kees 60 Ravensteyn, Chiel, Betsie, Gé, … 62 Schimmel, Tonnie De Bosboom-Toussaintlaan was een ideale speelstraat ; zeker toen vóór de hongerwinter de eiken er nog stonden, die ’s zomers veel schaduw gaven. Waar nu de insteekparkeerplaatsen zijn, was toen een brede stoep met daarachter afgeschermde grasveldjes met bloemperken. Auto’s waren er weinig of geen. De vrije goten noodden tot knikkeren en de open rijbaan was ideaal voor het hoepelen, veelal met een oude fietsvelg. Ook werd er veel getold, zowel met priktollen als met zweeptollen. Kent u het verschil nog ? Wij vonden het toen chic, als de tollen hoog op de benen stonden. Daarom vervingen wij de punt van de tol door een oogje of een afgezaagde schroef. In de oorlog werd veel gespeeld met zelfgemaakt speelgoed. Uit een vel papier maakte je via een vrij ingewikkelde vouwtechniek een supervliegtuigje! Ik heb die vouwhandelingen nog in mijn vingers en in vakanties vragen mijn kleinkinderen nog wel eens om een vliegtuigje. Van een oude zakdoek maakten wij met dunne touwtjes en een oude sleutel een parachuutje. Het ineengevouwen pakketje gooiden wij omhoog of schoten het met een katapult in de lucht .
152
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
Ook na het avondeten verzamelden er zich wel kinderen op straat om in schemertijd verstoppertje te spelen. De poortjes en de achteromgangen boden ideale schuilplaatsen. Tot zover mijn terugblik op de foto en mijn jeugdjaren in de BosboomToussaintlaan. Ik hoop dat er reacties van lezers komen met verbeteringen van en aanvullingen op de door mij genoemde namen en huisnummers. Want mij is in mijn jeugd dagelijks ingeprent door de al eerder genoemde Nicolaas Beets : “Veel leer ik steeds, dat ik niet wist. Nog meer, waarin ‘k mij had vergist” (tegeltekst op no. 56) Kees Oostenrijk 023-5289552
[email protected]
NIEUWE LEDEN Heemstede Heemstede Makelaardij Fam. Zandstra-Moerkerk Mw. A.M. Coenen Mw. S. v. Dam-Jacobs Dhr. W. Swinkels Dhr. J.H. de Groot Dhr. A.J. Pijst Mw. E.E.M. Bervoets Dhr. H.B. Wijtman J. Kramer H. van Ravestein Mw. M. de Leeuw Dhr. L. Bos
Haarlem Dhr. J.C.M. de Bruijn Bennebroek Dhr. B.v. Asperen Bloemendaal Mw. J.A. Patijn-Bijl de Vroe Beverwijk Violento e/o A.J.M. Niesten-Toman
HeerlijkHeden
153
DE BINNENWEG IN VROEGER TIJDEN DEEL 1, TUSSEN KERKLAAN EN RES NOVAPLEIN
Muursteen op de zijgevel van woonwinkel De Zanderij, Binnenweg 1. (Foto: Cees Peper)
Na Raadhuisplein en Raadhuisstraat is nu de Binnenweg aan de beurt voor een beschrijving. Uitgangspunt vormen de gegevens uit de woninggids van 1951, afgezet tegen de huidige bestemming van de panden. Door de lengte van de Binnenweg wordt deze weg in vier artikelen beschreven. In dit deel de oneven nummers beschreven vanaf de Kerklaan tot het Res Novaplein. Nummer 1. Op de hoek van de Kerklaan/Binnenweg staat het pand van woonwinkel De Zanderij waar op de zijmuur het jaartal 1921 in een fraaie muursteen is aangebracht. In 1951 was hier de boekhandel en uitleenbibliotheek van Mej. L.J.M. Jonckbloedt. Het pand heeft een ruime onderbouw, een soort groot souterrain waar in die tijd smederij Van den Asdonk gevestigd was. Nu is helemaal niet meer te zien dat het pand uit twee huizen bestond. Het sleutelwinkeltje van J.J. Veltmeijer was in Nummer 1a en was met een trapje toegankelijk aan de buitenzijde van het huis. In het thans geheel verdwenen pand 1b was kapper Grandjean gevestigd; je kwam er binnen via een stenen trapje van drie treden. Nummer 3. Vroeger de kruidenierswinkel van C.J.N. Booms, nu The walk-in-closet. (3a is een bovenwoning.) Nummer 5-7. De Twentsche Bank is in de twintiger jaren als bijkantoor in Heemstede gevestigd. Op de bovenverdieping, nummer 7, woonde K. Smit, conciërge en wisselloper van de bank. Vroeger liep hij onbekommerd met een dikke geldtas langs winkels en bedrijven in het dorp. Later werd het de ABN/ Amrobank en verschenen de zwaar beveiligde geldtransportauto’s. Dit jaar verhuisde de bank naar Binnenweg 67. De nummers 5 t/m 9 worden nu verbouwd. Nummer 9 was destijds het Heemsteeds Kolenbedrijf en werd later bij de ABN getrokken. Nummer 11. Jarenlang de bekende horlogerie van Schutter, destijds ook bekend onder de naam ’t Geschenkenhuis. Nu vindt u er Van Velthoven juweliers. Nummer 13. Ooit kruidenierswinkel REWO, vervolgens ’t Stoffenhuis Schutter en nu een zaak in cosmetica en aanverwante artikelen, Ariane Inden. Op nummer 13a tandarts Schutter. De bebouwing wordt hier onderbroken door het parkeerterrein tegenover de Dekamarkt.
154
HeerlijkHeden
Wasserij van der Weiden aan de Binnenweg, later het Timmerwinkeltje van Schutter met woonhuis waar Schutter nog woonde tot de afbraak en plaats maakte voor de nieuwe appartementen en winkelpand.
Nummer 15 was de wasserij van Van der Weiden. Daarna is het samengevoegd met nummer 17, het Timmerwinkeltje van Schutter. Tot 2 juni was hier Spaarndam vloeren, kasten en deuren gevestigd. Boven zijn drie appartementen met de nummers 17a, 17b en 17c. Op de gevel hangt een houten bord met de naam Schuttershof. In 1951 was nummer 17 particulier bewoond door de familie Schutter. Merkwaardigerwijze lag het woongedeelte behoorlijk lager dan het straatniveau en keek je als het ware op de bewoners neer. (Zie ook HH 132, pag. 66.) Nummer 19. Destijds bewoond door poelier Kees de Koning en later C.J. Kors, nu de Vitamin Store. Nummer 21. Hier was vroeger de sigarenzaak van Kneijnsberg en nu speelhal Flamingo Casino. Nummer 23 komt in de lijst van 1951 niet voor. Nu is daar Toko Asli Indonesia gevestigd. Nummer 25 op de hoek van de Iepenlaan werd bewoond door H.G. Janmaat, nu is het bistro Deux Café Deux. Nummer 27/29. Hier waren achtereenvolgens de banketbakkers Sieverding en Vredenburg gevestigd. Nu vindt u op nummer 27 ‘t Kaasboerinnetje en op nummer 29 sinds kort Kapsalon Personality. Nummer 31 was in 1951 de woning van L.P.F. Kramer met zijn sigarenmagazijn, nu antiekwinkel Canterbury Antiques. Nummer 33. Destijds een antiekwinkel van W.Polak, thans Hairstudio Trinqles. (33a is een bovenwoning.) Nummer 35. In 1951 bewoond door E. Louter (nog eerder door de familie Tesselaar), thans leegstand. Nummer 37. Destijds kruidenier H. Bos, nu Keur Wonen. Nummer 39. In 1951 A. Kopjes viswinkel en vermoedelijk voortgezet onder de huidige naam Eerste Heemsteedse Vishandel. Na een brand begin dit jaar was de winkel noodgedwongen twee maanden gesloten. Half april ging de winkel weer open.
HeerlijkHeden
155
Huisjes aan de Binnenweg 7 t/m 13 in 1930. Het huisje uiterst rechts was het snoepwinkeltje van Mevrouw van der Aa. De houten loods ernaast hoorde bij Wasserij van der Weiden.
Nummers 41-47 naast de vishandel stonden jaren leeg. In 2001 werden de panden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Nummer 41 was in 1951 Fa. G.S. van Bakel Stoffeerderij. Van Bakel was tevens eigenaar van de Eerste Heemsteedsche Begrafenis Onderneming. Nu zit Hästens bedden er. Rust zacht zou je kunnen zeggen! Vóór Van Bakel zat op de hoek de horlogezaak van Van Campen. Nummers 43-47 zijn nu appartementen met de ingang in de Lindenlaan. 45 en 47 komen in de lijst van 1951 niet voor. Nummer 49 op de hoek van de Lindenlaan was destijds de Kantoorboekhandel van Eijk en tevens depot voor het aanleveren en afhalen van Van Gend en Loos. In 1951 zat er een café van Jansen, nu SPF Financieel Adviseurs (nr. 49/51). Nummer 53. Destijds particulier bewoond, thans Mode Deux Mille. Nummer 55. In 1951 particulier bewoond, nu zit in het oude pandje Edelsmid Agusto. Nummer 57. Jarenlang de bekende rijwielzaak van Verdonschot en taxivervoer. Nummer 59. Hoek Lindenlaan/Binnenweg was destijds een kroegje van J.A. Kobus die voetballer was bij HBC. Dit pand is later bij de zaak van Verdonschot getrokken. Nu vindt u er op de nummers 57/59 makelaar Koopman, De Ridder en Strijbis. Nummer 61 komt op de lijst van 1951 niet voor. Nummer 63. In 1951 horlogerie Copini. Nummer 65 was een kapper gevestigd met de toepasselijke naam Knippers. De panden 61-69 hebben plaats gemaakt voor flats met daaronder op nummer 67 de nieuwe ABN-Amro, destijds de Coöperatieve Boerenleenbank, dus vertrouwde grond voor het bankwezen. Nummer 69. In 1951 A.P. Verbeek gordijnstoffen, nu het Kruidvat. Nummer 71. In 1951 de fietsenwinkel van Juffermans, thans Bos Dierenspeciaalzaak. 156
HeerlijkHeden
Links de witte villa’s aan de Binnenweg op de nummers 81 en 83, vlak voor ze in 1995 gesloopt werden om plaats te maken voor de ING-bank en appartementen. Rechts daarvan, met de ronde houten erkers, de nummers 85 en 87 die er nog wel staan.
Nummer 73. Destijds particulier bewoond, nu de Sleutelservice. Erboven is een woning. Nummer 75. In W.O. II de tassenzaak van W. Luiten, in 1951 Hoijing, serviezen en glaswerk, nu Stoutenbeek Mode. Nummer 77. Destijds woonhuis thans Opticien Federmann, met daarboven op nummer 77a en 77b woningen. Nummer 79. In 1951 was dit een conglomeraat aan woningen en bedrijven. Bekend was het garagebedrijf van Peters. Boven het bedrijf waren zes woningen. Naast de garage was destijds nr. 79c een café-restaurant en 79d Maison Verbeek. Voor de vestiging van de Hema was achter de voormalige garage jarenlang een bloemenkwekerij gevestigd met verkoop via een poort. Nu zitten naast de Hema twee modezaken Josephine & Co en Difura. De nummers 79 a,b en e zijn de erboven gelegen woningen. Nummer 81 werd destijds bewoond door Ds. J. Mulder, nu is dat de ING-bank (waarschijnlijk samengevoegd met nummer 83), met daarboven de appartementen met de nummers 83 a-d en 85 I,II,III. Nummers 81 en 83 waren karakteristieke grote witte woningen. Nummer 85 en 87 hebben met hun ronde houten erkers op de bovenetage nog een redelijk origineel aanzien. (Datzelfde geldt voor nummer 89.) Op nummer 85 vindt u nu Toddlers, op nummer 87 W. Pollé. Nummer 89 huisvest al jaren de bekende verfhandel van Ree. Vermoedelijk werd in 1951 de bovenwoning verhuurd aan mej. H.M. van Stipriaan Luiscuis, een weinig voorkomende naam. Nummer 91. Daar was in 1951 de Ned. Handel Mij. gevestigd met op de bovenetage het woonhuis van de directeur. P.J. Smit. Thans is daar gevestigd Lifestyle. Nummers 93 en 95 zijn samengevoegd tot de Rabobank. Destijds respectievelijk de groentezaak van P.J. van Kesteren en een winkel in vloerbedekking/gordijnstoffen van H.P. de Rijk. (De nummers 93 a-c zijn bovenwoningen.)
HeerlijkHeden
157
HEERLIJK HEDEN
Nummer 97 was destijds de sigarenwinkel van R. de Jager. Een aantal nummers werd samengevoegd en op nummer 97-101 is De Lord Mode gevestigd. De zaak viert dit jaar z’n vijftigjarig bestaan. Nummer 101 was tot 1991 het hoekpand van de doorsteek naar het Res Novaplein. Nummer 103 valt op door zijn ronde vorm. Het werd in 1991 nieuw gebouwd en in 1992 opende herenmodezaak Welldressed er zijn deuren (een voortzetting van Van der Wel Mode, tot dan toe gevestigd aan de Binnenweg 125). Het grote pand strekt zich uit tot aan de poort van het Res Novaplein. Boven de winkel zijn appartementen. Hiermee eindigt dit deel van de Binnenweg. De even nummers van dit deel van de Binnenweg volgen in het volgende artikel. Met dank aan Leo Zwarter van de destijds bekende Gastronomie en Wijnhandel aan de Raadhuisstraat, voor zijn informatie. Cees Peper
Gevonden in het VOHB-archief
158
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
HISTORISCHE ACTUALITEITEN Archiefaanwinsten Van de heer Ibo Tamminga ontvingen we een gedrukte tekst op ‘perkament’, in augustus 1986 uitgegeven ter gelegenheid van de heropening van Reformhuis Ligterink aan de Zandvoortselaan In Heemstede. We hebben een artikel verworven uit de Katholieke Illustratie van 20 oktober 1950 over “Jan Koster, beroemd Nederlands pikeur”. Hij werd geboren in het ‘Posthuys’ te Heemstede in 1887 als zoon van Jan Koster sr. die in 1919 in Denemarken overleed. Jan Koster jr. werd op Tweede Pinksterdag 1910 op de renbaan van Woestduin gehuldigd vanwege zijn 50-jarig jubileum. Vader en zoon Jan Koster boekten met hun renpaarden meer dan 2.000 overwinningen op de bekende banen voor harddraverijen in West-Europa. Van fotograaf B. van der Lans uit Hillegom hebben we opnieuw fotonegatieven ontvangen van opnamen uit Bennebroek en afbeeldingen van een geïllumineerd raadhuis in Heemstede (1953) en een winterse Herenweg (1950). De heer Jaap de Groot gaf vijf oude ansichtkaarten van het Luciaklooster in Bennebroek, vier daarvan van de tuin.
Duiventil in de tuin van het Luciaklooster is Bennebroek in de jaren ’50. De nog overgebleven zusters verhuizen dit jaar naar Wijchen.
De heer Jan Schelling was van 1 maart 1910 tot 1 januari 1946 directeur van openbare werken in Heemstede. Bij zijn 25-jarig jubileum in 1935 ontving hij een fotoalbum van zijn ambtenaren en werklieden. 62 afbeeldingen van bouwactiviteiten in Heemstede zijn intussen op dvd overgebracht. Mevrouw E.M. Gladon uit Bennebroek schonk twee voorwerpen afkomstig van haar moeder Maria Josephina Feije: een Eerste H. Communieprent van 17 mei 1910 met de vermelding ‘H. Joseph kerk en pastoor G.J.M.Kabel’ (een ingelijste chromolitho, vervaardigd door de Duitse kunstenaar H.Commans). Verder een ingelijst borduurwerk uit 1913, gemaakt op de school onder leiding van de zusters van Sacré Coeur.
HeerlijkHeden
159
HEERLIJK HEDEN 160
Recente publicaties Bij gelegenheid van 350 jaar Leidsevaart verschenen nog de volgende publicaties: - Heen en weer; reizen per openbaar vervoer vanaf de zeventiende eeuw. Haarlem, 2007. - Blauwe ader van de Bollenstreek; 350 jaar Haarlemmertrekvaart – Leidsevaart 1657-2007, geschiedenis, betekenis en toekomst. Leiden, Primavera Pers, 2007. De heer Jan van de Reep stelde een nieuw boekje samen: Cultuurhistorische wandelroutes wandelbos Groenendaal en de Algemene begraafplaats. Het is verkrijgbaar bij de afdeling communicatie op het gemeentekantoor aan de Havenstraat in Heemstede. Nog niet vermeld, maar zeker ook interessant voor Heemstede is van Ben Speet: Historische atlas van Haarlem; 1000 jaar Spaarnestad. Amsterdam, SUN, 2006. In Haerlem Jaarboek 2006 (2007) is een bijdrage opgenomen over de bewonersgeschiedenis van de tot 1927 in Heemstede gelegen buitenplaats Vredenhof/Hout en Duijnzigt aan de Wagenweg. Aan de op 30 augustus in Heemstede overleden ir. Paul Stuyt is een necrologie gewijd. RAAP Archeologisch Adviesbureau publiceerde onlangs als notitie 2175: ‘Plangebied Zusterflat aan de J. Wagenaarlaan, gemeente Heemstede; archeologisch vooronderzoek (…)’. Na de inpoldering van de Schouwbroekerpolder in 1623 is het veengebied met zandige afzettingen als weiland in gebruik geweest tot de bouw van de Zusterflat in 1973 bij het een jaar later geopende Diaconessenhuis. Tijdens negen uitgevoerde boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. In de publicatie van Kees Zandvliet De 250 rijksten van de Gouden eeuw staat op nummer 3 Elisabeth Tiellens (1652-1724), ambachtsvrouw van Gunterstein en Berkenrode met een geschat vermogen van (destijds) 1.900.000 gulden. Voorts Anna Christina Pauw (1649-1791), vrouwe van Bennebroek op nummer 35 met een nagelaten kapitaal van f 670.000,- en haar grootvader Adriaan Pauw (1585-1653) op nummer 57 met naar schatting een half miljoen gulden. De dichter J. Slauerhoff (1898-1936) woonde aan het eind van zijn korte leven enige tijd bij zijn moeder in de Lentelaan in Heemstede. Hij onderhield van 1923 tot 1936 een briefwisseling met Heleen Hille Ris Lambers, die nu door het Letterkundig Museum is uitgegeven met als titel Van een liefde die vriendschap bleef. Martijn J. Adelmund schreef Mysteries in Noord-Holland (Utrecht, Bruna, 2006). Daarin is ook een hoofdstuk opgenomen over ‘De spoken van Slot Heemstede’. Helaas onvolledig en bovendien hebben de ‘paranormale activiteiten’, als hier al sprake van is, niets van doen met graaf van Floris V. Eerder lijkt sprake van een ‘wraak’ die volgens hardnekkig volksgeloof te maken heeft met de moord in de nacht van 21 op 22 september 1393 op Aleide van Poelgeest, waarbij ridder Jan van Heemstede betrokken was. Van dichter, toneelschrijver en geschiedschrijver P.C. Hooft is het boek Nederlandse Historiën. De meest interessante stukken, inclusief de Slag bij het Manpad van 1573, zijn in mei 2007 heruitgegeven en bezorgd door o.a. de in Heemstede woonachtige emeritus hoogleraar in de neerlandistiek Eddy Grootes.
HeerlijkHeden
HEERLIJK HEDEN
Dit voorjaar kwam de eerste roman uit van journalist Anne-Gine Goemans, Ziekzoekers. Dit familiedrama speelt zich af in de Bollenstreek, waarbij ook de ‘zwarte periode’ van de Hartekamp in Heemstede ter sprake komt, toen gewetensbezwaarden een rol in de verpleging vervulden. Varia Dankzij het internet is onlangs een onbekend lofdicht op Adriaan Pauw ‘ontdekt’. Het is in Amsterdam in 1650 gepubliceerd door apotheker en Doopsgezind dichter Claes Seep: ‘Verscheide gedichten (…)’ en luidt als volgt: t’ Huys te Heemstede Aen A. Paeu Hier treedt een paeu te pronck in d’alderhoogste glory Hier swiert een princelijck hert in Heemstees schoon gebou, Hier metselt men op nieuw om ouder nieu memorij Om dat dit oude huijs nieuw, ouder worden zou. Een anoniem vers, gewijd aan het beleefdheidsbezoek van de Engelse koningin Henriette Maria aan Adriaan Pauw in 1642 op het slot te Heemstede, is gevonden in de Enckhuiser Almanach van het schrikkeljaar 1808.
HeerlijkHeden
161
Op 3 april 2007 heeft wethouder P. van de Stadt de sleutel overhandigd aan de eerste bewoners van appartementencomplex Blekershof aan de Blekersvaartweg. Tevens is een bordje met historische informatie onthuld. Diverse mensen wezen intussen op een drukfoutje ‘keerblekerijen’ waar kleerblekerijen moet staan.
Op 3 april 2007 overhandigde wethouder P. van de Stadt de sleutel aan de eerste bewoners van appartementencomplex Blekershof aan de Blekersvaartweg. Tevens werd dit bord met historische informatie onthuld. Diverse mensen wezen intussen op een drukfoutje ‘keerblekerijen’ waar kleerblekerijen moet staan. (Foto: Cees Peper)
Op 26 januari van dit jaar heeft meester-timmerman Willem van de Berg een beeld van J.B. de la Salle en twee kinderen in de H. Bavo-kerk geplaatst. Het beeld, in 1923 in Gent vervaardigd, heeft dankzij parochiaan en makelaar John van den Putten een plaats gekregen in de Heemsteedse Bavo Er is nog meer kerkelijk historisch nieuws. In 1983 kocht de Hervormde Kerk in Heemstede het Andries Bolder-orgel uit 1754. Na de restauratie omstreeks 1990 wil men nu graag een uitbreiding met vrij pedaal en drie registers (Prestant, Subbas en Trompet). Om dat te realiseren is 80.000 euro nodig en worden door de Stichting Oude Kerk fondsen en subsidies aangeboord. Oud-gedeputeerde drs. J. Achterstraat schrijft in Meer-Historie van maart 2007, dat “door kortzichtigheid en populisme van een raadsmeerderheid in Heemstede” het Spaarne (fusie)ziekenhuis naar Hoofddorp verhuisde. Door druk van de omwonenden, die zich vooral vanwege te verwachten verkeersoverlast tegen de uitbreiding keerden, ging het gemeentebestuur overstag. Geluk bij een ongeluk is dat een (nieuw) dagziekenhuis voor Heemstede behouden bleef en op het terrein van de afgebroken hoogbouw in de toekomst woningbouw mogelijk is. Hans Krol
162
HeerlijkHeden
REACTIES VAN LEZERS Gele tram en Nicolaas Beetsschool (HH 132) De heer Jan Bloemendaal liet weten dat het bijschrift van ‘blauwe tram’ op bladzijde 90 van de vorige aflevering feitelijk moet zijn ‘gele tram’ (van ENET). Tevens meldde hij dat Harry Kruiderink op de schoolfoto op pagina 110 niet zelf bij de gemeente werkte, maar de zoon is van ambtenaar Johan Kruiderink. Foto van theehuis, niet van de boerderij bij het Oude Slot (HH 132, blz. 81)
Het Oude Slot na de opgravingen in 1947. Rechtsonder staat wat tegenwoordig het theehuis is. Het langwerpige gebouw is de boerderij die later afgebroken is.
De heer Jan van de Reep én mevrouw Catcher Lekx maakten ons erop attent dat bij het interview met mevrouw Catcher-Lekx per abuis een foto is opgenomen van het huidige theehuis bij het Oude Slot. Dit was niet het huis waar de familie Lekx woonde. Vader Lekx was zetboer voor de familie Beels. Zij woonden dan ook op de boerderij die later afgebroken is. In wat nu het theehuis is hebben vroeger de families Hulsebosch en Möhlmann gewoond. Op een luchtfoto uit 1947 zijn zowel het theehuis als de boerderij te zien. In 1985 schreef Jan van Doorn in ons blad (HH 83, blz. 13-19) een artikel getiteld ‘De boerderij ’t Slot’, waarin echter geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen het linker en het rechter bouwhuis. Tolhuis op schilderij is het tolhuis bij Heemstede (HH 131, blz. 28) Intussen is bekend geworden dat het tolhuis met houten tolhek aan de Leidsevaart de situatie bij Heemstede voorstelt. Het schilderij, vermoedelijk geschilderd door Jan van Kessel, is privébezit en hangt in bruikleen in het raadhuis van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude te Halfweg. Het grote doek is tot en met 30 september te zien op een tentoonstelling in het
HeerlijkHeden
163
HEERLIJK HEDEN
Historisch Museum Haarlem. Uit het standaardwerk van Alice I. Davies over Jan van Kessel (1641-1680) blijkt dat er een tweede (ouder) schilderij bestaat van de vaart met hetzelfde panorama, maar dan zonder brug, tolhuis en tolpoort. Op Eigen Wieken (HH 132, blz. 105) Verscheidene reacties ontvingen we naar aanleiding van de bijdrage over de recente verkoop van woningen door woningbouwstichting ‘Op Eigen Wieken’. Het laatste nieuws is dat de gemeente Heemstede in 1990 een subsidie van 707.355 gulden heeft verstrekt onder bepaalde voorwaarden. Eén daarvan is dat zonder toestemming van het gemeentebestuur geen verkoop van huurwoningen mag plaatsvinden. Ondanks deze conditie is de nieuwe eigenaar, Appeldoorn Vastgoed bv, intussen gestart met de verkoop van vrijgekomen woningen. Eén van onze leden heeft de heer S. van Keulen, voorzitter van Op Eigen Wieken (thans zonder huizen, maar met een vermogen van 4.650.000 miljoen euro), gevraagd een in het verleden geschonken foto van het eerste stichtingsbestuur aan de VOHB over te dragen. De heer Herman Santen merkte terecht op dat de woningstichting niet 70 maar net geen 80 jaar volmaakte. Geschrokken van de gang van zaken hoopt hij van harte dat het geld aangewend zal worden ten behoeve van diegenen die dringend aan huisvesting toe zijn. Voorts is hij niet gelukkig “met de kaalslag die de Schoollaan in Bennebroek heeft ondergaan door het slopen van die schattige huisjes die daar gestaan hebben” en vraagt zich af of de VOHB hier geen enkele invloed of inspraak heeft gehad om het tij te keren. Elswout bij Heemstede (HH 131, blz. 39) Dankzij het nieuwe lid mevrouw L. de Jonge uit Haarlem is het vraagstuk over de foto van een dienstwoning bij Elswout met bordje ‘Kom der Gemeente Heemstede’ nu opgelost. Volgens haar stond deze toegangspoort vanaf Haarlem aan het eind van de Pijlslaan, nabij de Duinvlietweg in Bloemendaal. Nu doorkruist de Westelijke Randweg dit gebied. Tot de annexatie van 1927 maakten de Pijlslaan en Schouwtjeslaan deel uit van de gemeente Heemstede, sindsdien gemeente Haarlem, zoals ook 70 jaar geleden de gemeente Schoten en het destijds Bloemendaalse Ramplaankwartier door Haarlem zijn geannexeerd.
De niet meer bestaande toegangspoort van landgoed Elswout vanaf de Haarlemse kant ter hoogte van de Pijlslaan. (Foto: Jan Smit)
164
HeerlijkHeden
Hofje aan de Kerklaan (HH 132, blz. 110) Ten slotte is ons gemeld dat de afgebeelde dame in het voormalige hofje aan de Kerklaan mevrouw A. Vennik-Relk voorstelt.