HEERLIJKHEDEN
INHOUD
blz
Van het bestuur • Ambities voor de Binnenweg • Commissie welstand versterkt • Annonce, nieuwe voorzitter VOHB gezocht
155 156 157
Evenementen • Uitnodiging Premie-avond 30 november 2006 in Bennebroek • Verslag van de excursie naar Den Bosch
154 158
Heemstede • Dansstudio H. van de Moolen aan de Koediefslaan • Het Raadhuisplein in vroeger tijden • Misdienaar op Mariënheuvel • Zwarter 125 jaar in Heemstede • Zoekplaatje • Expositie Michiel Braat • Grensoverschrijdende landbouw. Grondbezit en grondgebruik van Heemstedenaren in Hillegom omstreeks het midden van de zestiende eeuw
159 163 166 173 178 179
189
Bennebroek • Het Huis te Bennebroek, beschreven in 1950
180
Van de redactie • Lezersreactie
202
Vaste rubrieken • Historische actualiteiten • Nieuwe leden • Uit voorraad leverbaar
183 202 203
Illustratie voorzijde: Binnenweg 9, Bennebroek. De foto is rond 1970 genomen. Later is het pand gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouwwoningen. (Foto: B. van der Lans)
HeerlijkHeden
153
HEERLIJKHEDEN
UITNODIGING VOOR DE JAARLIJKSE PREMIE-AVOND Het bestuur van de Vereniging Oud Heemstede-Bennebroek nodigt u uit voor de Algemene Ledenvergadering en de jaarlijkse premieavond op donderdag 30 november 2006 in gebouw het Trefpunt te Bennebroek (Akonietenplein). De bijeenkomst begint om 20.00 uur (zaal open vanaf 19.30 uur). Bij het Trefpunt is voldoende parkeergelegenheid; buslijn 50/51 stopt nagenoeg voor de deur. De avond begint met een korte Algemene Ledenvergadering ter verkiezing van een nieuw bestuurslid van de VOHB (in de vacature ontstaan door het vertrek van de heer Alexander Koopman). Het bestuur draagt aan de ledenvergadering ter verkiezing voor de heer A.N.H. Bruseker uit Heemstede. Bij verkiezing van de heer Bruseker zal hij de taak van penningmeester op zich nemen. We vervolgen - vanaf ca 20.20 uur - met de eigenlijke premie-avond. Dr Johannes van der Weiden houdt een lezing met de titel: ‘Een handvest voor de omgang met het historisch erfgoed’. De heer van der Weiden is socioloog en geograaf en is voorzitter van de werkgroep ‘Gebouw en omgeving’ van de Vereniging Haerlem. De goede naam van de presentator en het gekozen onderwerp staan borg voor een boeiende avond. Na de pauze wordt de jaarpremie gepresenteerd, die in het teken staat van het jubileumjaar 2007, waarin onze vereniging 60 jaar bestaat. De jaarpremie is een kalender met historische prenten van Heemstede en Bennebroek. Elders in deze HeerlijkHeden treft u een beschrijving aan van de kalender. Alle aanwezige leden worden in de gelegenheid gesteld ter plaatse een exemplaar aan te schaffen tegen een gereduceerde prijs van € 9,75. Graag rekent het bestuur op u aller komst. Namens het bestuur, A.J.M. van Unnik, secretaris
154
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
VAN HET BESTUUR
AMBITIES VOOR DE BINNENWEG Een van de grote wensen van de VOHB lijkt in vervulling te gaan: er is in de door de gemeente Heemstede ingestelde klankbordgroep overeenstemming over de uitgangspunten voor een algehele facelift van het winkelcentrum. In een aantal gespreksrondes hebben de vertegenwoordigers van de uitgenodigde organisaties in een goede sfeer geformuleerd hoe de Binnenweg er over een aantal jaren zou moeten uitzien. Het gaat daarbij niet alleen over bijvoorbeeld de kleur van de bestrating, maar ook over de vraag hoe de sfeer en uitstraling van het winkelgebied door bewoners en gasten zullen worden beleefd. Het gemeentebestuur kan tijdens het verdere proces van de herinrichting de resultaten steeds toetsen aan de geformuleerde ambities. De uitgangspunten van de klankbordgroep publiceren wij integraal hieronder. Zij vormen het belangrijke begindocument, getiteld ‘Ambitie klankbordgroep voor de Binnenweg’. De vervolgtrajecten bestaan uit invulling van de herinrichting en herziening van het bestemmingsplan. Onze verdere inbreng (de commissie Karakterbehoud doet het werk) zal gericht zijn op harmonie aan de Binnenweg: materiaalgebruik, bouwhoogten, monumenten, criteria voor welstandsbeleid en de beeldkwaliteit van gevels. Ook aan de andere aspecten van de ambitie zullen wij met gezond verstand een bijdrage leveren. Ambitie klankbordgroep voor de Binnenweg Uitgangspunt voor de klankbordgroep Binnenweg is om op basis van de beschikbare informatie gezamenlijk tot uitwisseling van meningen en standpunten te komen, waarmee de basis wordt gelegd voor het benodigde draagvlak van de door de raad vast te stellen visie. Vooruitlopend op alle relevante nota’s, bestuurlijke en ambtelijke notities heeft de klankbordgroep een drietal uitgangspunten verwoord. Deze zullen verder in het proces leidraad zijn voor verdere discussie. 1. Algemeen De Binnenweg is een winkel/woonstraat met een dorps karakter en een voldoende en evenwichtig aanbod van winkels voor zowel de dagelijkse boodschappen als voor luxe artikelen. De Binnenweg moet zich onderscheiden van centra als Hoofddorp en Haarlem door kleinschaligheid en een bovengemiddelde uitstraling. Dit laatste moet tot uiting komen in een prettig verblijfsklimaat met een hoge kwaliteit. Dit wordt niet alleen gevormd door de bestrating en het straatmeubilair, maar ook door de beeldkwaliteit van de panden en het gebruik van de openbare ruimte. Het geheel dient een relatie te hebben met het karakter van de omliggende straten.
HeerlijkHeden
155
HEERLIJKHEDEN
2. Verkeer De Binnenweg zal als winkelstraat toegankelijk moeten zijn voor alle soorten weggebruikers. Bij de inrichting moet voldoende aandacht en ruimte worden gegeven aan de voetganger. Deze moet in alle rust en veiligheid kunnen bewegen tussen de verschillende delen van de Binnenweg. Ook de fietser moet zich goed en veilig kunnen bewegen en dient over voldoende stallingmogelijkheden te beschikken. De auto die te gast is in dit domein moet er makkelijk kunnen komen en niet te veel overlast geven aan de omliggende straten. Er bestaan geen principiële bezwaren tegen het instellen van éénrichtingsverkeer op het noordelijk deel, tenzij aangetoond wordt dat dit ten koste gaat van de economische positie van de winkelstraat en de leefbaarheid van de omliggende straten. Er zal bij de inrichting van de straat voldoende rekening moeten worden gehouden met het bevoorradingsverkeer. Tenslotte zal er, gezien de ambitie om als winkelcentrum een belangrijkere betekenis in de regio te blijven vervullen, invulling moeten worden gegeven aan het faciliteren van het autoparkeren door middel van een gebouwde parkeervoorziening. 3. Ruimtelijke inrichting Het aanzien van de Binnenweg wordt niet alleen bepaald door de bestrating en het straatmeubilair. De panden en alles wat daar op en aan zit, bepalen mede het karakter van de straat. Om het dorpse karakter te behouden en een openbare ruimte te creëren met een verblijfsklimaat waar de bezoeker zich thuis voelt, zullen alle onderdelen zich naar elkaar moeten voegen. De schaal van de bebouwing zal in overeenstemming zijn met het dorpse karakter met daarin aandacht voor de bouwhoogte. De inrichting van de bestrating zal zich duidelijk onderscheiden voor de verschillende verkeersdeelnemers, waarbij het totaal een rustig en voornaam karakter uitstraalt. Daarin is beperkt ruimte voor uitstallingen die passen bij het geheel, mits deze geen obstakel zijn voor de verkeersdeelnemers. Ditzelfde geldt ook voor het straatmeubilair, zoals paaltjes en verkeersborden. Puien en reclame-uitingen op de winkelpanden zullen visueel één geheel vormen en in overeenstemming zijn met het dorpse karakter. Het groen zal een belangrijke plaats innemen in het toekomstige beeld van de Binnenweg, waarbij duidelijk niet wordt bedoeld gemetselde planten/bloembakken.
COMMISSIE WELSTAND HEEMSTEDE VERSTERKT Het gemeentebestuur heeft onlangs mevrouw Olga van der Klooster benoemd in de Commissie Welstand als lid namens de inwoners van Heemstede. Zij is architectuurhistorica en professioneel adviseuse op het gebied van kleur en materiaalgebruik. Met die expertise is zij, naast de zittende architectleden, een welkome versterking in de commissie. De VOHB is verheugd dat bouwplannen en bouwaanvragen de komende jaren mede vanuit haar visie op beeldkwaliteit zullen worden bezien. 156
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
ANNONCE In verband met het terugtreden van Gerard Brand in mei 2007 roept het bestuur belangstellenden op voor het vervullen van de functie van:
voorzitter VOHB Profiel • Bestuurder met visie, ambitie en affiniteit met cultuurbehoud. • Communicatief en sociaal vaardig. • Representatief in contacten met gemeentebesturen en culturele organisaties. Organisatie • DeVOHB neemt in Heemstede en Bennebroek een gerespecteerde plaats in bij haar streven naar de bevordering van historisch bewustzijn en kennis onder de bevolking. • Bovendienspeelt zij een rol bij de positieve beïnvloeding van het beleid inzake ruimtelijke ordening. • Dezelfstandige werkgroepen Evenementen, Redactie HeerlijkHeden en Karakterbehoud voeren het bestuursbeleid uit. Tijdsbeslag • Circa 10 bestuursvergaderingen per jaar. • Periodiek overleg met gemeentebesturen en zusterorganisaties. • Incidentele perscontacten. Belangstellenden voor deze veel voldoening schenkende functie wordt verzocht, contact op te nemen met Gerard Brand (023-5285073, gerar.
[email protected]) of Ad van Unnik (023-5846412,
[email protected]). Reacties worden vertrouwelijk behandeld. Ook wordt het op prijs gesteld als lezers van HeerlijkHeden de aandacht op mogelijke kandidaten voor het voorzitterschap willen vestigen.
HeerlijkHeden
157
HEERLIJKHEDEN
ONDERGRONDS EN BOVENGRONDS DEN BOSCH Alweer ging er een bus van Jan de Wit het land in voor een jaarlijkse excursie van de stichting VOHB. Bijna 50 mensen genoten van een bijzondere dag. Na de busrit werd uiteraard begonnen met koffie en kleine lekkernijen (De Bossche bollen hebben we gemist). De groep werd daarna in tweeën gesplitst: één groep ging meteen mee met de fluisterboten die de gehele Binnendieze bevoeren, de andere groep liep bovengronds mee met de gidsen langs de bezienswaardigheden van de Noord-Brabantse hoofdstad. Vooral de vaartocht heeft veel indruk gemaakt. Nooit geweten dat een ondergronds watersysteem helemaal bewaard is gebleven tot in deze tijd. Was vroeger het riviertje een open riool, nu is het beeldschoon hersteld en het water is zo te zien en te ruiken zuiverder dan ooit. Bijna de hele route is overdekt met bogen, tunnels en gebouwen. Steeds word je met prachtige doorkijkjes beloond. Her en der kom je een (houten) vleermuis tegen. Beslist de moeite waard, dit anderhalf uur durende vaartochtje. Na de prima lunch, die overigens vanwege het programma in haast moest worden genuttigd, is door de andere helft van het gezelschap het bovengronds gedeelte van de excursie ondernomen.Veel van de geschiedenis van ‘s-Hertogenbosch is gelukkig bewaard gebleven. Inclusief veel huizen, kloosters en kerken. Ook de moerasachtige zuidzijde voor de stadswal is er nog. Daar is Den Bosch jaren lang belegerd door Prinsen en Stadhouders. Een wonder dat dat grote stuk land nooit bebouwd is.
Sint Jan’s kathedraal in Den Bosch, noordzijde.
Degenen die de moeite namen om de Sint Jan in hun programma op te nemen werden extra beloond. Er was daar een tentoonstelling over de renovatie van deze schitterende kathedraal. Na het lopen en varen was het uitrusten in de bus. We waren in anderhalf uur weer op het Raadhuisplein. Vincent Mascini
158
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
DANSSTUDIO H. VAN DE MOOLEN AAN DE KOEDIEFSLAAN IN STIJL DANSEN OP 45 TOERENPLAATJES Ze heeft afgelopen zomer nog gedanst, tijdens een bootreisje op de Moezel. En het liefste zou Bep van de Moolen (88) nog elke dag dansen. “Maar mijn benen willen niet meer.” Ze kent nog steeds alle dansen van buiten.Vanaf 1948 tot 1998 heeft zij vele generaties les gegeven in Heemstede. Eerst op een locatie aan de Raadhuisstraat, vanaf 1955 in de Koediefslaan 27, maar ook in omliggende plaatsen. “Ik stond bekend als een strenge lerares.” Oranjebal Bep van de Moolen heeft van haar hobby haar beroep gemaakt. Ze hield van dansen maar ook van het organiseren van ballroomfeesten. Zo heeft ze elf jaar lang het Oranjebal voor de Koninginnedagviering in Heemstede vormgegeven. De gemeente legde een grote vloer op het Raadhuisplein. Bep van de Moolen regelde de muziek. Ze stond achter de microfoon en had de leiding. Er werden spelletjes gedaan, maar alles draaide natuurlijk om stijldansen. Dit was in de periode 1946 tot 1957. “Ik vond dat zo ontzettend leuk. Er deden elk jaar weer veel mensen mee. Je kon je ter plekke inschrijven.” Drie maal per jaar verzorgde zij voor de leerlingen van haar diverse dansscholen, circa driehonderd man, een groot bal in de zaal van de HKB (Haarlemse Kegelbond) aan de Tempeliersstraat in Haarlem. Het orkest de Five Black Cyncopaters speelde live muziek en Bep van de Moolen begeleidde het bal. Het feest werd altijd afgesloten met een grote polonaise. Er was één voorwaarde voor deelname aan het bal: avondkleding. “Ik houd van etiquette.” Frisdrank uit een kratje onder de draaitafel Ook tijdens de danslessen in haar eigen dansstudio gold een kledingvoorschrift. De vrouwen droegen een rok en mannen mochten niet in jeans komen. Geen piepende schoenzolen en geen kauwgom in de mond. Ik stond bekend als “heel netjes”, vertelt de danslerares. Elk jaar was er een feestelijke sinterklaasviering in de dansstudio. Enkele weken voorafgaand aan 5 december werden er door de leerlingen lootjes getrokken. Het cadeau was van minder belang dan de surprise. Bep zorgde voor het optreden van de Goed Heiligman met
Koediefslaan 27 Heemstede, het huis waar Dansstudio van de Moolen gevestigd was van 1948 tot 1991 (vanaf 1988 alleen voor korte spoedcursussen). (Foto: Cees Peper)
HeerlijkHeden
159
HEERLIJKHEDEN
zijn Pieten. In het ‘grote boek van Sinterklaas’ schreef Bep wat leuke anekdotes, die voor heel wat hilariteit zorgden. De prachtige tabbaard, de pietenpakken, de schmink en de witte kragen, kwamen bij Jan Monnikendam vandaan. In 1946 had Bep van de Moolen haar diploma als danslerares gehaald. Haar echtgenoot was toen al dansleraar. Hij werkte bij een neef, Dick van de Moolen, in Haarlem. Om niet in elkaars vaarwater te zitten, besloot het echtpaar van de Moolen om een dansschool in Heemstede te beginnen. Helaas werd Bep al op haar 38ste weduwe. Zij zette daarna, met assistentie van haar oudste dochter, alleen de dansschool voort, die dependances had in Hoofddorp, Badhoevedorp en Nieuw Vennep. De locatie aan de Koediefslaan was eigendom, op de andere locaties werd in huurzalen gewerkt. Om daar te kunnen werken, moesten elke keer een portable pick-up, verlengsnoeren en diverse platenkoffers meegesjouwd worden. De zaal in de Koediefslaan was een echte pijpenla: vijftien meter lang bij ongeveer 4,5 meter breed. Zeventien paren pasten er in. Bij de gevorderden en vergevorderden moest er vanwege de lange figurencombinaties in tweetallen gedanst worden. Zij dansten ook daar op muziek van LP´s en 45 toeren plaatjes. Er was geen bar. Frisdrankjes werden verkocht uit kratjes die, achter een gordijntje, onder de draaitafel stonden. In die tijd gaf Bep van de Moolen ook balletlessen, daar werd wel live muziek gespeeld. Bert van Poelgeest was de vaste pianist die daar voor zorgde. Regelmatig vonden er uitvoeringen plaats. De ouders naaiden dan de tutu´s en de kostuums. Bij Jan Monnikendam in Haarlem werden de andere attributen gehuurd, zoals bijvoorbeeld baarden om de kinderen om te toveren in kabouters. Ruisende rokken Een beginnerscursus stijldansen bestond uit dertig lessen van anderhalf uur. Men leerde zes dansen: quickstep, Engelse wals, tango, rumba, jive en de cha cha cha. Die laatste is altijd favoriet gebleven bij de Heemsteedse danslerares: “Je kunt je er zo lekker in uitleven.” De cursus werd afgesloten met de
Na afloop van een demonstratie van oude dansen op Landgoed Groenendaal poseren de dansers in hun kleding-in-stijl.
160
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
‘medaltest’, daar werden de dansprestaties beoordeeld door echte juryleden. Wie slaagde kreeg brons of brons ‘ster’, afhankelijk van het puntentotaal en kon door naar de gevorderden cursus (zilver). Zo kon men doorgroeien tot vergevorderde danser op ‘goud-ster’ niveau of wedstrijdklasse. Die wedstrijd- of sportklassedansers werden op uitnodiging ook ingezet om een demonstratie te geven van ouderwetse dansen zoals de valeta, de Bernardwals of de kruispolka.Vanzelfsprekend geheel gekleed in bijpassende kleding. Dames met ruisende rokken en veel satijn, de heren in jacquet. Ook werden de prachtige corsowagens van het bloemencorso in Aalsmeer vaak opgeluisterd met dansers van Van de Moolen, om het thema van de corsowagen kracht bij te zetten.
Vinyenka Elk jaar bij de inschrijvingen was het weer spannend: zouden er genoeg heren zijn? Er moest enorm gepuzzeld worden, want er meldden zich vijf keer zoveel dames als heren. De heren die ingeschreven stonden, werden daarom vaak als assistent gevraagd, zodat ze op meerdere dagen kwamen dansen. Dochter Betty Mallée herinnert zich dat er elk jaar wel een ‘hypedansje’ of seizoensdansje was. Dat werd ook opgenomen in het programma. Ze noemt als voorbeeld de Vinyenka. Die dansjes pikte Bep van de Moolen op tijdens het jaarlijkse driedaagse danscongres in bijvoorbeeld Amsterdam of Scheveningen. Dansleraren vanuit Europa en soms zelfs uit Australië, kwamen naar dit congres van de Nederlandse Amateur Dans Bond (NADB). Er werd een begeleidend programmaboekje uitgegeven waarin de figuren (lange passencombinaties) beschreven stonden die de gastdocenten (zelf ook leraren) ontwikkeld hadden. Het danscongres werd (en wordt nog altijd) afgesloten met een diner dansant.
Bep van de Moolen danst voor met collega dansleraar Henk van de Ponne. De foto is gemaakt in 1964 op een van de balavonden.
HeerlijkHeden
161
HEERLIJKHEDEN
Spoedcursus stijldansen voor bruidsparen In 1991, na 46 jaar, hield Bep van de Moolen op met het geven van clublessen. Omdat zij het dansen nog niet kon laten, gaf zij nog wel privé-lessen. Zo konden bijvoorbeeld aankomende bruidsparen binnen vier lessen de basispassen leren van de Quickstep, de Engelse Wals en (soms) de cha cha cha. Dan konden zij goed uit de voeten op hun trouwfeest. Pas op haar tachtigste (1998) stopte zij helemaal. Al die jaren was Dansstudio H. van de Moolen de enige in Heemstede. In Haarlem waren er meerdere, waaronder, de nog steeds welbekende, Dansschool Schreuder. De dansleerlingen kwamen veelal uit Heemstede, maar ook regelmatig uit Hillegom en omstreken. Bep van de Moolen schat dat haar dansstudio, totaal over alle locaties, wel zo´n 25.000 ‘danseurs’ heeft voortgebracht. Uiteraard ontstonden er veel relaties, waarvan er een flink aantal met een huwelijk bezegeld zijn. Terugdenkend zegt Bep van de Moolen: “Ik heb een heel mooi leven gehad. Als ik kon kiezen, zou ik het weer precies zo doen. Dansen verveelt me nog steeds geen moment. Het is jammer dat mijn benen niet meer willen, want ik heb alle pasjes nog in mijn hoofd zitten.” Pascale van der Vorst
162
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
HET RAADHUISPLEIN IN VROEGER TIJDEN BIJZONDERE PANDEN LANGS BINNENWEG EN RAADHUISSTRAAT (1) Dit artikel is het eerste in een serie over Raadhuisplein, Raadhuisstraat en Binnenweg in Heemstede. We besteden aandacht aan een aantal panden met een verhaal. Het kan daarbij zowel over het uiterlijk gaan als over de geschiedenis erachter, zoals de bedrijven en diensten die er gevestigd waren of nog steeds zijn. In vroeger tijden was de Herenweg de hoofdverbinding tussen Haarlem en Leiden. Maar er was ook een route binnendoor, een zandweg die liep vanaf De Hout (het Huis met de Beelden), via de huidige Bronsteeweg, Binnenweg en Raadhuisstraat, linksaf buigend via de Camplaan naar het oude dorp Heemstede (rond het huidige Wilhelminaplein) en vervolgens over de Glip naar de Binnenweg in Bennebroek.Vroeger heette de hele route van Haarlem naar Bennebroek Binnenweg. Lange tijd bleef in Heemstede het deel tussen Bronsteeweg en Camplaan Binnenweg heten. Maar toen Heemstede in 1906 een Raadhuis van aanzien kreeg, veranderde de naam vanaf de Valkenburgerlaan tot de Raadhuisstraat in Raadhuisplein. Dit artikel gaat over een aantal panden aan het Raadhuisplein. Daarbij is o.a. gebruik gemaakt is van het Adresboek 1951 van Heemstede. De huisnummers lopen van 1 tot 25 aan de zuid- en westzijde van het plein en van 2 tot 28 aan de oostzijde. Oneven nummers Deze nummers beginnen op de hoek Valkenburgerlaan aan de zuidzijde van het Raadhuisplein. Merkwaardigerwijze draagt het hoekpand nummer 3. Vermoedelijk is er ook een nummer 1 geweest. Het is mogelijk dat bij de aanleg van de Valkenburgerlaan in 1922 een bestaand huis nummer 1 is gesloopt of dat het al eerder was afgebroken. Pand nummer 3 werd bewoond door de familie Dijkstra, eigenaar van de Lampenfabriek Dijkstra. Het huis is vermoedelijk gebouwd door aannemer Huigh. Midden jaren vijftig werd het een periode bewoond door neurologen verbonden aan Meer en Bosch, thans SEIN. Het had toen het karakter van dienstwoning. Pand nummer 5 is een opmerkelijk gebouwd huis met een zekere allure. In de jaren 1938/39 deed het huis dienst als Katholiek Militair Tehuis. In de oorlog werd het gevorderd door de bezetters en kwam er een NSB-kantoor, waar Mussert nog op bezoek is geweest. De eigenaar kreeg een huur van 58,55 gulden per maand. Na de oorlog kwam het pand in handen van de Politieke Opsporings Dienst (POD). Later vestigde de organisatie de Katholieke Actie zich er. Pand nummer 7 is een woonhuis gecombineerd met bedrijfsruimte.Vanaf de
HeerlijkHeden
163
Raadhuisplein 5, Heemstede, met daarnaast nog zichtbaar garage Turenhout op nummer 7.
jaren dertig woonde daar de familie Buiteman. De heer Buiteman had een ziekenvervoersdienst. In de garage stond dag en nacht een ambulance startklaar. Het voordeel van deze standplaats in Heemstede was dat men niet afhankelijk was van de ambulancedienst van de gemeente Haarlem. Nu is daar al vele jaren Garage Turenhout gevestigd. Pand nummer 9 was van 1855 tot 1906 het Raadhuis van Heemstede. De geschiedenis van Overlaan gaat terug tot voor 1707. De naam Overlaan kreeg het huis in 1792 van de toenmalige eigenaar, de Amsterdamse notaris Hendrik ten Broek. Hij maakte er een hofstede van met vele bijgebouwen op een groot stuk grond. In 1819 werd het terrein gesplitst en de kern met Overlaan verkocht. Na 1846 was er korte tijd een kostschool gevestigd.Vanaf 1855 huurde de gemeente het voor 250 gulden per jaar van de toenmalige eigenaar en nam het in gebruik als gemeentehuis en woning voor de veldwachter. In 1873 kocht de gemeente het pand. Nadat het nieuwe gemeentehuis in 1906 in gebruik genomen was, werd Overlaan in 1907 verkocht aan timmerman/ aannemer W.A. van Amstel, die het geschikt maakte als dokterswoning annex apotheek. Hij was het die de voorgevel voorzag van een balkonnetje, steunend op de twee witte pilaren aan weerszijden van de voordeur. Later is het pand wit gepleisterd. (Meer informatie vindt u in Monumenten van Heemstede en Bennebroek, Opnieuw een keuze uit de parels van de Heerlijkheden, een uitgave van onze Vereniging uit 2005. Ook het huidige raadhuis wordt daarin uitgebreid beschreven.) De panden direct naast Overlaan vallen onder de van Merlenlaan. Het is opmerkelijk dat midden in een vrijwel aaneengesloten huizenrij de naam verandert.Van Merlenlaan nummer 1 ligt naast Raadhuisplein 9 (Overlaan). De beslissing van naamgeving moet vóór de bouw van het nieuwe Raadhuis zijn genomen want het nieuwe Raadhuis heeft in 1951 nummer 9a. Voor de bouw van het het nieuwe Raadhuis lag het terrein waar dit nu staat jarenlang braak. Het werd door de Heemsteedse jongens gebruikt als trapveldje. 164
HeerlijkHeden
Villa’s op de plek waar nu de nieuwbouw van het raadhuis staat. De foto is genomen op de dag van de officiële opening van wandelbos Groenendaal in 1913.
Pand nummer 11 is het zogenaamde bodehuisje dat vroeger naast het Raadhuis stond als woning voor de bode van het Raadhuis. In 1951 was dat de heer G. Nijenhuis. Nummers 13 t/m 23: deze huizen zijn bij de nieuwe aanbouw van het Raadhuis in 1973 gesloopt en de nummers zijn tegelijk met het puin afgevoerd.Van deze huizenrij rest alleen nog nummer 25. Curieus is dat dit huis een zogenaamde Koninklijke aanbouw heeft. Huiseigenaar en makelaar G. Smit wilde naast zijn huis een garage en kantoor bouwen. Hij ondervond veel tegenwerking van de gemeente maar met een brief aan de Koningin bereikte hij uiteindelijk zijn doel. (Zie ook HeerlijkHeden 129, aug. 2006, blz.121.) De nummers 13 t/m 23 varieerden van middenstandshuisjes tot twee vrij grote witte villa’s in een wat plechtige bouwstijl met overkapte balkons op de eerste verdieping. Eén van deze villa’s werd bewoond door mejuffrouw C. van Lennep, een zuster van burgemeester D.E. van Lennep. De andere villa was in bezit van de rentmeester van Bosbeek. Even nummers Pand nummer 2 is omstreeks het jaar 1910 gebouwd en was jaren bekend door het Woningbureau van makelaar G. Smit, later voortgezet door zijn zoon A. Smit, die het pand nog steeds bewoont als makelaar in ruste. Pand nummer 4 is jaren bewoond geweest door mejuffrouw Oosterhoorn, familie van de firma Oosterhoorn in de Raadhuisstraat, waarover in een volgende aflevering meer. Pand nummer 6 was vanaf de jaren dertig een rusthuis/pension waar vier personen woonden.Vanaf midden jaren vijftig was de huisartsenpraktijk van dokter R. Muller er gevestigd. Pand nummer 8, werd na de oorlog aangekocht door de Bond Zonder Naam van pater Henry de Greve als huisvesting voor een weduwe met kinderen. De echtgenoot was in Dachau omgekomen.
HeerlijkHeden
165
Rij arbeiderswoningen, Raadhuisplein 10-28 Heemstede. Ze werden gesloopt in de jaren ’30. (Foto: archief Spaarnestad)
Panden nummer 10 t/m 28. Deze bestonden uit een rij kleine arbeiderswoningen die alle begin dertiger jaren gesloopt zijn en waarvoor in de plaats de huidige fraaie huizen gebouwd zijn. Ze werden voltooid in 1934, zoals een hoeksteentje op pand nummer 28 aangeeft. Cees Peper (met dank aan de heer A.Smit voor de verstrekte informatie)
MISDIENAAR OP MARIËNHEUVEL MISDIENAARSAVONTUREN IN EEN KLOOSTER IN DE JAREN ’50 Het waren er veel. De kapel van Mariënheuvel zat vol. Vol Zusters Augustinessen (1) in de kleuren waarin de meeste herinneringen uit die tijd bewaard zijn gebleven: zwart en wit. En ik mocht optreden op het priesterkoor. Meer dan honderd vrouwen, die indirect beloofd hadden hun leven lang geen kinderen te zullen baren, hebben waarschijnlijk vertederd gekeken naar de kleine jongens die als misdienaars rond rector E. Stolwijk fladderden. Magisch woud Als negenjarig knulletje trad ik in 1956, geïnspireerd door mijn oudere neven Harry en Frank Kompier, toe tot het misdienaarcorps van Mariënheuvel. Het klooster lag en ligt op een heuvel diep verscholen in het woud, bijna even onzichtbaar en onvindbaar als het kasteel van Doornroosje. Toen ik wat ouder werd en mijn eerste ridderavonturen las, werd het de burcht waar de Graal verborgen was in ondergrondse gewelven die uitgegraven waren in de heuvel onder het klooster. Eeuwenoude beuken en eiken, harsrijke dennen, ondoordringbaar struweel,
166
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
De Mariagrot op het terrein van Mariënheuvel in Heemstede.
heuvels, slingerpaadjes, verrassende doorkijkjes, een enorme vijver met een schiereiland, het schorre gekrijs van fazanten, een gigantische Mariagrot, kortom een domein dat in hoge mate tot de verbeelding van een lagere-schooljongetje in de jaren vijftig sprak. Aan de westzijde waren nog geen woonwijken en strekte zich aan gene zijde van een sloot voldoende bollenland uit om een veilige barrière te vormen tussen het fantasialand van Mariënheuvel en de alledaagse werkelijkheid van de Herenweg en de Kadijk. Een degelijk hek vormde de scheiding met Groenendaal, zodat gewone mensen die op zondagmiddag in het wandelbos een ommetje maakten, de illusie van ons magische woud evenmin konden verstoren. In het voorjaar plukten we lelietjes van dalen voor onze moeders, in de zomer bouwden we hutten.Van de prachtige vogelmelk die in de buurt van de sloot onder de bomen groeide, bleven we af: de zusters vlochten er kroontjes van voor de meisjes die hun intrede deden en tijdens deze plechtigheid met de voorjaarsbloemen gekroond werden. In de herfst raapten we beukennootjes en zochten we paddestoelen. Als je geluk had kon je burgemeester Van Rappard tegenkomen die toestemming had om cantharellen te plukken. Of het aan hem lag is nooit duidelijk geworden, maar al gauw groeiden de eetbare zwammen niet meer in ons woud. Hij mocht dan wel Ridder zijn, maar hij paste niet in onze middeleeuwen. Eekhoorntjes en konijnen vertoonden zich aanzienlijk frequenter. In de winter bekogelden we elkaar en het beeld van Sint Augustinus naast de ingang met sneeuwballen. Onderaardse gang Bij de ingang van Groenendaal aan de Glipperdreef fietsten we eigenlijk al het voorportaal van het mysterieuze bomenrijk binnen. De weg naar de kloosterheuvel slingerde zich langs een vijver en een ruïne die voor ons minstens uit de Middeleeuwen (2) stamde. Als we er in de donkere seizoenen
HeerlijkHeden
167
HEERLIJKHEDEN
’s morgens of ’s avonds langs fietsten, gingen we voor alle zekerheid toch maar op de blokken op onze fietspedalen staan en keken strak vooruit, of wierpen heel even een steelse blik uit onze ooghoeken om te zien of er tussen die duistere steenklompen misschien toch iets bewoog... Zelfs toen ik enkele jaren later ‘Het spookslot aan de Loire’ van Havank las, een bijna in de vergetelheid geraakte auteur, kwamen de daarin beschreven kastelen en ruïnes in mijn fantasie onmiddellijk overeen met mijn misdienaarsburchten in Meer en Berg. Vlak voor het toegangshek van Mariënheuvel verrees aan de oever van een vijver een beuk. Tussen de wortels bevond zich een halfronde gemetselde boog. (3) Dat kon niet anders dan de uitgang van een onderaardse vluchtgang zijn die leidde naar Slot Mariënheuvel en/of de ruïne aan de ingang bij de Glipperdreef. De vluchtenden konden destijds natuurlijk met een boot over de vijver vluchten... Helaas was de onderaardse gang met zand dichtgegooid. Tevergeefs heb ik onlangs nog eens gezocht naar het gewelf tussen de wortels van de beuk. Het is er echt geweest!! Wie heeft mijn onderaardse gang weggehaald? Oudere misdienaar als ‘mentor’ Het zal half zeven in de ochtend geweest zijn als Jos Blom aanbelde. Jos, een paar jaar ouder dan ik, was mijn mentor. De zusters (in deze tijd paste het niet om van ‘nonnen’ te spreken. Ik vind het nog steeds een wat denigrerende aanduiding.) hadden, heel verstandig, een wat oudere misdienaar als vaste begeleider aangewezen om een nieuweling te begeleiden. Jos fietste van de Sportparklaan waar hij met vader (vertegenwoordiger van Luycks’ producten), moeder, broers (onder wie Henk, die later ook tot het keurcorps zou toetreden) en zussen woonde naar ons huis in de Voorweg. Samen fietsten we naar het klooster. Toen later de tijden onveiliger werden, wachtten twee zusters ons bij de ingang aan de Glipperdreef op om ons als escorte te begeleiden over de schaars verlichte slingerweg langs onze geheimzinnige plekjes. Jos was brildragend en bouwde vliegtuigjes van balsahout die werden voorzien van een motortje dat onder meer ether als brandstof gebruikte. Jos betrok de ether van de zusters, die de vluchtige vloeistof aanwendde om kaarsvlekken uit de togen te verwijderen. Als hij, doorgaans op zondagmorgen na de hoogmis, zijn vliegtuig het uitspansel instuurde, beklommen we de Mariagrot om het van daaruit te lanceren. Jos startte de motor door met een krachtige beweging van zijn wijsvinger de propeller in beweging te zetten. De wijsvinger vertoonde al een merkwaardige knik, doordat hij zijn vinger bij een eerdere poging te laat had teruggetrokken, wat bij ons veel bewondering afdwong. Doorzettingsvermogen werd in die tijd hogelijk gewaardeerd. De aanmoediging “Niet aanstellen, flink zijn!” lag veel ouders in de mond bestorven. Maar ja, zo lang lag de oorlog ook nog niet achter ons, al was die tijd voor jongetjes van mijn leeftijd net zo ver weg, maar minstens zo spannend, als de middeleeuwen. Oorlogje spelen Paradoxaal genoeg was de oorlog in onze jeugd ook nog heel tastbaar nabij door de overvloedige hoeveelheid ‘bodemvondsten’. Bijna ieder vriendje had wel een authentieke helm in het schuurtje liggen. (De ouders van de meesten
168
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
hadden nog geen auto, dus ook geen garage.) Ikzelf mocht mij zeer gelukkig prijzen met twee bajonetten, twee gasmaskers en een Duitse helm. Allemaal door een oom van mij op het seminarie buitgemaakt. Bij het ‘oorloggie spelen’ was ik derhalve een graag gezien speelkameraadje. In de gulheid des harten ben ik in die jaren mijn helm, mijn gasmaskers en een bajonet kwijtgeraakt. Nog niets vergeleken bij de hoeveelheid materieel die de bezetter zelf verloren zag gaan, natuurlijk. De Duitsers hadden tijdens hun ongevraagde bezoek Mariënheuvel behoorlijk uitgewoond, maar daar was in 1956 weinig meer van te merken. Een heel nieuwe woordenschat Jos dus, vergezelde mij in de eerste maanden naar het klooster. In korte tijd kreeg ik een spoedcursus Latijn. Ten behoeve van de lage schooljongetjes lag er een geplastificeerde kaart waarop in fonetisch Latijn de dialoog met de priester te lezen was. Priester: Misdienaar:
Introibo ad altáre Dei Ad dejoem kwie leetifiekat joeventoetem mejam (Tot God die mijn jeugd verblijdt.)
Priesterkoor van de kapel op Mariënheuvel.
In zijn algemeenheid konden we daar wel achter staan, hoewel we dat gevoel van blijdschap met name in de wintermaanden ’s morgens om zeven uur na een fietstocht door de regen en de slaap nog in onze ogen niet ten volle beleefden. Gelukkig was de kapel behaaglijk verwarmd en gezellig verlicht. Onze woordenschat werd behoorlijk uitgebreid met woorden die vijftig jaar later nog maar bij een klein deel van de bevolking bekend zijn en alleen nog op een toelichtende beschrijving bij de collectie van het Catharijneconvent in Utrecht te vinden zijn.
HeerlijkHeden
169
HEERLIJKHEDEN
Hier komen er nog enkele om ze onttrekken aan de vergetelheid of als bijdrage aan het feest der herkenning. Ampullen: kannetjes gevuld met water en wijn. Bonnet: merkwaardig gevormd hoofddeksel dat de priester droeg als hij de kerk binnenkwam, maar direct na binnenkomst afnam en pas weer opzette als hij na afloop van de mis de kerk verliet. Credens: tafel op het priesterkoor waarop de benodigdheden voor de eredienst staan. Ciborie: grote kelk of schaal waarin gewijde hosties bewaard bleven om uit te delen bij de communie. Kazuifel: laatste gewaad dat de priester aantrok alvorens de mis op te dragen. Manipel: eigenlijk soort zweetband die om de pols gedragen werd. Monstrans: rijk versierde houder waarin een gewijde hostie geplaatst werd om ter aanbidding uitgestald te worden. Scheepje: schaaltje waarin de wierookkorrels bewaard werden die later op het gloeiende kooltje in het wierookvat gestrooid werden. Velum: soort omslagdoek die de priester droeg als hij de monstrans hanteerde. Stripverhalen Om lelijke strepen op de marmeren vloer te vermijden en storend geklos van onze jongensstappers te vermijden, moesten we, alvorens de kapel te betreden, onze schoenen verwisselen voor lage zwarte gymschoenen waarvan de veters vervangen waren door een brede elastieken band. In de sacristie wachtte ons een stapel bijbelse stripverhalen, waarin de Zondvloed en het brandende Sodom zo gruwelijk afgebeeld waren, dat je wel een kwartiertje eerder aanwezig wilde zijn. In de sacristie heersten zuster Rita en zuster Paulien. Ze behoorden tot de weinige zusters wier namen je kende. De derde was zuster Alfonsa die we nog beter kenden als zuster Bozegein. Ze dankte haar naam aan haar chagrijnige karakter. Vijf minuten voor aanvang kwam rector Stolwijk aanzetten. Een brave, weinig tot de verbeelding sprekende man die zich af en toe per solex in de wereld, c.q. Heemstede waagde. Zijn kamer was een prachtig ruim vertrek, pal boven de hoofdingang met zowel uitzicht op het grote grasveld aan de achterzijde als op de oprijlaan aan de voorzijde. Bijna nooit een huwelijksmis Na de mis, die meestal een half uurtje duurde, begaven we ons via de onderaardse gangen in de heuvel naar het hoofdgebouw waar we weer boven de aarde kwamen. In een kamertje in de rechtervleugel met uitzicht op het voorplein wachtte ons een vorstelijk ontbijt. Een bord havermoutpap, vier rijkelijk belegde boterhammen, een appel en een zuster die de misdienaartjes van haar moederlijke talenten liet profiteren. We werden behoorlijk verwend en waren wat dat betreft toch heel wat beter af dan onze collega-misdienaars in de parochiekerk, die na de mis onmiddellijk huiswaarts keerden. Daar stond tegenover dat in een kloosterkapel zelden huwelijken worden gesloten, zodat bruidsuikers voor ons een tamelijk
170
HeerlijkHeden
Aanbiddingsfeest op Mariënheuvel, begin jaren ’50.
onbekende lekkernij waren. Erger was dat we nooit vrij konden vragen om een huwelijksmis te dienen zoals onze parochiecollegaatjes. Weliswaar was er een enkele keer een soort huwelijk waarbij een twintigtal zusters zich voor eeuwig verbonden aan hun Hemelse Bruidegom, maar een dergelijke verbintenis kwam toch beduidend minder voor dan een aards huwelijk. Twintig afzonderlijke huwelijkssluitingen waren ons liever geweest. Overigens was deze huwelijkssluiting ook wel een bijzondere. De bruiden lagen in witte gewaden languit op de marmeren plavuizen, gekroond met vogelmelk, een prachtige witte voorjaarsbloem die in groten getale onder de bomen van het domein groeide en waarop in tegenstelling tot de lelietjes van dalen een plukverbod lag. Gezang, gebeden, volop wierook en wijwater, zwarte habijten en jawel... trouwringen! Na de plechtigheid waren de zusters in de echt verbonden met hun onzichtbare Bruidegom. Begrafenissen Begrafenissen leverden wel de nodige lesvrije uren op. Bij een dergelijke gelegenheid zag ik op aandringen van enige medemisdienaartjes mijn eerste dode. Een onvergetelijke indruk. Een gelig en paarsig ingevallen gelaat met bloedeloze magere lippen in een zwarte kap. De twee daarop volgende gelegenheden om een dode religieuze te zien, heb ik overgeslagen. Niet alle bewoners van het landgoed waren altijd onder de indruk van een sterfgeval. Tijdens een van de tochten met een overleden zuster over het enorme grasveld naar het kerkhof aan de andere zijde dreven enkele woerden een vrouwtjeseend in de richting van de vijver. Nog voordat ze daar aankwam was een woerd erin geslaagd om het arme wijfje te bespringen. De gebeden prevelende rector die de stoet leidde, viel onmiddellijk uit zijn rol. Hij verliet de stoet en stapte met gezwinde tred op het eendenstel af. ‘Ksst, Kssst’ roepend en luid in zijn handen klappend verdreef hij niet alleen de wellustige woerden, maar ook de serene, ingetogen sfeer rond de baar. Achter ons proestten de overlevenden het uit.
HeerlijkHeden
171
HEERLIJKHEDEN
Drieënvijftig weesgegroetjes ’s Morgens om zeven uur dus de Heilige mis en ’s zondags zelfs twee missen. Om zeven uur de zogenaamde ‘stille mis’, die zich in weinig onderscheidde van de doordeweekse. Om half negen was de hoogmis. Orgelbegeleiding, zang en preek en wierook. Alles bij elkaar toch wel een evenement dat een uur duurde. En elke dag om 5 uur lof. Een begrip dat langzamerhand ook in de vergetelheid is geraakt. Gebeden en gezang en vooral het rozenhoedje, dat zo temerig langzaam door de rector voorgebeden werd dat ik sindsdien alleen al bij het woord ‘rozenkrans’ de neiging tot kokhalzen krijg. Drieënvijftig weesgegroetjes en een handvol onzevaders leken uren te duren. Opnames door de KRO Eens in de maand echter wilden we het ‘lof’ wel dienen. Op het plein stond een grote grijze truc met het logo van de KRO. Dikke kabels liepen naar de kapel waar allerlei microfoons opgesteld stonden. Het ziekenlof! Speciaal voor rooms-katholieke zieken verzorgde de Katholieke Radio Omroep elke dinsdag een uitzending van ‘het lof’, steeds uit een andere plaats in het land. Maar Heemstede was elke vier weken raak! Het rozenhoedje bleef de zieken gelukkig bespaard. In plaats daarvan hield de rector een preek. Omdat je als misdienaartje toch ook wel op de radio wilde komen, sprak je af, dat je direct na de preek erg hard zou hoesten. Na afloop van de eredienst fietste je zo snel mogelijk naar huis om te informeren of je moeder je op de radio gehoord had. Een ander hoogtepunt was de afsluiting van het veertigurengebed, waarbij de hostie 40 uren achtereen in de monstrans werd uitgestald.Voor de feestelijke afsluiting werd een beroep gedaan op geestelijken uit de omgeving. Seminarie Hageveld had een grote voorraad priesters waaruit een ruime greep werd gedaan.Vooral ‘mijnheer Geukers’, sprak tot onze verbeelding. Met krampachtig samengeknepen oogjes en dito mond stond hij ritmisch verend op zijn voorvoeten meestal in de buurt van de ‘opperpriester’, de celebrant. Toen hij eens bemerkte hoe een misdienaartje hem perfect imiteerde: in hetzelfde ritme verend en met dezelfde uitdrukking op het gelaat was hij ‘not amused’ en gaf het ventje ten aanschouwen van de eerwaarde zusters een knallende draai om zijn oren. Vanuit de kapel startte aan het eind van de plechtigheden als klap op de vuurpijl een processie. In het katholieke zuiden ging zo’n optocht door de gemeente, maar in het Heemsteedse klooster bleef de stoet binnen de hekken en begaf zich door het bos naar de Mariagrot, het hoogtepunt van de feestelijkheden. Voor deze bijzondere gelegenheid werden onze zwarte togen dan omgeruild voor rode. Bij wijze van uitzondering waren ook leken van harte welkom. De retraites voor de zusters, periodes van intens gebed en overwegen, brachten ook voor ons wat verandering. Ze werden geleid door geestelijken, meestal paters, ‘van buitenaf’.Vaak waren die toch wat vrolijker dan onze eigen gezapige rector. Er waren er die er flink de vaart in zetten, omdat ze, naar eigen zeggen, die dag nog wel meer te doen hadden. Anderen probeerden het gebruik van wierook zoveel mogelijk te beperken. “Niet zoveel jongens, het stinkt zo!”
172
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Wij hebben jarenlang een Franciscaan over de vloer gehad, die ‘er wel eens uit wilde’ en bij ons thuis gezellig naar een of ander voetbalkampioenschap kwam kijken. Later leidde hij een wat schimmig leven in Maastricht om vervolgens als pastor in Veghel toch weer tijdig terug te keren in de moederschoot van ‘Onze moeder de Heilige Kerk’. Hans van der Prijt Noten 1. De congregatie van de zusters Augustinessen van Delft kocht het pand in 1946 om te gebruiken als moederhuis, omdat de Delftse huisvesting te klein was geworden. 2. In werkelijkheid herbergden de ‘ruïne’ een waterreservoir en installaties die de nabijgelegen vijvers en fonteinen van water moesten voorzien. 3. In nieuwsbrief 94 van de VOHB (oktober 1997) wordt meer verteld over dit geheimzinnige gewelf in een artikel van J. Waldkötter van 3 oktober 1951: ‘Onderzoekingen Meer en Berg’. Ik heb jarenlang een ter plaatse gevonden stuk graniet als een curieuze vondst bewaard.
ZWARTER 125 JAAR IN HEEMSTEDE Vier generaties lang maar liefst wordt de firma Zwarter in Heemstede al beheerd op dezelfde plek waar Joannes Adam Zwarter (1851-1914) in 1881 zijn bedrijf in turf en kolen begon. Nu, 125 jaar later, is er veel veranderd, maar de naam ‘Zwarter’ prijkt nog steeds op de gevel.
In de lage huisjes begon J.A. Zwarter in 1881 zijn bedrijf. Ze werden in 1936 of 1937 gesloopt. Links het pand op nr. 69 waar vanaf 1900 een kruidenierswinkel was van een familielid van Zwarter.
HeerlijkHeden
173
HEERLIJKHEDEN
Locatie
J.P.G. Zwarter op tweejarige leeftijd bij de nieuwbouw en eerste steenlegging.
Foto op pag. 175: Achterzijde van de firma Zwarter aan de Vaartkant waar een turfschip klaar ligt om gelost te worden.
174
HeerlijkHeden
Joannes Zwarter handelde niet alleen in turf en kolen, maar had ook een bollenkraam voor het telen van bloembollen. Dat artikel staat gevoelsmatig ver weg van de brandstoffenhandel, maar de bollenvelden lagen vlak achter het pand, slechts gescheiden door de Vaart die achter de Raadhuisstraat liep. Zakelijk gezien waren de bollen een aantrekkelijke uitbreiding van het sobere assortiment van kolen en turf. Het bedrijf met woonhuis besloeg drie huisjes met schuren van oude datum. Op oude foto’s heeft het geheel een schilderachtig aanzien, die een goede indruk geeft hoe de Raadhuisstraat en de Binnenweg er voor en rond de eeuwwisseling van 1900 uitzagen. De huisjes dateerden uit omstreeks 1830. Maar na een eeuw raakten ze steeds meer in slechte staat tot ze onbewoonbaar verklaard werden en afbraak volgde. De volgende eigenaar, J.A. Zwarter (1895-1985), had tijdig maatregelen genomen om op dezelfde plaats een nieuw bedrijf met woonhuizen te bouwen. In 1937 verrees het nog bestaande grote pand Raadhuisstraat 69, 71 en 73. De benedenverdieping werd bedrijfspand en de nummers 69 en 73 werden bestemd als woonhuizen. Nummer 71 en 69 zijn sinds die tijd de woonplek van de familie Zwarter, nummer 73 werd huurwoning. Aanpalend aan nummer 69 had sinds 1900 ook een familielid Zwarter een vestiging betrokken als kruidenierswinkel die later is uitgebreid tot de Delicatessenzaak van Leo Zwarter. Kolenhandel Ieder huishouden had destijds kolenkachels en/of kolenhaarden in huis die gestookt werden met diverse soorten kolen. Het meest gangbaar waren antraciet en eierkolen, de laatste meestal voor open haarden. Open haarden trof men destijds vooral aan in villa’s en grote woonhuizen.Voor deze haarden werden ook wel zogenaamde vlamkolen gebruikt die een sfeervol aanzien gaven. De brandstof werd op twee manieren aangevoerd. De turf kwam per dekschuit door de Vaart achter de Raadhuisstraat en meerde af aan de achterzijde van het bedrijf van Zwarter waar grote houten loodsen en schuren stonden voor de opslag. Kolen konden niet over water aangevoerd worden omdat de schepen door de zware lading dan een te grote diepgang zouden krijgen.
HEERLIJKHEDEN HeerlijkHeden
175
HEERLIJKHEDEN
Kolentrein Kolen werden aangevoerd door spoorwagons. Dit waren kolentreinen die van Haarlem via Vogelenzang naar Hillegom reden. Bij station Vogelenzang werd een deel van de wagons afgekoppeld en op een zijspoor gezet. Daarna reed de kolentrein verder naar Hillegom voor dezelfde handeling. Voor de firma Zwarter begon dan in Vogelenzang het eerste zware werk: 28 ton kolen werden in jute zakken geschept. Per vrachtauto werden dan zo’n honderd zakken per rit naar Heemstede gereden. Het was geen uitzondering dat per dag vier tot zes ritten gereden moesten worden, weer of geen weer. En dat in de destijds vaak lange en strenge winters met veel sneeuwval en daardoor veel ongemakken met het vervoer. Kwam de vracht in Heemstede dan moesten al die honderden zakken weer gelost worden. Daarna volgde dan nog eens de bezorging bij de klanten aan huis, wat in de bloeitijd van het kolenverbruik neerkwam op ongeveer vierhonderd adressen in Heemstede en omstreken. Van de klanten woonde zo’n 80% in Heemstede en de rest in de omgeving. Na het vervoer per paard en wagen, handkar en bakfiets kwam er in 1935 een Chevrolet vrachtauto. Een enorme aanwinst voor verre klanten en grote vrachten. Maar de nu nog in de zaak werkzame J.G.P Zwarter (1935) moest als 16-jarige jongen de klanten in de buurt hun kolen per bakfiets gaan bezorgen. Die bakfiets werd gehuurd bij Arie Vosse, wagenmaker met zijn werkplaats aan de Postlaan.Vader Zwarter zal gedacht hebben: onder aan de ladder beginnen en dan opwerken tot de vrachtauto! Modernere tijden Het vervoer per kolen met de trein eindigde en werd daarna gedaan met enorm grote vrachtauto’s die de bergen kolen moesten lossen aan de Raadhuisstraat. Meestal gebeurde dat in de vroege ochtenduren zo omstreeks zeven uur. Soms stonden er door een ongelukkige planning wel drie van deze gevaarten voor het pand van Zwarter. Met een transportband werden de kolen
Het pand van Zwarter kort na de oplevering in 1937.
176
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
in de opslagruimte gevoerd. De kolenzakken werden ook niet meer met de schep gevuld maar langs mechanische weg. Het bezorgen aan huis ging echter nog steeds met mankracht, zevenendertig kilo per zak. En dan ook nog eens naar de bovenetages de trappen op. Omslagpunt kolenhandel De bloeitijd van de kolenhandel raakte over het hoogtepunt heen toen midden jaren vijftig in huishoudens steeds meer op olie gestookt ging worden. De gang naar een dieptepunt werd ingezet in 1963 bij de invoering van het aardgas. De kolenhandelaren moesten de bakens gaan verzetten, maar hoe? De firma Zwarter begon in 1965 met de verkoop van haardstellen om te trachten de kolenverkoop toch nog wat overeind te houden. Open haarden moesten het nostalgische kolenvuur levendig houden, wat voor een deel ook slaagde. Maar voor een bestendiger bedrijfsvoering moest naar andere oplossingen gezocht worden. Gekozen werd voor de handel in parasols met een doorsnede van drie meter, wat voor die tijd vrij exclusief was. Het werd een groot succes. Bij een parasol horen tuinmeubelen en zo is heel geleidelijk het assortiment uitgebreid. Dit heeft zo’n inmiddels zo’n omvang gekregen dat de huidige ruimten te klein zijn geworden. In 1997 werd de opslag en bezorging van kolen beëindigd. Toch worden nog kolen in zakken geleverd (maar door derden gedistribueerd) voor gebruikers van open haarden en kolenkachels. Deze bestaan nog en worden nog gestookt, meer dan de argeloze waarnemer zou denken! Afhalen van kolen in verpakte vorm kan ook nog bij Zwarter. In de wintermaanden is bij boekhandel De Vries in Haarlem een open haardvuur te bewonderen met als van oudsher kolen van Zwarter. Het zwarte goud is nog niet ten onder gegaan! Toekomst Het voortbestaan van het oude bedrijf is gewaarborgd door de opvolging van H.W. Zwarter (1966) die in 1998 mede-eigenaar is geworden.Voordien werkte hij daar uiteraard al jaren. Op drukke zaterdagen springen twee broers ook nog wel eens bij en natuurlijk het echtpaar Zwarter, zodat het nog overduidelijk een familiebedrijf is met een lang verleden. Cees Peper
HeerlijkHeden
177
ZOEKPLAATJE In het vorige nummer (129, augustus 2006) hebben we een oude zwartwitfoto opgenomen met de vraag aan u welk huis “dit is en of het nog bestaat”. Meteen na de bezorging van het blad belde ons lid mevrouw M. Hulsbosch-van der
De foto die wij in het vorige nummer opnamen met de vraag: “Welk huis is dit en bestaat het nog?”
De huidige situatie aan de Glipperweg. (Foto: Frans Harm)
Putten uit Uden. Het huis stond aan de Glipperweg op de plaats waar nu op nummer 92 de in 1976 gebouwde bungalow van de heer G.M.M. Höcker staat, rechts naast de bekende ‘molen zonder wieken’ van de fa. Höcker. De foto is vanaf de Z.O.-kant genomen, dus vanaf de weg gerekend schuin aan de achterkant; een ongebruikelijke plaats. Daardoor was het alleen herkenbaar voor degenen, die er wat je noemt ‘kind aan huis’ waren. Dat was zeker het geval met mevrouw Hulsbosch, want haar grootouders van moederskant, de familie Frederiks, woonden er. De bewoner Ab Frederiks, die als bijnaam de “meelmuis” had, bracht met paard en wagen het meel, dat bij de molen was gemalen, bij de bakkers. We kregen onze informatie niet alleen van mevrouw Hulsbosch, maar ook van mevrouw M.J.H. Galjaard, die al sinds 1934 (!) op nummer 69 recht tegenover het zoekplaatje woont en ons nog weer wat wijzer maakte. Het huis was langer dan je op de foto ziet en bestond uit een voor- en een achterdeel. De twee ramen -woonkamer respectievelijk slaapkamer- aan weerskanten van de boom hoorden bij het achterdeel; het linker raam bij het voorste deel. Terwijl Frederiks achter woonde, had de familie Van Bakel haar domicilie vóór. In de schuine aanbouw op de foto, dus aan de achterkant van huize Frederiks, zat de
178
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
keuken en een schuur. Om het nog ingewikkelder te maken was dit huis op de foto vanaf de Glipperweg gezien de rechterhelft van een dubbelhuis, dat in het midden gescheiden was door een smalle poort van ongeveer 1 meter breed. In het linkerdeel, dat dus identiek was aan het rechter, woonde de familie Höcker. Frans Harm
EXPOSITIE MICHIEL BRAAT IN ZUIDERHOUT Verdwenen panden, die ooit stonden aan de Blekersvaartweg, Raadhuisstraat, Glipperweg en Bronsteeweg: zij vormen het onderwerp van een twintigtal etsen van pentekenaar en schilder Michiel Braat. De etsen zijn te zien op een expositie in verpleeghuis Zuiderhout aan de Beelslaan 9 in Haarlem. Michiel Braat werd in 1962 geboren in Haarlem. Na zijn middelbare schoolopleiding in zijn geboorteplaats ging hij naar de Amsterdamse Grafische School. Hij volgde de opleiding Reproductie Tekenen en haalde in 1984 het diploma. De vervolgopleiding aan de Rietveld Academie onderbrak hij na twee jaar, omdat hij die te vrij vond. Maar het stond voor hem vast dat hij zou blijven tekenen. Zijn inzicht werd als het ware ‘verrijkt’ toen hij in 1986 zag hoe de oostkant van het Haarlemse Houtplein, waar hij jaren had gewoond, totaal werd gesloopt en onherkenbaar veranderd. Dat was voor hem de start om verdwijnende bebouwing en ensembles op papier vast te leggen. Dat heeft hij ook in Heemstede gedaan en de resultaten zijn dus te zien in Zuiderhout. Doordat de locaties duidelijk zijn aangegeven zijn de afgebeelde panden voor de bezoeker makkelijk thuis te brengen. Alle etsen zijn te koop zijn voor een gemiddelde prijs van € 250,-. Op dezelfde expositie is werk te zien van mevrouw Tine Braat, de moeder van Michiel, die zich vooral met schilderen bezig houdt. De expositie werd op 30 september geopend en is tot 30 november 2006 te bezichtigen. Zuiderhout is zeven dagen per week open. (In 2005 kwam van Michiel Braat het boek Gesloopt verleden tijd uit, met tekeningen van gesloopte panden.) Frans Harm
Tekeningen van Michiel Braat op de expositie in Zuiderhout.
HeerlijkHeden
179
HEERLIJKHEDEN
UIT HET ARCHIEF OPGEDIEPT
HET HUIS TE BENNEBROEK, BESCHREVEN IN 1950 In 1950 verscheen in de Panorama een artikel over het Huis te Bennebroek, het statige landhuis aan de Binnenweg in Bennebroek, dat op de plek stond waar nu de gelijknamige serviceflat ligt. Het verhaal, geschreven in bloemrijke stijl, geeft ook nu nog een sfeervolle en informatieve tekening van een stukje Bennebroekse geschiedenis. We nemen het artikel hier integraal over. DE LAATSTE VAN HAAR GESLACHT In het huis te Bennebroek herinneringen uit vier eeuwen
Het oorspronkelijke Huis te Bennebroek werd gesloopt. Op dezelfde plek werd de huidige gelijknamige serviceflat gebouwd.
“De eetkamer,” zei onze geleider fluisterend in de schemering; “een half jaar geleden was ze nog precies ingericht als aan het eind van de vorige eeuw, maar toen de freule gestorven was, zijn alle familiebezittingen van Huis te Bennebroek geveild... .” “Het einde van een romantisch verleden,” fluisterden wij, schrikkend van een rukwind, die de ramen vervaarlijk deed rammelen. “Inderdaad,” zuchtte de geleider, “freule Willink zag de ondergang van de oude tijd, en daarom zocht ze in eenzaamheid troost bij de schatten, die vier geslachten hadden verzameld... .”
180
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Mejuffrouw Arnoldine Leonie Willink, betiteld als jonkvrouwe, in de wandeling freule genaamd en zich op haar visitekaartje eenvoudig als mademoiselle presenterend, was de laatste ambachtsvrouwe van de heerlijkheid Bennebroek, die in 1653 gegrondvest werd. Zij huwde niet en toen haar ouders, zuster en zwager haar ontvallen waren, vulde zij de laatste levensjaren grotendeels met bet schrijven van duizenden brieven. Trouw iedere Woensdag hield zij “jour” - zelfs drie dagen voor haar plotselinge dood - en zij verheugde er zich dan op, oude vrienden en vriendinnen uit de buurt te ontvangen om bij ‘n geurig, in Chinees porselein geserveerd kopje thee lieve herinneringen op te halen. Met glinsterende ogen kon zij op zo’n tea-party haar eerste schoentjes tonen; het met eigen hand geschreven kookboek met oude recepten van haar grootmoeder en het damasten tafellaken met in oranje ingeweven portret van H.M. koningin Wilhelmina. Wat was het op zo’n “jour” gezellig om over de goede oude tijd te praten, de dagen van voor de eerste wereldoorlog, toen zij elke winter met haar moeder en haar chauffeur naar de Franse Rivièra ging. Haar vader stierf in 1908 te Cannes en toen hij in het familiegraf bij de Nederlands-Hervormde kerk aan de overkant begraven was, kwam er een omwenteling in de bijgebouwen van het huis. De oude heer bezat acht paarden en veertien rijtuigen en wilde tijdens zijn verblijf in Frankrijk in de eigen equipage rijden, zij het dan met een Franse koetsier. Hij wilde niets van auto’s weten, maar zijn dochter was er dol op, zodat de paardentractie spoedig werd geruild voor enkele auto’s. Reeds in 1906 was Jan Krullaerts als chauffeur in dienst gekomen en het was voor hem een vreugdedag toen hij als eerste automobilist in de buurt de freule in een gloednieuwe auto mocht rijden.Vierenveertig jaar was Jan haar stut en steun en het is dan ook begrijpelijk dat hij en z’n echtgenote nu onbezorgd in de chauffeurswoning kunnen blijven leven. “Precies was de juffrouw,” zegt Jan, als wij tegenover hem zitten, “zeer conservatief, maar ook zeer goed voor anderen.” In huis had alles een vaste plaats. Op een tafeltje hadden meer dan honderd kleine voorwerpen hun eigen plekje en toen de freule op een goede dag een zilveren muisje miste, bleek het alleen maar naar een andere hoek verhuisd te zijn. Zuinig was ze ook op haar kostbare meubelen. Een half uur vóór de visite werden de hoezen van de stoelen en sofa’s gehaald en precies een kwartier na het vertrek van de gasten werden ze er weer omgedaan. Als er even zon door de gordijnen gluurde, moesten de markiezen gesloten worden. Zij en haar moeder konden slecht met de tijd meegaan. Omdat er in de eerste wereldoorlog geen olie meer was voor de petroleumlampen, die overal in het huis voor verlichting dienden, ging men noodgedwongen over tot de aanleg van electrische geleidingen. Gas was er niet in Huis te Bennebroek tot ongeveer vier jaar geleden. De pijpleidingen lagen gereed voor aansluiting, maar de freule hield evenmin van gas als van modern sanitair of enig electrisch apparaat. De radio werd geweerd, maar als de troonrede werd uitgezonden, maakte ze een wandeling naar de chauffeurswoning om de stem van de Koningin te horen,
HeerlijkHeden
181
HEERLIJKHEDEN
trouwer als ze was aan het Huis van Oranje dan aan haar principe om “die schreeuwende lampenkastjes” uit de weg te gaan. Tijdens de bezetting maakte juffrouw Willink een avontuur mee, dat haar eretitel van goede vaderlandse bezegelde. Twee Engelse piloten kwamen per parachute op haar landgoed neer. Een vond de dood in een boom, de ander werd gewond bij haar binnengedragen.
Freule Arnoldine Leonie Willink
182
HeerlijkHeden
Onmiddellijk liet zij een fles sherry opentrekken en begon zij een conversatie - zij sprak en schreef perfect Nederlands, Frans, Duits, Engels en ltaliaans - met de vlieger. Maar een half uur later had verraad van Duitsgezinde buurtgenoten zijn werk reeds gedaan en werd de vlieger gevangen genomen. De Willinks hebben veel goed gedaan, zeggen de Bennebroekers. De moeder van Arnoldine bouwde een christelijke school en zij zelf tracteerde de kinderen van alle scholen tweemaal per jaar. Toen de electrische tram door haar grondgebied een baan moest vinden, stond zij de grond voor slechts een gulden af, omdat zij meende, dat de gemeenschap met dit vervoermiddel gediend zou zijn.Vele hulpzoekenden wisten de poort van het huis te vinden en geen liefdadigheidsfeest werd gehouden of de freule schonk een flinke som. Merkwaardig was echter, dat men de overgebleven spullen van zo’n fancy fair aan haar verkocht, zodat de zolders van het “slot” een warenhuisje herbergden. Op 22 Maart 1950 werd zij begraven in het familiegraf aan de overkant bij de Hervormde kerk, die de eerste ambachtsheer bouwde voor vijftienduizend Carolische guldens. Zij rust nu bij de heren en vrouwen van de door haar dood vervallen ambachtsheerlijkheid en bij het graf van oud-minister Talma. Haar testament was eenvoudig. De Hervormde kerk kreeg het huis, het personeel wist zich verzorgd en de verre erfgenamen konden het overige bezit te gelde maken. En zo kondigde makelaar Paul Brandt in Amsterdam eind van het vorig jaar een min of meer sensationele veiling aan. Iedereen, die een kwartje voor het Kankerfonds wilde storten kon de meer dan. zeventienhonderd “kopen” bezichtigen en tevens te weten komen, hoe de freule daar in het “kasteel” leefde. Meer dan vierduizend kijkers werden geregistreerd en een legertje van dertig detectives hield een wakend oog op de vele kostbaarheden, die ruim twee ton opbrachten. In een sombere kamer, met ramen waarvoor verschoten draperieën aan het fin de siècle herinnerden, stonden de kostbare serviezen: Delfts blauw, Sèvres, Saksisch en Chinees. De meeste belangstelling ging uit naar een uit driehonderdvier stuks bestaand Frans porseleinen eetservies, versierd met landschappen, vogels, bloemen in kleuren, gestileerde planten en randen in goud met monogram. De foedralen van biljartlaken, waarin vele kostbaarheden
HEERLIJKHEDEN
bewaard werden, waren weggevreten door motten uit lang vervlogen dagen. In vitrines schitterden de familiejuwelen, kleinodiën, die zelden geveild worden. De pauw op de toren van de Hervormde kerk kijkt bij westenwind nog naar het oude huis, waarin bejaarden straks hun laatste levensdagen zullen slijten. De schooljeugd van het dorp leert bij de vaderlandse geschiedenis twee jaartallen, die in geen boekje staan, maar daar in Bennebroek even belangrijk zijn als 1600, Slag bij Nieuwpoort en 1789, de Franse Revolutie. Die jaartallen zijn: 1876-1950, freule Arnoldine Leonie Willink, laatste ambachtsvrouwe van Bennebroek W. v.Willige
Freule Willink was in Bennebroek en omgeving één van de eersten met een auto.
HISTORISCHE ACTUALITEITEN Correctie J.J. van der Werff In het vorige nummer schreef ik over de Bennebroekse gemeentebode en kunstschilder J.J. van der Werff. De heer Cees Schenkel, kenner van de genealogie in Zuid-Kennemerland, zond enige aanvullende informatie waaruit blijkt dat de gelijknamige vader en zoon ten dele door elkaar zijn gehaald. De juiste familieverhoudingen blijken als volgt te zijn: Grootouders: Pieter van der Werff, gehuwd met Elisabeth Vermeulen. Ouders: Johannes Jacobus van der Werff, geboren 29-5-1775, was o.a. gemeentebode. Overleden op 4-11-1818 te Bennebroek. Gehuwd in 1798 met Catharina Bodegraven (overleden 1825). Uit hun huwelijk zijn zes kinderen geboren (vier overleden kort na de geboorte). Eén van de zes was Johannes Jacobus van der Werff, genoemd Jan. Hij werd geboren op 11-12-1808 in Bennebroek. Hij was timmermansknecht, gemeentebode en kunstschilder. Hij trouwde met Aartje Hageman op 29 mei 1841 in Maarssen (Utrecht) en is op 5 november 1848 te Bennebroek overleden.
HeerlijkHeden
183
Binnenweg 9, Bennebroek. De foto is gemaakt rond 1970. (Foto: B. van der Lans)
Archief De heer Bob van der Lans, fotograaf uit Hillegom, schonk de VOHB twee omstreeks 1970 gemaakte foto’s van het pand Binnenweg 9 in Bennebroek , dat later verdwenen is om plaats te maken voor nieuwbouwwoningen. Van de heer G. Rekoert ontving de VOHB twee foto’s van winkeliers uit de Zandvoortselaan en omgeving, de ene uit eind jaren veertig van de vorige eeuw, de andere van 31 augustus 1945. Erfgoedcursussen Van de Stichting Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland in Haarlem verscheen een nieuwe uitgave ‘Erfgoedcursussen 2006-2007’. In het NoordHollands Archief zijn de volgende vier cursussen te volgen: 1) algemene introductie op de archieven in het nieuwe publiekscentrum van het NoordHollands Archief; 2) genealogisch surfen; 3) bronnen voor lokale geschiedenis in het N.H. Archief (19e eeuw) en 4) onderzoek naar nalatenschappen.Voor nadere informatie: telefoon (023) 553 14 98; e-mail:
[email protected] Publicaties M. Gravendeel schreef de jubileumuitgave 75 jaar “Spaar en Hout” 1930-2005. Op de plaats van de gelijknamige buitenplaats, die tot de annexatie van 1927 bij Heemstede hoorde, is in 1930 naar een ontwerp van de Heemsteedse architect Klaas Jonkheid een Doopsgezind rusthuis gebouwd. Op het gazon bij de ingang staat een bewaard gebleven grenssteen Haarlem-Heemstede. Van Meindert Stokroos verscheen afgelopen jaar bij de Walburg Pers in
184
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Zutphen het boek Fonteinen in Nederland: historische watervoerende monumenten. Voor Heemstede is daarin informatie te lezen over het 18e eeuwse fonteinhuis van Meer en Berg, tegenwoordig bekend als de ‘Ruïne’. De heer Gerard Rekoert junior gaf in eigen beheer een brochure uit over zijn verzameling trotseerloodjes: ‘Tot trots en eer van de Meester’. Deze loodjes worden vooral op monumentale gebouwen nog altijd gebruikt op loden afdekkingen van daken. Vanouds was het de gewoonte om bij voorname gebouwen de loodjes te voorzien van een afbeelding, het jaartal en naam van de meester-loodgieter De vermoedelijk oudste ets van een Heemsteeds tafereel stamt uit 1611. De prent, ‘onder weegen Heemstede’, is er één uit een serie van 12 topografische prenten Plaisante plaetsten van de Amsterdamse tekenaar en graveur Claes Janszoon Visscher (1587-1652). Deze vervaardigde later ook de grote, fraaie ets van het beleefdheidsbezoek in 1642 van de Engelse koningin Henriette Maria aan Adriaen Pauw op het binnenplein van het Huis te Heemstede. Drs. Anne Marion Cense schreef een artikel over deze Claes Jansz.Visscher II in De Klink, kwartaaluitgave van genootschap Oud Zandvoort (nummer 103, juli-september 2006, p. 16-19). Architectuurhistoricus drs. Michel Bakker publiceerde in Heemschut (juni 2006, p. 16-19) over ‘De onmisbare houten brug’ met als illustratie een aquarel door H.W. Last van de vroegere houten traliebrug over de Leidse Trekvaart bij Vogelenzang. Vooruitlopend op het Linnaeus-herdenkingsjaar 2007 publiceerde het Zweeds Instituut in Stockholm een Nederlandstalige uitgave Carl Linnaeus van de hand van Gunnar Broberg. Historie van Heemstede en Bennebroek op radio De Branding Op velerlei verzoek wordt de reeks uitzendingen van ‘De historie van Heemstede en Bennebroek’ vanaf 7 oktober bij Branding Radio herhaald. In het programma wordt de geschiedenis van beide plaatsen en de regio verteld. Daarbij wordt van elke periode steeds een beeld geschetst vanuit diverse invalshoeken. Tevens wordt besproken waar u in Heemstede en Bennebroek nog het verleden terug kunt vinden. Soms misschien op plekken waar u het niet verwacht. Er worden ook gasten in de studio uitgenodigd die over een specifiek thema vertellen. De verhalen worden omlijst met instrumentale muziek. Samenstelling en presentatie: mevrouw Henny van Haasteren. Historie van Heemstede en Bennebroek, iedere zaterdag van 13.00 tot 14.00 uur bij Branding Radio op 106.2 FM in de ether en 89.0 FM op de kabel. Diefstal van 16e eeuws gobelin uit raadhuis Heemstede In de nacht van vrijdag 29 september op zaterdag 30 september is uit het gemeentehuis van Heemstede een 16e eeuws wandtapijt gestolen, dat 2.45 hoog en 3.20 meter breed is. Het betreft een gobelin van omstreeks 1530, vervaardigd in een Brusselse
HeerlijkHeden
185
Afbeelding van het gestolen gobelin uit het raadhuis in Heemstede. Links duwt de bukkende Rebecca een geitenbokje in de richting van Isaak die zittend voorover leunt op zijn stok.Tussen beiden in staat Jacob.
weverij. Uitgebeeld is een scène uit het bijbelboek Genesis: Rebecca spoort haar jongste zoon Jacob aan zijn blinde vader Isaak wederrechtelijk de eerstgeboorte-zegen te ontfutselen, die eigenlijk zijn oudste broer Esau toekomt. Het kostbare wandkleed werd in 1961 aan de gemeente geschonken door mr. H.E.R. Rhodius, die later op ‘Bloemenoord’ woonde, mede namens zijn vier broers die hun jeugd in ‘Dennenheuvel’ doorbrachten, “uit dankbaarheid voor de goede jaren in Heemstede”. Het nu ontvreemde gobelin kreeg een plaats in de trouwzaal van het gemeentehuis. Varia Van het Noord-Hollands Archief, op 1 februari 2005 ontstaan uit een fusie tussen het Rijksarchief in Noord-Holland en de Archiefdienst voor Kennemerland, en waarbij de gemeente Heemstede is aangesloten, verscheen onlangs het Jaarverslag 2005. Het stoomgemaal De Cruquius, een neogotisch pompgebouw uit 1849 en de grootste stoommachine ter wereld, heeft dit jaar internationale erkenning gekregen door als één van negen gebouwen te worden opgenomen in een Europese route langs industrieel erfgoed. In Nieuwsbrief 45 van augustus 1985 publiceerde ik over de 16e eeuwse kerkelijk leider proost Engelbertus van Heemstede, zoon van ridder Jan van Heemstede en Beatrix van Alkemade. Zijn graf bevindt zich in de Sint Servatiuskerk van Maastricht, met o.a. het grafschrift “Inclytus Hemstedius” [= beroemd Heemsteder]. Wij zijn erop geattendeerd dat het huis waar hij ooit woonde ‘De Burght’ nog bestaat op het adres Burghtstraat 5 te Heer, gemeente Maastricht. In de kelders is tegenwoordig een bistro gevestigd, en het gebouw zelf heeft een kantoorfunctie.
186
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
In de tiende eeuw zijn aan de vrome Noordwijkse boer Notbobo bijzondere gaven toegedicht. Zo kreeg hij omstreeks 955 een visioen aan de hand waarvan het graf van de door Noormannen vermoorde priester-martelaar Sint Jeroen kon worden opgespoord. Zelf overleed hij omstreeks het jaar 1000 op het grondgebied van Heemstede, dat toen nog tot het Haarlemmerambacht behoorde. Na zijn dood is rond de boerenheilige Notbobo enige tijd een volkscultus ontstaan en wordt hij behalve als Sint Notbodo van Noordwijk tevens aangeduid als Notbodo van Heemstede. Landschap Noord-Holland opent wandelgebied Vanaf zondag 15 oktober stelt de organisatie Landschap Noord-Holland 7 hectare (zo’n 10 voetbalvelden) bosgebied open voor publiek. Het gaat om Hagenduin, dat ligt tussen de Herenweg en de Glipperweg. Het gebied is onlangs eigendom geworden van het Landschap zodat de natuurgebieden Eikenrode, Hagenduin en Linnaeushof één geheel kunnen worden. Hiermee wordt de historische situatie van de Overplaats horend bij de Hartekamp hersteld. De gemeente Heemstede steunt dit project financieel. Tentoonstelling in Historisch Museum Haarlem: spelen Het Historisch Museum Haarlem, gevestigd aan het Groot Heiligland 47, organiseert van 20 oktober 2006 tot 8 april 2007 de expositie ‘Spelen in Haarlem’. Getoond wordt hoe kinderen in Haarlem en omgeving in de periode 1920 tot 1960 hun vrije tijd besteedden. De kracht van de tentoonstelling zit in de verhalen, zoals bijvoorbeeld Gerard Brand vertelt over zijn stuurslee uit de jaren ‘30.Voor hem was het toppunt van romantiek als 12-jarige jongen met zijn vriendinnetje met een slee van het Kopje van Bloemendaal af te suizen. Behalve oud speelgoed met bijbehorende herinneringen is ook antiek speelgoed van de Stichting Ruyssenaers te zien. Aan de hand hiervan wordt een beknopte ontwikkeling geschetst van spelen door de eeuwen heen. Studiezaal N.H.Archief Janssstraat 40 vier maanden dicht In 2007 wordt de locatie Jansstraat het nieuwe publiekscentrum van het Noord-Hollands Archief. Momenteel vindt een ingrijpende verbouwing en nieuwe inrichting plaats van de vroegere Janskerk.Verder zal een integratie van archieven en collecties plaatsvinden. De studiezaal is vanaf 1 november 2006 tot 1 maart 2007 voor het publiek gesloten. Gedurende de maand februari 2007 gaat ook de studiezaal van de locatie Kleine Houtweg dicht. Op donderdag 1 maart 2007 gaan beide studiezalen weer open. De actuele stand rond verbouwing en verhuizing is te volgen op de nieuwe website van het NoordHollands Archief: www.noord-hollandsarchief.nl Heemstede in 19e en 20e eeuwse kranten en tijdschriften Het archief van het vooraanstaande weekblad Time is sinds kort met alle uitgaven vanaf 1923 gedigitaliseerd op het internet geplaatst. Heemstede komen we tegen in een bericht op maandag 23 maart 1925 naar aanleiding van de eerste internationale bloemententoonstelling Flora in dat jaar:
HeerlijkHeden
187
HEERLIJKHEDEN
“In the picturesque little town of Heemstede, near Haarlem, was opened the annual and historic flower show, where more than three million plants scented the air with their delicate fragrance and delighted the eye with their galaxy of colour. Six exhibitions to be held during the life of the show, which is to end on May 21. Horticulturists from many parts of the world were expected. Financially the show was an assured success from the outset, the organizers having informed the Government that they would not call upon the 50.000 florins voted to cover a possible deficit.” Bennebroek geeft opdracht voor rapportage plaatselijke monumenten In november 2003 stelde het bureau drs. M.A.C. Polman Advies in Haarlem op verzoek van de gemeente Bennebroek een ‘Cultuurhistorische notitie’ samen. Als bijlage is in dat rapport een lijst met potentiële monumenten opgenomen. Nu heeft het gemeentebestuur van Bennebroek mevrouw Mariëtte Polman opdracht verstrekt een meer definitieve gemeentelijke monumentenlijst voor te bereiden. Doel hiervan is het behoud en versterken van de historische karakter van het dorp. Eigenaren van een monument hebben op grond van de Monumentenverordening, die de gemeente Bennebroek 6 juli 2006 vaststelde, een vergunning nodig voor wijzigingen en/of uitbreidingen. Hans Krol
De prijzentafel van het kindercorso van de Winkeliersvereniging ‘Heemstede-West’ op 31 augustus 1945.Van links naar rechts: ‘Sinterklaas’ Joop…, een slager, Geer Rekoert (sanitair; elektrotechniek), Plomp (boek- en kantoorboekhandelaar), ‘Zwarte Piet’ Gerrit Sloof (groentehandelaar), Hopstaken (sigarenwinkel), Sas (boek- en kunsthandel Boekenrode), Kees de Vries (banketbakker), mw. Brink,Wim Koopman, mw. Sas met haar hulp, Jan Tromp sr. (chef bij Albert Heijn), onbekend, Bert Groenink (vishandelaar) met zoontje Reijer, Kompier (kruidenier), Gerard Koopman (schoorsteenveger en metselaar), Oscar Brink (drankenhandelaar en gemeentebestuurder). Het jongetje vooraan met hoge hoed is Henkie Brink.
188
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
GRENSOVERSCHRIJDENDE LANDBOUW GRONDBEZIT EN GRONDGEBRUIK VAN HEEMSTEDENAREN IN HILLEGOM OMSTREEKS HET MIDDEN VAN DE ZESTIENDE EEUW Inleiding Halverwege de zestiende eeuw grensde de ambachtsheerlijkheid Heemstede (waar de huidige gemeente Bennebroek indertijd ook deel van uitmaakte) in het zuiden aan de ambachtsheerlijkheid Hillegom. De Kennemerbeek en de Zandlaan vormden een deel van deze zuidelijke grens. De grenzen waren vooral van belang voor de uitoefening van de rechtsmacht. In het graafschap Holland draaide het bij heerlijkheden niet om grondeigendom, maar om het recht de justitie in een bepaald territorium uit te oefenen. De lage rechtspraak werd ook wel lage heerlijkheid of ambachtsheerlijkheid genoemd. Het recht om halsmisdrijven met de dood te bestraffen, stond bekend als de hoge rechtspraak of hoge heerlijkheid. (1) De inwoners van Heemstede en Hillegom lieten zich door de grenzen niet beperken in hun bewegingsvrijheid. Er vond namelijk regelmatig uitwisseling plaats van personen (onder andere via huwelijk), arbeid en handel tussen de beide ambachtsheerlijkheden. In dit artikel zal ik aandacht besteden aan het grondbezit en grondgebruik van Heemstedenaren in Hillegom omstreeks het midden van de zestiende eeuw. Ik maak daarbij vooral gebruik van het kohier van de tiende penning van Heemstede uit 1557, het morgenboek van Heemstede uit 1544 en de morgenboeken van Hillegom uit 1544, 1564 en 1568. (2) De tiende penning was een éénmalige belasting van tien procent op inkomsten uit onroerend goed en renten (niet te verwarren met de beruchte tiende penning die de hertog van Alva in 1569 wilde invoeren, waarbij tijdens iedere verkoop van roerend goed tien procent van de verkoopsprijs moest worden afgestaan). Morgenboeken zijn registers die door het Hoogheemraadschap van Rijnland werden opgesteld in verband met de heffing van het morgengeld (een belasting, waarbij voor elke morgen land een vast bedrag moest worden betaald). In de door mij bestudeerde bronnen worden de volgende maten gebruikt: morgen, hond en roede. Eén morgen was gelijk aan zes hond of 600 roeden. Eén Rijnlandse morgen komt overeen met 0,8516 hectare. Het grondbezit en grondgebruik van Heemstedenaren in Hillegom Net als in de ambachtsheerlijkheid Heemstede was in de ambachtsheerlijkheid Hillegom het grondbezit van Haarlemmers halverwege de zestiende eeuw aanzienlijk.Volgens het uit januari 1544 daterende morgenboek van Hillegom bedroeg de totale hoeveelheid in gebruik zijnde grond 995 morgen en 545 roeden (ongeveer 848 hectare). Daarvan was 282 morgen eigendom van inwoners van Haarlem. Zij bezaten dus 28,3 procent van de totale hoeveelheid in gebruik zijnde grond. Daarnaast hadden kerkelijke instellingen uit Haarlem nog 31 morgen land in eigendom (ongeveer drie procent van alle in gebruik zijnde grond). Twintig jaar later was deze situatie nauwelijks veranderd.Van de 984 morgen in gebruik zijnde grond was in 1564 namelijk 269 morgen in
HeerlijkHeden
189
HEERLIJKHEDEN
handen van inwoners van Haarlem en 21 morgen in handen van religieuze stichtingen uit Haarlem. De Haarlemmers waren echter niet de enige ‘vreemde’ grondeigenaren in Hillegom. In het morgenboek uit 1544 wordt ook melding gemaakt van eigenaren uit Alkemade, Den Haag, Heemstede, Leiden, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Overveen,Velsen, Warmond en Zandvoort. In de morgenboeken van Hillegom uit 1544, 1564 en 1568 wordt van tien personen expliciet gezegd dat ze in Heemstede woonden: hun naam wordt gevolgd door de toevoeging ‘tot Heemstede’. Het betreft Albert Adriaanszn., de erfgenamen van Albrecht, Bartholomeus Dirkszn., Gerrit Dirkszn., de dochter van Willem Gerritszn., de kinderen van Simon Janszn., Pieter Remmen, Jacob Thaamszn., de schout van Heemstede en Simon IJsbrandszn. Hoewel bij hem de aanduiding ‘tot Heemstede’ ontbreekt, kan aan dit rijtje namen ook nog de naam van Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde worden toegevoegd. Daarnaast waren de ambachtsheer van Heemstede en het in Heemstede gelegen cisterciënzerklooster ‘Porta Coeli’ (Hemelpoort) eveneens eigenaar van grond in Hillegom. In 1544 bezaten zij gezamenlijk 46,4 morgen land (4,6 procent van de totale hoeveelheid in gebruik zijnde grond). In 1564 was dat afgenomen tot ongeveer 25 morgen, en in 1568 was nog slechts 12,5 morgen in handen van personen of instellingen uit Heemstede. Albert Adriaanszn. Albert Adriaanszn. was in 1544 eigenaar en gebruiker van zes morgen en 557 roeden land in Hillegom. Dit land stond ook wel bekend als “De Pelser Laechte”. In 1544 was hij tevens eigenaar van bijna twaalf morgen land in Heemstede. Het gaat in beide gevallen om Albert (of Albrecht) Adriaanszn. van Adrichem, die getrouwd was met Elisabeth van Dorp. Het bovengenoemde stuk land in Hillegom was tussen 1596 en 1612 namelijk eigendom van zijn dochter, die net als haar moeder Elisabeth van Dorp heette.
190
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Albrecht Adriaanszn. van Adrichem († 23 maart 1555) x Elisabeth van Dorp († 1537)
Pieter Albrechtszn. van Dorp Adriaan Albrechtszn. schepen en burgemeester van Dorp († 20 mei 1565) († ca. 1590) x x
Elisabeth Albrechtsdr. van Dorp († na 1608) x
(1) Cornelia Jansdr. van Loo Josina (2) Machteld de Jonge Engbrechtsdr. Ramp
(1) Gerrit Willemszn. van Berkenrode (2) Gerrit Borst, alias Gerrit Velserman
1 Willem van Adrichem, gezegd Van Loo (ongehuwd overleden)
1 Cornelia van Adrichem, gezegd Van Dorp x Arend van der Hoog
2 2 Elisabeth van Adrichem, Katharina van Adrichem, gezegd Van Dorp gezegd Van Dorp (jong overleden) x mr. Pieter van der Hoog heer van Sprang
2 Cornelia van Adrichem, gezegd Van Dorp x Jacob Godin heer van Warmond
2 Petronella van Adrichem, gezegd Van Dorp (ongehuwd overleden)
Fragmentgenealogie van de familie Van Adrichem/Van Dorp.
Albrecht Adriaanszn. van Adrichem was een zoon van Adriaan Albrechtszn. en Katharina Florisdr. van Adrichem. Hij had dus de familienaam van zijn moeder aangenomen (iets wat zijn kinderen op hun beurt ook weer deden). Albrecht was regent van het Heilige Geesthuis (1514), schepen van Haarlem (1519), kerkmeester van de St. Bavo (1532-1535) en weesmeester (1542-1546). (3) Albrecht Adriaanszn. van Adrichem en Elisabeth van Dorp hadden diverse bezittingen in Haarlem, maar verbleven in de jaren veertig van de zestiende eeuw ook regelmatig in hun woning te Heemstede. Dat is zeker niet opmerkelijk, want net als hun Leidse standgenoten hadden diverse vooraanstaande Haarlemse families vanaf de middeleeuwen een deel van hun vermogen geïnvesteerd in landbouwgrond en huizen in de directe omgeving van de stad (al dan niet gebruik makend van de financiële problemen van de boeren gedurende het laatste kwart van de vijftiende eeuw). (4) Daarnaast
HeerlijkHeden
191
HEERLIJKHEDEN
gebeurde het ook wel eens dat in Heemstede gelegen huizen of landerijen via erfenissen in handen kwamen van inwoners van Haarlem.Vermoedelijk bewoonden Albrecht en Elisabeth dezelfde hofstede aan de Hoflaan als waarin hun zoon Pieter van Dorp in januari 1562 de bisschop van Haarlem (Nikolaas van Nieuwland) gastvrij onderdak verleende.
Het eilandje achter het kasteel te Heemstede met de Gravesloot en het Oude Spaarne (1589).
De erfgenamen van Albrecht In 1544 bezaten de erfgenamen van Albrecht uit Heemstede ruim drie morgen land in Hillegom, verdeeld over twee percelen. Het ene perceel had een omvang van twee morgen en 565 roeden en werd gebruikt door de Hillegommer Dirk Dammaszn. Het andere perceel had een omvang van 212 roeden en werd gebruikt door de eveneens in Hillegom woonachtige Mathijs Janszn. In het uit 1544 daterende morgenboek van Hillegom worden de bovengenoemde erfgenamen éénmaal “Aelbrechts erfghenamen van ’s-Gravensloot” genoemd. In 1559 was “Pieter Aelbrechtsz. op ’s-Gravesloet” pachter van de Houttiende te Heemstede. Waarschijnlijk was hij een zoon (en één van de erfgenamen) van de bovengenoemde Albrecht. Aan de oostkant van het kasteel van Heemstede lag een eilandje dat werd begrensd door het Oude Spaarne en de Gravensloot. In 1589 stonden er drie huizen op dit eilandje. Vanwege de toevoeging ‘van/op ’s-Gravensloot’ is het mogelijk dat Albrecht en zijn zoon Pieter op dit eilandje hebben gewoond.
Mijn eerdere hypothese dat Pieter Albrechtszn. op ’s-Gravensloot en Pieter Albrechtszn. van Dorp mogelijk één en dezelfde persoon waren - zie HeerlijkHeden no. 122 (november 2004) - kan hierbij worden weerlegd. De vader van Pieter Albrechtszn. op ’s-Gravensloot was in 1544 reeds overleden, terwijl de vader van Pieter Albrechtszn. van Dorp pas op 23 maart 1555 het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Het gaat dus om twee verschillende personen. Gerrit Dirkszn. Bakker Gerrit Dirkszn. Bakker was zowel in 1564 als in 1568 eigenaar en gebruiker van in totaal vier morgen en 150 roeden land in Hillegom. Het betrof twee percelen die waren gelegen in het gebied tussen de Zandlaan en de Vosselaan, hemelsbreed niet zo heel ver van de woning van Gerrit Dirkszn. Bakker in
192
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Bennebroek. Het is niet bekend of Gerrit dit land via koop, huwelijk of erfenis in zijn bezit heeft gekregen. Zijn land in Hillegom vormde slechts een fractie van het totale landbouwareaal dat Gerrit Dirkszn. Bakker tot zijn beschikking had.Volgens het kohier van de tiende penning van Heemstede gebruikte hij in 1557 in totaal 22 morgen land (deels eigen land en deels pachtgrond). Er waren maar weinig Heemstedenaren die zoveel land gebruikten als Gerrit Dirkszn. Bakker. Hij zal dan ook tot het meer welgestelde deel van de Heemsteedse dorpsgemeenschap hebben behoord. Daarnaast kan Gerrit Dirkszn. Bakker tot de politiek-bestuurlijke elite van Heemstede worden gerekend, want hij vervulde diverse malen het schepenambt. (5) Bartholomeus Dirkszn. In 1564 was Bartholomeus Dirkszn. uit Heemstede gebruiker van één morgen en 200 roeden land in Hillegom in de buurt van de Zandlaan. Dit land behoorde toe aan de in Haarlem woonachtige Cornelis Jan Gijsbrechtszn, die in 1564 eigenaar was van in totaal 39 morgen en 50 roeden land in Hillegom. Daarmee was hij één van de grootste individuele grondbezitters. In 1553 was Cornelis Jan Gijsbrechtszn. onder andere eigenaar van een huis in het hoofdmanschap - of de wijk - van het Zand (thans de Grote Markt) in Haarlem. (6) Hij nam ook deel aan het stadsbestuur. Op 2 en 3 augustus 1568 was Cornelis Jan Gijsbrechtszn. bijvoorbeeld als ‘raad’ aanwezig bij het controleren van de stadsrekening. In het kohier van de tiende penning van Heemstede uit 1557 wordt Bartholomeus Dirkszn. niet vermeld. Hij ontbreekt ook in de morgenboeken van Hillegom en Heemstede uit 1544. Waarschijnlijk was hij toen nog niet economisch zelfstandig. Tussen 1563 en 1575 betaalde Bartholomeus Dirkszn. diverse keren mee aan de tijnspenning. De tijnspenning was een heffing op grond binnen de parochie van Haarlem, waartoe in deze tijd ondermeer ook de ambachtsheerlijkheid Heemstede behoorde. Ieder jaar moesten alle personen die land bezaten binnen de genoemde parochie zich op 1 januari verzamelen in de Sint Bavo te Haarlem (de parochiekerk), alwaar zij aan de secretaris van de stad ¼ groot Vlaams dienden te betalen.(7) Overigens worden lang niet alle landeigenaren uit de parochie Haarlem vermeld in de lijsten van de tijnspenning. Iedereen die deze belasting niet meer wenste te betalen, kon de tijnspenning namelijk afkopen. Het is niet bekend wanneer Bartholomeus Dirkszn. voor het eerst gebruiker werd van het stukje grond in Hillegom, maar vermoedelijk heeft hij het land niet zo heel lang in gebruik gehad. In 1568 blijkt de in Hillegom woonachtige Jan Dammaszn. namelijk gebruiker te zijn. Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde was in 1544 gebruiker van iets meer dan drie morgen land in Hillegom, verdeeld over twee percelen. Beide percelen lagen in de omgeving van de Vosselaan. Het ene stuk land had een omvang van één morgen en elf roeden en was eigendom van heer Alwijn (vermoedelijk een priester). Het andere stuk land had een omvang van twee morgen en 107
HeerlijkHeden
193
HEERLIJKHEDEN
roeden en behoorde toe aan de in Hillegom woonachtige Dirk Simonszn. In 1544 was Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde samen met Roelof Adriaanszn. en Marijtje tevens gebruiker van negen morgen en 94 roeden land in Heemstede in de buurt van de Zandlaan. In de door mij bestudeerde bronnen wordt Cornelis ook wel “Neel opt Eyndt” genoemd.Vermoedelijk dankte hij zijn bijnaam aan het feit dat hij aan de rand (op het eind) van de ambachtsheerlijkheid Heemstede woonde. Aangezien hij gebruiker was van grond in de buurt van de Zandlaan en van enkele stukken land in Hillegom, zal de woning van Cornelis Corneliszn. naar alle waarschijnlijkheid in de omgeving van de Zandlaan gezocht moeten worden. In 1557 pachtte Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde de Veentiende te Heemstede. Als borg trad toen op de bovengenoemde Pieter Albrechtszn. op ’sGravensloot. In het eveneens uit 1557 daterende kohier van de tiende penning van Heemstede wordt slechts één Cornelis Corneliszn. genoemd. Waarschijnlijk betreft het de hier behandelde Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde. In dat geval was hij in 1557 gebruiker van in totaal achttien morgen land in Heemstede (deels eigendom van de in Amsterdam woonachtige Anthonie Verhoef en deels van de eveneens in Amsterdam wonende Dirk Strijkert). Het is niet bekend hoe lang Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde de beide stukken land in Hillegom heeft gebruikt. In de morgenboeken van Hillegom uit 1564 en 1568 wordt zijn naam in ieder geval niet meer vermeld. Dat kwam niet omdat Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde in de tussentijd was overleden, want in 1577 blijkt hij nog eigenaar te zijn van twee morgen land in Noordwijkerhout. Dit land werd niet gebruikt: het lag “desert”. Daarom hoefde Cornelis de honderdste penning dat jaar niet te betalen (de honderdste penning was net als de tiende penning een belasting). De dochter van Willem Gerritszn. In 1544 was de dochter van Willem Gerritszn. eigenaar van 363 roeden land in Hillegom, dat werd gebruikt door de in Hillegom woonachtige Jan Pieterszn. Er wordt jammer genoeg geen naam genoemd, zodat onduidelijk is wie deze dochter van Willem Gerritszn. precies was. Mogelijk gaat het om Nelleke Willemsdr., die getrouwd was met de in Heemstede woonachtige Pouwels Reierszn. De naam van haar vader is niet bekend, maar één van haar broers heette Gerrit Willemszn. Als deze Gerrit vernoemd was naar zijn grootvader van vaderskant, zou dat betekenen dat hij een zoon was van Willem Gerritszn. In dat geval is de kans groot dat met ‘de dochter van Willem Gerritszn.’ Nelleke Willemsdr. werd bedoeld. Tot nu toe zijn er echter geen concrete bewijzen gevonden die deze hypothese bevestigen. Tussen 1544 en 1564 is het stukje land in Hillegom in andere handen overgegaan, want in dat laatste jaar blijkt dit land eigendom te zijn van de al eerder genoemde Cornelis Jan Gijsbrechtszn. Als gebruiker wordt in 1564 de in Hillegom woonachtige Jacob Joriszn. vermeld. De kinderen van Simon Janszn. De kinderen van Simon Janszn. uit Heemstede bezaten in 1544 één morgen en 163 roeden land in Hillegom. Net als de dochter van Willem Gerritszn. worden
194
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
de kinderen van Simon Janszn. in het morgenboek van Hillegom niet bij naam genoemd. In het eerste kwart van de zestiende eeuw betaalde een Simon Janszn. uit Heemstede mee aan de tijnspenning.Vermoedelijk was hij de vader van de bovengenoemde kinderen. Er zijn op dit moment helaas geen gegevens bekend over het nageslacht van deze Simon Janszn. Over de precieze identiteit van zijn kinderen tasten we dus nog in het duister. Het cisterciënzerklooster ‘Porta Coeli’ De grootste uit Heemstede afkomstige grondbezitter was geen persoon, maar een instelling. In 1544 was het cisterciënzerklooster ‘Porta Coeli’ namelijk eigenaar van in totaal zeventien morgen en 431 roeden land in Hillegom, verdeeld over vijf percelen (zie tabel 1). In de door mij bestudeerde zestiendeeeuwse bronnen wordt veelal gesproken over “die Bernarditen tot Heemste”. De naam ‘Bernarditen’ houdt verband met de Heilige Bernardus, stichter van het cisterciënzerklooster te Clairvaux in 1115.
Gebruiker
Aantal morgen en roeden
Pieter Remmen Het klooster c.s. Dirk Simonszn. Dirk Simonszn. Dirk Simonszn.
4 morgen 115 roeden 402 roeden 4 morgen 347 roeden 7 morgen 52 roeden 1 morgen 115 roeden
Totaal
17 morgen 431 roeden
Tabel 1. Het grondbezit in Hillegom van het klooster Porta Coeli in 1544.
HeerlijkHeden
195
HEERLIJKHEDEN
Het cisterciënzerklooster te Heemstede was in 1458 gesticht door de Haarlemse priesters mr. Hugo van Assendelft en mr. Jan Klaaszn. Diezelfde mr. Hugo van Assendelft was tevens stichter van het Barbara Gasthuis (in 1435). Dit Gasthuis - dat aanvankelijk bekend stond onder de naam ‘Onze Lieve Vrouwe Gasthuis’ - was gevestigd in een huis in de Jansstraat te Haarlem en diende voor de opvang van arme en zieke personen. Het Heemsteedse cisterciënzerklooster ‘Porta Coeli’ lag op het terrein van het latere kleinseminarie Hageveld.Vorig jaar zijn hier tijdens archeologische opgravingen nog sporen van het oude klooster teruggevonden (zie HeerlijkHeden nrs. 125 en 126).
Tabel 2. Het grondbezit in Hillegom van het klooster Porta Coeli in 1564.
Gebruiker
Aantal morgen en roeden
Maarten Klaaszn. Maarten Klaaszn. Klaas Dirkszn. Klaas Dirkszn. Klaas Dirkszn.
2 morgen 50 roeden 1 morgen 4 morgen 450 roeden 7 morgen 50 roeden 1 morgen 100 roeden
Totaal
16 morgen 50 roeden
In 1564 was het grondbezit van het cisterciënzerklooster iets verminderd, maar nog altijd verdeeld over vijf percelen (zie tabel 2). Het grootste deel (veertien morgen en 550 roeden) lag in het gebied tussen de Zandlaan en de Vosselaan. De rest was gelegen even ten zuiden van de “Welegen Berch”, een heuvel ten westen van de “Heerwech” (thans Haarlemmerstraat) waar het verpleeghuis De Weeligenberg naar is vernoemd. In 1568 blijkt er nog maar drie morgen en 50 roeden land in handen te zijn van het klooster ‘Porta Coeli’ uit Heemstede. De gebruiker van dit land was de in Hillegom woonachtige Maarten Klaaszn. Maarten was een zoon van Klaas Floriszn., die in de jaren dertig van de zestiende eeuw wordt vermeld als gebruiker van de hofstede ‘s-Gravenmade in de ambachtsheerlijkheid Heemstede (deze hofstede lag op het grondgebied van de huidige gemeente Bennebroek). (8) Tussen 1564 en 1568 was een belangrijk deel van het kloosterland in Hillegom eigendom geworden van de Haarlemmer Jan Janszn.Verwer. Daarnaast had ook de in Hillegom woonachtige Evert Janszn. een stukje van het kloosterland weten te bemachtigen. Het is niet bekend waarom het cisterciënzerklooster besloot het grootste deel van zijn grondbezit in Hillegom te verkopen, maar blijkbaar had het klooster meer behoefte aan geld dan aan grond. Misschien was dat een gevolg van de economische malaise. De tweede helft van de jaren zestig van de zestiende eeuw werd namelijk gekenmerkt door economische achteruitgang. Zo veroorzaakte het slechte weer omstreeks 1565 bijvoorbeeld diverse misoogsten in het graafschap Holland. (9) Hierbij moet wel worden benadrukt dat het klooster ‘Porta Coeli’ in deze tijd nog altijd ongeveer 61 morgen land in Heemstede in eigendom had. Het totale grondbezit werd dus niet zo heel sterk beïnvloed door de verkoop van de grond in Hillegom.
196
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Pieter Pieterszn. Remmen In 1544 was Pieter Remmen gebruiker van vier morgen en 115 roeden land in Hillegom (in de buurt van de Zandlaan), dat eigendom was van het bovengenoemde Heemsteedse cisterciënzerklooster ‘Porta Coeli’. Het gaat hierbij om Pieter Pieterszn. Remmen, die in datzelfde jaar ook eigenaar was van in totaal zeven morgen en 340 roeden land in Heemstede. Pieter Pieterszn. Remmen was getrouwd met een dochter van Pouwels Reierszn. en Nelleke Willemsdr. Mogelijk was hij familie van Marijtje Remmen, die in 1553 een huis huurde in het hoofdmanschap van de Kruisstraat in Haarlem. Tussen 1544 en 1564 is het land dat Pieter Pieterszn. Remmen in Hillegom gebruikte in handen gekomen van de in Amsterdam woonachtige Brecht Jansdr. De eveneens in Amsterdam wonende Jacob Pieterszn. wordt in 1564 als gebruiker vermeld. Hij zal daarbij wel hulp hebben gehad van één of meerdere Hillegommers, want het was in deze tijd niet erg praktisch om iedere dag op en neer te reizen tussen Amsterdam en Hillegom. Jacob Thaamszn. Jacob Thaamszn. was in 1544 eigenaar en gebruiker van vijf morgen en 98 roeden land in Hillegom nabij de Zandlaan. Hij was net als Cornelis Corneliszn. op ’t Eynde en Pieter Pieterszn. Remmen getrouwd met een dochter van Pouwels Reierszn. en Nelleke Willemsdr. In 1544 was Jacob Thaamszn. eigenaar en gebruiker van het kleine en grote bleekveld in Bennebroek. In het kohier van de tiende penning van Heemstede uit 1557 worden beide bleekvelden niet meer vermeld. Daarnaast wordt Jacob Thaamszn. in de door mij bestudeerde bronnen ook nergens ‘bleker’ genoemd. Het is dus nog maar de vraag of hij werkzaam was in de bleekindustrie. Jacob Thaamszn. was ook betrokken bij het dorpsbestuur, want in 1556 trad hij op als schepen van Heemstede. Hij ondertekende toen met een merk.
Het merk van Jacob Thaamszn.
Het grafelijk hof te Leiden, dat in de vijftiende eeuw in bezit kwam van de familie Van Lokhorst.
HeerlijkHeden
197
HEERLIJKHEDEN
De familie Van Lokhorst Tussen 1544 en 1564 is het in Hillegom gelegen land van Jacob Thaamszn. in bezit gekomen van de adellijke familie Van Lokhorst. In 1564 waren de erfgenamen van heer Willem van Lokhorst uit Leiden namelijk eigenaar van de bovengenoemde vijf morgen en 98 roeden land. In 1568 wordt Vincent van Lokhorst, de jongere broer van Willem, vermeld als eigenaar.Vincent van Lokhorst was sinds 11 september 1565 ambachtsheer van Heemstede. Willem en Vincent van Lokhorst verbleven vooral in Leiden en omgeving, alwaar de familie Van Lokhorst verscheidene bezittingen had. Willem van Lokhorst was tussen 1554 en 1564 bijvoorbeeld eigenaar van het kasteel Oud-Teylingen in Warmond. De van oorsprong Utrechtse familie Van Lokhorst had zich in de vijftiende eeuw in Leiden gevestigd. Diverse leden van deze familie waren actief in de stedelijke politiek. Zo was Gerrit van Lokhorst - de vader van Willem en Vincent - onder ander burgemeester, lid van de vroedschap (het belangrijkste bestuurscollege) en schout van Leiden. (10) Er worden zowel in 1564 als in 1568 geen gebruikers genoemd, maar gezien hun sociale status zullen Willem en Vincent van Lokhorst het in Hillegom gelegen land niet zelf hebben bewerkt. Pas vanaf 1580 verschijnen in de morgenboeken de namen van de gebruikers. Het is niet helemaal duidelijk of het hierbij om Hillegommers of om Heemstedenaren gaat. In ieder geval bleef dit land tussen 1568 en 1592 eigendom van heer Vincent van Lokhorst. Dirk Jacobszn. van Ilpendam In 1544 was de schout van Heemstede eigenaar van in totaal zeven morgen en 74 roeden land in Hillegom. Hiervan werd een stuk ter grootte van twee morgen en 536 roeden gebruikt door de in Hillegom woonachtige Cornelis Floriszn., en de rest door de schout van Heemstede zelf. Een deel van het land lag in het gebied tussen de Zandlaan en de Vosselaan (waaronder twee percelen aan de Oosteinderlaan). In 1544 was de schout van Heemstede tevens eigenaar en gebruiker van in totaal veertien morgen en 41 roeden land in Heemstede. In de morgenboeken van Hillegom en Heemstede uit 1544 wordt geen naam genoemd, maar uit andere bronnen kan worden opgemaakt dat Dirk Jacobszn. van Ilpendam in 1544 schout van Heemstede was. Hij wordt namelijk als zodanig vermeld in de jaren 1536, 1538, 1539 en 1545.(11) Dirk Jacobszn. van Ilpendam was een zoon van Jacob Dirkszn. van Ilpendam, schout van Heemstede in 1500 en 1514. Zijn ooms Joost Dirkszn. van Ilpendam en Pieter Dirkszn. van Ilpendam woonden allebei in Haarlem, alwaar Pieter Dirkszn. van Ilpendam als lid van de vroedschap betrokken was bij het stadsbestuur. Leden van de familie Van Ilpendam bekleedden dus zowel in Haarlem als in Heemstede belangrijke ambten. Dirk Jacobszn. van Ilpendam had voor zover bekend één zus en één broer: Katharina Jacobsdr. van Ilpendam huurde in 1553 een huis in het hoofdmanschap van de Kruisstraat in Haarlem, en mr. Jacob Jacobszn. van Ilpendam was priester (in 1514 wordt hij vermeld als pastoor van het dorpje Gisp).
198
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
Bij zijn overlijden (kort vóór 1555) liet Dirk Jacobszn. van Ilpendam twee kinderen na: Jacob en Pieter Dirkszn. van Ilpendam. Over Pieter Dirkszn. van Ilpendam is op dit moment weinig bekend, maar Jacob Dirkszn. van Ilpendam was vermoedelijk dezelfde persoon als de Jacob van Ilpendam die op 28 mei 1568 in Brussel werd onthoofd. Deze Jacob van Ilpendam was door de Raad van Beroerten ter dood veroordeeld omdat hij tot de ondertekenaars behoorde van het in 1565 opgerichte Verbond der Edelen. Dirk van Ilpendam x N.N.
Jacob Dirkszn. van Ilpendam († ca. 1519) schout x
Joost Dirkszn. van Ilpendam († ca. 1520) x
N.N.
Agatha Bouwensdr.
Pieter Dirkszn. van Ilpendam († vóór 20 mei 1519) lid van de vroedschap x Alewer Gerritsdr. van Warmond
Jan Joostenzn. van Ilpendam († 1537) wijntapper Dirk Jacobszn. van Ilpendam († vóór 1555) schout x N,N,
Katharina Jacobsdr. van Ilpendam († na 1553)
Dirk Jacobszn. van Ilpendam († 28 mei 1568)
Pieter Dirkszn. van Ilpendam
mr. Jacob Jacobszn. van Ilpendam († na 1555) priester/pastoor
Fragmentgenealogie van de familie Van Ilpendam.
Simon IJsbrandszn. In januari 1544 was de in Heemstede woonachtige Simon IJsbrandszn., alias “Cuerlam”, eigenaar en gebruiker van één morgen en 282 roeden land in Hillegom. Dit land lag in de buurt van de Zandlaan, niet ver van de grens tussen de ambachtsheerlijkheden Hillegom en Heemstede. Het is mij op dit moment nog niet bekend wat de betekenis was van de bijnaam “Cuerlam” (of Coerlam). In het morgenboek van Heemstede uit augustus 1544 wordt Simon IJsbrandszn.
HeerlijkHeden
199
HEERLIJKHEDEN
niet vermeld, maar er wordt wel gesproken over “Cuerlam Simonszn.” (de zoon van Simon IJsbrandszn.). Blijkbaar is Simon IJsbrandszn. tussen januari 1544 en augustus 1544 overleden. Zijn zoon was in 1544 eigenaar en gebruiker van een huis met één morgen en 68 roeden land in Heemstede. Het in Hillegom gelegen land van Simon IJsbrandszn. is tussen 1544 en 1564 in handen gekomen van jonkvrouwe Cornelia Timansdr. van Waveren. Cornelia was getrouwd met jonkheer Gijsbert van Nijenrode en bezat veel land in de ambachtsheerlijkheid Hillegom. Haar echtgenoot werd in 1524 beleend met het Hof van Hillegom (het huidige gemeentehuis). Gijsbert van Nijenrode overleed in 1552, waarna achtereenvolgens zijn zoons Hendrik en Jacob van Nijenrode en zijn weduwe Cornelia van Waveren met het Hof van Hillegom werden beleend. Conclusie Het aantal Heemstedenaren dat in de eerste helft van de zestiende eeuw eigenaar was van een stuk land in Hillegom was niet zo heel erg groot. Tussen 1544 en 1568 wordt in de Hillegomse morgenboeken slechts een tiental namen vermeld. In 1544 was het grondbezit van Heemstedenaren het omvangrijkst (vooral dankzij het grondbezit van het cisterciënzerklooster ‘Porta Coeli’). Zij bezaten toen namelijk 46,4 morgen land in Hillegom. Twintig jaar later was dat grondbezit al bijna gehalveerd, en in 1568 blijkt er nog maar 12,5 morgen land in handen te zijn van inwoners van Heemstede.Vooralsnog is er geen duidelijke reden voor deze afname te geven. Een belangrijk deel van het Heemsteedse grondbezit en grondgebruik was geconcentreerd in het gebied tussen de Zandlaan en de Vosselaan. Erg opvallend is dat niet. Dit gebied grensde in het noorden namelijk direct aan de ambachtsheerlijkheid Heemstede, waardoor het voor de uit Heemstede afkomstige eigenaars en gebruikers relatief eenvoudig te bereiken was. Maarten van Bourgondiën
Noten 1. H.F.K. van Nierop, Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw (1984) 119. 2. Nationaal Archief, Archief van de Staten van Holland vóór 1572, inv. nr. 960 (filmnummer 1319), Kohier van de Tiende Penning van Heemstede 1557; Oud Archief Rijnland, inv. nr. 4648, Morgenboek van Hillegom 1544 en inv. nr. 4649, Morgenboek van Hillegom 1564 en 1568. 3. M. Thierry de Bye Dólleman, ‘Aelbrecht Adriaenszoon, de stamvader van het geslacht Van Adrichem van Dorp, en zijn naaste familieleden’, in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie dl. XVI (’s-Gravenhage 1962) 147-168, aldaar 162. 4. Brand, Over macht en overwicht, 211-217, en J. C. Naber, Een terugblik. Statistische bewerking van de resultaten van de informatie van 1514 (herdruk Haarlem 1970) 29. 5. Zie hiervoor ook het eerste deel van mijn artikel over de hofstede Nollenburg in: HeerlijkHeden 33e jaargang nr. 127 (februari 2006) 35-43, aldaar 39. 6. Noord-Hollands Archief (NHA), studiezaal, code H/BEL/bron/2, kohier van de tiende
200
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
penning van Haarlem uit 1553, fol. 4. 7. Zie hiervoor ook het tweede deel van mijn artikel over de tienden te Heemstede in: HeerlijkHeden 31e jaargang no. 121 (augustus 2004) 174-185, aldaar 184. 8. Mr. J.W. Groesbeek, Bennebroek, beeld van een dorpsgemeenschap (Zutphen 1982) 53. Maarten Klaaszn. is tussen 1553 en 1555 van Heemstede naar Hillegom verhuisd, alwaar hij de stamvader werd van een Hillegomse tak van de familie Schrama. 9. Leendert Noordegraaf, Hollands welvaren? Levensstandaard in Holland 1450-1650 (Bergen 1985) 41 en 86-87. 10. H. Brand, Over macht en overwicht. Stedelijke elites in Leiden (1420-1510) (Leuven/ Apeldoorn 1996) 262 en Van Nierop, Van ridders tot regenten, 280-281 en 306, noot 119. 11. Hans Krol, ‘Een Heemsteeds edelman in Brussel onthoofd’, in: Nieuwsbrief VOHB no. 38 (november 1983) 2-7, aldaar 3; Hans Krol, ‘De Heemsteedse (en Haarlemse) familie Van Ilpendam’, in: Nieuwsbrief VOHB no. 39 (februari 1984) 10-12.
HeerlijkHeden
201
Achterzijde van De Burcht aan de Burghtstraat in Maastricht. In de 16e eeuw woonde hier kerkelijk leider proost Engelbertus van Heemstede, zoon van ridder Jan van Heemstede. Tegenwoordig zijn in het pand kantoren gevestigd en in de kelders een bistro. (Zie ook blz. 186 van dit nummer.)
Deze oude ansichtkaart van een zicht op de Van Merlenlaan met links ‘Overlaan’ dateert van 1912 of eerder. (Zie ook blz. 164 van dit nummer.)
202
HeerlijkHeden
HEERLIJKHEDEN
NIEUWE LEDEN Heemstede Mw. E. Coppens Dhr. A.J. Blom Fam. N. Plexsier Mw. B.J.G. van der Meij Dhr. J.G.P. Zwarter
Haarlem Dhr. H.W. Zwarter
LEZERSREACTIE In nummer 128 plaatsten wij een oproep aan u, toegewijde lezers en lezeressen, om uw gedachten te willen laten gaan over een bijdrage in de vorm van een artikel, een suggestie voor de verbetering van de opmaak of wat u aan positiefs of opbouwends zou kunnen bedenken. Eén van onze leden de heer, H.Verschoor, heeft zich ertoe gezet een gedegen studie van ons blad te maken. Daar kwam een aantal voorstellen uit, waar we met de redactie veel aandacht aan hebben besteed. Niet alles was (meteen) uitvoerbaar. Een aantal veranderingen/verbeteringen hebben we niettemin graag overgenomen. Zo heeft de inhoudsopgave een indeling in rubrieken gekregen in plaats van de volgorde van paginanummers. Het is een keuze, maar we vonden het de moeite waard om hiermee te gaan werken. Verder hebben we de suggestie overgenomen om langere artikelen in te leiden met een korte samenvatting en de bijschriften bij de foto’s in een wat grotere letter af te drukken. Ook aan de lengte van artikelen besteden we aandacht. Het lukt niet altijd om -in verband met de samenhang- een langer stuk in meerdere afleveringen te publiceren, maar we houden dat zeker in de gaten. We hopen dat u deze veranderingen positief ervaart. Onze dank -nogmaals- aan de heer Verschoor voor zijn bijdrage.
De redactie
HeerlijkHeden
203
HEERLIJKHEDEN
UIT VOORRAAD LEVERBAAR De VOHB heeft voor de geïnteresseerde lezer nog een aantal uitgaven in voorraad die misschien nog niet allemaal in uw boekenkast staan.Vooral voor diegenen die nog niet zo lang lid zijn kan dit een welkome aanvulling zijn van datgene, dat u al wel heeft. Tussen haakjes staat het jaar van verschijnen. U kunt uw wens kenbaar maken aan mevrouw Anja Kroon (023- 5281008,
[email protected]). Verkoopprijs in euro De geschiedenis van het Huis te Heemstede (1952) (3 delen) 13,50 Deel 1 Schets van het leven van A. Pauw (1948) 4,50 Deel 2 Enkele gegevens omtrent Adriaan Pauw en het slot van Heemstede (1949) 4,50 Deel 3 Het huis en de Heren van Heemstede tijdens de Middeleeuwen (1952) 4,50 Wees- en armhuis te Heemstede 1796-1861(1952) 8,00 Geschiedenis van Onderwijs in Heemstede deel 1 1600-1800 (1953) 5,00 Geschiedenis van Onderwijs in Heemstede deel 2 1800-1954 (1954) 5,00 Historie hofstede Paradijs later Meer en Bosch (1960) 4,00 Bennebroek,Vogelenzang Blekersdorp (1965) 4,00 Poort van het Oude Slot (tekening P. Kapsenberg) (1980) 4,50 Zo zijn Heemstede en Bennebroek (1984) 4,00 Adriaen Pauw (1585-1653), staatsman en ambachtsheer (1985) 10,50 Verjaardagskalender met reproductie van oude prenten buitenplaatsen 1,00 De geschiedenis van het buitengoed Bosbeek in Heemstede en van het adellijk geslacht Van Merlen (1987) 6,00 Van achter de Blaeuwen Engel: Hervormd Heemstede in de 17e eeuw (1987) 6,50 Heruitgave plattegrond Heemstede van 1929 (1988?) 5,00 Eiland in de stroom, Hervormd Heemstede in de 18e eeuw (1988) 6,50 Heemstede-Bennebroek 1907-1931: een gids door de jaren (1988) 2,30 Gezondheidszorg in Heemstede (1988) 6,00 Heemsteedse Gemeentepolitiek in de jaren tussen omstreeks 1750 en 1900 (1989) 4,50 Zes reproducties van oude prentbriefkaarten (1990) 1,00 De geschiedenis van het orgel in de dorpskerk te Bennebroek (1992) 3,50 Heemstede, Berkenrode en Bennebroek; drie heerlijkheden in Zuid-Kennemerland (1992) 8,00 Het Huis te Bennebroek en zijn bewoners (1992) 6,50 Kroniek van het jaar 1895 Heemstede en Bennebroek (1994) 2,00 Vier constructies voor een plek (Oude Slot) (1994) 1,00 De ondergrondse pers in Heemstede 1940-1945 (1995) 2,50 De tijden veranderen: burgemeesters Heemstede en Bennebroek 1811-1997 (1997) 9,10 Vijftig jaar van oud naar nieuw 1947-1997 (1997) 4,00 Videoband: een wandeling door Heemstede en Bennebroek (1997) 6,50 Ons dorp Heemstede en Bennebroek. Geschreven voor de jeugd (1997) 2,50 Hartekampkaart uit 1706; facsimile-uitgave en een toelichting (1999) 2,50 Zorg aan de duinrand: Kennemeroord, Kennemerduin, Parkzicht, Westerduin (2000) 15,00 Vier eeuwen Voorkoekoek-Ipenrode; een historische buitenplaats in Heemstede (2001) 7,00 40 jaar Heemsteeds kunstkring (2002) 1,00 Facsimile van kaart van W.Blaeu uit 1631 van Rijnland en Amstelland (2004) 3,00 Monumenten van Heemstede: een keuze uit de parels van de Heerlijkheid (2004) 10,00 Monumenten van Heemstede en Bennebroek: opnieuw een keuze uit de parels van de Heerlijkheden (2005) 12,00
Verder zijn er van diverse afleveringen van het VOHB-tijdschrift HeerlijkHeden nog losse nummers beschikbaar voor € 2,50 euro per stuk.
204
HeerlijkHeden