Jaargang 21 | Nummer 01 | april 2014
Guido van Woerkom, ANWB:
‘Onze cultuur kenmerkt zich door hulpvaardigheid en probleemoplossend gedrag’ Ronde tafel sessies DNB thema toezicht 2014: houd risico’s in de hand Impact van wet- en regelgeving op de bedrijfsvoering van Verzekeraars Wat is uw exposure in Oekraïne?
Inhoud Voorwoord
01
Interview Guido van Woerkom, hoofddirecteur ANWB
02
Ronde tafel sessies DNB thema toezicht 2014: houd risico’s in de hand
04
Impact van wet- en regelgeving op de bedrijfsvoering van Verzekeraars
07
Lancering Insurer Monitor voor verzekeraars
08
Groeispurt Exchange-Traded Fund markt
10
Interview Add Value Fund
12
Column MiFID II & MiFIR
16
Global Custody Netwerk Nieuws
18
Wat is tegenwoordig uw exposure in Oekraïne?
20
Column Target2-Securities
21
Duitse verzekeraars geconfronteerd met wijzigingen in regelgeving voor investeringen22 Column EMIR
24
Nieuwe Klanten
25
Van feedback naar serviceverbetering 25 Financial transaction tax is geen free lunch
26
Commentaar op deze uitgave, suggesties voor toekomstige artikelen en verzoeken om op de verzendlijst geplaatst te worden, kunt u richten aan: Client management Managing Director Tamis Stuker + 31 20 5575 880
[email protected] Sales & Business Development Managing Director Mark van Weezenbeek + 31 20 5575 483
[email protected] Tekstredactie Robbert Veltman Eindredactie Carla Boogers + 31 20 5575 812
[email protected] Vormgeving Koeweiden Postma, Amsterdam Drukwerk KAS BANK, Document & Systems Services KAS Selections is een kwartaaluitgave van KAS BANK N.V. te Amsterdam, Londen en Wiesbaden. Hoewel deze uitgave met de meeste zorg wordt samengesteld, kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Jaargang 21, nummer 1, april 2014
Voorwoord De toekomstbestendigheid van ons pensioenstelsel heeft hoge prioriteit bij alle betrokkenen. Belangrijke elementen in de pensioendiscussie zijn betere governance, risicobeheersing en kostentransparantie. Verder kunnen pensioenfondsen nu kiezen uit vijf mogelijke bestuursvormen, waarbij, zo bleek tijdens het congres Pensioen Actualiteiten 2014 op 27 maart jl., de meeste fondsen tenderen naar eenzelfde model. Het congres zou aanvankelijk over het nieuwe FTK (ja, alweer een nieuwe...) gaan, maar dat is er nog niet. Het is ook nog maar de vraag of implementatie per 2015 wel gaat lukken. Deze vraag werd tijdens dit congres niet beantwoord (en zelfs vermeden). Wel werd (opnieuw) duidelijk dat ons stelsel een van de beste ter wereld is, maar voor de houdbaarheid op onderdelen moet verbeteren. Dilemma hierbij is dat rigoureuze wijzigingen wellicht voor te stellen zijn, maar qua transitie heel veel geld zullen gaan kosten. Gaat de wens naar flexibiliteit gevolgen hebben voor de solidariteit en de grote verplichtstelling? Merkwaardig blijft ondertussen de volgorde waarin het pensioendebat zich lijkt te voltrekken; eerst de (deel) oplossingen en dan de toekomstvisie.... Een andere belangwekkende trend is ‘near-shoring’. Eindbeleggers zijn weer op zoek naar lokale oplossingen die worden aangeboden door partijen dicht bij huis. Ondanks de voortschrijdende harmonisatie in Europa hebben zij duidelijk behoefte aan een partij met veel kennis van de lokale regels en wetgeving. Dankzij onze goede contacten met de lokale toezichthouders zijn wij doorgaans als eerste op de hoogte van veranderingen in wet- en regelgeving. Daardoor kan KAS BANK direct oplossingen bedenken die aansluiten bij de behoeften in de markt. Een goed voorbeeld is de lancering van de Insurer Monitor voor Verzekeraars waar u in deze KAS Selections over wordt geïnformeerd. Met deze tool zijn verzekeraars compliant aan Solvency II en kunnen zij op diverse manieren ‘achter’ hun beleggingen kijken. Verder krijgen wij een kijkje achter de schermen bij beleggingsfonds Add Value Fund. Dit fonds richt zich op beleggingen in verborgen parels onder in Nederland beursgenoteerde ondernemingen. Wat mij betreft ook een voorbeeld van near-shoring, maar dan aan de andere kant van het spectrum van de effectenindustrie. Zo vindt u in deze KAS Selections opnieuw een breed scala aan onderwerpen. Dit onderstreept dat wij actief zijn en blijven in alle sectoren van de effectenindustrie: van brokers en vermogensbeheerders tot pensioenfondsen en verzekeraars. En zoals altijd zijn wij daarom zeer benieuwd naar uw reacties, vragen en input. Sikko van Katwijk Raad van Bestuur KAS BANK
1
Als ledenorganisatie denken wij altijd vanuit de leden
Guido van Woerkom, hoofddirecteur ANWB De Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB is met circa 4 miljoen leden en een jaaromzet van 1 miljard euro de grootste vereniging van Nederland. De ANWB richt zich primair op ledenactiviteiten voor mobiliteit en vrije tijd. Internationaal werkt zij samen met zusterorganisaties als de Duitse ADAC, de Belgische TCB en de Britse AA. Door de toenemende Europese regelgeving behartigt de ANWB de belangen van haar leden ook vanuit een European Office in Brussel. Op de zakelijke markt is de ANWB actief bij de aanbesteding van Europese contracten. Bij de ANWB werken 4500 mensen. Samen willen zij een bijdrage leveren aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving.
Hoe zou u de bedrijfscultuur bij de ANWB omschrijven? Als ledenorganisatie denken wij altijd vanuit de leden. Onze commerciële doelstellingen zijn daarom ondergeschikt aan belangenbehartiging van onze leden. Wij spreken ook nooit over klanten als het over onze leden gaat. Onze cultuur kenmerkt zich door hulpvaardigheid en probleemoplossend gedrag. Neem de ruim 900 medewerkers van de Wegenwacht. Als je belt weet je dat je in negen van de tien gevallen ter plekke verder geholpen wordt en niet eerst naar een garage hoeft. Uit de Net Promotor Scores blijkt dat onze leden die cultuur herkennen en waarderen, al 130 jaar. De scores blijven hoog en onze leden blijven ondanks de economische teruggang graag lid.
* ORSA is het totaal aan processen en procedures die ten grondslag liggen aan het identificeren, beoordelen, managen en rapporteren van lange en korte termijn risico’s waar een verzekeraar nu of in de toekomst mee te maken heeft, en het vaststellen van het benodigde kapitaal om zeker te stellen dat de solvabiliteit niet in het geding komt als gevolg van de vastgestelde risico’s.
2 | KAS SELECTIONS | april 2014
Wat is de strategische visie van de ANWB op het behoud van de banden met haar leden? Doe wat je belooft. Wij hebben de afgelopen 130 jaar voortdurend gewerkt aan een betrouwbare dienstverlening. De laatste jaren ondervinden wij meer concurrentie maar toch handhaven wij onze positie als grootste vereniging van Nederland. Verder hebben wij anticyclisch geïnvesteerd in onze winkels en webshop. De winkels zijn gerenoveerd, het assortiment is aangepast en we hebben nieuwe
winkels geopend. De omzet is sindsdien 30 procent gestegen. Het lijkt er dus op we alle ‘bricks and clicks’ goed op elkaar hebben afgestemd. Maar het belangrijkste blijft dat wij goed naar onze leden luisteren.
Onze cultuur kenmerkt zich door hulpvaardigheid en probleemoplossend gedrag. De financiële wereld ziet steeds strengere regelgeving op zich afkomen, zoals Solvency II. Hoe bereidt u zich hierop voor? Als bedrijf dienen wij ons uiteraard aan alle maatschappelijke regelgeving te houden. Als ledenorganisatie vormen wij daarop geen uitzondering. Ons verzekeringsbedrijf heeft bijvoorbeeld te maken met de kapitaalseisen van Solvency II. Helaas is die wetgeving nog steeds niet volledig uitgekristalliseerd maar het management heeft wel de taak om de ANWB daar goed op voor te bereiden. Wij hebben een Orsa* uitgevoerd en uitgebreid met De Nederlandsche Bank gesproken. Dat helpt bij het maken van de juiste keuzes. Meegaan met de eisen die de samenleving stelt past ook in onze kijk op duurzaam ondernemen. Als dit de richting is waarin de maatschappij
Guido van Woerkom, hoofddirecteur ANWB Guido van Woerkom (1955) is sinds augustus 1999 hoofddirecteur van de ANWB. Zijn aandachtgebieden zijn o.a. risicomanagement, governance en belangenbehartiging. Hij bekleedt ook diverse functies in internationale samenwerkingsverbanden zoals de FIA. Van Woerkom treedt per augustus 2014 terug als hoofddirecteur en wordt dan opgevolgd door Frits van Bruggen.
beweegt of in wil gaan, dan gaan wij daar in mee en bereiden wij ons daar zo goed mogelijk op voor.
ten, en dat is alleen maar nuttig. Het gaat erom dat je een goede dialoog voert met KAS BANK in haar rol als adviseur.
Hoe reageert de ANWB op de financiële crises in Europa en hoe ervaart u hierbij de hulp die KAS BANK u daarbij biedt? Net zoals de meeste andere bedrijven en organisaties in Nederland, dus met de nodige voorzichtigheid. Ons pensioenfonds is bijvoorbeeld minder risicovol gaan beleggen. Bij een lagere dekkingsgraad is dat best een lastig spanningsveld, maar wij hebben wel aan eisen te voldoen. Kostentransparantie en risicobeheersing krijgen ook volop aandacht. Met beheerste maatregelen zijn wij redelijk goed door de crisis gekomen. KAS BANK is daarin een prettige sparring partner gebleken. Jullie voelen dat ook zo en daarom is er sprake van een goede samenwerking. Dat betekent niet dat we het altijd met jullie eens zijn. Zo denken we bijvoorbeeld verschillend over de impact van de AIFMD.
Hoe denkt u dat de financiële sector er over 5 jaar uitziet? De wet- en regelgeving voor de financiële sector wordt steeds strikter. Dat heeft alles te maken met het sterk gedaalde maatschappelijk vertrouwen. Ik zie het als een taak van de sector zelf om dat vertrouwen te herwinnen. Hopelijk kan in 2020 dan een aantal teugels weer gevierd worden, want zij werken voor een deel verstikkend op het ondernemingsklimaat. Het herstel zal echter zeker niet in een rechte lijn naar boven gaan. De ‘balanscrisis’ is nog niet voorbij. Een economische cool down in China kan stevige gevolgen hebben voor Europa. De huidige generatie zal er aan moeten wennen dat groei niet langer vanzelfsprekend is, zoals in de jaren negentig en tot 2008 het geval was. Zelf ben ik positief gestemd. Als we het energievraagstuk en allerlei privacy kwesties voor een belangrijk deel weten op te lossen, zijn we op de goede weg naar duurzame maatschappelijke en economische groei.
Naar onze mening voeren wij als Stichting Beheer, die nodig is in onze beleggingstructuur met Fondsen voor de Gemene Rekeningen, geen vermogensbeheertaken uit in de zin van deze regelgeving. Jullie zien dat anders. Maar door daar samen over te praten scherp je elkaars gedach-
3
Grip op rente, marktrisico & verhoging governance
Ronde tafel sessies DNB thema toezicht 2014: houd risico’s in de hand Sinds 2009 geeft toezichthouder De Nederlandsche Bank jaarlijks de thema’s aan waar zij in het komende jaar haar aandacht op zal focussen. Tijdens twee ronde tafel sessies bij KAS BANK op 29 januari en 3 februari bespraken bestuursleden de inhoud en de impact van het thema voor 2014: houd risico’s in de hand. Vanwege het grote aantal aanmeldingen vond op 5 februari nog een extra ronde tafel sessie plaats.
4 | KAS SELECTIONS | april 2014
Een Europese blik Basel, Solvency, FTK
Pillar I
Pillar II
Pillar III
Capital requirements / quantitative requirements
Supervisory Review Process / Risk Governance & ORSA
Market Discipline / Reporting & disclosure
De sessies werden ingeleid door Ard de Wit (Hoofd Institutional Risk Management) en Geert Jan Kremer (Managing Director Treasury) namens KAS BANK. Ard schetste eerst het toezichtskader en de ontwikkelingen rondom het toezicht. Het toezicht van DNB kan niet los worden gezien van het toezicht vanuit Europa. Als reactie op de crisis is het European System of Financial Supervisors (ESFS) in het leven geroepen, belast met het toezicht op de financiële sector. Het ESFS bestaat feitelijk uit drie toezichthouders: de European Banking Authority (EBA), de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) en de European Securities Markets Authority (ESMA). Deze drie toezichthouders hebben hun toezichtskader vastgelegd in respectievelijk de richtlijnen Basel III, Solvency II en EMIR/UCITS/AIFM. Vanuit Europees toezicht druppelt dit door naar het Nederlandse toezichtskader, maar in toenemende mate werkt Europees toezicht direct door naar lokale markten. Voorbeelden hiervan zijn EMIR en AIFMD. Het drie pilaren toezicht Wat de verschillende toezichtskaders gemeen hebben, is de opdeling in drie pilaren: 1 Capital requirements. Voor pensioenfondsen valt hieronder het (Minimaal) Vereist Eigen Vermogen. 2 Risk Governance. Dit betreft vastlegging van de governance structuur en documentatie, zoals de Abtn (Actuariële en bedrijfstechnische nota) en crisisplannen. 3 Marktdiscipline, reporting and disclosure. In Nederland valt hieronder de jaarverslaglegging, FTK staten en kostentransparantie.
Pensioenfondsen moeten dus niet tot het laatste moment wachten dat EMIR central clearing verplicht stelt, maar aantoonbaar in control zijn. Nieuwe regelgeving kan altijd verdeeld worden in deze drie blokken, met toenemende aandacht voor de blokken governance en marktdiscipline. In 2014 heeft DNB bijvoorbeeld de verplichte FTK staten weer verder uitgebreid, waardoor nu alle risicofactoren (de ‘S’jes’) uit het vereist eigen vermogen moeten worden gerapporteerd op kwartaalbasis. DNB Thema’s 2014 voor pensioenfondsen Voor Nederlandse pensioenfondsen gelden in 2014 vijf specifieke toezichtthema’s: – Houdbaarheid bedrijfsmodel – Liquiditeiten in periode van stress – Rente- en marktrisico – Wet versterking bestuur pensioenfondsen – Nieuw FTK De bestuursleden discussieerden onder andere over het onderdeel rente- en marktrisico. Wat verwacht DNB van pensioenfondsen op dit vlak en hoe kan daar concreet aan worden voldaan? Vastlegging, monitoren en evalueren van rente (en markt) beleid vormen de kern van de beheersing. Een concreet monitoring voorbeeld is de nieuwe renterisicorapportage die is ontwikkeld naar aanleiding van de Sectorbrief renterisico van DNB uit 2013.
5
Beheersing Renterisico's
EMIR en liquiditeitsrisico Geert Jan Kremer behandelde de gevolgen van EMIR voor het liquiditeitsrisico en mogelijke oplossingen. Basel III heeft weliswaar betrekking op bankentoezicht, maar heeft eveneens gevolgen voor pensioenfondsen. Banken zijn de tegenpartijen van pensioenfondsen voor OTC derivatentransacties. Banken zijn niet uitgesloten van de central clearing verplichting voor derivaten onder EMIR. Het kapitaal- en liquiditeitenbeslag dat banken vanuit EMIR krijgen zullen zij doorberekenen aan hun klanten en dat terwijl pensioenfondsen over het algemeen voldoende liquiditeit beschikbaar hebben. Voor pensioenfondsen wordt het daardoor onvoordelig om in OTC derivaten als swaps te blijven handelen. De verwachting is, dat ondanks hun vrijstelling van de clearingverplichting tot 16 augustus 2015, pensioenfondsen daardoor eerder zullen overstappen op centraal geclearde OTC swaps. Centrale clearing heeft echter wel invloed op het liquiditeitsrisico dat pensioenfondsen lopen. Tot op heden mogen pensioenfondsen onderpand altijd storten in de vorm van obligaties. Bij central clearing mag initial
6 | KAS SELECTIONS | april 2014
margin wel gestort worden in de vorm van obligaties, maar moet de (intra) dagelijkse winst/verlies (variation margin) in geld worden voldaan. De verschillende mogelijkheden en bronnen van liquiditeiten, zoals repo’s, en de informatievoorziening daarover, werden daarna uitgebreid besproken. De mogelijke liquiditeitsrisico’s zijn overigens afhankelijk van de hoogte van de renteafdekking, of te wel het gebruik van rentederivaten. De mogelijke impact hiervan is al in te schatten, en de mogelijke acties ook. Pensioenfondsen moeten dus niet tot het laatste moment wachten dat EMIR central clearing verplicht stelt, maar aantoonbaar in control zijn. Geslaagde opzet De opzet van de ronde tafels sessies is positief ontvangen door alle deelnemers. Door ervaringen en informatie met elkaar te kunnen delen en bediscussiëren verliepen de sessies zeer interactief, en liepen daardoor ook telkens iets uit. Wij kijken uit naar de volgende serie ronde tafel sessies, waarover u nog nader wordt geïnformeerd.
Impact van wet- en regelgeving op de bedrijfsvoering van Verzekeraars In haar document Visie DNB Toezicht 2014-2018 geeft De Nederlandsche Bank inzicht in de manier waarop zij de komende vier jaar toezicht wil uitoefenen op banken, verzekeraars, pensioenfondsen en overige instellingen als beleggingsondernemingen en premiepensioeninstellingen. Voor iedere onder toezicht staande sector geeft DNB aan wat de uitdagingen zijn en wat zij in vier jaar wil bereiken. Daarbij doet DNB een nadrukkelijk beroep op de onder toezicht staande instellingen om deze doelstellingen mee te helpen realiseren.
De Nederlandsche Bank (DNB) ziet de komst van het Europese Single Supervisory Mechanism (SSM), de toezichtaanpak, het integriteitstoezicht en transparantie als belangrijkste aandachtspunten voor de komende vier jaar. DNB is het niet eens met de kritiek dat de aanscherping van het financiële toezicht leidt tot overbodige regeldruk. Volgens DNB gaat het hier om “dringend noodzakelijk herstelwerk dat de kans moet verkleinen dat we in Nederland in de toekomst weer een financiële crisis zullen meemaken”. In de ogen van DNB is het voor de financiële stabiliteit in Europa en het behalen van haar toezichtdoelstellingen van “groot belang” dat het Europese bankentoezicht slagvaardig, uitvoerbaar en handhaafbaar wordt. Verzekeraars In haar Visie formuleert DNB drie belangrijke uitdagingen in het toezicht op verzekeraars: herstel van vertrouwen, consolidatie in een krimpende markt en bufferherstel en verbetering van de professionaliteit in het risicobeheer. Herstel van vertrouwen moet vooral komen van eenvoudige en transparante producten die voorzien in een behoefte van de klant. De verbetering van de professionaliteit in het risicobeheer zoekt DNB in het werken (door verzekeraars en toezichthouders) binnen een risicogebaseerd toezichtkader, namelijk Solvency II. Over vier jaar moeten de buffers van verzekeraars aanzienlijk zijn versterkt (mede met het oog op consolidatie in een slinkende markt) en moeten “aanzienlijke vorderingen” zijn gemaakt in het professionaliseren van het risicobeheer. Door middel van Own Risk and Solvency Assessments (ORSA) hebben verzekeraars dan voortdurend inzicht in de risico’s en de daaruit voortvloeiende kapitaalbehoefte.
Solvency II Solvency II legt meer nadruk dan ooit op risicobeheersing als belangrijke verantwoordelijkheid voor het management. Hoewel de solvabiliteitsrichtlijn ‘principle based’ is, zijn haar voorschriften ten aanzien van governance, rapportage en transparantie zeer gedetailleerd en veelomvattend. Verzekeraars, van oudsher experts in het berekenen van verplichtingen, staan voor de uitdaging om de door de richtlijn voorgeschreven asset gerelateerde data te verzamelen en te presenteren. Om u hierin te ondersteunen heeft KAS BANK de Insurer Monitor ontwikkeld. De Solvency II module in de Insurer Monitor heeft als doel u op dit terrein te ontzorgen. Vanuit het perspectief van de solvabiliteitsrichtlijn zijn daarbij twee hoofdvormen van gebruik te onderscheiden: 1 Als ondersteuning van de marktrisicoberekening binnen de SCR; voor rapportagedoeleinden of als onderdeel van de permanente monitoring in het kader van de Own Risk and Solvency Assessment (ORSA). 2 Voor de rapportageverplichtingen aan de toezichthouder; met name in verband met de Quantative Reporting Templates (QRT’s) uit Pillar 3. Solvency II compliant worden is voor iedere verzekeraar verplicht. Niet met ‘compliant zijn’ als doel op zich, maar als enabler voor effectieve operaties en een sterk besluitvormingsproces op basis van risico-overwegingen. Verbeteringen op het gebied van risicomanagement, informatievoorziening en interne besturing kunnen namelijk duidelijke concurrentievoordelen opleveren. KAS BANK levert hier met de Insurer Monitor graag een bijdrage aan. Meer informatie over de Insurer Monitor vindt u op pagina 8.
7
Naar eigen inzicht ‘slicen & dicen’ in uw portefeuille
Lancering Insurer Monitor voor verzekeraars In het tweede kwartaal van 2014 lanceert KAS BANK haar Insurer Monitor voor Verzekeraars. De Insurer Monitor biedt verzekeraars altijd en overal een up-to-date inzicht in de beleggingsportefeuilles. Als administrateur en custodian beschikken wij over een enorme hoeveelheid data betreffende uw beleggingen. Dit maakt dat wij u, indien gewenst gecombineerd met informatie over de verplichtingen, uitgebreide risk en compliance monitoring informatie kunnen geven via de Insurer Monitor.
8 | KAS SELECTIONS | april 2014
Op basis van uw eigen Key Performance Indicatoren (KPI’s) kunt u bijvoorbeeld de performance van uw asset manager(s) transparant maken, controleren of de portefeuillemanager(s) zich aan de afgesproken beleggingsrestricties houden en actief bijdragen aan de invulling en monitoring van uw ESG/MVO-beleid. De Insurer Monitor brengt deze informatie eenvoudig en overzichtelijk voor u in kaart. Bij de inrichting van het Datawarehouse van KAS BANK is veel zorg besteed aan de kwaliteit, herleidbaarheid en transparantie van de data. Vanuit deze ‘single point of truth’ is consistent en op maat voor u als individuele gebruiker de benodigde beleggingsinformatie te abstraheren. Maatwerk voor verschillende gebruikers(groepen) Bestuurders, Finance & Control, Risk en andere afdelingen binnen een Verzekeraar hebben uiteenlopende informatiebehoeften. Daarom kunnen de verschillende gebruikers naar gelang hun eigen behoefte via de intuïtieve interface zelf tailormade grafische weergaven, tabellen en rapportages creëren. Van high level KPI’s en sturingsinformatie voor bestuurders, tot informatie op regel- en transactieniveau voor de financiële administratie. Flexibel inzetbaar voor verzekeringsgroepen Verzekeraars bestaan veelal uit verschillende entiteiten met inter-company relaties, kunnen een internationaal karakter hebben en maken regelmatig gebruik van eigen asset pooling vehikels of externe beleggingsfondsen. Eén van de belangrijkste uitgangspunten bij het ontwikkelen van de Insurer Monitor was dan ook het bieden van de benodigde flexibiliteit
om op al deze niveaus inzage in (de risico’s van) de beleggingen te verschaffen. In de Insurer Monitor kunt u naar eigen inzicht ‘slicen & dicen’ in uw portefeuilles. Exposures in valuta, sectoren of tegenpartijen in kaart brengen op solo- en/of groepsniveau? Inclusief een doorkijk op regelniveau in uw eigen en externe beleggingsfondsen? Dergelijke ‘views’ kunnen eenvoudig door u zelf gecreëerd, opgeslagen en weer verwijderd worden. Wilt u vooruitlopend op een bestuursvergadering, Belco, Alco of ander gremium uw collega’s alvast in rapportvorm van KPI, risico of compliance informatie voorzien? De exportmogelijkheden naar Excel en de inboxfunctie – waarin ieder gewenst rapport geplaatst en opgeslagen kan worden – zullen u ook hierin faciliteren.
Een doorkijk op regelniveau in uw eigen en externe beleggingsfondsen? Dergelijke ‘views’ kunnen eenvoudig door u zelf gecreëerd, opgeslagen en weer verwijderd worden.
Na afronding van de pilot testen komt de Insurer Monitor in het tweede kwartaal van 2014 beschikbaar voor zowel de PC, laptops als tablets. Samengevat biedt de Insurer Monitor de volgende voordelen: > Op basis van uw eigen KPI’s inzage in de risico’s van uw beleggingen > Onafhankelijke toetsing van de performance van uw asset manager(s) > Controle op de beleggingsrestricties en ondersteunend aan invulling en monitoring van ESG/MVO-beleid > Ondersteuning om uw markt-, tegenpartij-en operationeel risico te verminderen > Invulling aan zowel de kwantitatieve als kwalitatieve vereisten onder Solvency II > De informatie en lay-out zijn volledig flexibel en naar gelang de wensen van de gebruikers(groepen) in te richten, zowel op ondernemings- als groepsniveau > Eén informatie portal op uw PC, laptop en tablet
9
Groeispurt Exchange Traded Fund markt De laatste maanden kent de Exchange-Traded Fund markt een enorme uitbreiding met nieuwe fondsen van verschillende fondsaanbieders. Het grootste deel daarvan wordt gelanceerd om institutioneel vermogen aan te trekken. Maar wat zijn ExchangeTraded Funds eigenlijk, hoe worden ze toegepast in de institutionele wereld en hoe worden ze verhandeld?
Een Exchange-Traded Fund, of ETF, is een beursgenoteerd fonds dat in de meeste gevallen één op één een onderliggende index volgt. Een belangrijk kenmerk is, dat een ETF meestal een passief beleggingsbeleid kent. Het doel van een ETF is immers niet het verslaan maar het volgen van een index. Met een ETF kan een belegger via een gestandaardiseerd product marktrendement behalen. Terwijl dit product al langer door particulieren wordt gebruikt, met name in de Verenigde Staten, richten ETF-aanbieders hun pijlen nu meer en meer op de institutionele markt. Het groeiende aanbod aan verschillende ETF’s door vooral de grote fondshuizen is daar het bewijs van. Marktexposure Institutionele beleggers gebruiken ETF’s voornamelijk voor een tijdelijke marktexposure, bijvoorbeeld bij transitiemanagement of voor ‘equitizen’, het omzetten van geld in een belegging. Toch kan een ETF ook voor een langdurige investering gebruikt worden als onderdeel van de gehele portefeuille-allocatie. Het doorgaans passieve beleggingsbeleid maakt ETFs aantrekkelijk voor institutionele investeerders. Maar ook voor actiever management biedt het groeiende aanbod ETFs mogelijkheden in de vorm van verschillende ‘intelligente’ indices. Maar ongeacht of een institutionele belegger passief of minder passief belegt, hij moet zich altijd bewust zijn van de verschillende soorten ETF’s alvorens hij een keuze maakt. Naast de kosten dient daarbij ook naar de samenstelling binnen de ETF gekeken worden. Replicatie De standaard-ETF wordt samengesteld op basis van volledige replicatie van de benoemde onderliggende index. Van volledige replicatie is alleen sprake als de ETF
10 | KAS SELECTIONS | april 2014
de gekozen index daadwerkelijk één op één volgt en alle fondsen uit de index bevat.
liquiditeit voor de grote orders laat soms nog wel eens te wensen over.
Een tweede ETF-vorm is sampling. De ETF volgt de volledige index of volgt delen van meerdere indices. Reden kan bijvoorbeeld zijn dat de onderliggende index een aantal illiquide fondsen bevat die moeilijk te verhandelen zijn.
Momenteel groeit de OTC-markt voor ETF’s. Die kunnen op twee manieren buiten de beurs om (OTC) worden ge- of verkocht: (a) tegen risk price en (b) op Net Asset Value. Indien een partij op een zeker moment exposure wil hebben in een ETF, dan kan men gebruik maken van een broker/marketmaker netwerk. De prijsconcurrentie tussen verschillende tegenpartijen onderling zorgt dan voor een optimale prijs op dat moment.
Een derde vorm is het synthetisch repliceren. Daarbij gaat de ETF een of meerdere swaps aan. De feitelijke beleggingen van de ETF kunnen daardoor in geheel andere fondsen plaatsvinden, maar de belegger krijgt wel het rendement van de onderliggende, vooraf vastgestelde index uitgekeerd. Bij deze vorm moet de belegger wel nagaan of hij het gebruik van derivaten heeft opgenomen in zijn beleggingsbeleid. Risico-indicatoren Bij het synthetisch repliceren moet ook bedacht worden dat hiermee een bepaald tegenpartijrisico wordt aangegaan. Als de ETF (of zijn beleggingsinstelling) in haar prospectus heeft opgenomen dat zij met derivaten werkt, ontstaat een tegenpartijrisico in de ETF zelf. Ditzelfde risico is aanwezig zodra de ETF haar onderliggende stukken uitleent. Twee andere componenten die bij beleggen in ETF’s van belang zijn, zijn de TER (Total Expense Ratio) en de Tracking Error. De laatste geeft aan in hoeverre de ETF afwijkt van de onderliggende index. Als er geen afwijking is ten opzichte van de onderliggende index, is de tracking error ‘0’. Wijkt de ETF met een x-percentage af van de index in absolute zin, dan verandert de tracking error ook met een x-percentage. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor een tracking error, o.a. door verschillen in het dividendbeleid van de ETF of als de te volgen index wordt samengesteld op basis van sampling. Handelswijzen ETF’s kunnen op verschillende manieren worden verhandeld. Als beursgenoteerd financieel product is de meest logische manier aan- of verkoop via de beurs. De mogelijkheid om orders via de beurs te handelen hangt echter sterk af van de omvang van de order. Kleine orders zijn normaal gesproken geen probleem, maar de
Een ETF kan ook voor een langdurige investering gebruikt worden als onderdeel van de gehele portefeuille-allocatie.
Indien een partij niet op de beurs of OTC wil handelen, kan ook tegen de Net Asset Value worden gehandeld. Daarbij geeft een agent-broker de order door aan een zogenoemde ‘Authorized Participant’ (AP). Deze AP creëert dan in opdracht de ETF. Vervolgens wordt een ‘creation’ of ‘redemption’ fee in rekening gebracht, die één op één wordt doorgezet naar de klant. Om deze kosten zo laag mogelijk te houden kunnen meerdere AP’s gevraagd worden tegen welke fee ze deze handeling kunnen verrichten. KAS BANK beschikt over een uitgebreid brokernetwerk en faciliteert in een onafhankelijke agent-rol zowel de OTC handel als de beurshandel in ETF’s voor haar klanten. Groeimarkt ETF’s worden momenteel door institutionele beleggers vooral gebruikt als investeringsproduct voor tijdelijke exposure. Ondertussen groeit de markt voor nieuwe fondsen gericht op langlopende beleggingen. Of institutionele beleggers dezelfde kant op bewegen als de markt blijft afwachten maar lijkt, gezien de populariteit van ETF’s in de VS, wel waarschijnlijk.
11
‘Zonder goede performance heb je geen bestaansrecht’
12 | KAS SELECTIONS | april 2014
Hilco Wiersma (1977) was gedurende medio 1997 tot medio 2000 floor broker bij Sem van Berkel Options. In de periode daarna tot april 2007 was hij werkzaam bij de AFS Group en actief als wholesale broker, senior institutional sales trader, beleggingsadviseur en vermogensbeheerder. Vanaf april 2007 is Hilco Wiersma binnen Add Value Fund Management lid van het beheerteam van Add Value Fund en sinds juni 2009 eindverantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Tevens is hij sinds juni 2009 statutair directeur van Add Value Fund Management, de Beheerder van Add Value Fund.
Add Value Fund is een in Amsterdam gevestigd open-end beleggingsfonds met een belegd vermogen van 70 miljoen euro. Het fonds is zeven jaar geleden opgericht door Willem Burgers en Hilco Wiersma en staat sinds april 2010 genoteerd aan de Amsterdamse effectenbeurs. Per 15 oktober 2013 is de eigendomsstructuur van de beheerder gewijzigd en bezit Optimix Vermogensbeheer sindsdien 45% van de aandelen in Add Value Fund Management. Fondsbeheerder Hilco Wiersma legt uit hoe Add Value Fund op lange termijn toegevoegde waarde voor haar aandeelhouders creëert.
Add Value Fund belegt bewust alleen in small- en midcap fondsen die in Nederland staan genoteerd. Waarom hebben jullie gekozen voor deze beleggingsstrategie? Onze keuze is eigenlijk wetenschappelijk en in de praktijk bepaald. Small en mid caps presteren op lange termijn beter dan large caps omdat hun groeipotentieel hoger is dan grote fondsen als bijvoorbeeld Shell en Philips. Wij beleggen in van oorsprong Nederlandse bedrijven die Europees of wereldwijd actief zijn in structurele groeimarkten. Overigens is klein een relatief begrip, want tussen deze fondsen zitten bedrijven met een
omzet van enkele tientallen tot miljarden euro’s en zijn veelal wereldmarktleider in bepaalde nichemarkten. Belangrijke selectiecriteria zijn o.a. winstgroei, waarde creatie en een duurzaam dividend. Van de geselecteerde bedrijven willen wij de gehele groeicyclus, ofwel de S-curve, van early stage tot final stage meemaken. De selectie vindt plaats via een zogenaamde bottom-up stock picking aanpak op basis van diepgaande fundamentele en waarde analyse. Buiten het feit dat wij toegang hebben tot lokale research zijn Nederlandse genoteerde bedrijven bovendien makkelijker benaderbaar dan buitenlandse bedrijven. Voordat wij in een onderneming gaan beleggen, voeren wij namelijk altijd eerst een gesprek met de Raad van Bestuur over hun strategie, groeiambities en doelstellingen. Daarnaast zijn wij actief aanwezig op jaarvergaderingen en kijken wij door middel van bedrijfsbezoeken in de keuken van de onderneming. De totale omvang van ons beleggingsuniversum is op dit moment circa 65 miljard euro. Binnen dat universum kunnen wij groeien naar een beheerd vermogen van circa 300 miljoen euro zonder dat wij onze beleggingsstrategie negatief beïnvloeden en slachtoffer worden van 13
ons eigen succes. Maar het belangrijkste is dat wij zowel in goede als in slechte tijden outperformen, want zonder een goede performance heb je geen bestaansrecht. Volgens een enquête van de Vereniging van Effectenbezitters en ratingbureau Morningstar behoort Add Value Fund tot de meest transparante beleggingsfondsen in Nederland. Welke waarde hechten jullie aan transparantie? Qua transparantie streven wij naar de absolute top. Onze verslaglegging, zoals maandberichten en (half)jaarverslagen, is daarom erg uitgebreid met veel extra waardevolle informatie. Wij scoorden goed op vijf van de acht vragen. De VEB en Morningstar hadden o.a. vragen over het beheerteam. Onze website, brochures en prospectus maken kennelijk nog niet voldoende inzichtelijk wie waar verantwoordelijk voor is. Zo leren we iedere dag weer bij.
Een beursnotering brengt discipline en naamsbekendheid met zich mee.
14 | KAS SELECTIONS | april 2014
Kostentransparantie is tegenwoordig natuurlijk een belangrijk aandachtspunt. Onze beheervergoeding is met 1,75% op jaarbasis relatief hoog. Zolang ons rendement na kosten bovengemiddeld is, vinden wij dat gerechtvaardigd. Daar staat tegenover dat de omloopsnelheid van onze portefeuille erg laag is, soms zelfs negatief. De transactiekosten zijn daardoor zeer beperkt. Die lage omloopsnelheid hangt onder meer samen met onze lange termijn visie. Wij handelen niet computer gedreven maar kennis gedreven. Wij speculeren dus niet en maken geen gebruik van technische analyse. Onze bedrijfsinformatie komt van alle kanten: Bloomberg, Twitter, Facebook, Google alerts, lokale media, jaarverslagen, enzovoorts. Het gaat erom al die kennis om te zetten in de juiste keuzes. Grote beleggers als pensioenfondsen zoeken eerder naar zeer liquide aandelen, ook uit oogpunt van risicospreiding. Bij ons moet tenminste twee derde deel van de portefeuille aan bepaalde liquiditeitseisen voldoen, met andere woorden direct verkoopbaar zijn. Tegelijkertijd hebben wij nooit meer dan 10% van de uitstaande aandelen van één bedrijf in bezit.
Onlangs is de eigendomsstructuur van de beheerder gewijzigd en is Optimix de grootste aandeelhouder geworden. Heeft dat nog andere wijzigingen met zich meegebracht? Eigenlijk niet. Onze strategie en de mensen van het beheerteam zijn hetzelfde gebleven. Er is wel een wijziging opgetreden binnen de directie van de beheerder. En sinds december vorig jaar zijn drie nieuwe commissarissen toegetreden bij Add Value Fund die ook toezicht houden bij de Optimix Investment Funds. Ook is de governance en compliance verder aangescherpt. Naast Optimix hebben de fondsbeheerders Willem Burgers en ikzelf ieder een 10%-belang genomen zodat de belangen parallel lopen. Voor ons is het belangrijk dat wij in Optimix een strategische partner hebben gevonden met een goede reputatie en imago. De ‘Parent’ is één van de 5 P’s waar de ratingbureau’s naar kijken bij de beoordeling van een beleggingsfonds. Continuïteit en stabiliteit zijn daarbij een van de belangrijkste criteria. Dankzij Optimix kunnen wij verder groeien. De capaciteitsgrens van het fonds ligt op circa 300 miljoen aan beheerd vermogen, dus we kunnen nog even vooruit. Sinds de overname van Optimix is het beheerd vermogen gestegen van 42 miljoen euro naar 70 miljoen euro. Geeft jullie beursnotering ook nog toegevoegde waarde? Onze beursgang is feitelijk een gevolg van de crisis in 2008-2009. Met name institutionele beleggers zijn uit oogpunt van risicospreiding op zoek naar liquiditeit. Dat was een belangrijke reden om de Fonds voor Gemene Rekening structuur om te zetten in een open-end beleggingsfonds. Een beursnotering brengt discipline en naamsbekendheid met zich mee. Wij moeten aan allerlei wet- en regelgeving voldoen en zo transparant mogelijk zijn. Een beursnotering straalt ook professionaliteit uit naar buitenlandse beleggers. Wij geven er daarom bewust ruchtbaarheid aan. Onze AvA vindt bijvoorbeeld plaats op Beursplein 5. Kortom, wij zijn blij met onze beursnotering, het heeft ons veel goeds gebracht.
Op 22 juli 2014 wordt de AIFMD van kracht. Hoe hebben jullie je daar op voorbereid? Wij wilden geen first mover zijn maar rustig bekijken wat onder de AIFMD allemaal van ons wordt verwacht. Onze core business is vermogensbeheer, daarom besteden wij alle andere zaken liefst zoveel mogelijk uit aan gespecialiseerde derde partijen. Daarom hebben wij samen met KAS BANK als onze Fund/ ENL Agent en administrateur goed gekeken wat er moet gebeuren. KAS Trust gaat nu als AIFMD-bewaarder alles voor ons inregelen zodat wij op 22 juli helemaal compliant zijn voor de AIFMD. Daarvoor is een werkgroep opgericht met ook Optimix erbij. KAS BANK biedt ons de gewenste continuïteit, stabiliteit en flexibiliteit. Wij willen snel kunnen schakelen en dat is ook goed mogelijk gebleken. Er zijn altijd wel wat issues, maar die worden snel en goed opgepakt. Wat zien jullie verder voor trends op de markt voor vermogensbeheer en beleggingsproducten? Voorlopig blijft die sterk wet- en regelgeving gedreven. Vooral de AFM roert de trom bij het beschermen van particuliere beleggers. In dat verband is de trend ook duidelijk van actief naar passief beleggen in de vorm van trackers en index-beleggen. Het aantal actief beheerde beleggingsfondsen zal verder inkrimpen of fuseren. Door het provisieverbod gaan banken en verzekeraars weer meer eigen passief beheerde fondsen oprichten. Beleggers kunnen steeds vaker via het eigen platform van de aanbieder rechtstreeks fondsen kopen. Schaalgrootte en de nadruk op lagere kosten zorgt voor een consolidatie of afname van het aantal vermogensbeheerders. De vaste kosten gaan immers omhoog en de marges omlaag. Als Add Value Fund onttrekken wij ons aan die trend. Wij blijven ons onderscheiden door de focus op rendement, performance en transparantie.
15
Column MiFID II & MiFIR Katharina Kralj, juriste KAS BANK
Bewaren van financiële instrumenten en provisieverbod Op 14 januari van dit jaar hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers (Triloog) een akkoord bereikt over MiFID II. De laatste versies van MiFID II en MiFIR zijn in februari jl. op de site van de Europese Raad gepubliceerd1. De herschikking van MiFID I naar MiFID II en MiFIR heeft niet alleen gevolgen voor de klanten van KAS BANK maar ook voor KAS BANK zelf.
In dit artikel gaan we kort in op de mogelijke gevolgen van MiFID II voor KAS BANK als uw custodian en het provisieverbod dat voor onder meer vermogensbeheerders onder MiFID II gaat gelden. Dit verbod is sinds 1 januari 2014 in Nederland al van toepassing en daarom wordt kort ingegaan op de vraag of de implementatie van MiFID II nog extra gevolgen met zich brengt. In haar nieuwsbericht van 12 maart jl. heeft de AFM al aangegeven dat ook marketingvergoedingen onder het provisieverbod vallen. KAS BANK als bewaarder van uw effecten
In onze hoedanigheid als custodian bewaart KAS BANK voor u als klant effecten, zoals verhandelbare aandelen en obligaties, maar ook rechten van deelnemingen in beleggingsinstellingen. In het voorstel van de Europese Commissie werd voorgesteld om het bewaren van deze instrumenten niet meer – zoals onder MiFID I bepaald is – als een nevendienst te kwalificeren, 16 | KAS SELECTIONS | april 2014
maar als een beleggingsdienst. Deze wijziging zou betekenen dat instellingen die bewaardiensten aanbieden en geen andere MiFID-diensten aanbieden een vergunning zouden moeten aanvragen. Het voorstel van de Commissie is door het Europees Parlement teruggedraaid. Volgens het Parlement moeten bewaarnemingsdiensten als nevendiensten worden blijven beschouwd, aangezien veel van de MiFID-bepalingen niet geschikt zijn voor bewaarders. In het akkoord van de Triloog is de aanpassing van het Europees Parlement aangenomen. Tot slot heeft het Europees Parlement in dit kader aangegeven dat bewaardiensten van centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s) beter onder de loep moeten worden genomen in het kader van de nieuwe verordening betreffende centrale effectenbewaarinstellingen2. Provisieverbod
Op 1 januari jl. is in Nederland het Wijzigingsbesluit
financiële markten 2014 in werking getreden. In dit besluit zijn de provisieregels aangescherpt die voor beleggingsondernemingen (zoals vermogensbeheerders en brokers) gelden. Sinds de inwerkingtreding van het besluit is het voor een beleggingsonderneming verboden om provisies te betalen aan of te ontvangen van derden. Het verbod heeft ingrijpende gevolgen voor de financiële sector omdat provisievormen die in de markt gebruikelijk waren, zoals retourprovisies en aanbrengvergoedingen, niet meer zijn toegestaan. Distributievergoedingen die een beleggingsonderneming ontvangt van een aanbieder van beleggingsfondsen voor het opnemen van een specifiek fonds in het assortiment van de beleggingsonderneming zijn per 1 januari 2015 verboden. De Nederlandse provisieregels zijn strenger dan MiFID I. Een lidstaat die zelf naast de regels van MiFID I additionele eisen in nationale regelgeving wil opleggen, moet op grond
van de Uitvoeringsrichtlijn MiFID I de Europese Commissie in kennis stellen van deze eisen. De minister van Financiën heeft op 28 november 2013 de Nederlandse regelgeving omtrent provisies, met de vereiste motivering, ter kennisgeving aan de Europese Commissie toegezonden. In MiFID II is ook een provisieverbod opgenomen, en dit verbod gaat eveneens minder ver dan het hiervoor genoemde Nederlandse besluit. Onder MiFID II mag een beleggingsonderneming die beleggingsadvies op onafhankelijke basis verstrekt of die vermogensbeheerdiensten verleent, geen provisies, commissies of een andere geldelijke tegemoetkoming ontvangen die wordt betaald of verstrekt door een derde die voor rekening van een derde partij handelt. Dit provisieverbod geldt voor beleggingsadvies op onafhankelijke basis en vermogensbeheer maar niet voor execution only dienstverlening.
Volgens het Europees Parlement moeten bewaarnemingsdiensten als nevendiensten worden blijven beschouwd.
Net als onder MiFID I mag een lidstaat onder MiFID II ervoor kiezen om in uitzonderlijke omstandigheden additionele verplichtingen op te leggen indien deze een objectieve rechtvaardiging kennen en proportioneel zijn en specifieke risico’s op het gebied van beleggersbescherming en de integriteit van de markten adresseren. Indien een lidstaat hiervoor kiest, dan moet die lidstaat de Europese Commissie hiervan onverwijld op de hoogte brengen. De Europese Commissie zal dan gaan toetsen of de extra eisen aan de hiervoor genoemde criteria voldoen. Indien de Europese Commissie oordeelt dat de extra eisen proportioneel zijn, dan maakt zij die extra eisen bekend op haar website. Lidstaten die voor de inwerkingtreding van MiFID II en onder de Uitvoeringsrichtlijn MiFiD I de Europese Commissie in kennis hebben gesteld van additionele nationale eisen, mogen deze additionele eisen blijven toepassen
zonder dat de Commissie hiervan opnieuw op de hoogte wordt gebracht. Stand van zaken
Sinds januari van dit jaar is er duidelijkheid over de politieke basiskeuzes voor MiFID II en MiFIR. Het ministerie van Financiën zal daarom beginnen met de voorbereiding van de implementatie van MiFID II in nationale regelgeving. Omdat MiFIR een verordening is, hoeft deze niet omgezet te worden naar Nederlands recht en zal daarom zonder implementatie in nationale regelgeving rechtstreeks in Nederland van toepassing zijn. Naar verwachting zullen marktpartijen op 1 januari 2017 aan MiFID II moeten voldoen.
1 MiFID II: http://register.consilium.europa.eu/doc/srv?l=EN&t=PDF&gc=true& sc=false&f=ST%206406%202014%20ADD%201 (http://tinyurl.com/qfekxlc) MiFIR: http://register.consilium.europa.eu/doc/srv?l=EN&t=PDF&gc=true& sc=false&f=ST%206406%202014%20ADD%202 (http://tinyurl.com/oqjfx5j) 2 V erordening betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (Central Securities Depositories) en houdende wijziging van Richtlijn 98/26/EG, COM(2012) 73 final.
17
Global Custody Netwerk Nieuws Europa
Buiten Europa
Letland
India
De wijzigingen in de Letse Wet op de vennootschapsbelasting zijn per 1 januari 2014 in werking getreden. De bronbelasting op couponbetalingen voor niet-ingezeten rechtspersonen wordt afgeschaft, behalve voor investeerders uit landen of gebieden die als belastingparadijs zijn aangemerkt. Voor hen geldt een tarief van 15 procent bronbelasting.
De Reserve Bank of India (RBI) brengt wijzigingen aan in de richtlijnen voor vreemde valuta die van toepassing zijn sinds 15 december 2011. Het is buitenlandse institutionele beleggers (FIIs), gekwalificeerde buitenlandse investeerders (QFIs) en andere buitenlandse portefeuille investeerders voortaan toegestaan om geannuleerde termijncontracten terug te boeken tot een omvang van 10 procent van de waarde. Door deze beleggers afgesloten termijncontracten kunnen echter wel worden doorgerold op of vóór de vervaldatum.
Wijzigingen in de Letse vennootschapsbelastingwet in werking getreden
Rusland
National Clearing Centre toegewezen als gekwalificeerde centrale tegenpartij De National Clearing Centre (NCC) is door de Centrale Bank van Rusland als gekwalificeerde centrale tegenpartij aangewezen. Het NCC is de eerste Russische centrale tegenpartij die deze status ontvangt. De NCC moest voldoen aan eisen voor kredietorganisaties die optreden als CCP. Door het toewijzen van de NCC als gekwalificeerde centrale tegenpartij wordt de Russische post trade infrastructuur betrouwbaarder voor lokale en buitenlandse investeerders. Momenteel is de NCC de enige centrale tegenpartij in Rusland.
RBI vereenvoudigt eisen voor overboekingen door buitenlandse investeerders
Indonesië
Indonesia Securities Investor Protection Fund krijgt operationele vergunning Met de afgifte van een licentie door de Indonesische Financial Services Authority (OJK) is het Indonesia Securities Investor Protection Fund (SIPF) nu officieel operationeel. De oprichting van de SIPF is gebaseerd op Verordening No. VI.A.5, uitgegeven door de OJK in december 2012. Het fonds is bedoeld om beleggers te beschermen tegen het faillissement van effecten- en depotbanken, veroorzaakt door interne of externe fraude.
Taiwan
Speciale verklaring noodzakelijk voor investeringen in Japanse aandelen Om te voldoen aan de regelgeving met betrekking tot effecten die worden verhandeld in Taiwan en aan de relevante regelgeving onder de Japanse Company Act, heeft de GreTai Securities Market (GTSM) in een notitie aangekondigd dat investeerders voortaan verplicht zijn om een speciale mededeling te ondertekenen voorafgaand aan de investering in beursgenoteerde Japanse bedrijven in Taiwan. Dit formulier is beschikbaar via KAS-Web Documentation - Markets with specific requirements.
18 | KAS SELECTIONS | april 2014
Letland
Wijzigingen in de Letse vennootschapsbelastingwet in werking getreden
India
RBI vereenvoudigt eisen voor overboekingen door buitenlandse investeerders
Rusland
National Clearing Centre toegewezen als gekwalificeerde centrale tegenpartij
Taiwan
Speciale verklaring noodzakelijk voor investeringen in Japanse aandelen
Indonesië
Zuid-Afrika
Indonesia Securities Investor Protection Fund krijgt operationele vergunning
Implementatie van bronbelasting is vertraagd
De hoofdpunten van de notitie zijn: 1 De Taiwan Depository and Clearing Corporation (TDCC) is de aangewezen aandeelhouder van de aandelen van investeerders in primaire beursgenoteerde Japanse bedrijven in Taiwan. 2 Een dag voor de sluitingsdatum van de inschrijving wordt het eigendom van de aandelen van de belegger overgedragen van de TDCC aan de beleggers (d.w.z. in Taiwan geregistreerde lokale en buitenlandse beleggers die in het bezit zijn van de Japanse aandelen) voor de uitvoering van de rechten van de aandeelhouders. Na de sluitingsdatum worden de aandelen weer teruggeboekt naar de TDCC. 3 Nadat een investeerder de speciale kennisgeving heeft ondertekend, zal de overdracht van de voornoemde aandelen automatisch worden uitgevoerd door de administrateur van de effecten via de TDCC.
bewust te zijn dat deze bestaat, vóórdat zij besluiten om te investeren in primaire beursgenoteerde Japanse bedrijven in Taiwan.
Zuid-Afrika
Implementatie van bronbelasting is vertraagd De invoering van 15% bronbelasting op de rente van Zuid-Afrikaanse staatsobligaties is uitgesteld van 1 maart 2014 tot 1 januari 2015. Momenteel wordt couponrente in Zuid-Afrika niet belast. Volgens de staatsbegroting voor 2012 zou een bronheffing van 15% worden ingevoerd. De herziene effectieve ingangsdatum wordt naar verwachting drie maanden voor de daadwerkelijke ingangsdatum van 1 januari 2015 in de Staatscourant gepubliceerd.
De inhoud van de standaard speciale mededeling van de GTSM is niet onderhandelbaar. Investeerders zijn verplicht om de mededeling vooraf te lezen dan wel dienen zich 19
Wat is tegenwoordig uw exposure in Oekraïne? Het antwoord op deze vraag lijkt een open deur, maar is dat wel zo? Vanuit Europese en Nederlandse regelgeving komt de nadruk steeds meer te liggen op openheid en transparantie in de verplichte rapportages door pensioenfondsen aan de toezichthouders. Via het bestaande ‘Look through’ principe wordt, zij het op geaggregeerde wijze, door de beleggingsfondsen heen gekeken om te kunnen voldoen aan de formats van deze rapportages en om de risicobuffers te berekenen voor het bepalen van het vereist eigen vermogen van het pensioenfonds. Om werkelijk ‘in control’ te zijn, is dit niet meer voldoende.
Via positions kunnen de onderliggende posities worden ontsloten. Deze kunnen vervolgens eenvoudig worden geëxporteerd via de Export button.
20 | KAS SELECTIONS | april 2014
Wet versterking bestuur – pensioenbestuurder in control
Met ingang van 1 juli 2014 treden de aangepaste bestuursmodellen in werking vanuit de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Naast deze organisatorische hervorming dient u als pensioenfondsbestuurder te voldoen aan allerlei geschiktheidseisen. Deze veranderingen hebben het primaire doel om u meer ‘in control’ te laten zijn, waardoor het bestuur goed kan bijsturen en indien nodig kan corrigeren. Erg belangrijk én aanvullend in dit kader is alle informatie die pensioenfondsbestuurders ontvangen van uitbesteders. Zoals ook blijkt uit het themaonderzoek dat DNB in 2013 heeft gedaan kan een pensioenfondsbestuurder zonder deze relevante informatie immers niet bijsturen. Look Through in de Pension Monitor
Het is te verwachten dat in het nieuwe FTK, per 1 januari 2015, meer informatie wordt gevraagd over beleggingsfondsen dan nu het geval is. Een van de onderwerpen waar u geacht wordt inzicht in te hebben, is de look through op regelniveau van beleggingsfondsen. Uit governance oogpunt kunnen pensioenfondsen momenteel over ‘discretionaire’ posities relatief eenvoudig controles uitvoeren en exposures bepalen, maar daarbij wordt voorbijgegaan aan de posities binnen beleggingsfondsen.
Simpelweg omdat de informatie niet voorhanden is c.q. de informatie niet geïntegreerd is in de rapportage van alle assets van het pensioenfonds. Via de look through module in de Pension Monitor kunt u te allen tijde verschillende exposures bepalen per beleggingsfonds waarin u investeert, maar ook over het pensioenfonds heen. Zo kunt u op beide niveaus exposures bepalen per sector, per land, per currency, per asset (sub) type en per rating. Dagelijks worden de marktdata geüpdatet, synchroon met de door u aan KAS BANK uitbestede beleggingsadministratie. Een onafhankelijke monitoring van beleggingsrichtlijnen binnen de fondsen, maar ook specifiek op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen (ESG), kan met deze doorkijk effectief worden nageleefd. Zo is het heel goed mogelijk dat binnen een Emerging (of Frontier) Market Fund gebruik wordt gemaakt van Oekraïens staatspapier terwijl dit volgens de huidige controles niet direct zichtbaar is.
Column Target2-Securities Mitchel Steur, hoofd Service management
Een gelijke settlementcyclus voor heel Europa Op grond van de Central Securities Depository Regulation moet binnen de Europese Unie de standaard settlement cyclus aangepast worden van T+3 naar T+2. De aanpassing gaat vooraf aan de implementatie van Target2-Securities, het nieuwe Europese settlement systeem voor de gecentraliseerde afwikkeling van effectentransacties in centraal bankgeld. Waarom T+2
De doelstelling van de Central Securities Depository Regulation (CSDR) is onder andere een gelijke settlement cyclus voor heel Europa. Dit sluit aan bij de harmonisatiedoelstelling van T2S. De twee initiatieven zijn dan ook complementair. T+2 harmoniseert de juridische aspecten van de afwikkeling van effectentransacties en de regels voor de CSD’s op Europees niveau. T2S harmoniseert de operationele aspecten van de afwikkeling van effectentransacties. T+2 is een van de oplossingen voor de inefficiënties (de zogenaamde Giovannini Barrières) binnen de financiële markten van de Europese Unie en zal zorgen voor een meer efficiënte afwikkeling van cross-borders. Tevens zal het gehele settlement- en clearingproces hierdoor harmoniseren voor de implementatie van T2S. T+2 en T2S lossen zeven van de in totaal vijftien Giovannini Barrières op. Voor welke markten geldt T+2
CSDR schrijft voor dat deze wijziging in de markten moet zijn doorgevoerd voor 1 januari 2015, maar in ieder geval uiterlijk zes maanden voor de implementatie van T2S in de betreffende markt. Op deze wijze gaat standaardisatie en harmonisatie vooraf aan de introductie van T2S. Duitsland, Bulgarije en Slovenië wikkelen al af in een T+2 settlement cyclus. Per 1 januari 2015 moeten ook de overige 26 EU lidstaten zich aan deze kortere cyclus geconfirmeerd hebben. Een aantal markten gaat op een later tijdstip over. Daarnaast heeft een aantal markten nog niet bevestigd wanneer de migratie zal plaatsvinden. Zodra wij meer informatie van deze markten ontvangen, zullen wij u hierover informeren.
Om het aantal fondsen waarover tijdens de migratie een corporate action plaatsvindt zoveel mogelijk te beperken wordt de migrerende markten aangeraden de wijziging naar T+2 plaats te laten vinden tussen september en november 2014. Dit geldt voornamelijk voor de markten die in de eerste wave (22 juni 2015) naar T2S migreren. Voor welke transacties geldt T+2
Volgens CSDR Artikel 5 is T+2 van toepassing op: • transacties in effecten, uitgevoerd op een gereglementeerde markt of een soortgelijke handelsplaats (bijvoorbeeld MTF, OTF); • bilaterale transacties tussen twee tegenpartijen buiten een gereglementeerde markt of soortgelijke handelsplaats om (d.w.z. in de OTC-ruimte).
Bij bilaterale transacties moeten de tegenpartijen de flexibiliteit hebben om gezamenlijk tot een afwijkende settlement periode te komen.
Bij bilaterale transacties moeten de tegenpartijen de flexibiliteit hebben om gezamenlijk tot een afwijkende settlement periode te komen. Wanneer men hier niet uitkomt, dan zal de standaardcyclus hetzelfde zijn als de afwikkelingscyclus op de gereglementeerde markt/ handelsplaats waar hetzelfde instrument wordt verhandeld. Belangrijk aandachtspunt van T+2
Het terugdringen van de matchingen afwikkeltermijn betekent dat u een dag minder de tijd hebt om eventuele verschillen op te lossen om failed transacties te voorkomen. Gezien de verwachte invoering van een boetebeding bij een failed transactie is dit een zeer belangrijk aandachtspunt.
21
Words from Wiesbaden
Duitse verzekeraars geconfronteerd met wijzigingen in regelgeving voor investeringen In Duitsland wordt in het kader van de invoering van het nieuwe ‘Kapitalanlagegesetzbuch’ een aantal belangrijke veranderingen doorgevoerd in de ‘Anlageverordnung’ voor verzekeraars. Paul Wessling, Head of Asset Management bij “Deutsche Rückversicherung” in Düsseldorf en voorzitter van de expertgroep ‘Asset management’ van de Association of Graduates in Insurance Business Studies (VVB) verklaart de belangrijkste verandering.
De herziening van de Anlageverordnung (AnlV) heeft enige tijd geduurd. Wat is de aard van deze nieuwe wetgeving en wat zijn de belangrijkste redenen van de voorgenomen wijzigingen en aanpassingen in de bestaande Anlageverordnung? De Duitse Anlageverordnung, voluit ‘Verordnung über die Anlage des gebundenen Vermögens von Versicherungsunternehmen’ definieert de investeringsprincipes voor de wettelijke reserves van verzekeringsmaatschappijen. Het is een nadere uitleg van § 54 van de Duitse Wet toezicht verzekeringsbedrijf en bestaat uit zeven paragrafen. Het is een van de belangrijkste regelingen in het wetgevingskader voor Duitse verzekeringsmaatschappijen. Andere instellingen, zoals de ‘Pensionskassen’, zijn eveneens verplicht aan deze wetgeving te voldoen. Op 17 december 2013 heeft het Duitse Federale Ministerie van Financiën een ontwerp-herziening van de Duitse Anlage22 | KAS SELECTIONS | april 2014
verordnung verzonden voor consultatie. Deze ontwerpherziening werd al enige tijd verwacht, aangezien de huidige versie van de verordening dateert uit 2011 en nog verwijst naar de ‘Investmentgesetz’ die in juli 2013 is vervangen door het Kapitalanlagegesetzbuch (KAGB). Wat zijn naar uw mening de belangrijkste veranderingen in de AnlV? Naast redactionele wijzigingen om eerdere versies te verduidelijken en samen te vatten, is de invoering van de AIFMD in Europa een van de belangrijkste aanleidingen voor de herziening van de AnlV. Op het gebied van wettelijke reserves zijn de mogelijkheden voor nieuwe ‘mix ratios’ van bepaalde beleggingen aanzienlijk, maar de bestaande verplichtingen inzake transparantie zijn niet van toepassing. De volgende beleggingen en gebieden worden geraakt: Vastgoedfondsen, onderscheid tussen ‘OGAW’(=UCITS)-compliant en ‘andere’ beleggingsfondsen, ‘Spezialfonds’ (AIF) en Private Equity fondsen. De voorgaande basisregel in de AnlV voor investeringen in fondsen wordt nu beperkt. Het nieuwe artikel 15 reguleert alleen de aankoop van aandelen en participaties in binnenlandse open-end gemeenschappelijke beleggingsfondsen (UCITS), alsmede aandelen en participaties in vergelijkbare buitenlandse openbare beleggingsfondsen voor zover uitgegeven door een UCITS beheermaatschappij met het hoofdkantoor in een ander land binnen
Paul Wessling, Hoofd Vermogensbeheer ‘Deutsche Rückversicherung‘
de Europese Economische Ruimte (EER). Vergeleken met de vorige regels voor de aankoop van aandelen in een Duitse ‘Investmentaktiengesellschaft’ definieert de AnlV nu alleen de mogelijkheden om te investeren in aandelen van binnenlandse open AIF’s met een KAGB vergunning. De regels zijn eveneens van toepassing op aandelen en particiapties in vergelijkbare buitenlandse AIF, wanneer de beheermaatschappij zijn statutaire zetel heeft in de EER en onderworpen is aan overheidstoezicht.
Op het gebied van wettelijke reserves zijn de mogelijkheden voor nieuwe ‘mix ratios’ van bepaalde beleggingen aanzienlijk, maar de bestaande verplichtingen inzake transparantie zijn niet van toepassing. Wat gebeurt er met fondsen die voorheen geen volledige transparantie konden bieden? Een sanctie voor voorheen niet-transparante fondsen met inbegrip van bijzondere lasten over de risico ratio’s is vervallen, aangezien alle toekomstige UCIT’s en AIF’s onderworpen zijn aan een algemene verplichting tot transparantie. Uitgezonderd zijn UNITS, participaties en aandelen van commanditaire vennootschappen belangen in binnenlandse beleggingsfondsen onder de nieuwe § 2 paragraaf 1 no 17 van de AnlV.
Wat zijn de eventuele fiscale gevolgen onder de nieuwe regelgeving? De fiscale gevolgen voor de verschillende beleggingsfondsen en/of de gevolgen van eventuele limietoverschrijdingen van in het algemeen belastingvrije activa, zijn complex. Dit vereist een grondig onderzoek door de verzekeringsmaatschappijen en de Kapitalverwaltungsgesellschaft in aanvulling op de vereisten voor het toezicht op de sector. De herziene Anlageverordnung kent verdere aanpassingen in de rapportages en de circulaires van de toezichthouder (BaFin). Ook na 2016 zullen de regels voor verzekereraars onder Solvency I nog steeds van toepassing zijn. Echter, bepaalde regels in de door aandelen gedomineerde Solvency II omgeving zullen zeker in acht genomen blijven worden. Wat is uw conclusie? De herziening van de AnlV is in zoverre toe te juichen dat het slechts een aanpassing is van de regelgeving aan de eisen van de AIFMD. Echter, voor zover het beleggingsuniversum voor verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen wordt beperkt zonder duidelijke redenen, is het, met name in de context van de thans bestaande lage rente en de daarmee gepaard gaande investeringscalamiteiten, lastig om de noodzaak hiervan te zien.
23
Column EMIR Implicaties voor niet geclearde derivaten
EMIR is inmiddels al meer dan anderhalf jaar (sinds 16 augustus 2012) van kracht. De gevolgen voor de markt en de handelende partijen zijn niet gering geweest. Ondertussen moeten de meest verstrekkende implementaties nog gaan plaatsvinden.
De meest recente mijlpaal... Een belangrijk onderdeel van EMIR is de verplichte rapportage van derivatentransacties aan transactieregisters. De laatste maanden is KAS BANK druk bezig geweest met het inrichten van de (geautomatiseerde) communicatie met onze klanten aan de ene kant en met het transactieregister REGIS-TR aan de andere kant. Dit alles ten behoeve van de melding van derivatentransacties, zodat de ESMA (de Europese toezichthouder) deze gestructureerd en volledig in kaart krijgt. Op uur-U, 12 februari 2014, zijn de eerste transacties succesvol gemeld. Inmiddels melden wij dagelijks duizenden nieuwe transacties en zelfs de volledige portefeuilles (als resultaat van historische transacties) van bijna 100 partijen. To clear or not to clear, that’s the question! Door veel partijen wordt het voldoen aan de clearing-verplichting als de grootste uitdaging onder EMIR gezien. Echter, de risicomitigerende vereisten voor bilaterale contracten zijn minstens zo uitdagend. De transacties en posities die wij tot nu toe aan het register hebben gemeld bestaan voor 51% uit Interest Rate Swaps (IRS) en voor 16% uit Credit Default Swaps (CDS). Dat betekent dat een derde van alle gemelde transacties en openstaande posities van onze klanten NIET van het type zijn waarvoor de clearingverplichting in zal gaan. Implicaties voor niet geclearde posities De openstaande posities (33%) die nu nog buiten de clearingvereisten vallen zullen allerminst aan de aandacht van de toezichthouder ontsnappen. De risico beperkende maatregelen voor deze posities zullen naar het niveau van de centraal geclearde posities getild moeten worden. Dit betekent dat dezelfde strikte afspraken dienen te worden gemaakt, vastgelegd en nageleefd als bij geclearde posities. Hieronder een vergelijking van de implicaties:
Edgar Kooter, Sales Director Institutional Services
Activiteit/verplichting
Non-Cleared
Cleared
Waardering (Mark-to-Market)
Dagelijkse bilaterale afstemming
Dagelijks door CCP
Frequentie uitwisseling onderpand
Bilateraal af te stemmen
Dagelijks
Uitwisselen van Variation Margin
Cash en effecten, bilateraal af te stemmen
Cash
Storten van Initial Margin
Bilateraal af te stemmen (in de toekomst verplicht bij grote portfolio’s)
Deals worden pas gecleared, nadat Initial Margin is afgestort en frequent herberekend voor geclearde transacties
Reconciliatie
Verplicht, frequentie afhankelijk van portfolio
Geen verplichting, maar hoe blijft u ‘in control’?
Geschillenafhandeling
Verplicht inclusief een aantoonbare procedure
Geen verplichting, maar hoe blijft u ‘in control’?
Rente afrekening Cash
Bilateraal af te stemmen benchmark (maandelijkse afrekening)
PAI = Price Alignment Interest (dagelijkse afrekening), benchmark te bepalen door CCP
Netteren
Op tegenpartij niveau
Op portfolio niveau (per CCP)
Bovenstaande geeft aan dat er voor beide routes een belangrijke uitdaging ligt op het gebied van onderpandbeheer en gerelateerde activiteiten. Onafhankelijkheid en vertrouwen Bij de uitvoering van bovenstaande activiteiten zijn onafhankelijkheid en vertrouwen van cruciaal belang. KAS BANK voert bovenstaande activiteiten op een eerlijke, robuuste en efficiënte manier voor u uit. Hoe? Dit bespreek ik graag met u, of als u geduld heeft: zie de volgende KAS Selections!
24 | KAS SELECTIONS | april 2014
Nieuwe Klanten Nederland Stichting Pensioenfonds Recreatie C ustody, compliance monitoring, Financiële en Beleggingsadministratie
Stichting ING CDC Pensioenfonds C ustody, compliance monitoring, Financiële en Beleggingsadministratie
Van feedback naar serviceverbetering Vier jaar geleden is KAS BANK gestart met de Client Service Review. Daarin vragen wij al onze klanten naar hun oordeel over de diensten die zij afnemen bij KAS BANK. Ook horen wij graag hoe u de service en ondersteuning door onze medewerkers ervaart. Op die manier krijgen wij een doorlopend inzicht in de kwaliteit van onze dienstverlening en de punten waarop verbetering mogelijk is. Doel van de Client Service Review is immers de service voor elk van onze klanten te verbeteren. Resultaten
Stichting NN CDC Pensioenfonds C ustody, compliance monitoring, Financiële en Beleggingsadministratie
S t. Vroegpensioen voor de Technische Groothandel C ustody, compliance monitoring, Financiele en Beleggingsadministratie Coöperatie Univé U.A., N.V. Univé Her, N.V. Univé Schade en Stichting Univé Helpt B eleggings- en Financiële administratie, Performance meeting, Compliance reporting, Look through, Dashboard en Solvency II reporting.
United Kingdom Source Pensions Custody en Global Fund Services
In december vorig jaar zijn de laatste resultaten binnengekomen. Het gemiddelde rapportcijfer van 7,9 mist nipt de doelstelling van 8,0. Klanten beoordelen de contacten met medewerkers van KAS BANK over het algemeen als zeer goed. Ook de bancaire diensten scoren gemiddeld beter dan goed. Een uitschieter naar beneden is Facturering – overigens nog altijd als ruim voldoende beoordeeld – en een uitschieter naar boven is Foreign Exchange – gemiddeld beoordeeld als zeer goed. Wat gebeurt er met de verbeterpunten?
Om bijvoorbeeld onze facturering te verbeteren hebben wij een elektronische factuur ontwikkeld die zich qua presentatie en toegankelijkheid met de beste in de markt kan meten. Wij verwachten dat het resultaat in juli 2014 zichtbaar is. Daarnaast zijn wij, mede op basis van uw feedback, een project gestart om geprinte rapportages te vervangen door digitale overzichten. Review 2014
Iedere Review is ‘customised’ naar de diensten die de klant afneemt bij KAS BANK en naar de medewerkers met wie de klant contact heeft. De uitkomsten van de Review bespreekt de relatiebeheerder desgewenst met u persoonlijk. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking aan de Review.
25
Barbara Baarsma (1969) is algemeen directeur van SEO Economisch Onderzoek en bijzonder hoogleraar economie aan de UvA. Zij is gespecialiseerd in economische politiek, marktwerking en mededinging en treedt vaak op als deskundige in tv-programma's zoals Buitenhof en De Wereld Draait Door. Verder is zij Kroonlid bij de SER en bekleedt een aantal toezichthoudende functies, waaronder als commissaris bij Loyalis NV, Espria, Woonzorg en Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis en lid van het bestuur van de Stichting Preferente Aandelen Kas Bank. Ook is zij lid van de Commissie Dienstverlening aan huis en de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Barbara was voorzitter van de commissie Macrobeheersinstrument in de medisch specialistische zorg en was dat eerder van de commissie Verticale integratie in de zorg. Zij was lid van de visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep en de Commissie Structuur Nederlandse banken.
26 | KAS SELECTIONS | april 2014
Financial transaction tax is geen free lunch Door Barbara Baarsma Een overheid die ingrijpt in een markt moet dat kunnen legitimeren. Er moet sprake zijn van een publiek belang, van een belang dat niet door de markt geborgd kan worden. In economentaal: er moet sprake zijn van een marktfalen. Tegelijkertijd dient het medicijn van overheidsingrijpen niet meer welvaartsverlies op te leveren dan de ziekte van het marktfalen zelf. Laten we dit economisch denkkader eens toepassen op de financial transaction tax (FTT) zoals voorgesteld door de Europese Commissie (box 1).
Er zijn ook instellingen die zo groot zijn dat een faillissement zou betekenen dat de hele financiële sector gevaar loopt.
Falen financiële markten? Was over die vraag voor de financiële crisis nog verschil van inzicht, nu is het antwoord volmondig ‘ja’. Financiële instellingen nemen uit zichzelf te veel risico, omdat ze geen of in elk geval onvoldoende rekening houden met de effecten van hun handelen op andere partijen. Economen spreken van externe effecten, waardoor risico’s te laag geprijsd zijn. Doordat financiële instellingen in toenemende mate onderling zijn verbonden, kunnen risico’s van de ene instelling deels worden afgewenteld op andere instellingen. Er zijn ook instellingen die zo groot zijn dat een faillissement zou betekenen dat de hele financiële sector gevaar loopt. Deze ‘too big, to fail’-eigenschap maakt dat deze instellingen een deel van het risico kunnen afwentelen op de overheid en dus belastingbetalers. Dat dit externe effect echter substantieel is, blijkt wel als we kijken naar het financieringsvoordeel dat grote instellingen hebben. CPB schat dit voordeel in op gemiddeld 67 basispunten voor banken met een balansomvang groter dan 10% van het bbp en van 121 basispunten voor de grootste banken (banken op de GSIFI-lijst).1 Wordt dit marktfalen verminderd met de FTT? Zoals CPB en DNB ook aangeven, is dat niet het geval.2 De FTT maakt niet dat er minder risico wordt genomen. Mogelijk dat de FTT wel bepaalde handel terugdringt, zoals high frequency trading, maar het averechtse gevolg kan zijn dat
handelaren dan juist meer risico’s zullen nemen om daarmee hun verdiensten op peil te houden. Ook kan de FTT allerlei ongewenste financiële innovaties uitlokken om belasting te omzeilen of te beperken. Om de stabiliteit te vergroten ligt het eerder voor de hand om hogere eisen te stellen aan de omvang en de kwaliteit van het eigenvermogen van financiële instellingen. Niet al het overheidsingrijpen is gebaseerd op de correctie van marktfalen. Vaak gaat het om niet-economische motieven, waaronder herverdeling. De Europese Commissie heeft met de FTT als doel om te herverdelen van de financiële sector naar overheden. Levert de FTT echter wel wat op voor de schatkist? Ook op dat punt scoort de FTT slecht. Ja, de FTT leidt tot extra inkomsten voor de staat (of tot minder afdrachten aan de EU), maar de FTT heeft negatieve effecten op het bbp waardoor de belastinginkomsten juist afnemen. Als gevolg van de FTT nemen namelijk de kosten van kapitaal toe, waardoor de kredietverlening voor zowel burgers als bedrijven duurder wordt en spaarders minder spaarrente krijgen. Er wordt minder geïnvesteerd en dat remt de economie. Wat voorstanders van de FTT zich niet realiseren, is dat bedrijven deze belasting primair als een kostenpost zien. Zij zullen trachten die kostenpost te minimaliseren. Nobelprijswinnaar Milton Friedman legt
1 Bijlsma, M., J. Lukkezen & K. Marinova (2014), Measuring too-big-to-fail funding advantages from small banks’ CDS spreads, Den Haag: Centraal Planbureau. 2 Anthony, J., M. Bijlsma, A. Elbourne, M. Lever & G. Zwart (2012), Financial transaction tax: review and assessment, Den Haag: Centraal Planbureau. DNB Bulletin (2012), Financiële transactietaks in EU is onwenselijk, 6 februari.
27
De FTT klinkt aantrekkelijk voor degenen die de kosten van de crisis willen verhalen op de financiële sector. dit duidelijk uit in een veel bekeken lezing op internet met als titel ‘The free lunch myth’. Het belasten van bedrijven wordt uiteindelijk betaald door anderen. “Only people can pay taxes. […] So, when you talk about a tax on business, it has to be paid by somebody. Either it is paid by the stockholder, or it is paid by the customer, or it is paid by the worker. There is no other way where it can come from.” De afwenteling van de FTT leidt er op lange termijn toe dat de lonen voor werkenden dalen, evenals de winsten van bedrijven en de pensioenen van gepensioneerden. Verder worden de inkomsten van de FTT ondermijnd door verplaatsing van financiële spelers of – nog waarschijnlijker – van financiële transacties naar buiten het gebied waar de FTT geldt.
Het voorstel van de Europese Commissie
De FTT klinkt aantrekkelijk voor degenen die de kosten van de crisis willen verhalen op de financiële sector. Het klinkt ook aantrekkelijk voor een Europese Commissie die de FTT graag zou gebruiken om eigen belastinginkomsten te genereren en daarmee de afhankelijkheid van de lidstaten te verkleinen. Maar wraak is zelden een goede raadgever en het gaat met hoge kosten gepaard.
Het voorstel van 2011 ging uit van invoering in alle lidstaten. Dat is echter verworpen en nu is een kopgroep van 11 landen aan het werk om alsnog met een werkbaar alternatief te komen. Nederland behoort niet tot die kopgroep. Als het al lukt om de FTT in deze kopgroep-landen in te voeren, dan is de vraag in hoeverre het vestigingsplaats- en uitgiftebeginsel zijn te verenigen met de interne markt. Nederland zal zich alleen aansluiten als onze pensioenfondsen worden gevrijwaard van de FTT, er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankbelasting en de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten.
28 | KAS SELECTIONS | april 2014
De Europese Commissie heeft een FTT voorgesteld om – zonder dat dit mag leiden tot verstoring van de interne markt – twee doelen te bereiken: 1 De financiële markten stabiliseren 2 De financiële sector meer laten bijdragen aan de overheidsfinanciën De omvang van de belasting is ten minste 0,01% op derivatentransacties en 0,1% op andere transacties. Het effectieve tarief zal veel hoger liggen, omdat elke partij die bij de transactie betrokken is (verkopend, aankopend, tussenhandel) moet betalen. De Europese Commissie wil de effectiviteit van de FTT verhogen met het vestigingsplaatsbeginsel en het uitgiftebeginsel. Zelfs als slechts een van de bij de transactie betrokken partijen is gevestigd in het FTT-gebied, moeten de andere betrokken partijen op grond van het vestigingsplaatsbeginsel ook betalen. En: bij handel in een in het FTT-gebied uitgegeven financieel instrument is op grond van het uitgiftebeginsel belasting verschuldigd, zelfs als daarbij betrokken partijen niet in dat gebied zijn gevestigd.
KAS BANK Amsterdam P.O. Box 24001 1000 DB Amsterdam The Netherlands Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam The Netherlands T: +31 20 557 59 11 KAS BANK London 5th Floor 10 Old Broad Street London EC2N 1AA United Kingdom T: +44 20 7153 36 00 KAS BANK Wiesbaden Biebricher Allee 2 65187 Wiesbaden Germany T: +49 611 1865 3800