Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003.
Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003.
Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Gerrit Padding, Sjoerd Steenbergen, Saskia Janssen, Victor Mensing, Henk Ruiter, Henk-Jan van Veen Rapportnummer: VS2003.060 Productie: De Vlinderstichting Postbus 506 6700 AM Wageningen telefoon: 0317-467346 fax: 0317-420296 email:
[email protected] homepage: www.vlinderstichting.nl Opdrachtgever: Provincie Friesland Deze publicatie kan worden geciteerd als: De Vries, H.H. (2003). Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Rapport VS2003.060, De Vlinderstichting, Wageningen. Trefwoorden: Grote vuurvlinder, Rottige Meente, waterzuring, eitjes Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting en de opdrachtgever. Januari 2004
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
1
Inhoud
Samenvatting.............................................................................. 3 Hoofdstuk 1 / Inleiding.................................................................. 4 Hoofdstuk 2 / Methode.................................................................. 5 Hoofdstuk 3 / Resultaten............................................................... 6 Hoofdstuk 4 / Aanbevelingen.......................................................... 8 Literatuur................................................................................... 9 Bijlage 1....................................................................................10
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
2
Samenvatting
Als onderdeel van het beschermingsplan grote vuurvlinder 2000 – 2004 zijn in 2003 diverse werkzaamheden uitgevoerd, waaronder het onderdeel bezoek vindplaatsen en advies provincie Friesland. Dit rapport is een weergave van de activiteiten die hiervoor plaatsvonden. De tellingen van 2003 hebben in de monitoringplots een groot aantal eitjes grote vuurvlinder opgeleverd. In totaal werden in 2003 bijna drie keer zoveel eitjes waargenomen als in 2002. De aantallen in de verruigde gebieden, in twee sinds 2002 toegevoegde plots bleven de aantallen constant, terwijl de aantallen eitjes in de al langere tijd bezochte telplots sterk toenamen. Het beheer van de Rottige Meente is mede afgestemd op de eisen van de grote vuurvlinder. Het is de vraag of het maaibeheer toereikend is voor het in goede conditie houden van het grote vuurvlindergebied. In 2003 zijn verschillende extra activiteiten verricht voor de bescherming van de grote vuurvlinder: • In een gezamenlijk project van De Vlinderstichting en Staatsbosbeheer is gestart met het verwijderen van bosopslag in leefgebied van de grote vuurvlinder in de Rottige Meente. • Een projectteam bij Alterra heeft een ruimtelijk ecohydrologisch voorspellingsmodel opgesteld dat geschikt is voor het kwantificeren van ruimtelijke relaties tussen abiotiek, vegetatie, waardplant en grote vuurvlinder. Het model is uitgewerkt voor De Weerribben, maar in de aanbevelingen zal aandacht worden besteed aan de Rottige Meente. De rol van De Vlinderstichting is probleemhouder bij dit project. • Een student van de WUR heeft bij De Vlinderstichting een model opgesteld, waarmee populatiefluctuaties van de grote vuurvlinder in Nederland kunnen worden gesimuleerd. Volgens dit model blijkt het zeer moeilijk te zijn om de Nederlandse populatie grote vuurvlinder voor de komende 100 jaar te behouden. • De tentoonstelling grote vuurvlinder heeft van mei tot oktober 2003 bij Eernewoude in het bezoekerscentrum De Reitplûm van It Fryske Gea gestaan.
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
3
Hoofdstuk 1 / Inleiding
De grote vuurvlinder is weer op verschillende locaties waargenomen in de Rottige Meente in 2003. Daarmee is dit gebied nog steeds het enigste gebied in Friesland waarvan de grote vuurvlinder bekend is. Bij het beheer van dit gebied wordt rekening gehouden met de specifieke eisen van deze soort. Ook bij een aantal andere Friese laagveengebieden wordt rekening gehouden met de mogelijkheid deze soort aan te treffen.
Mannetje grote vuurvlinder. Foto: Ab Baas
De grote vuurvlinder (Lycaena dispar batava) is de meest karakteristieke vlindersoort van Nederland. Hij komt vooral voor in uitgestrekte laagveenmoerassen, een landschapstype dat van oudsher kenmerkend is voor lager gelegen delen van ons land. Voor de bescherming van de grote vuurvlinder is een Beschermingsplan grote vuurvlinder 2000-2004 opgesteld (Van Swaay, 2000). Dit plan bevat activiteiten welke deels de provincie Friesland en deels de provincie Overijssel betreffen. Als onderdeel van deze bescherming vindt frequent overleg plaats tussen de beheerders van vlieggebieden of potentiële vlieggebieden en De Vlinderstichting. Dit rapport is een weergave van deze activiteiten die plaatsvonden binnen de provincie Friesland. De geplande aanpak voor beheer ten gunste van de grote vuurvlinder bestaat uit vier typen maatregelen: 1. Beheer van de huidige vliegplaatsen 2. Tegengaan van de verzuring van percelen veenmosrietland 3. Verbetering van de waterhuishouding in de bestaande leefgebieden 4. Ontwikkeling van nieuwe leefgebieden Ook in 2003 zijn er weer verschillende bezoeken geweest aan terreinen en heeft De Vlinderstichting geadviseerd voor aangepast beheer op diverse locaties. Daarnaast heeft De Vlinderstichting zich ingezet voor verdere onderbouwing van beheeradviezen. Hiervoor is onderzoek gepleegd met behulp van modellen en onderzoek naar de groei van krabbescheervegetaties. De resultaten van deze onderzoeken komen in 2004 beschikbaar.
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
4
Hoofdstuk 2 / Methode
Voor een zo goed mogelijke bescherming van de grote vuurvlinder en om te voorkomen dat bij De Vlinderstichting bekende informatie onbenut blijft, onderhoudt De Vlinderstichting contacten met terreinbeheerders. Ook wordt, waar nodig, en soms ook op verzoek, terreinbezoek verricht.
In 2003 is overleg geweest met de beheerder van Staatsbosbeheer van Rottige Meente en Brandemeer. De aanpak met betrekking tot gefaseerd maaibeheer, bosverwijdering, opslag verwijdering, waterkwaliteit, het lokaliseren van zoveel mogelijk plaatsen met eitjes van de grote vuurvlinder en het monitoren van de eitelplots kregen hierbij aandacht. Voor het verwijderen van opslag is een apart project geformuleerd waarvoor in overleg met de beheerder een aanpak gevolgd is specifiek gericht op de verruigde delen met bosopslag. Dit project wordt uitgevoerd in de periode oktober 2003 – maart 2004.
De eitjes van de grote vuurvlinder
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
5
Hoofdstuk 3 / Resultaten
Geconstateerd is in 2003 dat de grote vuurvlinder weer op verschillende monitorplots haar eitjes heeft gelegd. Voorstellen voor beheer zijn doorgesproken en deels in uitvoering. Ook de ontwikkeling voor de lange termijn krijgt hierbij aandacht.
Gedurende 2003 heeft De Vlinderstichting haar aandacht in Friesland geconcentreerd op de Rottige Meente en Brandemeer. De eitelplots zijn weer geteld door een vrijwilliger, Henk Ruiter, in samenwerking met Staatsbosbeheer. In figuur 3.1 staat een overzicht van de resultaten van deze tellingen.
Aantal eitjes of rupsen
60 50 40 30 20 10 0 A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
Eitelplot
1999
2002
2003
Figuur 3.1. Resultaten van de tellingen van eitjes of rupsen (indien meer rupsen dan eitjes waargenomen) in de plots A tot en met M. Eitelplot C werd niet meer bezocht in 2002 en 2003, terwijl eitelplot L en M werden gestart in 2002.
Het blijkt dat 2003 een zeer goed jaar was voor de grote vuurvlinder. Bijna drie keer zoveel eitjes werden gevonden in vergelijking tot 2002. In t otaal ging het om 201 eitjes, 15 rupsen en twee mannelijke vlinders. De plots L en M liggen in verruigde delen met veel bosopslag. In vergelijking tot 2002 zijn de aantallen in deze beide plots stabiel gebleven. Aangezien de waarnemingen op 31 juli plaatsvonden speelt de warme periode in augustus met mogelijk veel activiteit van de grote vuurvlinder geen rol bij DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
6
de waargenomen aantallen. Mogelijk dat er na de tellingen nog meer eitjes zijn afgezet. Hoewel door de warme zomer er zich mogelijk een derde generatie grote vuurvlinder had kunnen ontwikkelen, zijn hier geen meldingen van binnengekomen. De resultaten geven een goed inzicht in de gunstige ontwikkelingen ten opzichte van vorig jaar. De monitoring is helaas onvoldoende om een goed begrip te krijgen van de relatie tussen de verschillende standplaatsen van de waterzuringplanten en de mate van geschiktheid voor de grote vuurvlinder. Verschillen in standplaatsen zijn slootkanten, ijl veenmosrietland en verruigde rietlanden. Mogelijk dat microklimaat of onbekende andere factoren, bijvoorbeeld natuurlijke vijanden zoals parasieten en vogels, hierbij een rol spelen. Een aantal gesprekken en terreinbezoeken met de beheerder van Staatsbosbeheer hebben geleid tot aandacht voor de specifieke eisen van de grote vuurvlinder en tot de ontwikkeling van een apart project voor de verwijdering van bosopslag in leefgebied van de grote vuurvlinder. Dat project werd gesubsidieerd door de provincie Friesland. De voorbereiding werd verricht door De Vlinderstichting, in samenwerking met Staatsbosbeheer. De uitvoering, verwijdering van bosopslag wordt uitgevoerd door een aannemingsbedrijf onder supervisie van Staatsbosbeheer. De kaarten die werden gemaakt om de uitvoering mee aan te sturen staan ook in dit rapport in bijlage 1. Door het onderzoeksinstituut Alterra is een ruimtelijk ecohydrologisch voorspellingsmodel ontwikkeld in opdracht van het ministerie van LNV. De Vlinderstichting participeert in dit project als probleemhouder. Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in de wijze waarop hydrologische ingrepen (peilbeheer), grondverzet (petgaten graven en plaggen) en vegetatiebeheer kunnen worden ingezet voor de realisatie van meer leefgebied voor de grote vuurvlinder. Het model berekent de ruimtelijke isolatie van locaties ten opzichte van basenrijk oppervlaktewater en geeft de mogelijkheid de mate van isolatie te koppelen aan de uit te voeren maatregelen. De invoergegevens voor dit model zijn neerslag, wegzijging, verdamping, doorlatendheid van de kragge, afstand tot het oppervlaktewater en hoeveelheid achterland. Als proefgebied werd De Weerribben gebruikt voor de studie, maar de uitkomsten zijn ook bedoeld om aanbevelingen voor het beheer van De Rottige Meente mee op te stellen. De rapportage hiervan wordt begin 2004 verwacht. In voorjaar 2003 is een student van de WUR, Hester Soomers, gestart met het opstellen van een populatie-dynamisch model van de grote vuurvlinder. Ze werkt bij De Vlinderstichting, maar wordt mede begeleid door Frank van Langevelde, docent van de WUR. Alle bestaande populaties grote vuurvlinder, inclusief Rottige Meente, en een aantal potentiële leefgebieden, waaronder Lindevallei en Rottige Meente, worden bij dit model betrokken. Het doel is om scenario’s door te rekenen van de mogelijkheden die verschillende beheer- en inrichtingmaatregelen kunnen hebben om de grote vuurvlinder voor een langere periode te behouden. Perioden van 50 en 100 jaar worden hierbij onderzocht. Naar verwachting komt de rapportage hiervan eind april 2004 gereed. De in 2001 ontwikkelde tentoonstelling grote vuurvlinder heeft in de periode mei – oktober 2004 gestaan in het bezoekerscentrum De Reitplûm bij Eernewald. Vanaf februari 2004 zal deze opgesteld worden bij het Bezoekerscentrum bij De Wieden in Wanneperveen (Overijssel).
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
7
Hoofdstuk 4 / Aanbevelingen
Gebleken is dat er in Friesland het afgelopen jaar constructief is samengewerkt tussen de verschillende partijen. De voortuitzichten voor de grote vuurvlinder zijn echter nog niet gunstig, maar vertonen een verbetering ten opzichte van het jaar 2002. Om effectief te werk te gaan is voortzetting van het geven van beheersadvies en het verder door onderzoek onderbouwen van deze adviezen noodzakelijk.
Vooral door zorgvuldig beheer in de Rottige Meente is de grote vuurvlinder behouden gebleven voor Friesland. De populatie is klein, maar staat wat grootte betreft op de tweede plaats na De Weerribben. De betekenis van deze Friese populatie voor het behoud van de grote vuurvlinder is groeiende. Het is nodig om ook de adviezen voor het beheer voort te zetten in 2004. Speciale aandacht is nodig voor: •
Maatwerk met het maaibeheer
•
Maatwerk met het waterpeilbeheer
•
Plaatselijk verwijderen van bos en bosopslag
•
Toekomst gerichte visie op ontwikkeling van leefgebied voor de grote vuurvlinder voor de lange termijn.
•
Vergaren van inzicht in de populatiedynamiek van de grote vuurvlinder.
•
Vergaren van inzicht in factoren die geschiktheid van de veelvoorkomende waterzuringplanten bepalen voor de grote vuurvlinder.
•
Vergaren van inzicht in de relatie hydrologische isolatie en ontwikkeling van leefgebied voor de grote vuurvlinder.
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
8
Literatuur
De Vries, H.H. (2001). Inventarisatie grote vuurvlinder in de Rottige Meenthe 2001.Rapport VS2001.29. De Vlinderstichting, Wageningen. De Vries, H.H. (2002). Inventarisatie grote vuurvlinder in Brandemeer 2002. Rapport VS2002.56. De Vlinderstichting, Wageningen. Van Swaay, C.A.M. (2000). Beschermingsplan grote vuurvlinder 20002004. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. ‘sGravenhage.
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
9
Bijlage 1
Omschrijving zeven deelgebieden Zie bijbehorende acht kaarten
1. 2.
3. 4. 5.
6. 7.
Belangrijke voortplantingsplaats; de verregaande verbossing tegen gaan door houtopslag verwijdering, handmatig. Houtopslag verwijdering handmatig. Bovendien houtsingel grotendeels verwijderen zodat een aaneengesloten terrein ontstaat. Belangrijke voortplantingsplaats; de verregaande verbossing tegen gaan door houtopslag verwijdering, handmatig. Moeilijk begaanbaar, wel mogelijk in een bevroren situatie. Plaatselijk houtopslag verwijderen, handmatig. Belangrijke voortplantingsplaats; de verregaande verbossing tegen gaan door houtopslag verwijdering, handmatig. Bovendien openkappen houtsingel, zodat verbinding ontstaat met achterliggende potentieel voortplantingsgebied. Houtopslag verwijdering handmatig. Ter overweging om geheel te ontbossen, mits daar gelden en tijd voor zijn
Legenda voor aanduiding in de deelgebieden: -
enkele arcering: prioritair dubbele arcering: ter overweging kruizen: Houtwal openkappen
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
10
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
11
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
12
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
13
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
14
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
15
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
16
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
17
DE VLINDERSTICHTING 2003|GROTE VUURVLINDER IN FRIESLAND. BEZOEK EN ADVIES 2003
18