Grondbalans Herinrichting Waalwaard
projectnr. 265998 revisie 02 september 2014
auteur(s)
Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Bureau Beheer Landbouwgronden Postbus 9079 6800 ED Arnhem
datum vrijgave
beschrijving revisie 01 grond mitigerende maatregel aangepast
goedkeuring
vrijgave
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
Inhoud
Blz.
1
Inleiding ............................................................................................................
2
2
Herinrichting Waalwaard ..................................................................................
3
2.1
Situatie .............................................................................................................
3
2.2
Voorgenomen herinrichting ..............................................................................
3
3
Resultaten uitgevoerd onderzoek .....................................................................
5
3.1
Vooronderzoek ..................................................................................................
5
3.2
Milieuhygiënisch onderzoek..............................................................................
5
3.2.1
Fysisch onderzoek.................................................................................................
7
4
Grondbalans ......................................................................................................
8
4.1
Uitgangspunten bij berekeningen grondbalans en vrijkomende partijen........
8
4.2
Toepassingen van grond bij herinrichting ........................................................
9
4.2.1 4.2.2
Bodemkwaliteitskaart ............................................................................................ Benodigde grond voor aanvullingen....................................................................
9 10
4.3
Overzicht grondstromen ...................................................................................
11
4.4
Aanbevelingen...................................................................................................
13
blad 1 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
1
Inleiding Dienst Landelijk Gebied, Bureau Beheer Landbouwgronden, is doende met de voorbereiding van de herinrichting van het plangebied Waalwaard. In de Waalwaard bevindt zich een steenfabriek die momenteel niet meer als zodanig in gebruik is. Het voornemen is dat deze steenfabriek opnieuw in gebruik genomen wordt door verplaatsing van een bestaande steenfabriek uit de Millingerwaard naar Dodewaard. Ten behoeve van deze bedrijfsverplaatsing zijn verschillende ingrepen nodig ter plaatse van en rondom deze steenfabriek. Bij deze ingrepen zal grondverzet plaatsvinden. Antea Group heeft in opdracht van DLG milieuhygiënisch en fysisch onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de bodem die bij de verschillende maatregelen zullen vrijkomen. Op basis van de plannen met de herinrichting en de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken dient een grondbalans opgesteld te worden. Dit wordt in de voorliggende rapportage gepresenteerd. In hoofdstuk 2 wordt eerst op hoofdlijnen ingegaan op de voorgenomen maatregelen in het gebied. Vervolgens worden de bevindingen van de bodemonderzoeken samengevat in hoofdstuk 3. De grondbalans wordt in het hoofdstuk 4 gepresenteerd.
blad 2 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
2 2.1
Herinrichting Waalwaard Situatie Het plangebied Waalwaard bevindt zich ter plaatse van en rondom een voormalige steenfabriek in de uiterwaarden langs de Waal ten zuiden van Dodewaard. De situatie met de relevante gebiedsdelen is weergegeven op onderstaande figuur. Aan de zuidzijde is de Waal zichtbaar; ten noorden (aan de bovenzijde buiten de figuur) bevindt zich de Waalbandijk. Strook langs toegangsweg
Voormalige steenfabriek Uiterwaard
Kribvak / zomerbed Waal
2.2
Voorgenomen herinrichting De herinrichting heeft als doel om het terrein van de voormalige steenfabriek geschikt te maken voor een nieuwe gebruiker. Hiertoe zijn op hoofdlijnen de volgende maatregelen voorzien: 1.
Ophoging terreindelen naast de steenfabriek Aan noord- en zuidzijde wordt het bedrijfsterrein vergroot door ophoging van de aangrenzende terreingedeeltes. Aan de noordzijde gaat dit om het gebied met de voormalige kleiputten; hier komt een nieuwe kade aan de te maken invaart vanuit de Waal. Aan de zuidzijde gaat dit om uitbreiding met een gebied dat nu in gebruik is weiland / uiterwaard. Tevens wordt hierbij de huidige ingang van de Waal naar de zandwinplas gedempt / opgehoogd. Dit zuidelijke terreindeel wordt ingericht voor opslag. De beoogde terreinhoogte is NAP + 11,60 m zodat noordelijk en zuidelijk deel opgehoogd moeten worden met respectievelijk circa 3,0 en 1,5 meter.
blad 3 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
2.
Het realiseren van een nieuwe invaart vanaf de Waal, oostelijk van de steenfabriek Deze invaart krijgt een breedte van circa 100 meter en dient de verbinding te vormen vanuit de Waal naar de te maken kade op het nieuwe bedrijfsterrein langs de zandwinplas. De invaart krijgt een bodemhoogte van NAP + 1,0 m. De breedte van de invaart wordt 96 meter. Aan weerszijden krijgt de invaart een talud van circa 1 : 3. Dit terreingedeelte is momenteel in gebruik als grasland / uiterwaard, dan wel maakt onderdeel uit van de Waal (kribvak) of zandwinplas.
3.
Aanleg natuurvriendelijke oever langs de toegangsweg naar de steenfabriek (oostzijde). Deze strook heeft een lengte van globaal 600 meter en een breedte van globaal 50 meter. Het terrein betreft onverhard grasland. Het maaiveld heeft een verhang van 1,5 meter vanaf de weg naar de zandwinplas (van circa NAP 9,5 m. naar NAP 8,0 m.). Het voornemen is om een gedeelte van deze strook te vergraven tot een natuurvriendelijke (slikkige) oever. Tevens worden enkele poelen gegraven voor aanwezige beschermde padden.
blad 4 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
3
3.1
Resultaten uitgevoerd onderzoek
Vooronderzoek In de afgelopen periode zijn diverse onderzoeken uitgevoerd. Dit betreft: 1. 2. 3. 4. 5.
3.2
(Water-)bodemonderzoek en bodemkwaliteitskaart Waalwaard, MWH, 21 november 2011, kenmerk M11B0339. Milieuhygiënisch en fysisch bodemonderzoek plangebied Waalwaard, Antea Group, 9 juli 2014, kernmerk 265998 Asbestonderzoek bodem strook grond langs toegangsweg plangebied Waalwaard, Antea Group, 1 juli 2014, kenmerk 265998 Onderzoek voormalige weg bij plangebied Waalwaard, Antea Group, 1 juli 2014, kenmerk 265998 Onderzoek ophoging noordelijk terreindeel voormalige steenfabriek, Antea Group, 28 mei 2014, kenmerk 265998
Milieuhygiënisch onderzoek
Invaart in de uiterwaard In het te vergraven gebied in de uiterwaard voor de invaart is overwegend sprake van een diffuse beïnvloeding van de kwaliteit van de bovengrond als gevolg van periodieke overstroming met vervuild rivierwater. Sterke verontreiniging is niet geconstateerd. In het onderzoek is door MWH specifieke aandacht gegeven aan enkele 'verdachte' locaties waar gezien de historie mogelijk sprake zou kunnen zijn van verontreiniging. Onderzoek op deze plekken heeft echter geen relevante verontreiniging naar voren gebracht; de kwaliteit van de bodem is overeenkomstig de kwaliteit van omringende niet verdachte terreingedeeltes. Hoogstens is lokaal sprake van een in enige mate geroerd bodemprofiel. Milieuhygiënisch is echter de kwaliteit van de bodem niet afwijkend. Als de bodemkwaliteit wordt uitgezet tegen de diepte is een duidelijke overgang waarneembaar op circa 2,0 m-m.v. / circa NAP + 6,5 m. De grond hierboven is matig verontreinigd (klasse B); de grond hieronder is overwegend niet verontreinigd. De bovenlaag kan worden onderscheiden in de roofgrond, de bovenste 0,5 meter, en de laag hieronder, bestaande uit afwisselend klei en zand. Getoetst als waterbodem worden beide bodemlagen overwegend beoordeeld als klasse B (klasse Industrie indien beoordeeld voor toepassing als landbodem). In de ondergrond, het zand tussen 2,0 en 8,0 m-m.v. is een verschil in kwaliteit zichtbaar tussen het noordelijk en het zuidelijk deel van de uiterwaard waarde invaart is voorzien. Het noordelijk deel wordt getoetst als waterbodem en landbodem respectievelijk betiteld als VT en AW (schoon). Het zuidelijk deel langs de Waal kent een geringe beïnvloeding, respectievelijk klasse A (waterbodem) en klasse Industrie (landbodem).
blad 5 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
Te maken invaart in kribvak / zomerbed Waal In het onderzoek zijn diverse monsters onderzocht van de waterbodem in het kribvak van de Waal. De resultaten geven een heterogeen beeld van de bodemopbouw, alsmede ook van de analyseresultaten, te weten: getoetst als waterbodem vallen verschillende monsters in klasse B, maar ook in klasse A of toepasbaar getoetst als landbodem zijn diverse monsters niet toepasbaar (op basis van olie), andere monsters vallen in klasse Industrie of resulteren in klasse AW2000. Een patroon of trend tussen gehaltes en diepte, of gehaltes en grondsoort of gehaltes en plaats in kribvak is niet zichtbaar. Door de dynamiek in het kribvak lijkt een zeer heterogeen beeld ontstaan. Dit maakt het bij uitvoering niet goed mogelijk om partijen met verschillende kwaliteiten of gradaties apart te verwijderen. Geadviseerd wordt uit te gaan van één partij uit het zomerbed / kribvak met een gemiddelde kwaliteit in maximaal klasse B / klasse Industrie. Bij toepassing in een grootschalige bodemtoepassing als landbodem moet rekening gehouden worden dat nog uitloogproeven benodigd zijn. Geadviseerd wordt derhalve bij herinrichting eerst te kijken naar toepassingsmogelijkheden als waterbodem. Aansluiting te maken invaart op zandwinplas In het onderzoek zijn 12 monsters geanalyseerd van de te vergraven waterbodem in de zandwinplas direct noordelijk van de uiterwaard. Net als in het kribvak van de Waal levert dit een behoorlijke heterogeniteit in de resultaten, te weten: getoetst als waterbodem vallen drie monsters in klasse B, vier monsters in klasse A en vijf monsters zijn vrij toepasbaar getoetst als landbodem is één monster niet toepasbaar, zes monsters vallen in klasse Industrie en vijf monsters in klasse AW2000. Een patroon of trend tussen gehaltes en diepte, of gehaltes en grondsoort of gehaltes en plaats in kribvak is niet zichtbaar. Net als voor het zomerbed wordt voor de grondbalans geadviseerd uit te gaan van één partij uit de strook in de zandwinplas met een gemiddelde kwaliteit in maximaal klasse B / klasse Industrie. Slikkige oever langs toegangsweg naar steenfabriek Qua milieuhygiënische kwaliteit komt deze strook overeen met overige gronden in de uiterwaarden. De roofgrond en bovengrond vallen in klasse B of klasse Industrie. De ondergrond beneden 2,0 m-m.v valt in klasse VT of AW. Binnen de strook zijn echter enkele bijzonderheden van toepassing, te weten: door de gehele te vergraven strook bevindt zich onder het maaiveld een voormalige weg. De constructie van de weg is in het profiel nog geheel intact en bestaat uit: . een asfalt laag van circa 10 cm. Het asfalt is teerhoudend . een onderliggende funderingslaag van circa 80 cm bestaande uit gemalen baksteen en schelpen. Onderzoek wijst uit dat dit funderingsmateriaal als niet vormgegeven bouwstof voldoet aan samenstellingseisen en emissiewaarden getoetst aan het Besluit Bodemkwaliteit. In met name het middengebied, langs de oever en aan de noordzijde hebben in het verleden diverse stortingen met puin plaatsgevonden. Aan de noordzijde was dit ten behoeve van een tijdelijke overslagplaats van materialen van het water naar het land; overige stortingen zijn minder duidelijk gelieerd aan een activiteit. Onderzoek heeft uitgewezen dat het gebied waar veel bijmenging met puin in de bodem aanwezig is tevens asbesthoudend is. In twee gebieden (middengebied en noordzijde) overschrijdt het asbestgehalte de interventiewaarde. Voor het overige liggen de gehaltes tussen detectiegrens en interventiewaarde. Met uitzondering van het middengebied blijft de aanwezigheid van asbest beperkt tot de bovenste meter.
blad 6 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
Met de toekomstige gebruiker van het steenfabriek is overeengekomen dat vrijkomende grond bij de strook voor de mitigerende maatregel niet zal worden gebruikt bij de ophogingen van het bedrijfsterrein. Deze grond zal dus in zijn geheel elders moeten worden afgezet, in analogie met de te onderscheiden deelpartijen.
3.2.1
Fysisch onderzoek Op basis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek wordt het volgende samengevat ten aanzien van de fysische condities van bij herinrichting vrijkomende grond:
De bovenlaag van het plangebied bestaat uit afwisselend zand en kleilagen tot circa 2,0 m-m.v. Hieronder bevindt zich tot einde boordiepte (6,0 m-m.v.) hoofdzakelijk zand, met locaal dunne kleilaagjes. De te vergraven kleibovengrond van de verschillende gebiedsdelen valt overwegend in erosieklasse 3. Het te verwijderen zand krijgt met de diepte steeds betere eigenschappen; het zand van de bovenste 2,0 à 2,5 m-m.v. is in de regel alleen geschikt als ophoogzand, terwijl het zand hieronder ook toepasbaar is als cunetzand of draineerzand. Een mogelijk lastig punt hierbij betreft dat weliswaar sprake kan zijn van draineerzand, maar dat vermarkten wordt bemoeilijkt omdat het milieuhygiënisch om klasse B materiaal gaat of klasse Industrie.
blad 7 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
4
4.1
Grondbalans
Uitgangspunten bij berekeningen grondbalans en vrijkomende partijen Voor het opstellen van de grondbalans voor de herinrichting zijn begin 2014 berekeningen uitgevoerd met behulp van GIS. Ten behoeve van de berekeningen zijn uitgangspunten geformuleerd die in overleg met Dienst Landelijk Gebied zijn vastgelegd. In de voorliggende rapportage is een update gemaakt van de grondbalans van februari 2014. Redenen voor deze update zijn: 1. Wijziging in diepte aan te leggen invaart van N.A.P + 0,5 m naar + 1,0 meter 2. Nieuwe resultaten van het onderzoek in de strook voor de mitigerende maatregel 3. Grond afkomstig van de vergraving voor de mitigerende maatregel wordt niet in het plangebied hergebruikt maar wordt afgevoerd naar elders. De consequenties van deze nieuwe uitgangspunten zijn verwerkt in de eerdere berekeningen. Het berekenen van de vrijkomende grondstromen gebeurt in een aantal stappen, te weten: 1. Bestand aanmaken met de huidige situatie met de actuele maaiveldhoogten. Hiertoe is gebruikt gemaakt van de Algemene Hoogtekaart Nederland (AHN). De hierin opgenomen hoogtes zijn vergeleken met de bekende hoogtes vanuit de inmeting van het gebied en vanuit de gemeten maaiveldhoogtes bij de boringen in dit en voorgaand onderzoek. Waar nodig zijn in het basisbestand van de situatie de hoogtes aangepast aan de hand van de informatie uit de metingen. 2. Bestand aanmaken met de toekomstige situatie De voorgenomen maatregelen in de te vergraven gebieden zijn gemodelleerd. Eén en ander conform de basisinformatie en uitgangspunten als opgenomen in bijlage 12. 3. Verschilberekening huidige situatie en toekomstige situatie Met behulp van GIS zijn de verschillen berekend in huidige en toekomstige situatie, resulterend in vrijkomende volumina grond, onderscheiden per deelgebied. 4. Opdeling van de vrijkomende grond in deelpartijen in analogie naar milieuhygiënische kwaliteit (mate van verontreiniging) en fysische kwaliteit. Deze eigenschappen bepalen immers de toepassingsmogelijkheden en mogelijke waarde van vrijkomende gronden, dan wel kosten voor afzet. In het navolgende wordt per deelgebied toegelicht welke deelpartijen voor de berekeningen zijn aangehouden: Te maken invaart in de uiterwaard: nr 1 2 3a 3b
hoogte NAP bovenste halve meter NAP + 6,5 - onderzijde partij 1 NAP + 1,0 tot + 6,5, zuidelijke helft NAP + 1,0 tot + 6,5, noordelijke helft
omschrijving roofgrond, klei klei, erosieklasse 3 grof zand draineerzand grof zand, draineerzand
kwaliteit waterbodem landbodem B I / NT B
I / NT
A
I
VT
AW
blad 8 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
Te maken invaart in kribvak / zomerbed Waal nr 1
hoogte NAP
omschrijving
alles boven NAP + 1,0
grof zand, draineerzand
kwaliteit waterbodem landbodem A/B I
Aansluiting te maken invaart op zandwinplas nr 1
hoogte NAP
omschrijving
alles boven NAP + 1,0
grof zand, draineerzand
kwaliteit waterbodem landbodem A/B I
Mitigerende maatregel, slikkige oever langs toegangsweg naar steenfabriek
hoogte NAP
omschrijving
1 2
Asfalt voormalige weg
asfalt
waterbodem landbodem niet van toepassing / teerhoudend
Funderingslaag voormalige weg Asbest verontreinigde grond bovenste twee meter
niet vormgegeven bouwstof klei
niet van toepassing / herbruikbaar als niet vormgegeven bouwstof NT NT
3 4 5
6
4.2
4.2.1
kwaliteit
nr
middengebied, bovenste anderhalve meter 2,0 - 2,5 m-m.v.
roofgrond, klei, erosieklasse 3 bodemvreemd materiaal, puin, bakstenen klei, erosieklasse 3
B
I
nvt
nvt
VT
AW
Toepassingen van grond bij herinrichting
Bodemkwaliteitskaart De onderzoeksresultaten van 2011 zijn vertaald naar een bodemkwaliteitskaart voor het plangebied. Een belangrijk element bij deze bodemkwaliteitskaart is dat men binnen het plangebied van doen heeft met twee bevoegde gezagen. Het terrein van de voormalige steenfabriek betreft namelijk een zogenaamde 'hoogwatervrije zone' betreft. Dit betekent dat grond hier als landbodem dient te worden beoordeeld met als bevoegde gezag respectievelijk gemeente Neder Betuwe (Besluit Bodemkwaliteit) en provincie Gelderland (Wet bodembescherming). De gronden in de omringende uiterwaarden dienen te worden beoordeeld als waterbodem met als bevoegd gezag Rijkswaterstaat (Besluit Bodemkwaliteit en Waterwet). De opgestelde bodemkwaliteitskaart is vastgelegd door de gemeente. Op de kaart wordt op basis van gemeten actuele kwaliteit van de bodem aangegeven wat de kwaliteit van toe te passen grond is voor ophoging in geval van de herinrichting.
blad 9 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
Hiernaast is een uitsnede gegeven van de kaart voor de bovengrond, voor toepassen als landbodem. De kaart geeft aan dat voor de voormalige steenfabriek (groene gebied met een C) uitgegaan moet worden van klasse AW2000, 'schone grond'. Voor de uiterwaarden (oranje gebieden met A en F) is sprake van klasse industrie bij toepassen als landbodem. Bij toepassing op waterbodem blijven de oranje gebieden identiek maar dan is sprake van klasse B, conform waterbodem toetsing.
4.2.2
Benodigde grond voor aanvullingen De hoeveelheden toe te passen grond zijn aangeleverd door DLG. Dit betreft de ophogingen rondom de voormalige steenfabriek en het ophogen / dempen van de vroegere verbinding van de Waal met de zandwinplas. In de onderstaande tabel staan de locaties aangegeven waar ophoging is voorzien, de benodigde hoeveelheid en de eisen die aan te toe te passen grond worden gesteld. Locatie A. Ophoging terrein tpv kleigaten B. Uitbreiding zuidelijk bedrijfsterrein C. Bestaande geul ophogen C. Deel geul verder ophogen Totaal
Hoeveelheid [m3] 36.000 25.000 65.000 9.000 135.000
Eisen aan grond klasse AW 2000 grootschalige bodemtoepassing idem idem
De in de tabel genoemde locaties voor ophoging zijn aangegeven op de situatie hiernaast. A = op te hogen kleigaten B = op te hogen zuidelijke terreindeel (GBT C = bestaande geul dempen en ophogen Op de vastgestelde bodemkwaliteitskaart is aangegeven dat deelgebied A voldoet aan klasse AW2000 en dat toepassingen alhier aan deze kwaliteit moeten voldoen. De deelgebieden B en C zijn destijds niet onderzocht. Deze deelgebieden behoren in de huidige situatie niet tot de hoogwatervrije zone van de steenfabriek, maken onderdeel uit van de uiterwaarden en betreffen waterbodem (bevoegd gezag Rijkswaterstaat). Voor de deelgebieden B en C is uitgegaan van ophoging van meerdere meters in de vorm van een grootschalige bodemtoepassing. Na realisatie van de ophoging / grootschalige bodemtoepassing vormen deze terreindelen integraal onderdeel van het terrein van de steenfabriek en maken hiermee dus ook onderdeel uit van de hoogwatervrije zone. Aan de hand hiervan wordt ervan uitgegaan dat toetsing conform landbodem aan de orde is en de grond moet voldoen aan klasse Industrie.
blad 10 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
4.3
Overzicht grondstromen In de navolgende tabel staat het overzicht van de grondstromen, vrijkomend en toe te passen, bij de herinrichting van het plangebied Waalwaard.
TE ONTGRAVEN GROND Nr.
grondsoort
mate van verontreiniging
fysische kwaliteit
hoeveelheid [m3]
klasse B klasse B klasse A klasse A schoon schoon
roofgrond erosieklasse 3 draineerzand draineerzand draineerzand draineerzand
17665 45491 49600 10000 37000 59631
GBT GBT afvoeren, vermarkten GBT ophogen noordzijde terrein vermarkten
klasse A/B
draineerzand
27138
GBT
klasse A/B
draineerzand
4130
GBT
nvt nvt
400 2500
afvoeren verwerker afzetten elders buiten werk
nvt (roof-)grond nvt
1200 11000 3500
afvoeren verwerker afzetten elders buiten werk afvoeren verwerker
erosieklasse 3
2500
vermarkten
Invaart, uiterwaard 1 klei 2 klei 3a1 zand, zuidelijke helft 3a1 zand, zuidelijke helft 3b1 zand, noordelijke helft 3b2 zand, noordelijke helft
bestemming
Invaart, kribvak / zomerbed Waal 1 zand Invaart, overgang in zandwinplas 1
zand
Natuurvriendelijke oever langs weg naar steenfabriek 1 Asfalt teerhoudend 2 Granulaat onder weg herbruikbaar Asbest verontreinigde 3 grond boven I-waarde 4 klei klasse B 5 puin asbesthoudend 6
klei
schoon
Totalen
Onderscheiden naar grondstroom
271754
schoon zand klasse B klei klasse A/B zand
klasse B klei klei, erosieklasse 3 asfalt granulaat onder weg asbest verontreinigde grond puin klasse A, draineerzand schoon draineerzand
37000 63156 41267 11000 2500 400 2500
ophogen noordzijde terrein GBT GBT afzetten elders buiten werk vermarkten afvoeren verwerker afzetten elders buiten werk
1200
afvoeren verwerker
3500 49600 59631
afvoeren verwerker afvoeren, vermarkten vermarkten
blad 11 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
Ter toelichting op de grondbalans zoals gepresenteerd op de vorige bladzijde het volgende:
In het project is sprake van een aanzienlijk overschot aan grond. Globaal de helft van de vrijkomende grond kan worden hergebruikt; de overige helft dient te worden afgevoerd. Bij het opstellen van de grondbalans is ernaar gestreefd enerzijds zoveel mogelijk licht en matig verontreinigde grond (klasse A en B) bij de herinrichting weer te kunnen toepassen en anderzijds zo veel mogelijk grond met een waarde (draineerzand) te kunnen vermarkten. Voor de toepassingen in het project is aangesloten bij de kwaliteitseisen vanuit de bodemkwaliteitskaart. Voor de ophoging van de kleiputten aan de noordzijde betreft dit schoon zand afkomstig uit de ondergrond van de te graven invaart in de uiterwaard vanuit de Waal. Voor de ophoging aan de zuidzijde is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van klasse B en klasse A grond die bij de verschillende vergravingen vrijkomen. Dit betreft 60% klei (deels roofgrond) en 40% zand (met name uit de natte gedeeltes bij het kribvak en in de zandwinplas). Voor de vrijkomende grond uit de strook voor de mitigerende maatregel zijn zes partijen onderscheiden die alle niet worden hergebruikt binnen de herinrichting. Dit betreft asfalt en funderingsmateriaal van de voormalige weg, sterk met asbest verontreinigde grond, vrijkomend puin en klei in verschillende kwaliteitsklasses. Voor toepassing van de grond zal een bestemming buiten het project moeten worden gevonden, hergebruik of vermarkten. Rekening houdende met een natte toepassing voor hergebruik, als bijvoorbeeld het verondiepen van een zandwinplas in het rivierengebied, zal deze grond eerst gezeefd moeten worden. Vervolgens dienen grond en afgezeefd puin apart verwerkt / toegepast te worden. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat het afgezeefde puin en mogelijk ook de uitgezeefde grond, afkomstig uit de deelgebieden waar asbest is aangetoond, asbesthoudend zijn. Een partijkeuring van het gezeefde materiaal moet uitwijzen wat de hergebruiksmogelijkheden zijn. In de berekeningen voor de ophogingen is rekening gehouden met 5% overhoogte ter compensatie van zettingen in de ondergrond. Gezien de grondslag van de ontvangende bodem en deels ook van de toe te passen grond is het optreden van zettingen realistisch. Momenteel is Dienst landelijk Gebied hierover in gesprek met de toekomstige gebruiker. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan dient zo mogelijk nog een beperkte aanpassing te worden gemaakt in de hoeveelheden.
blad 12 van 13
Grondbalans herinrichting plangebied Waalwaard Projectnr. 265998 24 september 2014 , revisie 02
4.4
Aanbevelingen Ten aanzien van de voorgaand gepresenteerde grondbalans wordt vermeld dat een aantal gebruikte uitgangspunten nog de komende tijd zal worden aangepast. Dit heeft consequenties voor de hoeveelheden en bestemmingen van de verschillende partijen. Aanbevolen wordt de berekeningen hier nog een keer op aan te passen en een definitieve update van de grondbalans te maken als de volgende punten helder zijn vastgesteld:
overeenstemming met de toekomstige gebruiker hoe om te gaan met eventueel te verwachten zettingen en de consequenties hiervan voor toe te passen grond, enerzijds qua hoeveelheid en op te brengen hoogte, anderzijds qua fysische samenstelling (bijvoorbeeld bij voorkeur zand en geen klei); voor de berekeningen van de mitigerende maatregel is uitgegaan van een voorlopig ontwerp waarbij actuele hoogtes niet één op één overeen kwamen met de gebruikte hoogtes in het voorlopig ontwerp. De vrijkomende hoeveelheden in deze strook dienen nog te worden herberekend voor een vast te stellen definitief ontwerp. Andersom kan ook worden overwogen of het ontwerp niet moet worden aangepast aan de hand van de recent verkregen informatie over voormalige weg in de bodem en het asbesthoudende puin. Dit door het ontwerp aan te passen dat sterk verontreinigde delen niet behoeven te worden ontgraven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht om een smallere strook te ontgraven of de herinrichting meer naar het noordelijke deel van de strook op te schuiven of het te splitsen in twee gedeeltes. de toe te passen hoeveelheden voor de ophogingen, dit ook in relatie met en in aanvulling op het vermelde bij de eerste bullit. De indruk is dat de door Dienst Landelijk Gebied aangeleverde hoeveelheden voor de ophogingen laag zijn. Bijvoorbeeld voor de kleiputten is aangehouden dat 36.000 m3 wordt toegepast voor de ophoging. Voor een gebied van ruim 2,0 ha. en een ophoging van lokaal meer dan drie meter lijkt dit aan de lage kant. Dit geldt tevens voor de ophoging aan de zuidzijde. Aanbevolen wordt na te gaan of de uitgangspunten voor de berekeningen van de toepassingen nog actueel zijn en zo nodig deze berekeningen opnieuw te doen. de aanpassing van de bodemhoogte in de invaart vanuit de Waal en bijbehorende horizontale grenzen is nu handmatig doorgevoerd. Bij definitieve vaststelling dienen deze hoeveelheden nog exact te worden berekend aan de hand van het GIS-model. Vanwege het feit dat sprake is van twee bevoegde gezagen is uitgegaan van toepassing van grond met verschillende kwaliteit bij de twee ophogingen. Het toepassen van schone grond voor de ophoging aan de noordzijde is hierbij niet in balans met de toepassing van klasse B grond in de grootschalige bodemtoepassing, niet met overige gebiedskwaliteit en niet nodig voor het toekomstige gebruik van de locatie als bedrijfsterrein. Overwogen kan worden in overleg met bevoegd gezag bespreekbaar te maken dat voor de ophoging van de kleiputten ook grond met een andere / mindere kwaliteit gebruikt kan worden.
Antea Group Nederland Deventer, september 2014
blad 13 van 13