Financieringsaanvraag voor het project:
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied 2006 - 2007
Aanvraag voor: Organisatie Adres
Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling
Aangevraagd door: Organisaties Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen, Stichting Oude Groninger Kerken, Landschapsbeheer Groningen en Agrarische Jongeren van Drenthe (DAJK), Friesland (AJF), Flevoland (FAJK) en Groningen (GrAJK) Contactpersoon Adres Telefoon Fax E-mail
Auke A. de Jong Postbus 186, 9200 AD Drachten 0512-305 281 0512-205 289
[email protected]
Periode
2006-2007
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk
Pagina
1. Aanleiding
3.
2. Projectomschrijving 2.1. Probleemstelling 2.2. Doelstelling en doelgroep 2.3. Aanpak en werkwijze 2.4. Resultaten
4. 4. 4. 6. 7.
3. Relatie met het Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling
8.
4. Projectuitvoering 4.1. Organisatie en planning 4.2. Communicatie
9. 9. 9.
5. Begroting en financiering 5.1. Begroting 5.2. Financiering
11. 11. 11.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
2
1. Aanleiding Iedereen heeft te maken met het landelijk gebied, echter de verschillende groeperingen in de samenleving hebben weinig besef van welke partijen gebruik maken van die ruimte en welke bijdragen deze partijen leveren om een duurzame samenleving en omgeving te behouden. Deze bijdragen liggen op het gebied van People, Planet en Profit De landbouw maakt bijvoorbeeld gebruik van deze ruimte. Naast de huidige generatie is de toekomstige generatie vertegenwoordigd in de Agrarische Jongeren Kontakten van Drenthe, Friesland en Groningen (AJK’s). De leden van deze verenigingen, jonge agrariërs, gebruiken het landelijk gebied om daar op korte en lange termijn economisch profijt uit te halen. Om op lange termijn winstgevend gebruik te kunnen maken van de grond waarover zij beschikken moet hier wel duurzaam mee worden omgegaan, dit om een inkomen te genereren. Planet en People zijn daarmee van belang. De kringloopprocessen in de grond is een natuurverschijnsel, de boer woont op en geniet van het platteland en de burger is de consument waar hij rekening mee moet houden. Een andere partij die gebruik maakt van deze ruimte is Landschapsbeheer Groningen (LBG). Landschapsbeheer levert een actieve bijdrage aan herstel, behoud en ontwikkeling van een ecologisch en mooi cultuurlandschap met een streekeigen karakter. Dit heeft als doel de karakteristieke kenmerken van het landschap te behouden en te ontwikkelen en een beter leefmilieu voor mensen, dieren en planten te verkrijgen. De nadruk ligt hier niet zo zeer op het winstgevend exploiteren van de beschikbare ruimte/grond maar meer op Planet. Een derde partij is Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK). De SOGK heeft als doelstelling historische kerkgebouwen in de provincie Groningen in stand te houden en het gebruik te bevorderen. Deze partij richt zich dus op het bewaren, herstellen en stimuleren van het gebruik van de cultuurhistorie en dat deze historie blijft bestaan voor de generaties die na ons komen. Genoemde partijen werken allen aan een duurzame toekomst maar ieder met zijn eigen doel. De AJK’s om uit de geboden ruimte winst te halen, LBG om in de geboden ruimte de karakteristieke elementen uit het landschap te behouden en SOGK om het landelijk gebied, en de rol daarin van de mens, zich verder te laten ontwikkelen vanuit cultuurhistorisch perspectief. Echter allen hebben met elkaar te maken in deze ruimte en moeten samenwerken om cohesie in de verschillende doelstellingen te behouden. De drie organisaties vinden het belangrijk meer jongeren te betrekken bij duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied. De maatschappelijke stage, die op steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs (vo) onderdeel is van het lesprogramma, biedt hiervoor een uitstekend aanknopingspunt. Kenmerkend voor de maatschappelijke stage is dat leerlingen door vrijwilligerswerk te doen actief kennismaken met allerlei aspecten van de samenleving, waardoor hun maatschappelijke betrokkenheid wordt vergroot en actief burgerschap wordt gestimuleerd. Het vrijwilligerswerk is de garantie voor sociale duurzaamheid. De drie organisaties willen hierop inhaken door met scholen samen te werken rond het thema duurzame ontwikkeling. Via hun maatschappelijke stage kunnen leerlingen zien en ervaren wat duurzame ontwikkeling in het landelijk gebied inhoudt, wat het belang van verschillende betrokkenen is en wat zij zelf kunnen bijdragen. Het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen (CMO Groningen) heeft de afgelopen jaren als adviseur en projectleider op het gebied van maatschappelijke stages expertise opgebouwd en contacten gelegd. De organisatie wil deze graag beschikbaar stellen ten behoeve van de duurzame ontwikkeling in het landelijk gebied. Bovenstaande overwegingen waren aanleiding voor de Agrarische Jongeren Kontakten van Drenthe, Friesland en Groningen, Landschapsbeheer Groningen, Stichting Oude Groninger Kerken en het CMO Groningen om gezamenlijk na te gaan hoe de betrokken partijen van elkaar kunnen leren en hoe het begrip duurzaamheid voor het landelijk gebied een plaats kan krijgen in de hoofden van scholieren. De manier waarop bovengenoemde partijen dit voor ogen hebben leest u in dit projectvoorstel.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
3
2. Projectomschrijving Dit hoofdstuk is onderverdeeld in vier paragrafen. Allereerst wordt de probleemstelling gegeven om daaruit voortvloeiend de doelstelling te formuleren en de doelgroep binnen het project aan te geven in paragraaf twee. Paragraaf drie geeft inzicht in de aanpak en werkwijze. Tot slot worden de verwachte resultaten beschreven. 2.1. Probleemstelling Uit hoofdstuk één komt naar voren dat de verschillende groeperingen in de samenleving wel zien wat er gebeurt in het landelijk gebied, maar niet beseffen wat het belang en de achterliggende redenen daarvan zijn. Daarnaast is duidelijk dat er binnen het landelijk gebied verschillende belangen spelen. Om aan ieders belangen in het landelijk gebied tegemoet te komen en daarmee een duurzame toekomst te garanderen voor de generaties die na ons komen is het noodzakelijk dat de verschillende partijen (SOGK, LBG en AJK’s) weten wat de overwegingen zijn en de achtergronden begrijpen. Pas dan kunnen ze effectief samenwerken. De daaruit voortvloeiende probleemstelling is: De huidige samenleving ziet veel activiteit in het landelijk gebied maar beseft niet wat de bijdrage van debelanghebbende partijen is om een duurzame toekomst te garanderen. Daarnaast wordt in beperkte mate nagegaan hoe de partijen gezamenlijk deze duurzaamheid verder kunnen optimaliseren. 2.2 Doelstelling en doelgroep Scholieren vormen een afspiegeling van de samenleving. Daarnaast is het van belang om de jongere in een vroeg stadium te betrekken bij de verschillende belangen binnen die samenleving. Dit is een goede manier om te zien hoe de verschillende belangen geuit moeten worden om een duurzame toekomst te garanderen. In dit voorstel is de meest voor de hand liggende doelgroep dan ook het voortgezet onderwijs. Op basis van de geformuleerde probleemstelling is het duidelijk dat de partijen in contact komen met elkaar, zodat deze van elkaar leren. Door de scholieren bij de verschillende partners concrete opdrachten uit te laten voeren moet bereikt worden dat de leerlingen voeling krijgen bij het begrip duurzaamheid en welke rol elke partij daarin speelt. Hier vloeit de volgende hoofddoelstelling uit voort; - Scholieren krijgen, door vrijwillige inzet, een beeld van het begrip duurzaamheid en welke partijen daar een rol in spelen en raken meer betrokken bij wat er speelt in hun omgeving. - Door de samenwerking van de projectpartners wordt integraal gewerkt aan duurzaamheid op het platteland. Subdoelstellingen - Creëren bewustzijn bij de leden van de verschillende partijen over hun rol in het landschap en hoe zij die rol kunnen verbeteren door scholieren daarin te betrekken. - Het invullen van sociale duurzaamheid door de scholieren verantwoordelijkheid te laten nemen, samen te werken en andere mensen te helpen en zorg te dragen voor de leefomgeving. - Laten zien welke rol de verschillende partijen spelen op het platteland en wat hun belang is omtrent duurzaamheid - Nagaan hoe dit initiatief verder gestalte kan worden gegeven zodat het voortgezet onderwijs structureel gebruik kan maken van duurzame leeropdrachten Taakstellingen Er worden minimaal negen duurzame leeropdrachten uitgevoerd en maximaal vijftien. Het aantal leerlingen wat aan deze opdrachten mee zal doen moet gedurende de ontwikkeling van het traject duidelijk worden. Duidelijk is dat de opdrachten individuele, maar ook groepsopdrachten kunnen zijn.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
4
Figuur 2.1. Processchema Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied Coördinatiegroep
Planet Profit
CMO
AJK’s
People
Formulering Duurzame Leeropdrachten
Profit Planet
LBG
People Uitvoering Duurzame Leeropdrachten door leerlingen VO Planet
VO People
Profit
SOGK Terugkoppeling en analyse Duurzame Leeropdrachten
Rapportage project Sociale Duurzaamheid Landelijke Gebied
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
5
2.3. Aanpak en werkwijze Om de doelstelling uit paragraaf 2.2 te realiseren wordt gebruik gemaakt van duurzame leeropdrachten. Het in gezamenlijkheid ontwikkelen van deze opdrachten is het eerste leerproces in dit project; het andere leerproces hangt direct samen met de uitvoering van de opdrachten door scholieren in het kader van de maatschappelijke stage. Het aantal te ontwikkelen opdrachten is een veelvoud van 3. Binnen elk cluster van 3 opdrachten is de gang van zaken als volgt: • De 3 partijen (Agrarische Jongeren Kontakten van Drenthe, Groningen en Friesland, Landschapsbeheer Groningen en via deze de zusterorganisaties in Friesland en Drenthe en de Stichting Oude Groninger Kerken en via deze de zusterverenigingen in Drenthe en Friesland) nemen elk het initiatief voor 1 opdracht vanuit hun eigen basis P (zie ook hoofdstuk 1) • Op basis van de input van de initiatiefnemende partij komen de ander 2 partijen met een reactie vanuit hun eigen P. • Hiermee ontstaat binnen elk ontwikkelingstraject voor een opdracht een leerproces tussen de 3 partijen. • Het resultaat van elke leerproces afzonderlijk is een door alle 3 partijen gedragen opdracht die wordt aangeboden aan het andere leerproces binnen het project (vanuit de uitvoering van de opdrachten door scholieren in het kader van de maatschappelijke stage). In figuur 2.1. is schematisch weergegeven hoe het proces eruit ziet. De ontwikkeling van de opdrachten zal worden gedaan in samenspraak met CMO Groningen en de te werven scholen in Groningen, Friesland en Drenthe. De duurzame leeropdrachten worden gekoppeld aan de maatschappelijke stages die de leerlingen uit moeten voeren. De opdrachten worden door groepen leerlingen of apart per leerling uitgevoerd. De duur van de opdrachten kan variëren van één dag tot een week. De invulling van de opdrachten zal nader worden bepaald nadat de scholen zijn geworven. In het uitvoeren van de opdrachten zal naar voren moeten komen welke rol elke partij speelt om een duurzame samenleving en een leefbaar platteland te behouden. De uitvoering van één opdracht hoeft niet per definitie plaats te vinden bij één partner. Bij de leerlingen wordt nagegaan wat de leereffecten zijn geweest. In samenspel met CMO en de scholen wordt bepaald hoe dit meetbaar kan worden gemaakt. Voorop staat dat de leerlingen vooraf opdrachten mee moeten krijgen waarbij de elementen People, Planet en Profit duidelijk naar voren komen. Op basis van deze opdrachten kunnen de leerlingen individueel of groepsgewijs hun ervaringen rapporteren. Na de werving van de scholen en de definiëring van de opdrachten zullen drie ronden plaatsvinden waarin de opdrachten worden aangeboden, uitgevoerd en geëvalueerd. De eerste ronde opdrachten is gepland voor november, vervolgens een ronde in januari en de laatste ronde start in maart. De eerste ronde opdrachten zal in de provincie Groningen plaatsvinden. Na elke ronde wordt bepaald hoe de opdrachten verder verbeterd kunnen worden. In tabel 2.1. is aangegeven hoeveel opdrachten per partner per provincie worden nagestreefd. Tabel 2.1. Aantal opdrachten per provincie per partner Partner/provincie Groningen Friesland GrAJK, AJF, DAJK 1 3 Landschapsbeheer 3 1 Groningen SOGK 3 Totaal 7 4
Drenthe 1 1
Totaal 5 5
2 4
5 15
CMO speelt in de opdrachten een cruciale rol, zowel in het contact naar de scholen toe, maar ook om te bewaken dat de opdrachten voldoen aan de wensen en eisen vanuit het oogpunt van de maatschappelijke stage.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
6
2.4. Resultaten Er worden twee leertrajecten gestart en uitgevoerd, namelijk: - Instellingen met verschillende achtergronden en belangen werken samen om gemeenschappelijk geaccepteerde opdrachten te ontwikkelen. De organisaties leren daarbij van elkaar en krijgen een concreter, breder en dieper besef bij het woord duurzaamheid. - Leerlingen worden bekend gemaakt met het begrip duurzaamheid, wat dat begrip omvat en welke rol verschillende partijen daarin spelen, wat deze partijen doen om deze duurzaamheid te continueren en daarmee de leefbaarheid op het platteland in stand te houden. Daarnaast worden er minimaal negen duurzame leeropdrachten uitgevoerd en wordt nagegaan hoe het project structureel ingebed kan worden binnen het onderwijssysteem en de betrokken partijen.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
7
3. Relatie met het Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling In voorgaande hoofdstukken zijn de leerprocessen al aan de orde gekomen en is duidelijk gemaakt hoe deze processen verwezenlijkt moeten worden. Uit de omschrijving blijkt dat de aansluiting bij het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling vooral ligt op het gebied van sociale duurzaamheid. Immers de verschillende betrokken partners maken door de opdrachten duidelijk wat hun rol is met betrekking tot de leefbaarheid van het platteland en welke activiteiten zij waarom uitvoeren. Tevens is aangegeven dat de samenleving ver af staat van datgene wat op het platteland gebeurt en vaak in stereotype beelden denkt. Doordat de projectpartners naar buiten treden en de werkzaamheden en hun belang in duurzaamheid naar voren brengen moet dit beeld dichter bij de realiteit gebracht worden en zal de perceptie van de scholier veranderen. Daarnaast moet duidelijk worden dat de verschillende partijen wel degelijk belangrijk zijn voor de leefbaarheid van het platteland en dat deze partijen daarmee onmisbaar zijn voor een duurzame toekomst. Er vinden twee leereffecten plaats. In eerste instantie leren de betrokken partijen uit het landelijk gebied van elkaar door gezamenlijk gedragen opdrachten te formuleren, waarmee het begrip duurzaamheid een bredere en diepere inhoud krijgt. Het project is daarmee tevens een springplank naar een meer duurzame samenwerking tussen de partners. De geformuleerde opdrachten worden uitgevoerd door scholieren, die daarmee bekend worden gemaakt met de verschillende facetten van het begrip duurzaamheid en de functies die het landelijk gebied vervuld.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
8
4. Projectuitvoering In dit hoofdstuk wordt in paragraaf één ingegaan op de algehele organisatie en de planning. In de tweede paragraaf wordt aangegeven welke communicatiemiddelen worden ingezet om het project naar buiten toe kenbaar te maken. 4.1. Organisatie en planning De organisatie van het project ligt in handen van alle initiatiefnemers van het project. De algehele coördinatie en toezicht op de voortgang ligt bij de AJK’s. In figuur 4.1. is het activiteiten overzicht globaal weergegeven. De planning, inclusief de acties en de betrokken partijen, is weergegeven in tabel 4.1. Tabel 4.1. Planning Tijdstip juli
september oktober November November november november December december December januari januari februari februari Februari maart Maart April Mei en juni Allen: CMO, AJK’s, LBG, SOGK
Actie Start werving drie scholen/opdrachten voor Groningen en bepalen wat de wensen en eisen zijn m.b.t. de maatschappelijke stages vanuit het VO Inventariseren mogelijke opdrachten Vaststellen wat de eerste drie opdrachten worden en welk lesmateriaal daarbij benodigd is Start opdrachten Rapportage opdrachten Werving overige opdrachten interprovinciaal Bepalen wat de wensen en eisen zijn vanuit het VO Evaluatie opdrachten door opdrachtverleners Evaluatie initiatiefnemers aanpassing opdrachten Tweede ronde opdrachten Rapportage opdrachten Evaluatie opdrachten door opdrachtverleners Evaluatie initiatiefnemers Aanpassing opdrachten Start laatste ronde opdrachten Evaluaties Vervolg? rapportage
Verantwoordelijke CMO
LBG, AJK’s, SOGK Allen* LBG, AJK, SOGK, VO-leerlingen VO-leerlingen CMO AJK, CMO, VO Opdrachtgever afzonderlijk met betrokken initiatiefnemer(s) Allen LBG, AJK’s, SOGK LBG, AJK, SOGK, VO-leerlingen VO-leerlingen Opdrachtgever afzonderlijk met betrokken initiatiefnemer(s) Allen Allen VO-leerlingen Allen, opdrachtgevers, VO en VO leerlingen Allen & VO AJK’s
Het is belangrijk voor de AJK’s dat de opdrachten in het winterseizoen plaatsvinden aangezien dit de ‘rustige’ tijd van het jaar is en ondernemers tijd kunnen nemen voor de juiste begeleiding van in principe onervaren scholieren. 4.2. Communicatie De partners zullen de eigen bladen en nieuwsbrieven gebruiken om de leden en achterban te informeren, daarnaast zullen persberichten worden verstuurd. Tevens moet nagegaan worden of er voor Noord Nederland een soort ontmoetingsplek voor maatschappelijke stages ontworpen kan worden, waar kleine bedrijven en instellingen kortdurende, duurzame leeropdrachten aan kunnen bieden aan scholen en/of scholieren. Tijdens het gehele traject zal de media, (met name in het Noorden) actief worden benaderd. Nadat het vervolg duidelijk is kan dit feestelijk geïntroduceerd worden met landelijke media aandacht en de minister van onderwijs.
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
9
Figuur 4.1. Schematisch actieoverzicht
Werving drie scholen/opdrachten
Vaststellen leeropdrachten
Uitvoering opdrachten 1e ronde
Werving scholen/opdrachten 2e en 3e ronde
Evaluatie
Vaststelling leeropdrachten
Inventariseren vervolgmogelijkheden project
Uitvoering
Evaluatie
Rapportage
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
10
5. Begroting en financiering In paragraaf één wordt aangegeven hoe de begroting eruit ziet voor het project in paragraaf twee komt aan bod hoe de voorgestelde financiering eruit ziet. 5.1. Begroting In tabel 5.1. is aangegeven hoeveel uren er per activiteit begroot zijn en wat de beraamde vergoeding daarvoor is. In de begroting is gewerkt met een uurtarief van 95 Euro, wat voor alle partners gelijk is. Post Projectontwikkeling Projectontwikkeling
Uren 20 24
Beraamde vergoeding 1.900,00 2.280,00
Ontwikkeling leeropdrachten Inpasbaar maken leeropdrachten Werving scholen
450 90 60
42.750,00 8.550,00 5.700,00
Overleggen
96
9.120,00
Deelrapportage Eindrapportage Materiaalkosten en vergoedingen Subtotaal Onvoorzien (5%) Algemene projectcoördinatie (5%) Totale financieringsbehoefte
80 20
7.600,00 1.900,00 18.750 98.550 4.927,50 4.927,50 108.405,00
Toelichting Vergoeding AJK 8 uur per overige partner 30 uur per leeropdracht 6 uur per leeropdracht 4 uur per school, uitgaande van 15 scholen Uitgaande van 6 overleggen 20 uur per partner Uitgevoerd door AJK 1.250 per leeropdracht
5.2. Financiering Uit tabel 5.1. blijkt dat de totale financieringsbehoefte 108.405 Euro is. De voorgestelde verdeling hiervan is alsvolgt: Financiering vanuit het Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (85%)
€ 92.144,25
Financiering middels eigen bijdrage partners (15%)
€ 16.260,75
Sociale Duurzaamheid Landelijk Gebied
11