Groep Technologie & Design Campus De Nayer
Bijzonder reglement Stage en eindwerk
Academiejaar 2013-2014
Inhoudstafel 0. Begripsbepalingen 1. Visie 1.1 Externe criteria 1.2 Interne criteria 2. Begeleiding 3. Evaluatie 4. Organisatie 4.1. Algemeen 4.2. Het bepalen van het onderwerp 4.3. Enkele mijlpalen in de planning van de eindwerk 4.4. In te leveren administratieve gegevens tijdens het academiejaar 5 Eigendomsrecht 5.1 Het product 5.2 De scriptie
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
4 4 4 4 5 5 7 7 8 8 10 11 11 11
0. Begripsbepalingen 1. Aangezien een aantal eindwerken uitgevoerd worden in samenwerking met een bedrijf of een onderzoeksinstelling, hebben de meeste studenten een hogeschoolpromotor en een bedrijfspromotor. In de onderstaande tekst wordt met promotor hogeschoolpromotor bedoeld. 2. Wanneer een eindwerk in de hogeschool wordt uitgevoerd wordt er naast de promotor een tweede promotor aangesteld die het eindwerk technisch opvolgt. Deze wordt in de verdere tekst bedrijfspromotor genoemd. 3. Departementaal is een coördinator project, stage en eindwerk aangesteld. In deze tekst wordt met coördinator verwezen naar de departementale coördinator project, stage en eindwerk.
1. Visie 1.1 Externe criteria Het eindwerk wordt omschreven als een werkstuk waarmee een professionele bachelor-opleiding wordt voltooid. Daardoor geeft een student blijk van een analytisch en synthetisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeksingesteldheid van de student. Decretaal is verder ook bepaald dat het aantal studiepunten van het eindwerk gelijk is aan ten minste één vijfde van het totaal aantal studiepunten van het opleidingsprogramma, met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten. 1.2 Interne criteria •
Het eindwerk sluit aan bij het vakgebied van de opleiding/afstudeerrichting die gevolgd wordt door de student.
•
Het eindwerk is een opleidingsonderdeel van de laatste opleidingsfase
•
Het eindwerk bedraagt 30 studiepunten.
•
Het eindwerk kan niet worden opgenomen in het individueel jaarprogramma van een student die nog een beperkt gedeelte van een voorafgaandelijke opleidingsfase moet afwerken. Een uitzondering op de bovenstaande regel geldt wanneer de student in zijn individueel jaarprogramma
zowel
een
beperkt
aantal
resterende
opleidingsonderdelen
van
de
voorafgaandelijke opleidingsfase opneemt als alle opleidingsonderdelen van de laatste opleidingsfase. •
Het eindwerk is een semestervak en wordt ingericht in het eerste en tweede semester. Voor het eindwerk is een studieomvang van 800 uur begroot en de student werkt voltijds aan het eindwerk gedurende het eerste of tweede semester.
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
•
Het eindwerk kan in principe enkel in het eerste semester opgenomen worden wanneer alle andere opleidingsonderdelen van de opleiding afgewerkt zijn. Een afwijking hierop kan enkel door de voorzitter van de examencommissie toegestaan worden, op voorstel van de trajectbegeleider en na advies van de programmacommissie.
2. Begeleiding •
De promotor van een eindwerk is een lid van het onderwijzend personeel
•
In elke opleiding coördineert de programmacoördinator het eindwerk en laat zich hiervoor bijstaan door de speerpuntcoördinatoren.
•
De coördinator coördineert de procedures voor de verschillende opleidingen.
•
TOLEDO wordt gebruikt voor communicatie tussen de coördinator, studenten en promotoren. Daarnaast worden een aantal verplichte documenten ingeleverd via TOLEDO. TOLEDO is daarom verplicht te raadplegen media voor de student.
•
Indien het eindwerk in een bedrijf of onderzoeksinstelling wordt uitgevoerd, dan heeft de student naast een hogeschoolpromotor ook een bedrijfspromotor. Wanneer het eindwerk in de hogeschool wordt uitgevoerd worden er twee promotoren aangesteld. De eerste heeft dezelfde taak als de promotor en de tweede volgt het eindwerk technisch op zoals de bedrijfspromotor.
•
De student brengt wekelijks via elektronische weg verslag uit bij de promotor en de bedrijfspromotor. De student krijgt binnen een redelijke termijn terugkoppeling van de promotor en de bedrijfspromotor.
•
De
coördinator
kan
bereikt
worden
via
het
volgende
email-adres:
[email protected] •
Tijdens de eerste 6 weken worden aan de studenten een aantal sessies aangeboden over het schrijven van een scriptie en presentatietechnieken.
3. Evaluatie •
Het eindwerk wordt beoordeeld door een evaluatiecommissie.
•
Elk lid van de commissie brengt een individuele score uit voor de verschillende rubrieken. De verschillende deelscores worden verwerkt tot één punt. Daarna keurt de commissie collegiaal de scores goed. De commissie heeft het recht deze punten aan te passen. Deze aanpassing kan enkel unaniem gebeuren. De deelcijfers worden gearchiveerd en dezelfde dag overgemaakt (elektronisch en op papier) aan de coördinator. De samenstelling van de evaluatiecommissie is als volgt: o
De evaluatiecommissie bestaat uit externe leden en interne leden. Eén van de externe leden is voorzitter. Eén van de interne leden is secretaris.
o
Er wordt gestreefd naar 3 externe leden per commissie. Er worden steeds minimum 4 externe leden uitgenodigd per commissie. De bedrijfspromotor van een eindwerk kan
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
een van de externe leden zijn maar onthoudt zich voor de items waar de dag zelf punten op gegeven worden. Bij overmacht kan de eindwerkcoördinator beslissen de jury te laten doorgaan met minder leden o
Minstens 2 van de externe leden zijn vertegenwoordigers van het beroepenveld waar een student van de opleiding kan tewerkgesteld worden.
o
Er wordt gestreefd naar 3 interne leden per commissie. De promotor van het eindwerk kan één van de interne leden zijn maar onthoudt zich voor de items waar de dag zelf punten op gegeven worden. Bij overmacht kan de eindwerkcoördinator beslissen de jury te laten doorgaan met minder leden.
o
Indien de bedrijfspromotor geen lid is van de evaluatiecommissie wordt hij uitgenodigd om de verdediging van de student bij te wonen, hij kan eventueel een vertegenwoordiger sturen.
o
Bij de recrutering van de externe leden wordt gestreefd naar volgende criteria:
Om de continuïteit te bewaren heeft minstens de helft van de externe leden minstens 1 keer deel uitgemaakt van een evaluatiecommissie van het departement Technologie tijdens de laatste 3 jaren.
Eén afgestudeerde van de opleiding maakt deel uit van de commissie
De commissie kan aangevuld worden met vertegenwoordigers van een andere hogeschool, een ander departement binnen de hogeschool, een andere onderwijsinstelling of een buitenlandse hogeschool (Taal regulering)
•
De evaluatiecommissies worden samengesteld door de programmacoördinator in samenspraak met de lectoren. De secretaris legt de contacten met de externe commissieleden.
•
De evaluatiecommissie hoort na de voorstelling en de verdediging door de student steeds de bedrijfspromotor en de promotor.
•
Zowel in de loop van het academiejaar als na afloop van het eindwerk is feedback belangrijk. De feedback gebeurt op verschillende manieren: o
De student presenteert na ongeveer 6 weken de probleemstelling, de literatuurstudie, de realisatie tot dat moment en de planning van zijn opdracht voor een commissie van lectoren. De student krijgt na afloop een terugkoppeling van deze commissie. Tijdens deze voorstelling worden reeds een aantal competenties beoordeeld, welke in rekening gebracht worden bij de eindevaluatie (zie beoordelingscriteria). De lectoren van deze tussentijdse commissie behoren tot de interne leden van de evaluatiecommissie voor de eindbeoordeling, om de continuïteit van de beoordeling van de student te garanderen. De bedrijfspromotor wordt uitgenodigd als waarnemer op deze commissie.
o
De promotor en de bedrijfspromotor geven op basis van het weekverslag feedback. De weekverslagen bevatten een aantal vaste rubrieken en worden door de student ingevuld. De promotor en de bedrijfspromotor geven feedback. De verslagen en de feedback worden gearchiveerd en ter beschikking gesteld van de evaluatie-commissie en de examencommissie.
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
o
Er is minstens 4 keer mondeling overleg tussen de promotor en de student. De student neemt het initiatief voor deze gesprekken en maakt een verslag van deze gesprekken. De promotor keurt dit verslag goed. Deze verslagen worden ingestuurd en gearchiveerd via TOLEDO.
o
Er is minstens 2 keer mondeling overleg tussen de promotor, bedrijfspromotor en de student. De student maakt een verslag van deze gesprekken. De promotor keurt dit verslag goed. Deze verslagen worden ingestuurd en gearchiveerd via de TOLEDO.
•
Na afloop van de finale beoordeling, kan de student om mondelinge toelichting bij de finale eindscore van het eindwerk vragen. Alle studenten die niet slagen voor hun eindwerk ontvangen een schriftelijk verslag over de eindbeoordeling. Met deze studenten worden schriftelijke afspraken gemaakt in het kader van de tweede examenkans.
•
In een aantal gevallen wordt het eindwerk in groepsverband uitgewerkt. Er wordt dan over gewaakt dat er beoordelingsinstrumenten aanwezig zijn om de individuele inbreng van de studenten te kunnen inschatten.
Zowel het proces als het product worden beoordeeld. Het product bestaat uit een praktische realisatie, eindwerktekst, een mondelinge presentatie en eventueel de demonstratie van een praktische realisatie. De beoordelingscriteria zijn vast voor het ganse departement:
Competenties tussentijdse evaluatie
20 %
Door tussentijdse evaluatiecommissie
Eindwerkstage, attitudes
7,5%
door bedrijfspromotor
Realisatie
7,5 %
door bedrijfspromotor
Scriptie
15 %
door evaluatiecommissie (*)
Presentatie
10 %
door evaluatiecommissie (*)
Verdediging
15%
door evaluatiecommissie (*)
Eindresultaat (realisatie van de doelstellingen)
25%
door evaluatiecommissie (*)
(*) De promotor en de bedrijfspromotor die lid zijn van de evaluatiecommissie onthouden zich bij de student die zij begeleid hebben.
4. Organisatie 4.1. Algemeen De studenten werken voltijds aan hun eindwerk vanaf de 7
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
de
week van het tweede semester.
4.2. Het bepalen van het onderwerp •
De studenten ontvangen tijdig een lijst met mogelijke onderwerpen. Per onderwerp is er een fiche opgemaakt met volgende gegevens: het onderwerp, de locatie (het bedrijf of de onderzoeksgroep), de potentiële promotor, omschrijving probleem (Algemeen), doelstelling van het eindwerk (kwantitatief en moeten meetbaar zijn), gewenst resultaat (Wat moet er (minimaal) opgeleverd worden ?). Al de onderwerpen zijn goedgekeurd op een commissie die minimaal samengesteld is uit: de coördinator, de programmacoördinator en de speerpuntcoördinatoren van de opleiding.
•
De studenten kunnen ook zelf een voorstel van onderwerp aanleveren. De student zoekt een van de lesgevers van het departement die het voorstel steunt. De studenten leveren een fiche in met de volgende gegevens: het onderwerp, de locatie (het bedrijf of de onderzoeksgroep), omschrijving probleem (Algemeen), doelstelling van het eindwerk (kwantitatief en moeten meetbaar zijn), gewenst resultaat (Wat moet er (minimaal) opgeleverd worden ?). De studenten worden tijdig verwittigd over de manier van indienen van deze onderwerpen. De onderwerpen worden beoordeeld op een commissie.
•
De studenten maken hun keuze bekend via het eindwerk formulier, waarop de student 3 keuzes maakt.
Deze
formulieren
worden
ingezameld
door
de
programmacoördinatoren.
De
programmacoördinator kent de definitieve onderwerpen toe in samenspraak met de speerpuntcoördinatoren. In uitzonderlijk geval wordt een tweede ronde georganiseerd om iedere student een eindwerk te geven. •
Tijdens een POC voorafgaand aan het begin van de stage en eindwerkperiode, wordt de lijst van toegewezen eindwerken doorlopen. Rekening houdende met de taakbelasting kan er in overleg een andere promotor toegewezen worden.
•
De exacte tijdstippen voor al deze stappen worden bekend gemaakt via de academische kalender.
4.3. Enkele mijlpalen in de planning van de eindwerk •
Stage : stagecontract Tijdens de eindwerkperiode voert de student een stage uit in het bedrijf waar het eindwerk plaats vindt. Deze stage kan echter pas beginnen wanneer de student het door alle partijen ondertekende stagecontract heeft ontvangen.
•
Opstartverslag (voor de start van de stage en eindwerkperiode) Dit document wordt opgesteld in overleg met de student, de promotor en de bedrijfspromotor en wordt ondertekend door de drie partijen. De student levert het document in via TOLEDO. Het document bevat de volgende onderdelen. -
De gegevens van de student
-
De gegevens van de promotor
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
-
De gegevens van het bedrijf of onderzoeksgroep
-
De gegevens van de bedrijfspromotor
-
Eindwerktitel: Deze titel is definitief en zal overgenomen worden op het titelblad dat verplicht gebruikt wordt.
•
-
Omschrijving probleem (Algemeen)
-
Doelstelling van het eindwerk (kwantitatief en moeten meetbaar zijn)
-
Gewenst resultaat (Wat moet er (minimaal) opgeleverd worden ?).
Wekelijkse schriftelijke verslaggeving Dit verslag bevat de volgende onderdelen: -
De gegevens van het eindwerk
-
Gerealiseerd vorige week
-
Doelstellingen voor volgende week
Dit verslag wordt elektronisch ingeleverd via de eindwerkserver en gebruikt voor feedback (zie begeleiding). Als er gewerkt wordt in groep levert iedere student dit document wekelijks apart in. •
Het inleveren van de eindwerktekst Via de departementale kalender wordt de student ingelicht over de officiële inleverdatum van de eindwerktekst. De eindwerktekst wordt zowel op papier als digitaal ingeleverd. •
Papieren versie: De eindwerktekst wordt afgedrukt in 7 exemplaren: -
Eén exemplaar wordt binnengeleverd bij de bedrijfspromotor
-
Eén exemplaar wordt binnengeleverd bij de promotor
-
5 exemplaren worden binnengeleverd op de kopieerdienst. Eén van deze exemplaren is bestemd voor de mediatheek. De rest wordt bezorgd aan de leden van de evaluatiecommissie. Als uw eindwerk niet in de bibliotheek mag gepllatst worden breng je 4 exemplaren binnen en voorzie je ieder eindwerk van een formulier dat het niet in de bibliotheek mag geplaatst worden
•
Digitale versie: De volledige eindwerktekst wordt in Microsoft Word of ander formaat en PDF formaat op CD-ROM afgegeven. Van deze CD worden 12 exemplaren gebrand. -
7 exemplaren worden achteraan in de papieren scripties gestoken.
-
5 exemplaren worden afgegeven in een doosje voor juryleden die het exemplaar digitaal lezen.Zowel op de CD-ROM als op het bijbehorende doosje, dient minimaal de naam van de student, de titel van het eindwerk, de opleiding en het academiejaar vermeld te worden.
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
De praktische richtlijnen in verband met de opbouw van de tekst van het eindwerk worden door de coördinator vóór de aanvang van het eindwerk meegedeeld. De hogeschool bezorgt de student één week voor de inleverdatum het titelblad in PDF-formaat. In de eindwerktekst is zeker één abstract opgenomen. De studenten mogen geen plagiaat of andere ongeoorloofde reproductie plegen •
Inleveren van het stageverslag Op de inleverdatum van de eindwerktekst levert de student een stageverslag in bij de promotor en de bedrijfspromotor. Als er gewerkt wordt in groep levert iedere student dit document apart in. De praktische richtlijnen in verband met de opbouw van de tekst van het stageverslag worden door de coördinator voor de aanvang van het eindwerk meegedeeld.
•
De eindpresentatie en de verdediging De coördinator van het eindwerk maakt de uurregeling ad valvas bekend. De presentatie en de verdediging zijn openbaar. De praktische richtlijnen in verband met de eindpresentatie van het eindwerk worden door de coördinator voor de start van het eindwerk meegedeeld.
4.4. In te leveren administratieve gegevens tijdens het academiejaar •
In de loop van de maand februari gaat de jaarlijkse jobinfobeurs door. De professionele bachelor-studenten kunnen dan op de campus contacten leggen met verschillende bedrijven en een zicht krijgen op de noden van de arbeidsmarkt. Om de bedrijven goed te kunnen informeren, wordt er een CD aangemaakt met informatie over de professionele bachelorstudenten. Wat betreft het eindwerk wordt hier het onderwerp overgenomen van de fiche van het gekozen eindwerk.
•
Het opstartverslag (zie vroeger) wordt ingeleverd via TOLEDO voor de afgesproken datum die wordt meegedeeld via TOLEDO. Dit document bevat de juiste titel. Enkel met een grondige motivatie kan de titel nog gewijzigd worden tot de dag van het inleveren van de gegevens voor het titelblad. De aanvraag tot wijziging wordt door de student aangevraagd per email bij de coördinator. De coördinator laat de student weten of hij akkoord is met de wijziging. En geeft deze dan door aan de administratieve diensten.
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014
5 Eigendomsrecht 5.1 Het product 5.1.1 Eindwerken bij een extern bedrijf
Het bedrijf maakt zelf afspraken met de student i.v.m. het eigendomsrecht. 5.1.2 Eindwerken binnen de hogeschool
Hier gelden dezelfde regels als aan de K.U.Leuven. De hogeschool heeft het recht met de studenten een bijkomend contract af te sluiten over het eigendomsrecht 5.2 De scriptie Elke student verklaart zich akkoord met de publicatie en het digitaal toegankelijk maken van de integrale tekst met de bijhorende illustraties en bijlagen van zijn eindwerk en van eventuele andere werken gemaakt in opdracht van de hogeschool. (Het document “Publicatietoelating 2010-2011” kan u downloaden via het intranet)
BIJZONDER REGLEMENT het eindwerk 2013-2014