Internationale Benchmarking voor de academische opleiding Bachelor en Master in de Industriële Wetenschappen: Bouwkunde op campus De Nayer Inleiding In het kader van het op te stellen ZER voor de opleidingen bouwkunde en landmeten is het een interessante oefening na te gaan waar de opleidingen van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst campus De Nayer, KaHo Sint Lieven en KHBO zich situeren ten opzichte van vergelijkbare ingenieursopleidingen elders in Europa. De beschreven vergelijking doet een beroep op de inspanningen die werden verricht binnen het project “Studies and Recommendations on Core Curricula for Civil Engineering” binnen het EUCEET thematisch netwerk. Het thematisch netwerk EUCEET werd opgericht als een SOCRATES-programma in 1998 en het eerder vermelde project in verband met de ingenieursopleidingen bouwkunde loopt sedert 2003. De vergelijking wordt gemaakt op basis van gegevens in het paper “Harmonizing Civil Engineering Education” van S. Majewski, gepresenteerd op de International Conference on engineering education in Gainsville, Florida, USA op 16-21 oktober 2004. Meer gedetailleerde gegevens over de voorgestelde lesinhouden, bijbehorende studiepunten en beoogde competenties van het ontwikkelde modelcurriculum kunnen teruggevonden worden op het urladres http://people.fsv.cvut.cz/www/muk/aecef/news/07_2/majewski.html Het ontstaan van het EUCEET modelcurriculum De EUCEET-werkgroep heeft bij het tot stand komen van het modelcurriculum ook samengewerkt met een gelijkaardig Amerikaans initiatief sinds 2001, met name het BOK ( Body of Knowledge ) van de ASCE ( American Society of Civil Engineers ). Het referentiecurriculum kwam tot stand in 3 fases. 1. Een eerste fase werd opgestart in februari 2003 bij de opstart van het programma naar aanleiding van de algemene vergadering van EUCEET in Athene in februari 2003. Op basis van een vragenlijst werd tijdens een workshop in Louvain La Neuve in juni 2003 een lijst opgesteld 25 essentiële opleidingsonderdelen op basis van 22 antwoorden op de vragenlijst. 2. Tijdens een tweede fase werden studiepunten toegekend aan elk essentieel opleidingsonderdeel op basis van antwoorden op een tweede vragenlijst in de periode juni 2003 – februari 2004. De lijst van de 25 essentiële opleidingsonderdelen werd vervolgens goedgekeurd tijdens de algemene vergadering van EUCEET in Malta in mei 2004. 3. In een derde en laatste fase werd concreet cursusmateriaal geanalyseerd voor de 25 opleidingsonderdelen. Tabel 1 geeft een overzicht van de 23 universiteiten die met 169 cursussen concreet cursusmateriaal hebben bijgedragen voor de studie. Tabel 1 Geraadpleegde cursussen en samenwerkende partners voor het opstellen van het modelcurriculum Land Universiteit Aantal cursussen Brno 7 Ostrava 25 Tsjechië Pardubice 2 Praag 5 Estland Talinn 4 Duitsland Oldenburg 4
Griekenland Ierland Letland Litouwen Polen Portugal Roemenië Slovakije Spanje Zweden
Thessalonika Athene Riga Vilnius Gliwice Bialystok Lodz Rzeszow Wroclaw Covilha Boekarest Bratislava Zilina Cantabria La Coruña Chalmers
18 4 3 3 18 18 14 4 2 1 3 6 5 9 10 3 1
De vergelijking voor het modeltraject kwam dus tot stand via gemiddeld 7 cursussen per opleidingsonderdeel. Het valt op in tabel 1 dat de nieuwere lidstaten van de Europese Unie uit het voormalige Oostblok zeer sterk vertegenwoordigd zijn bij het geraadpleegde bronnenmateriaal. Voorstelling van het EUCEET-modelcurriculum Het resulterende modelcurriculum met 25 essentiële opleidingsonderdelen wordt gegeven in tabel 2 met de variatie aan gewenste studiepunten voor een 4-jarige ingenieursopleiding. Het voorgestelde modelcurriculum neemt minstens 140 SP van de 240 SP in beslag voor een 4-jarige opleiding. De overige 100 studiepunten kunnen gebruikt worden voor eigen opleidingsaccenten, specialisaties, keuzevakken, bachelorproef en masterproef, stages en andere praktisch georiënteerde opleidingsonderdelen. Tabel 2 geeft een minimum, gemiddeld en maximum aantal studiepunten weer voor elk opledingsonderdeel. De bronnen vermelden ook een vergelijkbaar schema voor een 5-jarige ingenieursopleiding. Deze gegevens zijn hier niet van toepassing en worden niet gebruikt.
Nummer MC 1 MC 2 MC 3 MC 4 MC 5 MC 6 MC 7 MC 8 MC 9 MC 10
Tabel 2 EUCEET modelcurriculum met aanbevolen studiepunten voor de essentiële opleidingsonderdelen 4-jarige opleiding Naam # SP #SP min gem Mathematics and Applied Mathematics 13 16 Applied Chemistry 2.5 3 Applied Physics 4.5 5.5 Computer Science and Computational Methods in Civil 5.5 6.5 Engineering Drawing and descriptive Geometry 3.5 4 Mechanics 4.5 5 Mechanics of Materials 6.5 7.5 Structural Mechanics 7 8.5 Fluid Mechanics & Hydraulics 4.5 5.5 Engineering Surveying 4 5
# SP max 19 3.5 6.5 7.5 4.5 5.5 8.5 10 6.5 6
MC 11 MC 12 MC 13 MC 14 MC 15 MC 16 MC 17 MC 18 MC 19 MC 20 MC 21 MC 22 MC 23 MC 24 MC 25
Building Materials Buildings Basis of Structural Design Engineering Geology Soil Mechanics and Geotechnical Engineering Structural Concrete Steel Structures Timber, Masonry and Composite Structures Transportation Infrastructure Urban and Regional Infrastructure Water Structures and Water Management Construction Technology and Organisation Economics and Management Environmental Engineering Non-technical subjects
4.5 3.5 3.5 3 5.5 6 5 3 3.5 2.5 3 4.5 5 3.5 5
5.5 4 4.5 3.5 6.5 7.5 6 3.5 4 3 3.5 5.5 6 4 6
6.5 4.5 5.5 4 7.5 9 7 4 4.5 3.5 4 6.5 7 4.5 7
Het valt op in tabel 2 dat de optredende spreiding voor alle opleidingsonderdelen klein is. Als een aanvulling op deze tabel werd door de EUCEET-werkgroep voor elk opleidingsonderdeel een ECTSfiche met te behandelen leerinhouden en te behalen competenties opgesteld. Hiervoor wordt verwezen naar http://people.fsv.cvut.cz/www/muk/aecef/news/07_2/majewski.html Deze ECTS-fiches werden gebruikt voor de onderstaande vergelijkingen tussen het EUCEET-modelcurriculum en de 4-jarige ingenieursopleidingen bouwkunde van de associatie K.U. Leuven. De opleidingen worden eerst afzonderlijk beschreven en vergeleken. De tekst sluit af met een samenvattende vergelijking van de 3 ingenieursopleidingen met het modelcurriculum. Het EUCEET – modelcurriculum definieert ook in totaal 13 competenties en 3 competentieniveaus om het functioneren van een pas afgestudeerde bouwkundig ingenieur te kunnen omschrijven. De 3 competentieniveaus worden in toenemende graad van complexiteit omschreven als Niveau 1 – Herkenning ( Recognition ) vertegenwoordigt voldoende kennis en vertrouwdheid met de algemene concepten maar laat niet toe oplossingen uit te werken zonder bijkomende expertise. Op dit niveau kan een ingenieur herkennen dat architectuurplannen elementaire conceptueel fouten bevatten zonder dat hij in staat is een verbeterde constructie te ontwerpen of alternatieven te ontwerpen. Niveau 2 – Begrijpen ( Understanding ) omvat een meer volledig inzicht in de complexe ontwerpproblematiek en laat de ingenieur toe zijn kennis te gebruiken voor het opmaken van een ontwerp waarbij naast een technisch ontwerp ook aspecten van verantwoordelijkheid en van een ethisch verantwoord project aanwezig zijn. Niveau 3 – Geïntegreerde kennis ( Ability ) Een ingenieur die functioneert op het niveau van geïntegreerde kennis bij het opmaken van het ontwerp van een structuur kan de verantwoordelijkheid opnemen om bij het ontwerp rekening te houden met alle technische aspecten en alle niet-technische en maatschappelijke randvoorwaarden in het ontwerp. Naarmate een ingenieur beroepspraktijk opdoet evolueert deze geïntegreerde kennis zodat hij geleidelijk aan meer complexe projecten aankan. Niveau 4 – Uitmuntendheid ( Excellence): dit competentieniveau wordt niet bereikt op het einde van de studies maar wordt pas bereikt op postgraduaatsniveau en/of na bijscholing ( life long learning ) De 13 competenties kunnen verder worden onderverdeeld in deelgebieden inzake wetenschappelijke en technische kennis, professionele vaardigheden en persoonlijke attitudes.
Wetenschappelijke en technische kennis Geïntegreerde kennis bij het toepassen van wiskunde, wetenschap en burgerlijke bouwkunde, met inbegrip van specialisatiedomeinen binnen de burgerlijke bouwkunde Geïntegreerde kennis bij het identificeren, formuleren en oplossen van ingenieursvraagstukken Geïntegreerde kennis bij het ontwerpen van een structuur en zijn onderdelen om te voldoen aan alle gestelde eisen. Geïntegreerde kennis bij het opzetten en uitvoeren van meetcampagnes en experimenten en bij het analyseren en het interpreteren van de meetgegevens. Geïntegreerde kennis bij het beheersen van eigentijdse hulpmiddelen bij de ingenieurspraktijk, zoals computers, computermethodes,… Professionele vaardigheden Geïntegreerde kennis bij het functioneren in multi-disciplinaire teams Geïntegreerde kennis bij het efficiënt communiceren Een begrip van de elementen van project en bouwmanagement Een begrip van de principes van leiderschap Een herkenning van de basisprincipes van zakelijk en algemeen beleid en administratie Persoonlijke attitudes Een begrip van de concepten persoonlijke verantwoordelijkheid en ethische verantwoordelijkheid Een begrip van de impact van ontwikkelde ingenieursoplossingen in een brede maatschappelijke context Een herkenning van de noodzaak van levenslang leren en de bereidheid eraan deel te nemen De 3 vergeleken ingenieursopleidingen van de Associatie K.U. Leuven in deze tekst vertrekken in hun opleiding allen van een beperkt aantal na te streven competenties die vertrekken van eerder omschreven beroepsprofielen, vanuit decretaal opgelegde na te streven competenties eigen aan het bachelor- en masterniveau en vanuit competenties omschreven door associatiewerkgroep. Elke opleiding heeft deze competenties vertaald in een competentiematrix waarbij wordt aangetoond dat de opleiding in zijn geheel probeert de gewenste competenties te realiseren. De hierboven beschreven 13 competenties van het EUCEET model curriculum sluiten aan bij deze weerhouden competenties in deze competentiematrices. Men kan besluiten dat beide systemen equivalent zijn: de gewenste competenties van het EUCEET – modelcurriculum en de gebruikte competenties in de associatie K.U. Leuven voor ingenieursopleidingen zijn gelijkwaardig. Opleidingstraject Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - Campus De Nayer academiejaar 2009 – 2010 en vergelijking met het EUCEET-modelcriterium Het huidige opleidingstraject in de opleidingen Bachelor en Master Industriële Wetenschappen: Bouwkunde heeft zich ontwikkeld uit het opleidingstraject kandidaat industrieel ingenieur ( 120 SP met een brede polyvalente basisopleiding ) en industrieel ingenieur bouwkunde ( 120 SP, gespecialiseerde technische opleiding bouwkunde ). Deze opleiding en het profiel van de afgestudeerden werd door de arbeidsmarkt in Vlaanderen en België traditioneel hoog gewaardeerd. Bij de omvorming naar het bachelor - master opleidingsmodel werd er voor geopteerd de bestaande opleidingsexpertise maximaal te benutten en geen revolutionair nieuw opleidingsconcept uit te werken. Wel werd binnen de hogescholen van de latere associatie KU Leuven in een vroeg stadium afgesproken de sokkel van de gemeenschappelijke polyvalente basisvorming te verminderen van 120 tot 90 SP. Vanuit de wens van de overheid om te komen tot een rationeel opleidingsaanbod is deze gemeenschappelijke sokkel verdedigbaar. Het is daarbij wel onvermijdelijk dat er afwijkingen ontstaan
tussen dit Vlaamse opleidingsmodel en een ideaal opleidingsmodel zoals het EUCEET-model dat is ontstaan onafhankelijk van dergelijke rationalisatiedesiderata. Tabel 3 geeft een overzicht van het opleidingstraject op campus De Nayer met de opleidingsonderdelen en waar nodig voor de vergelijking ook de deelopleidingsonderdelen met hun studiepunten ter vergelijking met het modelcurriculum van de EUCEET. Waar volgens de naamgeving en de opleidingsfiches een overeenkomst kon gevonden met het EUCEET-modelcurriculum wordt ook de code uit tabel 2 in tabel 3 opgenomen. Opleidingsonderdelen uit het opleidingscurriculum van campus De Nayer die niet in EUCEET-lijst voorkomen worden gecursiveerd en onderlijnd in tabel 3 weergegeven. nummer Ba1.1 Ba1.2 Ba1.3 Ba1.4 Ba1.5 Ba1.6 Ba1.7 Ba1.8 Ba1.9 Ba1.10 Ba1.11 Ba2.1a Ba2.1b Ba2.2 Ba2.3 Ba2.4 Ba2.5 Ba2.6 Ba2.7 Ba2.8 Ba2.9 Ba2.10 Ba2.11 Ba2.12 Ba2.13 Ba2.14 Ba3.1 Ba3.2 Ba3.3 Ba3.4 Ba3.5a Ba3.5b Ba3.6 Ba3.7 Ba3.8
Tabel 3 Vergelijking opleidingstrajecten campus De Nayer en EUCEET Naam opleidingsonderdeel ECTS Nummer EUCEET Chemie 8 MC2 Elektriciteit 8 / Filosofie 3 MC25 Fysica 1 7 MC3 Mechanica 6 MC6 Statistiek 3 MC1 Wiskunde 1 8 MC1 Fluïdummechanica 3 MC9 Grafische technieken en vormanalyse 5 MC5 Informatica 1 4 MC4 Materiaalkunde voor Ontwerp en vormgeving 5 MC11 Projectwerk 3 / Informatietechnologie 3 MC4 Toegepaste Fysica 3 MC3 Toegepaste Wiskunde 5 MC1 Elektronica 4 / Sterkteleer 1 4 MC7 Thermodynamica 1 4 / Toegepaste Chemie 4 MC2 Sterkteleer 2 + aanvullingen 6 MC7 Metaalbouw 1 5 MC17 Hydraulica 4 MC9 Uitrusting van gebouwen 4 MC12 Materialen en Methoden 4 MC11 Laboratoria Bouwtechnologie 3 MC13 Ontwerpen 4 MC13 Bedrijfskunde 4 MC23 Gewapend Beton 8 MC16 Bouwfysica 1 4 MC12 Bouwmachines 3 MC22 Projectbeheer 3 MC22 Ruimtelijke Ordening 3 MC20 Geotechniek 1 6 MC14+MC15 Bachelorproef 8 / Sterkteleer en Stabiliteit 7 MC8
Ba3.9 Ba3.10 Ba3.11a Ba3.11b Ba3.12 MaB1 MaB2 MaB3 MaB4 MaB5 MaB6a MaB6b MaB7 MaB8a MaB8b MaB9a MaB9b MaB10 MaB11
Topografie Bouwplaatsveiligheid Bekistingen Houtbouw en Metselwerk Metaalbouw 2 Ondernemen Keuzevak Voorgespannen Beton Eindige Elementenmethode Staal-betonconstructies Bouwfysica 2 Vernieuwbouw Geotechniek 2 Rioleringen Wegenbouw Bruggenbouw Waterbouw Laboratoria en Ontwerpen Bouwkunde Masterproef
4 3 2 2 3 3 3 3 4 3 3 2 3 2 3 2 2 7 20
MC10 MC22 MC22 MC18 MC17 MC23 / MC16 MC4 MC18 MC12 MC12 MC15 MC20 MC19 MC17 MC21 MC13 /
Op basis van de gegevens van tabel 3 wordt tabel 4 opgesteld waar een optelsom wordt gemaakt van de studiepunten die in het opleidingstraject van campus De Nayer worden toegekend aan de 25 essentiële opleidingsonderdelen uit het EUCEET - modelcurriculum worden opgeteld. De opleidingsonderdelen die in belangrijke mate inzake gewicht afwijken van het EUCEET modelcurriculum worden vet en cursief weergegeven. Tabel 4 EUCEET modelcurriculum en vergelijking met de opleiding op campus De Nayer SP SP Nummer Naam EUCEET De Nayer MC 1 Mathematics and Applied Mathematics 16 16 MC 2 Applied Chemistry 3 12 MC 3 Applied Physics 5.5 10 MC 4 Computer Science and Computational Methods in Civil 6.5 11 Engineering MC 5 Drawing and descriptive Geometry 4 5 MC 6 Mechanics 5 6 MC 7 Mechanics of Materials 7.5 10 MC 8 Structural Mechanics 8.5 7 MC 9 Fluid Mechanics & Hydraulics 5.5 7 MC 10 Engineering Surveying 5 4 MC 11 Building Materials 5.5 9 MC 12 Buildings 4 13 MC 13 Basis of Structural Design 4.5 14 MC 14 Engineering Geology 3.5 9 MC 15 Soil Mechanics and Geotechnical Engineering 6.5 MC 16 Structural Concrete 7.5 11 MC 17 Steel Structures 6 10 MC 18 Timber, Masonry and Composite Structures 3.5 5 MC 19 Transportation Infrastructure 4 3
MC 20 MC 21 MC 22 MC 23 MC 24 MC 25
Urban and Regional Infrastructure Water Structures and Water Management Construction Technology and Organisation Economics and Management Environmental Engineering Non-technical subjects
3 3.5 5.5 6 4 6
5 2 11 7 0 3
Op basis van tabellen 3 en 4 en op basis van de opleidingsfiches kan men volgende besluiten trekken. 1. In de beginfase van de opleiding wordt geopteerd voor een bede sokkel gemeenschappelijke opleidingsonderdelen die een brede polyvalente basisvorming voor de Vlaamse industrieel ingenieurs moet veiligstellen. Daardoor komen opleidingsonderdelen zoals Elektriciteit ( 8SP ), Elektronica (4SP ), Thermodynamica ( 4 SP ) wel voor in het curriculum op campus De Nayer en ontbreken deze topics in het EUCEET - modelcurriculum. Men merkt om dezelfde reden een duidelijke overwaardering van de vakgebieden Chemie ( 12 SP i.p.v. 3 SP ), Fysica ( 10 SP i.p.v. 5.5 SP ), Computerwetenschappen en Numerieke Methodes ( 11 SP met inbegrip van de 4 SP in het Mastervak Eindige Elementenmethode i.p.v. 6.5 SP in het EUCEET - modelcurriculum ) en Bouwmaterialen ( 9 SP met inbegrip van het polyvalente opleidingsonderdeel Materiaalkunde voor ontwerp en vormgeving i.p.v. 5.5 SP in het EUCEET - modelcurriculum ). Deze afwijkingen zijn te verklaren met de wens van het beleid ( gesteund door rationalisatiedesiderata van de overheid ) om een brede polyvalente basiskennis aan te bieden in een ingenieursopleiding. 2. Er is een goede overeenstemming in het vakgebied Wiskunde. Op campus De Nayer omvat dit ook 3SP Statistiek, hetgeen ontbreekt in het EUCEET -modelcurriculum 3. Er is een goede overeenstemming ( inhoudelijk en inzake studiepunten ) in de vakgebieden MC5 tot MC10 uit het EUCEET modelcurriculum met een kleine overwaardering in MC7 Mechanics of Materials ( Sterkteleer in Ba2 ) en een kleine onderwaardering in opleidingsonderdeel MC8 Structural Mechanics ( Sterkteleer en Stabiliteit in Ba3 ). Concreet betreft het twee opleidingsonderdelen met een zeer hechte volgtijdelijkheid zodat deze als communicerende vaten kunnen beschouwd worden. Schaalstructuren komen er niet aan bod maar kunnen numeriek behandeld worden in het opleidingsonderdeel eindige elementenmethode. 4. Aan Vakgebied 12 “Buildings” worden veel meer studiepunten toegekend dan in het EUCEET modelcurriculum wordt voorgesteld. De vakinhouden zijn sterk verbonden aan het onderzoeksspeerpunt Energie op campus De Nayer en het onderzoeksspeerpunt Duurzaam Bouwen – Bouwfysica van de partnerinstelling KaHo Sint-Lieven die het onderwijs Bouwfysica op campus De Nayer verzorgt. 5. Vakgebied 13 ( Basis of Structural Design ) lijkt sterk overgewaardeerd op campus De Nayer. Dit is te verklaren doordat de ontwerp- en labo-activiteiten in het opleidingsprogramma bewust aan dit vakgebied werden toegekend. Er bestaat geen afzonderlijk opleidingsonderdeel voor dit vakgebied aangezien elk opleidingsonderdeel afzonderlijk de nodige aandacht besteed aan deze materie. De ontwerp- en labo activiteiten ( die voor een deel ook vervat zijn in het opleidingsonderdeel Bachelorproef ) vormen de praktijkgerichte vertaling van dit vakdomein. 6. Vakgebieden 14 “Engineering Geology” en 15 “Soil Mechanics and Geotechnical Engineering” worden samen afgedekt door de opleidingsonderdelen Geotechniek 1 en Geotechniek 2. Samen met het deelopleidingsonderdeel Geotechnisch Ontwerp ( 1SP ) uit het Masterjaar dat in vakgebied 13 is ondergebracht voldoet dit perfect aan het modelcurriculum van EUCEET. 7. Vakgebieden 16 “Structural Concrete”, 17 “Steel Structures” en 18 “Timber, Masonry and Composite Structures” lijken opnieuw overgewaardeerd. De vakinhouden zijn sterk verbonden aan het onderzoeksspeerpunt Materialen en Structuren. Traditioneel is het een opleidingsdoelstelling de studenten te confronteren met de opvatting en de uitvoering van structuren via hun stabiliteitsberekening. Dit verklaart ook het eerder vermelde grote gewicht dat het onderwijs op campus De Nayer toekent aan vakgebied 13.
8. Vakgebied 22 “Construction Technology and Organisation” krijgt in het opleidingsprofiel op campus De Nayer eveneens een groot gewicht. Dit garandeert een zeer gewaardeerde en vlotte inschakeling van de afgestudeerden in de dagelijkse werfpraktijk. 9. Vakgebied 24 “Environmental Engineering” krijgt geen aandacht via expliciete afzonderlijke opleidingsonderdelen maar is in diverse andere opleidingsonderdelen impliciet aanwezig. 10. De aandacht die in het onderwijs op campus De Nayer wordt besteed aan de vakgebieden 19-21,23 en 25 ligt in de lijn van de verwachtingen van het EUCEET -modelcurriculum. Opleidingstraject KaHo Sint-Lieven academiejaar 2009 – 2010 en vergelijking met het EUCEETmodelcriterium Het huidige opleidingstraject in de opleidingen Bachelor en Master Industriële Wetenschappen: Bouwkunde heeft zich ontwikkeld uit het opleidingstraject kandidaat industrieel ingenieur ( 120 SP met een brede polyvalente basisopleiding ) en industrieel ingenieur bouwkunde ( 120 SP, gespecialiseerde technische opleiding bouwkunde ). Deze opleiding en het profiel van de afgestudeerden werd door de arbeidsmarkt in Vlaanderen en België traditioneel hoog gewaardeerd. Bij de omvorming naar het bachelor - master opleidingsmodel werd er voor geopteerd de bestaande opleidingsexpertise maximaal te benutten en geen revolutionair nieuw opleidingsconcept uit te werken. Wel werd binnen de hogescholen van de latere associatie KU Leuven in een vroeg stadium afgesproken de sokkel van de gemeenschappelijke polyvalente basisvorming te verminderen van 120 tot 90 SP. Vanuit de wens van de overheid om te komen tot een rationeel opleidingsaanbod is deze gemeenschappelijke sokkel verdedigbaar. Het is daarbij wel onvermijdelijk dat er afwijkingen ontstaan tussen dit Vlaamse opleidingsmodel en een ideaal opleidingsmodel zoals het EUCEET-model dat is ontstaan onafhankelijk van dergelijke rationalisatiedesiderata. Tabel 5 geeft een overzicht van het opleidingstraject in KaHO Sint-Lieven met de opleidingsonderdelen en waar nodig voor de vergelijking ook de deelopleidingsonderdelen met hun studiepunten ter vergelijking met het modelcurriculum van de EUCEET. Waar volgens de naamgeving en de opleidingsfiches een overeenkomst kon gevonden met het EUCEET-modelcurriculum wordt ook de code uit tabel 2 in tabel 5 opgenomen. Opleidingsonderdelen uit het opleidingscurriculum van KaHO Sint-Lieven die niet in EUCEET-lijst voorkomen worden gecursiveerd en onderlijnd in tabel 5 weergegeven. nummer
Tabel 5 Vergelijking opleidingstrajecten KaHo Sint-Lieven en EUCEET Naam opleidingsonderdeel ECTS
Ba1.1 Ba1.2 Ba1.3 BA1.4 Ba1.5 Ba1.6 Ba1.7 Ba1.8 Ba1.9 Ba1.10 Ba1.11 Ba1.12 Ba1.13 Ba1.14
Wijsbegeerte en ethiek Algebra Wiskundige Analyse 1 Wiskundige analyse 2 Informatica en communicatietechnologie Fysica 1 Fysica 2 Algemene en anorganische chemie 1 Algemene en anorganische chemie 2 Elektriciteit 1 Mechanica 1 Mechanica 2 Grafische technieken Projectwerk
3 3 6 3 6 4 5 4 5 6 5 4 3 3
Nummer EUCEET MC25 MC1 MC1 MC1 MC4 MC3 MC3 MC2 MC2 / MC6 MC6 MC5 /
Ba2.1 Ba2.2a Ba2.2b Ba2.3 Ba2.4 Ba2.5 Ba2.6 Ba2.7 Ba2.8 Ba2.9a Ba2.9b Ba2.10 Ba2.11 Ba2.12 Ba2.13a Ba2.13b Ba2.14 Ba3.1 Ba3.2 Ba3.3 Ba3.4 Ba3.5a Ba3.5b Ba3.6 Ba3.7 Ba3.8 Ba3.9 Ba3.10 Ba3.11 Ba3.12 Ba3.13 Ba3.14 MaB1 MaB2a MaB2b MaB3 MaB4 MaB5 MaB6 MaB7 MaB8 MaB9 MaB10 MaB11 MaB12
Statistiek Thermodynamica Fluïdummechanica Sterkteleer Organische Chemie 1 Materialenleer Elektriciteit 2 Elektronica Informatica en communicatietechnolgie 2 Economie en communicatie: Bedrijfsbeleid 1 + Economie Economie en communicatie: Engels + Frans Bouwmechanica 1 Bouwtechnologie 1 Gebouwentechniek – Bouwfysica 1 Gebouwentechniek – Constructies 1 : woningbouw 1 Gebouwentechniek – Constructies 1 : CAD Topografie 1 Wijsbegeerte en ethiek 2 Bouwmechanica 2 Betonbouw 1 Geotechniek 1 Bouwtechnologie 2 : Wegenbouw Bouwtechnologie 2 : Betontechnologie Toegepaste Hydraulica Gebouwentechniek – Bouwfysica 2 Gebouwentechniek – Constructies 2 Topografie 2 Recht Toegepaste informatica Project Bouwkunde en onderzoeksmethodologie Staalbouw Bouwmanagement Wijsbegeerte en ethiek 2 Bedrijfsbeleid en duurzaam ondernemen ; bedrijfsbeleid en planning Bedrijfsbeleid en duurzaam ondernemen; Milieubeleid Metselwerk - Houtbouw Betonbouw 2 Geotechniek 2 Installaties in Gebouwen Bouwmechanica 3 Stage Projectwerk Keuzevak 1 Keuzevak 2 Masterproef
3 1.5 1.5 5 3 3 6 3 3 3 3 5 6 3 5.5 1.5 3 3 5 7 4 2.5 1.5 6 3 3 3 3 5 4 6 3 3 4
MC1 / MC9 MC7 MC2 MC11 / / MC4 MC23 MC25 MC7 MC11 MC12 MC12 MC5 MC10 MC25 MC8 MC16 MC15 MC19 MC11 MC9 MC12 MC12 MC10 MC25 MC4 MC12 MC17 MC22 MC25 MC22
1 3 3 4 3 3 6 3 4 3 20
MC24 MC18 MC16 MC15 MC12 MC8 / MC13 / / /
Op basis van de gegevens van tabel 5 wordt tabel 6 opgesteld waar een optelsom wordt gemaakt van de studiepunten die in het opleidingstraject van KaHo Sint-Lieven worden toegekend aan de 25
essentiële opleidingsonderdelen uit het EUCEET - modelcurriculum worden opgeteld. De opleidingsonderdelen die in belangrijke mate inzake gewicht afwijken van het EUCEET modelcurriculum worden vet en cursief weergegeven. Tabel 6 EUCEET modelcurriculum en vergelijking met de opleiding op KaHo Sint-Lieven SP SP Nummer Naam EUCEET KaHo MC 1 Mathematics and Applied Mathematics 16 15 MC 2 Applied Chemistry 3 12 MC 3 Applied Physics 5.5 9 MC 4 Computer Science and Computational Methods in Civil 6.5 14 Engineering MC 5 Drawing and descriptive Geometry 4 4.5 MC 6 Mechanics 5 9 MC 7 Mechanics of Materials 7.5 10 MC 8 Structural Mechanics 8.5 8 MC 9 Fluid Mechanics & Hydraulics 5.5 7.5 MC 10 Engineering Surveying 5 6 MC 11 Building Materials 5.5 10.5 MC 12 Buildings 4 21.5 MC 13 Basis of Structural Design 4.5 3 MC 14 Engineering Geology 3.5 / MC 15 Soil Mechanics and Geotechnical Engineering 6.5 8 MC 16 Structural Concrete 7.5 10 MC 17 Steel Structures 6 6 MC 18 Timber, Masonry and Composite Structures 3.5 3 MC 19 Transportation Infrastructure 4 2.5 MC 20 Urban and Regional Infrastructure 3 / MC 21 Water Structures and Water Management 3.5 / MC 22 Construction Technology and Organisation 5.5 7 MC 23 Economics and Management 6 3 MC 24 Environmental Engineering 4 1 MC 25 Non-technical subjects 6 15 Op basis van tabellen 5 en 6 en op basis van de opleidingsfiches kan men volgende besluiten trekken. 1. In de beginfase van de opleiding wordt geopteerd voor een bede sokkel gemeenschappelijke opleidingsonderdelen die een brede polyvalente basisvorming voor de Vlaamse industrieel ingenieurs moet veiligstellen. Daardoor komen opleidingsonderdelen zoals Elektriciteit ( 12SP ), Elektronica (3SP ), Thermodynamica ( 1.5 SP ) wel voor in het curriculum in KaHo Sint-Lieven en ontbreken deze topics in het EUCEET - modelcurriculum. Men merkt om dezelfde reden een duidelijke overwaardering van de vakgebieden Chemie ( 12 SP i.p.v. 3 SP ), Fysica ( 9 SP i.p.v. 5.5 SP ), Computerwetenschappen en Numerieke Methodes ( 14 SP i.p.v. 6.5 SP in het EUCEET modelcurriculum ), Mechanica ( 9SP i.p.v. 5SP in het EUCEET - modelcurriculum ) en Bouwmaterialen ( 10.5 SP met inbegrip van het polyvalente opleidingsonderdeel Materialenleer i.p.v. 5.5 SP in het EUCEET - modelcurriculum ). Deze afwijkingen zijn te verklaren met de wens van het beleid ( gesteund door rationalisatiedesiderata van de overheid ) om een brede polyvalente basiskennis aan te bieden in een ingenieursopleiding. 2. Er is een goede overeenstemming in het vakgebied Wiskunde. Op KaHo Sint-Lieven omvat dit ook 3SP Statistiek, hetgeen ontbreekt in het EUCEET -modelcurriculum
3. Er is een goede overeenstemming ( inhoudelijk en inzake studiepunten ) in de vakgebieden MC5 en MC7, MC8 en MC10 uit het EUCEET modelcurriculum met een duidelijke overwaardering in MC7 Mechanics of Materials ( in Ba2 ) en een kleine onderwaardering in opleidingsonderdeel MC8 Structural Mechanics (in Ba3 en MaB ). Concreet betreft het twee opleidingsonderdelen met een zeer hechte volgtijdelijkheid zodat deze als communicerende vaten kunnen beschouwd worden. De optelsom van beiden is in het programma van KaHo Sint-Lieven licht overgewaardeerd t.o.v. het EUCEET modelcurriculum. Schaalstructuren komen niet aan bod. maar kunnen numeriek behandeld worden in het opleidingsonderdeel eindige elementenmethode. 4. Het vakgebied 9 Fluidummechanica en Hydraulica vertoont een lichte overwaardering maar omvat ook onderdelen van rioleringen, … die elders in het curriculum niet aan bod komen. 5. Aan Vakgebied 12 “Buildings” worden veel meer studiepunten toegekend dan in het EUCEET modelcurriculum wordt voorgesteld. De vakinhouden zijn sterk verbonden aan het onderzoeksspeerpunt Duurzaam Bouwen – Bouwfysica. 6. Vakgebied 13 ( Basis of Structural Design is licht ondergewaardeerd. Elementen ervan komen echter ook voor in de diverse opleidingsonderdelen rond het ontwerpen van structuren in staal, beton, hout, metselwerk en het ontwerp van funderingen. 7. Vakgebieden 14 “Engineering Geology” ontbreekt. Vakgebied 15 “Soil Mechanics and Geotechnical Engineering” wordt afgedekt door de opleidingsonderdelen Geotechniek 1 en Geotechniek 2. Samen voldoen ze ruimschoots aan het EUCEET modelcurriculum. 8. Vakgebieden 16 “Structural Concrete”, 17 “Steel Structures” en 18 “Timber, Masonry and Composite Structures” tonen een gemengd beeld met een overwaardering van beton, een coorecte waardering van staal en een onderwaardering van vakgebied 18. Er worden geen gemengde staalbetonstructuren behandeld in het reguliere curriculum. 9. Vakgebied 19 is enkel vertegenwoordigd via Wegenbouw ( 2.5 SP ) wat een onderwaardering betekent ten opzichte van het modelcurriculum van EUCEET. Vakgebieden 20 en 21 komen niet voor in het reguliere curriculum maar kunnen als keuzevak gevolgd worden. 10. Vakgebied 22 “Construction Technology and Organisation” krijgt in het opleidingsprofiel op KAHO Sint-Lieven een beperkte overwaardering. Vakgebied 24 “Environmental Engineering” krijgt zeer beperkt aandacht via expliciete afzonderlijke opleidingsonderdelen. maar is in diverse andere opleidingsonderdelen impliciet aanwezig. 11. De aandacht die in het onderwijs op KaHo Sint-Lieven wordt besteed aan vakgebied 25 is sterk overgewaardeerd ten opzichte van de verwachtingen van het EUCEET -modelcurriculum. Opleidingstraject KHBO academiejaar 2009 – 2010 en vergelijking met het EUCEETmodelcriterium Het huidige opleidingstraject in de opleidingen Bachelor en Master Industriële Wetenschappen: Bouwkunde heeft zich ontwikkeld uit het opleidingstraject kandidaat industrieel ingenieur ( 120 SP met een brede polyvalente basisopleiding ) en industrieel ingenieur bouwkunde ( 120 SP, gespecialiseerde technische opleiding bouwkunde ). Deze opleiding en het profiel van de afgestudeerden werd door de arbeidsmarkt in Vlaanderen en België traditioneel hoog gewaardeerd. Bij de omvorming naar het bachelor - master opleidingsmodel werd er voor geopteerd de bestaande opleidingsexpertise maximaal te benutten en geen revolutionair nieuw opleidingsconcept uit te werken. Wel werd binnen de hogescholen van de latere associatie KU Leuven in een vroeg stadium afgesproken de sokkel van de gemeenschappelijke polyvalente basisvorming te verminderen van 120 tot 90 SP. Vanuit de wens van de overheid om te komen tot een rationeel opleidingsaanbod is deze gemeenschappelijke sokkel verdedigbaar. Het is daarbij wel onvermijdelijk dat er afwijkingen ontstaan tussen dit Vlaamse opleidingsmodel en een ideaal opleidingsmodel zoals het EUCEET-model dat is ontstaan onafhankelijk van dergelijke rationalisatiedesiderata.
Tabel 7 geeft een overzicht van het opleidingstraject in KHBO met de opleidingsonderdelen en waar nodig voor de vergelijking ook de deelopleidingsonderdelen met hun studiepunten ter vergelijking met het modelcurriculum van de EUCEET. Waar volgens de naamgeving en de opleidingsfiches een overeenkomst kon gevonden met het EUCEET-modelcurriculum wordt ook de code uit tabel 2 in tabel 7 opgenomen. Opleidingsonderdelen uit het opleidingscurriculum van KHBO die niet in EUCEET-lijst voorkomen worden gecursiveerd en onderlijnd in tabel 7 weergegeven. nummer
Tabel 7 Vergelijking opleidingstrajecten KHBO en EUCEET Naam opleidingsonderdeel ECTS
Ba1.1 Ba1.2a Ba1.2b Ba1.3 Ba1.4 Ba1.5 Ba1.6 Ba1.7 Ba1.8 Ba1.9 Ba1.10 Ba1.11 Ba1.12 Ba2.1 Ba2.2 Ba2.3a Ba2.3b Ba2.4 Ba2.5 Ba2.6 Ba2.7 Ba2.8 Ba2.9 Ba2.10a Ba2.10b Ba2.11 Ba2.12 Ba3.1 Ba3.2 Ba3.3 Ba3.4 Ba3.5 Ba3.6 Ba3.7 Ba3.8 Ba3.9 Ba3.9 Ba3.10a Ba3.10b
Wiskunde 1 Computer ondersteunde toepassingen: informatica werktuigen Computer ondersteunde toepassingen: computertekenen Fysica 1 Chemie 1 Mechanica Algemene vormgevingstechnieken Wiskunde 2 Fysica 2 Chemie2 Elektriciteit Taalvaardigheden Materialenleer 1 Kansrekenen en Statistiek Elektriciteit - Elektronica Energieconversie - Thermodynamica Fluïdummechanica Sterkteleer Informatica Wetenschappelijk Project Toegepaste materialenleer Grafische technieken Stabiliteit 1 Hydrodynamica – Toegepaste hydraulica Hydrodynamica – Rioleringen Beton 1 Landmeten Gebouwentechniek Wegen 1 Stabiliteit 2 Beton 2 Grondmechanica Staal RZL ( Religie, Zingeving en Levensbeschouwing ) Informatica Funderingen Waterbouw Civiele Techniek – Wegen 2 Civiele Techniek – Bruggenbouw
6 1 5 5 5 5 3 7 5 5 5 3 5 3 8 4 3 4 5 3 7 4 5 2 2 3 7 6 3 6 4 3 5 3 3 3 5 2 2
Nummer EUCEET MC1 MC4 MC5 MC3 MC2 MC6 MC11 MC1 MC3 MC2 / MC25 MC11 MC1 / / MC9 MC7 MC4 / MC11 MC5 MC8 MC9 MC20 MC16 MC10 MC12 MC19 MC8 MC16 MC15 MC17 MC25 MC4 MC15 MC21 MC19 MC17
Ba3.11 Ba3.12a Ba3.12b MaB1 MaB2 MaB3 MaB4 MaB5 MaB6 MaB7 MaB8 MaB9 MaB10 MaB11 MaB12
Minor Bouwkunde ( Ontwerp + Lab ) Duurzaam ondernemen 1 – Socio-economie Duurzaam ondernemen 1 – Milieu- en veiligheidszorg Duurzaam Bouwen Restauratie en renovatie Bouwrecht Lab bouwkunde Uitvoeringsmethoden Duurzaam ondernemen 2 Installaties Aanvullingen stabiliteit Ontwerp bouwkunde 2 Spanbeton Keuzevak Masterproef Bouwkunde
10 2 3 5 3 5 3 3 5 3 3 4 3 3 20
MC13 MC23 MC24 MC24 MC12 MC25 MC13 MC15 MC23 MC12 MC8 MC13 MC16 / /
Op basis van de gegevens van tabel 7 wordt tabel 8 opgesteld waar een optelsom wordt gemaakt van de studiepunten die in het opleidingstraject van KHBO worden toegekend aan de 25 essentiële opleidingsonderdelen uit het EUCEET - modelcurriculum worden opgeteld. De opleidingsonderdelen die in belangrijke mate inzake gewicht afwijken van het EUCEET - modelcurriculum worden vet en cursief weergegeven.
Nummer MC 1 MC 2 MC 3 MC 4 MC 5 MC 6 MC 7 MC 8 MC 9 MC 10 MC 11 MC 12 MC 13 MC 14 MC 15 MC 16 MC 17 MC 18 MC 19 MC 20 MC 21 MC 22 MC 23
Tabel 8 EUCEET modelcurriculum en vergelijking met de opleiding op KHBO SP Naam EUCEET Mathematics and Applied Mathematics 16 Applied Chemistry 3 Applied Physics 5.5 Computer Science and Computational Methods in Civil 6.5 Engineering Drawing and descriptive Geometry 4 Mechanics 5 Mechanics of Materials 7.5 Structural Mechanics 8.5 Fluid Mechanics & Hydraulics 5.5 Engineering Surveying 5 Building Materials 5.5 Buildings 4 Basis of Structural Design 4.5 Engineering Geology 3.5 Soil Mechanics and Geotechnical Engineering 6.5 Structural Concrete 7.5 Steel Structures 6 Timber, Masonry and Composite Structures 3.5 Transportation Infrastructure 4 Urban and Regional Infrastructure 3 Water Structures and Water Management 3.5 Construction Technology and Organisation 5.5 Economics and Management 6
SP KHBO 16 10 10 9 9 5 4 14 5 7 15 12 17 / 9 10 7 / 5 2 7 / 7
MC 24 MC 25
Environmental Engineering Non-technical subjects
4 6
8 11
Op basis van tabellen 7 en 8 en op basis van de opleidingsfiches kan men volgende besluiten trekken. 1. In de beginfase van de opleiding wordt geopteerd voor een bede sokkel gemeenschappelijke opleidingsonderdelen die een brede polyvalente basisvorming voor de Vlaamse industrieel ingenieurs moet veiligstellen. Daardoor komen opleidingsonderdelen zoals Elektriciteit – Elektronica ( 13SP ) en Thermodynamica ( 4 SP ) wel voor in het curriculum op KHBO en ontbreken deze topics in het EUCEET - modelcurriculum. Men merkt om dezelfde reden een duidelijke overwaardering van de vakgebieden Chemie ( 10 SP i.p.v. 3 SP ), Fysica ( 10 SP i.p.v. 5.5 SP ), Computerwetenschappen en Numerieke Methodes ( 9 SP ) en Bouwmaterialen ( 15 SP met inbegrip van het polyvalente opleidingsonderdeel Algemene vormgevingstechnieken en Materialenleer 1 in het EUCEET - modelcurriculum ). Deze afwijkingen zijn te verklaren met de wens van het beleid ( gesteund door rationalisatiedesiderata van de overheid ) om een brede polyvalente basiskennis aan te bieden in een ingenieursopleiding. 2. Er is een goede overeenstemming in het vakgebied Wiskunde. Op KHBO omvat dit ook 3SP Kansrekenen en Statistiek, hetgeen ontbreekt in het EUCEET -modelcurriculum 3. Het opleidingsonderdeel MC5 Computertekenen is overgewaardeerd op KHBO maar omvat er ook een overkoepelend algemeen gedeelte i.v.m. mechanisch, … tekenen. 4. Er is een goede overeenstemming ( inhoudelijk en inzake studiepunten ) in de vakgebieden MC6 tot MC10 uit het EUCEET modelcurriculum. De onderlinge waardering tussen MC7 Mechanics of Materials ( Sterkteleer in Ba2 ) en MC8 Structural Mechanics (Stabiliteit in Ba3 ) wijkt sterk af van het modelcurriculum. Concreet betreft het twee opleidingsonderdelen met een zeer hechte volgtijdelijkheid zodat deze als communicerende vaten kunnen beschouwd worden. Hun totaalsom ligt in de lijn van de verwachtingen van het modelcurriculum van EUCEET. 5. De belangrijke waardering van het opleidingsonderdeel MC11 “Building Materials” is voor een deel toe te schrijven aan het gegeven dat de algemene opleidingsonderdelen Algemene vormgevingstechnieken en Materialenleer 1uit het KHBO-programma aan dit opleidingsonderdeel zijn toegekend. Voor het overige wordt het belangrijk aandeel van de opleidiingsonderdeel verklaard door het onderzoeksspeerpunt Duurzame Materialen op KHBO. 6. Aan Vakgebied 12 “Buildings” worden meer studiepunten toegekend dan in het EUCEET modelcurriculum wordt voorgesteld. Dit is te verantwoorden door een toenemend maatschappelijk belang hiervan in ons land. 7. Vakgebied 13 ( Basis of Structural Design ) lijkt sterk overgewaardeerd op KHBO. Dit is te verklaren doordat de ontwerp- en labo-activiteiten in het opleidingsprogramma bewust aan dit vakgebied werden toegekend. Er bestaat geen afzonderlijk opleidingsonderdeel voor dit vakgebied aangezien elk opleidingsonderdeel afzonderlijk de nodige aandacht besteed aan deze materie. De ontwerp- en labo activiteiten ( die voor een deel ook vervat zijn in het opleidingsonderdeel Bachelorproef ) vormen de praktijkgerichte vertaling van dit vakdomein. 8. Vakgebied 14 “Engineering Geology” ontbreekt en vakgebied 15 “Soil Mechanics and Geotechnical Engineering” ( afgedekt door de opleidingsonderdelen Grondmechanica, Funderingen en Uitvoeringsmethoden ) is overgewaardeerd op KHBO. De toegekende 9 SP komen goed overeen met de studiepunten die in het modelcurriculum van EUCEET worden toegekend aan beide gebieden samen. 9. Vakgebieden 16 “Structural Concrete”, 17 “Steel Structures” zijn licht overgewaardeerd op KHBO. Vakgebied 18 “Timber, Masonry and Composite Structures” is enkel voor het onderdeel houtbouw aanwezig als keuzevak. 10. De aandacht die in het onderwijs op KHBO wordt besteed aan de vakgebieden 19- 25 ligt in de lijn van de verwachtingen van het EUCEET –modelcurriculum met een duidelijk accent op de niettechnische opleidingsonderdelen en op het opleidingsonderdeel MC21 Water Structures and Water
Management. Door de specifieke ligging van de campus hechts men er traditioneel een grotere waarde aan kustwaterbouw en algemene waterbouw. Onderlinge vergelijking van de 4-jarige academische ingenieursopleidingen binnen de associatie K.U.Leuven Er wordt een onderlinge vergelijking gemaakt tussen de 3 bouwkundige ingenieursopleidingen binnen de Associatie K.U.Leuven ( GFIBW ) aan de hand van de opgestelde vergelijkingstabellen van elke hogeschool met het EUCEET-modelcurriculum. die eerder werden gegeven als tabel 4, tabel 6 en tabel 8. Deze gegevens van tabel 4, tabel 6 en tabel 8 zijn samengebracht in tabel 9. Tabel 4 EUCEET modelcurriculum en vergelijking met de opleidingen in de associatie K.U.Leuven SP SP SP SP Nummer Naam EUCEET De Nayer KaHo KHBO MC 1 Mathematics and Applied Mathematics 16 16 15 16 MC 2 Applied Chemistry 3 12 12 10 MC 3 Applied Physics 5.5 10 9 10 MC 4 Computer Science and Computational 6.5 11 14 9 Methods in Civil Engineering MC 5 Drawing and descriptive Geometry 4 5 4.5 9 MC 6 Mechanics 5 6 9 5 MC 7 Mechanics of Materials 7.5 10 10 4 MC 8 Structural Mechanics 8.5 7 8 14 MC 9 Fluid Mechanics & Hydraulics 5.5 7 7.5 5 MC 10 Engineering Surveying 5 4 6 7 MC 11 Building Materials 5.5 9 10.5 15 MC 12 Buildings 4 13 21.5 12 MC 13 Basis of Structural Design 4.5 14 3 17 MC 14 Engineering Geology 3.5 0 0 9 MC 15 Soil Mechanics and Geotechnical 6.5 8 9 Engineering MC 16 Structural Concrete 7.5 11 10 10 MC 17 Steel Structures 6 10 6 7 MC 18 Timber, Masonry and Composite 3.5 5 3 0 Structures MC 19 Transportation Infrastructure 4 3 2.5 5 MC 20 Urban and Regional Infrastructure 3 5 0 2 MC 21 Water Structures and Water 3.5 2 0 7 Management MC 22 Construction Technology and 5.5 11 7 0 Organisation MC 23 Economics and Management 6 7 3 7 MC 24 Environmental Engineering 4 0 1 8 MC 25 Non-technical subjects 6 3 15 11 Gesommeerde kwadratische afwijking 280 460.25 416 Vierkantswortel gesommeerde kwadratische afwijking 16.7 21.5 20.4 Aangezien het EUCEET modelcurriculum slecht 140 SP van de 240 SP uitmaakt en er dus voor elke organiserende hogeschool een ruime marge overblijft voor extra opleidingsaccenten is het eigenlijk weinig relevant een kwantitatieve vergelijking te maken. De tabel 9 is anderzijds een ideaal instrument
om toch een dergelijke kwantitatieve schatting te maken van de mate waarin de programma’s binnen de Associatie K.U.Leuven aansluiten bij het modelcriterium van de EUCEET; Daarom werd in tabel 9 ook een optelsom gemaakt van de gekwadrateerde afwijking van de studiepunten toegekend aan elk opleidingsonderdeel in het EUCEET modelcurriculum en de corresponderende studiepunten voor elk corresponderend opleidingsonderdeel in elke hogeschool. Om de vertekeningen te beperkingen werd geen rekening gehouden met de opleidingsonderdelen MC1 – MC3 aangezien deze voor het algemeen studiepunten vertegenwoordigen die op een ander beleidsniveau zijn overeengekomen. Hetzelfde geldt voor de opleidingsonderdelen MC24 en MC 25 die eveneens niet in de optelsom zijn opgenomen. Aangezien de scheiding tussen de opleidingsonderdelen MC7 en MC8 niet altijd even duidelijk kan gemaakt worden werd hun gecombineerde gewicht genomen in de optelsom in plaats van hun effect afzonderlijk op te nemen. Hetzelfde geldt voor de opleidingsonderdelen MC14 en MC15. Tabel 9 leert dat de opleiding op campus De Nayer van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst in beperkte mate meer aansluit bij het EUCEET modelcurriculum dan KHBO en KaHoSL. De “overeenkomst” met het modelcurriculum van EUCEET van de opleidingen aan KaHo Sint-Lieven en KHBO is bijna identiek ondanks duidelijk verschillende opleidingsaccenten. Bij KaHo Sint-Lieven valt daarbij het grotere gewicht op van de cluster “Buildings” met het zeer grote belang van Bouwfysica en Gebouwentechniek in het algemeen. Ook aan het gebruik van diverse toepassingen van basissoftware wordt zeer belang besteed aan de opleiding. Bij KHBO valt het grote gewicht op van de studie van bouwmaterialen, terwijl de component structuurontwerp op campus De Nayer meer belangrijk is. Op deze manier legt elke hogeschool duidelijk accenten naar het opleidingsprogramma vanuit de eigen on campus onderzoeksspeerpunten. Besluit Alle essentiële opleidingsonderdelen uit het EUCEET - modelcurriculum komen aan bod in de ingenieursopleidingen bouwkunde op campus De Nayer ( Hogeschool voor Wetenschap en Kunst ), KaHo Sint-Lieven en KHBO. Door een aantal keuzes uit het verleden zijn er inzake het relatieve gewicht in de opleiding toch een aantal belangrijke verschilpunten vast te stellen met het EUCEET modelcurriculum. De competentiematrix die werd afgeleid uit de desiderata van de K.U.Leuven is gelijkwaardig aan de 13 competenties en 3 competentieniveaus zoals die worden gedefinieerd in het EUCEET-modelcurriculum. De bewuste keuze van een brede polyvalente basisvorming in de eerste helft van de bacheloropleiding komt duidelijk tot uiting. Verdere verschillen zijn toe te schrijven aan een profilering ten gevolge van onderzoeksspeerpunten. 3 november 2009 Dr ir Koenraad Thooft