Groenling
Verhaal bij de foto Het Elzenhaantje Met name op de bladeren van de Els komt in het voorjaar massaal het Elzenhaantje voor. Deze kevertjes zitten aan de onderkant van het blad. In mei zag ik een Elzenhaantje dat bezig was met het leggen van een groot aantal oranje eitjes. Dat kan oplopen tot meer dan 600 stuks! Om u deze activiteit niet te onthouden, heb ik daarvan bijgaande foto gemaakt. Uit deze eitjes komen na een paar weken de zwarte larven, die zich na nog eens 4 weken in jaargang 0
Inhoudsopgave
de grond gaan verpoppen. In augustus verschijnt dan de tweede generatie, die overwintert. Zowel de kevers als de larven eten de bladeren die daardoor soms volledig geskeletteerd worden. Van deze vraat ondervinden de Elzen nauwelijks schade. In een erg droge zomer is deze vraat zelfs gunstig ,want met minder bladoppervlakte kan de Els volstaan met minder water.
Wim Schoenmakers
proefnummer
Voorwoord ................................................... 2 In Memoriam ............................................... 2 Interview ..................................................... 3 Hazelnoten................................................... 5 Recepten ..................................................... 6 Hazelnootboorder ......................................... 7 Hazelaar ...................................................... 8 Gallen .......................................................... 8 Kruiden no 33 .............................................. 9 IVN-weekend 2014 ..................................... 12
najaar 2013
Verslag Insectencursus ...............................11 Versje Ivo ..................................................11 Nieuwjaarsbijeenkomst ...............................13 Vliegenzwam ..............................................13 Verslag IVN-weekend 2013 .........................14 Groenling Digitaal .......................................15 Monet in Oisterwijk .....................................16 Boskap Huisvennen.....................................17 Nachtvlinders op de Gerrithoeve ..................18 Insectenquiz ..............................................19
Voorwoord
De eerste Groenling maken zonder Miriam is niet makkelijk, wij missen haar inzet, haar boeken, haar puntjes op de I zetten, haar heerlijke snoepjes en koekjes, haar gezellige huis, maar we missen haar vooral als mens. We hebben het voor elkaar gekregen en nu ligt de Groenling voor uw.
Dank voor alle bijdragen. De volgende Groenling verschijnt in het voorjaar van 2014. Veel lees plezier.
Hennie en Marianne
In Memoriam Miriam van Kempen den Brok Op 6 augustus 2013 is Miriam van Kempen overleden. Na een jaar van hoop en vrees heeft ze rust gevonden. Ze is 65 jaar geworden. Voor Miriam was educatie heel belangrijk, vooral bij kinderen. IVN staat tenslotte nog steeds voor Natuur- en Milieu-educatie. De scholenwerkgroep was haar lust en haar leven. Ze heeft meer dan 10 jaar gezorgd dat er IVNgidsen klaar stonden voor kinderen van de basisscholen in de omgeving van Oisterwijk. Ze mochten waterdiertjes scheppen in de Brouwkuip, ze liepen het kleuterpad (Noniksie), in de herfst zochten ze o.a. bladeren en paddenstoelen. Miriam organiseerde deze schoolactiviteiten in samenwerking met het bezoekerscentrum. Ze was ook actief bij het organiseren van de boomplantdag. Heel veel kinderen werden door haar met de natuur vertrouwd gemaakt (dus ook haar kleinkinderen). Er was altijd één reservegids en dat was Miriam, als ze niet hoefde te werken viel bijna altijd in. “oh ja er was een gids die op laatste moment afzegde, toen heb ik het zelf maar even gedaan”, was haar vaste uitdrukking als wij vroegen hoe het gegaan was. Ze heeft in de bijna 35 jaar van haar lidmaatschap van IVN-Oisterwijk diverse cursussen gevolgd maar ook begeleid. Ze vond ook dat er meer gidsen moesten worden opgeleid. Daarom was ze er vaak bij, als er een nieuwe gidsencursus werd gestart. Eerst als coördinator en daarna als mentor. Ik heb haar als mentor mogen ontmoeten op een van de cursusavonden waarop alle werkgroepen zich presenteerden. We moesten stage gaan lopen bij een van die werkgroepen. Ik heb als proef een keer meegedaan om te kijken hoe de
Groenling in elkaar werd gezet. Door het enthousiasme van Miriam ben ik niet meer weggegaan. Aan de Groenling heeft ze meer dan 20 jaar meegewerkt, Miriam zocht diverse artikeltjes bij elkaar soms uit een boek of het NRC of inzendingen van onze leden. Ze typte het nodige over en zocht er de plaatjes bij. De laatste jaren kregen we steeds meer artikelen digitaal aangeleverd, zodat het overtypen beperkt werd. Er bleven altijd stukken die van spreektaal in schrijftaal moesten worden omgezet. Miriam had een flinke woordenschat en een goed gevoel voor taal. Zij corrigeerde elk artikel en had daardoor alles gelezen wat er in de Groenling stond en wist ook feilloos of er iets al in had gestaan. Om de Groenling te maken hadden Marianne en ik meestal 3 redactievergaderingen nodig en een avond waar we de groenling in elkaar zetten. De eerste avond begon altijd met het bijpraten over de kinderen, maar vooral over de kleinkinderen. Ze paste nogal eens op haar kleinkinderen (Kai, Jari, Joep en Jens), die haar enorm inspireerden. Ze had daardoor ook hele leuke verhalen, hoe de jongens de natuur beleefden. Miriam was ook actief lid van de activiteiten commissie. Het organiseren, samen met Jan, Corrie en Els, van de nieuwjaarsreceptie en de IVN-weekenden deed ze met vol enthousiasme. We zijn Miriam enorm dankbaar voor alles wat ze voor IVN gedaan heeft. Ze laat een lege plaats achter die moeilijk op te vullen is.
Hennie Klerx
Interview De bijzondere hobby van Piet van Iersel: koperslager Bij de voordeur van Piet en Ria van Iersel zag ik een prachtige buitenlamp hangen het werd me meteen duidelijk dat hier iemand woonde die prachtige dingen kon maken. Ik werd hartelijk verwelkomd door Piet met een kopje thee in de prachtige tuin met vele kunstwerken gemaakt door Piet. Piet is al vanaf zijn 15de met de koperslagers hobby bezig het begon met het kloppen van filmsterren. In het begin van zijn huwelijk lagen zijn hobby’s op een laag pitje, ’s morgens om 7 uur de deur uit om te werken en daarna de avondschool zodat hij soms om 11 uur ’s avonds pas thuis was.
Op een gegeven moment had Piet tijd voor zijn hobby's en kwam hij in contact met gelijkgestemden hobby beoefenaars. Ze hebben samen in 1988 het koperslagersgilde opgericht, wat onlangs zijn 25-jarig bestaan heeft gevierd. Na aanleiding van dit jubileum heeft de Helvoirtse omroep opnamen gemaakt en heeft er een artikel in de krant gestaan. Omdat dit een uniek gebeuren was en zeker omdat er steeds minder oude ambachten zijn, en dit gilde het nog in stand houdt heeft zowel het Openluchtmuseum als de UNESCO het gilde benaderd om ervoor te zorgen dat dit gilde in stand blijft en hebben ze verzocht om waar mogelijk demonstraties te geven. Piet is al 25 jaar voortrekker van het gilde. De website van het koperslagersgilde is www.koperslagersgilde.nl. Piet heeft meerdere hobby’s maar maakt alles graag met zijn handen, hij gebruikt metaal,
plastic, hout, zilver, glas en steen. In zijn fotoboek waar van ieder object wat hij gemaakt heeft een foto is geplakt zie ik o.a. kerktorenhaantjes, teugels voor paarden, vlaggenstokken voor de gilden, lampen, gerestaureerde kandelaars maar ook badkamers, serres, keukens, enz.. Wat Piet ziet kan hij ook maken, het ziet er allemaal perfect uit. Favoriet is toch wel het werken met koper, hij mag dan ook wel een echte koperslager genoemd worden, met koper maakt hij hele mooie voorwerpen. Met name de kleur en het goed kunnen vervormen van het materiaal spreekt hem erg aan. Als het object klaar is moet het gepoetst worden wat erg veel werk is en heel veel tijd kost maar het geeft een prachtig resultaat dan is het toch leuk om te doen. Piet vindt het altijd weer moeilijk als hij iets in opdracht gemaakt heeft het werkstuk af te staan. Hij maakt juweeltjes waar een engelengeduld voor nodig is, met veel geduld is Piet geboren het zit echt in zijn genen. Bovendien benadrukt hij vaak als je iets met liefde maakt, recht uit je hart maakt de tijd en het werk wat je eraan besteed niet uit. Dit is duidelijk te zien aan de vele details die ik terug zie in o.a. een kandelaar van 1 meter hoog waar Piet een jaar aan gewerkt heeft. Piet heeft in het onderwijs gewerkt waar men dienstbaar en geduldig moest zijn. En dienstbaar is Piet zeker heel veel mensen en musea vragen hem om iets te repareren of te maken. Vaak zijn het oude of antieke voorwerpen waar iets aan kapot is en wat niet meer te koop is. Piet helpt hier graag bij en de resultaten zijn verbluffend. Een andere hobby die hij van zijn vader overgenomen heeft, is het houden van vogels. Sommige vogelsoorten zijn al 10 generaties in de familie, achter in de tuin staan de kooien en is het een vrolijk gekwetter. Piet geeft de vogels een liefdevolle verzorging. Steeds als hij even van huis is geweest gaat hij even bij zijn vogels langs. Ik vraag wat Piet het mooiste vindt wat hij gemaakt heeft, het zijn de koperen kandelaar en een koperen haan, ze glimmen en zien er prachtig en perfectionistisch uit.
Naast zijn vele hobby’s neemt het IVN en de natuur een belangrijke plaats in. Daarover stel ik hem een paar vragen. Piet hoelang ben je al bij IVN Oisterwijk en wat doe je allemaal voor onze club? Piet is al 25 jaar lid van de IVN waar hij o.a. de Groencursus, gidsencursus, watercursus en de leefbaar landschapscursus wat zijn favoriete cursus was. Hij heeft voor de zwaluwtoren in Moergestel de koperen zwaluw op het dak gemaakt, dat was een hele klus de zwaluw moest ook nog eens draaien. Hij heeft ook een logostempel voor de
Wanneer is de interesse in de natuur voor Piet begonnen. Dat begon al in zijn jeugd de natuur was overal om hem heen, en net als de meeste jongens toen gingen ze na school in oude kleren op pad om o.a. nesten uit te halen, eekhoorns en kikkers te vangen in bomen te klimmen enz. Ook hadden ze thuis een eigen akkertje. Dit alles was aan de rand van de Loonse en Drunense duinen. Zijn zussen waren erg blij met een zelf gemaakte ketting van vogeleitjes. Piet blies hiervoor zoveel mogelijk verschillende vogeleitjes uit. Waar maakt Piet zich het meeste zorgen over als het met de natuur te maken heeft? Hij maakt zich niet zoveel zorgen, als de mensen zich niet teveel bemoeien met de natuur en niet te veel ingrijpen, komt alles in de natuur wel op zijn pootjes terecht. Soms is alles na een jaar weer anders. Natuur en economie is niet op een weegschaaltje te zetten, achteraf gezien is het goed of wat minder goed! Als Piet voor een natuurbeschermingsorganisatie zou mogen werken wat zou hij dan willen doen? Het liefst wil hij lekker het veld in maar wel samen met andere mensen. Samen uitwaaien, lekker nat worden en anderen opmerkzaam en enthousiast maken voor het kleine in de natuur. Hij vindt het contact met mensen met een groen hart en met dezelfde interesse altijd leuk. Hij wil graag mensen bij de natuur betrekken hij doet dat soms door zijn verhalen lekker te overdrijven en er daarna serieus op terug te komen.
nestkasten gemaakt. Verder deed hij veel handen spandiensten o.a. voor de paddenwerkgroep en de vogelwerkgroep. Helaas laat zijn gezondheid het niet meer toe grote klussen te doen. Piet heeft met heel veel plezier veel gegidst, soms doet hij dat nog voor het IVN maar ook voor Staatsbosbeheer het nationaal park Loonse en Drunense duinen en voor de Meierij in het Bossche broek, in Piet zijn kast hangen 3 soorten uniformen als hij gaat gidsen moet hij goed opletten welk pak hij aantrekt.
Wat was voor hem het meest bijzondere moment in de natuur? Het moment dat hij als kind een ei open brak en er een eendje uitgelopen kwam, is een ervaring om nooit te vergeten. Daarnaast vond hij het ook bijzonder dat de putters na jarenlang weg geweest te zijn uit Helvoirt weer terug kwamen. Er zijn ontzettend veel mooie natuur herinneringen in Piet zijn geheugen. Wat heeft op Piet die jarenlang in de natuur kuierde het meeste indruk gemaakt? Hij vindt het heel bijzonder hoe alles in de natuur samenhangt. Als kind weet je niet dat
het gevolgen heeft als je een schakel in de natuur verstoort. Het is prachtig hoe alles wat afgestorven is in het voorjaar weer opbloeit. Hoe meer je kijkt hoe beter je ziet. Wat was voor Piet het meest schokkende wat hij in de natuur gezien heeft? Dat zijn de vele dieren die dood gereden worden, hij vindt dat moeilijk om te zien. Zo zag hij een das vos en ree liggen. Hij verteld daarbij dat wij in het rijk van de dieren leven en wij dat de beesten aandoen. Wat is voor Piet de mooiste plek op aarde? Piet heeft heel veel mooie gebieden gezien. Maar de Loonse en Drunense Duinen vindt hij de mooiste plek op aarde. Dit gebied heeft een mooie geschiedenis en je kunt er uren lopen zonder gestoord te worden. Andere bijzondere plekken zijn het Winkelsven en de Waddeneilanden. Waarbij hij aangeeft dat de zee ook erg mooi is om te zien en om te horen. Piet zegt als je liefde voor de natuur hebt, er altijd veel moois te zien. Piet dank voor je gastvrijheid en dit interview.
Marianne van den Heuvel
Hazelnoten Hazelnoten zijn lekker en gezond. Noten kun je eten bij de borrel, maar worden daarnaast in veel voedingsmiddelen toegepast. Het leuke van hazelnoten is, in tegenstelling tot veel Een hazelnoot is een 'echte noot' en wordt botanisch gerekend tot de droge vruchten. Deze hebben bijna altijd één zaad, waarvan het houtachtige omhulsel erg hard wordt als de vrucht rijp is. Om de hazelnoot te kunnen eten, moet die harde schil dus eerst overwonnen
worden, tegenwoordig gebruiken we daarvoor een notenkraker, in vroeger tijden brachten stenen uitkomst. Geschiedenis van hazelnoten
Hazelnoten zijn in de herfst in de bossen te vinden. Dat wisten onze verre voorouders ook al. In prehistorische tijden werden noten en zaden door de mensen verzameld en als belangrijk bestanddeel van de voeding gebruikt. Eén van de verzamelde noten was de hazelnoot. Hazelnoten zijn droge vruchten en kunnen daardoor lang worden bewaard. Voor de prehistorische mens vormde de hazelnoot daardoor een belangrijk onderdeel van de wintervoorraad, dus voor de voeding in de winter en het vroege voorjaar. Sinds die tijd is de hazelnoot op het menu blijven staan. andere noten, dat ze gewoon in bossen te vinden zijn. Uiteraard kunnen hazelaars ook in de eigen tuin gezet worden om zelf hazelnoten te kweken.
Gebruik van hazelnoten
Hazelnoten zijn heerlijk om los te eten. Daarnaast worden hazelnoten veel verwerkt in allerlei voedingsmiddelen. Vooral de combinatie met chocolade wordt zeer gewaardeerd. Denk bijvoorbeeld maar aan chocoladerepen waarin hazelnoten zijn verwerkt of chocoladepasta. Ook in andere zoete gerechten, zoals taart, komen de hazelnoten prima tot zijn recht. In vegetarische gerechten worden noten, waaronder ook hazelnoten, veelal gebruikt in plaats van vlees. Hazelnoten bevatten zeer veel voedingsstoffen, 100 g. hazelnoten bevat bijvoorbeeld 667 kcal aan energiewaarde. Waar kun je hazelnoten vinden?
Er zijn twee verschillende soorten hazelnoten, hazelnoten van hazelaars en hazelnoten van de hazelnotenboom. De hazelnootboom is een echte (hoge) boom die veelal in bossen te vinden is en de hazelaar is een (grote) struik, welke te herkennen is aan het feit dat hij meerstammig is. Over het algemeen zijn de
hazelnoten van de hazelaar iets groter dan de hazelnoten van de hazelnotenboom. De ‘vrucht’ van de hazelnootboom waarin de hazelnoten groeien bevat meer noten dan de vrucht van de hazelaar, ook hebben de hazelnoten van de hazelnotenboom een hardere schaal. Zowel de hazelnootboom als de hazelaar is veelvuldig te vinden in de bossen, in parken zul je echter sneller een hazelaar tegenkomen. Hazelaars doen het eveneens uitstekend in eigen tuin. Kapers op de kust!
Niet alleen mensen vinden hazelnoten erg lekker. Ook knaagdieren zijn er verzot op. Een hazelnootomhulsel met een gaatje, maar verder helemaal leeg, duidt op muizen. Maar ook eekhoorntjes gebruiken de hazelnoot graag als onderdeel van de wintervoorraad. Wie in de herfst zoekt naar hazelnoten, doet er goed aan niet al te lang te wachten!
Uit www.Goedboerenindestad.nl
Recepten (uit België) De Praagse hazelnootrol Ingrediënten
500 g gemalen hazelnoten 500 g meel 30-50 g gist 5 eierdooiers 2 eiwitten 1½ kop melk 125 g boter 150 g suiker 3 eetlepels rum 1 eetlepel geraspte chocolade zout, kaneel, kruidnagelpoeder, poedersuiker. Bereiding
Roer door de gist 1 koffielepel suiker. Maak een zetseltje van de gist met 5 eetlepels suiker en meel Laat dit ongeveer 15 minuten rijzen. Roer met wat melk, 2 eidooiers, een snufje zout en 60 g boter een glad beslag. Klop zolang tot zich bellen gaan vormen. Daarna nog eens 15 minuten laten staan. Maak een pasta van de (gemalen) hazelnoten, met ongeveer 80 g suiker, wat kaneel, 2 eierdooiers en 8 eetlepels melk en doe er ook nog 3 eetlepels rum doorheen. Daarna 2 eiwitten stijf kloppen en er doorheen roeren. Rol het gistdeeg uit tot een ½ cm dikke rechthoek , smeer er daarna de pasta op.
Rol het geheel zodanig op dat het in het bakblik past (zorg dat de deegrand beneden zit). Laat het geheel 30 minuten rijzen. Smeer de rol in met losgeklopt eigeel. Verwarm de oven voor op 200º C en bak het geheel in ongeveer 30 minuten af. Laat het afkoelen en voor het opdienen met poedersuiker bestrooien.
Hazelnoot-omelet Ingrediënten
150 g hazelnoten 70 g suiker 70 g boter 6 eieren 30 g broodblokjes en rum
Bereiding
De hazelnoten malen. Het brood met rum bevochtigen. Meng de hazelnoten, boter, eidooiers, suiker en brood door elkaar. De eiwitten stijf kloppen en ook door de massa scheppen. In een ingevette vuurvaste schotel overdoen en in een hete oven zetten.
Hazelnootboorder De Hazelnootboorder (Curculio nucum) is een kever uit de familie van de snuitkevers (Curculionidae).
De kever leeft als larve van de zaden van de hazelaar en beschadigt hierbij de hazelnoten. Het vrouwtje legt een eitje in de hazelnoot wanneer de vruchtwand nog zacht is.
De larve boort zich later door de verhoute wand naar buiten. De larve graaft zich vervolgens in tussen plantenwortels op een diepte van 10 tot 15 centimeter in de bodem. Hier brengt de larve de winter door, om in de volgende zomer te verpoppen. Het is bekend dat de larve soms twee tot drie jaar ondergronds verblijft voordat de verpopping plaatsvindt. Uit de pop komt tenslotte de volwassen kever tevoorschijn waarna de cyclus opnieuw begint. De hazelnootboorder komt ook voor in Nederland en België. Omdat hier geen hazelnoten op grote schaal worden gekweekt richt de kever weinig schade aan. In zuidelijke landen echter, waar hazelnoten op grote schaal worden geteeld is de snuitkever een ernstige plaag die grote delen van de oogst kan aantasten die daardoor onverkoopbaar wordt. De kever wordt nog geen centimeter lang (tot 8,5 millimeter). De lichaamskleur is bruin. De kever is te herkennen aan de bolle lichaamsvorm en de lange en dunne, bruine snuit. De larve is wit en made-achtig.
Hazelaar
Corylus Avellana De hazelaar is een bossige struik met 3 tot 6 meter hoge bruine stammetjes met een gladde schors. De verspreidstaande, rondachtige eivormige knoppen zijn door talrijke schubben bedekt. De mannelijke katjes zijn reeds in de winter zichtbaar, worden in het voorjaar snel langer en bloeien reeds in maart, lang voor het verschijnen van het blad. Het gele stuifmeel wordt door de wind overgebracht op de vrouwelijke bloemen, die men van de bladknoppen slechts door de uittredende karmijnrode stempels kan onderscheiden. Het stuifmeel van de hazelaar vormt in het voorjaar meestal het eerste bijenvoedsel. Uit de vrouwelijke bloemen ontwikkelen zich tot de herfst ovale, hardschalige, 1 tot 1½ cm grote nootjes die omgeven zijn door een kruidachtig vruchtomhulsel waarvan de randen franjeachtig zijn ingesneden. De droog bewaarde en in het voorjaar uitgezaaide hazelnoten kiemen in de regel pas in het tweede jaar. De hazelaar is over bijna geheel Europa verbreid. In het noorden reikt haar areaal tot de 63ste breedtegraad. In Midden-Europa ontmoet men haar speciaal aan bosranden, langs wegbermen waar ze deel uitmaakt van het kreupelhout en verder treft men haar aan als onderhout in lichte bossen. Het verticale verspreidingsgebied reikt op onze breedten 300 tot 600 meter boven de zee. Op kalksteen
stijgt ze tot een hoogte van 1000 meter. Het is tamelijk licht behoeftig gewas. De hazelaar levert behalve smakelijke vruchten, een goed buigzame houtsoort, waarvan wandelstokken, hoepels voor vaten en tekenkool worden gemaakt. De dunne twijgen worden voor vlechtwerk gebruikt.
Uit de Natuurgids “Struiken”
Gallen Veel insecten eten planten. Ze treffen vaak een overdaad aan voedsel aan. Voor sommige insecten is dat blijkbaar niet genoeg: ze dwingen de plant tot abnormale groei. Daardoor zijn ze niet alleen geheel omgeven door voedsel, maar nog beschermd ook. Deze vergroeiingen noemen we gallen. In alle vormen en maten
Gallen zijn vergroeiingen van de plant. Ze variëren van verdikkingen in de meeldraden en omgekrulde bladranden tot knikkergrote bolletjes op bladeren, sterk behaarde bolletjes in stengels en woekeringen van enige tientallen centimeters in takken. Zelfs op wortels kunnen gallen voorkomen. Elke galvormer heeft zijn eigen galvorm, maar het precieze mechanisme is niet goed bekend. Waarschijnlijk zorgt de
beschadiging van het weefsel zelf al voor een verhoogde groeiactiviteit bij de plant. Ongetwijfeld scheidt echter ook de galvormer een stofje af, waardoor de juiste galvorm ontstaat. De plantencellen van de gal zijn gewoonlijk groter dan normaal (hypertrofie), maar het is toch vooral de versterkte groei van het aantal cellen (hyperplasie) waardoor de gal zijn vorm krijgt. Misschien heeft de plant voordeel van de galvorming door zo de schade tot die plek te beperken, maar over het algemeen heeft alleen de galvormer baat bij de gal. Voorkomen
Gallen komen zeer algemeen voor. De gallendeskundige Docters van Leeuwen behandelde een halve eeuw geleden al 1200
gallen uit Nederland. Hij voerde daarbij wel gallen van dezelfde galvormer, maar op verschillende planten als verschillende gallen op. Ze zijn op de meest uiteenlopende plantachtige organismen te vinden, van algen en mossen tot bomen. In Europa treffen we de meeste aan op eiken en beuken, roosachtigen (zoals rozen en bramen), wilgen en populieren, en op samengesteldbloemigen als de distel. Elders kan die verdeling heel anders zijn. Docters van Leeuwen vermeldt gallen op ongeveer 420 Nederlandse plantensoorten. Van wintereik en zomereik alleen worden al bijna 80 soorten gallen beschreven. Hieronder valt ook de bekende knikkergal of galnoot. Dit zijn ronde gallen die we kunnen vinden in de oksels van de bladeren aan tweejarige takken. Als die bladeren zijn gevallen, zijn ze als opvallende donkerbruine knikkers te zien.
vinden. Een heel algemene soort is Neuroterus quercusbaccarum, waarvan de meeste larven leven in de zogenaamde lensgalletjes op de onderzijde van eikenbladeren. Ingewikkelde levenscyclus
Bij veel galwespen wisselen een seksuele en een aseksuele generatie elkaar af. De lensgalletjes van Neuroterus quercusbaccarum, bijvoorbeeld, vallen in oktober op de grond. De larven voltooien hun ontwikkeling veilig in de
Galvormers
Gallen kunnen worden veroorzaakt door onder andere bacteriën, slijmzwammen en rupsen. De belangrijkste galvormers zijn echter insecten. Twee groepen verdienen speciale aandacht: de galmuggen (Cecidomyiidae) en de galwespen (Cynipidae). Maar weinig mensen weten van het bestaan van galmuggen, met 344 soorten de grootste familie van muggen in Nederland. Het is geen wonder dat ze zo weinig bekend zijn: ze zijn nauwelijks vijf millimeter lang. Een heel algemene galmug is Jaapiella veronicae, die op zomeravonden voor verlichte vensters zwermt. De larve van dit mugje veroorzaakt harige, bolvormige galletjes aan de uiteinden van scheuten van het Gewoon Ereprijs. Ook de galwespjes zijn kleine diertjes, hoewel over het algemeen iets steviger gebouwd dan galmuggen. Nederland telt slechts zo'n 50-60 soorten galwespen, maar hun gallen zijn overal te
gallen en verpoppen. In februari-maart komen de volwassen dieren uit de pop en kruipen uit de gal. Het zijn allemaal aseksuele vrouwtjes. Zonder dat ze worden bevrucht leggen die hun eieren in eikenknoppen. De larven die hieruit tevoorschijn komen veroorzaken op hun beurt kleine, ronde galletjes, de zogenaamde besgalletjes. We kunnen ze vinden op de bladeren of aan de mannelijke katjes. In mei en juni komt hieruit de nieuwe generatie volwassen dieren tevoorschijn. Deze bestaat uit vrouwtjes én mannetjes. Na de bevruchting legt het vrouwtje haar eieren in het bladweefsel. De daaruit komende larven veroorzaken weer de lensgalletjes.
Kruiden no. 33
“Een voetje bij!” dank zij de Bijvoet In het weekend van 14 en 15 september is de “80 van de Langstraat” weer gelopen. Meer dan 2000 wandelaars deden er aan mee. Ik vraag me af of er nog een wandelaar of wandelaarster is geweest die Bijvoet heeft gebruikt. Ik wilde eerst nog met een bosje Bijvoet langs de route gaan staan om het wandelaars aan te reiken! Er zijn volgens mij maar weinig mensen die weten dat deze plant,
o.a. voor mensen te voet, werd gebruikt om zogenaamd een voetje bij te zetten. De Romeinen gebruikten deze plant al. Zij deden bijvoet in hun sandalen tegen vermoeide voeten en blaren. Zo konden ze, zonder voetproblemen, een grotere afstand afleggen. De Romeinse schrijver Plinius de Oudere schrijft al in zijn boek Naturalis: “doe Bijvoet in de schoenen!”
Bijvoet of wel Artemisia vulgaris is een plant die overal groeit. In bermen langs wegen, paden en heggen en ruderale terreinen. Het is een breed groeiende krachtige plant met hele kleine bloemetjes en behoort tot de familie van de composieten. Je hebt wel een loepje nodig om
de kleine gele bloemetjes te bekijken! Het is een aromatische overblijvende plant, die inheems is in Europa in de gematigde streken van Noord Europa. Wrijf maar eens een stukje plant tussen je vingers en ruik er maar eens aan! Je ruikt een typisch alsumgeur. Een plant die door de mensen vroeger werd gebruikt om motten te verjagen. De plant bevat bitter- en looistoffen en etherisch olie. De Latijnse naam artemisia verwijst naar de vrouw van een Perzische koning uit de derde eeuw voor Christus Artemisia. Zij was een groot plantkundige en onderzoekster van planten op hun geneeskrachtige werking. Haar graf zou een van de 7 wereldwonderen zijn geweest in Haili Carnassos (Bodrum) in Turkije. Zij kwam tot de ontdekking dat de plant heilzaam is bij vrouwen tijdens de menstruatie, de zwanger-schap en de menopauze. Ook werd het toegepast bij moeilijke bevallingen en bij het afdrijven van de nageboorte. De Grieken hebben Artemisia, tot godin verheven. Namelijk de godin van de kraamvrouwen. De Romeinen hebben haar naam veranderd in Diana de godin van de kraamvrouwen (en ook) de jagers. Het is dus een zeer oud geneeskruid en is ooit “de moeder aller kruiden” worden genoemd. De Engelse kruidengeneeskundige Culpeper uit de 17e eeuw schrijft: “Bijvoet gekookt met andere kruiden stimuleert de vloeiing, versnelt de bevalling en wekt de nageboorte op. Deze in, mijn ogen onooglijke plant, heeft in de geschiedenis toch wel een hele reeks van
bijgeloof en toepassingen op haar conto. Zo schreef eens een Engelse militaire arts William Coles in 1656: “Wanneer een infanterist (een soldaat) ´s morgens vroeg Bijvoet in zijn soldatenkistjes doet dan kan hij vóór het middaguur méér dan 40 mijl te voet afleggen!” Sint Jan de Doper zou tijdens zijn verblijf in de woestijn een gordel van bijvoet hebben gedragen tegen ziekten, kwade geesten en vermoeidheid. Vandaar dat de plant vroeger door de christenen Sint Janswortel werd genoemd. Men geloofde vroeger dan ook dat Bijvoet magische krachten bezat en werd daarom als talisman gedragen, tegen vermoeidheid, ziekten en kwade geesten Bijvoet werd gebruikt in de keuken bij het trekken van vette spijzen in witte wijn. Het kruid werd ook gebuikt om gans, eend en paling te kruiden. Ook gaf bijvoet verlichting in geval men te veel en te vet had gegeten. Ook werd Bijvoet gebruikt bij het op smaak brengen van dranken als Vermouth.
Arme mensen gebruikten vroeger Bijvoet als tabak. Ook werd Bijvoet tegen de muur van het huis gehangen om Boze geesten en duivels te verjagen. Of een gevlochten krans van Bijvoet aan de gevel tegen brand of bliksem. De kruidendokters oogstten de bloemhoofdjes wanneer ze volledig ontwikkeld waren, maar nog niet geopend. Vervolgens werden zij gedroogd. Ook de blaadjes konden worden gedroogd voor gebruikt in de winter. Dus loop deze onopvallende plant niet zo maar voorbij en kijk er eens naar, kneus eens enkele blaadjes met je vingers en ruik er maar eens aan: een lekkere geur? Tot de volgende Groenling.
Bert de Vaan
Wat is dit ? mail de redactie op:
[email protected]
Verslag IVN Basiscursus Insecten Op 15 april is de eerste IVN Basiscursus Insecten, die georganiseerd werd door de insectenwerkgroep, van start gegaan. Op de website stond dat de cursus beslist een aanrader was voor degene die de wonderlijke wereld van de insecten wil ontdekken, dat er heel veel over te vertellen, te ontdekken en te zien valt. Binnen enkele weken waren er al ruim 30 inschrijvingen waarmee de cursus ook meteen ‘vol’ was. De cursus bestond uit 7 theorieavonden en 4 excursies. Er werd een speciale reader gemaakt en de cursus werd gegeven door een ervaren docent.
Insecten zijn de grootste diergroep op aarde. Insecten kunnen nuttig, schadelijk, mooi, lelijk, belangrijk en sinds kort ook lekker zijn. In 7 lesavonden maakten we kennis met de veelzijdigheid van o.a. vlinders, libellen, kevers, hommels, bijen, mieren, gallen…. We leerden hun plaats in het dierenrijk, voortplanting en ontwikkeling, volkomen en onvolkomen metamorfose, lichaamsbouw, de verschillende typen larven en poppen. In de 4 excursies gingen we het veld in; zoeken, kijken, verwonderen, elkaar informeren, foto’s maken, zoeken in boek of opzoekkaart of door een loepje ’n detail bekijken. We hadden een prachtige zomer met dit jaar heel veel vlinders, lekker weer om eropuit te trekken om nog meer insecten te kunnen waarnemen en te bewonderen met de opgedane kennis uit de lessen. Dat de cursus boeide bleek wel uit het feit dat iedere les en excursie bijna iedereen aanwezig.
Annie Goverde
Koninginnenpage
Versje Ivo landkaartje Ieder jaar gaan atalanta's Naar een zuidelijk kwartier Met een reistas en een handtas Maar het landkaartje blijft hier
IVN-weekend 2014, 5-7 september Teutoburgerwald in Duitsland Een IVN-weekend waarin natuur en cultuur elkaar ontmoeten. Een zeer afwisselend programma met voor elk wat wils op basis van halfpension, met begeleide wandelingen en entreegelden. Vrijdag 5 september
Om 07.45 uur vertrekken we met een luxe touringcar vanaf huize Larmit, Langeweg 62 in Haaren of om 08.00 uur vanaf de parkeerplaats bij de Praxis in Oisterwijk. Onderweg brengen we een bezoek aan de botanische tuin van Gűtersloh en het Junkerhaus in Lemgo. Vervolgens rijden we naar het, aan de bosrand van het Teuto-burger-wald gelegen, hotel Jägershof in Luftkurort Willebadessen. Na het diner maken we een kleine ontspannen wandeling naar het Wildgehege. Het 11 ha. grote Wildgehege herbergt damen roodherten, moeflons, wilde zwijnen en sikaherten. Zaterdag 6 september
Na het ontbijt maken we, onder begeleiding van natuurgids Bernd Pieper, een wandeling van ca. 2 uur door het bijzondere natuurgebied, het Schmetterlingspfad (vlinderpad). Om 13.30 uur brengt de bus ons naar het beroemde Hermannsgedenkteken in Detmold en maken we een kleine wandeling om de Externsteine in Horn – Bad Meinweg. ’s Avonds heeft u zeker even de tijd om naar het 7 ha. groot Europesche Skulpturenpark in Willebadessen te wandelen of voor een ontspannend partijtje midget-golf.
storten t.n.v. IVN Oisterwijk, op rekeningnr. 38 09 674, onder vermelding van “IVN weekend 2014”. Graag ook inschrijven per e-mail:
[email protected] of per post door naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres door te geven aan Els Raaijmakers, Jan van Eijckstraat 48, 5062 LB Oisterwijk. U bent pas ingeschreven als de betaling binnen is.
Zondag 7 september
Na het ontbijt vertrekken we met natuurgids Bernd Pieper vanuit het hotel voor een wandeling van ca. 2 uur naar de Alte Eisenbahn. Op de terugweg maken we een uitgebreide stop in het levendige en historische stadje Soest. De aankomsttijd in Oisterwijk zal om 18.00 uur zijn.
Denk a.u.b. aan een annuleringsverzekering! Als uw partner mee wil en nog geen lid is van het IVN Oisterwijk, kunt u hem/haar voor € 17,50 per jaar lid maken of voor € 7,50 per jaar als huisgenootlid. Wij gaan uit van een prachtig IVN-weekend 2014.
Deelname
De activiteitencommissie Els Raaijmakers, Jan en Corrie Larmit
De kosten voor dit weekend zijn €179,00 per persoon op basis van een 2-persoonskamer (toeslag voor 1-persoonskamer € 20,-). U kunt boeken, alleen als IVN-lid, door het bedrag te
Nieuwjaarsbijeenkomst
Alle leden van IVN-Oisterwijk zijn van harte welkom op de Nieuwjaarsbijeenkomst op zaterdag 4 januari 2014 van 10.00 tot 13.00 uur. Verdere informatie komt te zijner tijd op de website. De uitnodiging wordt via de e-mail naar de leden gestuurd.
De activiteitencommissie Els Raaijmakers, Jan en Corrie Larmit
Opgeruimd staat netjes De Vliegenzwam
In de 17e eeuw, de Gouden Eeuw, komt ’ De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’ door nieuwe technologieën in ander vaarwater met veel rijkdom voor de elite. De Nederlandse vloot domineert de wereldhandel. Vele bossen worden gekapt voor het hout van de schepen. Deze ontbossing is er volgens dit nieuwe sprookje, er mede de oorzaak van dat de paddenstoelen zijn ontstaan om de rotzooi op te ruimen. Luister: Gezaagd hout is de lekkerste geur die de kleine Froutje kent. Ze speelt niet met poppen maar met de houtkrullen op de werf en tikkertje met verstop in de in aanbouw zijnde schepen. Waar scheeps-bouwer Stoel zich ook vertoont, zijn enige dochter is aan zijn zijde, ze deelt zijn liefde voor mooie houten schepen. Iedereen kent de fleurige Froutje met haar kleurrijke hoedjes. De vader van Froutje Stoel is de belangrijkste scheepbouwer van de Lage Landen en een vernieuwer. niet alleen groter maar varen ook sneller door het samenspel van de verschillende grote zeilen. “Kleine meid, ik ga op onze scheepswerven nog veel betere schepen bouwen. Onze landen hebben ze nodig. Wij zijn de machtigste zeeen handelsnatie ter wereld! Willen we Engeland de baas blijven, dan hebben we slimmere en snellere schepen nodig. En jij gaat dat allemaal meemaken!” Al jong begeleidt ze haar vader een keer tijdens zijn reis op zoek naar goed hout. Het hoogtepunt vormt de tocht met de houthakkers in de wouden, op zoek naar de kolossale bomen voor de grote sterke masten. Overal in het land worden de grootste en sterkste bomen gekapt voor de handelsvloot van de Republiek.
Na de dood van haar vader zet ze met haar man voortvarend de scheepsbouw voort. In een tijd waar wanorde en stank normaal lijken, onderscheiden haar werven zich omdat ze schoon en ordelijk zijn. Maar Froutje verlangt terug naar de tocht die ze als kind naar de wildernis maakte. Na vele jaren reist ze weer per koets naar de uitgestrekte wouden van weleer om de beste stammen uit te zoeken. Eindeloze rijen karren ratelen richting kust, beladen met dikke boomstammen. Ze weet niet wat ze ziet. De wegen lopen niet langer langs dichte bossen, maar door open, kaal geslagen velden. Overal liggen hopen takken en wortelstronken in het land. ’t Is een waar slachtveld. Alleen diep in de wouden staan nog
enkele reusachtige bomen. Onthutst stapt ze uit en tegen haar reisgenoten zegt ze: “Wij scheepsbouwers hebben zoveel hout nodig, dat we de bossen vernield hebben. Ook ìk ben hier verantwoordelijk voor. Ik schaam me diep en wil mijn verdere leven wijden aan het herstel van de bossen.” Na deze woorden loopt Froutje de leeg gekapte bossen in om nooit meer terug te keren. Jaar in jaar uit zien de dorpelingen een vrouwtje met kleurrijke hoedjes, takken sjouwen om jonge boompjes ruimte te geven uit te groeien. De dorpelingen lachen haar uit en ten slotte vergeten ze haar. Het jonge groen groeit ondertussen uit tot stevige bomen. Maar niemand denkt meer aan fleurige Froutje als ze vele jaren later door de nieuwe bossen lopen, waarin de korhoenders, herten en vossen zijn teruggekeerd. Wel verbazen ze zich over nieuwe planten, of, zijn het wel planten? Nieuw zijn de talrijke kleine vreemd gevormde bolletjes met een verscheidenheid aan fleurige hoedjes. Als ze de rare plantjes onderzoeken, ontdekken ze dat het bosopruimers zijn. Onder de verdorde bladeren lopen dunne witte draden over het rottende hout, eindigend in een vrucht boven de grond. Ze ontdekken dat sommige paddenstoelen op bomen groeien die ernstig ziek zijn, andere vooral op rottend hout en weer andere groeien op herfstbladeren. Een oude man herinnert zich dan het gekke vrouwtje dat jaren geleden de gekapte bossen opruimde. Sindsdien weten de dorpelingen het
zeker: die nieuwe gewassen moeten het betoverde bosvrouwtje zijn met haar fleurige hoedjes, de bosopruimster. De mensen noemden het nieuwe gewas ‘Paddenstoel’, naar mevrouw Stoel en naar de kleine padjes die zo graag onder de hoedjes in de vochtige bosgrond zitten. En, wordt er gefluisterd ,’s nachts dwalen er heksen rond....
In de geschiedenis zijn diverse beschavingen ten onder gegaan doordat ze de natuurlijke hulpbronnen hebben uitgeput, zoals de Paaseilanden. De ontbossing van de Lage Landen komt voor een deel op het conto van de scheepsbouw in de Gouden Eeuw, toen de Nederlanden een toonaangevende zeevaart- en handelsnatie waren. Ook Ierland en delen van Engeland zijn ontbost voor de omvangrijke Engelse vloot die de hegemonie van de Republiek overnam. Paddenstoelen zijn plant noch dier, zo vormen een apart groep. Ze maken geen bladgroen aan. De meeste leven van levende of dode organismen, soms ten koste van de boom, bv de berkendoder, soms in symbiose met de berk, bv de vliegenzwam. Vaak leven ze van dode materialen die ze ‘verteren’ om aan voedsel te komen. Een paddenstoel is de vrucht met sporen (zaden) van een draderige ondergrondse massa. www.natuurverhalen.nl
Verslag IVN-weekend 2013 in de Biesbosch bij Dordrecht Vrijdag 31 mei kwamen er 38 IVN-ers/partners bijeen in het Stayokayhostel te Dordrecht. We zaten op het terras te wachten tot iedereen er was. Daarna gingen we wandelen. We hadden een mooi uitzicht op een nest met jonge waterhoentjes. We hoorden o.a. karekieten en rietzangers. Ook ganzen waren er volop. ‘s Middags liepen we naar het bezoekerscentrum waar de fluisterboten op ons lagen te wachten. Heerlijk in de warme zon en in alle rust gleden we over het water. We zagen veel watervogels met hun jongen. Halverwege de route stapten we uit om in een kijkhut vogels te observeren. We wisten niet dat er een beperkt aantal mensen op de vlonder kon staan, dus langzaamaan zakte de groep tot de
enkels in het water. Er werd flink gelachen en Daarna liepen we het beverpad af, in de hoop een bever te zien. Helaas zag niemand een bever. even later hingen de sokken in de bootjes te drogen.
Bij het avondeten opende onze voorzitter Frans Tolboom het weekend. Na het eten ging iedereen naar de filmzaal waar Ad Smits een mooie film van de ijsvogel liet zien. Zaterdag 1 juni begonnen we om 8 uur met chi kung onder leiding van Jan Larmit. Na het ontbijt vertrokken we met de fiets en flink wat wind. We gingen richting het pont om de Merwede over te varen naar het Biesboschmuseum. De natuur en de historie van de Biesbosch was daar prachtig weergegeven. Vooraf bekeken we een film over de Biesbosch en kregen we uitleg van een zeer enthousiaste kleinzoon van een griendwerker. Hij vertelde dat de griendwerkers onder erbarmelijke omstandigheden hebben gewerkt. Ze namen soms zogenaamd per ongeluk weleens wat mee uit de Biesbosch, wat in hun laarzen was blijven zitten. “Ze logen nooit, maar hadden mooie verhalen”. In de nabijheid van het museum was een mooi natuurgebied met onder andere een eendenkooi, een beverburcht en wilde bloemen. Na het museumbezoek was de wind gaan liggen en begon de zon begon te schijnen. We fietsten met een omweg naar het landschapskunstwerk 'De Wassende Maan'. Na het diner bekeken we de film „Earth flight‟, het deel van Europa. Daarna hebben we nog een wandeling gemaakt. Sommige liepen het Beverpad nog eens. Na een poos kwamen Jan Op ‟t Hoog en Peter van de Heuvel vertellen dat ze de bevers hadden gezien. De foto’s van de bevers, waren het bewijs. Zondag 2 juni om 8 uur. Chi kung eindigde met de oefening “de meloen”. Tegelijkertijd waren de “vroege vogels” op stap en zagen o.a. de
wielewaal , de nachtegaal en de blauwborst. Na het ontbijt staken we met de Zonnepont het Moldiep over. Er stonden drie gidsen klaar om met ons het Griendmuseumpad te wandelen. Ook toen hadden we geweldig weer. We liepen door de grienden, met de rechte percelen, begroeid met wilgen, gescheiden door greppels. Enkele verblijven gemaakt van grienden en waar vroeger de griendwerkers verbleven, mochten we
bekijken. De gidsen vertelden over de historie, de planten en de vogels. De cettizanger hoorden we vaak, evenals de nachtegaal. We zagen de spindotter en de blauwborst. We roken het bevergeil en zagen vraatsporen van de bevers. Het was zeer de moeite waard. ‘s Middags reden we naar het centrum van Dordrecht en dronken een afscheidsdrankje in Villa Augustus, een voormalige watertoren. We bezochten daar de mooi aangelegde tuin. Het was weer een zeer geslaagd IVN-weekend.
Els Raaijmakers
Groenling Digitaal Vanaf volgend jaar verschijnt er naast de papieren versie ook een digitale versie van de Groenling. Dit heeft vele voordelen. Ten eerste voor het milieu: het scheelt papier, inkt, transport en afval. Ten tweede voor de vereniging: het bespaart kosten van drukwerk en verzending. Ten derde voor u: de digitale versie wordt mooier dan de papieren omdat we hem geheel in kleur kunnen opmaken. Bovendien is hij gemakkelijk te archiveren en zijn artikelen later op trefwoord eenvoudig terug te vinden. Tot slot kunt u zelf kiezen welke artikelen u eventueel toch uit wil printen
We laten de voordelen voor u graag zien. Iedereen waarvan het e-mailadres bekend is bij onze vereniging ontvangt daarom binnen enkele weken een digitale versie van deze Groenling. U wordt daarbij gevraagd aan te geven of u de Groenling voortaan digitaal wil ontvangen. Als u hierop positief reageert stopt de toezending per post. Maar laat u liever alles bij het oude dan respecteren wij dat en blijven wij de Groenling per post aan u toezenden.
PR-werkgroep
Schilder Claude Monet was ooit in Oisterwijk Ik heb dat met eigen ogen gezien. Hij heeft bij het Witven, het Heiven en het Brandven zitten schilderen. Kijk en vergelijk!
Monet
Heiven
Monet
Witven
Monet
Brandven
Zeg nou zelf. Heb ik gelijk of niet?
Loes Westgeest
Het ecologisch werkprotocol voor de boskap Huisvennen Verdroging
Het waterschap De Dommel heeft in samenwerking met Natuurmonumenten het plan opgepakt om de verdroging in de Natte Natuurparel “Kampina en Oisterwijkse Bossen en Vennen” aan te pakken. Dit houdt in dat er een aantal hydrologische maatregelen getroffen worden. Een van de projecten betreft boskap bij de Huisvennen. Hier is op een oppervlakte van circa 9 ha bos gekapt, de bosbodem/ humuslaag is deels verwijderd en de aanwezige stobben zijn gefreesd.
Hiermee wordt tevens vermeden dat verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet geschonden worden. Verder fungeert het ecologisch werkprotocol als handleiding voor de aannemer en de betrokken werknemers. Het werkprotocol maakt het voor opdrachtgever en aannemers makkelijker om toe te zien op naleving van de mitigerende maatregelen. Beschermde soorten bij de Huisvennen
De (mogelijk) voorkomende (beschermde) soorten in het plangebied, zijn voor amfibieën o.a. de Heikikker, Poelkikker en Vinpootsalamander, voor reptielen de levendbarende Hagedis, voor de zoogdieren de Eekhoorn en de muizen, voor de vogels o.a. de Boomvalk, de Steenuil, de Groene Specht, de Gekraagde Roodstaart en voor de insecten mierennesten van de Rode Bosmier. Beschrijving werkprotocollen
Flora- en Fauna wet
Bij dit soort ingrijpende maatregelen in een ecologisch waardevol gebied dient er een onderzoek gedaan te worden naar de effecten van deze maatregelen op de beschermde planten- en diersoorten in dit gebied (dit is ook verplicht vanuit de Flora- en Faunawet). Op basis hiervan was gebleken dat verscheidene diersoorten in het gebied aanwezig (kunnen) zijn waar rekening mee moest worden gehouden. Door mitigerende maatregelen is dit grotendeels voorkomen en zijn effecten op populatieniveau uit te sluiten. De mitigerende maatregelen zijn uitgewerkt in een ecologisch werkprotocol. Doel ecologisch werkprotocol
Het doel van een ecologisch werkprotocol is het voorkomen van effecten op (mogelijk) aanwezige , door de Flora -en faunawet beschermde plant- en diersoorten. In het werkprotocol zijn de maatregelen beschreven die er voor zorgen dat schade aan beschermde soorten en populaties voorkomen wordt.
In het werkprotocol is per soort aangegeven in welke deelgebieden de bovengenoemde beschermde diersoorten voorkomen. Bij elke diersoort is aangegeven in welk tijdsperiode de kapen plagwerk-zaamheden mogen plaatsvinden of er is aangegeven in welke deelgebied men bepaalde kapen werkzaamheden gedeeltelijk of geheel of tijdelijk achterwege moet worden gelaten. Voor de beschermde amfibieën en de levendbarende hagedis is gewerkt in de minst kwetsbare periode (september en oktober) en wordt zelfs een deel van het gekapte hout in het terrein achtergelaten. Dood hout en stobben worden soms gespaard. Waar eekhoorns hun nesten hebben, blijven de bomen tijdelijk staan zodat ze naar een ander nest kunnen vertrekken. Voor de broedvogels wordt er buiten het broedseizoen gewerkt en voor o.a. de boomvalk is een deel van het bos blijven staan. Voor de vleermuizen blijft een eiken bomenrij aan de zuidkant van het Meeuwenven staan. Mierennesten worden gemarkeerd en gespaard. Draaiboek en checklist
Onderdeel van het ecologisch werkprotocol is een draaiboek waarin is aangegeven welke
werkzaamheden wel en niet of gedeeltelijk moeten worden uitgevoerd en op welke tijdstippen. Onder leiding van een medewerker van Natuur-monumenten worden diverse controles al dan niet samen met een deskundige uitgevoerd. De uitvoerder kan daarna de kapwerkzaamheden en het verwijderen van de strooisellaag starten. Ook tijdens de uitvoering dient de aannemer c.q. uitvoerder goed te letten op bomen met holtes en op bomen met vogel- of eekhoorn-
nesten en mierennesten die niet zijn aangegeven op de kaart. Mochten er tijdens de uitvoering nog andere (beschermde) diersoorten voorkomen dan genoemd in het werkprotocol dan wordt het werk op de betreffende locatie onverwijld stil gelegd en wordt de contactpersoon van Natuurmonumenten in kennis gesteld.
Samenvatting van het door Erwin de Hoop opgestelde Ecologisch werkprotocol van de Boskap Huisvennen , september 2013
Nachtvlinderavond Nachtvlinders op de Gerrithoeve Op vrijdagavond 12 juli zijn wij – Peer Busink en ik – aangekomen op de Gerrithoeve in Oisterwijk om nachtvlinders te kunnen zien. Wij hebben daarvoor op het gazon een vlinderlaken gelegd en vastgezet met ijzeren pinnen. Het laken is vlak en strak getrokken en de lamp stond klaar om aan gedaan te worden. De nachtvlinders konden komen. Direct nadat de lamp aan ging, kwam het eerste insect op ons nieuwe witte doek zitten …..… een mug! Het 2de insect was wel een echte nachtvlinder. Deze heeft er de gehele avond gezeten. Het was de Hagendoornvlinder. Daarna volgde in rap tempo de rest: het Groot avondrood, de Dennenpijlstaart, de Kleine zomervlinder, de Gerande spanner, Vuursteenvlinder, Bleke grasuil, Witte tijger, Medicabeer, Plat beertje, Rozenblaadje, Haft of Eendagsvlieg , Stro uiltje, Grote spikkelspanner en nog vele nachtwezens meer waarvan de namen niet allemaal te achterhalen te zijn. Op ons witte doek zat maar liefst 5 maal het Groot avondrood, en 2 maal de Dennenpijlstaart. Onze avond kon niet meer stuk en vele hebben er echt van genoten en dat terwijl we de inleiding helemaal vergeten waren om te doen. Maar ja het was ook onze eerste keer. We waren met 23 belangstellenden en de mensen hadden gelukkig allerlei vragen. Fijn dat Noortje Claassen Smetsers ons spontaan deze plek aanbood. Ze kon er helaas maar even bij zijn. Wij gingen door tot circa 1.00 uur.
Thuis heb ik meteen de foto’s van de nachtvlinders op mijn computer gezet om de resultaten te bekijken. Eén vlinder viel bijzonder op en dat was de Vuursteenvlinder. Ik had hem nog nooit gezien maar het is een prachtige vlinder.
In mijn slaap heb ik nog alle vlinders voorbij zien komen. Een dergelijke avond is voor herhaling vatbaar en dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan deze bijzondere nachtvlinderavond.
Frans Boom
Insectenquiz
Elly Aarts heeft een nieuwe quiz gemaakt. Deze keer is er gekozen voor insecten. De quiz is bedoeld om uw natuurkennis te testen. Hij is voor alle leeftijden, want er is ook aan de jeugd gedacht. De quiz is samengesteld met behulp van het lesmateriaal van de Basis Insectencursus. Vul de antwoorden in en kijk hoeveel u er goed heeft!
U mag zo vaak mee doen als u wilt. Zo kunt u uw kennis over dit onderwerp vergroten! De Insectenquiz blijft actief tot 1 september 2014 en daarna verrassen we u met een nieuwe natuurquiz. Ga naar: www.ivnoisterwijk.nl en klik rechtsboven onder Activiteiten de link ‘Quizzen’’ aan.
redactie Groenling: PR-werkgroep IVN Oisterwijk e.o. De volgende Groenling verschijnt rond 15 april 2014. Kopij voor deze Groenling inleveren voor 7 maart 2014 via
[email protected]. Stukken voor de Groenling dienen bij voorkeur uit niet meer dan 600 woorden te bestaan. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen voor de Groenling redactioneel aan te passen.
Wilt u deze Groenling niet meer ontvangen klik dan hier: AFMELDEN