Groenling
Verhaal bij de foto De Kleine Vos Natuurfoto’s maken en in het bijzonder van vlinders is sinds ’n paar jaar een van mijn hobby’s. Ik beleef daar veel plezier aan. Ik vind iedere vlinder die ik zie, op de Kampina tijdens ‘n fietstocht of gewoon thuis in de tuin, prachtig en probeer die steeds mooi op de foto te krijgen. Dat is vaak best moeilijk want vlinders zijn immers van die gezellig fladderende insecten die van bloem naar bloem vliegen op zoek naar nectar of op zoek naar een partner voor een romance. Geduld en enige vlinderkennis komt me dan goed van pas. En als het dan goed lukt, zoals bij deze Kleine Vos, en ik zie hem ’s avonds op de laptop dan ben ik geboeid door de schoonheid en kleurenpracht van zijn vleugels, voelsprieten, ogen en zijn gracieuze houding. Ik kan daar zeer van genieten! Soms lukt het me ook nog om de lange nectar-zuigende roltong goed in beeld te krijgen en dan kan mijn dag niet meer stuk. Ook al heb ik van een bepaalde vlinder al ’n jaargang 1
aantal foto’s, toch denk/hoop ik bij iedere nieuwe foto die ik maak dat die misschien nog weer mooier wordt dan de vorige. Niet alleen met open, maar ook met dichte vleugels is de Kleine Vos prachtig, zeker als daar ook nog de zon doorschijnt. Ik vind een vlinder een klein natuurwondertje; dat uit een minuscuul klein eitje een rupsje komt dat zich na 5 vervellingen verpopt en dan de grote metamorfose tot vlinder, dat blijft mij fascineren. De Kleine Vos gaat in diapauze om te overwinteren en is een van de eerste vlinders die in het voorjaar weer tevoorschijn komt. Hij komt verspreid in Nederland voor en je ziet ze vaak in tuinen. Toen ik begin maart dan ook de eerste Kleine Vos weer zag wist ik: DE LENTE IS BEGONNEN!!
Annie Goverde
nummer 1
voorjaar 2014
Inhoudsopgave
Voorwoord ................................................... 2 De heldhaftige hoeven van het hoefblad ......... 2 Geschiedenis van de appel ............................ 3 Geheim van de appelboom ............................ 3 De appel als symbool van… .......................... 4 De appel in het sprookje ............................... 5 De toverkracht van de appelboom .................. 5 Vrucht van de liefde ...................................... 6 Enkele appelsoorten...................................... 6 Ziekten en plagen bij appelbomen .................. 7 Het snoeien van een appelboom .................... 8
Appelepap................................................... 9 De bijzondere hobby van Tijn Groenland ....... 9 Vlasbekje ...................................................11 Kruiden no 34 ............................................12 De oudste bomen groeien het best...............13 Exotische eekhoorn in Nederland .................14 Jaar van de eekhoorn .................................14 Workshop fotografie ...................................14 De gidsenwebsite .......................................15 Zachtjes trommelen voor je liefje .................16 Oproep Scholenwerkgroep...........................16
Voorwoord
De lente een nieuw begin. Ook deze Groenling staat voor een nieuw begin, voor het eerst digitaal en helemaal in kleur. Als thema hebben wij de appel. Wij willen iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd. Geniet van de lente en hopelijk van een prachtige zomer.
Bericht van penningmeester en ledenadministratie: binnenkort starten we weer met
de jaarlijkse inning van de contributie. Zodra de datum bekend is zullen we hiervan mededeling doen op onze website www.ivnoisterwijk.nl.
Hennie Klerx Marianne van den Heuvel
De heldhaftige hoeven van het hoefblad Een van de eerste prille lentebodes is het gele kopje van het klein hoefblad. Vrijwel gelijktijdig verschijnen de bloemen van grote broer, het groot hoefblad. Met enige fantasie herken je in de vorm van het blad een paardenhoef. Waarom zijn deze planten vernoemd naar de hoeven van een paard? Lees hier het verhaal: In lang vervlogen tijden leefde er een sterke, stoere hoofdman. Hij was een wijs en rechtvaardig leider, die goed voor zijn volk zorgde. De hoofdman was onafscheidelijk van zijn bijzondere hengst. Dit paard was groot en sterk, had opvallend brede poten en een borstelige rossige vacht. Graag galoppeerde de hoofdman op zijn grote paard samen met zijn dochter, die op een jonge merrie met opvallend gele manen reed. “Ik heb zo raar gedroomd” zei de man op een mooie morgen tegen zijn dochter. “in mijn droom verscheen een engel die me zei dat vandaag een vloedgolf de dorpen aan de rivier komt vernietigen, en dat we zo snel mogelijk alle dorpelingen moeten waarschuwen en hen in veiligheid moeten brengen. Maar kijk, de lucht is blauw en er is geen zuchtje wind!” De dochter zweeg, keek haar vader aan en zei: “laten we haast maken vader, dit is een
boodschap”. In het eerste dorp lachten de mensen en wezen naar de wolkeloze hemel, maar op bevel van hun leider trokken ze de heuvels in met hun vee. Op weg naar het verst gelegen dorp zagen ze aan de horizon een dreigend donker wolkendek opzetten, terwijl er in de natuur een onwerkelijke stilte heerste. Het was onheilspellend. Het duurde niet lang of de wind striemde in hun gezichten en de regen gutste onbarmhartig op hen neer, terwijl ze op en neer reden tussen de oever en de heuvels met op de paarden soms wel drie of vier kinderen en oudjes, terwijl de andere dorpelingen te voet naar hoger gelegen delen vluchtten. Plotseling zagen ze vanuit de rivier een reusachtige golf op het dorp afrazen, die alles overspoelde. In het kolkende water klampten de hoofdman en zijn dochter zich vast aan een boomstam en strandden op een heuvel. Maar hun paarden verdronken jammerlijk in de woeste golven. Vader en dochter waren ontroostbaar, maar ook trots omdat ze met hun paarden zo velen het leven hadden kunnen redden. De volgende lente verschenen op de kale, natte grond aan de oevers van de
overstroomde rivier kleine gele bloemen zonder bladgroen, en niet snel daarna grote borstelachtige kale grijs-roze bloemen, ook zonder bladeren. Die nacht verscheen de engel weer in de droom van de hoofdman en ze zei: “Jullie paarden hebben hun leven gegeven voor
het redden van vele dorpelingen. Hun heldhaftige dood zullen de mensen niet vergeten. Want kijk, op de oevers waar zij galoppeerden groeien nu als eerste lentebodes bijzondere bloemen. Deze bloemen zijn aan hen opgedragen”. Vader en dochter liepen vaak langs de kleine gele bloemen met de kleur van de manen van de jonge merrie en de grote borstelachtige bloemen met de rossige kleur van de grote hengst. Al snel ontdekten ze dat na het verwelken van de bloemen, er aan de grijze bloemen reusachtig grote bladeren en aan de gele kleinere bladeren verschenen in de vorm van de hoeven van hun geliefde paarden. En daarom heten deze planten sindsdien GROOT HOEFBLAD en KLEIN HOEFBLAD.
Kijk op www.natuurverhalen.nl voor meer Natuursprookjes
Geschiedenis van de appel De appel is een van de oudste vruchten in de wereld. Hij behoort tot de familie Rosaceae en klasse Magnoliopsida. Oorspronkelijk komen appels uit Kazachstan, Centraal-Azië. In Kazachstan staat de appel bekend onder de naam Alma, omdat deze regio bekend is als Ata-Alma, wat betekent: vader van alle appelen. Het woord appel is afgeleid van een oud Engels woord "aepple". Appels zijn er al duizenden jaren. In oudere verhalen worden appels geassocieerd met verleiding, vruchtbaarheid, geluk, gezondheid en liefde. In 1620 werden er door Engelse ontdekkingsreizigers appels geïmporteerd naar de Verenigde Staten. In 1741 werden er al appels voor de handel geëxporteerd naar WestIndië vanuit de Verenigde Staten.
Geheim van de appelboom Sinds mensenheugenis heeft de appel een vaste plaats in de mythologie van de mensheid. Meestal was hij gewijd aan de godinnen van liefde, erotiek, vruchtbaarheid en onsterfelijkheid. De Griekse Hesperiden, dochters van de nacht, woonden in een tuin, waar de gouden appels van de zon groeiden. Deze tuin werd bewaakt door een honderdhoofdige draak. Volgens een Griekse sage moest de held Herakles twaalf moeilijke taken volbrengen. Eén daarvan hield in dat hij uit de tuin van de Hesperiden drie gouden
Nu zijn er wereldwijd al 7000 variëteiten appels geteeld, en eten 80% van de mensen regelmatig een appel.
appels moest stelen. Onderweg ontmoet hij Atlas, de hemeldrager. Hij neemt van hem de last van het hemelgewelf over. Als tegenprestatie moet Atlas de appels te pakken krijgen. Dit lukt nadat Herakles de draak met zijn pijlen gedood heeft. Maar Atlas wil liever met de appels er van doorgaan dan de last van de hemel weer op zich te nemen. Door een list lukt het Herakles de appels te bemachtigen.
Wanneer in de Griekse sage over appels gesproken wordt, worden er meestal kwee- of granaatappels bedoeld. Het toewerpen van een appel was altijd een teken van genegenheid.
De appel als symbool van… De appel hoorde bij Aphrodite, de Griekse godin van de liefde, maar ook bij Demeter, godin van de vruchtbaarheid, bij Venus, de Romeinse godin van liefde en zinnelijkheid, bij Hathor, de Egyptische godin van de liefde, bij Iduna, godin van de liefde bij de nordische volkeren. Dionysos, god van de wijn, die de appel geschapen had, en schonk hem aan Aphrodite.
In het Noorse epos Edda wordt beschreven, dat de goden de appels van Iduna aten om jong te blijven. In de Euro-aziatische culturen was de appel eveneens zinnebeeld van liefde en vruchtbaarheid, maar ook van volkomenheid van de aarde en de kosmos. Bij de Kelten was de appel heilig. Van alle bomen die in het bos van Avalon (eiland van de appels) groeiden, was de appelboom de meest
edele, want hij was boom van de onsterfelijkheid. Daarom reed koning Arthuur naar het geheime bos van de appelbomen om van zijn zware wonden te genezen, wat ook lukte. In de christelijke symboliek werd de appel vaak in verband gebracht met de Maagd Maria, overgenomen van de matriarchalische moederreligies. Maar gauw kreeg de appel een negatieve betekenis als symbool van zonde en verleiding omdat de patriarchalische kerkvorsten het zo wilden. De witte godin van de oude religies veranderde in de onbetrouwbare, naïeve, verleidelijke Eva, die het waagde, Gods gebod te breken en van de Boom van Goed en Kwaad te eten. Van hieruit werd het Latijnse gezegde ‘malum e malo’ afgeleid wat betekent:’ het kwaad kwam van de appel of de appel die door Eva geplukt werd bracht ons allen ellende.’ De rijksappel, zinnebeeld van de aardbol, is symbool van de wereldheerschappij in de oudheid. Hij werd vaak afgebeeld in de hand van Nike, Griekse godin van de overwinning. De rijksappel symboliseert het grondgebeid van het koninkrijk Nederland.
De appel in het sprookje Appels spelen een belangrijke rol in het sprookje van Vrouw Holle. Op haar weg door de onderwereld ontmoet het meisje een appelboom die roept:’ Schud mij, want mijn appels zijn allemaal rijp!’ Zij schudt de boom en wordt met een regen van goud beloond, terwijl haar stiefzus achteloos aan de boom voorbij gaat. Als loon wordt zij overgoten met een regen van pek.
Sneeuwwitje at van de appel die door haar jaloerse stiefmoeder vergiftigd was, en viel dood om. Wilhelm Tell moest een appel van het hoofd van zijn zoontje schieten. Nadat dit de eerste keer gelukt was, weigerde hij een tweede pijl af te schieten en belandde in de gevangenis.
In zijn sprookje ‘Der Apfel ‘schrijft de Duitse auteur Werner Bergengruen het volgende: ‘Boven een muur verhief de tak van een appelboom, waaraan één enkele appel hing; deze appel had een bijzonder mooie kleur, en zijn vorm was die van een volkomen bol. Drie mensen liepen langs deze muur. Zij keken naar boven en zagen de appel. De eerste dacht: ‘dit is een heerlijke vrucht. Zijn geur is zoet en zijn vruchtvlees is zeker wit en stevig. De hand die deze appel zal plukken en de tong die hem zal proeven, mag zich gelukkig prijzen.’ De tweede dacht:’ er was veel nodig om deze vrucht te laten worden wat hij is: de wilde oerboom, een edele entloot, de ervaring van vele menselijke generaties, vlijt van de tuinder, tuinierskunst, geëigende grond, zon en regen en vooral geduld. De derde passant dacht: ‘deze appel is rond als een wereldbol en net zo rijk gekleurd. Hij omsluit alle rijken en hun heerlijkheid. Onze voorouders hebben ervan gegeten. Wie ertoe beroepen is, zal deelnemen aan deze heerschappij en de rijksappel wegen zoals het kind van de Maagd naar de appel in de hand van zijn moeder greep en hem speels in zijn handpalm woog, want zo hebben de grote meesters het geschilderd.’ Zoals de appel voor deze drie mensen verschillende betekenissen heeft, zo heeft ook mijn verhaal een drievoudige betekenis, namelijk een woordelijke, een zedelijke en een mystieke.’
De toverkracht van de appelboom Het gebruik van de appelboom als levens en geboorteboom is eeuwenoud. De appelboom werd bij de geboorte van een kind geplant . Verpieterde de boom, dan moest men met de vroege dood van het kind rekening houden, groeide hij voorspoedig, dan voorspelde dit een lang leven. Welzijn en leed zijn nauw met de appelboom verbonden. De ziel van de mens werd met de ziel van de boom geïdentificeerd. Bij trouwerijen had de appel bij vele volkeren de functie van vruchtbaarheidssymbool. De rijkdom aan pitten gaf informatie over de vruchtbaarheid van het stel. In het oude Griekenland moest een bruidspaar, volgens de wet van Solon, bij het sluiten van het huwelijk appels of kweeappels eten om hun vruchtbaarheid te stimuleren.
In Zwitserland schilden de begeleiders van de bruid een appel en vormden van de schil figuren. Hieruit werd de toekomst van het bruidspaar voorspeld. Men zag de boom vaak als orakelboom. Wanneer men bij het doorsnijden van de appel de pitten beschadigde, beschadigde men daarmee ook zijn eigen leven. At men met kerst een appel voor de kerstmis, zou men zweren oplopen. At men voor het laatste oliesel een appel, was men voor eeuwig verdoemd. Appelbomen werden ook met heksen en monsters in verband gebracht. Op vrijdagnacht dansen heksen onder de heksenboom. De nachtmerrie verscheen in de gestalte van een appel, en de ingang van het hol van de onsterfelijken ligt onder een appelboom.
Vrucht van de liefde De appel werd altijd al in verband gebracht met de vrouwelijke boezem. Dat was al bij de oude Grieken zo. Volgens een sage zou Phryge, om een veroordeling te ontgaan, in de gerechtszaal haar boezem ontbloot hebben. Dit liet de rechters niet koud. Zij waren betoverd van de schoonheid van de twee ‘stralende appels.’ Zij veroordeelden haar niet. Het overhandigen van een appel was een teken van liefde. Het samen een appel eten was een teken van verbondenheid. Ook in de Keltische horoscoop is de appel symbool van de liefde. Iemand die tussen 23 december en 1 januari geboren was, zou die volgende karaktereigenschappen bezitten: de appelboom is niet echt sterk, maar bezit gratie
en charme, sterke persoonlijke uitstraling tot op hoge leeftijd. Haar/zijn hele leven lang is zij/hij empatisch, soms gelukkig, soms ongelukkig verliefd, en altijd bereid tot flirten of een liefdesavontuur. Zij/hij vindt een partner die bij haar/hem past. Dan zal zij/hij rust in de liefde vinden en niet meer vreemd gaan. De appelmens kan niet goed voor zich zelf opkomen en kan daardoor door anderen misbruikt worden. Zij/hij is geschikt als wetenschapper en zal onder gunstige omstandigheden in dit beroep veel bereiken. Zij/hij leeft graag in het hier-en-nu en denkt niet graag aan de toekomst. Vaak is zij/hij een beetje verstrooid en zorgeloos.
Enkele appelsoorten Goudrenet,ook wel de ‘schone van Boskoop’ genoemd. Heeft stevig en knapperig vruchtvlees en is als handappel wel lekker als je van zurig houdt, maar is eigenlijk dé appel voor appeltaart,- beignets en appelmoes. De Fuji-appels zijn rood-roze van kleur, rond van vorm en ongeveer de grootte van een honkbal. Tussen de rode kleur zie je wat groene en gele strepen. De appel heeft een relatief hoog suikergehalte met zacht en sappig vruchtvlees. De appels zijn lang houdbaar, vooral als ze in de koelkast bewaard worden. Als er appelmoes van gemaakt wordt, dan is suiker toevoegen bijna niet nodig. De appel is in Japan ontwikkeld door kruising van de Red Delicious met een Ralls Genet, twee Amerikaanse appelsoorten. De Gala-appel zijn verkrijgbaar van september tot mei. Deze appel werd in Nieuw Zeeland gekweekt, door het kruisen van de Golden Delicious en de Kidd'Orange Red. De appel heeft vast vruchtvlees en is zoet. Deze appel wordt beschouwd als een van de beste appels ter wereld. De Golden Delicious is een zeer populaire en meest gekweekte appel ter wereld. De oorsprong van de appel is West-Virginia, waar de teeltrechten gekocht werden in 1917 door twee broers, die de appel de
naam Golden Delicious gaven. De appel is zoet en bij gebruik in gebak of appelmoes hoeft men vrijwel geen suiker toe te voegen. Het is een stevige en vaste appel en zeer geschikt om zo op te eten. Van deze appel wordt veel appelcider gemaakt. De Granny Smith is een groene appel. De smaak is zuur. Het is een appel waar je van moet houden, wil je hem eten. De appel is genoemd naar de telers van de appel: Thomas en Mary-Ann Smith, omstreeks 1850 in Australië. Ze zijn de belangrijkste ingredienten van de Granny Smithappeltaart.
De Jonathan is rood/groen van kleur en heeft een zure smaak. De appels worden veel gebruikt in salades en is ook heel geschikt voor het maken van appelmoes en appeltaart. In 1820 is deze appel erkend als een aparte soort. De appel ligt in de winkels tussen oktober en half april. De Jonagold appel is een appel, die in Europa erg veel gegeten wordt. Het is een kruising tussen de Jonathan en de Golden Delicious. De kleuren zijn rood en geel. Het vruchtvlees is stevig, maar toch sappig. Hij heeft een eigen smaak. Ook zeer geschikt voor taarten en salades. De appels zijn lang houdbaar en zijn te koop tussen oktober en mei. De Rubens appel. Er zijn veel nieuwe appelsoorten op de markt gekomen de laatste jaren. Een daarvan is de Rubens appel, een kruising tussen Elstar en Gala. Deze appel heeft de frisse smaak van de Elstar en de zoete smaak van de Gala appel. Het is een rode appel met wat gele strepen. De vorm is niet rond,maar wat puntiger. De appel werd in de jaren '80 gekweekt in de Po-vlakte in Italië.
Het kwam als een verrassing dat Amerika als een blok valt voor deze appelsoort. Amerikanen zijn toch meer van de zoete appels. De Amerikaanse fruittelers planten op dit moment massaal bomen van het appelras Kanzi aan. In Michigan en Washington staat er 150 hectare Kanzi. Dit is echter lang niet genoeg om aan de vraag te voldoen. De Kanzi is een kruising van Gala en Braeburn. Het is een friszoete appel. De appel is ontwikkeld in Belgie. De naam komt uit het Swahili en betekent “verrborgen schat”. De appelsoort Kanzi is duurder dan Elstar of Jonagold. Een groot deel van deze appelsoort wordt op Nederlandse fruitboomgaarden verbouwd. Nederland produceerde het afgelopen jaar 14 miljoen kilo van de Kanzi. Er wordt streng op de kwaliteitseisen gelet. De Kanzi mag pas verkocht worden bij een juist suikergehalte, de juiste bite en de goede kleur. Dan krijgt de appel het stickertje en mag naar de winkels. Nederland heeft de ambitie om op het zuidelijk halfrond, bij telers in Chili en Zuid-Afrika, deze appelbomen aan te planten, zodat deze appel het gehele jaar verkrijgbaar is.
Hollandse Kanzi valt in de smaak in VS Kanzi is het eerst Nederlandse clubras, dat echt lijkt te slagen. Een clubras mag slechts bij een beperkt aantal telers worden verbouwd onder scherpe kwaliteitseisen. Buitenlandse voorbeelden van clubrassen zijn Jazz (Nieuw-Zeeland) en Pink Lady (Australië).
Ziekten en plagen bij appelbomen In de fruitteelt komen vele ziektes en plagen voor. Om deze problemen op te lossen is het nood-zakelijk dat je de juiste diagnose kan stellen. We geven hierbij een overzicht van enkele meest voorkomende problemen bij appelbomen. Bij bacterievuur verkleuren de bloemen, bladeren en jonge scheuten bruinzwart. Ze verdorren en verschrompelen. De planten gaan dood. Komt vooral voor bij appels, peren en kweeperen. Bij vruchtboomkanker tref je ruwe, bultige of kurkachtige gezwellen op de takken aan, vooral bij ogen of aan snoeiwonden. Soms heb je onregelmatige stengelvorming. Jonge takken
sterven af. Schors schilfert af. Ingezonken plekken ontstaan met daar rond heen woekerweefsel. Boven de aangetaste plekken gaan de takken of stam dood. In de winterperiode verschijnen kleine ronde puntjes. Bij schurft ontstaan grijsgroene of olijfkleurige vlekken op de bladeren (zowel onder- als bovenkant). Ze veroorzaken vroegtijdige bladafval en misvormingen. Op de jonge stengels verschijnen blaarvormige wonden en op het fruit ontstaan bruine stippen en zwarte vlekken die barsten en kurkachtig worden. Komt vooral voor bij appel en peer. Bij meeldauw vormt zich vanaf mei eerst op de onderkant van het blad en later ook op de
twijgen en vruchten een wit poeder, dat later ook bruin verkleurt. Door de schimmel raakt het blad misvormt en gaat afvallen. Nieuwe scheuten kunnen ook geïnfecteerd raken. Bij krulziekte worden bladeren en jonge scheuten blaasvormig opgezwollen en gekruld. Het blad wordt rimpelig en misvormd. Vaak verkleurt het van groen tot roomwit of roodpaars. Hierop volgt een schimmel-achtige groeiwijze op de bovenzijde van het blad. Het blad valt vroegtijdig af. Komt vooral voor bij perzik, nectarine, abrikoos. Best is om preventief te spuiten bij zwellen van de botten in het vroege voorjaar. Ook kunnen er nog rupsen en luizen op het blad van de appelboom zitten. Bij de luizen krullen de bladeren en de rups vreet het blad tussen de nerven kaal
Bron: www.groen.net/ziekten
Het snoeien van een appelboom Snoeien is bij fruitbomen absolute noodzaak en wel om de volgende redenen: Door te snoeien valt er meer zonlicht in de kruin waardoor vruchten beter rijpen en zoeter worden. Een fruitboom met een open kroon droogt sneller op waardoor de vruchten minder snel aangetast worden door schimmels. Door het vruchthout te snoeien blijft een boom zichzelf verjongen met frisse, vitale scheuten. Goede vormsnoei in de beginjaren is van belang voor de stabiliteit van de boom. Deze zal beter bestand zijn tegen stormen en het gewicht aan fruit gemakkelijk kunnen dragen. Vormsnoei bij een jonge appelboom Vormsnoei is belangrijk in de eerste jaren na aanplant van een jonge appelboom. Door op de juiste manier te snoeien ontstaat een stevige gezonde boom met sterke gesteltakken (hoofdtakken). Let op de volgende aspecten: In het verlengde van de stam groeien meerdere scheuten recht omhoog. Laat hier echter maar 1 van staan. Van de overige loten vormen we de gesteltakken: 3 loten die gelijkmatig over de stam verdeeld zitten. Deze takken mogen niet te steil groeien, buig ze daarom eventueel af tot ze een hoek van 60 graden vormen met de stam. Afbuigen kan met gewichten of touwen. Kort de gesteltakken met ongeveer een derde in. Zorg ervoor dat u ze snoeit boven een naar buiten gericht oog.
Laat de overgebleven rechtopgaande tak iets langer (ca 15 cm) dan de gesteltakken. Door te snoeien zal een appelboom altijd reageren door het vormen van nieuwe scheuten. Deze scheuten zijn deels bruikbaar, maar zijn deels ook concurrenten van de gesteltakken die we in de beginjaren gevormd hebben. Bij het vervolg van de vormsnoei is het belangrijk om te letten op: Snel groeiende scheuten die concurrenten worden van de hoofdtak of gesteltakken. Deze moeten worden verwijderd, Laat per gesteltak 3 scheuten (zijtakken) die schuin naar boven groeien en gelijkmatig verdeeld zijn staan. Te ver naar de hoofdtak groeiende scheuten zijn niet geschikt en moeten verwijderd worden. Kort wederom de gesteltakken met ca 1/3 in op een naar buiten gericht oog. Onderhoudsnoei bij oude appelbomen Rechtopgaande scheuten zijn gericht op groeien, vlakgroeiende scheuten op het vormen van bloesem. Dus rechtopgaande scheuten verwijderen of vlak buigen, Gesteltakken mogen nooit naar beneden hangen, snoei deze weg. Vruchttakken moeten horizontaal of iets omhoog groeien. Verwijder oude vruchttakken indien nodig en zorg dat nieuwe vruchttakken kunnen uitgroeien
Appelepap Een recept uit grootmoeders keuken Bereidingstijd
Bereidingswijze
30 minuten
Schil de appelen, snij ze in vieren, haal de klokhuizen eruit, was de appelparten. Kook er met het anijszaad of de anijspoeder appelmoes van. Meng de bloem aan met 1 deciliter karnemelk. Verdun dit dikke papje met de rest van de karnemelk. Roer dit mengsel door de appelmoes, waarna het geheel al roerende aan de kook wordt gebracht. Geef de bloem 3 minuten de gelegenheid om gaar te worden.
Ingrediënten
(voor 4 personen) 3 goudrenetten 100 gram bloem 1 liter karnemelk ½ theelepel anijszaadjes of 1 mespuntje anijspoeder stroop Appelepap werd als hoofdmaaltijd geserveerd, met (appel-)stroop.
De bijzondere Groenland
hobby
van
Smakelijk eten!
Tijn
Het restaureren en onderhouden van een oude brandweerauto en van oude brandweermaterialen. Toen Tijn als brandweerman met pensioen ging met zijn 55 jaar, kwam hij op een receptie drie oud-collega's tegen. Zij hebben onder het genot van een borreltje “Het college van historisch materiaal Tilburg” opgericht. De naam was eigenlijk als grap bedoeld, maar maakte indruk bij de gemeente Tilburg en werd daarom aangehouden. Tijn is zelf penningmeester en secretaris van het college. Hij en zijn mede college-genoten vergaderen en werken één keer in de maand. Er was eens een oud ijzer handelaar, een opa van een brandweerman, die een brandweerauto had opgekocht waarmee zijn zoon nog geblust had. Deze wagen stamde uit 1929 en stond als oud ijzer bij hem op het terrein. Gesloopt worden was geen optie, omdat het een stukje brandweergeschiedenis betrof. Een medewerker van de brandweer had gevraagd of deze brandweerauto opgeknapt mocht worden. Om het verzoek in te willigen om de auto op te knappen, was het belangrijk dat er vanuit de gemeente Tilburg gebruik gemaakt mocht worden van de kazerne en dat de brandweerauto daar na restauratie mocht blijven staan. Op verzoek van het “college” is destijds een bruikleenovereenkomst opgesteld om te voorkomen dat de eigenaar de auto zomaar kon
terug vragen. Het betreffende artikel in de overeenkomst tussen brandweer Tilburg en de familie van Raak luidt als volgt: de bruikleennemer is verplicht het voertuig te onderhouden en te gebruiken zoals een goed huisvader betaamt. Samen met vijf oud-collega's (schilder, monteur, fotograaf en manusje van alles) zijn ze op zoek gegaan naar authentieke Tilburgse materialen om vervolgens de brandweerauto volledig te restaureren. Veel spullen zijn verkregen via advertenties en mond tot mond reclame. In de loop der jaren is het zelfs zo bekend geworden dat mensen zelf spullen komen brengen. De materialen die ze kregen, hadden soms ook een bijzondere waarde. Zo kregen ze brandweerhelmen die oude brandweerlieden bij hun afscheid hadden gehad.
Door hun bekendheid zijn ze ook in het bezit gekomen van 7000 oude foto's waarop branden te zien waren, oude materialen en oud-collega's. De helft van deze foto's zijn gedigitaliseerd en opgeslagen in het regionaal archief Tilburg. Ook hebben ze nog een collectie glazen dia’s in hun bezit. Tijdens de renovatie van de huidige kazerne stelde de commandant een aantal vitrinekasten ter beschikking. Deze werden gebruikt om de materialen met veel koper veilig op te bergen zodat het niet gestolen kon worden en zodat het meteen mooi tentoongesteld werd. In het verleden werd de auto ook gebruikt in carnavalsoptochten. De auto raakte hierdoor beschadigd en verloor veel van zijn oude staat. Om deze reden werd er geen toestemming meer gegeven om de auto te gebruiken in carnavalsoptochten, dit onder protest van de Wethouder van Tilburg. Nu zijn ze leuke “brandweerverhalen” aan het verzamelen, (er zijn tot mijn grote verbazing leuke verhalen te vertellen) voor het archief. Drie leuke verhaaltjes van de ruim 50 reeds opgetekende verhalen: Schuin tegenover de ingang van de brandweer was de stamkroeg van het brandweerpersoneel. Hier waren de kaart- en biljartavonden en er werd vaak na cursusavonden nog even bijgepraat en dat kon wel eens laat worden. Toen de vrouwen van twee brandweermannen de commandant vroegen waarom de cursussen steeds later eindigden, zei de commandant dat hun mannen al twee jaar niet meer op een cursus zaten. Bij een demonstratie die waarschijnlijk iets te lang duurde was een brandweerman in een van de lange slangenkasten gekropen om een dutje te doen. Toen iemand het materiaal liet zien aan het publiek was dat natuurlijk wel een groot succes. Als er kascontrole was bij de penningmeester dan zette hij een pot koffie op tafel, pakte een schoenendoos met geld en rekeningen, schudde die op tafel en zei “reken het maar uit wat er in de kas moet zitten”. Als alles was uitgerekend pakte hij zijn portemonnee en maakte de kas kloppend. Tijn vindt het heel fascinerend om als oude brandweerman nieuwe brandweerlieden te inspireren en les te geven. De nieuwe brandweerlieden vinden het prachtig om te zien
hoe zorgvuldig alles behouden en gerestaureerd wordt. De 5 leden hopen op deze manier te stimuleren dat de documenten en materialen van nu goed bewaard blijven. Tijn vindt het erg leuk om na zoveel jaren nog steeds zo betrokken te zijn bij de brandweer. De restauratie van de brandweerauto heeft 3 jaar geduurd en was in 1994 gereed. De auto staat tot op heden nog steeds in de kazerne en wordt “Het Museum” genoemd. “Het Museum” is opengesteld voor bezoek tijdens de Nationale Brandweerdagen. Ook wordt de ruimte gebruikt voor bijzondere gelegenheden in het leven van een brandweerman.
“Andere hobby's?” Nog een grote hobby van Tijn is schilderen, zo heeft hij 15 oud-brandweercommandanten geportretteerd voor “Het Museum”. Tijn laat mij 2 foto-albums zien een met foto's van zijn olieverfschilderijen en een album met prachtige geschilderde en getekende portretten o.a. van zijn kleinkinderen.
Nog een hobby is wandelen; hij is vaak in de Oisterwijkse bossen te vinden, alleen of met Riky. Vanaf 1988 hebben ze een wandelgroepje en iedere dinsdagochtend trekken ze erop uit. Samen delen ze hun liefde voor de natuur. Ze leren van elkaars natuurkennis. Na afloop gezellig een kopje koffie drinken is een hele leuke bijkomstigheid. Tijn heeft in 1988 de gidsenopleiding gevolgd en hij is nog steeds actief als gids.
“Wanneer is de interesse voor de natuur begonnen?” Tijn, die in Oisterwijk geboren is, was al vanaf de lagere school in de bossen te vinden; hij ging er toen al vaak wandelen maar ook spelen en vissen. Hij heeft een tijdje in Tilburg gewoond, maar kwam steeds na Oisterwijk terug om te wandelen. Een paar jaar voordat hij de gidsencursus ging volgen kwam hij in aanraking met het IVN. Hij had voor de brandweer een wandeling georganiseerd. Ad Bertens gidste voor de eerste keer en begon een beetje de weg kwijt te raken bij de Scheibaan; Tijn kende de weg als zijn broekzak; Ad was onder de indruk en vroeg aan Tijn of hij gids wilde worden met al zijn kennis over de Oisterwijkse bossen. Zo werd Tijns interesse in het gidsen gestimuleerd.
wordt erop papier gezet maar meestal gebeurt er niks mee. Vaak worden maatregelen heel lang uitgesteld zoals bij de stijging van het water en de CO2-vermindering.
“Als Tijn voor een natuurbeschermingsorganisatie zou mogen werken wat zou hij dan willen doen?” Zijn antwoord verbaast mij niet, hij zou graag boven in de top van een organisatie willen zitten zodat hij veel invloed op het beleid heeft.
“Wat was voor hem het meest bijzondere moment in de natuur?” Op een ochtend waren 3 zwanen aan het vechten op het Belvertsven, 3 was teveel. Er ontstond een 20 minuten durendgevecht. Dit was een prachtig schouwspel van opstijgen, landen en duiken. Maar onverwachts een ree tegen komen die dan opspringt is ook prachtig. “Wat was voor Tijn het meest schokkende wat
hij in de natuur tegen gekomen is?” Dit zijn door mensen aangelegde wegen door de natuur, het verbreden van zandpaden en villa's die tegen of in het bos gebouwd worden. Hij begrijpt ook wel dat het vaak niet anders kan, maar toch.
“Wat is voor Tijn de mooiste plek op aarde?” “Waar maakt Tijn zich het meeste zorgen over als het om de natuur gaat?” Hij maakt zich niet zoveel zorgen, hij geniet vooral. Zorgen maken heeft niet zoveel zin, hij heeft er toch geen invloed op. De beslissingen wat betreft de natuur moeten volgens hem op een grootschalige manier gebeuren en op hoog niveau door regeringen en beleidsmakers. Hij voegt er nog een kritische noot aan toe. Veel
Vlasbekje Weegbreefamilie
Vlasbekje (Linaria vulgaris) is in de bermen en langs het spoor een aantrekkelijke verschijning. De plant valt vooral op door de citroengele bloemen met oranje vlekken die in dichte, lange trossen aan het einde van de stengels staan. We kunnen lang van deze fraaie plant genieten. Ze bloeit maar liefst van juni tot ver in de nazomer. De hoogte varieert tussen de 30 en 70 cm. Vlasbekje is ook een stedeling. We komen haar in de stad tegen langs trottoirs en
Spontaan klinkt het "Oisterwijk" , de mooiste plek in Oisterwijk is bij het Goorven: de spiegeling in het water, de prachtige bosranden, de veranderingen van de eilandjes tijdens de seizoenen. Tijn heeft 3 schilderijen gemaakt van zijn aller mooiste plek. Tijn dank je wel voor dit interview.
Marianne van den Heuvel
tussen stenen. De wortels kunnen tot een meter diep de grond ingaan. Niet verwonderlijk dus dat na een droogteperiode de plant nog bloeiend is aan te treffen. Een gemaskerde bloem met een spoor
De bloemkroon is vergroeid tot een buis met aan de basis een lange, licht gebogen spoor waarin de nectar zit. Een spoor is een holle uitstulping aan een kroon- of kelkblad dat meestal gevuld is met nectar. De vrij grote bloem heeft een boven- en onderlip met een oranje welving op de onderlip dat het masker wordt genoemd. Het masker sluit de toegang naar het binnenste van de bloem af. Het is een honingmerk dat insecten de weg wijst naar de nectar.
De onderlip van de bloem drukt tegen de boven-lip. Wanneer een hommel op de onderlip landt, drukt het insect de twee lippen van elkaar: het ‘bekje’ gaat dan gapen en de hommel kan de nectar bereiken. Een oude volksnaam luidt niet voor niets gapertje! Alleen zware insecten met een lange tong lukt het om bij de nectar te komen. Lichtere insecten breken gewoon in door een gat in de spoor te bijten, diefstal met braak! What’s in a name?
De bladeren zijn lijnvormig en lijken veel op die van vlas: Linaria stamt uit het Latijn en betekent vlas. De soortaanduiding vulgaris betekent gewoon en bekje slaat op de muilvormige bloem. Een plant met een verleden
Vroeger werd een aftreksel van de plant aan het stijfsel toegevoegd om de was een gele kleur te geven. Vlasbekje stond toen ook bekend als vrouwenvlas.
Martin Soffers
Kruiden no. 34 De Varen
Deze keer over een plant die “zaad kan maken” zonder dat hij bloemen heeft: De Varen. Nog niet zolang geleden beschouwden onze bijgelovige voorouders de varen als een plant met magische krachten. Hij kon zaad maken zonder dat er bloemen tevoorschijn kwamen! Ze noemden dat varenzaad. De mensen destijds beschouwden heel veel dingen in de natuur, die zij niet konden verklaren, als hekserij, tovenarij en het werk van de duivel. Dat was dan ook het geval met varens. Die geheimzinnige plant waarvan de gekrulde bladeren in het voorjaar zo maar uit de grond kwamen rollen, werden varens en hadden geen bloemen Ze maakten wel zaden! Het moesten dan wel onzichtbare bloemen zijn die het varenzaad maakten! Vanzelfsprekend ging een en ander met de nodige rituelen gepaard…. Het varenzaad zou de grootste magische kracht hebben wanneer het geoogst werd precies om middernacht op de dag van Sint Jan: 24 juni. Inmiddels weten we wel dat het varenzaad in feite sporen van de varen waren. In het volgende gedeelte zullen we zien dat die sporen zich ook als zaadjes gedragen.
Het varenzaad had speciale “toverkrachtige” eigenschappen, wanneer men het bij zich droeg. Men kon er zichzelf onzichtbaar mee maken. Ook kon men er bepaalde verloren personen of voorwerpen mee vinden. Je kon er jezelf onkwetsbaar mee maken, schatten mee ontdekken enz. De varens worden qua magie gerangschikt onder de groep van de zogenaamde “SintJanskruiden”. Dit zijn kruiden die rond Sint-Jan bloeien en waaraan magische verhalen werden toegeschreven.
In dit bijgeloof over varenzaad namen enkele soorten varens een bijzondere plaats in, vooral de mannetjesvaren, de wijfjesvaren en de adelaarsvaren. De kern van het bijgeloof was dat de plant alléén in de Sint-Jansnacht ‘bloeit’ en dat alléén in die nacht het beruchte en toverkrachtige varenzaad kon verzameld worden. Wat men in de volksmond ‘varenzaad’ noemt, is niets anders dan de sporen die bij hoopjes op de onderkant van de bladeren vastzitten. Rond 1500 moet het geloof in de toverkracht van varenzaad nog heel sterk geweest zijn. Zestiende-eeuwse kruidenboeken informeren er ons uitvoerig over. Zo lezen we in het Contrafayt Kreuterbuch (1532) van Otto Brunfels: ‘Kein Kraut ist da mehr hexenwerck und womit teuffels gespenst getrieben wirt’. Er staat ook dat het zaad alleen in de nacht van 24 juni kan verzameld worden, alleen nadat men de plant heeft ‘beschwören und den teuffel darüber anruffen hätte’. Hoe men daarbij precies te werk ging, heeft men vernomen uit de beschrijving van een van Duitse heksenprocessen van ca. 1650. Een zekere Michaël Pusper die beschuldigd wordt van toverij, zegt goed te weten hoe men varenzaad moet verzamelen. Daartoe, zo vertelt hij aan de rechters: tussen elf en twaalf uur van de Sint-Jansnacht dient men het volgende te doen: Men moet stilzwijgend een wortel van een hazelaar nemen. Daarmee gaat men naar een kruispunt van straten, trekt daar een cirkel mee en gaat daarin staan met een bos varenkruid. In de cirkel wordt een dierenvel uitgespreid. Precies om middernacht met een bos varenbladeren slaan op de hazelaarswortel
en het zaad wordt opgevangen op het dierenvel. Het dierenvel met het zaad snel dichtvouwen en snel wegwezen. Aldus de geschiedschrijving! En nu met beide benen op de grond!
U krijgt nu een korte beschrijving van varens en hoe de geslachtelijk voorplanting in zijn werk gaat. Wat zijn varens? Varens behoren tot de hogere planten. In tegenstelling tot de meeste planten om ons heen hebben zij geen echte stengel. De stengel van de varen is de wortelstok en die zit onder de grond. Deze kan vertikaal zijn of horizontaal kruipend. Op de wortelstok, onder de grond, staan de bladeren ingeplant. De opvallende eigenschap is dat varens uitrollende bladeren hebben die er in jonge toestand uitzien als de staf van sinterklaas. De geslachtelijke voortplanting gaat via sporen De voortplanting in het kort verteld: De volwassen varen maakt sporen die maar de helft van de chromosomen hebben van de moederplant. Deze sporen vallen op de bodem en ontwikkelen zich bij gunstige omstandigheden tot voorkiemen (gametofyten) die gevoelig zijn voor licht. Op deze voorkiem worden zowel zaad- als eicellen gevormd. Onder vochtige omstandigheden kunnen de zaadcellen zich bewegen naar de eicellen en vindt er bevruchting plaats. Uit een bevruchte eicel groeit later een varenplant. Deze zit eerst op de voorkiem, maar vormt later zelf wortels.
Bert de Vaan
De oudste bomen groeien het best De ouden bomen in het bos zijn niet waarvoor ze altijd werden versleten: vermoeide woudreuzen, zonder noemenswaardige invloed op de koolstofkringloop. Het tegendeel blijkt het geval. Oude bomen blijven koolstof vast leggen tot ze erbij neervallen. En hoe dikker ze worden, hoe meer kilo grammen koolstof er jaarlijks in de stam en takken worden opgeslagen. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek waaraan 38 wetenschappers meewerkten. Met intervallen van vijf tot tien
jaar maten ze van bijna 700.000 bomen (404 verschillende soorten) op borsthoogte de dikte. De diameters werden om gerekend naar totale biomassa en vandaar naar hoeveelheden koolstof. Bij maar 3 procent van de bomen trad na verloop van tijd groeivermindering op. Het overgrote deel bleef stevig door groeien, ongeacht de leeftijd.
Bron: NRC
Nieuwe exotische eekhoornsoort waargenomen in Nederland Op 13 januari 2014 werd een gestreepte eekhoorn waargenomen in de bebouwde kom van Eindhoven. De waarnemer kon enkele foto’s maken en plaatste de waarneming op Telmee.nl. Aan de hand van deze foto’s kon achterhaald worden dat het hier gaat om een Thaise dwergstreepeekhoorn. De Thaise dwergstreepeekhoorn (Tamiops mcclellandii) is van nature aan te treffen in Thailand, Myanmar, Nepal, Tibet, Cambodja en delen van China en India. Kenmerkend voor de soort zijn de wit gepluimde oortjes en de gestreepte rug, waarbij de buitenste lichte band als een lichte, relatief brede baan vanaf de basis van de staart doorloopt tot op de wang. Bij de al vaker waargenomen Chinese boomeekhoorn, die er erg veel op lijkt, loopt die lichte baan niet helemaal door en is minder breed. Uit een risicoanalyse naar uitheemse eekhoorns die de Zoogdiervereniging in 2008 in opdracht van de overheid heeft uitgevoerd, was al bekend dat deze soort in kleine aantallen wordt gehouden als huisdier. Doorgaans is het een kwestie van tijd voordat gehouden soorten ook in het wild worden waargenomen. Naar nu blijkt is het dier in Eindhoven al langer in een pastorietuin aanwezig. Geschat wordt dat het dier hier al zeker vanaf 2012 leeft. Omdat de Thaise dwergstreepeekhoorn en de Chinese boomeekhoorn zo sterk op elkaar lijken, is nogmaals gekeken naar oudere waarnemingen
Thaise dwergstreepeekhoorn (foto: Frans Hijnen)
van Chinese boomeekhoorns. Hierbij bleek dat bij een waarneming op Waarneming.nl uit Cuijk in 2008 er hoogstwaarschijnlijk ook al sprake was van een Thaise dwergstreepeekhoorn. Er wordt namelijk expliciet gemeld dat een lichte baan onder het oor doorloopt op de wang. In de risicoanalyse van 2008 wordt weergegeven dat niet wordt verwacht dat deze soort na vestiging voor problemen gaat zorgen. Deze inschatting is echter gebaseerd op aannames en daarom is het verstandig te voorkomen dat de soort zich kan gaan vestigen.
Tekst: Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging
Jaar van de Eekhoorn Dit jaar heeft de Zoogdiervereniging uitgeroepen tot het Jaar van de Eekhoorn. Lees meer over exotische eekhoorns op www.jaarvandeeekhoorn.nl.
Workshop Fotografie – Natuur in de stad Om de natuur waar te nemen en te fotograferen, hoeven we niet ver van huis te gaan. De natuur is ook in onze woonplaats aanwezig. Stadsparken, groenstroken een steegje begroeid met wilde planten. Als je goed kijkt: de natuur is overal. De planten zorgen dat er insecten komen, deze zijn weer voeding voor de vogels en hun jongen. Tijdens deze workshop gaan we het Lindepark fotografisch verkennen. Je zult versteld staan wat je allemaal tegenkomt.
Programma
Van 9.00 tot 12.00 uur – Praktijk • Camera instellingen • Compositie • Scherpstellen • Over- en onderbelichting • ISO-waarde • Witbalans Van 12.00 tot 13.00 uur napraten, beantwoording van de laatste vragen en uitreiking documentatie – Onder het genot van een kop koffie. Waar en wanneer
Datum: Zaterdag 3 mei 2014 Tijd: 9.00 tot 13.00 uur Samenkomst: Bij de rotonde Gemullehoekenweg/ Terburghtweg te Oisterwijk
Deelname
De workshop wordt verzorgd door Edwin Brosens uit Sprundel en staat open voor iedereen met een spiegelreflexcamera en een compact-camera. Kosten
De workshop kost € 30 voor leden van IVN Oisterwijk en LNMH. Niet-leden betalen € 40. Aanmelden
Het is noodzakelijk tevoren aan te melden. Dat kan door een mail te sturen naar
[email protected] met daarin uw naam en adres en de kosten over te maken op rekening t.a.v. IVN Oisterwijk, onder vermelding van “fotoworkshop 3 mei”. Aanmelding geschiedt op volgorde van binnenkomst. Uw aanmelding en betaling dienen beiden uiterlijk 1 mei a.s. bij ons binnen te zijn.
De Gidsenwebsite Ken jij onze IVNwebsite ‘gidsen’ nog niet? Dan wordt het tijd om daar eens te gaan snuffelen. Wat staat erop deze pagina? In zijn algemeenheid staan er gegevens en wetenswaardigheden op over de natuurgebieden in de omgeving van Oisterwijk. Daarnaast staat de website vol, met allerlei leuke weetjes, beheerverhalen, gebiedsverhalen, anekdotes etc. Teveel om op te noemen dus. Je moet er gewoon eens op gaan kijken en snuffelen. Het zal je als gids verrijken! In het kader van de nascholing gidsen 2014 nam Frans Kapteijns een aantal natuurgidsen op 8 maart mee naar de Loonse en Drunense duinen. Naast de verhalen over het ontstaan van de Loonse en Drunense duinen vertelde Frans ons ook over het Huisje van Vrouw Holle over Fortduinen, Randwallen, Eikenstoven en Eikenfort. Ook kwamen de begrippen Nationaal park en Nationaal landschap kwam aan bod. Vooral werd er aandacht besteed aan het stuifzandherstelproject. De ontwikkelingen in dit project waren reeds zichtbaar: zoals de aanwas van heide na het kappen van een bosperceel of na het plaggen van een voormalig heidegebied, de openheid van het gebied en de herwonnen stuif-zand-vlaktes. Een boeiende excursie, met voor vele gidsen weer nieuwe verhalen en visies.
Op 10 mei 2014 zal Theo Quekel de gidsen mee nemen naar ‘de Eikenhorst’ om ons daar kennis te laten maken met de nieuwste ontwikkelingen in het gebied. Binnenkort zullen wij u laten weten op welk natuurgebied Frans Kapteijns de gidsen op 18 oktober 2014 zal rondleiden. Deze verhalen kunt u lezen op www.ivnoisterwijk.nl en klik ‘gidsen’ aan, gebieden en excursies. Bent u het wachtwoord vergeten mail dan naar e-mail
[email protected] (alleen voor gidsen)
Elly Aarts
Zachtjes trommelen voor je liefje Een verhaaltje voor kinderen
Het leven van een verliefde spinnenman is niet gemakkelijk. Hij zou graag eens bij die mooie spinnenvrouw langs gaan. Maar.. haar web is zo gevaarlijk. Als het gaat trillen, denkt ze vast dat hij een lekker hapje is. Hoe kan hij haar veilig versieren? Biologen hebben dat bij de zwarte weduwe onderzocht. De vrouwtjes van deze spinnensoort zijn mooi én gevaarlijk. De felrode zandloper op haar zwarte buik is mooi. Het gif in haar ronde spinnenlijfje is gevaarlijk. Dat is een groot verschil met het mannetje. Dat is een ongevaarlijk ukkie. Grauw, niet giftig en maar half zo groot als het vrouwtje. Biologen keken en zagen hoe de spinnenmannen toch de aandacht van het vrouwtje wist te trekken: heel voorzichtig, met een fluisterdans. Zodra hij op het web van het vrouwtje stapt, roffelt hij zachtjes met zijn buik en billen op de draden van haar web, tot wel 13 seconden lang. Dan staat hij stokstijf stil voordat hij verder danst. Een prooi in het web laat het web heel anders trillen. Een gevangen vliegje of krekel spartelt voor zijn leven. De draden zwiepen woest op en neer als de dieren zich proberen los te rukken. Daar springt het vrouwtje gelijk op af: etenstijd. Bij de fluisterdans van het mannetje deint het spinrag zachtjes heen en weer. Dat vindt het
vrouwtje wel interessant. Zo kan de dappere man langzaam dichterbij komen, stapje voor stapje en met knikkende knieën en bibberende billen, totdat hij dicht genoeg is genaderd om te paren. Met een beetje geluk wordt hij daarna niet opgegeten . De biologen zagen dat andere spinnensoorten andere versiertechnieken gebruiken. Sommige spinnenmannen drummen met hun pootjes of ze plukken een beetje aan hun spinrag. Er geldt echter altijd: hoe zachter, hoe beter, anders … word je opgegeten.
Bron: Lucas Brouwers Frontiers in Zoology
Oproep voor enthousiaste begeleiding van schoolkinderen Bij de scholenwerkgroep komen met regelmaat verzoeken binnen om met een groep kinderen van een basisschool de natuur in te gaan. Onder begeleiding van IVN-ers wandelen, onderzoeken, beleven en ontdekken basisschoolleerlingen de natuur rond het bezoekerscentrum. Hoewel er soms bijzondere verzoeken binnenkomen, zijn het meestal de themawandelingen waar aan men wil deelnemen. Deze zijn: waterdiertjes scheppen in de lente, paddenstoelen en bladeren zoeken in de herfst, natuurbeleving, diersporen, bodemdiertjes, spelen in het bos, enz. In een speciale ruimte bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten liggen de benodigde spullen opgeslagen, die je als IVN’er kunt gebruiken, zoals een schepnetje, een waterbak, een loep, zoekkaarten enz. De activiteiten starten dan
ook altijd bij het bezoekerscentrum. Volgens een aantal IVN-ers geeft het werken met kinderen meer voldoening dan met volwassenen. De kinderen hangen soms aan je lippen en kunnen niet wachten om te vertellen wat zij van de natuur weten. Bij een groep kinderen zijn altijd een of twee leerkrachten of ouders als begeleiding aanwezig. Je hoort ruim van te voren wanneer je op pad mag. Wil je je verwondering, liefde en kennis van de natuur overbrengen en beschik je over enige didactische kwaliteiten, meldt je dan aan bij de coördinator Marian Jesserun-Voormans, email:
[email protected] Het schoolprogramma vind je op www.ivnoisterwijk.nl, onder het kopje werkgroepen, de scholenwerkgroep.
redactie Groenling: PR-werkgroep IVN Oisterwijk e.o. De volgende Groenling verschijnt rond 15 oktober 2014. Kopij voor deze Groenling inleveren voor 7 september 2014 via
[email protected]. Stukken voor de Groenling dienen bij voorkeur uit niet meer dan 600 woorden te bestaan. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen voor de Groenling redactioneel aan te passen.
Wilt u deze Groenling niet meer ontvangen klik dan hier: AFMELDEN