GROENE WIG HET DROSTELAAR TIJDSBEELDEN
Jeroen van Westen 2005
Zuidbroek Zevenhuizen verdwijnen en verschijnen Voor mij is het belangrijk dat een bewoner, bezoeker, reiziger, aanleidingen kan vinden in een landschap om te denken over de mogelijke betekenis van de plaats. In die zin is in samenwerking met Linda Hooijer gewerkt aan een nieuwe blik op de groene wig. We zijn kritisch stimulerend begeleid door Ank Bleeker, Jan IJzendoorn, Ed Joosten Buunk onder leiding van Jos van Nuenen. Belangrijke feed back is ook gekomen van Lex Kipperman, Maarten Wispelweij, Rob van Dijk, Hendrieke Rossingh, Gertjan Blankena en Gerrit Vosselman. Jeroen van Westen
OPDRACHT Het landschap van Zuidbroek aan de noordrand van Apeldoorn zal veranderen met de komst van een nieuwe woonwijk. In het masterplan is een groene ruimte uitgespaard in de stadsuitbreiding. Op de kaart wordt hier een ontmoeting tussen stad en buitengebied zichtbaar, gescheiden door autonoom landschap. De vraag is om de ontmoeting tussen wat verdwijnt en dat wat verschijnt tot leven te wekken in een (her)ontwerp van de groene wig. Alles komt samen waar het water vanuit de wig de geluidswal doorsnijdt en A50 kruist: park, beek, bedrijventerrrein, geluidswal, snel-weg, en buitengebied. Van de noordelijke afrit A50 tot viaduct Terwoldseweg is het 1 minuut 30 seconden voor vrachtwagens, 1 minuut 10 voor personenwagens. Het denken start vanuit het perspectief van de wijk, om van daaruit te werken naar de inrichting van de groene wig. Steeds lettend op de verhouding tussen wijk en autonoom landschap.
masterplan Zuidbroek
De ondergrond blijft het verdwijnende landschap van Zuidbroek, dat een pendant heeft aan de overzijde van de A50: het Weteringsebroek. Dit gebied zal zelf ook veranderen, er komt niet meer nieuwbouw, maar wordt heringericht voor natuur en recreatie.
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
masterplan ontwerp Groene Wig
viaduct A50 x Terwoldse weg
te behouden te verdwijnen
Zevenhuizen x Zuidbroek x Geluidswal // A50) De nieuwe woonwijk Zuidbroek verschijnt naast een zeventiger jaren woonwijk Zevenhuizen die is gebouwd volgens de toen geldende principes van kleinschaligheid, ruimte, groen, rationaliteit. Zevenhuizen is een wijk van het late modernisme, waarbij het oude landschap verdween. Zuidbroek is een (post-modern) collagelandschap, met brutale beelden: kantoortorens, bedrijfsverzamelgebouw Noordkaap, woontoren van 10 verdiepingen, ellipsvormig wooncluster, appartementsgebouwen als vooruitgeschoven posten in de groene wig, strakke lanen en een lange gebogen wand tegen de wig aan. Er heerst dus geen angst voor het nieuwe, maar ook is er behoud van het voorafgaande landschap via punten (boerderijen/huizen, bomen) en lijnen (doorgaande wegen in het gebied). Het wegenpatroon, de verkaveling van het stedenbouwkundig plan houdt geen rekening met de bestaande (gehandhaafde) elementen. In hoeverre de architectonische invulling langs de gehandhaafde wegen als bijv Nijbroekse Weg en Zuidbroekse Weg, dit wel doet is nog niet in te schatten.
interpretatie opbouw stedenbouwkundig plan
binnen en buiten de randen: osmose
Het ontwerp van de wijk laat zich lezen als een invulling vanuit de randen. Zevenhuizen wordt doorgezet, spoelt westelijk om het sportcentrum heen met een intensieve woonwijk, oostelijk met water en recreatief gebruik dat aansluit op een groepje boerderijen. Het bedrijventerrein tussen Vellertdijk en Oostelijke Veluwe weg wordt doorgetrokken langs de Veluweweg en tegen de A50 voortgezet in zuidelijke richting tot aan de groene wig. Er is wat voor te zeggen om te stellen de geluidswal te zien als een verbreding van de rand van de A50. De groene wig is de buffer met het kwetsbare landschapselement van het eerder genoemde groepje losse hoeven langs de randen van een dekzandrug. Dit buurtschapje wordt vanuit de zuidelijke rand (De Spatie) aangevuld met villa’s in parkachtige setting. Dit inwaartse ontwerp levert een heldere binding op met het omringende landschap en de functies die daarin vertegenwoordigd zijn. Alleen de oostzijde naar het Weteringsebroek ziet er op de kaart beter uit dan in werkelijkheid. De wens om de groene ruimte in de nieuwe wijk Zuidbroek te zien als onderdeel van de groene wig, die Apeldoorn heeft getekend rondom de stad, lijkt voorbij te gaan aan de scheiding door de A50. In het ontwerp van de wijk wordt vanuit stedenbouw deze scheiding bevestigt in de vorm van een hoge geluidswal, deels doorstoken met zichtlocaties voor bedrijvigheid.
Ergens in het traject naar definitief ontwerp zal besloten moeten worden of geluidswal en bedrijven horen bij het autonome – nationale – landschap van de autosnelwegen, of dat deze zone hoort bij de woonwijk en het daarin aangehangen principe van herkenbaarheid van het voorafgaande landschap. Beide extremen kennen mengvormen. Beide, en de mengvormen, roepen een beeld van Apeldoorn op. Welk beeld is gewenst, welk beeld kan zich ontwikkelen in de toekomst. Voor een discussie over oplossingen worden aanknopingspunten geboden in de analyse van Els Bet over A1 en A50, zuidelijk en westelijk van Apeldoorn.
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
ANALYSE
VISIE Verschijnen Nu er een heldere blik is op hoe de wijk Zuidbroek is opgebouwd kan opnieuw gekeken worden naar de Groene Wig, en we zijn nu dichtbij het moment waarop we afscheid moeten nemen van die voorlopige benaming. De randen zijn de toegangen van het gebruik, het gebruik definieert het verschijnen:
Vanuit het zuidwesten komt de overloop vanuit Zevenhuizen: water, groen en mensen. De wiggen hebben volgens beleid een belangrijke stedelijke functie. Deze zouden gebruikt moeten worden als groene route naar het ommeland, maar bieden ook ruimte voor volkstuinen, tennis, of een lekker de ruimte vragend feestelijke bijeenkomst van een grote groep. Vanuit het westen komen de scholen die er net noordelijk van gebouwd worden naar het park voor natuureducatie, sport. De bewoners van het nieuwe ellipsvormige gebouw lopen misschien even het groen in. Vanuit het noorden komen de scholieren, maar vooral ook en de bewoners van uit de aangrenzende straten en de in de zone geplande appartementen. Vanuit het noordoosten zullen werknemers van de bedrijven het gebied gebruiken op mooie dagen. Vanuit het zuiden zal het park vooral uitbreiding zijn van de eigen groene ruimte die in ruime mate aanwezig is om de villa’s. Hier kan ook het gevoel van het oude landschap gehandhaafd worden omdat er enkele hoeves direct aansluiten op het parkgebied.
gebruik en waarden; binnen-buiten
Het ontwerpprincipe van de wijk is gebruik vanuit de randen. Wanneer dat principe het ontwerp voor de groene zone aanstuurt, dan verdwijnt daardoor het huidige landschap. Sterker is het om het gebruik vanuit de randen, het verschijnen, in dialoog te brengen met wat verdwijnt. Het verdwijnende weide en tuinbouwlandschap is al jaren verwaarloosd. Door de dialoog goed te structureren kunnen beide, wat verschijnt en wat onder de woonwijk verdwijnt juist in de groene wig helder in beeld gebracht worden. Met het versterken van landschappelijke gegevens die de aanleiding zijn geweest voor het huidige gebruik van het landschap verdiep je het historisch besef. Zeker wanneer er een bron in te vinden is voor hoopvolle ontwikkelingen in de toekomst.
bodemkaart
hoogtelijnen, interval 25 cm
topografische kaart 1850
topografische kaart 1913
We zijn hier op de oostflank van de Veluwe, op de westrand van het IJsseldal. Het landschap is in eerste instantie gevormd door zandafzettingen tussen verschillende ijstijden en het profiel is gevormd tijdens en na de laatste ijstijd. Eerst door een opstuwende gletsjer, vervolgens door smeltwaterstroompjes van de stuwwal komend. Het reliëf is daardoor waaiervormig, behalve waar later door een windafzettingen een dekzandrug is ontstaan. Het land was nat, erg nat vaak ook door de nog steeds bestaande kwelwaterstroom onder druk van de stuwwal. Door het gebied stroomt een (voortijdig afgeleid) gekanaliseerd beekje. Het verschil met een gewone kavelsloot is nauwelijks te zien, behalve wanneer je naar de stroomwelvingen in de heldere zandbodem kijkt. Als je dit beekje de ruimte zou geven om het microreliëf te volgen dan ontstaat er een bovenloop van een laaglandbeek, gevoed door kwelwater met een hoge natuurwaarde. Op de dekzandruggen en stroomruggen ontstond de eerste bewoning. Mooi herkenbaar is het groepje boerderijen aan de Dommeweg. Het zou jammer zijn wanneer dit onherkenbaar werd opgenomen in de nieuwe wijk. De oude verkaveling laat zien hoe de mensen langzaam het natte gebied (de broeklanden) in gebruik zijn gaan nemen. Ze kapten het bos, waterden af op de beek en namen het per akker in bezit. Deze open plekken werden laar genoemd, waaraan buurtschappen hun namen ontleenden als Anklaar, Drenkelaar en Sprenkelaar. Het landschap biedt een basis voor het ontwerp van de Groene Wig. De open ruimte in de wijk kan gezien worden als een laar in het woud van bebouwing. Een laar die, weliswaar onderbroken door het autonome landschap van A50 + geluidswal toegang geeft naar het buitengebied. Aan de overzijde van de A50 stroomt een beekje met de naam Droste, de groene wig zou Drostelaar als betekenisvolle naam kunnen dragen. Het Drostelaar, een groene open ruimte waarin een door kwelwater gevoede beek haar weg zoekt. De beek steeds binnen het zicht van de dekzandrug waarop het buurtschap continuïteit van bewoning en historisch gebruik uitdrukt. Maar de beek is ook een contrasterende belijning van de lange stedelijke boog. Samenvattend zou een ontwerp met beek, dekzandrug, buurtschap en verkaveling als uitgangspunt, als een ontwerp van binnenuit beschouwd kunnen worden.
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
Verdwijnen
schets eerste sessie klankbordgroep
schets plan 4
werkmodel-plan 2
werkoverleg klankbordgroep en Stedenbouw
Besluiten Op de maquette zijn functies en ruimte onderzocht op de ondergrond van het microreliëf en de blijvende bestaande elementen in het huidige landschap. De zojuist geschetste structuur van horizontale ontmoetingen van tijd(en), ruimten en functies moet vormgevend ingevuld worden. De vormgeving kan beginnen aan de hand van een inhoudsopgave van deze ontmoetingen (beeldende contrasten), als er na goede discussie beslissingen genomen zijn over: 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7.
vooruitgeschoven appartementen, ruimte voor stromend water, noodzaak van stilstaand water, verfijning verkaveling dekzandrug, basisconcept stroomgebied Het Drostelaar: o Tabula Rasa (Commons) o Palimpsest (weides + buurtschap) o Terra Incognita (broekland + ‘tribune’) basisvorm geluidswal invulling dubbel gebruik geluidswal: recreatief me-
‘stoffering’ geluidswal, type Woudhuis Beek Zuidbroek november 2004
ad 6 Voor de geluidswal blijkt op basis van de rapportage van Els Bet het niet moeilijk om te kiezen voor een profiel: een uitvergrote vorm van de wal bij Woudhuis. Moeilijker wordt het bij hoe die wal behandeld wordt (‘gestoffeerd’) om een beeld te geven van “hier rijdt u langs Apeldoorn”. De uiteindelijke voorkeur gaat uit naar een strakke rust met accenten die eerder horen bij de hoge zandgronden (stuwwal) dan bij de lage broekgronden (de IJsselvallei)
ad 2 Het, zacht, stromende water moet doorgerekend worden op hoeveelheid, constante aanvoer en kracht, maar wordt algemeen gezien als een sterk vormgevend principe. Natuur op basis van (diep) kwelwater en een meer verhalende beleving van de ruimte zijn de belangrijkste pluspunten.
degebruik – bilboard bedrijfsgebouwen ad 3 De noodzaak van stilstaand, open water is ruimte scheppen om Toren en bijzonder (ellipsvormig) gebouw te kunnen beleven in een koppeling aan de lange boog. Wanneer het open water verkleind wordt, blijft een zekere mate van openheid aan de noordzijde belangrijk.
ad 1 De vooruitgeschoven appartementenblokken blijven gehandhaafd. De wisselende omgeving, water-land-waterland, is aanleiding voor de stedenbouwkundigen om een grotere variatie in architectuur te overwegen voor de individuele blokken.
ad 4 Op de voorstellen de verkaveling van de dekzandrug te verfijnen en meer in lijn te brengen met het oude buurtschap, wordt matig enthousiast gereageerd. Hierbij gelden stedenbouwkundige voorkeuren als belang hechten aan de lange doorlopende lijn naar het viaduct. Ook geldt dat er moeizame onderhandelingen met de huidige eigenaren aan de verkaveling ten grondslag liggen. Toch wordt het belang er van ingezien en lijkt er aarzelend gezocht te worden naar heropening van enkele punten in de verkaveling. Buurtschap op dekzandrug: Dommeweg
rand Ledeboerpark, Enschede ad 5 Het basisconcept wordt gewaardeerd, tegelijkertijd wordt er gewaarschuwd dat het park niet in drie delen uiteen mag vallen qua ervaring met een meer stedelijke variant aan de noordzijde en een landelijkere variant aan de zuidzijde. ad 7 Er is aan de architect/stedenbouwkundige Tom Frantzen gevraagd om een commentaar te schrijven op het ontwerp voor de bedrijvenstrook aan de geluidswal. Het blijft onduidelijk waar dit toe gaat leiden. Er wordt gedacht aan het met de bedrijfspanden doorsteken van de geluidswal naar de A50 toe, hetzij door de wal of óver de wal heenkijkend. Hoe het bedrijventerrein gekoppeld wordt aan Het Drostelaar is nog onduidelijk. Afdeling Groen pleit voor een open verbinding. Stedenbouw wacht TF eindrapport af. De opstelling van Tom Frantzen is onafhankelijk, niet leidend tot een open uitwisseling van uitgangspunten en wederzijds rekening houden.
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
INTERMEZZO
Janos De (Romeinse) poortwachter die met zijn dubbelzijdig hoofd voor – en achteruit in tijd en ruimte schouwt.
Het Drostelaar wordt in het ontwerp beschouwd als een groene wig die vanuit het buitengebied de stad insteekt, dus als een overgangsgebied tussen stad en land. In die zin past het niet om gebruik door de mens of de natuur geheel vast te leggen. In het ontwerp worden condities neergelegd in overlopende (gebruiks)vormen: uitnodigingen. De uitnodigingen zijn gebaseerd op de natuurlijke potentie, op cultuurhistorisch gebruik en op de nieuwe bewoners die zich rondom zullen vestigen. De beek is het verbindende element voor een laar waar verschillende tijden doorheen schemeren, een open ruimte die van kleur verschiet door gebruik en uiteindelijk vooral ook door jaargetijden en weer. Dit kan duidelijker worden door een wandeling te maken door het veld van Het Drostelaar, steeds voor- en achteruit kijkend, tijd, ruimte en gebruik overdenkend.
Tabula Rasa De aansluiting met de 70er jaren wijk Zuidbroek is vooral stedenbouwkundig bepaald met handhaven sporthal, woontoren en ellipsvormig woongebouw. De architectuur legt het landschap haar wil op. De beek komt strak uit de wijk, gaat nog even ‘civiel technisch’ de groene ruimte in en begint dan in een verbreed profiel haar eigen weg te zoeken. Parallel hieraan stuurt de doorgaande fietsverbinding lang gebogen, autonoom door het park. Tweede aansluiting van Zevenhuizen op Het Drostelaar is het volkstuinencomplex. Dit is een zelfstandig hof met subtiel perspectief gericht op het park. Het complex schiet met een heg aangegeven, even door in het parkgebied.
Overgang De stedenbouwkundige boog is een voor het voorafgaande landschap nieuw element, maar, is wel zo gekozen dat het laagste deel van Zuidbroek wordt vrijgelaten als groene ruimte. Vanuit het park wordt de boog beantwoord met een transparante rand van hoog op de stam staande solitaire bomen. Hier mogen bijzondere (ook niet inheemse) soorten in opgenomen worden. Onder de boomkronen is ruimte voldoende voor speelgebieden en hondenuitlaatplaatsen (HUP). De groene kraag zet door langs de rand met Zevenhuizen, welft rondom de ‘commons’ om over te gaan in inheemse soorten die nog wijder uit elkaar staan in de zuidoosthoek. Op de ‘commons’ vinden we schooltuinen, volkstuinen, een uitnodigend dak een glad veld ter grootte van een voetbalveld, dat multifunctioneel in gezet kan worden bij sport in de open lucht voor de scholen, potje zomeravond-voetbal, een barbecue voor de buurt, … Hier wordt het veld gedraineerd en is de ruimte open genoeg om bijvoorbeeld een (tijdelijk) voetbalveld uit te zetten.
Palimpsest Verder naar de oude weilanden met de stroom mee die zich langzamerhand nadrukkelijker toont met bredere oevers. In de middenzone, en met name aan de zuidkant vanuit het buurtschapje aan de Dommeweg wordt op basis van historische verkaveling en beplanting de ruimte ingedeeld met houtwallen. Soms open op stam, dan laag dicht met heg/braamstruweel, of een wal van elzen. Sommige ‘kaders’ worden ingevuld met bos, met een boomweide, een boomgaard, maar de meeste zullen open kruidenvegetaties omsluiten. Hier passen geen weelderig krullende paden, maar is er een grote mate van vrijheid voor de wandelaar om het gebied te doorkruisen. Boomgaard en weides kunnen verhuurd worden aan wijkbewoners, maar blijven openbaar toegankelijk. Het lijkt niet onmogelijk om de overgang tussen villawijk vanuit de Spatie, en de overgang tussen buurtje en park zo in een verkaveling vorm te geven dat de ellips van de dekzandnederzetting voelbaar blijft. Dit staat hoog op het verlanglijstje van de huidige betrokken bij het ontwerp van Het Drostelaar. De historische verkaveling schiet hier en daar door over de beek, maar reikt niet tot aan de woongebouwen. De beek zelf volgt een tracé dat logisch opgezocht is in het microreliëf van de groene wig. Aan de noordzijde worden de kavels wat opener gehouden zodat er meer zicht is op kleinere kinderen die vanuit de woonbuurten in de zoom van Het Drostelaar komen spelen.
Subtiel spel met hoogte, acequia te Abiquiu, New Mexico USA
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
ONTWERP
Overgang 2 De overgang tussen palimpsest en (postmoderne) wijkrand wordt gemaakt in de zone die geregeerd wordt door de vooruitgeschoven posten, de appartementgebouwen in de groene wig. Vanuit de groene wig wordt de gebouwen een handreiking gedaan om tot bijzondere architectuur te komen die niet alleen zichzelf serieus neemt, maar ook het landschap. Een gebouw aan de rand van een groter, spannend gebied dat niet weet of het water of land is, twee blokken aan open, licht hellend grasland, en twee in het (strakke) water. De stadsvijver heeft een harde kant aan de stad en een flauwe oever aan de zuid- en oostzijde, waardoor de woongebouwen ieder een eigen sfeer in het water wordt aangeboden. Het park wil rust en openheid geven zo dicht tegen de architectonische variatie van de appartementgebouwen en de stedelijke boog.
Terra Incognita In dit gebied wordt de spanning tussen water en land opgevoerd, tussen natuurlijke oorsprong en huidig functioneel gebruik. De grens met het park is tamelijk hard in de vorm van een zacht golvende hoogtelijn daar waar het niveauverschil versterkt wordt. Hier is het ware ‘stiltegebied’, dit is de rand van de stad. Vanuit de beek gezien mag die hier gaan oproepen wat ze eigenlijk wil bereiken: natuurlijkheid. Vanuit de stad mag hier het water zich verzamelen wanneer het langdurig hard regent, de woonwijk heeft deze ruimte niet steeds nodig voor menselijke activiteiten. Het wordt het gebied dat niet weet of het water is of land. Hier wordt gaan samen retentie, natuur en avontuurlijk terrein voor de oudere jeugd. Hoogspanning en follie in de vorm van een duplicaat van de A50 liggen in het gebied waar het water van drie beken een eigen weg zoekt tot de harde grens van het autonome landschap van de 21ste eeuw. Geluidswal en snelweg zijn geen direct onderdeel van het park, zelfs niet van Apeldoorn, maar de geluidswal wordt ingericht als een bemiddeling tussen Stad en ‘overkant’. Visueel en via technische ingrepen kan de (ecologischerecreatieve) verbinding met het buitengebied met enige inspanning worden gerealiseerd. De autoweg regeert de blik van buitenaf, Apeldoorn bepaalt welk beeld de auto-mobilist krijgt. In hoeverre beeldende kunst de doorgang/verbindingen bijzonder kan maken in de ogen van de automobilist is ook in hoge mate afhankelijk van hoe het bedrijventerrein de geluidswal doorboort, overbuigt, of anderszins tot billboard maakt. Vanaf de wal kan je terugkijken naar het veranderende landschap van Zuidbroek en over de snelweg heen kijken naar het in de toekomst veranderende Weteringsebroek. Wordt het natuur als het aan de geluidswal grenzende waterland, of komt daar de volgende uitbreiding? Een blik in tijd en ruimte.
Sfeer en gebruik van park en omringend gebied
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
Zoeken naar de weg die het water zou willen vinden
Inhoudelijke indeling Tijdsbeelden
Beleving van ruimte: verhaallijnen door Het Drostelaar
Doorschietende verdeling inhoudelijke vormgeving
Beleving van ruimte: zichtvelden (helderder is opener)
Beschrijving verhaallijnen Het is verleidelijk om de sfeerwisselingen te beschrijven van de dwarsverbanden die er in het park Het Drostelaar duidelijk te onderscheiden zijn. Maar belangrijk is dat de logische wegen noord-zuid voortkomen uit het stedenbouwkundig plan en nergens een geleding van het park worden. Zo zijn ook de noordelijke boog en de zuidelijke rechte lijn randwegen die voortkomen uit het stedenbouwkundige plan, maar aan de zuidkant wordt bij de volkstuinen en bij de Dommeweg even Het Drostelaar belangrijker. Alleen de doorgaande welving van de fietsroute is een echte dwarsdoorsnede over de volle lengte van het park. De vorm is gekozen dat vrijwel alle elementen doorsneden worden of worden aangeraakt, maar zo, dat niets zich wat lijkt aan te trekken van de fietsroute. De mooiste verhaallijnen zijn niet vooraf in kaart te brengen, maar zullen gevonden worden door de bewoners en gebruikers van het park. Er zijn geen klassieke zichtlijnen die een spel spelen met het perspectief of de blik richten op tekens van aanzien of educatie. De paden leiden niet naar iets toe, maar voeren je door het gebied dat verder vrij toegankelijk is, een aaneenschakeling van in elkaar overlopende ruimten: meer licht (wit) is meer zicht op de onderstaande schets.
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
Zones van vorm aandragende inhoudelijke principes
Schets plan 3 (oost)
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
OPGAVEN
Drempel De overgang tussen stad en park aan de noordzijde is een hardere dan aan de zuidzijde waar het park grenst aan een (groene) villawijk. Het park krijgt daar een groen tegenwicht tegen de boog van woningen in de vorm van een transparante singel waar de woonblokken doorsteken en de brug slaan tussen stad en park. Voor de stad wordt de huidige hoogte van het landschap gehandhaafd, voor het park echter wordt de toplaag afgegraven om de natuur meer kans te geven. Dit hoogteverschil van ongeveer 40 cm kan worden geaccentueerd met een drempel, een afstapje het park in, een opstapje de woonwijk in, een lange bank over de volle lengte van het park. In beeld of tekst kan in deze drempelbank het verhaal van het park en de omringende bewoners een plaats krijgen.
Beschrijving ontwerpopgaven
HUP Relatief kleine, maar door beperkte breedte in verhouding tot lengte smalle renbanen voor honden. Eenvoudig schoon te houden. Dit zijn kleine speeltuinen voor huisdieren. Zonder aandacht worden dit rotte plekken in het park, met liefdevolle aandacht en gevoel voor humor kunnen dit echte speelplekken voor honden worden, waar ‘bazen’ en bezoekers kunnen genieten van het spel.
huidige volkstuinen in Zuidbroek
Bruggen • • o o •
Twee keer over de stadsvijver Twee keer over de beek Een keer doorgaande fietsroute Een keer fiets-wandelroute op wijkniveau Lang over/door het waterland
Schooltuinen Twee scholen krijgen ieder een schooltuin, samen kunnen ze het gebouw (werkschuur/lesruimte) delen dat de twee tuinen koppelt. Architectonische kwaliteit is gewenst, zodat het complexje een prachtige ‘piercing’ wordt in het hart van het gezamenlijke open gebied: de ‘commons’. Tuinaanleg en bouwwerk zijn professionele opgaven die in samenwerking met de kinderen aangepakt kunnen worden. sculptuur hond Colima cultuur Mexico AD –300
Widow’s Walk, Monongahela River, Pittsburgh, PA-USA, Michael Pestel
Levee as Armature, San Lorenzo Riverway, Santa Cruz CA-USA, Buster Simpson Speelplekken De speelplekken kunnen hun plaats vinden in de transparante boomsingel langs stadsboog en veld van het ellipsvormige gebouw. De inrichting is gericht op speelaanleidingen voor kinderen. Dichter bij de grootste aantallen woningen voor de jongere kinderen, grenzend aan minder dicht bewoonde delen voor de zelfstandiger grotere. Het kan een ontmoetingspunt zijn voor ouders. De inrichting van de plekken moet zo open zijn dat het park doorloopt in de speelplek, de speelplek al spelend wordt uitgebreid tot het park. Exacte locaties, type speelaanleidingen en vormgeven van ontmoetingspunt, zijn ontwerpopgaven om in workshops met bewoners (ouders en kinderen) nader gedefinieerd te worden.
speelobject Ledeboerpark, Enschede
Hoogtelijn Het hele park is opgebouwd vanuit de subtiele hoogteverschillen in het terrein, maar op een plek, op de overgang tussen droog park en retentie-/natuurgebied wordt het hoogteverschil benadrukt en moet beeldend uitgewerkt worden.
stenen (hoogte?)lijn in Abiquiu, New Mexico
Stadsvijver Nog onderzocht moet worden of het een vijver wordt met onafhankelijk peil (een waterdichte bodem, of een grondwater rakende vijver. In dit laatste geval kan het peilverschil vrij groot zijn, tot anderhalve meter. In beide gevallen kan de vijver gekoppeld worden aan een deel van het HWAwatersysteem van de wijk en moet onderzocht worden of een mogelijk te grote toevoer van water overgestort kan worden in de beek. Dit technische verhaal bepaalt hoe de oevers, keermuur en de tegenoverliggende glooiende natuurlijke oever vormgeven worden. Wanneer er sprake is van een overstort, dan kan deze ‘dorpel’ een bijzonder element zijn.
Watertempel India
Doorsnijding + kruising beek x A50 Het Drostelaar kan gezien worden als een groene wig vanuit het buitengebied de stad binnenstekend, maar het karakter van het Drostelaar wordt gevormd door de bovenloop van een laaglandbeek, stromend vanuit het kwelwater van de stuwwallen. De kruising met de geluidswal en de A50 vestigt daar de aandacht op door en een visuele breuk te zijn (met het buitengebied) en een ecologische barrière (voor de beek). Een bijkomende ontmoeting is die tussen schaalniveaus, het lokale van park en buitengebied en het (supra)nationale van de snelweg. Dit kan duidelijk worden door hoe het (ecologisch rijke water van de laaglandbeek, het (ecologische gezien vervuilde) water van de afwatering langs de snelweg kruist. Vanuit ruimtelijk oogpunt gezien is een van de vormgevende principes van Het Drostelaar de laaglandbeek die het subtiele hoogteverschil voelbaar maakt. Beek en stedenbouwkundige boog brengen nadrukkelijk een lengterichting in het park. Aan de stadszijde staat een 30 meter hoge woontoren als kenmerk, de landzijde verdient een gelijkwaardig kenmerk. Daarmee wordt niet gezegd dat het 30 meter hoog moet zijn, inhoudelijk is een kenmerk van een stad een ander verhaal dan van het land. Toch is er visueel ruimtelijk gezien aanleiding om met een duidelijk zichtbare doorsnijding te komen. Vanaf de snelweg gezien is het belang van enig visueel geweld minder omdat alles al snel futiel is in de maat van snelweg, viaduct, geluidswal en de de geluidswal doorstekende bedrijfspanden. Bijkomend probleem is dat de geluidswal er niet voor niets ligt en iedere doorsnijding doorgerekend zal worden of deze geen hinderlijk geluidslek veroorzaakt. Niet te missen kans is om de doorsnijding, de follie en de hoogtelijn op elkaar af te stemmen als een ensemble waarbij de geluidswal contramal is van het waterland. Als de wonderen zich afspelen in het waterland, dan is de geluidswal de tribune die uitzicht geeft op waterland, snelweg en aan- en afvliegende sportvliegtuigen.
The Wall, kunstopdracht RGD: Raad voor de Kinderbescherming Almelo, Lilian Roosenboom
Overkruising: viaduct x geluidswal Hoe zeer het kaartbeeld ook suggereert dat de groene wig de stad binnen steekt, in feite is de enige fysieke verbinding met het Weteringse broek het er nu al liggende viaduct van de Terwoldse weg. De geluidswal is hoger dan het viaduct, ook hier is dus sprake van een (beperkt) geluidslek dat (mogelijk) in de vormgeving van de kruising opgelost moet worden. Het waterland kan nat zijn, en dan is de geluidswal moeilijk bereikbaar, maar via het viaduct kan de wal altijd bewandeld worden om zicht te hebben op het natte land. Deze op- en afgang moet in het ontwerp van de kruising meegenomen worden. De viaducten van de A50 zijn overal gelijksoortig van architectuur, materiaal en kleur. Deze standaardisatie en op maat gesneden landschappelijke elementen maken de A50 een van de mooiere wegen. Het zal een onderdeel van de opgave zijn om dit beeld niet aan te tasten vanaf de snelweg of er moet een belangrijke andere uitspraak mee gerealiseerd worden. Een mogelijkheid is om ook een droge ecologische verbinding te realiseren tussen Het Drostelaar en Weteringse broek. Nu lijkt dat een verbinding tussen twee (ecologische) niemandslanden, maar na ontwikkeling van Het Drostelaar en transformatie van het buitengebied volgens de plannen van Apeldoorn, dan is de situatie heel anders. Het zou kortzichtig zijn om niet nu al vorm te geven vanuit dat perspectief.
De Weg en andere Kunstwerken, Ton van Vliet Follie waterland Het waterland is het avontuurlijke gebied waar alle thema’s van de wijk elkaar ontmoeten. In feite is het een bizar landschap omdat het water zich vrij een weg mag zoeken onder een strakke hoogspanningslijn. Omdat een bedrijventerrein tegen een woonwijk en tegen natuur aanligt. Omdat een nat natuurgebied grillig van vorm direct tegen een strakke hoge, droge wal aanligt – een spiegeling van hoe de IJssel tegen de Veluwe aanligt. Door de spiegeling even door te trekken komt de snelweg ook aan de binnenzijde van de geluidswal terug in het waterland. De follie lijkt ook wel op een start-/landingsbaan en ligt dwars op de richting waar de vliegtuigjes van Teuge de A50 kruisen boven Zuidbroek. Om de spiegeling een metafori-sche/voorspellende waarde mee te geven valt het stuk snelweg in het waterland uit elkaar, wordt overgenomen door natuur. De follie kan gebruikt worden als basketbalplateau, als skatebaan, als …. Podium voor een dancefestival met de geluidswal als tribune, als …
Nomadisch bouwwerk 98, Noorwegen, Jeroen van Westen A50 Apeldoorn Zuidbroek
OPDRACHT ANALYSE VISIE INTERMEZZO ONTWERP OPGAVEN
Etruskische weg, Toscane, Italie
Culturele planologie en autonome kunst Na jaren van vechten voor ruimte om als kunstenaar vorm te geven met de openbare ruimte voel ik voor het eerst een lichte behoefte om te pleiten voor ruimte om autonome kunst toe te passen. Waar lang alle aandacht uitging naar beelden, al of niet op een sokkel, al of niet in reactie op een plaats (genius loci) lijkt nu de culturele planologie modieuze vormen aan te nemen en de productie van beelden in de openbare ruimte – poëtische brandpunten – vrijwel stil te komen liggen. Het Drostelaar belooft een inhoudelijk goed vormgegeven gebied te worden en als zodanig een inspirerende plek om te verblijven. Het geeft vorm aan thematiek van natuurbeleving en cultuurontwikkeling. Dat is een grote lijn, een groot thema in de menselijke geschiedenis, maar het is de individuele menselijke geest die daar oneindige nuances in aanbrengt. Voor dit park zou ik me voor kunnen stellen dat op twee- tot vijfjaarlijkse basis een kunstenaar wordt uitgenodigd om heel persoonlijk te reageren op het landschap van Het Drostelaar, totaal vanuit de eigen thematiek, of zelfs om bewoners + commissie met een zekere regelmaat op pad te sturen om een werk te vinden in een atelier dat waardevol zou zijn in dit park: een poëtisch brandpunt, oproep voor reflectie, een klein genieten.