Groen Manifest voor Provinciale Staten 2015 Op 18 maart 2015 vinden tegelijkertijd de verkiezingen plaats voor Provinciale Staten. Voor de ZMf is dit reden om de belangrijkste groene speerpunten op een rijtje te zetten.
Provinciale Staten Zeeland als groen blauwe oase Zeeland is in menig opzicht een unieke provincie. De lange kustlijn, het waardevolle erfgoed en de ligging te midden van de dichtgroeiende stedelijke hoefijzerstructuur van Antwerpen, Breda en Rotterdam maakt onze provincie het Central Park van Zuidwest-Nederland en westelijk Vlaanderen. Mensen komen hier om de drukte te ontsnappen, te genieten van de weidse horizon, het heldere water, de schone lucht, de mooie natuur. Dit maakt onze leefomgeving uniek als woongebied, recreatieve omgeving en werkomgeving. Wij achten het daarom van groot belang om behoud van deze kwaliteit bij iedere ruimtelijke beslissing mee te laten wegen. Bebouwing op de stranden, verstening in de duinen, het plaatsen van windmolens op zichtlocaties, of de aanleg van nieuwe grootschalige bedrijventerreinen horen hier niet bij; inbreiding en vernieuwing van verouderde vakantieparken, windturbines in concentratiegebieden, windmolenparken op zee, een logische zonering van het landschappelijk gebruik en de renovatie van bestaande bedrijventerreinen hebben de toekomst. Een duidelijke visie van een leidende Provincie is hierbij onmisbaar. 1
De Provincie terug als omgevingsregisseur Aangezien het huidige Omgevingsplan tot 2018 reikt, zal in de komende collegeperiode werk gemaakt worden van het vervolgplan. Na een periode van ingrijpende decentralisatie roepen wij het nieuwe College op om de regie weer terug te nemen op het gebied van ruimtelijke ordening. Door het ontbreken van een helder bovengemeentelijk beleid dreigt het Zeeuwse landschap te versnipperen en verrommelen (zie ook punt 2). Het Omgevingsplan van de Provincie was altijd een onmisbaar handvat om duidelijke kwaliteitsnormen te stellen. Wij maken ons hierbij in het bijzonder zorgen over de kwaliteit van de open Zeeuwse kust. Door een toenemende druk van bouwprojecten dreigen onze publieke stranden en natuurlijke duinen opgeofferd te worden ten bate van exclusieve hotels en dure strandwoningen. Zonder een duidelijk beleid van een Provinciale dirigent dreigt Zeeland haar onderscheidende karakter te verliezen en het voorbeeld van de Belgische kustplaatsen te volgen.
2
De economische kansen van natuur en landschap: slacht de kip met de gouden eieren niet! De Zeeuwse natuur en ons karakteristieke landschap worden wat ons betreft onvoldoende economisch benut. De Zeeuwse Delta behoort met haar uitgestrekte Natura 2000-gebieden tot de Europese topnatuur, maar dit wordt nauwelijks uitgedragen of vermarkt. Alhoewel de indruk bestaat dat het anders is, is 95% van de Zeeuwse natuurgebieden toegankelijk en beleefbaar. Natuurschoon trekt overal ter wereld toeschouwers. De zeehondenkolonies in de Westerschelde, de bruinvissen in de Oosterschelde, onze ligging op het kruispunt van de imponerende jaarlijkse vogeltrek, het adembenemende onderwaterspektakel van
pijlinktvissen, sepia’s en zeepaardjes, het rijke en bijzondere leven in onze duinen, kreken en schorrengebieden; het zijn regelrechte publiekstrekkers naast onze schitterende stranden, historische steden en de wonderen van de Deltawerken. Deze natuur blijft echter niet vanzelf in stand. Hiervoor zetten al onze partijen zich dagelijks hard in. Steun van Provinciale Staten is hierin onontbeerlijk. Wij roepen daarom op tot een heldere visie op natuurbehoud. De natuur is van en voor iedereen, maar medegebruik dient altijd afgestemd te zijn op draagkracht. Dit houdt ook in dat de 5% niet-opengestelde natuur zo waardevol en kwetsbaar is, dat hiervoor een onvoorwaardelijk respect vereist is. We pleiten dan ook voor een integrale visie, waarin alle belanghebbenden een rol toegewezen krijgen en waarin handhaving en toezicht worden gekoppeld aan een goede voorlichting en gastheerschapcursussen voor de ondernemers die verdienen aan natuur. Recentelijk heeft de Provincie besloten te stoppen met ecologisch bermbeheer. Wij dringen er op aan dat het nieuwe College dat besluit terug draait. Daarnaast vragen wij ook aandacht voor de financiering van natuuronderhoud. Nu de publieke financiering van de groene infrastructuur steeds verder terug loopt, dienen nieuwe verdienmodellen ontwikkeld te worden. De natuur als gratis decor voor recreatie en toerisme is niet langer vanzelfsprekend. Wij dagen de fracties dan ook uit om met een visie te komen op een integrale benadering met andere sectoren en belanghebbenden. Werkelijke duurzaamheid wordt bereikt indien er een evenwicht bestaat tussen de drie kapitalen (economie, ecologie, maatschappij) en investeringen in het ene kapitaal een versterkende invloed hebben op de andere twee. Om deze dwarsverbanden te realiseren, is Provinciale regie sterk gewenst. 3
Deltawateren: visie op gebruik Ook bij het gebruik van de Deltawateren vragen wij de Provincie om de regie te nemen en een visie op gebruik te ontwikkelen. De laatste jaren is de gebruikersdruk flink toegenomen en overstijgt deze inmiddels de kwalitatieve draagkracht. Hierdoor komt niet alleen het natuurbelang in geding, maar zitten ook verschillende sectoren elkaar in de weg. Snelle watersport, meer onderwatersport, meer jachthavens, meer schelpdiervisserij en meer (kite)surfers beconcurreren elkaar en de natuur om gebruiksruimte. Bekend is de frictie tussen watersportliefhebbers en de hangcultuurmosselkwekers. Wij vragen om een heldere beleidsvisie waarin belangen zorgvuldig worden afgewogen in de Zeeuwse Delta. Een bijzondere rol hierin speelt de Westerschelde. Door de voorspelde kanteling in het systeem dreigen de ecologische waarden in dit laatste natuurlijke estuarium van Zeeland verloren te gaan. Naast ernstig natuurverlies zal dit bovendien grote gevolgen hebben voor onze kustverdediging en veiligheid. De urgentie om dit probleem aan te pakken is hoog, omdat de kanteling mogelijk al gaande is en onomkeerbaar is. Het is de komende collegeperiode één van de grootste uitdagingen om dit systeem gezond te krijgen en dit gepaard te laten gaan met het benutten van economische kansen op het gebied van recreatie en havenontwikkeling.
4
Bedrijven en duurzaamheid: de Provincie als facilitator Het Zeeuwse bedrijfsleven omarmt de circulaire economie. Daarin is afval grondstof en komt energie uit oneindige, schone stromingsbronnen. Bij bedrijven is een groeiende bereidwilligheid om te investeren in duurzaamheid en biodiversiteit. Vooral de havenbedrijven lopen hierin voorop. Wij hopen dat de Statenfracties komende collegeperiode deze ontwikkeling zullen omarmen en stimuleren. Zeeland heeft als kustprovincie grote kansen voor alternatieve energieopwekkingsvormen als zon, (offshore) wind, getij, golfslag en algenproductie. Met een ambitieus Provinciaal energieplan kunnen de Zeeuwse havens zich ontwikkelen tot de grootste groene energieproducenten. Ook het terugdringen van het zoetwaterverbruik in de grote industrie is een belangrijke pijler voor een duurzaam Zeeland. Zeeland kan hierbij een toonaangevend voorbeeld worden van duurzaamheid en van economische groei in een ecologisch gezond gebied. Dat investeringen in natuur en biodiversiteit steeds meer plaats vinden, laat de internationale kunstmestfabrikant Yara Sluiskil zien. Yara Sluiskil maakt gebruik van de nieuwe wettelijke regeling en richtte hun ongebruikte terreinen in als tijdelijk natuurgebied met mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Met dit soort investeringen krijgen de ambities uit de Coalitie Zeeland Biodivers gestalte en wordt een aangenamer en gezonder klimaat geschapen voor werknemers, omwonenden en recreanten. Maar investeringen in natuur kunnen ook direct leiden tot economische groei. Door de aangewezen Natura 2000gebieden in een gunstige staat van instandhouding te brengen, wordt voldaan aan de Europese doelstellingen. Hierdoor wordt tegelijkertijd directe ontwikkelruimte voor bedrijven geschapen. Het loont dus om te investeren in het behalen van de doelstellingen. Wij roepen de Provincie dan ook op de regie te nemen in het samenbrengen van belanghebbenden en het in kaart brengen van ecologische en economische kansen.
Waterschap Op 18 maart vinden er ook waterschapverkiezingen plaats. Voor kiezers en nieuwe bestuurders heeft de ZMf een mooie boodschap. Het Waterschap als onmisbare beheerder van natuur en landschap Als beheerder van 8500 km waterlopen, 3880 km wegen en 308 km fietspaden is het Waterschap één van de grootste terreinbeheerders van het buitengebied. De karakteristieke heggen langs onze binnenwegen, met riet omzoomde waterlopen en bloemrijke bermen vormen zeer hoog gewaarde landschapselementen. Tegelijkertijd zijn zij als leefgebied en ecologische verbindingszone tussen de natuurgebieden van onschatbare waarde voor dieren en planten. Het behoud en beheer van deze elementen is een zaak van publiek belang en daarmee een medeverantwoordelijkheid van het Waterschap. Een goede zorg voor ons landschap en natuur maakt dat Zeeland aantrekkelijk is om te wonen, werken en bezoeken. Bovendien is het onze overtuiging dat een zorgvuldig beheer niet tot hogere uitgaven hoeft te leiden. Een bermbeheer van ‘maaien en afvoeren’ in plaats van het gebruikelijke klepelen leidt niet alleen tot minder verstoring en minder ongewenste soorten als distels en brandnetels, maar ook tot een soortenrijkere kruidenvegetatie en bijbehorende fauna. Ditzelfde geldt ook voor de watergangen, waar de maaikorf een zeer goed en veel diervriendelijker alternatief is voor de klepelmaaier. Ook valt grote winst te behalen door gefaseerd te maaien of, waar mogelijk, simpelweg minder vaak te maaien. Dit vergt een eenmalige heroverweging van de gebruikelijke werkwijze, maar levert ieder volgend jaar ecologische en landschappelijke winst op. Wij erkennen dat het Waterschap al vooruitgang boekt op deze vlakken, maar bieden graag onze medewerking en ervaring aan om meer progressie te maken. 1
Waterveiligheid en dijkbeheer De Zeeuwse zeedijken zijn groen als gras. Logisch, want de vegetatie bestaat ook alleen uit gras. En dat terwijl wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat extensief beheer en een soortenrijke vegetatie zorgen voor een betere doorworteling van het kleidek van de zeewering, waardoor deze erosie bestendiger en dus veiliger is! Veiligheid en een rijkere natuur gaan hier dus hand in hand. Bovendien spaart een extensivering van het beheer nog kosten uit ook! Het huidige beheer is dan ook achterhaald en onverdedigbaar. Wij pleiten daarom voor een fundamentele heroriëntatie op het beheer van de zeedijken.
2
Onderhoudswegen 2.0 Na een langdurig publiek debat over het al dan niet openstellen van onderhoudswegen is de zonering duidelijk geworden. Vanuit natuurbelang worden aangewezen dijkvakken afgesloten voor publiek. Vanzelfsprekend zijn onze organisaties blij met deze duidelijkheid. De afgesproken zonering vraagt echter ook een aantrekkelijk recreatief alternatief. Fietsroutes mogen niet ineens ophouden bij een hek. Dat leidt tot onbegrip en ondermijnt het draagvlak voor deze maatregelen. Wij pleiten voor het aanleggen van aantrekkelijke alternatieve fietsroutes. Door de routes ter plaatse van afgesloten dijkvakken op een logische wijze binnendijks af te laten buigen, zal de recreant geen hinder ondervinden. Wij denken zelfs dat de afgesloten vakken de fietsroutes aantrekkelijker kunnen maken door duidelijk uit te leggen waarom de vakken ontoegankelijk zijn en bijvoorbeeld op de dijk
vogelkijkschermen te plaatsen. Onze organisaties hebben ruime ervaring met de koppeling tussen recreatie en natuur en wij stellen onze expertise graag ter beschikking. 3
Waterkwaliteit en waterbodems: KRW en vislood Alhoewel er hard gewerkt wordt aan het bereiken van de doelstellingen van de kaderrichtlijn water (KRW), ligt de uitvoering achter op schema en wordt in de praktijk vrijwel nergens de beoogde kwaliteit voor water en bodems behaald. Dit baart ons zorgen en wij dringen er bij alle partijen op aan om extra energie en middelen te investeren in de uitvoering van de richtlijn. Als de te hoge concentraties meststoffen, zware metalen en bestrijdingsmiddelen niet deze periode aangepakt worden, raakt het einddoel uit zicht. In het bijzonder dringen wij hierbij aan op het uitfaseren van het gebruik van vislood in de Zeeuwse wateren. Uit de recente emissieregistratie van lood door sportvisserij (Deltares & TNO, december 2013) blijkt de belasting in zowel de zoete als zoute wateren zorgwekkend hoog. Uit de landelijke cijfers blijkt sportvisserij goed voor een jaarlijks verlies van lood van 54.000 kilo in de zoete wateren en 470.000 kilo in het zoute water. Alhoewel er geen uitsplitsing gemaakt is per provincie, zal het waterrijke Zeeland een aanmerkelijke bijdrage leveren. Deze hoeveelheid lood is goed voor een jaarlijkse emissie van respectievelijk 1850 kg en 182 kg in het milieu. Daarbij moet echter ook nog het gecumuleerde effect van alle voorgaande jaren worden meegenomen. De hoeveelheid lood in het water neemt veel sneller toe dan de snelheid waarmee het oplost in water, waardoor er sprake is van een snel groeiend probleem. Er zijn inmiddels zeer bruikbare alternatieven ontwikkeld voor vislood en door duidelijke regelgeving vanuit het Waterschap kan de verplichte implementatie hiervan al komende jaren uitgevoerd worden. Wij kennen de sportvissers als mensen met een groot hart voor natuur en een belang bij schoon water en twijfelen niet aan een breed draagvlak bij de juiste voorlichting.
4
Optreden tegen invasieve exoten Door de vaak onbedoelde introductie van gebiedsvreemde soorten dreigen steeds meer inheemse planten en dieren verdrongen te worden. Dit is een groeiend probleem in de Nederlandse natuur, waartegen ook het Waterschap als terreinbeheerder een belangrijke rol kan spelen. In een gezamenlijke aanpak met de natuurbeherende organisaties kunnen soorten als de Reuzenberenklauw en Watercrassula komende jaren effectief bestreden worden.