Greenpeace Clean Energy Now!
Greenpeace pleit voor stopzetting nucleaire energie en investeringen in hernieuwbare energie Greenpeace betreurt ten zeerste dat Electrabel beslist heeft om twee stoomgeneratoren in de kerncentrale van Doel te vervangen. Niet alleen vinden wij elektriciteitsproductie door kernenergie een onverantwoord risico voor mens en milieu, de levensduur van Doel 2 (waar de generatoren vervangen worden) wordt volgend jaar overschreden en daarom moet deze reactor dicht, onmiddellijk, en niet binnen tien jaar zoals de beslissing rond de kernuitstap voorziet. Electrabel en de federale overheid zouden beter grootschalige investeringen in hernieuwbare energie en energie efficiëntie mogelijk maken. Niet alleen zijn deze veiliger en minder milieubelastend dan nucleaire en klassieke elektriciteitscentrales, ook hun rendement ligt hoger en ze brengen meer tewerkstelling met zich mee. Nieuwe stoomgeneratoren in Doel 2: overbodig In 2002 bestelde Electrabel twee stoomgeneratoren ter waarde van 82 miljoen euro bij Mitsubishi Heavy Industries in Japan. De nieuwe generatoren zullen in de loop van de maanden mei en juni in Doel 2 ingebracht worden. Doel 2 is één van de oudste kernreactoren van België, die in 1975 werd opgestart met een toen voorziene levensduur van 30 jaar. De centrale moet dus eigenlijk volgend jaar gesloten worden. De regeringsbeslissing rond de kernuitstap heeft de levensduur van Doel 2 met 10 jaar verlengd, tot 2015. Een stoomgenerator kan best vergeleken worden met een hele grote ketel waarin zich duizenden buizen of pijpjes met heet water (opgewarmd door de splijtingswarmte) bevinden. Het water in de stoomgenerator komt in contact met de buisjes en genereert zo stoom. De stoomgenerator bevindt zich in het reactorgebouw. Hij maakt deel uit van het nucleaire gedeelte van een kerncentrale. Door de binnenkant van de pijpjes stroomt water dat radioactief besmet is. Een afgedankte stoomgenerator is dan ook radioactief afval. De twee te vervangen stoomgeneratoren zullen, samen met de zes oude stoomgeneratoren van Doel 3 en 4, in een speciaal gebouw op de site van Doel opgeslagen worden en zullen mee verwijderd worden bij de latere ontmanteling van de kerncentrale. De vervanging van de generatoren is een ingrijpende operatie. De kerncentrale wordt stilgelegd voor een periode van twee maanden. De werkzaamheden spelen zich af in het zogenaamde primaire circuit, het radioactieve hart van de centrale. De brandstofelementen worden uit de centrale gehaald, de oude stoomgeneratoren die last hebben van corrosie worden uitgebroken en opgeslagen in een speciaal daarvoor voorzien gebouw. Omdat de vervanging van deze stoomgeneratoren niet voorzien was bij de bouw van de centrale dient er een gat gemaakt te worden in de koepel. Een reusachtige kraan doet het tilwerk van de 260 ton zware generatoren. Voor Greenpeace is kernenergie een verouderde energiebron die zo snel mogelijk (en liefst sneller dan de kernuitstap voorziet) moet afgebouwd worden. Kernenergie is allicht de grootste vergissing van de twintigste eeuw. Dertig jaar na de invoering van kernenergie in België is nog steeds geen oplossing gevonden voor het kernafval dat door de centrales wordt voortgebracht. De komende generaties zullen nog voor duizenden jaren opgescheept blijven met het niet te beheersen probleem van de kernafval.
1
Doel 2 is niet onmisbaar Doel 2 is een kleine centrale die ongeveer 400 MW produceert. Een sluiting van deze centrale kan vrij eenvoudig opgevangen worden door andere maatregelen, zoals rationeel energiegebruik, de bouw van warmtekrachtkoppelinginstallaties of offshore windprojecten op de Thorntonbank voor de Belgische kust. Een warmtekrachtkoppelinginstallatie produceert tegelijkertijd energie en warmte. De aanwending van dezelfde hoeveelheid brandstof genereert een hoger rendement bij een warmtekrachtkoppelinginstallatie. In de Antwerpse haven worden momenteel meerdere warmtekrachtkoppelinginstallaties gebouwd waaronder één van 400 MW bij het bedrijf BASF. Op 11 april verleende de Belgische regering een vergunning voor de bouw van een windmolenpark op de Thorntonbank. Het project dat voorzien is om volop te functioneren vanaf 2005 zou een vermogen hebben tussen de 200 en 300 MW. In totaal is er ruimte voorzien voor meerdere projecten op de Thorntonbank met een totale geschatte capaciteit van 2.000 MW of 5,5% van de totale Belgische elektriciteitsproductie. Het belangrijkste alternatief voor kernenergie vormt het rationeel energiegebruik. België heeft zowat het hoogste gemiddelde energieverbruik per hoofd van de bevolking van heel Europa (de Europese Federatie van Isolatieproducenten riep België uit tot slechtst geïsoleerde land van Europa). Een studie uitgevoerd door het Duitse Fraunhofer Instituut in opdracht van de vorige federale regering toont dat dankzij energie-efficiëntie onze energie-noden in België met 18 tot 25% kunnen dalen. Het gaat hier om reducties die economisch neutraal zijn (dus zonder extra kosten). Deze internationale studie bevestigt dat België de Kyoto-doelstellingen zou kunnen halen zonder gebruik te moeten maken van de flexibele mechanismen en zonder schade voor de economie, indien het de maatregelen zou overnemen die in de buurlanden worden genomen om de vraag naar energie te beheersen. Nieuwe investeringen gaan in tegen de geest van de kernuitstap De vorige federale regering keurde op 1 maart 2002 de wet op de kernuitstap (voluit de Wet houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie) goed. Deze wet werd door het parlement gestemd op 31 januari 2003. Daarmee werd beslist om op termijn van 20 jaar de werking van alle zeven nucleaire installaties in België stop te zetten. In de wet zit wel een ontsnappingsroute die voorziet dat in geval van een bedreiging van de bevoorradingszekerheid de wet kan herroepen worden. De wet stelt dat de eerste centrale (Doel 1) in principe dicht moet gaan in februari 2015. De sluiting van Doel 2 is gepland voor december 2015. De laatste centrale moet sluiten in 2025. Dan is de kernuitstap in België een feit. De kernuitstap voorziet dat elke kerncentrale 40 jaar in bedrijf zal zijn geweest. Dit is tien jaar langer dan tijdens de bouw werd voorzien. Na 2025 gaat de belastingsbetaler en elektriciteitsconsument nog enkele honderden jaren betalen voor de opslag van het radioactieve afval, de beveiliging van de uraniummijnen, de ontmanteling van de centrales en alle bijbehorende verzekeringen. Het hoogradioactief afval blijft nog tienduizenden jaren gevaarlijk radioactief, een probleem waar geen oplossing voor bestaat. Dit is de erfenis van de beleidsmakers die in de jaren '70 kozen voor kernenergie. Ondanks het feit dat de beslissing rond de kernuitstap ondertussen reeds meer dan twee jaar oud is, werden door de bevoegde minister, minister van Economie, Energie, Buitenlandse handel en Wetenschapsbeleid Fientje Moerman nog steeds geen stappen gezet om de kernuitstap in de praktijk waar te maken. Integendeel, vanwege kernenergieproducent Electrabel krijgen we duidelijke signalen dat zij hopen de beslissing alsnog te kunnen omkeren. De investering in twee nieuwe reactoren in Doel 2 moet dan ook in dat licht gezien worden, als een poging om de regeringsbeslissing rond de kernuitstap te omzeilen. Hoewel de stoomgeneratoren boekhoudkundig worden afgeschreven op 10 jaar hebben zij een levensduur van 20 tot 25 jaar. Dat Electrabel het aandurft om deze investering nu te doen toont aan dat ze de kernuitstap niet ernstig neemt. Dit wordt ook als dusdanig naar voor gebracht door 2
de leiding van Electrabel. De productie en investeringen in de vier reactoren van Doel gaan gewoon door. De eerste twee reactoren van Doel zouden in 2015 moeten sluiten, maar daar lijkt operationeel manager Patrick Moeyaert zich weinig zorgen over te maken: "We gaan door met investeren omdat we er niet van overtuigd zijn dat we in 2015 moeten sluiten” aldus Moeyaert op een persconferentie van de kerncentrale in januari 2004. En in een persbericht van 28 februari 2003 stelt Electrabel: “Electrabel is van oordeel dat er geen enkele technische, economische of ecologische reden is om vandaag de stillegging te beslissen van de Belgische kerncentrales vanaf 2015.” Dit geeft duidelijk weer wat de politieke lijn van Electrabel is. Zo lang de regering en de bevoegde ministers bereid zijn om investeringen in kernenergie toe te laten zullen ze verder gaan met de uitbating van hun kerncentrales. Zo sluit Electrabel, ondanks de voorziene sluiting van Doel 1 in 2015 ook, op termijn, de vervanging van de stoomgeneratoren in Doel 1 niet uit. Minister Moerman laat begaan Dat Electrabel een dergelijke investering durft aan te gaan een jaar vooraleer haar 10-jaarlijkse vergunning voor de exploitatie van Doel 2 verloopt toont aan dat er voldoende garanties zijn vanwege de minister van Energie Fientje Moerman. Het is de minister die werk moet maken van een vernieuwend energiebeleid dat het juiste klimaat schept voor massale investeringen in hernieuwbare energie. Het is ook zij die een concreet scenario moet uitwerken voor de uitstap uit de kernenergie. Tot op heden blijven spraakmakende initiatieven echter uit. Belangrijkste obstakel voor een omslag van de traditionele elektriciteitsopwekking naar hernieuwbare energie is het blijvend monopolie van Electrabel. Ondanks de liberalisering van de energiemarkt blijft Electrabel een quasi-monopolie behouden op de elektriciteitsproductie in België. De liberalisering heeft dan ook noch een prijsverlaging met zich meegebracht, noch de consument de kans gegeven een keuze te maken voor de meest milieuvriendelijke en rendabele energieproductie: hernieuwbare energie. De regeringstop van Gembloux in februari 2004 besloot 25% van de productiecapaciteit te veilen, maar concrete stappen om dit te realiseren werden door Minister van Energie Fientje Moerman nog niet genomen. De sluiting van de verouderde kerncentrales biedt ons land de mogelijkheid om de elektriciteitsproductie op een andere leest te schoeien. Greenpeace is voorstander van een echte vrije elektriciteitsmarkt waar de producent de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de productie, het veiligheidsrisico en het afval. No nukes go wind In plaats van te investeren in de bestendiging van kernenergie zou Electrabel beter investeren in hernieuwbare energieproductie. Ook de Belgische regering zou een dergelijk signaal moeten geven. België ging in 2001, in het kader van de Europese richtlijn betreffende bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energie op de interne elektriciteitsmarkt de verbintenis aan om 6 % van haar elektriciteitsconsumptie uit hernieuwbare energie te halen tegen 2010. Hiermee hebben we de laagste doelstelling in Europa. Duitsland mikt op 12.5 %, Frankrijk op 21%, Nederland op 9% en het Verenigd koninkrijk op 20%. Van 1 tot 4 juni congresseert in Bonn de Johannesburg Renewable Energy Coalition (hierna JREC). Deze coalitie van meer dan 80 landen kreeg vorm in Johannesburg op initiatief van de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder. In het kader van het eerste wereldcongres van deze coalitie legden de Duitse, Franse en Deense regering een voorstel op tafel om binnen de Europese Unie een nieuw streefdoel voor de promotie van hernieuwbare energie te aanvaarden. Deze landen willen tegen 2020 ten minste 20% van de Europese energievoorziening uit hernieuwbare bronnen halen. Greenpeace vraagt dat ook de Belgische regering dit voorstel zal ondersteunen. Het Europees Parlement steunde dit voorstel reeds in haar resolutie van 1 april (Renewable Energy Resolution) waarin ze de lidstaten opdraagt de doelstelling om 20% hernieuwbare energieconsumptie te realiseren tegen 2020 te ondersteunen; de grote financiële instellingen 3
vraagt om prioriteit te geven aan investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiënte; en de Europese Commissie oproept om een wetgevend kader uit te werken dat de groei van de hernieuwbare energiesector kan bespoedigen, alsook een onderzoek te doen naar de impact van subsidies in de energiesector. In Europa werken vandaag de dag meer dan 200.000 mensen in de hernieuwbare energiesector1. Daarmee behoort de hernieuwbare energiesector, samen met de mobiele telefonie, tot de grootste economische groeisectoren in Europa. Volgens de Duitse leefmilieuminister Jurgen Trittin heeft de hernieuwbare energiesector een omzet van 10 miljard euro per jaar2. Onderzoeken naar de mogelijkheden van hernieuwbare energie in ons land toonden aan dat er een meer dan behoorlijk potentieel is. Zo berekent de Ampère commissie3 in een conservatieve berekening dat 10% van onze elektriciteit4 uit hernieuwbare bronnen kan gewonnen worden. Een studie van de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE)5 in opdracht van de Vlaamse regering heeft het over 23% tegen 2020 in Vlaanderen (dit aandeel van hernieuwbare energie kan zelfs oplopen tot 45% van de elektriciteitsvraag indien deze daalt door investeringen in energieefficiëntie). Naast het potentieel aan land bieden met name de offshore windparken voor de Belgische kust een enorm potentieel.Volgens een rapport van het Duitse Instituut voor Windenergie kunnen de offshore windparken op één generatie tijd een derde van de stroom leveren aan de Noordzeelanden. Het technisch potentieel voor windenergie aan hun kusten ligt twee keer hoger dan het gecombineerde stroomverbruik in België, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken.6 Investeren in hernieuwbare energie blijkt overigens niet alleen goed te zijn voor het leefmilieu, ze zijn ook goed voor de tewerkstelling en voor onze portemonnee. Een studie van de Britse overheid (Energy Review7) kwam tot de vaststelling dat de kost per geproduceerde kilowattuur lager ligt bij elektriciteit uit windenergie dan bij elektriciteit uit nucleaire of klassieke centrales. (zie tabel 1). In deze berekening werd rekening gehouden met zowel de investerings- als de onderhoudskosten. Tabel 1: kostprijs elektriciteitsopwekking Technology
2020 unit cost €cents/Kwh
End use efficiency Photovoltaic Wind – onshore Wind – ofshore Energy crops Wave Fossil with CO2 capture and sequestration Nuclear Combined cycle gas turbine Coal gasification Bron: UK Performance and Innovation Unit
Low 15-24 2,3 – 3,8 3 – 4,5 3,8 – 6 4,5 – 9 4,5 – 6,8 4,5 – 6 3 – 3,5 4,5 – 5,3
Een door de EU gefinancierde studie van het European Forum for Renewable Energy Sources8 berekende de potentiële tewerkstelling van diverse formules van elektriciteitsproductie. Zij 1
Cijfers European Renewable Energy Council speech minister Trittin op European Renewable Energy Conference, Berlijn, 19 januari 2004 3 De Ampère commissie is een studiegroep bestande uit Belgische wetenschappelijke experten die door de vorige federale regering gevraagd werden aanbevelingen te formuleren over de toekomstige keuze voor electriciteitsproductie in het licht van de maatschappelijke en milieueisen van de 21e eeuw. De commissie gebruikte in haar rapport van 2000 cijfers uit 1998 en is gekend omwille van de conservatieve inschatting van de mogelijkheden voor hernieuwbare energie in België 4 commissie AMPERE, executive summary p. 92 5 ODE Vlaanderen, De mogelijkheden en belemmeringen voor duurzame energie in Vlaanderen, september 1997 6 Offshore wind energy in the North Sea, Deutsches Windenergie-Institut, 2000 7 The Energy Review, Performance and Innovation Unit, Cabinet Office, 2002 2
4
kwamen tot de conclusie dat hernieuwbare energie een veel groter tewerkstellingspotentieel heeft dan klassieke energieproductie, zowel in vergelijking met de financiële investering als in vergelijking met de geproduceerde kWh. En dit bovendien zowel in de productie als in het onderhoud van de installaties. (zie tabel 2) Uit een recente studie van het Franse onderzoeksinstituut Détente voor Greenpeace blijkt ook dat over een periode van 60 jaar een investering in windenergie vijf maal zoveel tewerkstelling met zich meebrengt als de investering van eenzelfde hoeveelheid geld in de constructie en het beheer van de modernste nucleaire centrales (EPR)9. Tabel 2: tewerkstellingsopportuniteiten in de energiesector 2010 C&I FTE/€m Solar – thermal heat 6,40 Solar – photovoltaic 6,97 Wind – offshore 7,48 Wind – onshore 6,06 Hydro (small-scale) 5,17 Biomass – liquid 6,08 Biomass – anaerobic 7,99 Biomass – combustion 4,41 Biomass – gasification 6,11 Fuel production – energy crops 11,05 Fuel production – forest residues Fuel production – agriculturalwastes Conventional CHP
2020 O&M C&I FTE/GWh FTE/€m 0,26 6,51 0,44 5,38 0,22 6,71 0,14 6,07 0,09 5,21 0,86 6,08 0,24 8,31 0,08 4,52 0,09 5,93 0,42 11,05 0,10 0,36 -
Actueel O&M C&I FTE/GWh FTE/€m 0,25 0,40 0,22 0,14 0,09 0,86 0,24 0,08 0,10 0,42 0,10 0,36
O&M FTE/GWh
2,3 – 5,7 0,02 – 0,06 Conventional power 4,2 – 13,0 0,01 – 0,10 Conventional heating 3,5 – 15,9 0,01 – 0,06 C&I = construction and installation; O&M = operation and maintenance; FTE = Full Time Equivalent Bron: European Forum for renewable Energy Sources market prediction for 2020 (based on figures 1998-1999) Veiligheid in het gedrang Recent onderzoek door de Duitse regering toonde aan dat al de Duitse kernreactoren kwetsbaar zijn voor de impact van een neerstortend vliegtuig. Maar in het bijzonder zijn de 5 oudste van de 18 nog operationele Duitse reactoren zodanig slecht beschermd zijn dat de Duitse overheidsinstelling BfS (Duitse dienst voor Stralingsbescherming) opriep om deze zo snel mogelijk te sluiten . De 5 Duitse reactoren zijn van hetzelfde type en leeftijd als de reactoren Doel 1 en Doel 2. Greenpeace gaat er dan ook van uit dat ook deze reactoren bijzonder kwetsbaar zijn. Zeker na de vervanging van de stoomgeneratoren waarbij de betonnen koepel van de reactor – het meest kwetsbare deel van de bescherming - opengebroken wordt. Ondanks de onrustwekkende Duitse bevindingen gaf de Belgische regering nog geen signaal dat ook zij bekommerd zijn om de veiligheid van deze centrales. Greenpeace verwacht van de bevoegde Belgische minister, Patrick Dewael, minister van Binnenlandse Zaken, dat hij 8
European Commission (1999) The Impact of Renewables on Employment and Economic Growth, Project for the ALTENER programme, coordinated by a consortium led by ECOTEC Consulting 9 Wind vs. Nuclear 2003, Greenpeace France, 4 december 2003 5
onmiddellijk een onderzoek gelast naar de veiligheid van alle Belgische centrales. Sinds 11 september 2001 heeft veiligheid een nieuwe betekenis gekregen. Onze controle instanties dienen deze nieuwe veiligheidsvereisten toe te passen. Concreet eist Greenpeace van minister Dewael dat de geplande 10-jaarlijkse herziening van de vergunningen van alle 7 Belgische reactoren op een grondige wijze gebeurt, met de mogelijkheid tot publieke inspraak en onderzoek door onafhankelijke experts. Hiertoe moet een maximum aan gegevens ter beschikking gesteld worden en moet de herzieningsprocedure op een transparante wijze plaatsvinden. In het verleden werd deze herziening voornamelijk georganiseerd door Electrabel zelf, met ondersteuning van een privaat erkend organisme. De nucleaire veiligheidsdienst beperkte zich tot een eerder oppervlakkige controle op afstand. Gezien de nieuwe risico’s, de veroudering van de reactoren en de liberalisering van de markt (die Electrabel er toe aanzet om ook op vlak van nucleaire veiligheid te besparen) zou het onverantwoord zijn om deze werkwijze verder te zetten. Greenpeace is er van overtuigd dat de oudste reactoren – en met name Doel 1 en Doel 2 – geen enkele kans maken om verder in bedrijf te blijven indien de 10-jaarlijkse herziening van de vergunning op een grondige en onafhankelijke manier zou gebeuren. Greenpeace vreest dan ook dat vitale tekortkomingen zullen toegedekt worden of dat het FANC (Federaal Agentschap Nucleaire Controle) hiervan zelfs niet op de hoogte zal worden gebracht door Electrabel. De eisen: Greenpeace verwacht dat: 1. de federale regering garandeert dat de geplande 10-jaarlijkse herziening van de vergunningen van de reactoren op een onafhankelijke, grondige en transparante wijze wordt uitgevoerd. Het is de overtuiging van Greenpeace dat de oudste reactoren - en Doel1 en Doel2 in het bijzonder geen enkele kans maken om deze test te passeren, met de onmiddellijke sluiting tot gevolg. 2. de Minister van Energie Fientje Moerman de sluiting van deze centrales gebruikt als een concrete bijdrage aan de verdere vrijmaking van de elektriciteitsmarkt. Door de sluiting van gevaarlijke en verouderde productiecapaciteit komt ruimte vrij voor investeringen in nieuw hernieuwbaar vermogen. Dit kan een belangrijke bijdrage zijn tot de regeringsdoelstelling om 25% van de productiecapaciteit ter beschikking te stellen van andere electriciteitsbedrijven. 3. de federale regering en in het bijzonder minister Moerman de Europese verklaring voor een objectief van minimaal 20% van de Europese energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen ondersteunt. Dit moet gekoppeld worden aan concrete maatregelen van energie-efficientie zodanig dat door de daling van de energievraag, het aandeel hernieuwbare energie kan stijgen tot 25% tegen 2020. Greenpeace Belgium 29 april 2004
6