o
1
Graven naar Handel Ook op opgravingen vinden we sporen van handel. "Handel drijven doen mensen al heel lang. Want niet iedereen kan en doet alles. Sommige mensen zijn gespecialiseerd in het maken van kledij, anderen in het hoeden van dieren. Wanneer de veehoeder kleren wil, kan hij ruilen met de kleermaker voor een dier. Dat is het eenvoudige principe waar handel op gebaseerd is. Toen geld uitgevonden werd moest men niet meer altijd producten ruilen, alles heeft sindsdien een waarde in geld. Als archeoloog vinden we vaak aanwijzingen van hoe mensen vroeger handel dreven. Dat kunnen munten zijn, scheepswrakken, havens, teksten en zoveel meer."
Lees telkens bij elke hoek in stilte de tekst door. Vul daarna de vragen in. Vergeet niet de begrippenlijst per hoek aan te vullen. Je kiest zelf welke begrippen, die in het vet geschreven staan, je er in opneemt.
o
2 HOEK 1: Betaalmiddelen doorheen de tijd LEES DE TEKST EN LOS DAARNA DE VRAGEN OP Vandaag wordt de waarde van alles uitgedrukt in geld, bvb.: 1 blik cola = 1,2 €. Dat is een goed systeem en maakt kopen en verkopen gemakkelijk. Men gebruikt het systeem bijna overal ter wereld. Maar vroeger lag dat anders. Geld is pas uitgevonden in de 7de eeuw v.C., daarvoor bestond enkel ruilhandel. Als je een kip wilde, dan moest je afspreken met de eigenaar van een kip hoeveel potten graan je ervoor in de plaats moest geven. Toch waren er ook toen vaste betaalmiddelen (=primitief geld), enkele voorbeelden: Koeien: Een koe is veel geld waard en blijft (zolang de koe leeft) ook voor een lange tijd die waarde behouden. Het werd daarom als vast betalingsmiddel gebruikt. Je koopt een huis: "dat is dan zeven koeien a.u.b." Schelpen: Bepaalde soorten schelpen die moeilijk te vinden zijn in de zee waren in het verleden heel handig als betaalmiddel. Je kan ze gemakkelijk opbergen en ergens mee naartoe nemen, met een koe is dat iets moeilijker. Zout: Heel bekend is het betalen in zout. Zout produceren is duur, maar omdat het uit kleine korreltjes bestaat, heel gemakkelijk af te wegen. De Romeinen gebruikten het ondermeer om hun soldaten te betalen: 1 maandloon = 1,5 kg zout. Hoeveelheid zilver of goud: Vooral edelmetalen waren zeer gemakkelijk te gebruiken als betalingsmiddel. Ze zijn zeldzaam en duur, dus bepaalde hoeveelheden ervan kunnen gebruikt worden om iets aan te kopen. In Mesopotamië bewijzen spijkerschriftteksten uit het 3 de millennium v.C al dat zilver en goud alledaagse betaalmiddelen waren. De grote verandering kwam er toen men munten is gaan gebruiken, dat gebeurde voor het eerst rond 700 v.C. in de stad Sardes in Turkije. Eigenlijk waren deze voor een lange tijd niets meer dan een welbepaalde hoeveelheid van een metaal, meestal goud of zilver. Er werd in een schijfje metaal een afbeelding geslagen en iedereen wist hoeveel elke munt met een bepaalde afbeelding erop waard was. We noemen dat standaardiseren.
De schat van Ambiorix: In 2000 groef men te Heers 102 gouden munten op. Het zijn munten die in Vlaanderen geslagen werden. Ze bewijzen dat ook in België al in de 1ste eeuw v.C. munten gebruikt werden om handel te drijven.
Munten worden gemaakt uit metaal, maar metaal is duur, het weegt veel en heeft nog vele andere gebruiksmogelijkheden. Daarom is men geld gaan maken van papier, voor de eerste maal rond 600 n.C. in China (hierboven een voorbeeld van dat oudste geld uit papier). Het probleem bij geld uit papier is dat het papier geen waarde heeft. Vroeger bij munten uit metaal was dat wel zo. Daarom dat men probeert om geld uit papier zo moeilijk mogelijk namaakbaar te maken.
o
3 Op geld uit papier kan je heel grote bedragen drukken. Dat stukje papier heeft dan die waarde. Als alles goed gaat en iedereen heeft vertrouwen in de economie en de staat die de biljetten drukt, is er geen probleem. Maar toch gaat het wel eens mis. In het Afrikaanse land Zimbabwe was het geld uit papier op een bepaald ogenblik niets meer waard. Men drukte daar biljetten die 500 000 000 dollar waard waren. Alleen niemand vertrouwde dit nog, waardoor die 500 000 000 dollar eigenlijk niet meer dan € 1 waard waren. Handel drijven met geld berust dus ook vooral op vertrouwen. Tastbaar geld blijft door de meeste mensen gebruikt worden. Toch is er nog een andere vorm. Nog weinig mensen krijgen vandaag hun loon in tastbaar geld uitbetaald. Hun loon wordt door hun werkgever gestort op hun bankrekening. Dit niet-tastbaar geld wordt door banken beheerd, de eigenaars kunnen het afhalen wanneer ze dat willen, bijvoorbeeld via een geldautomaat. Daar wordt het niet tasbare geld omgezet in tastbaar geld. Veel mensen denken dat in de toekomst ook het tasbare geld zal verdwijnen.
VRAGEN In welk land gebruikte men voor het eerst geld in de vorm van munten. __________________ Je kan doorheen de tijd enkele grote stappen onderscheiden in het gebruik van betaalmiddelen. Vul de onderstaande tekst correct aan. Eerst dreef men handel door goederen te ____________. Toch gebruikte men toen al voorwerpen, grondstoffen en zelfs dieren als vaste betaalmiddelen, we noemen dat ___________________. Goud en zilver zijn veel waard, daarom gebruikt men ze graag om er goederen mee te betalen. In 700 v.C. ging men deze metalen gebruiken om ____________ te slaan, deze waren de eerste betaalmiddelen die we echt geld kunnen noemen. De volgende stap in de evolutie is het drukken van geld op __________. Tot op heden worden alle grote geldbedragen op deze manier tastbaar gemaakt. Vandaag zijn we al weer een stap verder. Geld dat op een bankrekening staat is niet _________ geld. We kunnen het wel nog terug tastbaar maken, door het af te halen aan een geldautomaat.
WEET JIJ ... ... wat de naam was van het geld dat we in België gebruikten voor het gebruik van de euro? de ____________________
Begrippenlijst! Vul jullie begrippenlijst (laatste pagina) aan met 2 nieuwe begrippen. Zoek de betekenis op in een woordenboek en in de bovenstaande tekst.
o
4 HOEK 2: De Beurs LEES DE TEKST EN LOS DAARNA DE VRAGEN OP De beurs is een instelling waar je goederen of financiële producten kan kopen en verkopen. Er bestaan goederenbeurzen, waar goederen verhandeld worden, en effectenbeurzen, beurzen die beleggingsproducten verhandelen, zoals aandelen van bedrijven. De belangrijkste beurs ter wereld is Wall Street te New York in de Verenigde Staten. Ook in Brussel hebben we een beurs. Een speciale beurs vinden we in Antwerpen. Op deze beurs worden enkel diamanten verhandeld, dit is een voorbeeld van een goederenbeurs. Hoe kan je handel drijven op de beurs? De mogelijkheden zijn zeer uitgebreid, wij bespreken er hier één aan de hand van een voorbeeld. Op de beurs van Brussel kan je aandelen van bedrijven kopen. Zo kan je telkens een beetje eigenaar worden van een echt bestaand bedrijf. Bezit je aandelen en worden ze duurder, dan kan je ze tegen winst verkopen. Als een bedrijf winst maakt, deelt ze voor een deel deze winst met haar aandeelhouders. Als aandeelhouder kan je jaarlijks ook op deze manier geld verdienen aan je aandelen.
Wat is een aandeel? Als je aandelen hebt van een bedrijf, dan bezit je een deel van het bedrijf. Om 100% eigenaar te zijn van het bedrijf, moet je alle aandelen bezitten. Meestal is dat niet zo en bezit je een zeer klein percentage van de aandelen van het bedrijf. Als aandeelhouder ben je dus voor een deeltje mede-eigenaar van dat bedrijf.
De prijs van aandelen wordt voor elk bedrijf bepaald door de 'wet van vraag en aanbod'. Wat wil dat zeggen? 1. De vraag is groot maar het aanbod is klein:
2. De vraag is klein maar het aanbod is hoog:
Als er veel mensen appelen willen kopen, maar er zijn weinig appelen te koop, dan zal de prijs van de appelen stijgen. Gevolg: Doordat de prijs stijgt, zijn er steeds minder mensen die er zoveel geld voor over hebben. → de vraag naar appelen daalt. Er zijn heel veel appelen te koop, maar weinig mensen willen ze kopen, dan zal de prijs van de appelen dalen. Gevolg: Doordat de prijs daalt, zijn er steeds meer mensen die dat kleine bedrag willen betalen. → de vraag naar appelen stijgt.
Hierboven twee illustraties om te zien hoe de "wet van vraag en aanbod" werkt. Bij het kopen en verkopen van aandelen op een beurs werkt het precies zo. Als aandelen goedkoop zijn, dan kopen er veel mensen die aandelen (=vraag is groot). Maar doordat de vraag groot is, stijgt de waarde van de aandelen, ze worden duurder. Hoe duurder de aandelen worden, hoe minder
o
5 mensen die aandelen willen kopen (= vraag is klein). Hierdoor daalt waarde van de aandelen terug, ze worden goedkoper. De oudste beursgebouwen ter wereld staan in België en Nederland. Het is in steden als Brugge, Antwerpen Rotterdam en Londen dat kooplieden tussen 1300 en 1600 n.C. voor het eerst samen kwamen in gebouwen om er waardepapieren te verhandelen. Dat had grote voordelen. Anders moesten handelaren de goederen naar een marktplaats brengen, wat een heel karwei is. In deze eerste beurzen was dat niet meer het geval. Daar verhandelde men enkel nog papier dat een bepaalde waarde had. Een voorbeeld van een waardepapier is een aandeel.
VRAGEN Op de beurs kan je een deeltje van een bedrijf kopen. Hoe heten deze deeltjes?
De eerste beurs ter wereld, nu nog steeds te zien te Brugge.
________________________
Op de beurs stijgt en daalt de waarde van de verhandelde producten voortdurend. Dat gebeurt volgende de Wet van vraag en aanbod. Enkele oefeningetjes over deze wet (schrap wat niet past): Het aandeel van de bank KBC is vandaag duur. Weinig mensen willen het daarom aankopen. Dat wil zeggen dat de vraag klein / groot is, en dus, dat de waarde van het KBC aandeel zal dalen / stijgen. De waarde van het aandeel van de warenhuisketen Colruyt is vandaag laag. Daardoor zijn er veel mensen dat het aandeel willen kopen. Dat wil zeggen dat de vraag klein / groot is, en dus, dat de waarde van het Colruyt aandeel zal dalen / stijgen. Gisteren is de waarde van het aandeel van het bedrijf Bekaert gestegen. Dat wil zeggen dat er gisteren veel / weinig vraag was naar het aandeel van dit bedrijf.
Artikel uit Het Belang van Limburg (22-23 augustus 2009)
o
6 Koop zelf aandelen op de beurs Neem een krant bij de hand en ga naar de sectie waar de aandelen van bedrijven, verhandeld op de beurs van Brussel, staan. Je krijgt 1000 €. Kijk naar de kolom "slot" en koop van twee bedrijven aandelen. Vul de gegevens in de onderstaande tabel en schrijf onder de tabel voor hoeveel geld je geen aandelen gekocht hebt. (gebruik een rekenmachine) Controleer over een week wat de nieuwe waarde van de aandelen is die je gekocht hebt? Bereken hoeveel je winst of verlies is. Naam bedrijf 1
Slotwaarde van aandeel
Aantal aandelen dat je wilt kopen
Slotwaarde x aantal aandelen
Slotwaarde 1 week later
Nieuwe waarde x aantal aandelen
Winst
_________
__________
____________
____________
___________
____________
_______
Naam bedrijf 2
Slotwaarde van aandeel
Aantal aandelen dat je wilt kopen
Slotwaarde x aantal aandelen
Slotwaarde 1 week later
Nieuwe waarde x aantal aandelen
Winst
_________
__________
____________
____________
___________
____________
_______
Geld dat je over hebt __________ euro
Wat is de datum van de krant: _______________________
Begrippenlijst! Vul jullie begrippenlijst (laatste pagina) aan met 2 nieuwe begrippen. Zoek de betekenis op in een woordenboek en in de bovenstaande tekst.
o
7 HOEK 3: Globalisering van de Handel LEES DE TEKST EN LOS DAARNA DE VRAGEN OP Door handel te drijven kan je goederen kopen die je zelf niet hebt. Maar zowaar nog belangrijker, je kan ook aan producten komen die niet uit jouw regio komen. Om wereldhandel mogelijk te maken is het vooral belangrijk de goederen die verhandeld worden te transporteren. Dat transport moet veilig zijn en gebeurt liefst in grote hoeveelheden. In het verleden was daarom vooral handel met schepen de favorieten manier van transporteren die handelaren gebruikten. Eén van de eerste plaatsen waar veilige handel met schepen over grote afstand gebeurde, was de Middellandse Zee. We hebben daar ook bewijzen van. Zo vonden archeologen voor de kusten van Turkije (te Uluburun) het wrak van een cargoschip uit de 13de eeuw v.C. In het ruim van dat schip vonden ze handelsproducten terug die afkomstig waren van langs de kusten verspreid over de volledige Middellandse Zee. Waarschijnlijk voeren schepen in die tijd van haven naar haven. In elke haven kochten ze nieuwe producten en verkochten ze een deel van hun lading. De havens waar de schepen aanmeerden, werden zo voor hun regio het centrum van het handel.
Uluburun
Een deel van de Middellandse Zee, schepen varen met hun lading van haven naar haven. Een eerste grote stap in de globalisering van de handel.
o
8
Objecten die archeologen te Tell Tweini opgegraven hebben. Ze bewijzen allemaal hoe internationale handel toen al in de 13de en 8ste eeuw v.C. bestond. Aardewerk uit Cyprus en de Griekse Wereld, bronzen beeldje met koper uit Cyprus en tin uit het Oosten (brons is een samensmelting van de metalen koper en tin) een beeldje uit ivoor afkomstig uit Egypte en een zegel eveneens afkomstig uit Egypte. De handel werd voor het eerst wereldhandel toen in de 15de tot 18de eeuw n.C. de Europese landen, zoals Spanje, Portugal, Frankrijk, Groot Brittannië en de Verenigde Nederlanden de volledige wereld ontdekten en er overal handelskolonies stichtten. Handelsverenigingen zoals de Verenigde Oostindische Compagnie, beheerden grote handelsvloten die de wereldzeeën bevoeren en handel dreven met alle grote volkeren ter wereld. Europa werd in die tijd het centrum van deze wereldhandel. Op de markten van de Europese steden konden zo goederen uit zowel India, China, Indonesië, Zuid-Afrika en ZuidAmerika gekocht worden. Door deze mondiale handel veroverden producten zoals de aardappel, thee, peper, tabak en koffie Europa.
De wereldhandel brengt producten van over ter wereld naar Europa, zoals thee, koffie, peper en tabak. Tegen het midden van de 20ste eeuw zijn alle zeilschepen uit het verleden vervangen door snelle schepen met dieselmotoren. Ze vervoeren zeer grote hoeveelheden goederen naar alle landen ter wereld. Grote bedrijven (= multinationals) bouwen fabrieken verspreid over de aardbol. Wat ze fabriceren in China, België of de Verenigde Staten transporteren ze met die snelle oceaanreuzen naar de andere kant van de wereld. De Westerse landen, samen met Japan, domineren de handel in de wereld. Het grootste deel van de rijkdom in de wereld bevind zich in deze landen. Vanaf het begin van de 21 ste eeuw komen er nog enkele andere economieën op. Landen als China, India en Brazilië worden steeds belangrijker in de wereldeconomie. Enkel de Afrikaanse landen blijven problemen hebben om hun plaats te vinden in wereldhandel.
Auto's, speelgoed, tv's, gereedschap, bananen, zowat alles wordt vandaag van en naar overal ter wereld verhandeld.
o
9 Iedereen drijft vandaag handel met iedereen over de ganse wereld. Deze globalisering heeft gevolgen. Het grootste deel van de rijkdom in de wereld bevindt zich in de Westerse wereld in het Noorden. In het Zuiden zijn de mensen veel armer. Zij kunnen niet concurreren met de machtige economische landen uit het Noorden. Globalisering heeft zijn voor en nadelen, hieronder twee meningen: JA
NEEN
Gert (19), is arbeider (bekister) bij een bouwfi rma
Lien (19) studeert rechten in Gent
«De wereld is zo groot, een mens kan moeilijk van alles op de hoogte blijven. Bovendien ben ik sowieso niet geïnteresseerd in politiek. Volgens mij zijn westerlingen meer met zichzelf begaan dan met de armoede van het Zuiden. De meeste mensen vinden het wel erg wat er met de wereld gebeurt, maar ondernemen zelf niks. Het is de moeite waard om armoede aan te pakken: als die afneemt, zal ook het aantal conflicten in de wereld dalen en zal het terrorisme verdwijnen.»
«Hoe meer ik mij informeer over globalisering, des te meer besef ik dat ik weinig weet. Ik werk als vrijwilligster in de wereldwinkel en neem deel aan betogingen. Als peuter ging ik al met mijn ouders mee naar de betogingen tegen racisme. Veel jonge mensen willen niet weten wat er in de wereld aan de gang is, omdat ze het hier te veel naar hun zin hebben. Toch geloof ik in de macht van het publiek. Consumenten kunnen signalen uitzenden naar bedrijven zodat die gestimuleerd worden om striktere arbeidsregels toe te passen.» bron: archief: Maks
VRAGEN Waarom spelen schepen zo een belangrijke rol in de globalisering van de handel. ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________
Wat denk jij van een wereld waar iedereen met iedereen handel drijft? Wat zijn volgens jou de voordelen van de globalisering? Wat zijn volgend jou de nadelen van de globalisering? VOORDELEN
NADELEN
___________________________________
_________________________________
___________________________________
_________________________________
___________________________________
_________________________________
___________________________________
_________________________________
___________________________________
_________________________________
Begrippenlijst! Vul jullie begrippenlijst (laatste pagina) aan met 2 nieuwe begrippen. Zoek de betekenis op in een woordenboek en in de bovenstaande tekst.
o
10 HOEK 4: Op zoek naar grondstoffen LEES DE TEKST EN LOS DAARNA DE VRAGEN OP Een belangrijke reden waarom mensen handel drijven, is om aan grondstoffen te komen. Als je iets wil maken, dan heb je namelijk grondstoffen nodig. Een aantal van deze grondstoffen kan je vinden in je omgeving. Door bomen te hakken verkrijg je hout om huizen te bouwen, of je kan het hout als brandstof gebruiken in een oven om metaal te smelten. Maar niet alle grondstoffen komen voor in de regio waar je leeft. Enkele voorbeelden: Wie marmer wilt moet naar de Ardennen, of zelfs naar Carrara in Italia, waar ze mooi wit marmer hebben.
Wie goud wil moet naar Zuid-Afrika, Australië of Indonesië. In grote mijnen in openlucht vinden ze daar veel goud.
Wie aardolie wil om benzine of kunststoffen te maken, moet het gaan oppompen uit de Noordzee, uit de olievelden in het Midden Oosten of van nog verder. Wie koffiebonen wil om koffie te maken, moet het importeren uit Afrika, ZuidAmerika of Indonesië.
Als men in China, Canada of België chocolade wil eten, dan moeten ze de bonen gaan kopen in West-Afrika.
Denk maar eens na, al die onderdelen, soms uit ijzer, anderen uit rubber of textiel, waar komen de grondstoffen allemaal vandaan?
Als mensen iets willen maken dan hebben ze grondstoffen nodig. Wil je een trui maken, dan is er bvb. enkel wol of katoen nodig. Dat is eenvoudig. Maar wat als je een auto wilt fabriceren? Een auto bestaat uit veel verschillende onderdelen. Als een auto in een grote fabriek in België gemaakt wordt, dan moeten al deze onderdelen naar die ene fabriek gebracht worden. De grondstoffen om al die onderdelen te maken, komen van over de ganse wereld.
o
11 Een voorbeeld uit Tell Tweini: Dit beeldje werd gevonden te Tell Tweini tijdens archeologische opgravingen. Het is gemaakt uit brons.
TIN
KOPER
Koper en tin werden niet op dezelfde plaats in mijnen gevonden. Koper kwam meestal uit Cyprus en Tin uit Centraal Azië. Te Tell Tweini werd het dan versmolten tot brons en maakte men er een beeldje van.
BRONS Brons komt niet voor in de natuur. Het wordt gemaakt door mensen. Het is een legering (versmelting)van twee metalen, namelijk koper (90%) en tin (10%).
Handel in grondstoffen is niet alleen belangrijk, het is ook zeer winstgevend. Grondstoffen zijn namelijk altijd nodig om iets te fabriceren. Het zijn basismiddelen, de economie kan niet zonder. Door veel grondstoffen naar één plaats te brengen (zoals een fabriek), kunnen producten met machines in grote hoeveelheden geproduceerd worden, dat noemen we massaproductie.
VRAGEN De balpen waarmee je schrijft, waar is deze van gemaakt? Weet je ook welke grondstof(fen) er nodig is (zijn) om deze balpen te maken? Soms ze op. __________________________________________________________________________________ Zoek op in de krant: De prijs van een vat ruwe olie ________________
De prijs van een ounce goud ________________
o
12 Producten dat we dagelijks gebruiken zijn telkens gemaakt uit welbepaalde grondstoffen. Weet jij welke? Link de onderstaande producten met een grondstof en een plaats in de wereld waar deze grondstof vandaan komt.
ZAND Oppompen van olie in Irak
STAAL VAN IJZER Zandwinning in Nederland
VANILLESTOK IJzerertsmijn in Zweden
OLIE Vanillebonen uit Madagaskar (Afrika)
Begrippenlijst! Vul jullie begrippenlijst (laatste pagina) aan met 2 nieuwe begrippen. Zoek de betekenis op in een woordenboek en in de bovenstaande tekst.
o
13 Begrippenlijst Hoek 1
1 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
2 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
Hoek 2
1 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
2 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
Hoek 3
1 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
2 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
Hoek 4
1 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________
2 ________________ : ____________________________________________________________ _______________________________________________________________________________