28e jaargang nr. 4 27 april 2012
Een zwaluw E z .... Als ik dit schrijf heb ik de dikke trui van het matige weer tijdens de Pasen nog aan. Met name de 2e Paasdag, toch bij uitstek de dag om wat te ondernemen, werkte in alle opzichten tegen. Koud en ’s middags bakken regen. Twee nummers terug schreef ik over de vorstweken. En toen ik bezig was met het klaar maken van de tuin, bemerkte ik dat de natuur niet meer op zo’n plotselinge vorstperiode had gerekend.
Grabbelen en krabbelen Uit de historie van Westzaan
Veel struiken hebben gedacht dat het al bijna zomer was. De strenge vorst werd hun fataal. Want waar je ook kijkt, er zijn veel struiken en heesters kapot gegaan. Jammer, maar aan de andere kant, het geeft de gelegenheid weer eens wat anders te plaatsen. Voor de commerciële fruitteelt ligt dat natuurlijk heel anders. Dit nummer begint met een nieuwe rubriek van Arnold Sol. Stukjes over de Zaanstreek en haar Molens. Geen nieuwe geschiedenisrubriek natuurlijk. Maar gewoon over iets wat een rijke historie in de Zaanstreek is. Molens. Verder veel nieuws uit en over het dorp. Geniet straks van een mooie Koninginnedag en de feestdagen
1. Zaanse molens in heden en verleden Aan het einde van het vorige jaar verscheen mijn laatste boek “Zaanse molens in heden en verleden”. Daardoor viel mij een bijzondere eer ten deel, de onderscheiding “meest verdienstelijke Westzaner van het Jaar”, die jaarlijks wordt uitgereikt door het Geertje Visser-Schoen Fonds. Een titel waar ik zeer trots op ben en ook erg door verrast was. Leuk! Dat leidde tot een uitnodiging om een rubriek te gaan schrijven in “De Wessaner”. Een uitnodiging, die ik met plezier heb aanvaard. Ik zal zo af en toe eens wat grabbelen uit de Westzaanse historie en krabbel dat op. Vandaar de enigszins merkwaardige titel. De eerste aflevering is een hoofdstuk uit het genoemde boek, waar we molen De Veldmuis onder de loep zullen nemen.
die nog in het verschiet liggen. Hopelijk met mooi weer. De redactie / Peter Huisman
“Het wordt weer examentijd. Met z’n allen maar even aan die hardwerkende jongeren denken. Veel succes allemaal.”
Op de grens van het Zuideinde en de J.J. Allanstraat vinden we een brug, die nog altijd “De Kikkertse Kluft” wordt genoemd. Rechts van de brug strekt de Korenbloemsloot zich uit naar de Gouw. Vroeger stonden langs en ten noorden van die sloot de molens De Gooijer, De Eendracht en De Korenbloem, achter het huis van de familie Louwen, J.J. Allanstraat 8. Aan de andere zijde van de brug is de Veerzagersloot, genoemd naar veerzager De Veldmuis die eertijds aan en ten zuiden van die sloot stond. We zien hem op de foto, die een eeuw geleden gemaakt zal zijn. De molen had als bijnaam De Kik-
kert en dat verklaart de naam van de brug. Oorspronkelijk werd hij als snuifmolen gebouwd in 1689, ten oosten van het dorpslint voor Cornelis Dircksz. IJff. Hij liet er een jaar later nog een bouwen, De Admiraal Tromp, die even ten oosten van De Veldmuis aan de Gouw stond, in het land achter het huidige J.J. Allanstraat 48, de stolpboerderij van de familie Zwikker. In 1738 verkocht de familie IJff hem, onder voorwaarde dat hij van het erf werd weggehaald. De koper was Aris Engel, die de molen verplaatste en als lattenzager in gebruik nam. De molenschuur was blijven staan op de oude plek als pakhuis en kreeg de naam De Kikkert. Daar zal de molen zijn bijnaam aan te danken hebben. Aris was een zoon van Dirck Tijsz. Engel, die in 1691 een huis liet bouwen en als zelfstandig klokkenmaker aan de slag ging. Er zijn ten minste twee klokken van zijn hand bewaard gebleven. In de Zuidervermaning in Westzaan vinden we er een, de ander
bevindt zich in het Rijksmuseum. Na zijn dood in 1733 mag Aris het huis met inboedel, de kruidenierswinkel en de klokkenmakerij overnemen voor duizend gulden. Zijn broer Tijs had in 1721 zaagmolen De Palmboom laten bouwen, even verderop aan het Zuideinde. Aris volgde zijn vader op, maar werd vijf jaar later dus ook houtzager met De Veldmuis die hij vlakbij zijn woning plaatste. Dat pand was bekend als het Klokkenhuis en is later opgesplitst in vier woningen. Het is in februari 1876 door brand verwoest. Tegenwoordig staat hier de woning op Zuideinde 267 van de familie van Heijningen. Aris Engel overleed in 1763 en zijn weduwe verkocht De Veldmuis in januari 1764. In 1833 kwam de molen in bezit van Albert Buys, eigenaar van Het Vliegend Hert en De Groene Jager aan het Zuideinde. Na diens overlijden in 1869 werd het bedrijf voortgezet Vervolg zie pagina 3 >>
1
s r e l e i w e e w T e Van Zaan &IETSEN