Pestprotocol OBS de Kroosduiker Westzaan
Januari 2011
Voorwoord In november 2003 is door het bestuur van Zaan Primair een concept beleidsplan tegen pesten opgesteld. Dit concept is door alle directies en medezeggenschapsraden van de openbare basisscholen Zaanstad besproken en voorzien van aanbevelingen en wijzigingen. In januari 2004 is dit concept omgezet in het definitieve plan. Doel van dit bovenschoolse plan was, binnen de kaderstellende afspraken, op de eigen school te komen tot regels en acties om het pesten tot het minimum te beperken. Het bovenschoolse plan is door drie MR-leden voor de situatie op de Kroosduiker aangepast. Na goedkeuring van de hele MR en het hele team is dit het eerste beleidsplan tegen pesten op de Kroosduiker geworden.
1
1. Doel van het beleidsplan tegen pesten op de Kroosduiker • •
Algemene informatie te geven over het begrip pesten en de gevolgen van pestgedrag De door de MR vastgestelde afspraken m.b.t. het voorkomen en bestrijden van pestgedrag weer te geven.
2. Algemene informatie Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Uit onderzoeken blijkt dat zo’n 380.000 kinderen in Nederland slachtoffer zijn van pestgedrag. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor het slachtoffer als voor de pester. De omvang en de zwaarte van het probleem leiden tot de noodzaak van een aanpak door alle opvoeders van jongeren, in het bijzonder door de ouders en door de leerkrachten. De school moet daarom een beleid ontwikkelen dat het pestprobleem een halt toeroept en wel op zo’n manier dat alle geledingen op een lijn komen en elkaar steunen. Want….samenwerking is van doorslaggevende betekenis voor een succesvolle aanpak. Ter volledigheid willen wij vermelden dat in dit protocol waar ouders staat natuurlijk ook verzorgers gelezen kan worden.
2.1 Wat is pesten? Vaak noemen kinderen speels plagen of hinderen al pesten. Want, wat de plagers leuk vinden, hoeft voor de geplaagde niet leuk te zijn. Bij echt pesten is er meestal meer aan de hand. Bij echt pesten gaat het om een combinatie van: - Machtsverschil: de gepeste is jonger, kleiner, minder sterk, minder machtig of staat tegenover een meerderheid. - Schade: er ontstaat een lichamelijke, materiële en/of geestelijke schade. - Langdurig: het pesten houdt niet na een keer op, maar gaat langere tijd door. - Herhaald: het gaat vaak om dezelfde pester(s) die het op een slachtoffer gemunt heeft/hebben. - Opzet: de pester weet meestal heel goed dat het om pesten gaat, maar gaat er (zoveel mogelijk buiten het zicht van de leerkracht/ leiding) bewust mee door.
2
Bij ernstige en langdurige gevallen van pesten is er in feite sprake van “herhaald geweld”. Maar hoe dan ook: pesten is een vorm van geweld en gebruik van geweld is in een school niet acceptabel.
2.2 Wat verstaan kinderen onder pesten? Kinderen verstaan onder pesten meestal: • • •
Iemand doet iets expres. Het is tegen mij gericht. Ik vind het vervelend.
Bijvoorbeeld; zogenaamde grapjes, spullen afpakken, bijnamen geven, plaats afnemen, duwen en vechten, buiten sluiten, bang maken. Je hebt daar in de klas dagelijks mee te maken. Maar of het nu “echt pesten” is of “onecht pesten”; het feit dat het slachtoffer daar hinder van heeft, is al reden genoeg om er iets aan te doen.
2.3 Signalen die kunnen duiden op pesten Zonder dat een kind letterlijk zegt dat het gepest wordt, kunnen de onderstaande signalen op pesten duiden: • • • • • •
•
• • • •
Vaak alleen staan in de pauze. Tijdens de pauze bij de pleinwacht staan. Een spel is “toevallig” steeds net begonnen als hij/zij erbij komt. Vaak alleen met jongere kinderen speelt. Niet naar buiten wil op school. Zuchten, piepen en steunen van andere kinderen, als het betreffende kind een idee oppert, dat wel geaccepteerd zou worden indien een ander kind dat idee aangedragen zou hebben. Indien andere kinderen alles maar stom vinden van het betreffende kind, over hem/haar roddelen, negatief reageren om zijn/haar fouten. Niet meer naar school willen of aangeven zich ziek te voelen. Prikkelbaarheid. Zich opsluit in huis. Nooit uitgenodigd wordt op partijtjes van klasgenoten.
Indien er sprake is van één of meerdere signalen kan het kind gepest worden. Vraag aan het kind of de vermoedens kloppen of dat er iets anders aan de hand is. Ook bij ontkenning is het goed om tegen het kind te zeggen, dat hij/zij altijd welkom is indien er problemen zijn. 65% van de kinderen vertelt het niet thuis.
3
2.4 Wat kun je daar binnenschools tegen doen? In een veilige school kun je te vaak plagen, vervelende grapjes of het begin van pesten nooit helemaal uitsluiten. Maar je kunt er als team samen met de leerlingen wel voor zorgen dat het niet tot langdurig pesten of tot herhaald geweld komt. Je kunt beginnend pesten snel signaleren en in een vroeg stadium stoppen. Dat vraagt van de leerlingen dat ze leren tijdig “Nee” en “Stop” leren zeggen en de geweldloze bemiddeling van anderen inroepen als het pesten niet stopt. Het vraagt van pesters en meelopers dat ze leren het “Nee” en “Stop” van een ander te respecteren en ook werkelijk stoppen. Het vraagt van de omstanders dat ze leren tijdig en zonder geweld tussenbeide te komen door de dader aan te spreken of de hulp van een volwassene in te schakelen. Het vraagt van de volwassenen dat ze het pesten en de hulpvraag van leerlingen en ouders serieus nemen. Want, niet de dader en de omstanders bepalen wat hinderlijk is, pijn doet of angstig maakt. Dat bepaalt het slachtoffer zelf. Op de Kroosduiker wordt sinds 2008 gewerkt met de methode Vreedzame School. In alle groepen wordt wekelijks een Vreedzame Schoolles gevolgd. Tijdens deze lessen wordt aandacht geschonken aan de wijze waarop wij op de Kroosduiker met elkaar omgaan. Respect voor anderen, luisteren naar elkaar, je verplaatsen in de gevoelens van een ander, maar ook omgaan met eigen gevoelens, conflicten en grenzen zijn zaken die telkens aan bod komen.
4
3. Aanpak op de Kroosduiker Op school wordt op vijf niveaus gewerkt aan het voorkomen en aanpakken van pesten. De vijf niveaus zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Leren omgaan met conflicten in de groep. Bemiddeling door mediatoren en/of leerkrachten. Aanpak en opvang door de schoolleiding en de leerlingbegeleiding. Een oplossing via vertrouwenspersonen en klachtencommissie. Aanpak in samenwerking met politie, justitie en HALT-bureau.
Hieronder worden de vijf niveaus van preventie en aanpak besproken. Door veel aandacht te besteden aan de eerste twee niveaus kan de school voorkomen dat pesten uit de hand loopt.
- Niveau 1 Leren omgaan met conflicten in de groep: In de groep werken leerlingen en leerkrachten aan de concrete invulling van een gedragscode tegen geweld. Tijdens de Vreedzame Schoollessen wordt, naast het maken van klassenafspraken, gewerkt aan de volgende vier kerndoelen: Respect: Hoe tonen we elkaar respect? Waar merkt een ander aan dat je hem/haar respecteert? Wat is niet respectvol? 2. Niet over de streep: Waar leggen we de streep tussen wat wel en wat niet acceptabel is? Wat is “normaal”? Welke regels leggen we hierover vast. Hoe houden we met elkaar in de gaten, dat een ieder zich aan de afspraken houdt? 3. Aanspreekbaar: Hoe spreken we elkaar in de klas aan? (werken met groeten, contact maken, complimenten geven, vragen stellen, belangstelling tonen) 4. Zonder geweld: Hoe kunnen we conflicten oplossen zonder geweld te gebruiken?
1.
5
Het eenmalig afspreken van gedragsregels of een pestprotocol is niet voldoende. Het gaat ook om het trainen van sociale vaardigheden en het leren oplossen van conflicten zonder geweld. Tijdens de wekelijkse Vreedzame Schoollessen wordt hieraan ieder keer aandacht besteed. Maar ook buiten deze lessen blijven de omgangsafspraken onder de aandacht. Het is belangrijk dat afspraken over de omgang door de leerlingen zelf worden gecontroleerd en dat er dagelijks/wekelijks ruimte is om het functioneren samen te bespreken. Voor leerlingen die licht ontvlambaar zijn en voor leerlingen die zich terugtrekken of zich te gemakkelijk laten leiden kan de school aparte trainingen verzorgen, denk bijvoorbeeld aan faalangsttraining. Ook kan de school handreikingen geven waar dergelijke trainingen te vinden zijn, bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg.
- Niveau 2 Bemiddeling door leerkrachten en mediatoren: Als de pesters niet stoppen heb je het recht om de geweldloze bemiddeling van anderen in te roepen. Dat is geen klikken of klagen, het is een geaccepteerde manier om je tegen pesten of geweld te verdedigen. Klasgenoten kunnen hierbij helpen. Kinderen uit de groepen 7 en 8 kunnen, na een sollicitatie, een extra training volgen van de methode De Vreedzame School. Met deze training leren zij te bemiddelen bij conflictsituaties. Deze kinderen kunnen dan aangesteld worden als mediator. Ook de leerkrachten, zeker van de groepen 1,2 en 3, zijn in staat deze rol te vervullen. De meeste kleine ruzies en de eerst aanzetten tot pesten, zijn meestal in de sfeer van de groep op te lossen. De vertrouwenspersonen van de school kunnen op dit niveau ook een rol spelen. Wie de vertrouwenspersonen zijn, kunt u lezen in de schoolgids.
6
- Niveau 3 Aanpak en opvang door de schoolleiding en de leerlingbegeleiding: Een stapje te ver gaan of te weinig rekening houden met een ander is iets wat bij het opgroeien hoort. Kinderen experimenteren met hun relaties en hun gedrag en gaan dan wel eens een stap te ver. De daders moeten dan een stap terug doen en een oplossing zoeken voor de schade die zij hebben veroorzaakt. Niet wie zich onveilig voelt, maar diegenen die het onveilig máken voor anderen moeten hun gedrag veranderen. Bij lichte gevallen kan de school een No-Blame aanpak toepassen. Het gaat daarbij niet om straffen, maar om ruimte voor daders en meelopers te creëren zodat zij een andere richting kunnen kiezen; zij kunnen dan positieve plannen maken om hun gedrag te veranderen en de situatie voor de gepeste leerling(-en) prettiger en veiliger te maken. In ernstige gevallen van pesten is het soms nodig dader en slachtoffer tijdelijk van elkaar te scheiden door schorsing. De schorsing kan worden gebruikt om na te gaan welke oplossing mogelijk is. Meer nog dan straf, kan daarbij onderstaande herstelprocedure positief werken; • •
Schulderkenning door de pester en; Een oprecht gebaar van de pester richting de gepeste om schade te herstellen of aan het herstel van een veilige situatie bij te dragen.
Als zoiets niet lukt of niet mogelijk is, zou het nodig kunnen zijn de pester(s) over te plaatsen naar een parallelklas of in het uiterste geval de andere locatie van de Kroosduiker. Het uitgangspunt hierbij blijft, dat degene(n) die het voor anderen onveilig maakt/maken, degene(n) is/zijn die verplaatst worden. - Niveau
4
Een officiële klacht: Zaan Primair, het bestuur van het Openbaar Onderwijs Zaanstad, heeft vertrouwenspersonen aangesteld, een klachtenregeling opgesteld en is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie in Woerden. Mochten ouders vinden dat het pestprobleem niet naar tevredenheid is opgelost, bestaat de mogelijkheid om via de klachtenprocedure tot een oplossing te komen. Op de school ligt een exemplaar van de klachtenregeling.
7
- Niveau 5 Aanpak in samenwerking met politie, justitie en HALT-bureau: Bij ernstige en langdurige gevallen van pesten, bijvoorbeeld bedreigingen, bestaat de mogelijkheid voor de ouders en voor de school, om contact op te nemen met de politie. Wat buiten de school niet mag volgens de wet mag binnen de sfeer van de school ook niet. Het kan van belang zijn gemene pesters in een vroeg stadium duidelijk te maken hoever zij over de streep zijn gegaan en dat zoiets niet alleen in school, maar ook in de maatschappij verboden zijn. De school dient bij aangifte Zaan Primair in te lichten. Goed overleg tussen de betrokken instanties is vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van groot belang voor de aanpak en het bestrijden van pestgedrag. Op elk van de vijf genoemde niveaus kan de school het pesten aanpakken. Wij vinden het belangrijk dat de ouders daar telkens nauw bij worden betrokken. De ouders van alle leerlingen als het gaat om afspraken over omgaan met elkaar in de groep. Binnen de methode van de Vreedzame School is er de mogelijkheid om ouderavonden en oudercursussen aan te bieden. 2. De ouders van leerlingen die, door middel van bemiddeling door leerkrachten en/of schoolleiding, proberen hun conflicten op te lossen. Bij de kinderen van de groepen 1, 2, 3 en 4 de ouders van de gepeste leerling, de pester(s) en de meelopers. 1.
8
4. Stappenplan pestgedrag 4.1 Zijn afspraken op schoolniveau tegen pesten nodig? Naast afspraken op bestuursniveau zijn er zeker afspraken nodig. Als school zijn wij verantwoordelijk voor een veilige en vertrouwde omgeving voor alle kinderen. Immers, veiligheid en vertrouwdheid zijn voorwaarden voor een goede ontwikkeling. De methode De Vreedzame School is een goed instrument om gedrag van leerlingen, leerkrachten en ouders te beïnvloeden en tot goede afspraken te komen. Het pestprotocol komt hieruit voort. 4.2 Stappenplan pestgedrag Bij een pestsituatie gaan we uit van de volgende stappen: 1. Het gepeste kind probeert het zelf op te lossen. Stap a: Zeg: “Hou op, dit vind ik niet leuk/stop daar mee!” Stap b: Zeg: “Hou op, heb je me niet gehoord?” Stap c: Zeg: “Als je niet ophoudt, zeg ik het tegen de meester/juf of mijn ouders!” 2. Het gepeste kind (en/of ouders) neemt contact op met de groepsleerkracht. Stap a: Gepeste kind en pester gaan samen praten en proberen het conflict of de ruzie op te lossen. Stap b: Mocht dit niet lukken, dan maken zij een afspraak met de mediatoren die in die week dienst hebben. Stap c: Wanneer zij er niet uitkomen, dan wordt dit gemeld bij de leerkracht. Wanneer zij er wel uitkomen, dan vraagt de leerkracht of het goed is gegaan. De leerkracht hoeft verder de inhoud dan niet te weten. Stap d: Wanneer zij er niet uitkomen, dan brengt de leerkracht de ouders van de pester en van de gepeste op de hoogte. Stap e: De pestsituatie wordt in de groep van het gepeste kind besproken. 3. De directie wordt van de situatie op de hoogte gesteld en overlegt met de partijen en zoekt naar een oplossing. Het is soms nodig om in ernstige gevallen de pester en de gepeste tijdelijk van elkaar te scheiden door plaatsing in een andere groep of door schorsing. De maatregel kan tevens gebruikt worden om na te gaan welke oplossingen er mogelijk zijn. Ook professionele hulp kan worden ingeschakeld. 4. De ouders worden doorverwezen naar het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon.
9
In de praktijk zullen niet altijd alle stappen doorlopen worden. Evaluatiemomenten zijn na elke stap noodzakelijk. Tijdens deze, van te voren afgesproken gesprekken, kan tot een vervolgstap worden besloten.
5. Het pestprotocol op OBS de Kroosduiker Hoewel pesten op onze school niet een op grote schaal voorkomend probleem is, vinden wij dat elk geval van pesten er één te veel is en er dus alles aan gedaan moet doen om dit te stoppen en beter nog te voorkomen. Dat is dan mooi gezegd, maar hoe vul je dit in? In 1994 is een landelijke campagne gestart om pesten op scholen concreet aan te pakken. Uit de brochures die deze campagne begeleidden, citeren we: “Ouderverenigingen, ouderraden, medezeggenschapsraden, besturen, directies, schoolteams; het is ieders verantwoordelijkheid dat leerlingen veilig zijn op school, zodat zij zich optimaal kunnen ontplooien. Door elkaar te steunen en door een veilig schoolklimaat te creëren zullen meer leerlingen met plezier naar school gaan dan nu het geval is. Dat betekent dat onze school een beleid moet ontwikkelen waarmee een eventueel pestprobleem een halt toegeroepen kan worden en wel op zo’n manier dat alle geledingen op één lijn komen en elkaar steunen. Samenwerking is van doorslaggevende betekenis om tot een succesvolle aanpak te komen. Die samenwerking wordt nog eens extra bekrachtigd door de ondertekening van het “Nationaal Onderwijsprotocol tegen pesten”. Door ondertekening van het protocol en de gedragsregels verplichten leerkrachten, ouders en kinderen zichzelf mee te werken aan de veiligheid binnen de school teneinde pestgedrag te voorkomen. Bij inschrijving van het kind zullen ouders op de hoogte worden gesteld van het bestaan van het Pestprotocol op de Kroosduiker. Het protocol wordt ieder drie jaar geëvalueerd en opnieuw ondertekent door alle partijen.
10
Bijlage 1
Protocol tegen pesten Openbare basisschool de Kroosduiker Het protocol beoogt via samenwerking van alle betrokkenen van OBS de Kroosduiker het probleem van pestgedrag bij kinderen serieus te nemen. Het wordt aangepakt en daarmee willen wij als school het welzijn en de toekomstverwachting van kinderen daadwerkelijk te verbeteren. De ondertekenaars van dit protocol verklaren het volgende: 1. Pesten is een wezenlijk groot probleem. Uit onderzoeken blijkt dat zo’n 380.000 leerlingen in Nederland slachtoffer zijn van pestgedrag. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor de slachtoffers als voor de pester(s). De omvang en zwaarte van het probleem leiden tot de noodzaak van een aanpak door alle opvoeders van jongeren, in het bijzonder door de ouders en leerkrachten. 2. Bestuur en Directie dienen een passend antwoord te vinden op het probleem pesten, uit te gaan van een zo goed mogelijke samenwerking tussen ouders, leerkrachten en leerlingen gebaseerd op een afgesproken beleid dat gericht is op samenwerking. 3. Onze school wenst een samenwerking als bedoeld onder punt 2 ook daadwerkelijk aan te gaan en levend te houden. 4. De ondertekenaars van dit protocol verbinden zich daarom het volgende te doen: a. Een aanpak via het werken volgens de “vijfsporen-aanpak”, bestaande uit: - hulp aan het gepeste kind, in de vorm van adviezen en (in sommige gevallen) een sociale vaardigheidstraining. - hulp aan de pester, in de vorm van een sociale vaardigheidstraining of een cursus omgaan met agressie. - hulp aan de zwijgende middengroep, in de vorm van het mobiliseren van deze groep. - hulp aan de leerkracht, in de vorm van achtergrondinformatie over het pesten zoals het herkennen van signalen, oorzaak, gevolg en concrete aanpakmogelijkheden (preventief en curatief). - hulp aan de ouders, in de vorm van informatie en advies.
11
b. Het bewust maken en bewust houden van de leerlingen van het bestaan en de zwaarte van het pestprobleem. c. Een gerichte voorlichting aan alle ouders van onze school door middel van informatie- of thema-avonden en in de schoolkrant. d. Zorgen voor een dusdanige relatie tussen leerling en leerkracht, zodat er sprake is van vertrouwen. e. Het aanleggen van toegankelijke, goede informatie over het probleem pesten voor leerlingen, leerkrachten en ouders. f. Overleg voeren en eventueel samenwerking zoeken met betrekking tot de pestproblematiek met andere scholen in de omgeving. g. De ondertekenaars verklaren zich bereid tot deelname aan een tussentijdse evaluatie door de school binnen drie jaar. h. Een afschrift van het protocol wordt beschikbaar gesteld aan alle ouders (zo mogelijk reeds bij toelating van de leerling op onze school) en aan één van de samenwerkende landelijke organisaties in het onderwijs (LOBO, NKO, OPCO en VOO).
School: Adres:
Telefoon: Fax: E-mail:
OBS de Kroosduiker Roerdompstraat 41 1551 GJ Westzaan (locatie Zuid) 075-6169922 075-6707159
[email protected]
Torenstraat 5 1551 BK Westzaan (locatie Noord) 075-6285761 075-6401877
[email protected]
Getekend namens: Het bevoegd gezag: Anneke Vlot (directeur) Bianca Rovekamp-van der Pas (adjunct-directeur) Het personeel: Ineke Brinkkemper De medezeggenschapsraad: Jaap Brinkman (voorzitter MR)
12
13