REKENKAMERCOMMISSIE SCHIEDAM-VLAARDINGEN
Aan de gemeenteraad van Schiedam
uw kenmerk uw briei van ons kenmerk onderwerp
: : : :
doorkiesnummer datum RKC 2008-109 e-maii Rapport onderzoek re-integratiebeleid
:
010-2191045 7 november 2008 :
[email protected]
;
Geachte dames, heren, Met genoegen bied ik u het rapport van de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen aan dat is opgesteld naar aanleiding van de Quick Scan naar het re-integratiebeleid van uw gemeente. Het onderzoek is door het SGBO in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de commissie uitgevoerd. Graag zal ik een toelichting op het onderzoek en de uitkomsten geven. De contacten daarover zijn al via de secretaris gelegd. De resultaten van het onderzoek vormen aanleiding voor de commissie om het komende jaar een breder onderzoek te starten. Indien u, wellicht na lezing van het bijgevoegde rapport, bepaalde aspecten in dat onderzoek graag wilt laten meenemen, dan verzoek ik u de secretaris van de commissie daarover te informeren. Zijn gegevens zijn vermeld in het briefhoofd. Heeft u vragen naar aanleiding van deze brief? De secretaris van de commissie zal de vragen met plezier beantwoorden.
Met vriendelijke groet,
Peter Buisman voorzitter bijlage: rapport
Het secretariaat van de rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen is ondergebracht bij de Griffie van de gemeente Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA Schiedam. Bezoekadres: Stadserf 1, 3112 DZ Schiedam. Algemeen telefoonnummer: 010-2191111, Fax 010 - 2465649
T
•"'•n|['|"i r ""' 1 f>T."..r
Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen
]
1. Beleid
5. Evaluatie
f
Quick Scan re-integratie Schiedam
/f
2. Middelen
/f
)) 4. Resultaten
r
—
3. Uitvoering
eindrapport oktober 2008
Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen
Quick Scan re-integratie Schiedam
eindrapport oktober 2008
Samenstelling Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen: Voorzitter: de heer P. Buisman Leden:
mw. drs. K. Meijer de heer drs. Th. Bartelse de heer K.J. Borsboom de heer dr. R.J.H. Gilsing de heer R. van Harten de heer F. van Oosten
Secretaris:
deheerJ. Pegtel
Onderzoekers Van: SGBO Drs. N. Brinkman Drs. M. Corvers
Datum oktober 2008
INHOUD 1
1
Inleiding
1.1
Leeswijzer
2
Onderzoeksvraag
3
2.1
Onderzoekskader
3
2.2
Opzet van het onderzoek
4
3
Algemeen
4
Beleid
1
8 Q
4.1
Onderzoeksvraag
4.2
Beleidskader
4.3
Doelstellingen
4.4
Samenhang
5
Inzet middelen
12
5.1
Onderzoeksvraag
12
5.2
Financiële middelen
12
5.2.1
Het budget
12
5.2.2
Formatie
13
5.2.3
De kosten van voorzieningen
14
5.2.4
De kosten van voorzieningen met loonkostensubsidie
14
8
Q
-IC
5.3
Organisatie 5.3.1
Instrumenten
1 fi
20 6 6.1
Uitvoering Onderzoeksvraag
6.2
Looptijd van re-integratievoorzieningen
6.3
Samenwerking
^ 20
7
Resultaten
,5
7.1
Onderzoeksvraag
2?
7.2
Financiële resultaten
22
7.3
Aantallen in een voorziening
23
7.4
Resultaat van voorzieningen
24
8
Evaluatie
27
8.1
Onderzoeksvraag
27
8.2
Informatie voor de raad
27
9
Conclusies
29
10
Aanbevelingen
31
Bijlage 1
33
Bijlage 2
35
1
Inleiding Hoe staat het met de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in uw gemeente? Hoe effectief is uw gemeente in het toeleiden naar werk? Hoe heeft het gemeentelijke beleid hieraan bijgedragen? Staan de middelen in verhouding tot de kosten? Uit ervaring van SGBO blijkt dat gemeenten een behoorlijke inzet plegen op het terrein van re-integratie, maar dat het resultaat van dat beleid in veel gemeenten nog onvoldoende scherp in beeld is. Het is voor de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen (RKC) aanleiding om daar onderzoek naar te doen. Dit onderzoek is een quick scan naar het re-integratiebeleid van de gemeente Schiedam. Het brengt de huidige stand van zaken, knelpunten en risico's op het gebied van de re-integratie en activering van werkzoekenden in deze gemeente in beeld. Het is een kortlopend onderzoek dat in meerdere gemeenten tegelijk plaatsvindt. Parallel aan het onderzoek in de gemeente Schiedam is deze quick scan ook uitgevoerd in vier andere gemeenten: Emmen, Hulst, Vlaardingen en Wesdand. De aanpak in deze groep van vijf gemeenten is identiek, maar de uitkomsten zijn specifiek. Het voordeel van de identieke aanpak is dat de uitkomsten tussen de deelnemers ook kunnen worden vergeleken. Dat geeft een context om de resultaten in te beoordelen. De quick scan is dus een combinatie van een rekenkameronderzoek en een benchmark. De gemeenten waarmee de gemeente Schiedam wordt vergeleken zijn niet geselecteerd op overeenkomsten met de gemeente Schiedam. Wat de gemeenten bindt is dat Hulst, Emmen, Vlaardingen en Wesdand zijn ingegaan op het onderzoeksaanbod van uitvoerend onderzoeksbureau SGBO. Het maken van vergelijkingen met gemeenten die zo sterk verschillen in demografische kenmerken en de regionale arbeidsmarkt kan een vertekend beeld opleveren.
1.1
Leeswijzer
Dit rapport is verder als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan in op de onderzoeksopzet en het normenkader dat is gebruikt. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van algemene kenmerken van de deelnemende gemeenten. De hoofdstukken 4 tot en met 8 beschrijven de kern van het rapport. In deze hoofdstukken komen de bevindingen op de verschillende onderdelen van het re-integratiebeleid aan bod. Hoofdstuk 9 sluit af met conclusies en hoofdstuk 10 met aanbevelingen. De tabellen in de rapportage bevatten de gegevens van de deelnemende gemeenten en een gemiddelde van de vijf deelnemers. Om een vergelijking met een robuuster gemiddelde mogelijk te maken, is op een aantal plaatsen het gemiddelde van de benchmark WWB opgegeven. Sommige van die gemiddelden zijn berekend over de volledige populatie van 80 deelnemers in de benchmark WWB. Een aantal gemiddelden komt echter uit de facultatieve re-integratiemodule van de benchmark WWB, die door 17 gemeenten is ingevuld. Per geval
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
staat aangegeven hoe groot de onderzoeksgroep is. Gemiddelden uit de benchmark WWB zijn alleen opgenomen als dezelfde definities zijn gehanteerd in de meting en appels dus met appels worden vergeleken. Indien een zelfde meting in de benchmark WWB niet aanwezig was, ontbreekt het benchmarkgemiddelde in de tabel. Op een aantal plaatsen zijn de kwalitatieve kenmerken van de deelnemende gemeente samengevat in een box, zodat duidelijk wordt hoe de gemeenten op die betreffende onderdelen van elkaar verschillen. In de tekst zijn de verwijzingen naar de bron met een voetnoot aangegeven. De geraadpleegde documenten en de Hjst met geïnterviewden zijn terug te vinden in de bijlagen.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
2
Onderzoeksvraag De centrale vraag in de Quick Scan Re-integratiebeleid luidt
De Quick Scan Re-integratiebeleid geeft u inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het re-integratiebeleid door de inzet van middelen en instrumenten af te zetten tegen de uiteindelijke resultaten. Met behulp van een kwalitatieve analyse en kwantitatieve prestatieindicatoren wordt vastgesteld hoe uw gemeente in 2007 scoorde op verschillende onderdelen. 2.1
Onderzoekskader
Het beoordelen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gemeentelijke reintegratiebeleid is een vruchteloze onderneming als niet vooraf een kader wordt geformuleerd voor de beoordeling. Voor dit onderzoek is aansluiting gezocht bij het model van de beleidscyclus waarin een vijftal fasen kan worden onderscheiden: beleid, middelen (organisatie, personeel, budgetten etc), uitvoering, resultaten en evaluatie (zie figuur 1). Een goed functionerende, zich telkens herhalende beleidscyclus is van groot belang voor een goede gemeentelijke uitvoering. Figuur 1
De vijf fasen van de beleidscyclus
Aan de hand van de (onderling samenhangende) fasen in de beleidscyclus is in dit onderzoek de doeltreffendheid en doelmatigheid van het re-integratiebeleid van de gemeente Schiedam vastgesteld. Per fase is een aantal vragen geformuleerd die als toetsstenen dienen voor de beoordeling. In dit onderzoek richten we ons op de resultaten en effecten van het re-
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
integratiebeleid. De beleidsprocessen, de organisatorische vormgeving, de feitelijke uitvoering (o.a. inkoop en aanbesteding, interne controle en de samenwerking met andere afdelingen en externe partners) en de wijze van evaluatie en verantwoording komen echter ook aan de orde. Deze aspecten zijn vooral belangrijk voor de verklaring en interpretatie van de resultaten en effecten. Het zijn de zogenaamde verklarende factoren. Figuur 2
De beleidscyclus doeltreffendheid en doelmatigheid van het re-integratiebeleid
Beleidscyclus
Inzet middelen
Uitvoering
Resultaten
Evaluatie
2.2
Vragen
Normenkader
Heeft de gemeente een duidelijk en onderbouwd beleid voor re-integratie en activering geformuleerd?
De doelstellingen zijn SMART geformuleerd. De doelstellingen van beleid en projecten zijn in samenhang opgesteld. De doelen zijn afgestemd op het gemeentebeleid en de lokale situatie.
Welke middelen worden ingezet met het oog op de te realiseren doelstellingen?
Er zijn voldoende financiële middelen en personeel voor de uitvoering van het beleid. Er zijn heldere werkprocessen en werkinstructies opgesteld.
Welke voorzieningen heeft de gemeente ingezet met het oog op de te realiseren doelstellingen?
Vastgesteld beleid wordt conform uitgevoerd. De uitvoering is conform vastgestelde werkprocessen en instructies. Samenwerking met instellingen bij het vergroten van bereik en gebruik.
Wat zijn de bereikte resultaten van het gevoerde re-integratiebeleid?
Resultaten van projecten zijn in kaart gebracht. Projecten zijn uitgevoerd binnen beschikbare budgetten. "Lessen" zijn opgesteld voor verbetering in doelmatigheid en doeltreffendheid.
Worden resultaten vergeleken met doel- en taakstellingen en worden daar conclusies uit getrokken?
Er wordt systematisch getoetst op de realisatie van resultaten en de besteding van het budget. De systematiek van rapportage richting raad functioneert en is conform afspraken.
Opzet van het onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in drie fasen. Gestart is met een inventarisatie van de beschikbare (beleids) documenten en -verslagen, zoals de programmabegroting,
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
beleidsplannen en beleidsverslagen, werkinstructies en procesbeschrijvingen, en contracten met re-integrati'ebedrijven (zie bijlage 1 voor een volledig overzicht). De tweede fase betrof het opvragen en analyseren van een aantal kwantitatieve gegevens over de resultaten van het re-integratiebeleid van de gemeente Schiedam over het jaar 2007. De cijfers voor deze analyse zijn afkomstig van de gemeente Schiedam, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de benchmark Wet werk en bijstand (WWB)'. In de derde fase van het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de gemeente (de verantwoordelijke wethouder, het management van de afdeüng Werk, Inkomen en Zorg en mensen uit de uitvoering), en met vertegenwoordigers van re-integratiebedrijven, waarmee wordt samengewerkt. De interviews hadden tot doel om te verifiëren of het beeld dat uit de (beleids)documenten en -verslagen naar voren komt, correct is en om meer inzicht te krijgen in de werkwijze in de praktijk. De resultaten van de documenten- en cijferanalyse, de interviews, en de schrifteüjke enquêtes zijn vervolgens gebundeld in een nota van bevindingen. De nota is voor hoor en wederhoor voorgelegd aan de ambtelijke organisatie.
De benchmark WWB, die sinds 2000 wordt uitgevoerd door SGBO en StimulanSZ, is een hulpmiddel voor gemeenten om de eigen prestaties in kaart te brengen en deze, zo nodig, te verbeteren na de vergelijking met de (gemiddelde) prestaties van andere gemeenten. Het vergelijken gebeurt aan de hand van circa 35 prestatie-indicatoren. Deze indicatoren geven informatie over de doeltreffendheid (worden de gestelde doelen bereikt), en de doelmatigheid (tegen welke kosten gebeurt dit) van de uitvoering, evenals over de cliëntgerichtheid (hoe klantvriendelijk gebeurt dit). In totaal hebben in 2007 80 gemeenten deelgenomen aan de benchmark.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
3
Algemeen Zoals in de inleiding al aangekondigd, worden niet alleen specifieke prestaties van de gemeente Schiedam in beeld gebracht, maar worden de prestaties door het rapport heen op een aantal plaatsen ook vergeleken met die van andere gemeenten. Omdat alle gemeenten van elkaar verschillen, is het van belang inzicht te hebben in de uitgangssituatie van elke gemeente en daarmee de context van de vergelijking. Figuur 3 laat enkele algemene kenmerken zien die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de deelnemers aan de quick scan. Het gaat om het aantal inwoners, het aantal uitkeringen (huishoudens onder de 65 jaar met een uitkering WWB levensonderhoud) op 1 januari 2007, de bijstandsdichtheid (aangegeven als het aantal bijstandsuitkeringen per 1.000 inwoners)! Deze gegevens zijn afkomstig van het CBS. Daarnaast geeft de tabel nog twee indicatoren die iets zeggen over de verhouding tussen werkenden en niet werkenden in de kringgemeenten. Met dat doel zijn opgenomen: de beroepsbevolking in de gemeente (personen van 15 - 64 jaar die werk hebben of beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt voor minimaal 12 uur per week) en de netto participatiegraad (het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking). Deze gegevens zijn eveneens afkomstig van het CBS. Figuur 3
Algemene kengetalier ) per 1-1-20072 Emmen
Inwoners Bijstanduitkeringen
Hulst
Schiedam
Vlaardingen Westland Gemiddeld
Gemiddeld benchmark (n=80)
108.863
28.021
75.162
71.461
98.933
76.478
102.566
2.340
1.980
1.750
1.378
2.110
26
25
600 6
16
21
Bijstandsdichtheid
22
220 8
Beroepsbevolking
46.800
12.500
33.100
33.800
45.000
34.240
48.078
60%
64%
59%
61%
72%
63%
64%
Participatiegraad
In omvang wijken de gemeenten niet zo sterk van elkaar af. Emmen en Wesdand zijn met ongeveer 100.000 inwoners de grootste gemeenten, gevolgd door Schiedam en Vlaardingen. Hulst is in dit gezelschap met afstand de kleinste. Dat omvang van de gemeente niet alles zegt, maken de overige cijfers in figuur 3 duidelijk. Het aantal bijstandsuitkeringen bijvoorbeeld is in Wesdand slecht een kwart van het aantal in Emmen, terwijl ze in omvang niet veel van elkaar verschillen. Dat komt omdat de bijstandsdichtheid in Westland met 6 uitkeringen per 1000 inwoners erg laag is. Relatief veel mensen zijn daar aan het werk. In Schiedam is de bijstandsdichtheid hoog en het aantal uitkeringen relatief hoger dan in Vlaardingen en Emmen en veel hoger dan in Hulst en Westland. Het zijn verschillen die mede worden veroorzaakt door de kansen die de regionale en lokale arbeidsmarkt bieden. Opvallend voor Schiedam is dat de participatiegraad (de verhouding tussen de werkzame bevolking en de totale populatie) laag is en het beroep op
2
RKC
Bron: CBS
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
bijstand relatief hoog. Dat betekent dat van de beroepsbevolking in Schiedam dus relatief veel mensen afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
4
Beleid
4.1
Onderzoeksvraag
Voor dit onderdeel is de volgende onderzoeksvraag relevant:
4.2
Beleidskader
De kaders van het beleid staan in verschillende documenten vastgelegd. In de nota "Aan de slag" (2004) staat de kern van het re-integratiebeleid verwoord als: "Zoveel mogelijk mensen aan de slag. Liefst zo snel mogelijk". De uitgangspunten van dit beleid worden als volgt geformuleerd: • Niemand aan de kant • Werk boven uitkering • De klant staat centraal • 4.3
Evenwicht tussen vraag klant en arbeidsmarkt
Doelstellingen
De concrete doelstellingen van het re-integratiebeleid dienen te staan in de jaarlijkse programmabegroting. Daarin worden de hoofddoelstellingen van het beleid vertaald naar de ambities voor dat jaar. De doelen die in de Schiedamse programmabegroting zijn opgenomen, hebben vooral betrekking op het beperken van de instroom in de uitkeringen en het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie. Daarnaast worden de instrumenten van het re-integratiebeleid beschreven en de voorwaarden voor een succesvol beleid (vooral de samenwerking met lokale werkgevers). De belangrijkste indicator voor re-integratie in de programmabegroting waar het succes van het beleid aan wordt opgehangen, is het aantal uitkeringen WWB. Voor 2007 wordt een uitstroom van 390 personen als belangrijkste ambitie geformuleerd. Uit een toelichting van de afdelingen Werk en Inkomen blijkt dat dit alleen de uitstroom naar werk uit reintegratietrajecten betreft. De totale uitstroom, dus inclusief mensen die zelf weer aan het werk komen, verhuizen, overlijden etc. zou geprojecteerd zijn op 783 personen. Bestandsdaling wordt beïnvloed door zowel de instroom als de uitstroom. De instroom in de bijstand is in de bovenstaande doelstelling niet meegerekend. Wat betreft de beïnvloedbare uitstroom waarop de gemeente een inspanning gaat leveren, zijn de volgende afgeleide doelstellingen geformuleerd:
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
•
250 mensen die instromen in Schiewerk, waarvan t.z.t. 60% geen beroep meer doet op
een uitkering. • 100 leer/werk plaatsen. • 70% van de WWB-ers met arbeidsverplichting in een re-integratietraject, 40% stroomt binnen 1 jaar uit, 30% stroomt binnen 2 jaar uit. 100 opstapbanen met loonkostensubsidie met als inzet doorstroom naar reguliere arbeid.
•
De hoofddoelstelling van het beleid (uitstroom van 390 personen) is SMART gemaakt en is toegespitst op re-integratie. Het SMART maken van het beleid blijft echter beperkt. De hoofddoelsteUing is niet verder gespecificeerd in deelresultaten van beleid, bijvoorbeeld in een doelgroepenbeleid. De afgeleide doelstellingen uit de programmabegroting die hierboven staan omschreven, zijn operationeel van aard en hebben betrekking op de middelen, niet op het resultaat. De vertaling van deze doelstellingen naar concrete inzet van middelen en resultaten is in het uitvoeringsplan re-integratie grotendeels afwezig. In het uitvoeringsplan worden wel de verschiUende projecten en instrumenten opgesomd. Maar niet altijd is duidelijk wat het resultaat van deze trajecten moet zijn en welke bijdrage de instrumenten zullen leveren aan het realiseren van de doelstellingen. Wel wordt inzichtelijk gemaakt wat de verschillende trajecten kosten. In box 1 treft u op hoofdlijnen de bevindingen in de deelnemende gemeenten. Box 1
Zijn er smart doelstellingen geformuleerd?
Gemeente
Hulst
Doelstellingen geformuleerd? Geen SMART doelstellingen op re-integratie. De doelstelling is omschreven als een daling van het uitkeringsbestand met 5,4% in 2007. Voorts staat de inzet van instrumenten centraal Geen SMART doelstellingen op re-integratie. Wel operationele doelen, zoals: iedereen die een WWB uitkering ontvangt, krijgt een trajectplan. Beperkte SMART doelstellingen. De hoofddoelstelling is geformuleerd in termen van het realiseren van een bestandsdaling van 50 klanten bij een gelijkblijvend aantal aanspraken op de bijstand. Wel SMART doelstellingen. Wat in de programmabegroting onduidelijk blijft, is het verband tussen deze doelstellingen en de kwalitatieve doelstellingen. Deels SMART doelstellingen op re-integratie. Kwantitatieve doelstelling geformuleerd als uitstroom aantal (390) personen. Overige doelstellingen zijn operationeel van aard, bijvoorbeeld het aantal leer/werk plaatsen. II I L u l
Vlaardingen
vuil
il I W U U I I I V I I *wi •
'
Westland Emmen
Schiedam
4.4
^ * ^ " •»•
^-— -'
.
^
•
r i
ï
%
• _
41!.
• _
f -
---
-
Samenhang
Zijn doelen afgestemd op gemeentebeleid en op de lokale situatie? De gemeente constateert zelf dat het re-integratiebeleid veel raakvlakken heeft met een groot aantal andere beleidsterreinen, zoals economisch beleid, arbeidsmarktbeleid en sociaal beleid. In de uitwerking van het re-integratiebeleid wordt actief gestreefd naar samenwerking op beleidsniveau tussen verschillende gemeentelijke afdelingen, zoals Werk & Inkomen, BGS
3
SMART staat voor specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Het zijn eigenschappen van een doelstelling.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
9
(Berckenrode Groep Schiedam) educatie en GEO (Grond en Economische Ontwikkeling). De samenwerking is in het geval van de BGS zelfs geformaliseerd in een overeenkomst. De gemeente hanteert de re-integratieladder (zorg, sociale activering, gesubsidieerde arbeid, work first, directe toeleiding naar werk) als conceptueel model om de in te zetten instrumenten op het terrein van maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie in samenhang aan te bieden. In de nota wordt expliciet aangegeven dat voor het welslagen van het re-integratiebeleid ook de lokale en regionale werkgevers belangrijk zijn. Er wordt melding gemaakt van afspraken (convenanten en arrangementen) die dienen te worden gemaakt over de bijdragen die deze actoren willen en kunnen leveren aan het resultaat. Ook in de programmabegroting wordt gerefereerd aan het belang van de betrokkenheid van Schiedam en regionale werkgevers. Er worden initiatieven genomen om te komen tot een Lokaal Sociaal Akkoord, tussen gemeente, werkgevers en de vakbeweging. Tenslotte worden vier regionale werkgeversservicepunten opgericht, met als doel de matching van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter te kunnen reguleren. De uitwerking en resultaten van deze afstemmingsactiviteiten zijn niet bekend. De onderstaande boxen (2 en 3) geven op hoofdlijnen de bevindingen in de deelnemende gemeenten weer, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen samenhang binnen de organisatie en de samenhang tussen gemeentelijke organisatie en de omgeving. Box 2 Ziin de doelen afaestemd nn h*»t nomaüntohoioiwo !•;„•„„ Gemeente Doelen afgestemd op gemeentebeleid? Hulst
Vlaardingen
Westland
Emmen
Schiedam
4
RKC
i
>
• Er wordt wel een korte analyse gemaakt van de lokale arbeidsmarktsituatie maar er zijn geen expliciete qevolgen voor het beleid • In de programmabegroting wordt niet alleen een link gelegd tussen de globale doelstellingen en voorgenomen activiteiten, maar ook met andere beleidsvelden onder de noemer Sociale Structuur. • Voor de afstemming van plaatselijke ontwikkelingen is in de gemeentelijke organisatie een stuurgroep in het leven geroepen. Daarin worden onderwerpen als werk, inkomen, welzijn, economie etc. in samenhang bekeken. • Het beleid wordt redelijk integraal omschreven met medeneming van de beleidsvelden Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) de sociale werkvoorziening (WSW), de Wet inburgering (Wl) en het minimabeleid. • Beleid wordt intern afgestemd op andere terreinen door medewerkers mee te laten draaien in andere teams • Er wordt een analyse gemaakt van de lokale arbeidsmarktsituatie. • In hoeverre beleid wordt afgestemd met andere delen van de gemeentelijke ___£^anisatieJ_bjjyoojtejldwelzijn en economie, is niet duidelijk. • Er wordt actief gestreefd naar samenwerking op beleidsniveau tussen verschillende gemeentelijke afdelingen. • De gemeente hanteert de re-inteqratieladder4
(zorg, sociale activering, gesubsidieerde arbeid, work first, directe toeleiding naar werk) als conceptueel model om de in te zetten instrumenten op het terrein van maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie in samenhang aan te bieden.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
10
de doelen afgestemd op de gemeentelijke omgeving? (externe samenhang)
Bc Gemeente
Hulst
Vlaardingen Westland
Emmen
Schiedam
RKC
Doelen afgestemd op gemeentelijke omgeving? Beleid wordt afgestemd met andere gemeenten, maar Hulst neemt soms ook een eigen positie in. De beleidsmatige basis van die keuzes ontbreekt. Het beleid kent sinds 2006 het project Open Grenzen, waarin wordt samengewerkt met Belgische jobhunters en wordt gewerkt aan een netwerk met Belgische werkgevers. Afstemming van het beleid wordt ook gezocht met partners buiten de gemeente. Regionale samenwerking met Maassluis en Schiedam blijkt in een aantal opzichten belangrijk Er is de intentie om meer en intensiever met externe partners samen te gaan werken, zoals met het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid. Een analyse van de lokale arbeidsmarktsituatie wordt uitgewerkt in het beleidsplan 2006 - 2010 op basis waarvan regionaal beleid wordt ontwikkeld voor een samenwerkingsverband (Qwink) met de gemeente Coevorden, het CWI en het UWV. Er wordt nadrukkelijk belang gehecht aan het uitvoeren van het beleid in samenwerking met externej>artijen. De betrokkenheid van lokale en regionale werkgevers wordt in het beleid expliciet opgenomen als cruciaal. Er worden initiatieven genomen om te komen tot een Lokaal Sociaal Akkoord, tussen gemeente, werkgevers en de vakbeweging. Vier regionale werkgeversservicepunten worden opgericht, om de matching van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter te kunnen reguleren.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
11
Inzet middelen 5.1
Onderzoeksvraag
Voor dit onderdeel is de volgende onderzoeksvraag relevant:
5.2
Financiële middelen
5.2.1 Het budget
Voor de uitvoering van de WWB krijgen gemeenten jaarlijks twee budgetten van het Ministerie van Sociale Zaken: één budget voor het betalen van uitkeringen aan mensen in de bijstand (het inkomensdeel, of I-deel) en een budget voor activiteiten gericht op arbeidsinschakeling (het werkdeel, of W-deel genoemd). Het W-deel mag worden aangewend voor re-integratieactiviteiten die aan een individuele klant kunnen worden toegerekend. Het W-deel is in principe niet bedoeld voor financiering van het ambtelijke apparaat. Geld dat in een gegeven jaar niet wordt opgemaakt mag één jaar worden meegenomen naar een volgend jaar (de zogenaamde meeneemregeling). Als het daarna nog niet is gebruikt, dient het te worden teruggegeven aan het rijk. Figuur 4
Budget W-deel en uitputtinq budqe t W-deel in 't>007* Gemiddeld Schiedam Vlaardingen Westland Gemiddeld benchmark (n=80)
Emmen
Hulst
Beschikbaar budget W-deel (x miljoen)
€19,3
€2,0
€20,4
€13,4
€3,9
€11,8
€22,4
Meeneemregeling (x miljoen)
€6,0
€0,9
€8,7
€5,3
€1,6
€4,5
€6,7
Regulier budget Wdeel 2007 (x miljoen)
€13,3
€1,1
€11,7
€8,1
€2,3
€7,3
€16,0
Beschikbaar budget W-deel per cliënt WWB
€6.571
€7.814
€8.518
€7.014
€4.961
€ 6.976
€8.319
Budgetrealisatie beschikbaar budget W-deel
28%
53%
49%
40%
28%
40%
38%
Budgetrealisatie regulier budget Wdeel 2007
-5%
15%
11%
0%
-24%
1%
12%
In de bovenste rij van figuur 4 staat welk budget W-deel de gemeenten ter beschikking hadden in 2007, inclusief de meeneemregeling. Daaronder staan respectieveHjk het bedrag van de meeneemregeling, het reguliere budget W-deel voor 2007 en het beschikbare budget W-deel (inclusief meeneemregeling) per persoon in de bijstand. In de onderste twee regels 5
RKC
Bron: Benchmark WWB 2007
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
12
treft u het budgetresultaat berekend op basis van het beschikbare budget en het reguliere budget. Het budgetresultaat is het percentage van het budget dat over is of tekort. Een positief getal duidt hier op een overschot. Wesdand had in 2007 aanzienlijk minder budget te besteden per persoon in de bijstand dan andere gemeenten. De gemeente Schiedam had per lid van de doelgroep meer te besteden dan het gemiddelde van de deelnemers. In de laatste twee regels van figuur 4 staat het overschot van het W-deel uitgedrukt in percentages. In 2007 houden alle deelnemers aan het onderzoek over van het beschikbare budget. Dat is conform het landelijke beeld, zoals we dat ook in de benchmark WWB zien. Hulst en Schiedam houden ongeveer de helft over, Wesdand en Emmen een kleine 30%. Uit het voorlopig verslag WWB 2007 blijkt dat het budget I-deel toereikend is voor de financiering van de inkomensvoorziening en dat er sprake is van een behoorlijk overschot op het beschikbare budget W-deel (49% van het beschikbare budget voor re-integratie). Dat overschot is voor een deel te wijten aan de meeneemregeüng. Geld dat in voorgaande jaren niet is uitgegeven, is meegenomen naar 2007, waardoor het budget groter is geworden. Het budget werkdeel voor 2007 is ongeveer € 20,4 müjoen, bestaande uit een overheveling van € 8,7 müjoen uit 2006 en een toegekend budget voor 2007 van € 11,7 müjoen. In 2007 is ruim 10.4 müjoen van het werkdeel uitgegeven. Dit houdt in dat 89% van het reguliere budget voor 2007 is uitgegeven. Berekend op basis van het reguliere budget voor 2007 is het overschot van Schiedam in 2007 dus niet zo groot als het in eerste instantie lijkt. Er wordt in 2007 echter niet ingeteerd op de meeneemregeling. € 1,18 müjoen van de meeneemregeling heeft de gemeente naar het ministerie teruggestort. Geconcludeerd kan worden dat er in 2007 meer dan voldoende budget was voor de inkoop van re-integratieactiviteiten.
5.2.2 Formatie Als we kijken naar figuur 5, waarin de formatie voor re-integratieactiviteiten per 100 cliënten in de bijstand wordt getoond, zien we dat de gemeente Schiedam een kleinere formatie heeft dan gemiddeld. Figuur 5
Formatie
Formatie voor re-integratie per 100 WWB-clienten Schiedam Vlaardingen Hulst Emmen 1,27
1,15
0,57
0,53
Westland 0,28
Gemiddeld 0,76
Uit de benchmark WWB 2007 komt dat de gemeente Schiedam in 2007 relatief veel formatie had en een relatief laag aantal klanten per fte (18,0 tegen 22 gemiddeld in de benchmark). Maar dat is een uitkomst voor het totaal van de afdelingen die bij, de uitvoering van, het beleid zijn betrokken. Als we de formatie voor uitvoering van re-integratieactiviteiten in figuur 5 apart in beeld brengen, dan blijkt dat voor re-integratie 0,57 fte per 100 cliënten in de bijstand beschikbaar zijn. Dat is geen uitzonderlijk grote formatie. Uit de Benchmark
RKC
QU1CK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
13
WWB komt echter naar voren dat de afdelingen Werk & Inkomen van de gemeente Schiedam relatief veel fte's kennen. Totaal heeft de gemeente relatief veel medewerkers. Dit komt mede doordat de gemeente zelfde schuldhulpverlening uitvoert en het instituut sociaal raadslieden bemenst. Ten aanzien van re-integratie, lees het aantal klantmanagers, is de personele bezetting laag. Het beeld van een lage werkdruk op werkvloerniveau, wordt in interviews ook niet bevestigd. Klantmanagers geven aan dat de werkdruk hoog ligt, vooral door het uitvoeren van verschillende aanvullende projecten. Figuur 6
Aandeel overhead op totale personele uitc aven Emmen
Kosten
14%
Hulst
Schiedam
38%
7%
Vlaardingen
Westland
Gemidd filrl
13%
16 Vo
9%
In figuur 6 wordt het aandeel personele kosten van het management op het totaal (inclusief inhuur derden) in beeld gebracht. Dat aandeel is in de gemeente Schiedam met 7% kleiner dan elders. 5.2.3 De kosten van voorzieningen
Het gebruik van het budget kunnen we vertalen naar een bedrag dat gemiddeld de gemiddelde voorziening in 2007 heeft gekost. Figuur 7
Kosten per voorziening
Gemiddelde kosten per voorzieninq Emmen
Hulst
€ 10.833
€ 5.223
Schiedam6 Vlaardingen
-
€4.216
Westland
Gemiddeld
Gemiddeld benchmark (n=17)
€3.781
€6.013
€5.737
De gemiddelde kosten in van een re-integratievoorziening treft u in figuur 7. Die kosten liggen in deze groep gemiddeld op € 6.013 per voorziening. Voorzieningen in Wesdand zijn met € 3.781 het goedkoopst. Helaas kan voor de gemeente Schiedam deze gemiddelde kosten per voorziening niet worden opgeleverd. 5.2.4 De kosten van voorzieningen met loonkostensubsidie
Een onderdeel van het pakket aan maatregelen dat de gemeente kan nemen is het creëren van arbeidsplaatsen met een loonkostensubsidie. Onder loonkostensubsidie wordt een subsidie verstaan die door de gemeente wordt verstrekt (al of niet via een re-integratiebedrijf) aan een werkgever voor loonkosten van een persoon die tot de gemeentelijke reintegratiedoelgroep behoort. Vanwege het eigen karakter van deze instrumenten zijn hieronder de kosten voor deze categorie uitgesplitst weergegeven.
6
RKC
Voor Schiedam is het niet mogelijk gebleken om dit gegeven aan te leveren.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
14
Figuur 8
Kosten per voorziening
Gemiddelde kosten per voorziening loonkostensubsidie Emmen
Hulst
€17.692
€ 8.806
7
Schiedam
-
Vlaardingen
Westland
Gemiddeld
Gemiddeld benchmark (n=17)
€12.281
€ 6.059
€11.210
€13.607
In figuur 8 is te zien dat de gemiddelde kosten van een voorziening met loonkostensubsidie in Emmen € 17.692 waren. Voor Westland was dat maar € 6.059. Voor de gemeente Hulst ligt dit bedrag op € 8.806. Ook hier heeft de gemeente Schiedam geen gegevens kunnen aanleveren. Ter referentie: een jaar bijstandsuitkering kost de gemeente ongeveer € 14.262,voor cliënten tussen 18 en 65 jaar (huishoudens), exclusief uitvoeringskosten. 5.3
Organisatie
Binnen het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling vallen de afdelingen Werk en Inkomen die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de WWB. De afdeling Inkomen is verantwoordeUjk voor de verstrekking van uitkeringen, de afdeüng Werk is verantwoordeUjk voor de uitvoering van het re-integratiebeleid. Elke afdeüng wordt aangestuurd door een afdeüngsmanager. Er is bewust gekozen voor een scheiding tussen bedrijfsvoering (Inkomen) en beleid en contractbeheer (bij Werk), om zo de aansturing van de afdeüngen niet te complex te maken en om een evenwicht in werklast te bewaren tussen de afdeüngen. Bedrijfsvoering houdt zich bezig met tijdschrijven, monitoring en informatievoorziening. Beleid en contractbeheer houdt zich bezig met beleid, inkoop, monitoring en controle op de contracten en de financiële afwikkeUng. Daarnaast is het opvaUend dat de gemeente in het uitzetten van trajecten relatief veel gebruik maakt van Schiewerk, een onderdeel van de Berckenrode Groep Schiedam, de Schiedamse sociale werkvoorziening. Hieraan ligt een poütieke keuze ten grondslag. Het beeld bij de lokale poütiek is dat de uitvoering van het re-integratiebeleid effectiever en goedkoper is. De consequentie is wel dat klantmanagers ervaren voor bepaalde groepen weinig alternatieve instrumenten beschikbaar te hebben. Het gaat hier vooral om groepen die relatief ver van de arbeidsmarkt staan en die vaak met meerdere fysieke en/of psychosociale problemen te maken hebben. Doordat Schiewerk de financiële risico's uiteindeüjke weer kan afwentelen op de gemeente, is een efficiënte uitvoering van trajecten ook niet op voorhand gegarandeerd. Zijn er heldere werkprocessen en werkinstructies opgesteld? Uit interviews büjkt dat de werkinstructies in praktijk redeüjk helder zijn, maar niet snel worden aangepast aan nieuwe situaties. Ook wordt geconstateerd dat de gemeenteüjke organisatie een sterk getrapte organisatie is, waarbij de besluitvoering nogal traag verloopt.
' Voor Schiedam is het niet mogelijk gebleken om dit gegeven aan te leveren.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
15
De overeenkomsten waarin afspraken worden vastgelegd met re-integratiebedrijven 2ijn in 2007 sterk vereenvoudigd en worden volgens een vast format opgesteld. Hierin staan in ieder geval afspraken over zaken als: •
duur overeenkomst;
•
aard van de dienstverlening;
•
doelstelling van het project (SMART geformuleerd, waar mogelijk. Met name in trajecten met uitstroom als doelstelling);
• •
rapportageverplichtingen van re-integratiebedrijf; financiële vergoeding.
In box 4 treft u op hoofdlijnen de bevindingen in andere deelnemende gemeenten. Box4
Zijn er heldere werkprocessen en werkafspraken opgesteld?
Gemeente Hulst Vlaardingen Westland
Emmen
Schiedam
Werkprocessen en -afspraken? Het ontbreekt aan strakke werkafspraken en nalevinq daarvan. Redelijk heldere werkafspraken • De werkafspraken zijn duidelijk. " • Door veel wisseling van personeel zijn afspraken met contractpartijen in 2007 op werkvloerniveau nog wel eens onduidelijk, Doorgaans heldere werkafspraken, maar worden in de praktijk niet altijd jouitgevoerd. Redelijk heldere werkafspraken, maar deze worden niet snel aangepast aan nieuwe situaties.
5.3.1 Instrumenten
Als gevolg van de motie van de SP die door de gemeenteraad is aangenomen bij de begrotingsbehandeling 2007 voert de gemeente steeds meer re-integratietrajecten in eigen beheer uit. Dit betekent in de praktijk dat BGS/Schiewerk een groot deel van de reintegratietrajecten vanaf 2007 uitvoert. Schiewerk is een onderdeel van BGS, het gemeentelijke SW-bedrijf. Bij Schiewerk wordt een workfirst traject Direct werk georganiseerd. Bij binnenkomst op het CWI wordt na de intake een driegesprek georganiseerd met consulent inkomen en een consulent van Schiewerk. Indien de beperkingen niet te groot zijn worden klanten direct aan het werk gezet bij Schiewerk. Dit traject duurt maximaal 6 maanden, waarna de klant weer aan de gemeente wordt overgedragen. In 2007 zijn ongeveer 250 personen aangemeld, wat heeft geleid tot 171 trajecten. Schiewerk heeft duidelijke overzichten met de resultaten van de trajecten waarover kwartaalsgewijs wordt gerapporteerd aan de gemeente. Over de uitvallers wordt naar Schiewerk niet teruggekoppeld. Ook over de periode na 6 maanden wordt door Schiewerk niet gerapporteerd.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
16
In het onderstaande volgt een overzicht van de trajecten die in 2007 zijn uitgevoerd. Deze trajecten zijn als volgt onderverdeeld: 1. Nieuwe trajecten in eigen beheer 2. Nieuwe trajecten in 2007 op basis van bestaande contracten 3. Nieuwe trajecten op basis van nieuw af te sluiten contracten Ad 1. Nieuwe trajecten in eigen beheer
Schiewerk regulier (Work-First)
Trajecten Schiewerk regulier houdt in dat cliënten die geschikt zijn om arbeid te verrichten en niet in aanmerking komen voor BaanOptie doorverwezen worden naar Schiewerk. Bij Schiewerk zullen zij een werkassessment afleggen van 6 weken waarna zij een arbeidsovereenkomst aangeboden krijgen die volledig gefinancierd wordt uit het WWBwerkdeel. Gesubsidieerde arbeid
Naast gesubsidieerde arbeid in het kader van de opstapbaan voert Schiewerk voor de gemeente Schiedam de gesubsidieerde arbeid uit. Op dit moment worden 105 vangnetbanen vervuld en ongeveer 30 oud WTW-dienstbetrekkingen. Schiewerk (Sociale Activering)
Schiewerk had in 2007 in de planning om voor in totaal 130 cliënten een traject sociale activering aan te bieden in combinatie met werk. Ad 2. Nieuwe trajecten in 2007 op basis van bestaande contracten
Baanoptie (Direct naar werk)
BaanOptie is een constructie waarin direct werk wordt aangeboden. Na een maand werken met behoud van uitkering wordt de cliënt in dienst genomen. In 2007 stonden 60 cliënten in de planning die op een baan worden geplaatst. De cliënten die in de eerste maand uitvallen, krijgen een andersoortig traject aangebonden zoals bij Schiewerk. AOB arbeidsmedische keuringen (Overig)
Ter ondersteuning bij de uitvoering van de WWB worden regelmatig arbeidsmedische keuringen bij het AOB aangevraagd. In 2007 stonden ongeveer 250 keuringen in de planning.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
17
Geldergroep taaltoets (overige)
Alle WWB-cliënten waarvoor geldt dat zij een slechte taalbeheersing hebben of die inburgeringsplichtig zijn in het kader van de Wet Inburgering zal een taaltoets worden afgenomen. Het doel van deze taaltoets is om onafhankelijke het taalniveau vast te stellen om vervolgen een traject op maat aan te kunnen bieden. Albeda allochtoon en autochtoon leer-werktrajecten (Overig)
Formeel betreft dit contract een voortzetting van het contract Albeda Matrix. De trajecten zijn gericht op leren en werken. Door middel van specifieke vakopleidingen worden cliënten geschoold en bemiddeld naar reguliere arbeid. Albeda duaal (WWB-WI) (Overig)
Inburgeringsplichtigen met een WWB-uitkering zullen vanaf 1 januari van de gemeente een duaal traject aangeboden krijgen zowel gericht op werk als op inburgering. Ad 3. Nieuwe trajecten op basis van nieuw af te sluiten contracten
Als gevolg van het faillissement van Next Steps en het eindigen van contracten en de uitval en terugmeldingen bij Schiewerk (circa 50%) zijn er in 2007 een aantal nieuwe contracten afgesloten om in de benodigde capaciteit te voorzien. De nieuwe contracten richten zich vooral op sociale activering en op zorg. Fith (REA/WIA)
Het betreft een contract voor een jaar dat in 2006 is afgesloten ten aanzien van 25 trajecten voor de doelgroep Rea/WIA. Deze trajecten behelzen begeleiding naar uitstroom en naar werk. Re-integratie van deze doelgroep met een arbeidshandicap vergt een specifieke aanpak. De begeleiding vindt plaats door oud-managers uit het bedrijfsleven en de overheid. Ook vindt huisbezoek plaats, als de situatie daartoe aanleiding geeft. Het overeengekomen uitstroompercentage bedraagt 52%. Clijdesdale
Het betreft hier een contract voor een jaar ten aanzien van 25 trajecten voor alleenstaande ouders. Deze trajecten behelzen begeleiding naar uitstroom naar werk. Het specifieke van dit contract is dat - behalve de intensieve begeleiding - de intake bij de doelgroep thuis plaatsvindt. Daarnaast is een belangrijke meerwaarde dat de re-integratieconsulenten, net zoals de doelgroep, zelf ook werkende ouders zijn met kinderen. Het overeengekomen uitstroompercentage bedraagt 60%. Rea/WIA trajecten
Op basis van en analyse van het cliëntenbestand is een behoefte zichtbaar geworden ten aanzien van trajecten voor cliënten met een REA/WIA indicatie. In 2007 stonden voor 50 cliënten een specifiek traject in de planning.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
18
Zorgtrajecten
Uit onder andere het Salusproject kwam naar voren dat een deel van het zogenaamde granieten bestand een zorgbehoefte heeft waarin niet wordt voorzien. Het college heeft hierin aanleiding gezien om in drie jaar tijd 250 cliënten een zorgtraject aan te bieden. Eind 2006 is de aanbesteding voor deze zorgtrajecten gestart. Doelstellingen zijn om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen waarbij gekeken wordt naar mogelijkheden van trajecten richting (gesubsidieerd) werk, trajecten sociale activering, vrijwilligerswerk. Trajecten Niet-willers (Overig)
Met enige regelmaat wordt de gemeente geconfronteerd met cliënten die als niet-willers worden aangemerkt. In een toenemend aantal gevallen gaat het daarbij om recidivisten. Forse maatregelen als uitsluiting van uitkering van 3 of meer maanden blijkt geen effectief middel. In sommige gevallen bestaat vermoeden van fraude. Om die reden wordt gezocht naar intensieve trajecten waarbij re-integratie en strikte handhaving hand in hand gaan. Kernbegrippen voor deze trajecten zijn "achter de broek zitten"en "lik-op-stuk". Er wordt gestart met een pilot van 25 personen met als doelstelling dat 60% geen beroep op de uitkering meer zal doen. Box 5 bevat de belangrijkste bevindingen over de inzet van instrumenten door de deelnemers aan dit onderzoek. Box 5
Van welke voorzieningen wordt in de uitvoering gebruik gemaakt? Gebruikte voorzieningen Gemeente Hulst werkt vrijwel exclusief samen met arbeidsintegratiebedrijf Dethon, Hulst wat echte concurrentie op de re-integratiemarkt uitsluit. Het trajectaanbod in Vlaardingen is erg omvangrijk waardoor Vlaardingen het onoverzichtelijk kan worden. Westland heeft voldoende instrumenten beschikbaar voor re-integratie van verschillende categorieën klanten, maar biedt ook ruimte Westland aan klantmanaqers om maatwerk toe te passen. De samenwerking met re-integratiebedrijven op managementniveau is Emmen goed. Op klantniveau wisselt het nogal. Schiedam
RKC
Schiedam voert als gevolg van een motie van de SP steeds meer re-integratietrajecten in eigen beheer uit.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
19
6
Uitvoering
6.1
Onderzoeksvraag
Voor dit onderdeel is de volgende onderzoeksvraag relevant:
6.2
Looptijd van re-integratievoorzieningen Figuur 9
Gemiddelde doorlooptijd per voorziening (in kalenderdagen) Emmen
Doorlooptijd
Hulst
458
Schiedam
91
Vlaardingen
331
Westland
Gemiddeld
46
231
Figuur 9 geeft de gemiddelde tijd weer tussen de startdatum van de voorziening (lees: het aanbod aan de klant) en de beëindiging ervan. Doorlooptijd van een gemiddeld traject loopt behoorlijk uiteen, van 46 dagen in de gemeente Westland tot 458 dagen in de gemeente Emmen. De gemiddelde doorlooptijd in Schiedam is 331 dagen. Dat betekent dat cliënten in Schiedam gemiddeld relatief lang in een traject zitten. Nadeel van langere trajecten is dat iemand niet snel weer beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dus gevaar loopt gedemotiveerd te raken om weer aan het werk te gaan. Figuur 10
Gemiddelde doorlooptijd kalenderdagen) Emmen
Doorlooptijd
343
Hulst
per
voorziening
Schiedam
147
617
loonkostenvoorziening
Vlaardingen
-
Westland
242
(in
Gemiddeld
337
De gemiddelde doorlooptijd van voorzieningen met een loonkostensubsidie hebben we in figuur 10 weergegeven. Deze voorzieningen duren gemiddeld langer dan andere instrumenten, en kosten ook meer (zie figuur 7 en 8). Ook hier zijn grote verschillen. In Hulst duren trajecten met een loonkostensubsidie nog geen half jaar. In Schiedam duren deze trajecten gemiddeld meer dan anderhalf jaar. In de doorlooptijd van Schiedam zijn de vangnetbanen (oud-ID» en oud-WIW') meegenomen. Deze banen bestaan sinds 1994 (+/100 in 2007) en kennen geen einderegeling. De opstapbanen van Schiedam kennen een maximum van 21 maanden (630 dagen). In de praktijk worden deze banen vooral bij Schiewerk ingezet maar vaak niet voor de volledige 21 maanden. Het derde loonkostensubsidie-instrument van Schiedam kan slechts voor 12 maanden worden ingezet.
RKC
8
ID-banen waren gesubsidieerde banen in de collectieve sector, zoals stadswacht, tramcontroleur of klassenassistent. De uitstroom uit ID-banen naar niet-gesubsidieerde arbeidsplaatsen viel tegen. De regeling is daarom afgebouwd.
9
WIW = Wet Inschakeling Werkzoekenden. De WIW was bedoeld om jongeren die binnen twaalf maanden nog geen werk of scholingsplaats gevonden hadden, werkervaring te laten opdoen in een zogenoemde WlW-baan. Het ging daarbij om tijdelijk werk.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
20
6.3
Samenwerking
In het uitvoeringsplan wordt het belang aangegeven van samenwerking met externe instellingen. Hierbij gaat het onder andere over de samenwerking met de ketenpartners CWI en UWV. Daarnaast moet meer samenwerking worden gezocht met werkgevers en scholingsinstellingen. Ook nieuwe partners, zoals welzijnsinstellingen en sportverenigingen, Riagg, Maatschappelijk Werk, verslavingszorg en schuldhulpverlening, lokaal zorgnetwerk, de samenwerking in het kader van het Wijk Actieplan Nieuwland en de samenwerking rond de zorgtrajecten worden bij het beleid betrokken. Bijvoorbeeld bij het uitvoeren van wijkgerichte activiteiten. De uitwerking en resultaten van deze samenwerking zijn ons niet bekend, wat niet wil zeggen dat er geen resultaat zou zijn. Het leert de gemeente dat zij haar resultaten, ook haar successen, beter voor het voetlicht kan brengen. In het zogeheten Forumoverleg van het Platform Arbeidsmarkt Rijnmond is begin 2006 overeenstemming bereikt over de wijze waarop de Rijnmondgemeenten zich willen positioneren op de regionale arbeidsmarkt (matching vraag en aanbod). Overeenstemming bestaat over de oprichting van werkgeversservicepunten in 4 regio's, te weten: Rotterdam, Dordrecht, Spijkenisse en Schiedam. De verantwoordelijke portefeuillehouders van de drie Waterweggemeenten hebben de intentie uitgesproken om gezamenlijk met het CWI en werkgevers met voorstellen te komen. Schiedam is trekker van het project. Het werkgeverservicepunt is een centraal punt (zowel fysiek als digitaal) waar werkgevers uit de private en publieke sector terecht kunnen met alle zaken rondom werk, vacatures, stages en opleidingszaken. De pilot digitaal WSP is recentelijk geëvalueerd en er is bestuurlijk besloten het WSP verder door te ontwikkelen.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
21
Resultaten 7.1
Onderzoeksvraag
Voor dit onderdeel is de volgende onderzoeksvraag relevant:
7.2
Financiële resultaten
In het hoofdstuk over de inzet van middelen is het W-budget al aan de orde gekomen (zie onder 5.2). Daar bleek dat de gemeente Schiedam in 2007 ongeveer de helft van het geld uit het werkdeel (het budget voor 2007 plus het restant van 2006) heeft gebruikt. Naast uitgaven voor het inkopen van re-integratievoorzieningen en betaling van loonkostensubsidies uit het W-deel, maakt de gemeentelijke organisatie ook kosten voor het ambtelijk apparaat (uitvoeringskosten). Figuur 11
Kosten
Emmen
Hulst
Schiedam
Vlaardingen
Westland
Gemiddeld
€1.039
€809
€429
€607
€1.009
€778
Figuur 11 betreft de uitvoeringskosten per cliënt in de bijstand. De uitvoeringskosten bestaan uit de personele kosten van alle gemeentelijke medewerkers (inclusief leidinggevenden) die werkzaamheden verrichten in het kader van het re-integratiebeleid en de kosten van het inhuren van personeel van derden, zoals gemeenten, stichtingen en/of externe bureaus voor het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van het re-integratiebeleid. Denk hierbij aan klantmanagement, werkgeversbenadering, beleidsontwikkeling en inkoop en beheer van contracten met re-integratiebedrijven. De kosten van (onderdelen van) ingekochte trajecten of instrumenten in het kader van arbeidstoeleiding of sociale activering door reintegratiebureaus zijn hier uitdrukkelijk buiten gehouden. De uitvoeringskosten per cliënt in de bijstand zijn in Schiedam het laagst met € 429 per cliënt. De kosten zijn het hoogst in de gemeente Emmen met € 1.039. Met ervaring uit de benchmark WWB kunnen we zeggen dat de kosten in Schiedam aan de lage kant zijn. Figuur 12
Aandeel van diensten derden op totale personele uitgaven Emmen
Aandeel
26%
Hulst
Schiedam
10%
10%
Vlaardingen
63%
Westland
83%
Gemiddeld
38%
De inhuur van derden voor acdviteiten op het vlak van re-integratie (figuur 12) wisselt sterk per gemeente. Oorzaken kunnen liggen in personeelsverloop of langdurige ziekte, maar ook in de wens om te werken met een flexibele schil van personeel die snel kan worden aangepast aan de situatie. Vlaardingen (meer dan de helft) en Wesdand (83%) huren veel personeel in ten opzichte van de andere deelnemers aan dit onderzoek. Ingehuurd personeel is vaak
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
22
duurder dan eigen personeel. De gemeente Schiedam huurt relatief weinig diensten van derden in. Ook als we dit vergelijken met het gemiddelde uit de WWB benchmark van 18% is het erg weinig. Dat draagt bij aan de relatief lage uitvoeringskosten van de gemeente Schiedam. 7.3
Aantallen in een voorziening
Volgens de WWB hebben alle mensen met een bijstandsuitkering in principe een arbeids- en re-integratieplicht. Toch kunnen er in praktijk redenen zijn om mensen tijdelijk te ontzien of prioriteiten te stellen in groepen die starten met re-integratietrajecten. Hieronder brengen we in beeld welk aandeel mensen een re-integratievoorziening kreeg aangeboden. Fiauur 13
Percentaqe WWB cliënten in een re-integratievoorziening Emmen
Cliënten in voorziening
57%
Hulst
Schiedam
Vlaardingen
65%
93%
52%
67%
Westland
Gemiddeld
67%
Gemiddeld benchmark (n=17)
44%
Het percentage dat in figuur 13 wordt weergegeven is het aandeel mensen met een uitkering dat gedurende het jaar 2007 een aanbod heeft gekregen om deel te nemen aan een reintegratievoorziening. Hulst heeft in 2007 67% van de cliënten een voorziening aangeboden. In Westland ligt dat op 65% en in Vlaardingen ligt het percentage met 93% veel hoger. De gemeente Schiedam scoort hier duidelijk onder gemiddeld met 52%. De gemeenten hebben volgens de WWB, binnen zelf gestelde kaders, ook de plicht om mensen met een nabestaandenuitkering (ANW'ers) en mensen zonder bijstandsuitkering (zogenaamde NUGGERS10) te helpen bij toeleiding naar werk. Figuur 14
Percentage ANW'ers en NUGGERS in een re-integratievoorziening Emmen
Hulst
Schiedam
Vlaardingen
Westland
Gemiddeld
Gemiddeld benchmark (n=17)
Aandeel
5%
1%
3%
2%
1%
2%
1%
Hierboven ziet u welk aandeel de ANW'ers en NUGGER hebben in de re-integratieinspanningen van de gemeente. Gemiddeld genomen gaat het om een heel klein aandeel van 2%. Schiedam heeft met 3% een relatief grote groep NUGGERS hulp geboden. Het aantal voorzieningen waarbij loonkostensubsidies is verstrekt is hieronder gespecificeerd.
1
RKC
NUGGER = Niet Uitkerings Gerechtigde.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEIO GEMEENTE SCHIEDAM
23
Figuur 15
Aandeel
Percentage loonkostensubsidies op het totaal aan voorzieninaen Emmen
Hulst
Schiedam
Vlaardingen
Westland
Gemiddeld
Gemiddeld benchmark (n=17)
40,4%
14,4%
6,6%
23,9%
5,7%
22,7%
18,1%
In de gemeente Vlaardingen is in 24% van de gevallen sprake van een loonkostensubsidie. In de gemeente Hulst ligt dat percentage op 14%. De gemeenten Wesdand en Schiedam zetten dat instrument het minst vaak in. Slechts 6% van de trajecten is in Schiedam voorzien van loonkostensubsidie. 7.4
Resultaat van voorzieningen
De re-integratieactiviteiten van de gemeente hebben primair tot doel om mensen uit te laten stromen uit de uitkering door middel van een reguliere baan. Re-integratietrajecten dragen daar aan bij, maar kunnen ook andere resultaten opleveren. Cliënten kunnen ook om een andere reden uitstromen, zoals een verhuizing of overlijden. In dit onderzoek is uitgegaan van de voorzieningen die in 2007 zijn beëindigd (ongeacht de datum waarop ze die voorziening zijn gestart). In Schiedam waren dat er 1551 in 2007. Voor het beëindigen van een voorziening zijn vier mogelijke redenen: •
Mensen die een voorziening aangeboden hebben gekregen, maar hebben afgezien van verdere deelname. In principe zou dat moeten leiden tot een sanctie, want cliënten zijn verplicht om mee te werken aan hun re-integratie. Desondanks gebeurt het in de praktijk echter regelmatig.
•
Mensen die zijn gestart aan het traject, maar die deelname aan de voorziening (vroegtijdig) beëindigen, omdat voorzetting van de kant van de gemeente niet als zinvol wordt ervaren. • Uitstroom uit de uitkering naar regulier werk. •
Uitstroom uit de uitkering, maar niet naar regulier werk. Bijvoorbeeld uitstroom naar de sociale werkvoorziening (WSW) of ten gevolge van verhuizen, overlijden, een nieuwe relatie met iemand die inkomen heeft et cetera.
In figuur 16 staan percentages die behoren bij de bovenstaande vier redenen van beëindiging van een voorziening.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
24
Figuur 16
Verloo voorzieningen Emmen
Hulst
Schiedam
Vlaardingen
Westland
Gemiddeld
Ziet af van verdere
Gemiddeld benchmark (n=17)
37%
2%
24%
12%
17%
14%
5%
3%
0%
42%
18%
25%
21%
21%
5%
44%
29%
33%
40%
37%
40%
55%
53%
6%
38%
18%
29%
28%
deelname Deelname beëindigd Uitstroom naar regulier werk Uitstroom met andere reden
Het percentage cliënten dat tijdens hun traject besluit af te zien van verdere deelname is in Schiedam gemiddeld 24%. In Emmen is die groep het grootst met 37%, terwijl in Hulst deze groep op 2% ligt. De groep waarvoor deelname door de gemeente is beëindigd is in Schiedam ook groot, namelijk 42%. Gemiddeld is die 21% en in Hulst zelfs 0%. De uitstroom naar regulier werk is het hoogst in Hulst en het laagst in Schiedam. In Hulst stroom vervolgens 53% uit met een andere reden dan werk, wat in Schiedam met 6% weer veel lager ligt dan het gemiddelde. De uitstroom naar regulier werk is in de gemeente Schiedam met 29% laag te noemen. Daarnaast is het aantal uitvallers (personen die afzien van verdere deelname, of waarvoor de gemeente vroegtijdig beëindigt) in het traject in Schiedam erg hoog. Dat kan duiden op een slechte match tussen klant en re-integratieaanbod en op een ineffectieve handhaving. Kanttekening is dat slechts 6% om een heel andere reden uitstroom dan werk. Fiquur 17
Aandeel
Bestandsontwikkelinq bestand 1 8-65 jaar eind 2007 (indexcijfer 100=1-1-07)" Gemiddeld 12 Gemiddeld benchmark Schiedam Vlaardingen Westland Hulst Emmen (n=80) 90,1 88,4 90,6 86,8 94,7 86,6 83,5
In figuur 17 treft u de bestandsontwikkeling aan van het uitkeringsbestand van de sociale dienst over het jaar 2007. Het is een indexcijfer, waarbij 1 januari 2007 is gesteld op 100. Het betreft hier de ontwikkeling van het aantal uitkeringen. Gehuwden krijgen hun uitkering samen en worden in de uitkeringsadministratie als één uitkering geteld. De gemeente met de grootste bestandsdaling is de gemeente Emmen. De gemeente Schiedam heeft met 94,7 een ondergemiddelde bestandsdaling. Zowel de instroom als de uitstroom heeft een effect op de bestandsontwikkeling. Immers, als de instroom even hoog zou zijn als de uitstroom dan zou er netto geen ontwikkeling zijn. Uit de benchmark WWB 2007 blijkt dat de totale instroom in Schiedam (30,5% van het bestand) niet afwijkt van benchmarkgemeenten van dezelfde omvang (gemiddeld 30,5% van het bestand). De totale 11 12
RKC
Bron: Benchmark WWB 2007 Bron: CBS 2007
QU1CK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
25
uitstroom ligt in Schiedam (35,8% van het bestand) iets lager dan het gemiddelde van de benchmarkgemeenten van dezelfde omvang (37,7%). Uit de cijfers van de benchmark blijkt dat de uitstroomkant de lagere bestandsdaling van Schiedam veroorzaakt. Wel moet opgemerkt worden dat het verschil in bestandsontwikkeling tussen gemeenten van vergelijkbare omvang in de benchmark (gemiddeld 90,1) wat kleiner is dan het verschü in dit onderzoek. De kleinere bestandsdaling is niet alleen te verklaren door de tegenvallende resultaten van de voorzieningen, waarbij veel cliënten voorafgaand of tijdens het traject uitvallen en een beperkte uitstroom naar werk. Naast het resultaat van voorzieningen is er ook uitstroom naar werk die niet het directe gevolg is van een voorziening (bijvoorbeeld als mensen zelf werk vinden) en uitstroom om andere redenen. In 2007 zijn totaal 783 klanten uitgestroomd, 41% hiervan is uitgestroomd maar werk. De overige 59% uitstroom is het gevolg van handhaving, verhuizing, overlijden etc. Ter referentie staat hieronder het budget I-deel. Het budget komt tot stand door de bepaling van een macrobudget door het rijk, wat vervolgens met een verdeelsleutel wordt verdeeld. De omvang van het macrobudget is gebaseerd op de gemiddelde bestandsdaling in het voorgaande jaar. De verdeelsleutel wordt bepaald op basis van negen objectieve kenmerken, zoals het aantal werkloosheidsuitkeringen, het aantal laag opgeleiden 15-64 jaar en het aantal huurwoningen. Een tekort of overschot ontstaat doorgaans door een te kleine bestandsdaling (minder dan het gemiddelde) en in sommige gevallen door een ongelukkige combinatie van scores op de objectieve verdeelkenmerken. Gemeenten die een tekort op het budget hebben van 10% of meer kunnen bij het rijk in aanmerking komen voor compensatie. Figuur 18
Budgetresultaat I-deel 2007 (al 5 % van hetbudget)13 Emmen
l-deel
-2,60%
Hulst -7,90%
Schiedam
Vlaardingen Westland14
9,90%
10,00%
-0,88%
Gemiddeld 1,70%
Gemiddeld benchmark (n=80) 2,14%
Figuur 18 geeft een overzicht van de tekorten en overschotten op het budget inkomensdeel zoals dat door het ministerie is verstrekt in 2007. Westland had bijvoorbeeld een klein tekort ten opzichte van het budget, net als Emmen. Hulst had een aanzienlijk groter tekort. Schiedam en Vlaardingen hebben beide een heel groot overschot op het budget. Gemiddeld is het budgetresultaat in deze groep 1,70%.
13 14
RKC
Bron: Benchmark WWB 2007 Bron: CBS
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
26
8
Evaluatie
8.1
Onderzoeksvraag
Voor dit onderdeel is de volgende onderzoeksvraag relevant:
8.2
Informatie voor de raad
Duaal besturen betekent in essentie dat de gemeenteraad beleid controleerbaar vastlegt en maatschappelijk effect achteraf beoordeelt aan de hand van een resultaatmeting. Dit zijn de eerste en laatste stap in een beleidscyclus. De tussenliggende stappen (plannen, uitvoeren en meten) worden door het college en het ambtelijk management ingevuld. Die verdeling plaatst de gemeenteraad prominenter dan voorheen in een sturende rol. Om de sturende rol waar te kunnen maken moet de gemeenteraad zijn doelen niet alleen zodanig stellen dat daarover heldere verantwoording mogelijk is, maar is ook een helder en volledig inzicht nodig in de resultaten van het beleid. Anders valt er weinig te evalueren en bij te stellen. De informatie die de raad krijgt bestaat uit de bestuursrapportage (BERAP) en de jaarrekening. Aan de hand van de jaarrekening van 2007 kan worden gezegd dat informatie ontbreekt over het effect van de afdelingen die bij (de uitvoering) van het beleid zijn betrokken. Zo ontbreekt een overzicht van uitstroomresultaten en het verband de bestandsontwikkeling. De ontwikkeling op de indicatoren uit de programmabegroting ontbreken eveneens. Er is bij de presentatie van de jaarrekening in de gemeenteraad in 2007 wel een mondelinge toelichting gegeven over de voortgang en resultaten van het re-ingratiebeleid. Deze mondelinge toelichting is door de raad gewaardeerd. In box 6 vind u een overzicht van de bevindingen bij de deelnemende gemeenten. Box 6 Hoe functioneert systematische rapportage richting raad? Systematische rapportage richting raad Gemeente De gemeenteraad krijgt onvoldoende informatie om goed te beoordelen wat Hulst het beleid heeft opgeleverd en welke financiële middelen zijn gebruikt. Aan raad wordt hoofdzakelijk financieel gerapporteerd. Vlaardingen De gemeenteraad krijgt voldoende informatie om goed te kunnen Westland beoordelen wat het beleid heeft opgeleverd en gekost. Aan raad wordt hoofdzakelijk financieel gerapporteerd. Emmen Schiedam
RKC
Aan de hand van de jaarrekening kan worden gezegd dat informatie ontbreekt over het effect van de afdelingen die betrokken zijn bij de (uitvoering van) het beleid.
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
27
Kaderstellende raad
Er is geen sprake van een actieve betrokkenheid van de gemeenteraad bij het reintegratiebeleid. Er is wel sprake van een toenemende belangstelling voor dit onderwerp sinds de invoering van de WWB. Zo is de kadernota interactief tot stand gekomen met de raad.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
28
Conclusies Op basis van het onderzoek formuleert de RKC de belangrijkste conclusies aan de hand van de verschillende aspecten van de beleidscyclus. Beleid
Ten aanzien van het beleid: • Er zijn deels SMART doelstellingen geformuleerd op het terrein van re-integratie op basis waarvan de raad haar kaderstellende en sturende rol kan vervullen. • Een duidelijke prestatiebeschrijving op onderdelen van het beleid ontbreekt. De maatschappelijke effecten die in de vorm van indicatoren zijn verwoord in de programmabegroting zijn niet specifiek genoeg om de prestaties van sociale zaken te meten. • De gemeente hanteert de re-integratieladder (zorg, sociale activering, gesubsidieerde arbeid, work first, directe toeleiding naar werk) als conceptueel model om de beschikbare instrumenten op het terrein van maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie in samenhang aan te bieden. • De betrokkenheid van lokale en regionale werkgevers wordt in het beleid expliciet opgenomen als cruciaal. Precieze uitwerking en resultaten van deze beleidskeuze is niet altijd even duidelijk. Inzet van middelen
Ten aanzien van de middelen en organisatie: • De gemeente Schiedam houdt in 2007 ongeveer 50% over van het W-deel. • In het voorlopig verslag WWB 2007 blijkt dat het budget I-deel ontoereikend is voor de financiering van de inkomensvoorziening. • Uit de benchmark WWB 2007 blijkt duidelijk dat de afdelingen Werk en Inkomen in de gemeente Schiedam relatief veel formatie hadden en een relatief laag aantal klanten per fte (18,0 tegen 22 gemiddeld in de benchmark), wat kan worden geïnterpreteerd als een lage werkdruk. De formatie die bij re-integratieactiviteiten is betrokken is echter niet overdreven groot. Het beeld van een lage werkdruk op werkvloerniveau, wordt in interviews ook niet bevestigd. • Het is niet mogelijk voor de gemeente Schiedam om de gemiddelde kosten per voorziening te berekenen • Er is in Schiedam sprake van redelijk heldere werkinstructies maar deze worden niet snel aangepast aan nieuwe situaties. Ook wordt geconstateerd dat de gemeentelijke organisatie een sterk getrapte organisatie is, waarin de besluitvoering nogal traag verloopt. • Als gevolg van de motie van de SP die door de gemeenteraad is aangenomen bij de begrotingsbehandeling 2007 voert de gemeente steeds meer re-integratietrajecten in eigen beheer uit.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
29
Uitvoering
Ten aanzien van de uitvoering: •
Met een gemiddelde trajectduur van 331 dagen zitten cliënten in Schiedam gemiddeld relatief lang in een traject. Nadeel van langere trajecten is dat iemand niet snel weer beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dus gevaar loopt gedemotiveerd te raken om weer aan het werk te gaan.
•
Er wordt nadrukkelijk belang gehecht aan het uitvoeren van het beleid in samenwerking met externe partijen op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. De concrete resultaten van deze samenwerking is niet altijd even duidelijk.
Resultaten
Ten aanzien van de resultaten: •
De uitvoeringskosten per cliënt in de bijstand zijn in Schiedam in vergeleken met de andere gemeenten het laagst met € 429 per cliënt. • De gemeente Schiedam huurt relatief weinig diensten van derden in. Ook als we dit vergelijken met het gemiddelde uit de WWB benchmark van 18% is het erg weinig. Dat draagt bij aan de relatief lage uitvoeringskosten van de gemeente Schiedam. • Schiedam heeft met 3% een relatief grote groep NUGGERS ondersteuning geboden. • De uitstroom uit re-integratievoorzieningen naar regulier werk is in de gemeente Schiedam met 29% laag te noemen. Daarnaast is het groot aantal uitvallers voorafgaand en in het traject in Schiedam erg hoog. Dat duidt op een slechte match tussen klant en reintegratieaanbod en op een ineffectieve handhaving. Kanttekening is dat slechts 6% om een heel andere reden uitstroom dan werk. •
De gemeente Schiedam heeft eind 2007 nog 94,7% van het bestand waarmee begin 2007 is gestart. Dat betekent een ondergemiddelde bestandsdaling. Dit is mede te verklaren door de tegenvallende resultaten van de voorzieningen, waarbij veel cliënten voorafgaand of tijdens het traject uitvallen en een beperkte uitstroom naar werk.
Evaluatie
Ten aanzien van de evaluatie: •
De informatie die de raad krijgt bestaat uit de najaarsnota en de jaarrekening. Aan de hand van de jaarrekening van 2007 kan worden gezegd dat informatie ontbreekt over het effect van de dienst sociale zaken. • Er is geen sprake van een actieve betrokkenheid van de gemeenteraad bij het reintegratiebeleid. • Er is wel sprake van een toenemende belangstelling voor dit onderwerp sinds de invoering van de WWB. Zo is de kadernota interactief tot stand gekomen met de raad.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
30
10
Aanbevelingen Aan het college: Verbeter de doelstellingen zodanig dat een duidelijke prestatiebeschrijving op onderdelen van het re-integratiebeleid zichtbaar wordt, waardoor de gemeenteraad op basis daarvan zijn kaderstellende (sturende) en controlerende rol kan vervullen ten aan zien van het re-integratiebeleid. Verbeter de beschrijving van de indicatoren van de maatschappelijke effecten die zijn opgenomen in de programmabegroting, waardoor de prestaties van de afdelingen die aan reintegratie werken te meten zijn. Verbeter de aan de raad te verstrekken informatie, in jaarverslagen en tussentijdse verslagen, zodat er ook inzicht wordt verstrekt in de - meetbare - resultaten. Verbeter de uitwerking en beschrijving van de te bereiken resultaten met de bij de uitvoering van het beleid betrokken lokale en regionale werkgevers. Verbeter de trajectadministratie door er op toe te zien dat deze niet alleen tijdig, juist en volledig wordt gevuld, maar ook dat deze het mogelijk maakt om de gemiddelde kosten per voorziening te berekenen. Verbeter de administratieve organisatie zodat werkinstructies tijdig aan veranderde situaties kunnen worden aangepast. Verander de werkwijze van de afdelingen die betrokken zijn bij re-integratie zodanig, dat het "denken" en "materieel faciliteren" vanuit de regelgeving veel meer gericht wordt op het creëren van kansen en stimuleren van de cliënten (zodat de uitval voorafgaande of tijdens een traject wordt verkleind en de kansen op de arbeidsmarkt toenemen). Aan de raad: Vergroot de actieve betrokkenheid bij het beleidsveld door bijvoorbeeld in een bijeenkomst geïnformeerd te worden over het ambitieniveau en de mogelijkheden van het beleid, waarbij medewerkers uit de uitvoering aanwezig zijn om uideg te geven. Ook kan aandacht worden besteed aan specifieke onderwerpen, bijvoorbeeld de re-integratie van alleenstaande vrouwen met kind en de groep 57-65 jaar.
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
31
Bijlage 1 • • • • • • • • • • • •
RKC
Geraadpleegde documenten
Re-integratieverordening 2007 Beleidsplan "Nota aan de slag" Uitvoeringsplan 2007 Beleidsregels re-integratie 2007 Adviesnota's 2007 Programmabegroting 2005 - 2007 Productenbegroting 2005 - 2007 Bestuursrapportages 2007 Managementrapportages 2007 Jaarrekening 2007 Overeenkomsten met re-integratiebedrijven SNO CWI 2006
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
33
Bijlage 2
Lijst van geïnterviewden
• Mw. C.A.C. Daskalakis - wethouder Sociale Zaken gemeente Schiedam • Mw. J.E.M. Olsthoorn - afdelingsmanager Werk gemeente Schiedam • Mw. I. Sahetapy - teamleider klantmanagement gemeente Schiedam • Dhr. E. Nieuwenhuijzen - senior beleidsadviseur, gemeente Schiedam • Dhr. A. van den Broek - beleidsadviseur, gemeente Schiedam • Mw. M. Geise - senior klantmanager, gemeente Schiedam • Mw. I. Bosua - klantmanager, gemeente Schiedam • Dhr. L. Berkhof - afdelingsmanager Schiewerk • Mw. M. Schippers - beleidsmedewerker Schiewerk
RKC
QUICK SCAN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SCHIEDAM
35