AGC 22-05-2013 Bijlage 3
Concept-programma en voorstellen Drechtstedendinsdag 11 juni 2013 MET UITZONDERING VAN DE ‘CONCEPT’ VOORSTELLEN ! Deze zijn alleen per mail toegezonden. De secretaris Drechtsteden zal ter vergadering een toelichting over deze stukken geven.
versie 16 mei Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 11 juni 2013 Locatie: Gemeentehuis Zwijndrecht, Raadhuisplein 3 17.00-18.00 uur
Themabijeenkomst voor raad- en collegeleden Regionale Structuurvisie In 2006 is de regionale structuurvisie “Ruimte Geven” vastgesteld, en in 2008 de daarop volgende “Realisatiestrategie”. Sindsdien is er veel veranderd waardoor beide documenten aan herijking toe zijn. De nieuwe structuurvisie wil inspelen op de veranderingen in de wijze waarop stedelijke ontwikkeling nu en in de toekomst plaatsvindt. Er zal veel meer sprake zijn van organische groei, waarbij ingespeeld wordt op particuliere initiatieven (burgers, organisaties en bedrijven). Daarbij hoort een andere rol van de overheid en ook een ander soort structuurvisie. “profiel, agenda en ontwikkelstrategie” staat centraal: Wie zijn wij als regio, wat past daarbij en waar zetten we samen met andere partijen op in. De ruimtelijke kwaliteit van dit gebied als randvoorwaarde voor “samen aantrekkelijke stad aan het water” vormt daarom een belangrijk onderdeel van de structuurvisie. Deze themabijeenkomst staat in het teken van het van gedachten te wisselen over de nieuwe accenten in de structuurvisie (zoals ruimtelijke kwaliteit als toetsingskader, nieuwe rol van de overheid en inzetten op het scheppen van randvoorwaarden voor ontwikkelingen). De themabijeenkomst krijgt de vorm van een interactieve informatieoverdracht waarbij u in één uur op hoofdlijnen wordt bijgepraat over de laatste stand van zaken en de voortgang. Tevens wordt u in de gelegenheid gesteld hierover informerende vragen te stellen. In de Carrousel zal vervolgens dieper op de inhoud worden ingegaan.
18.00-18.50 uur 18.50-19.20 uur
Gezamenlijke maaltijd Fractieoverleg
Carrouselvergaderingen voor raadsleden BESTUUR en Concept-Jaarstukken Gr Drechtsteden 2012 (opiniërend) MIDDELEN Bevoegdheid: Drechtraad 19.30-21.30 uur De GrD sluit af met een positief resultaat van € 15,1 miljoen. Na verwerking van de reserveringsregeling en terugbetaling aan het rijk bedraagt het positieve saldo van de GRD € 10,7 miljoen. In de stukken is een samenvatting per dochter weergegeven en vervolgens een uitsplitsing van het financiële resultaat de grote afwijkingen per dochter weergegeven. T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 60 min. Bijlage BM1: - Voorstel concept-jaarstukken Gr Drechtsteden 2012 - Concept-jaarstukken 2012 versie d.d. 17 april 2013 - Accoutantsverslag - Reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag - Advies CWD Jaarverslag en ID-subsidie - Reactie pfh Sociaal op advies CWD Jaarverslag en ID-banen - Concept-besluit Drechtraad Portefeuillehouder: R.T.A. Korteland Concept-Primaire begroting Gr Drechtsteden 2014 (opiniërend) Bevoegdheid: Drechtraad Zoals gebruikelijk is de primaire begroting gebaseerd op het staand beleid, in de begroting zijn geen voorstellen voor nieuwe beleid opgenomen. Daarmee komt, net als vorig jaar, de nadruk te liggen op de actualisering van de begroting, die aan de Drechtraad ter vaststelling zal worden aangeboden in januari 2014. T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 15 min. Bijlage BM2: - Voorstel concept-primaire begroting GrD 2013 - Concept-primaire begroting 2014 d.d. 17 april 2013 - Concept-besluit Drechtraad
-2-
versie 16 mei Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 11 juni 2013 Locatie: Gemeentehuis Zwijndrecht, Raadhuisplein 3 Portefeuillehouder: R.T.A. Korteland Toekomst Organisatienetwerk (informerend) Bevoegdheid: lokaal Op verzoek van de Drechtraad staat de evaluatie van de ambtelijke proeftuinen Drechtsteden op het programma. Deze evaluatie vormt het sluitstuk van de DSB-bestuursopdracht voor de ambtelijke samenwerking van de zes gemeentelijke organisaties en de GRD-organisatie, de proeftuinen, welke eind 2012 is afgerond. De ervaringen die zijn opgedaan in het proeftuinjaar vormen voor de ambtelijk eindverantwoordelijke secretarissen inspiratie voor verdere ontwikkeling van het organisatienetwerk, verwoord in bijgevoegde Visie op het werken in de Drechtsteden. Bespreking van de evaluatie en Visie van ONS-D heeft lokaal plaatsgevonden. De samenwerking in het ambtelijk domein haakt aan bij de ontwikkelingen in het politiek-bestuurlijke domein om zo optimaal mogelijk aan de vele maatschappelijke veranderingen en de ambities van bestuur te kunnen blijven voldoen : de regionale politieke strategische agenda, de programmering op regionale thema’s, het netwerkbestuur en het ondersteunende ambtelijke organisatienetwerk. Elk van deze dossiers kent zijn eigen dynamiek, proces en bevoegdheden en wordt separaat uitgewerkt, maar in de uitwerking worden deze onderdelen op elkaar aangesloten. In de bijlage wordt u, als onderdeel voor uw gesprek, een tekst voorgelegd over de toekomst van het organisatienetwerk Drechtsteden. Deze tekst zal worden opgenomen in de, na afronding van de debatten over de onderdelen, voor te leggen totaalnotitie over de Samenwerking en Toekomst Drechtsteden (dus een geactualiseerde en aangevulde versie van de hoofdnotitie zoals voorleg in de Carrousel Bestuur van 5 februari jl). Doel van vandaag is de evaluatie en visie van ONS-D oriënterend te bespreken en uw bevindingen op te halen als input voor de concepttekst voor de organisatieparagraaf in de totaalnotitie. Bijlage BM3: - Paragraaf organisatienetwerk uit Totaalnotitie over samenwerking en toekomst Drechtsteden - Evaluatie proeftuinen - Visie van ONS-D op het werken in de Drechtsteden T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 45 min. Portefeuillehouder: A.B. Blase Voorzitter: ………. Griffier: …… SOCIAAL 19.30-21.30 uur
Decentralisatie AWBZ (informerend) Bevoegdheid: meervoudig lokaal De decentralisatie AWBZ wordt gezamenlijk door de 6 Drechtstedengemeenten opgepakt. De visie AWBZ is inmiddels met de lokale raden en de Drechtraad besproken. Nu de invoeringsdatum voor de decentralisatie AWBZ is vastgesteld op 1 januari 2015, zijn de voorbereidingen voor beleidsontwikkeling en implementatie in volle gang. Vanavond willen wij (alle) raadsleden graag vroegtijdig meenemen in deze inhoudelijke ontwikkelingen omdat de lokale besluitvorming in colleges en raden naar verwachting eind 2013 of begin 2014 zal plaatsvinden. Wij zullen u breed informeren over de actuele stand van zaken van de decentralisatie AWBZ, de inhoud van de maatregelen in de Langdurige Zorg en een eerste inzicht bieden in de mogelijke beleidskeuzes. Er is ruimte voor vragen/discussie en een inetractief gedeelte waar raadsleden in een vraaggesprek met zorgaanbieders kunnen praten over de consequenties van de hervormingen in de Langdurige Zorg voor cliënten en organisaties. T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 60 minuten Portefeuillehouder: H.P.A. Wagemakers
-3-
versie 16 mei Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 11 juni 2013 Locatie: Gemeentehuis Zwijndrecht, Raadhuisplein 3 Uitvoering organisatie Participatiewet (informerend) Bevoegdheid: Drechtraad, Drechtstedenbestuur, Lokale gemeentebesturen Op 5 maart heeft de Drechtraad ingestemd met het visiedocument over de wijze van organisatie van de uitvoering van de participatiewet per 1 januari 2014. Het Drechtstedenbestuur heeft de Drechtraad toegezegd uiterlijk in juni een uitvoeringsplan te presenteren. In het uitvoeringsplan zijn de verschillende werkzaamheden geclusterd en is beschreven welke resultaten beoogd zijn. De werkzaamheden zijn tevens voorzien van een planning. Bij het opstellen van het uitvoeringsplan is ingespeeld op het in april gesloten Sociaal akkoord. De komende tijd werkt het kabinet de afspraken uit in regelgeving. In september, bij de presentatie van de miljoenennota, moet blijken welke inhoudelijke, bestuurlijke en financiële consequenties het akkoord gaat hebben. Zodra deze gevolgen bekend zijn, zal het Drechtstedenbestuur in september opnieuw afwegen of de integrale aanpak en planning zoals beschreven in het uitvoeringsplan, gehandhaafd blijft. Dit betekent dat tot dat moment wel voorbereidingen plaatsvinden waarbij we rekening houden met de afspraken in het sociaal akkoord, maar er vindt geen implementatie plaats. Er worden tot het moment in september geen finale besluiten genomen, behoudens de vaststelling van het liquidatieplan door het AB Drechtwerk. Hiermee is evenwel nog geen onomkeerbaar besluit genomen over de overheveling van taken, mensen en middelen naar de GR Drechtsteden, waardoor het vaststellen van het liquidatieplan sec niet leidt tot implementatie of investeringen. T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 60 minuten Bijlage S1: - Voorstel: uitvoering organisatie Participatiewet - Uitvoeringplan Keten werk en inkomen Drechtsteden, versie 29 april 2013 - Visiedocument, versie Drechtraad 5 maart 2013 - Brief aan colleges en raden, 21 maart 2013 Portefeuillehouder: E. van de Burgt Voorzitter: ………. Griffier: …… FYSIEK 19.30-21.30 uur
Actualisering kantorenstrategie Drechtsteden (opiniërend) Bevoegdheid: Drechtraad In opdracht van het Drechtstedenbestuur is een actualisatie van de Kantorenstrategie Drechtsteden opgesteld. Daarin worden de belangrijkste opgaven voor de komende jaren geformuleerd op het vlak van beheersing van de plancapaciteit kantoren en het beheer van de bestaande voorraad en leegstand. Regionale afspraken en spelregels worden voorgesteld. T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 45 min. Bijlage F1: - Voorstel: actualisatie kantorenstrategie Drechtsteden - Kantorenstrategie Drechtsteden 2013 - Monitor Kantorenmarkt Drechtsteden 2012 - Concept-besluit Drechtraad - Concept-aanbiedingsbrief aan Gedeputeerde Staten Provincie Zuid-Holland Portefeuillehouder: T.A. Stoop Regionale Structuurvisie (informerend) Bevoegdheid: Drechtraad Deze Carrousel biedt vervolgens de ruimte om dieper op een aantal thema’s uit de concept structuurvisie in te gaan en door middel van het stellen van vragen en discussie daarover nader inzicht te krijgen en overwegingen te delen.
-4-
versie 16 mei Programma Drechtstedendinsdag avondgedeelte d.d. 11 juni 2013 Locatie: Gemeentehuis Zwijndrecht, Raadhuisplein 3 De volgende thema’s worden voorgesteld: 1. Profiel van de regio: Waarom is het belangrijk om dit te beschrijven; wat maakt de regio onderscheidend van andere regio’s en welke bijdrage leveren de verschillende gemeenten daar aan. 2. Opgaven: Wat zijn de belangrijkste opgaven voor de komende jaren waar elke gemeente aan moet werken en wat zijn de specifieke opgaven voor de regio. 3. Ontwikkelstrategie: hoe kunnen we meer ruimte geven aan flexibiliteit en wat kan als aanjager voor ontwikkelingen dienen. Bij het vormgeven van de ambitie “Samen aantrekkelijke stad aan het water” zullen grote en kleine partners in dit gebied een steeds grotere rol gaan spelen. T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 60 min. Bijlage F2: - Rapportage ruimtelijke kwaliteit Drechtsteden d.d. 28 maart 2013 - Discussienotitie structuurvisie regio Portefeuillehouder: T.A. Stoop Visievorming op de doorontwikkeling ROM-D: impuls promotie & acquisitie (oriënterend) Bevoegdheid: regionaal/lokaal Het Drechtstedenbestuur (DSB) heeft de Drechtraad toegezegd een visie neer te leggen op de doorontwikkeling van de ROM-D. Deze notitie schetst welke ambities het Drechtstedenbestuur daarbij voor ogen heeft en brengt in beeld welke concrete stappen het DSB daartoe de komende periode zal zetten. Bijlage F3: - Voorstel: Visievorming op de doorontwikkeling ROM-D: impuls promotie & acquisitie Portefeuillehouder: R.T.A. Korteland T.b.v. AGC: geschatte benodigde tijdsindicatie: 60 min. Voorzitter: ………. Griffier: …… 21.30-21.45 uur
Pauze
21.45-22.45 uur
Drechtraad Zie agenda en stukken Drechtraad.
Alle stukken zijn te vinden via www.drechtraad.nl / Drechtstedendinsdag, de stukken. 22.45 uur
Sluiting met een hapje en drankje
Bijlage BM2
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 11 JUNI 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 2 JULI 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 16-04-2013
Status behandeling Carrousel opiniërend
Steller A. Tolsma
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer 078-7702521
Onderwerp
Concept-Primaire begroting GRD 2014 Voorstel Vaststellen van: 1. de concept begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017; 2. de gemeentelijke bijdragen voor 2014. Bevoegdheid Drechtraad (art. 7 GRD) Samenvatting Deze primaire begroting 2014 is een staand beleid begroting met een pro-forma karakter. Eind 2013 wordt begroting 2014 geactualiseerd en beleidsrijk gemaakt. Toelichting op het voorstel Zoals gebruikelijk is de primaire begroting gebaseerd op het staand beleid, in de begroting zijn geen voorstellen voor nieuwe beleid opgenomen. Daarmee komt, net als vorig jaar, de nadruk te liggen op de actualisering van de begroting, die aan de Drechtraad ter vaststelling zal worden aangeboden in januari 2014. Indexering staand beleid Voorgesteld wordt de indexering van budgetten en gemeentelijke bijdragen nu achterwege te laten, en de voorstellen daartoe op te nemen bij de actualisering van de begroting. Taakstellingen De vastgestelde, oplopende, bezuinigingstaakstelling wordt gerealiseerd zoals besloten, en leidt tot een overeenkomstige daling van de gemeentelijk bijdragen. Die daling loopt op tot 10% in 2015. Voor 2014 bedraagt de taakstelling € 5,5 miljoen. In deze begroting is geen rekening gehouden met een eventuele nieuwe taakstelling als gevolg van de daling van het gemeentefonds. Daarnaast is een taakstelling als gevolg van de zomermotie niet in de cijfers verwerkt. Het financieel beeld per GRD-dochter is als volgt: Bureau Drechtsteden - De provincie Zuid Holland heeft eind 2012 aangegeven de subsidieverstrekking voor preventief jeugdbeleid per 1 juli 2013 stop te zetten. Dit betekent dat het budget voor RAS jeugd voor 2014 vervalt. - De gemeenten (behalve Alblasserdam) hebben in 2009 op basis van de ‘Verkenning klimaatbeleid in de Drechtsteden’ een SLOK-uitkering uit het Gemeentefonds aangevraagd en toegekend gekregen voor het uitvoeren van het Energieprogramma. Vanaf 2014 ontvangen gemeenten deze uitkering niet meer en vervalt deze bijdrage van de gemeenten aan de Drechtsteden.
pagina 2 van agendapunt Primaire begroting GRD 2014
Bestuur en Staf - In de actualisatie van de begroting 2013 is een éénmalig ontwikkelbudget opgenomen voor doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc van de GR Drechtsteden. In de primaire begroting 2014 is dit budget vervallen. Sociale Dienst Drechtsteden - Door de grote onzekerheden over de komende vernieuwing in de sociale zekerheid, en verder Rijksbeleid heeft de begroting een sterk pro forma karakter. Ingenieursbureau Drechtsteden - Toenemende bezuinigingstaakstelling wordt als winstdoelstelling gerealiseerd door verhoging van de productiviteit. Servicecentrum Drechtsteden - Effecten van de nieuwe klantrelatie met GR'en en de nieuwe verrekensystematiek zijn nog niet in de begroting verwerkt. Gemeentebelastingen Drechtsteden - Geen financiële wijzigingen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2013. Onderzoekcentrum Drechtsteden - Geen financiële wijzigingen ten opzichte van geactualiseerde begroting 2013. Consequenties Financiële consequenties De actualisering van begroting 2013 leidt tot wijzigingen van de begroting en de gemeentelijke bijdragen. Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Geen. Advies en draagvlak Niet van toepassing. Verdere procedure, communicatie en uitvoering RCO 17 april 2013 PFO Middelen 25 april 2013 Drechtstedenbestuur 16 mei 2013 Drechtraad 11 juni 2013 opiniërende bespreking Drechtraad 2 juli 2013 ter vaststelling De gemeenten ontvangen de begroting zes weken voor vaststelling door de Drechtraad, zodat zij hun zienswijzen kunnen geven. Na vaststelling door de Drechtraad wordt de begroting naar de toezichthouder, provincie Zuid-Holland, gestuurd. Onderliggende stukken Concept primaire begroting 2014 d.d. 17 april 2013. Concept-besluit Drechtraad.
Bijlage BM3
sterke, aantrekkelijke, bereikbare regio
politiek/maatschappelijk gestuurd rMJP
Toekomst Organisatienetwerk Drechtsteden
programmering: helder belegde bevoegdheden doortastend bestuur, politiek gecontroleerd
Als in te voegen onderdeel in de notitie over Samenwerking en Toekomst Drechtsteden 3 mei 2013
efficiënte en effectieve ambtelijke organisatie
Inleiding Vanaf 2011 wordt debat gevoerd over de Samenwerking en Toekomst in de Drechtsteden. Inmiddels zijn daarin al belangrijke stappen gezet en conclusies getrokken. Om als Drechtsteden een sterke, aantrekkelijke en bereikbare regio te blijven en daarin zelfs verder te ontwikkelen, zijn op de regionale en regio-overstijgende vraagstukken een gezamenlijke politieke kaderstelling, legitimatie en koers noodzakelijk, ‘het politiek/maatschappelijk gestuurd regionaal Meerjarenprogramma’. Die gezamenlijke en specifiek benoemde thema’s in een ‘programmering met helder belegde bevoegdheden’, moeten worden uitgevoerd door een ‘doortastend bestuur, politiek gecontroleerd’, daarbij ondersteund door een ‘efficiënte en effectieve ambtelijke organisatie’ (zie voor een schets van deze onderdelen het bovenstaande embleem). In dit eerste halfjaar van 2013 vindt op elk van deze onderdelen uitwerking plaats, en worden hierover lokaal en in regionaal verband discussies gevoerd. Elk van de onderdelen heeft zijn eigen dynamiek, discussie- en (nog aanstaande) besluitvormingstrajecten, maar in de uitwerking wordt, vanzelfsprekend, ten behoeve van eenheid van kaderstelling, beleid en uitvoering, rekeninggehouden met de andere onderdelen en hetgeen daarover wordt voorbereid en besloten. Een van de onderdelen van de visie op de Samenwerking en Toekomst in de Drechtsteden is de doorontwikkeling van het ondersteunende organisatienetwerk dat het bestuur in zijn opdracht tot invulling en uitvoering van de strategische agenda en bestuurskracht ondersteunt. Hieronder wordt u, als onderdeel voor uw gesprek met het bestuur over de evaluatie proeftuinen en de visie Werken in de Drechtsteden, een tekst voorgelegd over de toekomst van het organisatienetwerk Drechtsteden. Deze tekst zal worden opgenomen in de, na afronding van de debatten over de onderdelen, voor te leggen totaalnotitie over de Samenwerking en Toekomst Drechtsteden (dus een geactualiseerde en aangevulde versie van de hoofdnotitie zoals voorleg in de Carrousel Bestuur van 5 februari jl). Toekomst organisatienetwerk Drechtsteden Ten slotte is er ambtelijke kracht nodig die het bestuur, in zijn opdracht tot invulling en uitvoering van de strategische agenda en in zijn streven bestuurskrachtig op te treden, ondersteunt. Met de bestuursopdracht ‘Toekomstperspectief op de Drechtsteden’ hebben de colleges eind 2011 opdracht gegeven voor de ambtelijke proeftuinen Beleid en Dienstverlening. De bestuursopdracht gaf ruimte om bij deze proeftuinen en de overige ontwikkelperspectieven (zoals ruimtelijke ordening, openbare ruimte en projectmanagement) te experimenteren met de ambtelijke samenwerking ‘als ware het één ambtelijke netwerkorganisatie’. 1
pagina 2 Samenwerking en toekomst Drechtsteden
De ervaringen die zijn opgedaan in de proeftuinen hebben de gemeentesecretarissen en de regiosecretaris, in hun collectieve overleg Overleg Netwerksecretarissen Drechtsteden (ONS-D), geïnspireerd tot een gezamenlijke visie op het werken in de Drechtsteden. De samenwerking in de proeftuinen is als succesvol ervaren, zowel in aanpak als in resultaten. Voordelen bleken in verhoging van de kwaliteit, de vermindering in kwetsbaarheid en de verbetering in efficiency. Tegelijkertijd bleek uit het proeftuinjaar de noodzaak van heldere kaders en afspraken over de aard van samenwerking. Geconcludeerd werd dat de samenwerking in het netwerk over de hele linie verbeterd kan worden door in het ambtelijke domein strakkere sturingslijnen te introduceren en tegelijkertijd de daadkracht en flexibiliteit te vergroten, om daarmee de kwaliteit van het al aanwezige organisatienetwerk verder te verbeteren en in de toekomst aantrekkelijke organisaties te kunnen blijven. Uitgangspunt voor de inrichting van de ambtelijke netwerkorganisatie blijft de autonomie van de deelnemende gemeenten. Met de samenwerking op ambtelijk niveau wordt beoogd de onverminderd hoge lokale en regionale beleidsambities, de ingrijpende veranderingen in de zorg, de woningmarkt en de arbeidsmarkt, de grote sociale opgave en de toenemende kwetsbaarheid van de organisaties, goed op te vangen en uit te voeren. Het organisatienetwerk van de Drechtsteden kan daarin meerwaarde leveren door de aanwezige flexibiliteit en de mogelijkheid om steeds op het juiste niveau te opereren. Daartoe zal in het netwerk intensiever en minder vrijblijvend worden samengewerkt. Borging van nabijheid bij de burger en de bedrijven, het lokaal opdrachtgeverschap en identiteit blijven daarbij belangrijke basisvoorwaarden. Concreet wordt in de uitwerking van de visie op de toekomst van de ambtelijke netwerkorganisatie, een aantal stappen voorbereid op het gebied van uitvoering; bundeling van capaciteit, versterking van de eenduidige sturing van het ambtelijke netwerk, en uniformering van processen en systemen. Vergaande convergentie van werkprocessen en systemen zal de kosten van de bedrijfsvoering en de ambtelijke samenwerking doen verlagen. Voor specifieke klussen en specialismen is het ‘poolen’, het uitwisselen van capaciteit en kennis zoals dat in 2012 in de proeftuinen is gebeurd, het geëigende instrument, wat ook recht doet aan de basisvoorwaarden van borging van lokaal opdrachtgeverschap en verantwoordelijkheden. Uniformering van het personeelsbeleid creëert meer flexibiliteit in de uitwisseling en minder frictiekosten dan zonder een dergelijke gelijkschakeling van het personeelsbeleid mogelijk zou zijn. Daarnaast zal op een aantal taakvelden ambtelijke capaciteit bijeen worden gebracht. In de visie van de secretarissen is eerder een mogelijk toekomstige efficiencykorting op de gezamenlijke ambtelijke organisaties van € 4 mln in 2015 oplopend tot € 6 mln in 2017 genoemd. Voor de zomer wordt aan de colleges gevraagd in te stemmen met het verder uitwerken in een business case van de voordelen (kwalitatief en financieel) en kosten van een gezamenlijke unit voor economische promotie en acquisitie, een Drechtstedelijk Klant Contact Center en gemeenschappelijk Projectmanagement. Deze nadere uitwerking zal voor het eind van 2013 leiden tot lokale besluitvorming over het bijeenbrengen van capaciteit. Het bestuurlijk opdrachtgeverschap voor de ontwikkeling van het organisatienetwerk en de stappen die voortkomen uit de visie op het werken in het Drechtsteden is voor een belangrijk deel een bevoegdheid van de lokale colleges. Daar waar het de GRD-organisatie betreft is het een bevoegdheid van het Drechtstedenbestuur. Om de bestuurlijke verbinding en sturing binnen het netwerk van de Drechtsteden op dit dossier te waarborgen treedt de heer A.B. Blase, uit hoofde van zijn DSBportefeuille netwerkontwikkeling op als coördinerend portefeuillehouder. Er is voor colleges, vanuit hun bestuurlijk opdrachtgeverschap en de autonomie van de deelnemende gemeenten, ruimte voor differentiatie in keuzen voor deelname aan uitvoeringsmaatregelen, wat tegelijkertijd effect zal hebben op het totale resultaat dat met de intensivering van de ambtelijke samenwerking zal worden gerealiseerd. Met deze visie en de uitwerking in uitvoering, bundeling van capaciteit en eenduidige sturing worden de beperkingen die in de huidige ambtelijke samenwerking bestaan en de organisatorische drukte verminderd en belangrijke worden stappen gezet ter ondersteuning van de inhoudelijke ontwikkeling van de Drechtsteden als sterke, aantrekkelijke en bereikbare regio. 2
Bijlage F2
Discussienotitie structuurvisie regio 7 maart 2013 1. Toelichting 2. Profiel Drechtsteden -
Regio: Samen aantrekkelijke stad aan het water Gemeenten: Vanuit eigen kwaliteiten Ruimtelijke kwaliteit
3. Positionering regio -
-
Foto Drechtsteden Drechtsteden in zijn omgeving - Kaart bestuurlijke netwerken - Kaart fysieke netwerken (water, wegen, landschappen) - Ev. Kaart netwerken van de belangrijkste bedrijven - Ev. Kaart netwerken van (woon/werk verkeer, winkelverkeer?) Trends en ontwikkelingen
4. Ambitie en toekomstbeeld -
-
Kansen en bedreigingen ambitie Visie op verstedelijking - ruimtebehoefte - Inbreiden/uitbreiden - Functies - Bereikbaarheid - Veiligheid - Duurzaamheid Visiekaart 2040
5. Ontwikkelstrategie 6.
Stedelijke ontwikkeling: sturen en loslaten Uitgangspunten voor een ontwikkelstrategie Regionale sturing
Regionale agenda
Vloeit voort uit de discussies, is nog geen onderwerp van de discussienotitie (?) - Agenda - Ontwikkelkaart/agendakaart
1
Hoofdstuk 1
Toelichting
Voorliggende notitie bevat het raamwerk voor de geactualiseerde regionale structuurvisie van de Drechtsteden en is bedoeld als onderlegger voor de discussies over de structuurvisie die we de komende maanden willen voeren. Experiment De opzet en de inhoud van de nieuwe structuurvisie is gebaseerd op een aantal noties: - Stedelijke en regionale (ruimtelijke) ontwikkeling is de komende decennia fundamenteel anders dan we gewend zijn en vraagt om een nieuwe aanpak met nieuwe instrumenten. Daarom zetten we in deze visie de ontwikkelstrategie centraal en vullen de visie verder met die onderwerpen die nodig zijn om die ontwikkelstrategie tot een succes te maken. -
De visie beperkt zich tot datgene wat behoort tot het regionale domein. Geen beschrijving van onderwerpen waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn en zoveel mogelijk gericht op dat wat de verschillende partijen (provincie, gemeenten en anderen) nodig hebben van deze visie.
Met deze opzet experimenteren we met antwoorden op de vragen waar provincies, regio’s en gemeenten in heel Nederland mee worstelen: - Hoe geven we vorm aan de nieuwe rol van de overheid bij ruimtelijke ontwikkeling - Hoe willen en kunnen we sturen in een tijd van schaarste en terugtrekkende overheid, en waarop willen we dan sturen. Aangezien een regionale structuurvisie nauwelijks een juridische status heeft, leent dit instrument zich er bij uitstek voor om bij het experimenteren net een stapje verder te gaan. De ontwikkelstrategie als basis Ruimtelijke ontwikkelingen zijn in de toekomst en ook nu al kleinschaliger, meer vraaggestuurd, meer gericht op bestaand stedelijk gebied. Initiatieven komen veel vaker vanuit de burgers en bedrijven dan van de overheid en grote projectontwikkelaars. En ook de financiering komt daar veel vaker vandaan. Dat maakt de stedelijke ontwikkeling meer onvoorspelbaar. Grootschalige programma’s, gestuurd door de overheid, zijn in die situatie in veel mindere mate en op minder beleidsterreinen effectief. Om als overheid hierop in te kunnen spelen heeft ze een structuurvisie nodig die een mix biedt van richting geven en flexibel inspelen op omstandigheden. Richting geven door: - Gebiedsprofiel: wie zijn wij en wie willen we zijn; wat zijn onze sterke en zwakke punten en wat past daar in onze ontwikkeling wel en niet bij. - Toekomstbeeld: hoe willen wij dat ons gebied in de toekomst functioneert. Wat willen we in stand houden en wat willen we vernieuwen. Een wervend verhaal dat past bij het profiel en dat als een magneet fungeert dat de inspanningen van de overheid en alle particuliere initiatieven kan richten. Flexibel inspelen op omstandigheden door: - Ontwikkelstrategie: een visie op de rol van de overheid als partij tussen andere partijen; op de manier waarop we met anderen samenwerken; in welke netwerken we actief zijn. Maar ook een visie op de manier waarop we het beste stappen kunnen zetten in de richting van de gewenste ontwikkelingen en hoe we schadelijke ontwikkelingen kunnen tegenhouden. - Agenda: deze geeft aan waar de overheid de komende periode haar energie op zet; dat kunnen projecten zijn, maar ook lobbydossiers. Deze vier onderdelen vormen de basis van de structuurvisie Drechtsteden. Het regionale domein Het tweede uitgangspunt betreft de beperking van de regionale structuurvisie tot het regionale domein. We hebben het alleen over die zaken waar de regio over gaat. Over de vraag wat tot het regionale domein behoort wordt nog volop discussie gevoerd. Maar we nemen hierop toch al een voorschot, dankbaar gebruik makend van de vingeroefeningen die al gedaan zijn, waaronder ook het concept overdrachtsdossier van Jan Herman de Baas.
2
Tot het regionale domein zou kunnen behoren: - De algemene randvoorwaarden voor ontwikkeling zoals veiligheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. - Grotere culturele voorzieningen (bijvoorbeeld theaters met meer dan 300 stoelen) - Nieuwbouwprojecten boven de 400 woningen - Bedrijventerreinen boven de 20 ha of milieucategorie IV - Hoger onderwijs, ziekenhuizen, intramurale voorzieningen - De afstemming van programma’s mbt wonen, kantoren, detailhandel, bedrijven en voorzieningen. Dit begrenst de inhoud van de structuurvisie. Bronnen en afstemming Bij het opstellen van deze discussienotitie is rekening gehouden met en gebruik gemaakt van diverse (boven)regionale beleidsvisies. De belangrijkste daarvan zijn: Bovenregionaal - provinciale strucuurvisie - gebiedsprofielen Alblasserwaard en IJsselmonde (concept) - gebiedsvisie MIRT-VAR - rijksvisie Zuidvleugel (in ontwikkeling) - project “Samenhang in de Delta, ontwikkelingsvarianten voor de Zuidwestelijke Delta” van het Planbureau voor de Leefomgeving (in ontwikkeling) - Visie Zuidrand Groene Hart (mei 2011) - Gebiedsvisie Deltapoort Regionaal: - regionaal mobiliteitsplan - regionaal milieubeleidsplan - regionale bedrijventerreinenstrategie - regionale woonvisie - regionaal groenplan - regionale kantorenstrategie (concept) - foto van de Drechtsteden Leeswijzer De hoofdstukken zijn beschreven als onderdeel van de concept structuurvisie. Voor de verschillende discussiebijeenkomsten worden aparte discussiepunten geformuleerd, waarbij dit document als basis dient.
Hoofdstuk 2 2.1
Profiel Drechtsteden
Drechtsteden, ‘samen aantrekkelijke stad aan het water’
3
Nu De Drechtsteden zijn ‘samen aantrekkelijke stad aan het water’. Water is het verbindende element bij uitstek. De Drechtsteden liggen in het overgangsgebied van rivierinvloeden en invloeden van zee, in een uniek stuk van de Nederlandse delta. De Drechtsteden zijn primair onderdeel van de (Zuidwestelijke) Delta. De Drechtsteden vormen via de Beneden Merwede, de Noord en de Dordtse Kil de schakel tussen Zeeland, Brabant en de haven van Rotterdam. De grote rivieren hebben dit gebied en de mentaliteit van dit gebied gevormd. Hier is Holland ontstaan, met de eerste vrije statenvergadering in de Hof van Dordrecht in 1572, met de strijd tegen het water die Nederland de baggerindustrie heeft gebracht en die ook uiting vindt in het cultureel erfgoed Kinderdijk. De binnenstad van Dordrecht vormt de oudste stad van Holland en heeft één van de gaafste historische stadsgezichten met een bijna nog volledig in tact zijnde middeleeuwse structuur. Het heeft één van de meest geschilderde rivierfronten van Europa en de kwaliteit van het cultureel erfgoed van Dordrecht is, ook internationaal gezien, buitengewoon. Net buiten het verstedelijkt gebied liggen twee unieke landschappen. Ten zuiden van Dordrecht ligt de Biesbosch. Een uniek zoetwater-getijdengebied, waar niet alleen een beeld ontstaat over hoe de gehele regio er vroeger uitgezien moet hebben, maar wat ook aan zowel de natuurliefhebber als de recreant veel te bieden heeft. Maar bovenal levert het een bijdrage aan een bijzonder leefklimaat voor de bewoners van de regio. Ten noorden van het verstedelijkt gebied, strekt het Groene Hart zich uit. Vroeger De zes gemeenten liggen op verschillende eilanden met verschillende karakteristieken die historisch bepaald zijn. Van oudsher zijn zij echter economisch aan elkaar verbonden via het water. Zwijndrecht en H-I-Ambacht, op het eiland IJsselmonde, kennen een oorsprong in de tradities van de tuinderijen. Op de vruchtbare grond werden gewassen verbouwd voor zowel Dordrecht als ook voor Rotterdam. Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht liggen in de Alblasserwaard. Ook hiervandaan werd vooral veel handel gedreven met het snelgroeiende Dordrecht. In de laaggelegen Alblasserwaard is door de geschiedenis heen een continue strijd tegen het water gevoerd. Door de steeds verder inklinkende bodem was een steeds uitgebreider ingenieus watersysteem nodig om de polder droog te houden. Tegelijkertijd moest de Merwede steeds worden uitgebaggerd zodat de waterstanden in de rivier niet te hoog werden. Het eiland van Dordrecht tenslotte was de spil van alle (economische) activiteiten. Rijk geworden als stapelplaats voor alle goederen die via de rivieren werden aangevoerd, was ze lange tijd de belangrijkste stad van Holland. Met het steeds verder groeiende vervoer over water ontstond een groeiende maritieme sector van scheepsbouw, offshore en watertechnologie, die de gezamenlijke identiteit meer en meer is gaan bepalen. De mentaliteit Met het aanzicht van de watergebonden bedrijventerreinen krijgt de regio haar unieke uitstraling waaruit de mentaliteit van de Drechtsteden sprekend naar voren komt. Een dynamische, multiculturele regio, op het kruispunt van handelswegen, met een internationale oriëntatie en een ‘no-nonsense’ mentaliteit van eigenstandige en eigenzinnige hardwerkende mensen. Kenmerkend voor alle gemeenten in de regio is de grote mate van sociale cohesie en een bloeiend verenigingsleven. 2.2 De zes Drechtstedengemeenten Alle zes de gemeenten dragen bij aan het karakter van de regio, ieder met een eigen accent. - hier plaatjes Alblasserwaard Alblasserdam, het kleine dijkdorp op de grens van rivier en polder, is een van de meest karakteristiek Drechtsteden gemeenten waar het dorpse karakter behouden is. Het profiel wordt enerzijds bepaald door de lange traditie van maritieme industrie aan de rivier de Noord; anderzijds door de tradities van de polderontginning, gekarakteriseerd door haar molens. In dit van oorsprong socialistische arbeidersdorp spelen ook kerk en moskee een belangrijke rol in het leven van de inwoners. Papendrecht, ondernemend en zelfbewust dorp aan de rivier. De plattegrond van het dorp is een staalkaart van honderd jaar stedenbouw. Papendrecht is een 4
suburbane woongemeente met een kleine stedelijke kern. Onderscheidend in het hoogwaardige voorzieningenaanbod dat Papendrecht herbergt, zijn de sport en het onderwijs. Papendrecht heeft een duidelijk gezicht naar de rivier en is een trots en welvarend dorp met een bloeiend bedrijfsleven, waaronder enkele grote internationaal opererende spelers waar de regio trots op is. Sliedrecht, het langgerekte dijkdorp aan de Beneden Merwede is de bakermat van de mondiale baggerindustrie. Aan de rivier wordt in Sliedrecht van oudsher het geld verdiend. Dit is te zien aan de statige panden langs de dijk. Mede door de internationaal georiënteerde bedrijven is een pluriforme gemeenschap ontstaan. Ook de zorgsector is in Sliedrecht sterk vertegenwoordigd. Sliedrecht herbergt op haar bedrijventerrrein Nijverwaard ook de locatie voor grootschalige detailhandel voor de regio Drechtsteden. Tegelijkertijd heeft Sliedrecht haar dorpse karakter behouden en heeft zij een sterke band met de Alblasserwaard. IJsselmonde Hendrik-Ido-Ambacht, een echte woongemeente aan de Waal en de Noord, waarbinnen het dorpse karakter als een sterke positieve waarde geldt. Dit dorpse karakter wordt vooral geëtaleerd door de rust en het vele groen binnen de gemeente. Hendrik-Ido-Ambacht is een woonplaats met veel laagbouw en een karakteristiek historisch dorpslint. De ligging aan het water draagt bij aan de omgevingskwaliteit van de gemeente. De gemeente kent naast de woonbuurten ook verschillende bedrijventerreinen. Verschillend in grootte, aard van de aanwezige bedrijven en in hun ligging. Er is naast het woonklimaat dan ook een goed werkklimaat. De gemeente ligt grotendeels ingeklemd tussen verschillende infrastructuurlijnen, zoals de rijkssnelwegen A15 en A16 en de vaarweg de Noord. De huidige infrastructuur drukt sterk haar stempel op het gemeentelijk grondgebied. Zwijndrecht, tuin(ders)stad aan de rivier, is de stabiele basiskracht in de regio met haar grote aantal arbeidsplaatsen. Zwijndrecht beschikt over veel watergebonden bedrijvigheid, het ligt aan een diep vaarwater en de belangrijkste binnenvaartroute loopt hierlangs. Zwijndrecht is een levendige woongemeente, de bebouwing is zowel stedelijk als tuindorps en soms landelijk. Winkelcentrum Walburg vormt de belangrijkste clustering van commerciële voorzieningen, het winkelcentrum heeft een regionale aantrekkingskracht. Daarnaast is Zwijndrecht ook een groene gemeente, gelegen tussen de Maas en de Waal vormt de Zwijndrechtse Waard een recreatielandschap. Het Eiland van Dordrecht Dordrecht, de ‘Hof van Holland’, kent een lange geschiedenis die bepalend is geweest voor het huidige karakter van de regio. De ligging op het kruispunt van handelswegen heeft de stad in het verleden veel welvaart gebracht. Dat is nog altijd zichtbaar in de historische binnenstad met haar unieke ligging pal aan het water. Het Dordrecht van vandaag is echter vooral een moderne – middelgrote – stad, de centrumstad van de regio, met grootstedelijke voorzieningen die voor de gehele regio betekenis hebben. Een stad ook met een diversiteit aan wijken en inwoners, en met grootstedelijke problemen. Met haar ligging direct aan de Biesbosch geeft Dordrecht toegang tot een bijzonder en uniek natuurgebied.
Hoofdstuk 3
Positionering Drechtsteden
3.1 Foto Drechtsteden In 2011 is de regio Drechtsteden vergeleken met andere stedelijke regio’s in Nederland (Foto van de Drechtsteden, Atlas voor gemeenten, april 2012). Geconstateerd wordt dat de totale aantrekkingskracht van de Drechtsteden (op verhuizende huishoudens) lager is dan de aantrekkingskracht van andere stedelijke regio’s in Nederland. Dit komt vooral door de lagere kwaliteit van de woningvoorraad, de leefbaarheid in de directe woonomgeving en het stedelijke voorzieningenniveau. Economisch scoren de Drechtsteden op of iets boven het gemiddelde van de andere stedelijke regio’s. Er is ook sprake van een significant lager percentage langdurig werklozen (met uitzondering van jeugdwerkloosheid). Dit versterkt het beeld dat er in de afgelopen jaren (succesvol) intensief is ingezet op economie en arbeidsmarkt beleid. Wat wel opvalt is een relatief laag percentage zakelijke dienstverlening en zelfstandigen.
5
Aantrekkingskracht De regio heeft een achterstand als het gaat om aantrekkingskracht op (potentiële) inwoners. In tijden van afvlakkende bevolkingsgroei ontstaat tussen regio’s meer concurrentie om die groei. Het is niet meer vanzelfsprekend dat iedere woning gevuld wordt. Het vestigingsklimaat zal een doorslaggevende rol gaan spelen. In de Drechtsteden is het aanbod aan woonmilieu’s te eenzijdig. Een levendige, succesvolle regio weet hogere inkomensgroepen, zelfstandigen, gezinnen met kinderen en ouderen aan zich te binden. Vanwege de sociale cohesie die daarmee samen gaat, maar ook vanwege de bestedingen die zij in de regio doen en het ‘human capital’ dat zij brengen, met de innovatiekracht die daar vanuit gaat. Een succesvolle regio in de 21e eeuw is een regio waar een aantrekkelijk leefklimaat aanwezig is (prettig wonen, goede voorzieningen, economische kansen en natuurlijke kwaliteiten die de omgeving biedt). De stelling in Foto van de Drechtsteden is dat de ‘leef-economie’ tegenwoordig de ‘werk-economie’ trekt. Daar waar mensen (willen) wonen, trekt werkgelegenheid naartoe. De aanwezigheid van hoger opgeleiden trekt zakelijke dienstverlening aan en zal leiden tot meer zelfstandigen; de creatieve klasse. Toch is er ook wel sprake van een wisselwerking, want bereikbaarheid van banen is een belangrijk aspect bij de vestigingskeuze. Voor ‘randgemeenten’ in een regio is daarbij nog de aanvulling dat de aantrekkelijkheid van die gemeenten voor een groot deel bepaald wordt door de aanwezigheid van een aantrekkelijke centrumstad met een royaal en goed bereikbaar aanbod aan stedelijke voorzieningen. In de Drechtsteden zijn in principe veel ingrediënten aanwezig om een excellent vestigingsklimaat te creëren en de concurrentiepositie op de woningmarkt te versterken: de aanwezigheid van een historische binnenstad, natuurlijke kwaliteiten in de directe omgeving en de ligging op het kruispunt van hoofdinfrastructuur. Het is de kunst deze pareltjes en andere ruimtelijke kwaliteiten die de regio te bieden heeft beter te benutten wanneer we kijken naar het aanbod in woonmilieu’s en voorzieningen in de centrum-stad. De stelling is dat met het verbeteren van het vestigingsklimaat voor inwoners van de regio ook de economische kansen (onder andere op het gebied van de Topsectoren) beter benut kunnen worden.
3.2 Omgeving Drechtsteden De Drechtsteden staan niet op zichzelf maar zijn onderdeel van verschillende (bestuurlijke) netwerken en samenwerkingsverbanden. In bijgevoegd kaartje is een aantal van deze netwerken in beeld gebracht. Dit is nadrukkelijk geen limitatieve opsomming.
6
Toevoegen Merwedezone De Drechtsteden kiezen daarin voor een positie als “Samen stad in de Delta”, omdat dit het beste bij het profiel en de core-business van de Drechtsteden past.
Niet alle netwerken zijn voor de Drechtsteden even belangrijk. De volgende samenwerkingsverbanden zijn op dit moment vanuit het oogpunt van lobby, afstemming en gebiedsontwikkeling het meest relevant: 1. De Zuidvleugel (MIRT, Economische Agenda, Verstedelijkingsagenda, Stedenbaan+) 2. DelTri 3. Het Deltaprogramma De Zuidvleugel De stedelijke regio’s in het zuidelijke deel van de Randstad, de Zuidvleugel, werken samen op het gebied van bovengemeentelijke structuren en projecten. Er wordt samengewerkt op het gebied van de
7
economie (Investeringsagenda) en de verstedelijkingopgave (wonen, urbanisatie en vestigingsfactoren). Dit is deels een publiekprivate samenwerking. De Zuidvleugel kent 2 belangrijke instrumenten: - De gebiedsagenda (MIRT; Meerjarige Investeringsprogramma Ruimte en Infrastructuur). Dit is een instrument voor het vaststellen en prioriteren van oplossingen voor knelpunten in de Zuidvleugel die de mobiliteit en economische groei belemmeren. De inzet is om in samenspraak met het Rijk tot een optimale verdeling te komen van de Rijksmiddelen. - Regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Zuidvleugel. Deze ROM richt zich vooral op het gezamenlijk in de markt zetten van het gebied. DelTri DelTri omvat het stedelijke en economische kerngebied van de delta en bestaat uit de gemeentelijke en regionale overheden aangevuld met het Havenbedrijf Rotterdam. De naam DelTri staat voor: • de drie samenwerkende regio’s: Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant in de Rijn/Maas Delta; Sinds kort zijn ook de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland partner binnen DelTri. • de drie urgente opgaven die in deze samenwerking worden opgepakt: economie, bereikbaarheid en leefkwaliteit • de tripartiete samenwerking tussen overheid, marktpartijen en maatschappelijke organisaties, die hiermee wordt mogelijk gemaakt. DelTri richt zich voornamelijk op een duurzame ontwikkeling van de Maritieme en Logistieke topregio waarin drie opgaven centraal staan: economie, bereikbaarheid en arbeidsmarkt. Dit sluit aan bij de economische focus van de Drechtsteden. Het platform heeft een belangrijke agendavormende functie. Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een nationaal programma dat tot doel heeft de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening op de lange termijn zeker te stellen. De Alblasserwaard en het eiland van Dordrecht behoren tot de gebieden waar de waterveiligheid het meest onder druk staat. De Drechtsteden zijn actief betrokken bij de deelprogramma’s Rijnmond/Drechtsteden en Rivierenland. Het Deltaprogramma werkt aan mogelijke strategieën voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening, gebaseerd op vier mogelijke scenario’s binnen het spectrum van sociaal-economische groei versus sociaal-economische krimp en matige klimaatverandering versus snelle klimaatverandering. Het Deltaprogramma is niet alleen belangrijk voor onze veiligheid, maar levert de Deltatechnologie in de regio ook de mogelijkheid zich internationaal te profileren met vernieuwende concepten. Overig Voor de gebiedsontwikkeling van delen van de regio zijn twee samenwerkingsverbanden van belang: de Merwedezone en Deltapoort. Merwedezone De provincie Zuid-Holland, de regio's Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en Drechtsteden, de gemeenten Alblasserdam, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht en Sliedrecht en het Waterschap Rivierenland een gezamenlijk traject ingegaan om te komen tot een kwalitatieve ruimtelijke ontwikkeling van de Merwedezone. De Merwedezone is de zuidrand van het Groene Hart (in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden) en is grofweg het gebied langs de rivier de Noord en de Merwede tussen Kinderdijk en Gorinchem. De door alle betrokken partijen vastgestelde 'Transformatievisie Merwedezone' vormt het inhoudelijke ruimtelijk beleidskader voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van dit gebied. De partijen hebben een stuurgroep ingesteld die de coördinatie op de uitvoering verzorgt. De Drechtsteden leveren hiervoor de voorzitter.
8
Deltapoort Het project Deltapoort, gestart in 2008, maakt onderdeel uit van een gezamenlijke inspanning van de Provincie Zuid-Holland, de regio Drechtsteden en de stadsregio Rotterdam om het gebied OostIJsselmonde te versterken. Hierbij wordt ingezet op het verbeteren van de leefbaarheid en het versterken van de economie. In 2012 is de gebiedsvisie Deltapoort vastgesteld. Dit is een breedgedragen ruimtelijke kader dat meer mogelijkheden biedt voor actieve lobby, provinciale agendering en samenwerking en afstemming tussen gemeenten en belangenorganisaties om ontwikkelingen in het gehele gebied de gewenste richting op te sturen om de benodigde kwaliteitsverbetering te bereiken. Ten eerste wordt beoogt een stimulans te geven aan de economische ontwikkeling van Oost-IJsselmonde. Ten tweede beoogt de Gebiedsvisie het landschappelijk aantrekkelijker, bruikbaarder en toegankelijker te maken voor de recreant uit de omgeving. Hiertoe moeten versnippering en verrommeling worden teruggedrongen. Verbetering van het recreatieve routenetwerk, gericht op fietsen, wandelen, paardrijden en kanoën, krijgt in de visie veel aandacht. De komende jaren richt dit samenwerkingsverband zich op de uitvoering van de gebiedsvisie.
3.3 trends en ontwikkelingen We leven in een tijd waarin veel verandert. Niet alles is ook relevant voor de ontwikkeling van de Drechtsteden. De Drechtsteden zien de volgende ontwikkelingen als het meest belangrijk. Demografische ontwikkelingen: Vergrijzing en ontgroening Voor de langere termijn wordt voor de bevolkingsomvang van de Drechtsteden een lichte stijging verwacht tot 2040, dit in tegenstelling tot eerdere prognoses die een bevolkingsafname te zien gaven vanaf 2030. De bevolkingsgroei wordt voornamelijk gevoed door het geboorteoverschot. De bevolkingsgroei is het grootst in Hendrik-Ido-Ambacht dat in 2040 de derde gemeente van de Drechtsteden zal zijn met ruim 34.000 inwoners. Door de afname van het aantal jongeren zal de instroom op scholen met zo’n 5% dalen. De potentiële beroepsbevolking krimpt tot 2040 met 5%. Daar staat tegenover dat de groep die vooral zorg vraagt, de 75plussers, in die tijd verdubbelt. Het aantal huishoudens in de Drechtsteden neemt met 14.000 toe tot 131.000 huishoudens in het jaar 2040. Dit komt voornamelijk door de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens, van bijna 40.000 naar 50.000. Hierdoor zet de gezinsverdunning door. (Pearl 2011) Deze bevolkingsontwikkeling zal leiden tot een verschuiving in behoeften en daarmee consequenties kunnen hebben voor de fysiek ruimtelijke inkleuring van de regio. Ontwikkelingen in de verzorgingsstaat: van verzorging naar eigen kracht Er is een verschuiving gaande hoe tegen de verzorgingsstaat wordt aangekeken en welke rol de overheid daarin heeft. De Nederlandse verzorgingsstaat die primair gericht was op bescherming van haar burgers tegen externe risico’s, verandert geleidelijk in een verzorgingsstaat die gericht is op activering van menselijk potentieel en op preventie. In een activerende verzorgingsstaat gaat het om het toerusten van mensen om met risico’s om te gaan. Mensen krijgen meer verantwoordelijkheid voor het eigen leven en de bemoeienis van de overheid wordt minder. De zelfredzaamheid en eigen kracht van de burger komt meer op de voorgrond; het vangnet dat de overheid biedt zal meer gericht zijn op burgers die het echt nodig hebben en het op eigen kracht of met hulp van het eigen netwerk niet redden. Uit een onderzoek van Motivaction (29-12-2012) blijkt een sterke voorkeur van mensen voor initiatieven uit de samenleving zelf, als alternatief voor bestaande organisatievormen. In de zogenaamde “netwerksamenleving” komt de coöperatieve vorm weer op. Dit speelt ook bij stedelijke ontwikkeling die een beweging laat zien van enkele grote spelers naar vele kleine spelers en van aanbodgericht naar vraaggericht bouwen. Ook dit vraagt een andere rol van de overheid. Stedelijke ontwikkeling: accent op het bestaande stedelijk gebied De grote groei van bevolking, welvaart, en vastgoed in steden en regio’s is voorlopig voorbij. In plaats daarvan is er sprake van krimp of stabilisering. In de Drechtsteden groeien de bevolking en de huishoudens voorlopig nog wel licht, maar niet de beroepsbevolking en ook wij krijgen te maken met gevolgen van deze afgevlakte groei: a. collectieve voorzieningen en kwaliteitsverbeteringen kunnen niet meer automatisch betaald worden uit nieuw vastgoed. Er zal nog maar in beperkte mate vloeroppervlak voor winkels en kantoren worden toegevoegd en de woningbouw ligt voorlopig ook stil. Er moeten daarom nieuwe kostendragers gevonden worden. 9
b. Langdurige leegstand (in kantoren en winkels) en braakliggende terreinen in de stad. c. Steden en regio’s concurreren met elkaar in aantrekkelijkheid. Andere trends die invloed hebben op de verstedelijking zijn die van globalisering en individualisering. Deze trends leiden tot een grotere behoefte aan keuzevrijheid en een groter belang voor identiteit. Een behoefte om zich te onderscheiden nu dat op grond van afkomst en het onderdeel zijn van een gemeenschap veel minder vanzelfsprekend is. Het belang van identiteit kan ook betrekking hebben op een gemeenschappelijke identiteit, waardoor mede het profiel, de identiteit van stad of regio, belangrijker wordt. Dit alles leidt er toe dat de aandacht verschuift van grote planmatige uitbreidingsprojecten naar (kwaliteits)impulsen in de bestaande stad. Stedelijke opgaven zullen vooral in bestaand stedelijk gebied moeten worden opgelost met de mensen en middelen die daar voor handen zijn. Daarmee ligt het accent veel meer op de weerbaarheid en de initiatieven van de mensen in de regio. Klimaatverandering De temperatuur is de afgelopen eeuw al met 1 tot 2 graden gestegen en er is onder wetenschappers een redelijke consensus dat de temperatuurstijging ook deze eeuw doorzet. Dit kan leiden tot stijging van de waterstanden in de rivier, hittestress, droogteschade, wateroverlast en verzilting, maar ook tot meer ziektes, andere vormen van landbouw of misschien zelfs meer toerisme….. De stijging van de waterstanden in de rivieren heeft grote gevolgen voor de Drechtsteden. Het eiland van Dordrecht en de Alblasserwaard krijgen richting 2050 en 2100 te maken met aanzienlijke opgaven op het gebied van waterveiligheid en de zoetwatervoorziening. Op mogelijke maatregelen wordt momenteel nog gestudeerd in het omvangrijke (rijks) Deltaprogramma. Het pakket aan maatregelen dat nodig zal zijn om ook de volgende generaties te beschermen tegen hoogwater, te zorgen voor voldoende zoetwater en droogteschade te voorkomen, zal in samenhang met een visie op de verstedelijking tot stand moeten komen want alleen het ophogen van de dijken biedt niet in alle gevallen een oplossing omdat de fysieke ruimte daarvoor vaak ontbreekt. Om op de langere termijn de waterveiligheid op orde te hebben is het belangrijk dat er nu al stappen worden gezet. Energietransitie Fossiele brandstoffen worden schaarser en moeilijker te winnen. Een deel van de fossiele brandstoffen komt uit landsgebieden die politiek instabiel zijn. In het protocol van Kyoto zijn wereldwijd afspraken gemaakt om de uitstoot van CO2 terug te dringen. CO2 komt vooral vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen ten behoeve van onze energievoorziening. Naast het terugdringen van het energiegebruik wordt daardoor de noodzaak om over te schakelen naar andere, duurzame bronnen van energie steeds groter. De energieprijzen schommelen voortdurend, op het moment is energie in Amerika weer goedkoper geworden. Over een langere termijn bezien lijkt energie duurder te worden, wat onder meer effect kan hebben op productieprocessen en transport. Nieuwe economie De economische structuur zal mede onder invloed van de economische crisis gaan wijzigen. Sleutelwoorden hierin zijn verduurzaming, innovatie en kennis. Kennis en informatie is dankzij internet overal gemakkelijk en vrij beschikbaar. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor het economisch handelen: Productieprocessen worden uit elkaar getrokken en kunnen zich op verschillende plaatsen in de wereld voltrekken. Daardoor kan het belangrijk worden om goed te zijn in bepaalde stappen in de productie in plaats van in een hele sector. Thuiswerken wordt steeds gemakkelijker en wijder verbreid, waardoor de behoefte aan kantoorruimte vermindert en van aard verandert. Winkelcentra verliezen deels hun primaire functie (verschaffen van goederen) door het internetwinkelen, en proberen zichzelf opnieuw uit vinden als belevings- en ontmoetingsplek. Ook is er een trend waar te nemen dat maakindustrie weer terug komt naar Europa en Nederland en dat de maakindustrie door allerlei technologische ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld 3D-printer) kleinschaliger wordt en daarmee sneller een onderdeel van de lokale economie. Het maken van 10
goederen zal altijd noodzakelijk blijven, alleen de wijze waarop dit gebeurt kon wel eens ingrijpend veranderen. In de Drechtsteden is overwegend sprake van grootschalige industriële bedrijvigheid. De vraag is of en in welke mate eerder genoemde ontwikkelingen hierop effect hebben. Hier spelen factoren een rol als mondiale verschuiving van productie- en consumptieplaatsen, kosten van energie, beschikbaarheid van beroepsbevolking en technologische ontwikkelingen. Het is moeilijk om te voorspellen hoe al deze ontwikkelingen voor de Drechtsteden uit gaan pakken. Dat maakt het des te belangrijker om ons op te stellen als faciliterende overheid, een overheid die er voor zorgt dat de randvoorwaarden voor ontwikkeling op orde zijn. Zorgen voor goede bereikbaarheid, weinig belemmeringen om een bedrijf te starten, prettig leefklimaat en goed onderwijs. Randvoorwaarden die voor elke richting waarin de economie zich ontwikkelt van belang zijn.
Hoofdstuk 4
Ambitie en toekomstbeeld
4.1 Kansen en bedreigingen Zwak: Aantrekkingskracht nieuwe inwoners/bedrijven Voorzieningenniveau Aandeel hoger opgeleiden Kwaliteit woonaanbod Hoger onderwijs Imago
IHC Boskalis Damen Heerema Oceanco
De beschrijving van de kansen en bedreigingen is gekoppeld aan de foto van de Drechtsteden en de Pieken in de Drechtsteden. We zien de Pieken als het beste middel voor het maken van een kwaliteitsslag in de regio en gaan daarmee voort op de ingeslagen weg. De Pieken vloeien grotendeels voort uit de ligging van ons gebied en dat heeft ook schaduwkanten: de bedreigingen. De foto van de Drechtsteden geeft aan waar onze opgaven nog liggen. Ligging van de Drechtsteden De ligging aan hoofdinfrastructuur De ligging aan doorgaande en deels internationale routes voor weg, spoor en water maken dat de Drechtsteden in potentie goed bereikbaar zijn. Omdat de infrastructuur van (inter)nationaal belang is hebben de Drechtsteden een schakelfunctie in het vervoer van personen en goederen van en naar de Randstad en in het bijzonder de mainport-Rotterdam. In de in 2012 vastgestelde Havenvisie van Rotterdam 2030 wordt ingezet op het versterken van achterlandverbindingen, integratie met industrie in Antwerpen en Moerdijk en samenwerking met andere West-Europese zeehavens. Deze ontwikkelingen hebben invloed op het transport dat plaatsvindt via onze regio: • Toename van vervoer via weg, spoor en water. • Verschuiven van de modal split: aanpassen van de verhouding van vervoersvolume weg/spoor/water in het voordeel van spoor en water.
11
Toename van vervoer via buisleiding door de Hoeksche Waard en versterking van de buisleidingeninfrastructuur. De opgave voor de Drechtsteden is te bepalen op welke wijze ze hierop kunnen en willen inspelen.
•
Vanuit de Drechtsteden zijn banen gemakkelijk te bereiken, wat een bijdrage levert aan de aantrekkelijkheid van het gebied. Het is wel zaak dat de regio goed aangesloten is en blijft op dit netwerk, met goede en frequente spoorverbindingen en een verzekerde doorstroming op de wegen. e Door grootschalige ontwikkelingen in de Zuidvleugel van de Randstad, bijvoorbeeld aanleg van de 2 Maasvlakte, neemt de verkeersdrukte op de hoofdwegen toe. Een keerpunt van deze ligging is de belasting van geluidsoverlast, luchtkwaliteit en de externe veiligheid (branden, explosies, vrijkomen van giftige stoffen). Het verkeer over de weg zal vooral op de A15 waarschijnlijk sterk toenemen. Indien geen maatregelen getroffen worden om dit vervoer te faciliteren wordt congestie een belangrijk knelpunt. Dit zal leiden tot vergroting van de geluidsoverlast. Hetzij in de omgeving van lokale wegen (als gevolg van een toename van sluipverkeer) indien de A15 niet verbreed wordt. Hetzij langs de A15, indien deze wel verbreed wordt. Het belangrijkste veiligheidsknelpunt in de regio vormt de spoorzone Dordrecht-Zwijndrecht. Het is de verwachting dat het vervoer via spoor in de komende jaren sterk zal toenemen. Eén van de doelstellingen van de Havenvisie 2030 is het veranderen van de modal split in het voordeel van railvervoer. Indien geen infrastructurele maatregelen getroffen worden, betekent dit dat het risico in de spoorzone Dordrecht-Zwijndrecht toeneemt. Wanneer hiervoor geen goede maatregelen worden getroffen belemmert dit een goede ruimtelijke ontwikkeling van de regio. De ligging aan water en grote landschappen De grote rivieren die door de regio stromen en de grootschalige nationale landschappen als de Biesbosch, De Hoekse Waard en de Alblasserwaard daaromheen zijn mede bepalend voor de identiteit van dit gebied. Zij leveren een bijzondere kwaliteit aan het leefklimaat van de Drechtsteden. Landschapsarchitect Adriaan Geuze heeft in een interview (Volkskrant 20-8-2012) zijn grote zorg uitgesproken over het rappe tempo waarin we in Zuid-Holland en vooral rondom Den Haag en Rotterdam dit “Hollandse” landschap dreigen te verliezen. Behoud en versterking van deze groenblauwe kwaliteiten zijn daarom in toenemende mate van betekenis voor een excellent vestigingsklimaat. De landschappen en de rivieren leveren kansen op voor het realiseren van bijzondere stedelijke milieus (zoals Stadswerven in Dordrecht) en aantrekkelijke groene woonmilieus (zoals Waterhoven in Alblasserdam). De verschillende natuur- en recreatiegebieden zijn nog tamelijk versnipperd. Ook de verbindingen van het stedelijke gebied met de natuur- en recreatiegebieden zijn niet optimaal. Wanneer deze verbeterd zouden worden door onder meer fietspaden, veerverbindingen en recreatieve en natuurlijke verbindingszones komt een groot aaneengesloten natuur- en recreatiegebied beschikbaar voor mens en dier. Historische binnenstad Dordrecht De kwaliteit van het cultureel erfgoed van Dordrecht is, ook internationaal gezien, buitengewoon. Dordrecht bezit meer dan 1000 monumenten en één van de gaafste historische stadsgezichten. Volgens Gerard Marlet heeft de aanwezigheid van een historische binnenstad een belangrijke functie in de aantrekkelijkheid van een regio. De binnenstad van Dordrecht kan dus een grote rol spelen in de kwaliteit van het vestigingsklimaat van de regio. Toch lijkt dit nog onvoldoende het geval te zijn. Mode & luxe en horeca zijn sterk ondervertegenwoordigd ten opzichte van andere vergelijkbare centrumsteden. Wat betreft de culturele voorzieningen heeft Dordrecht een flinke inhaalslag gemaakt, zodat deze nu vergelijkbaar zijn met andere steden van dezelfde omvang. De aantrekkingskracht van Breda en Rotterdam vraagt om het inlopen van de achterstand en het steeds interessanter maken van de binnenstad. Hiervoor is voortdurende aandacht nodig. Een groot deel van de historische binnenstad is buitendijks gelegen. Gelet op de verwachte gevolgen van klimaatverandering zijn hier bijzondere maatregelen nodig.
12
Economie en werkgelegenheid Het economische speelveld is vele malen groter dan de Drechtsteden zelf. Maar we hebben wel eigen kwaliteiten in niches waardoor een bij onze beroepsbevolking passende mix van bedrijven zich hier wil vestigen. De Drechtsteden zijn van oudsher sterk in de maritieme sector. Daarnaast zijn de zorgsector en het MKB belangrijke werkgevers in de regio. Het MKB is overigens voor een (groot) deel ook onderdeel van de maritieme sector. •
•
Maritieme cluster: scheepsbouw, constructie, weg- en waterbouw De specialistische scheepsbouw (o.a. baggerschepen) loopt goed. De Drechtsteden is een van de weinige plaatsen waar grote constructies kunnen worden vervaardigd. We zien relatief veel werkgelegenheid waarvoor een lager en middelbaar beroepsopleidingsniveau nodig is. Werkgelegenheid op HBO-niveau is relatief beperkt. De verwachting is een sterke groei in deze sectoren. Zorgsector De zorgsector is de grootste sector voor werkgelegenheid (ca 18.000 arbeidsplaatsen in de Drechtsteden, bron Bedrijven en Instellingen Register 2011). Met het Gezondheidspark in Dordrecht wordt fors geïnvesteerd in de zorgsector. Naast het ziekenhuis liggen er kansen voor aanverwante voorzieningen tussen het ziekenhuis en Sportboulevard. Door de economische crisis zijn de bestaande plannen hiervoor echter opgeschort; de vraag is hoe haalbaar ze in de toekomst zijn.
In de discussienotitie Rijksstudie Zuidvleugel (versie 7) wordt aangegeven dat Nederland er goed aan doet om voor de lange termijn in te zetten op specialisatie in een beperkt aantal topsectoren. Voor de regio Groot-Rijnmond en Drechtsteden zijn dat de sectoren logistiek, hightech en water. Daar zit voor de Drechtsteden een zeker risico in omdat de wijze waarop de sector logistiek zich ontwikkelt afhankelijk is van factoren als de energieprijs, wereldhandel en productiestromen/processen en deze zijn fors in beweging. Ook zijn er economen die zeggen dat we ons niet op hele sectoren moeten richten, maar op onderdelen van ketens specialiseren (zie hdst 3.3). Wonen en Woonmilieus De ligging aan de rand van de Randstad, de combinatie van stedelijkheid en dorpse woonmilieus, de bereikbaarheid, historie en grote unieke landschappen die overal in de Drechtsteden op fietsafstand liggen, maken van de Drechtsteden in potentie een aantrekkelijke plek om te wonen. In de Drechtsteden heb je zowel de stad, als een open buitengebied dichtbij. Ook de variatie aan woongebieden in een stedelijke of dorpse setting, in het groen en aan het aan het water, en het openbaar vervoer over water dragen bij aan de aantrekkelijkheid. Om die kansen te verzilveren is er wel een verdergaande kwaliteitsslag nodig. In de Drechtsteden is het aantal goedkope woningen, zowel relatief als absoluut, ook bij de huidige economische omstandigheden nog steeds te groot. Er is een tekort aan woningen in een levendig stedelijk woonmilieu en rustig groen milieu. Ook wonen veel mensen in de Drechtsteden binnen de invloedsgebieden van industrie en verkeer (weg, spoor, water). Deze zorgen voor milieuoverlast op het gebied van geluid, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Deze milieuoverlast beperkt ook de mogelijkheden voor ontwikkelingen in het levendig stedelijke woonmilieu, vooral in de spoorzones van Zwijndrecht en Dordrecht. Voor de Drechtsteden zijn extra investeringen nodig om deze kwaliteitsachterstand in te lopen. Tegelijk moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan uit oogpunt van bereikbaarheid en leefbaarheid. De beoogde kwaliteitsslag op de regionale woningmarkt kan echter, onder meer vanwege de verminderde investeringsmogelijkheden van de corporaties, niet in hetzelfde tempo als de voorgaande jaren worden doorgezet. In alle gemeenten is er vraag naar nieuwbouw in het huursegment, zowel in de prijscategorie net onder, als net boven de liberalisatiegrens. Tot op heden is het zeer moeilijk gebleken om woningen in de vrije huursector te realiseren. Beleggers zijn weinig geïnteresseerd om te investeren huurwoningen in de Drechtsteden. De Drechtsteden hebben nauwelijks een traditie van hoge(re) huren, de inwoners zullen daar waarschijnlijk aan moeten wennen. Al zijn er wel al signalen dat de vraag toeneemt, als gevolg van stagnatie op de koopmarkt. Anderzijds wordt door daling van de koopprijzen, kopen aantrekkelijker ten opzichte van dure huur. Er is nog steeds (maar in mindere mate) vraag naar het duurdere koopsegment, van €350.000 tot €500.000. Het huidige woningbouwprogramma voorziet ruim in deze vraag. 13
Het onderzoeksbureau ABF voorziet een afname van het aantal huishoudens met hoger inkomen. Het woonbeleid van de afgelopen jaren is er juist op gericht om deze groep te behouden. Om als woongebied aantrekkelijk te zijn, zullen we niet alleen de juiste woningen moeten realiseren, maar vooral ook inzetten op een goed aanbod aan voorzieningen, onderwijs, leefbaarheid en (de bereikbaarheid van) werkgelegenheid. Bron: ABF rapport nov 2012
4.2 Ambitie De ambitie voor de toekomst van de Drechtsteden concentreert zich op 2 zaken: - Zorg dragen voor goede randvoorwaarden - Het benutten van de kansen De ambities die in dit discussiestuk zijn geformuleerd komen uit vastgestelde beleidsnota’s. 1. Het realiseren van randvoorwaarden voor een succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden: Bereikbaarheid Het realiseren van een goede balans tussen leefbaarheid en bereikbaarheid, door: - versterken en verbeteren van de positie van de fiets - versterken positie openbaar vervoer door o.m.: - hardmaken voor investeringen in de infrastructuur spoor, bus en waterbus - de regio wil de bediening van de NS stations verbeteren; station Dordrecht moet minimaal haar intercitystatus evenals de bestaande intercitykwaliteit behouden - optimaal benutten van het hoofdwegennet. Prioriteit voor doorstroming op het hoofdwegennet en de directe aansluitingen op het onderliggende wegennet (lobby en cofinanciering) - Verbetering verkeersveiligheid - Versterken van het benutten van de bestaande infrastructuur. Mobiliteitsmanagement gericht op het beperken van vermijdbaar verkeer in de spits en de bewustwording van bedrijven van hun eigen verantwoordelijkheid hierin. Veiligheid 1. Verbeteren van de externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op de productie, de op- en overslag en het transport van gevaarlijke stoffen De grootste bron van onveiligheid in de Drechtsteden wordt gevormd door het transport van gevaarlijke stoffen (met name over het spoor). Daarom ligt nu en de komende jaren het accent op dit aspect van externe veiligheid. Doelstelling: het voorkomen, reduceren en beheersen van externe veiligheidsrisico’s als gevolg van transport, opslag en productie van gevaarlijke stoffen. 2. Waarborgen van de waterveiligheid De regio wil gesteld staan voor de gevolgen van de klimaatverandering, dat wil zeggen: het kunnen opvangen van korte, zeer hevige regenbuien, langere periodes van hitte en droogte, het stijgen van de zeespiegel en het vaker voorkomen van grote piekafvoeren op de rivier. De ambitie is gericht op het omgaan met extreme situaties Zowel de Alblasserwaard als het Eiland van Dordrecht willen als proeftuin fungeren voor het ontwikkelen van maatregelen die gericht zijn op meerlaagsveiligheid (niet alleen veiligheidsmaatregelen tav dijkversterking, maar ook ruimtelijke ingrepen en informatievoorziening) en zelfredzaamheid (gedurende enige tijd op het eigen grondgebied kunnen overleven). Gezondheid 1. Verbeteren luchtkwaliteit Bedrijven, voertuigen en schepen stoten fijnstof en stikstofdioxide uit. Een te hoge en langdurige concentratie van deze stoffen kan voor gezondheidsproblemen zorgen bij bijvoorbeeld jonge kinderen en mensen met ademhalingsproblemen. Aangetoond is dat luchtvervuiling astma kan verergeren en tot een grotere kans leidt dat kinderen astma krijgen. De luchtkwaliteitproblematiek in de Drechtsteden wordt vooral veroorzaakt door (auto)mobiliteit en spitst zich toe op stikstofdioxide.
14
Doelstelling: Het komen tot een gezonder woon- en leefklimaat door het continu verbeteren van de luchtkwaliteit, waarbij tenminste wordt voldaan aan de geldende grenswaarden. Na 2015 geldt het standstill principe in woongebieden. 2. Geluid Blootstelling aan geluid vormt een belangrijk probleem voor de gezondheid in Nederland. Hoge geluidsniveaus in onze woonomgeving veroorzaken vooral hinder en slaapverstoring. Daarnaast kan blootstelling aan geluid in de vorm van lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten en de klachten verergeren bij mensen die al lijden aan een hart- en vaataandoening. Bij kinderen kan een overmaat aan geluid leiden tot een verminderd prestatievermogen. Al deze effecten kunnen worden samengevat als geluidshinder. Doelstelling: Het verbeteren van het akoestisch woon- en leefklimaat in de Drechtsteden door het oplossen van bestaande situaties en het voorkomen van nieuwe hinder. Duurzaamheid 1. Algemeen De algemene doelstelling is een regio die duurzaam is en (in balans) blijft. Evenwicht vinden tussen wonen, werken, recreëren en de daarmee samenhangende gewenste milieukwaliteit en leefbaarheid in de regio is een gezamenlijke opgave. Uitgangspunt hierbij is dat niet elk gebied dezelfde kwaliteit en kansen op verbetering heeft. De Drechtsteden kiezen voor een aanpak op maat; een gebiedsgerichte aanpak. Duurzaamheid werkt door in alle beleidsterreinen en sectoren. Ook vanuit de positie van de sectoren delta/maritiem en scheepsbouw zijn bijvoorbeeld nieuwe/duurzame innovaties noodzakelijk om internationaal kostenconcurrerend te blijven. 2. Energie De doelstelling van de Drechtsteden is conform het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011: • 2% energiebesparing per jaar • 20% duurzame energie in 2020 3. Duurzaam bouwen • bij nieuwe woningen wordt GPR Gebouw toegepast • woningen voldoen aan een gemiddeld niveau van 7 punten en de lijst met vaste uitgangspunten, zoals vastgelegd in GPR Gebouw: o nieuwe woningen dienen, voor zover niet direct al aangebracht, geschikt te zijn voor een eventueel toekomstige plaatsing van zonnepanelen, zonneboilers, hot fill (vaat)wasmachine. Hotfill machines worden direct met warm water uit (zonne)boiler gevuld, het water hoeft dus niet meer door de machine verwarmd te worden, wat aanmerkelijk scheelt in het energiegebruik; o in nieuwe woningen is duurzaam geproduceerd hout met FSC-keurmerk gebruikt. 2. Het realiseren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijven als de sleutel voor een succesvolle ontwikkeling van de Drechtsteden. Bij deze ambitie richt de regio zich op die onderdelen waarin de regio sterk is en zich kan onderscheiden van andere regio’s, nml de combinatie van: - water - landschappen - historische binnenstad Water Topsectoren Naar aanleiding van het Topsectorenbeleid van het Rijk en de doorvertaling hiervan naar de Zuidvleugel hebben de Drechtsteden in 2012 het uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid opgezet. Langs de lijn van 4 thema’s zijn daarbij7 investeringsprojecten benoemd. De projecten en activiteiten vanuit de regio Drechtsteden richten zich binnen de clusters Deltatechnologie/Water en (in mindere mate) Logistiek vooral op de pijlers Transitie havenindustrieel
15
complex en campussen / kennisvalorisatie. Het gaat dan om de inzet van de regio Drechtsteden op de volgende projecten en activiteiten uit het uitvoeringsprogramma Zuidvleugel: 1.
Vestigingsklimaat/ fysieke ruimte: herstructurering bedrijventerreinen, wegnemen van knelpunten, te weinig benutting van kavels. 2. Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt: versterking kennisinfrastructuur en aanpak tekort aan vakkrachten/ talent. 3. Valorisatie en kennis: te weinig kennis wordt daadwerkelijk toegepast bij bedrijven. 4. Promotie en acquisitiesector is versnipperd en zal op onderdelen vanuit de clustersamenhang (Delta/ Maritiem) op Zuidvleugel georganiseerd moeten worden. (Natte) bedrijventerreinen Doelstelling is een goed functionerende maritieme sector in de Drechtsteden. Dit houdt in dat er voldoende ruimte is voor kadegebonden bedrijven in combinatie met (havengerelateerde) “droge” bedrijven. De strategie is gericht op het aanbieden van voldoende aanbod en kwaliteit voor bestaande en te vestigen maritieme bedrijven in de Drechtsteden. In de bedrijventerreinenstrategie Zijn (alleen) doelstellingen per cluster van locaties geformuleerd. Wonen Het verbeteren van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de regio als woongebied door: - het realiseren van bijzondere stedelijke woonmilieus aan het water; - het in stand houden en waar mogelijk uitbreiden van het openbaar vervoer over water - een groter aanbod van rustig groene en blauwe woonmilieus; aan de rivier en aan de stadsranden. Recreatie en toerisme De provincie Zuid Holland zet in op 7 erfgoedlijnen (ensembles/structuren van monumenten met een gezamenlijk verhaal). Een van de erfgoedlijnen is de Waterdriehoek; het gebied Kinderdijk, langs de Noord en de Merwede, Dordrecht en de Biesbosch. Dit verbindt de pieken in de Drechtsteden met elkaar. Doelstelling is om de belevingswaarde van dit gebied te vergroten door het aantrekkelijker, toegankelijker en zichtbaarder te maken door de verschillende projecten op het gebied van recreatie en toerisme onder één verhaallijn samen te brengen: hoe de Drechtsteden leefden en leven met water. Landschappen Groen Eindbeeld 2020: Een samenhangend en kwalitatief netwerk van groenblauwe gebieden en structuren in en rond de Drechtsteden die onderling en met de stad verbonden zijn. Het netwerk biedt, naast goede verspreidingsmogelijkheden voor plant en dier, uitstekende mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Wonen Het verbeteren van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de regio als woongebied en het vergroten van de variatie aan woonmilieus door: - een groter aanbod van rustig groene en blauwe woonmilieus; aan de rivier en aan de stadsranden. Recreatie en toerisme Zie onder water. aanvullen Historische binnenstad Dordrecht Voorzieningen Doelstelling is een evenwichtige mix van winkels, horeca, dienstverlening, cultuur, leisure, kantoren en wonen, gebaseerd op: • Inzicht in het verzorgingsbereik • Inzicht in behoeften van doelgroepen Cultuur pm 16
Detailhandel De regionale detailhandelsvisie wordt op dit moment geactualiseerd. Thema’s zijn: - Het reguleren van nieuw aanbod: consolideren of terugbrengen van het aantal m2 - Oplossingen zoeken voor probleem winkelcentra - Reguleren gdv
4.3 Verstedelijkingsvisie De verstedelijkingsvisie is de samenvatting en ruimtelijke vertaling van ambitie en doelstellingen. We kiezen niet meer voor grootschalige verstedelijkingsgroei want dit gaat ten koste van onze aantrekkelijkheid. We zijn voorzichtig met ruimtegebruik. In plaats daarvan kiezen we voor groei in kwaliteit. Verdichten gebeurt bij knooppunten van openbaar vervoer en in het centrum. We verdunnen lokaal waar nodig om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Op onze oevers hebben we ruimte voor enkele bijzonder mooie woonlocaties. We faciliteren ook het maritiem-logistieke cluster. Langs de rivier op bestaande terreinen, daarbuiten ook op nieuwe. Belangrijke regionale voorzieningen clusteren we in de binnenstad, lokaal verzorgende voorzieningen organiseren we lokaal. De A16 blijft een hoofdas in de Delta, maar met de A4-zuid als alternatieve doorgaande vrachtroute kan de A16 zich als aantrekkelijke parkway ontwikkelen waarlangs de Drechtsteden zich presenteren. De A15 blijft de belangrijke achterlandverbinding die het nu al is maar is minder een barrière. Het spoor moet veiliger, voor de omwonenden van nu en om de verdichting van de stationsgebieden mogelijk te maken. Het groen in de Drechtsteden behouden en versterken we. Water is overal beleefbaar, waarbij waterveiligheid een topprioriteit wordt. De thema’s zijn: - Inbreiden/uitbreiden Aandacht voor kleinschalige ontwikkelingen in bestaand stedelijk gebied Verdichting rond stedenbaan stations Flexibiliteit -
Functies scheiden of mengen - Maatwerk afhankelijk van leefmilieus
-
Ruimtelijke reserveringen - Langs A-16 - Robel
-
Ontwikkelgebieden - Noemen en/of beschrijven gebieden met ontwikkelpotentie - Voorkeursgebieden voor functies als kantoren, bedrijven c.a.
Kaart.
4.4
Toekomstbeeld 2040
Eind 2011 is er op breed ambtelijk niveau een discussie gevoerd over de toekomst van de Drechtsteden, aan de hand van 3 scenario’s: - economische groei - krimp - ontwikkeling uitsluitend gebaseerd op duurzaamheid Uit de discussies over de verschillende scenario’s kwamen enkele overeenkomstige ontwikkelrichtingen: Waterregio Veel meer gebruik maken van de ligging aan de rivieren, zowel de oevers als de rivieren zelf. Voor wonen, werken, transport, recreëren, het opwekken van energie, landmarks e.d. Duurzame regio Energieneutraal leven, werken en ontwikkelen; korte lijnen tussen productie en consumptie; functies dicht bij elkaar, zoveel mogelijk gemengd.
17
Relaxte regio Toerisme en recreatie grotere economische functie; verknoping van water, groen en stedelijke gebieden, schoon transport.
Hoofdstuk 5 5.1
Ontwikkelstrategie
Stedelijke ontwikkeling: sturen en loslaten
“Er is altijd spanning tussen top down en het gerommel van onderop. Ook voor dat gerommel moet je ruimte maken, net zoals je soms gewoon goede pleinen en parken moet maken zonder dat iedereen daar iets over te zeggen heeft.” Prof. Arnold Reijndorp, stadssocioloog UvA
Trendbreuken - Van financiering uit groei naar financiering uit meerwaardecreatie - Van enkele grote spelers naar veel kleine spelers - Van grote planmatige projecten naar kleine injecties in de stad - Van aanbodgericht naar vraaggericht bouwen - Van regelende overheid naar zich terugtrekkende overheid Wat betreft het proces van stedelijke ontwikkeling zijn er grote veranderingen zichtbaar: In plaats van een paar grote spelers (gemeenten, corporaties, projectontwikkelaars, ca) gaan we naar vele kleine spelers. Gemeenten en corporaties hebben steeds minder geld om te investeren en de markt voor projectontwikkelaars krimpt sterk. Het zijn kleine investeerders en kleine initiatiefnemers die een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling van de stad, die ruimte vragen en ruimte verdienen. Het aanbodgerichte bouwen van de afgelopen decennia voldoet niet meer. Het werkt niet meer om vastgoed neer te zetten en er vervolgens een huurder of koper bij te zoeken. Dit vraagt om veel meer in te spelen op de individuele vraag, bijvoorbeeld door meer ruimte te bieden aan het particuliere opdrachtgeverschap in al zijn vormen. In plaats van een overheid die alles regelt hebben we te maken met een zich terugtrekkende overheid: - Taken gaan van rijk naar gemeente - Organisaties krijgen minder subsidie - Particulieren regelen het zelf (bijvoorbeeld energiecoöperaties) - Rol van de overheid verschuift naar partijen bij elkaar brengen, stimuleren en faciliteren Tegelijkertijd wordt er wel van de overheid gevraagd om te zorgen voor veiligheid, om overlast te voorkomen en bestrijden, om te zorgen voor voorzieningen én om overprogrammering tegen te gaan. Dat betekent een positie zoeken tussen reguleren en ruimte geven; tussen de overprogrammering waar nu nog sprake van is in goede banen leiden en ruimte geven aan nieuwe initiatieven die nodig zijn voor het aantrekkelijk maken/houden van de regio. Weten waar we van zijn en wat we kunnen laten gebeuren. 5.2 Uitgangspunten voor een ontwikkelstrategie “In de stedelijke ontwikkeling gaat het om dynamische complexiteit: Alles hangt met alles samen en één kleine ingreep kan een keten van verandering in gang zetten. Ga dus op zoek naar de katalysator voor organische groei, olievlekwerking en sociale besmetting. Maak minder beleid en planningen en heb meer oog voor het (schijnbare) toeval en de opportunitywindows” Frans Soeterbroek, EUR
18
De onzekerheden en de nieuwe ontwikkelingen waarmee we te maken betekenen een bezinning op onze rol en de middelen die we gebruiken voor de stedelijke ontwikkeling. Flexibele visies, plannen en gedrag helpen ons om snel in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. In plaats van een “fixed” masterplan, veel meer werken met een open eind planning en strategie. Niet plannen tot de dood er op volgt, geen abstracte analyses maar oog hebben voor (toevallige) gebeurtenissen. De visie die je nodig hebt heeft dan de functie van een magneet die inspanningen van de overheid en initiatieven van derden kan richten. De sturing die daar bij past is er een waarbij we zoeken naar een katalysator (hefboom) met olievlekwerking; kleine ingrepen die een groot effect sorteren. Een voorbeeld daarvan is het binnenhalen van een University-college in Dordrecht. Ook is het belangrijk om geen logge (project)organisaties op te bouwen, maar bijvoorbeeld een “lichte regie” door korte lijnen, tijdelijke verbanden, het uitlokken van zelfsturing of het opsporen van maatschappelijke makelaars (F. Soeterbroek) Onze nieuwe rol is er dan één van partij tussen de partijen, meewerken in netwerken, coalities zoeken, maar ook actief op zoek gaan naar nieuwe initiatieven en deze de ruimte geven, vooral ook aan de kleine ongebruikelijke initiatieven. Daarbij kan de overheid collectieve of publieke waarde aan deze initiatieven toevoegen: “De overheid kan veelbelovende organisaties en initiatieven steunen en met elkaar verbinden waardoor ze kinderziektes de baas worden. Techniek, ideeën en initiatieven zijn er voldoende. Allianties die gebouwen en wegen energieleverend maken. Die stadsdistributie opzetten. Die experimenteren met eiwitvoorziening uit insecten. Stadslandbouw uitproberen. Stedelijke ecozones willen doorvoeren. Drijvende wijken in gebruik willen nemen. Stadscentra willen heruitvinden. Zorg super-dichtbij de mens brengen. Die parallelle munten voor kleine business-to-business ontwikkelen.” H. te Riele, transities in de Drechtsteden
5.3 Regionale sturing Over regionale sturing is in de afgelopen jaren als vervolg op de realisatiestrategie al veel geschreven en vastgesteld. De sturing van de regio is gekoppeld aan de verschillende rollen van de regio, vooral aan de rol van regisseur en kwaliteitbewaker. Rollen regio In de Realisatiestrategie Ruimte Geven zijn de volgende regierollen van de regio beschreven: 1. Regio als makelaar: Organiseren vertrouwen van de markt en hogere overheden, lobby 2. Regio als regisseur: Afstemming van programma’s, geld, draagvlak binnen de regio 3. Regio als kwaliteitbewaker: Afspraken maken over extra kwaliteitselementen en toetsen daarop 4. Regio als partner: ROM-D Deze rollen van de regio zijn nog steeds actueel. Wel zal er in de loop van de tijd een groter accent komen te liggen op de rollen van makelaar en kwaliteitsbewaker. Sturen als regisseur Programmatische afstemming Afstemmen van programma’s voor kantoren, woningen en voorzieningen is voorlopig nog nodig om te grote concurrentie tussen de gemeenten te voorkomen en de profielen van de gemeenten te versterken. Bij het woningbouwprogramma wordt nu afgestemd over totale programma, ook de kleine locaties: informeren van elkaar en samen afwegen, lokaal beslissen en sturen. Ook is er binnen de Drechtsteden een halt toegeroepen aan nieuwe projecten (tenzij echt iets nieuws wordt toegevoegd) om de voortgang van de bestaande projecten te verbeteren. Op termijn zou er gekozen kunnen worden voor het beperken van de afstemming tot een klein aantal voorzieningen, met evident bovenlokale uitstraling. Hoe groter het ‘regiovrije domein’, hoe lager de bestuurlijke drukte. Voor zo’n afbakening zijn in discussies al enkele vingeroefeningen gedaan met ‘voorzieningenladders’, bijvoorbeeld: nieuwbouwprojecten boven de 400 woningen; bedrijventerreinen boven de 20 ha of milieucategorie IV; theaters/ bioscopen met meer dan 300 zitplaatsen; hoger
19
onderwijs; ziekenhuizen; intramurale voorzieningen; zwembaden. De precieze drempels zouden in zo’n systeem door de Drechtraad en de gemeenteraden gezamenlijk kunnen worden bepaald. Een omvattende planning is ook voor dit soort projecten niet noodzakelijk. Het gaat voornamelijk om initiatieven van andere maatschappelijke partijen. De regio toetst zo’n initiatief aan de strategische kwaliteiten die ze wil bewaren of bevorderen. In plaats van planning-vooraf, zouden de gemeenten zich voor dit type projecten kunnen binden aan een regionaal instemmingsvereiste. De uitvoering kan lokaal blijven, tenzij de betrokken gemeente er anderen bij wil betrekken. In deze benadering is ook voor kleinere projecten geen regionale programmering nodig. Het ligt wel voor de hand om een collegiale ‘meldingsplicht’ af te spreken: dat initiatieven in deze categorie vanaf het eerste moment regionaal worden gemeld. Je voorkomt dat initiatiefnemers ongezien ‘shoppen’ langs de Drechtsteden. Bovendien kunnen vele kleinere projecten invloed hebben op de grotere, regionale projecten. In plaats van een klassiek voorschrijvende planning (‘dit moet gebeuren en iets anders mag niet gebeuren’) past het in een nieuwe ontwikkelstrategie om een indicatief kansen-programma te hebben. Als oriëntatie voor onszelf en maatschappelijk partners en voor afspraken met hogere overheden. Hierin worden bijvoorbeeld voor kantoren, bepaalde voorzieningen of appartementen voorkeurslocaties beschreven. Daarbij zou een ‘second bid’-mechanisme kunnen worden geintroduceerd. Soms ontstaat een initiatief namelijk op een beleidsmatig niet ideale locatie. In plaats van dit te verbieden zou je iedere gemeente in dit domein de ruimte kunnen laten, maar -waar dat wenselijk is- ernaast een tweede, meer beleidsconform, aanbod kunnen ontwikkelen, dat als keuze aan de initiatiefnemer wordt voorgelegd. Een aanbod dat past bij de beschreven voorkeurslocaties. Op deze wijze kan een goed midden gevonden worden tussen de vrijheid die we aan de markt willen laten en beleidsmatige wensen van de overheden. De kern is dat het open beoordelen van individuele initiatieven, voorzien en onvoorzien, belangrijker wordt dan de binding aan ooit opgeschreven plan. Het is dan de kunst om binnen onze netwerkstructuur snel een antwoord op vragen te organiseren. Aanjaagprojecten/icoonprojecten Het zoeken naar nieuwe initiatieven die kunnen werken als aanjagers voor ontwikkeling is een andere uitwerking van de rol van de regio als regisseur. Het zou goed zijn om de regio-agenda met dit soort projecten te vullen. De meerwaarde van een bovenlokale aanpak is dan duidelijk door de functie, de uitstraling en de omvang van deze projecten. Bij ieder project hoort een uitvoeringstrategie met een vitale coalitie van initiatiefnemers, investeerders en één of meer gemeenten. In plaats van maatschappelijke vertegenwoordigers uit te nodigen in onze vergadercircuits, zouden we kunnen werken aan projectcoalities uit de ‘triple helix’ van ondernemingen, onderwijs en overheid. Voor projecten op de regio-agenda kan de sturingsbevoegdheid regionaal worden belegd. Tot de projectcoalities hoort ook gezamenlijke financiering of risicodekking, voor zover dat nodig is. De uitvoering kan lokaal verzorgd worden als de betreffende gemeente dat aan kan, zoals bijvoorbeeld Dordrecht met bepaalde Binnenstadsprojecten. Maar organisatorische ondersteuning vanuit ROM-D, de GrD, of één van de gemeentelijke organisaties is ook mogelijk. Een plek op de regio-agenda geeft in ieder geval aanspraak op beleidsmatige solidariteit van de andere gemeenten. In zo’n ontwikkelingsstrategie past het uitstekend dat de Drechtraad direct aan de start van de volgende periode een nieuw programma wil meegeven aan het DSB. Het RSV-traject kan benut worden als inhoudelijke voorbereiding, uitmondend in vijf of tien regionaal gestuurde icoonprojecten. Sturen op kwaliteit (als kwaliteitbewaker)
Kwaliteit is een ongrijpbaar begrip. Als we daar als regio op willen sturen moeten we daar handen en voeten aan geven. De (ruimtelijke/ functionele) kwaliteit van de projecten kan verdeeld worden in basiskwaliteit en topkwaliteit. De basiskwaliteit is díe kwaliteit die je van elk project mag verwachten. De basiskwaliteit ligt vaak vast in regelgeving en visies, zoals kwaliteitseisen nieuwbouw, duurzaam bouwen, eventueel een beeldkwaliteitplan. Of aan de basiskwaliteit wordt voldaan kan getoetst worden aan die regelgeving. Over de basiskwaliteit wordt in principe niet onderhandeld. De basiskwaliteit hoort bij het domein van de lokale overheden. Topkwaliteit kan gedefinieerd worden als die elementen van een project die het iets extra’s geven, dat een bijdrage levert aan het regionale belang. Topkwaliteit wordt bepaald en beïnvloed door:
20
- Ligging van het project . - de Regionale ambitie waaraan het project een bijdrage levert - Bijdrage aan de agenda van hogere overheden. Over topkwaliteit kan wel worden onderhandeld. Topkwaliteit hoort tot het domein van de regio. De regio stuurt op het realiseren van topkwaliteit op de volgende wijze. Voor het betreffende project doet de projectleider (of gemeentelijk opdrachtgever) een voorstel voor díe elementen die naar zijn/haar oordeel het project dié extra kwaliteit geven die de regio nodig heeft. Deze worden met de regio doorgesproken. Dit is een onderhandelingsmoment, omdat er geen concrete criteria te geven zijn waaraan de voorstellen kunnen worden beoordeeld. Het gaat er om dat beide partijen met hun kennis van de ambities van de regio en de mogelijkheden van het project het eens zijn over de elementen van het project die (extra) bij kunnen dragen aan het behalen van die ambitie: een beperkt aantal bijzondere kwaliteiten. Bij het ene project ligt de lat wat hoger, bij het andere wat lager. Wanneer kwaliteitselementen van een project zijn bepaald worden deze vastgelegd. Dít zijn de elementen waarmee de ambitie wordt vastgehouden en waarop de regio stuurt. Hier koppelt de regio geld en/of bestuurlijke uitvoeringskracht aan. Het zijn dus ook de elementen die niet uit een project wegbezuinigd mogen worden. Mocht om wat voor reden ook toch één van die elementen moeten worden geschrapt, dan dient daar iets gelijkwaardigs voor terug te komen. Dat levert een tweede onderhandelingsmoment op. Lukt het niet om de bijzondere elementen vast te houden dan verliest het project zijn waarde voor het behouden en versterken van de regionale ambitie.
Hoofdstuk 6
Regionale agenda
De regionale agenda is de resultante van de discussie over de voorgaande hoofdstukken en wordt in deze discussienota nog niet ingevuld. De regionale agenda bestaat uit een beperkt aantal activiteiten waarop de regio de komende jaren haar energie inzet. Per agendaonderdeel wordt aangegeven wat het doel van de activiteit is, de rol en het belang van de regio, andere partijen die hierbij betrokken zijn en eventuele kosten die er mee zijn gemoeid. ============================= Emma Forsten Jantine Prins
21
Bijlage F3
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL FYSIEK 11 JUNI 2013 Portefeuillehouder R.T.A Korteland
Datum (van opstellen stuk) 15 mei 2013
Status behandeling Carrousel Oriënterend
Steller GA ten Dolle/NJ de Wit
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer 078 770 4853
Onderwerp
Visievorming op de doorontwikkeling ROM-D: impuls promotie & acquisitie Voorstel 1. Kennisnemen van de concrete ambities die het Drechtstedenbestuur heeft bij de doorontwikkeling van de ROM-D, en de prioriteit die bestuur daarbij op korte termijn geeft aan de versterking van de promotie & acquisitie inspanningen op regionaal niveau met de oprichting van een nieuwe P&Aunit van de 6 gemeenten waarin bestaande capaciteit en middelen van de gemeenten en de ROMD worden gebundeld. 2. Kennisnemen van de concrete vervolgstappen die het DSB gaat zetten: het aanleveren van een business plan voor de vorming van de nieuwe promotie&acquisitie unit en een integraal visiedocument medio september 2013. Bevoegdheid Regionaal/lokaal Samenvatting Het Drechtstedenbestuur (DSB) heeft de Drechtraad toegezegd een visie neer te leggen op de doorontwikkeling van de ROM-D. Deze notitie schetst welke ambities het Drechtstedenbestuur daarbij voor ogen heeft en brengt in beeld welke concrete stappen het DSB daartoe de komende periode zal zetten. Prioriteit bij de doorontwikkeling van de ROM-D legt het DSB op korte termijn bij de versterking van de promotie & acquisitie-activiteiten op regionaal niveau. Het bestuur heeft als onderdeel van het regionaal ontwikkelprogramma ONS-D het netwerk MT economie opdracht gegeven daartoe een voorstel te ontwikkelen dat de komende maand ter consultatie besproken wordt in de zes lokale colleges van B&W. Op basis van deze consultatieronde zal het Drechtstedenbestuur begin september 2013 een voorstel neerleggen bij de Drechtraad tot de vorming van een nieuwe promotie & acquisitie-unit van de 6 gemeenten, waarin de bestaande P&A-capaciteit en middelen van de gemeenten en de ROM-D gebundeld worden. Het bestuur zal hierbij een goede balans vinden tussen een verdere professionalisering op regionaal niveau en het behouden van de lokale eigenheid en nabijheid, en daarmee van toegevoegde waarde kunnen zijn voor het bestaande accountmanagement. De nieuwe unit zal op inhoud een verbintenis met de ROM-D blijven behouden. Parallel zal het bestuur samen met de aandeelhouders van de ROM-D en de nieuwe Raad van Commissarissen een visie ontwikkelen op de ROM-D nieuwe stijl, waarbij naast de promotie&acquisitiefunctie ook de aanpak van de gebiedsprojecten en de financieringsfunctie aan de orde komen. De Drechtraad zal een visiedocument samen met het voorstel tot versterking van de promotie& acquisitiefunctie ontvangen. Toelichting op het voorstel Aanleiding De gewijzigde marktsituatie heeft de doorontwikkeling van de ROM-D de afgelopen periode onder druk gezet. In 2009 is afgesproken 14 nieuwe terreinen volgens een daarvoor afgesproken 5-stappen procedure toe te voegen aan de orderportefeuille van de ROM-D. Deze stappen zijn sindsdien niet volledig doorlopen. Reden is dat de marksituatie sinds 2009 sterk is gewijzigd, waardoor risico’s op de grondexploitaties negatief zijn bijgesteld en grote nieuwe ontwikkelprojecten niet verwacht worden.
pagina 2
Gebiedsontwikkeling zal voortaan nog vooral maatwerk zijn: het inspelen op individuele wensen van bestaande bedrijven en het op gang brengen van kleinschalige herstructurering, met een overzichtelijk c.q. realistisch privaat/publiek investeringsvolume. De ROM-D nieuwe stijl zal hier pro-actief op moeten inspelen. Sinds begin dit jaar is de ROM-D in een nieuwe situatie terecht gekomen. Eind 2012 heeft de grootste aandeelhouder, de provincie ZuidHolland, een extra storting van 10 miljoen euro in het ROM-Capital fonds gedaan. Daarvoor hebben de zes Drechtstedengemeenten besloten tot planbijstelling van het project Noordoevers. In februari jl. is een nieuwe Raad van Commissarissen aangetreden om toe te zien op het functioneren van de ROM-D. Deze nieuwe ontwikkelingen leiden tot de noodzaak om komend jaar een visie op de nieuwe ROM-D te ontwikkelen. Beoogd resultaat Het Drechtstedenbestuur heeft een start gemaakt met deze eigen visieontwikkeling. Vertrekpunt voor deze visievorming is de ambitie die de regio heeft vastgelegd in het regionaal Meerjaren jaren programma 2010-2014: - Het behouden en aantrekken van werkgelegenheid - Het versterken van het regionaal investeringsklimaat Resultaat van het visie-ontwikkelingstraject zal een visiedocument zijn op de doorontwikkeling van de ROM-D, waarbij het Drechtstedenbestuur de ambitie heeft een nieuwe impuls te geven aan het behoud en de versterking van werkgelegenheid in de regio. Prioriteit wil het DSB daarbij geven aan de regionale bundeling van bestaande capaciteit en middelen ter versterking van de promotie &acquisitiefunctie van de regio. Planning is uiterlijk eind september een concreet voorstel neer te leggen bij de Drechtraad om per 1 januari 2014 de bestaande capaciteit en middelen in de regio (bij de ROM-D en de gemeenten) te bundelen in een nieuwe promotie & acquisitie unit van de 6 gemeenten. Argumenten In de huidige marktsituatie moet het bestuur constateren dat de realisatie van de bestaande doelstellingen uit het rMJP op economisch terrein sterk onder druk staan. Werkgelegenheid loopt terug, het aantal bedrijven (en daaraan gekoppelde investeringen) neemt af, en de concurrentie groeit – tussen regio’s – waar het gaat om een gunstig vestigingsklimaat. De Drechtsteden zijn redelijk in staat een goede positie te behouden. Recent onderzoek van bureau Louter in opdracht van Elsevier laat zien dat de gemeenten in de Drechtsteden zich nog goed handhaven1. Niettemin kunnen we het ons niet veroorloven gemakzuchtig te zijn. De nieuwe marktsituatie vraagt – zoals gezegd – wel om een alertheid, zowel waar het gaat om het aantrekken en behouden van bedrijvigheid als om de (financiële) mogelijkheden voor het ontwikkelen van bestaande en nieuwe terreinen. Het Drechtstedenbestuur heeft zich de ambitie gesteld de komende periode actief op deze ontwikkelingen in te spelen. Daarbij zal het bestuur reflecteren op de invulling en organisatie van de 3 basisfuncties van de ROM-D: 1. promotie & acquisitie 2. gebiedsontwikkeling 3. kapitaalverstrekking en deelneming Ad 1 Promotie & Acquisitie De ROM-D heeft in 2009 de opdracht meegegeven de promotie- & acquisitiefunctie voor de hele regio op een aantal speerpuntsectoren te versterken, waarbij de focus sterk gelegd is op maritieme en logistieke bedrijvigheid. Intussen moeten we - 4 jaren verder - vaststellen dat de bestaande capaciteit en middelen te beperkt zijn om alleen vanuit de ROM-D deze functie voor de hele regio optimaal in te vullen. Aanvullend voeren de zes gemeenten ook nog hun eigen acquisitieactiviteiten uit, en kennen alle zes gemeenten, met uitzondering van Sliedrecht, bedrijvencontactfunctionarissen. Het Drechtstedenbestuur heeft de ambitie uitgesproken deze promotie & acquisitie activiteiten op korte termijn te willen versterken. Het heeft daartoe het netwerk MT economie, als onderdeel van het uitvoeringsprogramma Drechtsteden ONS-D, de opdracht gegeven te komen tot een businessplan voor bundeling van bestaande capaciteit en middelen ten einde de resultaten op het terrein van promotie en acquisitie te vergroten. Begin september zal er een businessplan gereed zijn. Op dit moment ligt een ontwerpvoorstel voor ter consultatie bij de lokale colleges. 1
Rapport Economische Toplocaties 2012, Bureau Louter/Elsevier, 29 maart 2013: oa. Alblasserdam op positie 20, Sliedrecht op 30 en Dordrecht op 90.
pagina 3
Het bestuur zoekt hierbij nadrukkelijk een goede balans tussen een verdere professionalisering op regionaal niveau en het behoud van de lokale eigenheid en nabijheid op locaal niveau. Op deze manier krijgt een bundeling ook een toegevoegde waarde voor het lokale accountmanagement (‘het verdient zichzelf terug’). Nu is het schaalniveau van de Drechtsteden alleen niet voldoende om maximaal rendement te halen. Intussen is het besef zeer sterk gegroeid dat toekomstige economische ontwikkeling van onze regio mede bepaald wordt door de dynamiek in de Zuidwestelijke Delta, het gebied van Antwerpen tot aan Rotterdam. Vanuit dit besef nog dit jaar op het het niveau van Zuidvleugel van de Randstad een Regionaal Ontwikkeling Maatschappij Zuidvleugel opgericht worden. In deze ROM-Zuidvleugel zullen functies van promotie en acquisitie en ontwikkeling en innovatie van de topsectoren van de Zuidvleugel worden gebundeld. De Drechtsteden zijn gevraagd aan de ontwikkeling van deze nieuwe ROM bij te dragen. De gemeente Dordrecht heeft hiertoe een toezegging gedaan over de bijdrage aan de jaarlijkse exploitatie. Ook in de regio West-Brabant wordt actief ingespeeld op de versterking van de aantrekkingskracht. Rondom de clusters transport & logistiek, ‘maintenance’ en biobased economy heeft die regio een zogenaamde ‘Strategic Board’ ontwikkeld, waarbij het bedrijfsleven en de kennisinstellingen actief bijdragen en verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoering. In de versterking van de promotie & acquisitiefunctie zullen we een stevigere verbinding nodig hebben met deze nieuwe initiatieven en nagaan hoe we daarbij slimme allianties kunnen maken. Daarbij zal ook de vorming van een ‘Strategic Board’ op het schaalniveau van de Drechtsteden overwogen worden. In een dergelijke Strategic Board zou de samenwerking met kennisinstellingen, onderwijs en bedrijfsleven, op de speerpuntsectoren van onze regio op strategisch niveau verankerd kunnen worden. Het Drechtstedenbestuur voert daartoe op dit moment diverse verkennende gesprekken. Ad 2: Gebiedsontwikkeling De wetenschap dat we de komende jaren vanuit de marktsituatie geen grote gebiedsontwikkelingen zullen kunnen toevoegen aan de portefeuille van de ROM-D vraagt om een kritische reflectie op het business model van de ROM-D. De tijd van omvangrijke masterplannen gericht op de uitvoering van grootschalige ruimtelijke projecten is voorbij. Gebiedsontwikkeling zal voortaan nog vooral maatwerk zijn: het inspelen op individuele wensen van bestaande bedrijven en het op gang brengen van kleinschalige herstructurering, met een overzichtelijk c.q. realistisch privaat/publiek investeringsvolume. Dit vraagt om een andere ontwikkelbenadering met actief accountmanagement, lokale nabijheid en het borgen van het eigenaarschap voor de ROM-D van de gemeenten. Ad 3: Kapitaalverstrekking Tot slot zal het Drechtstedenbestuur de financieringsfunctie, ofwel het verstrekken van risicodragend kapitaal via ROM-D Capital in ogenschouw nemen. De ROM-D nieuwe stijl zal zich steeds meer “dedicated” bezig gaan houden met de financiering van de projecten en verschaft (revolverend) werkkapitaal, met als doel om na inbreng van gemeentelijke middelen en overige derde geldstromen, zoals subsidies, resterende risico’s af te dekken. Juist in deze risicoafdekking schuilt de meerwaarde van de ROM: het verdelen van de risico’s in de financiering (over privaat/ publieke partijen) en het daarbij vinden van slimme cofinancieringsbronnen bij andere overheden en bedrijfsleven, waaronder het Havenbedrijf Rotterdam. Het nieuw ingerichte investment committee zal in de verdere uitwerking van deze functie uiteraard een belangrijke rol gaan spelen. Visiedocument Een scherpe analyse van de organisatie en regionale verankering van de drie bovenstaande functies/rollen van de ROM-D zal onderdeel uitmaken van het visiedocument dat het Drechtstedenbestuur in september zal aanleveren. Kanttekeningen Het Drechtstedenbestuur en de zes gemeenten zullen uiteraard niet zelfstandig kunnen besluiten over de doorontwikkeling van de ROM-D. Het zal daarbij continu in actief overleg moeten blijven met de andere aandeelhouders, de Bank Nederlandse Gemeenten, de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland.
pagina 4
Tegelijk met de visievorming zal de ROM-D ook doorgaan met uitvoering van bestaande activiteiten. De actuele marktsituatie zal daarbij ook continu aandacht vragen voor de risicoprofielen van de huidige projectportefeuilles. Consequenties Financiële consequenties De visievorming zelf zal geen directe financiële consequenties hebben. Uiteraard zal wel de vorming van een nieuwe regionale unit promotie & acquisitie financiële gevolgen kunnen hebben, voor de ROMD of voor de individuele gemeenten. Deze exacte consequenties maken onderdeel uit van het businessplan dat u als Drechtraad eind september aangeleverd krijgt. Personele en organisatorische consequenties Nader uit te werken in het businessplan. Juridische consequenties Nader uit te werken in het businessplan. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Nader uit te werken in het businessplan.